

Aester Voetbal Vereniging
Een halve eeuw voetbal, vriendschap en verbondenheid op Terschelling
AVV is niet alleen maar voetbal!
Dit jaar bestaat de Aaster Voetbal Vereniging 50 jaar. Het gemeentebestuur van Terschelling feliciteert alle leden én alle inwoners van ‘Aast’ van harte met dit bijzondere jubileum.
AVV heeft in de afgelopen 50 jaar een bijzondere geschiedenis gekend. Begonnen met een geschonken voetbal op het veld ‘achter de kerk’, heeft de club zich in de afgelopen vijf decennia ontwikkeld tot een niet meer weg te denken vereniging op Oost-Terschelling.
Onderdeel van die geschiedenis zijn de beroemde trainings- en voetbalkampen. Aan die kampen hebben vele grootheden uit de voetbalwereld meegewerkt. Voet balsterren en internationaal bekende trainers die overal ter wereld in de grote stadi ons schitterden, gaven les aan de jeugd van AVV op de Ousedôbe.
Een ander onderdeel van die geschiedenis is het feit dat alle pasgeborenen om Aast van de vereniging een AVV-rompertje krijgen. Het bereidt de baby’s vast voor op het lidmaatschap van AVV als ze vier of vijf jaar oud zijn. En die rompertjes zijn succesvol, want vrijwel alle Aaster kinderen worden daadwerkelijk lid van de vereniging. Dat gezamenlijk sporten en bewegen is misschien wel de grootste verdienste van AVV. Niet alleen is het gezond, het bevordert ook de gemeenschapszin en het saamhorigheidsgevoel in de dorpen om Oost. AVV is daardoor meer dan voetbal. De vereniging brengt mensen samen. Mensen die zich samen inzetten voor de jeugd en de sport. De club wordt gedragen door de vele vrijwilligers en AVV is daardoor hét bindende verband op Oost-Terschelling.

Ik wens alle leden en alle inwoners van Aast nog vele mooie jaren toe; samen met hun AVV.
Roel Cazemier, wnd burgemeester van Terschelling
Voetbalvelden om Aast
“We branden eerst het duin kaal”
Op 6 september 1980 werd het nieuwe sportveld en het clubgebouw van AVV feestelijk in gebruik genomen. In zijn openingsspeech citeerde AVV-voorzitter Piet Noordenbos uit zijn eerdere gesprek met Sil Ruige (1913-1990). Sil had hem - met onderkoelde humor - verteld hoe het voetbal op het oostelijk deel van Terschelling terecht was gekomen en ook waar er in de jaren voor en na de Tweede Wereldoorlog om Aast werd gevoetbald.
Het duingebied bij de Koegelwieck




Dat er werd gevoetbald om Aast, kwam door de legendarische radioreporter Han Hollander, legde Sil uit. In de periode eind jaren twintig, begin jaren dertig hadden om Aast nog maar weinig mensen een radio. Wel stond er eentje bij Martje in café Zonneweelde. De jeugd, zo ook die uit Oosterend, verzamelde zich daar om te luisteren naar de voetbalverslagen van Han. Zijn verslagen, zeker van de interlands tussen Nederland en België, werden zo enthousiast gebracht dat de jeugd zelf ook wel een balletje wilde trappen. En dus trokken ze de weilanden in, daar lag immers gras. Daar waren de boeren - niet geheel onbegrijpelijk - wat minder blij mee, en ze joegen de jeugd dan ook van hun land.
Zo kwam de jeugd van Oosterend terecht op het Balkenplak, het eerste ‘voetbalveld’. Het Balkenplak lag ten noorden van de boerderij van Zaadnoordijk (Duinweg 16). Aan het eind van de twintiger jaren waren er bij paal 29 een groot aantal balken aangespoeld, en zoals het de Aasters betaamde, werden deze keurig opgebracht en opgeslagen op deze plek. Vandaar dus de naam Balkenplak.
Het tweede veld dat veel werd gebruikt bevond zich halverwege tussen Hoorn en Oosterend, waar tegenwoordig het fietspad loopt. Hier hebben zich volgens de overlevering heldhaftige taferelen afgespeeld. Zo kwam er op een zondagochtend de boodschap: “De Midslanders komen te voetballen!” Toen men het veld ging ‘keuren’, bleek het helmgras meer dan een halve meter hoog te staan. Goede raad was duur! Totdat een briljante geest bedacht: “We branden het duin kaal!” Zo gezegd, zo gedaan. Helaas woei het nogal stevig en liep het



vuur enigszins uit de hand. Slechts door met man en macht met scheppen en takken het vuur uit te slaan, wist men een ramp te voorkomen.
’s Middags kwamen inderdaad de Midslanders, onder wie de keeper Theunis Dekker, die een hagelwitte trui droeg. Je kunt je voorstellen hoe hij eruitzag toen hij ’s avonds weer bij moeder thuiskwam…
Sowieso week de kleding destijds nogal af van de huidige voetbalkleding. Lange en korte broeken, klompen en schoenen, alles liep door elkaar. Wel was - tot verdriet van vele moeders - de stelregel: “Eerst de knappe kleren aan, en dan gaan voetballen.”
Het derde veld om Aast was in Hoorn, westelijk van het Koegelwiecksduin. Dit plak bestaat nog steeds en ligt er na al die jaren nog steeds fraai en beschut bij, al is het inmiddels met iets meer heide en helmgras begroeid. Midden in dit veld lag destijds een tamelijk hoog duintje. Als je de veteranen uit die tijd vroeg hoe het mogelijk was dat daar werd ge
voetbald, kreeg je steevast het antwoord: “O, daar voetbalden we gewoon omheen.” Ook werden de hoekschoppen vanaf de zuidoosthoek van het veld simpelweg vanaf een duintop genomen.
Na een op deze plek gewonnen wedstrijd tegen Midsland vond omstreeks 1935 op het eiland de eerste spectaculaire transfer plaats. Arie Bakker en Sil Ruige gingen voortaan voetballen in Baaiduinen bij VIOS (Vooruitgang Is Ons Streven). Voor Sil, die in Oosterend woonde, was dat echter niet zo eenvoudig. Hij was van kerkelijke huize en zijn moeder mocht dan ook niet weten dat hij op zondag voetbalde. Daar had hij het volgende op bedacht. Net buiten Oosterend had hij een ‘túntsje’.
’s Zondags ging Sil daar altijd even naartoe. Onder een oude emmer lagen zijn schoenen, broekje en shirt. ’s Avonds werd alles weer onder de emmer gelegd. Of de voetbalspullen ooit wel eens werden uitgewassen, vermeldt de geschiedenis niet.
“Eerst de knappe kleren aan, en dan gaan voetballen.”




Later verplaatste het voetbal zich naar het volgende ‘stadion’, gelegen tussen Lies en Formerum. Dat was het Van Hal Stadion, genoemd naar Bram van Hal. Bram was voorman bij Staatsbosbeheer en woonde in de boerderij die we nu kennen als De Brambei. Het Van Hal Stadion was gesitueerd op de plaats waar nu het Natuurkampeerterrein van Staatsbosbeheer is, even ten noorden van De Brambei. Hier werd zowel voor als na de Tweede Wereldoorlog veel en vaak gevoetbald, ook al deed de grasmat niet meteen aan een echt stadion denken. Ongeveer in het midden zat een klein laag duintje, met kruipwilg begroeid, dat als middenstip werd gebruikt.
Het vijfde voetbalveld om Aast bestaat nog steeds en wordt ook nog steeds gebruikt. Het is het sportveld in Hoorn, achter de kerk. Hier is na de oorlog veelvuldig gevoetbald. Zo werd er veel gespeeld
tegen ‘badgasten’ en vond er zelfs een keer een heuse interland plaats tegen een Papoea-elftal uit Nieuw-Guinea. Dit veld behoorde destijds toe aan Jelle Roggen sr. De pacht van dit veld was enigszins vreemd verdeeld. Sil Ruige pachtte het voor 2/5 deel en het andere 3/5 deel werd gepacht door de gemeente. Tussen beide gedeeltes liep destijds een greppel. Voordat het edele voetbalspel kon beginnen, moest Sil eerst even de beesten weghalen. Volgens de overlevering vormden de achterblijfselen van deze dieren geenszins een beletsel om te voetballen. Integendeel zelfs, deze waren uitermate geschikt om een fraaie sliding te oefenen.





Het Bram van Hal stadion bij het Formerumer bos.










“
Het begin: voetballen achter de kerk
Ik sponsor de bal, zoek er maar elf bij elkaar”
De aanleiding voor de oprichting van AVV, of anders gezegd: de aanleiding om te gaan voetballen ‘achter de kerk’, was heel eenvoudig: er was voor de jeugd maar weinig te doen om Oost. En dat niet alleen: er werd ook vrijwel geen aandacht en tijd aan besteed om ze lekker te laten sporten. Dat betekende dat de twee basisscholen uit Hoorn iedere keer hopeloos en kansloos werden ingemaakt bij het schoolvoetbal- en het slagbaltoernooi.
Er moest dus iets gebeuren.
Op een middag, begin jaren zeventig, hingen twee jongens uit Hoorn, Tommy Terpstra en Ariën Cupido, een beetje om bij café De Groene Weide, waar Hessel van der Kooij net een jaartje bezig was. Hessel weet het nog goed, vertelt hij, als we hem spreken samen met Tommy en Ariën.
“Jullie stonden met z’n tweeën met de fiets bij mij op de stoep. Ik stond in de deuropening en zei: ‘Hoe is het, jongens?’




Ariën Cupido
Toen begonnen jullie te jammeren dat er niets te doen was om Oost, en dat er ook geen voetbalclub was. ‘Nou, dan beginnen we er toch eentje?’, zei ik. ‘Ik sponsor de bal, zoek er maar elf bij elkaar’.” Dat lieten de jongens zich geen twee keer zeggen. “We sprongen gelijk op de fiets”, zegt Ariën, “en reden naar Oosterend.” Anderhalf uur later waren ze al terug, herinnert Hessel zich. “‘Ik heb nog geen ballen hoor’, zei ik. Maar jullie waren meteen enthousiast.”
Beloofd is beloofd, en dus gaat Hessel naar West voor een paar ballen. “Epema had in die tijd een kledingwinkel op West, waar hij ook ballen verkocht. Ik heb er twee gehaald, inclusief oranje lintjes zodat je teams kon maken. Epema vroeg mij nog waar het voor was. ‘Nou, we gaan met de jeugd van Hoorn voetballen’, antwoordde ik. Dat vond hij zo leuk dat hij de helft korting gaf.” Lachend: “Dat mochten ze op West natuurlijk niet weten.”
De meest geschikte plek om te voetballen was het veld achter de kerk. Maar dan moest het wel gemaaid worden. Hessel: “Ik heb met een flymo het hele veld gemaaid.” Grinnikend: “De eerste keer in mijn eentje, heb ik anderhalve dag rondjes gelopen.”Tommy: “Later deden we het met z’n allen. Dan zeiden we: ‘Iedereen die een maaimachine heeft: komen!’ Soms liepen we daar wel met z’n tienen, want iedereen had destijds een flymo.”
Behalve een bal en oranje lintjes moesten er ook voetbalschoenen komen. Ariën: “Mijn moeder bestelde de voetbalschoenen bij Ter Meulen Post, de voorloper van Wehkamp. We konden ze ophalen bij Nico Pols in de Frethoek.” Training kregen ze van Hessel en Dicky Lieman. Hessel: “Ik gaf training, al had ik nooit gevoetbald. Daarna kwam Dicky Lieman om ze te trainen. En niet te vergeten Bennie Bakker van de Ben van Alles. Hij voetbalde bij Quick en was een goede voetballer.”




Tommy Terpstra
Het ‘losse’ voetballen ontwikkelde zich langzaam tot een iets meer georganiseerd geheel, vertelt Tommy. “Op een gegeven moment gingen we buiten Hoorn voetballen, met zeventalletjes. We stonden met z’n allen te wachten bij de Ben van Alles, waar briefjes hingen wie in welk team zat. Hessel reed voor met zijn VW-bus en wij met z’n allen, hup, achter in die bus. Krat fris erbij en dan naar Midsland of West, naar Quick en TVV. Niet dat we er al veel van konden hoor. Eigenlijk hadden we toen maar één goede voetballer, dat was Jopie
Soms werd er ook zelf iets georganiseerd. Tommy: “Piet IJsco organiseerde wel eens een wedstrijdje. Als we wonnen kregen we een ijsco, en als we verloren, kregen we niks. Niet eens een klein ijsje, gewoon niks. Zo speelden we bijvoorbeeld wel eens tegen kinderkamp de Grote Beer.” Hessel: “Het niveau was in het begin nog niet geweldig, ze gingen om de haverklap met dubbele cijfers de boot in.” Tommy: “We hadden in het begin geen naam, en waren we gewoon Hoorn 1 en Hoorn 2. Maar iedereen was vol vuur; aan enthousiasme en inzet




Bennie Bakker als scheidsrechter
De drie pioniers
Toen zeiden wij tegen Harmen: ‘Wat moet je nou met dat shirt?’ Nou, daar wist Harmen wel antwoord op: ‘Dat betekent Harmen van Voren’. Geweldig toch? Hij heeft het nog lang gedragen, het was gewoon een mooi shirt.”
zei ik tegen Jaap Werkman, de directeur van de christelijke school. Want of het nu slagbal was of trefbal, ze verloren alles. De eerste voetbalwedstrijdjes met de kids waren een drama. 14-0, 13-0, 12-0, ze verloren altijd met dubbele cijfers.”
Inmiddels is Dicky Lieman aangeschoven. Ook hij herinnert zich nog goed hoe beroerd het begin jaren zeventig was gesteld met de fysieke vermogens van de Aaster jeugd. “Na onze verhuizing vanuit Landerum gingen die jongens van mij, Jaap en Karel, naar school in Hoorn. Er waren in die tijd maar twee jongetjes op school die een koprol konden maken: Harmen Ament en Jopie Hylkema. Met hun school verloren ze elke sportwedstrijd en werden ze altijd laatste. ‘Dit is toch schandalig?’, zei ik. Toen hebben we op het veld achter de kerk een zandbak gegraven zodat ze konden verspringen.” Hessel knikt: “Het was hier echt bar en boos met de fysieke gesteldheid van de jeugd.” Dicky: “Ik vond het echt niet kunnen. Als het zo doorgaat, gaan mijn jongens naar West,




Hessel en Dicky hebben een missie: de jeugd van Oost fitter en sterker maken. Ze beginnen niet alleen met voetbal, maar ook met gymnastiek. Dicky: “Weet je nog dat we het gymnastieklokaal hebben leeggekocht? De bok, het paard, touwtjes voor het hoogspringen, van die dingen. Arie Buren regelde een keet van Staatsbosbeheer waar we de spullen in konden zetten. En jij hebt een aggregaat gehaald van Dirk Verhagen. Die moest je aanslingeren.” Hessel: “Ja, die konden we lenen. Hij stond op een karretje en had halogeenlampen van 3000 watt. Dat staat tegenwoordig gelijk aan een gloeiende sigaret, en ze stonden maar een één kant van het veld, maar goed, zo konden we ook in het donker trainen.”


Hessel van der Kooij en Bert Hartendorp
Hessel van der Kooij en Bennie Bakker (in het midden)
Bert Hartendorp (met baard)
Dicky gaf het eerste jaar elke woensdagmiddag training. “Ik had op woensdagmiddag de winkel dicht. Dan ging ik naar het veld voor wat gymnastiek en een beetje voetbal. Ik weet nog dat ik in het begin vijf jongetjes op een rij zette, op de hurken. En daar dook ik vervolgens overheen. ‘Eind van het jaar kunnen jullie dat ook’, zei ik.”
Alles werd in het begin gesponsord door Hessel, Dicky en later ook Bennie Bakker. Hessel: “De eerste jaren betaalden we alles zelf, uit eigen zak. Dat deden we gewoon, het interesseerde ons niet. Als er iets moest komen, lapten we ieder een paar honderd gulden en dan was het weer klaar.”
Dicky: “Op een gegeven moment werd er gezegd dat het niet meer zo kon. Iedereen moest zelf zijn shirts kopen, vond men. Daar waren we het eerst helemaal niet mee eens, maar het is uiteindelijk wel gebeurd, want er kwamen steeds meer kinderen bij. Uiteindelijk hadden we wel een man of twintig, en ook de meiden kwamen erbij. Ja, dat ging allemaal door elkaar.”
Dicky zou uiteindelijk ruim 25 jaar training geven. Ook Hessel is in die jaren actief. Hessel: “We hebben er toen best veel energie ingestopt, maar zo ging het gewoon. Nee, er was nooit gedoe. Maar we hadden ook niks, alleen dat grasveldje bij de kerk, met een paar lampjes.” Na een tijdje wordt ook Bert Wemmers erbij betrokken, die een verleden heeft bij Vitesse. Hessel: “Die man was zo enthousiast, echt geweldig.”
Naast het trainen van de jeugd ontstond er op het veld ook al snel de gewoonte om ’s avonds nog even een balletje te trappen. Hessel: “Dat ontwikkelde

zich spontaan. We spraken af dat we na het eten, om een uur of half zeven, met z’n allen gingen voetballen. Heel simpel: wie zin had, die kwam.
Piet Cupido stond dan voor mij in De Groene Weide. Dat is nog heel lang doorgegaan. En een paar keer per jaar, als de Hogere Landbouwschool er was, voetbalden we tegen hen om een krat bier. We hadden maar één doel in die tijd. Aan de andere kant van het veld legden we gewoon twee takken neer en een jas.”
Het voetballen achter de kerk is nog jarenlang doorgegaan, ook nadat er een nieuw, officieel veld kwam aan de westkant van Hoorn. Tommy: “Ik heb nog heel lang op vrijdagavond achter de kerk gevoetbald. Eerst een potje voetballen, daarna snel naar huis om te douchen en aan het werk in De Groene Weide. Dat deden we elke avond in de zomer. Wie kwam, die kwam, en wie niet kwam, die kwam niet. Soms begonnen we met tien man en waren er even later opeens 25. Gewoon even een uurtje lekker voetballen, puur voor de lol.”





‘Hals over kop’
Column Jan Gossen Roos
Op een avond in het voorjaar zaten we als vriendenploeg bij elkaar. De heren vatten het plan op om volgend seizoen in de eilander competitie mee te gaan doen. Ook ik moest als totale voetbal-analfabeet mee gaan doen. ‘Hoofd verzorging’ had men voor mij in petto (waarbij ik me zelfs op een persoonlijke sponsor mocht verheugen die spons en waterzak sponsorde). Ook moest er een naam voor komen, want AVV2 klonk een beetje saai. En dus heb ik - zoals elders in dit boek ook beschreven staat - tegen middernacht mijn ouders wakker gebeld dat er een Aaster naam moest komen. “Man, moet dat nu?”, klonk het aan de andere kant van de lijn. “Ja!” Tien minuten later ging de telefoon… “Halje Trawalje”, klonk het. “Hm, dat klinkt wel aardig, maar wat betekent dat?” “Hals over kop.” “Mooi, dat doen we!”
En zo ben ik lid van AVV geworden en uiteindelijk een tiental jaren verbonden geweest aan AVV2. Hoofdzakelijk als verslaggever voor de clubkrant, verzorger en zelfs een tijdje vlaggenist, maar dit laatste was geen succes. Wat stukjes schrijven betreft was mijn persoonlijke hoogtepunt het herschrijven van het kerstverhaal voor de kerstkrant (met de Volksheld liggende in de spoelbak van de kantine in plaats van de kribbe in de stal) met louter (op dat moment) legendarische AVV’ers hierin fungerend als de hoofdrolspelers.
Voetballend ben ik niet veel verder gekomen dan een hardhollende kuitenschopper. Maar dat maakt niet uit, want AVV is meer dan voetbal. Het is een onderdeel van de Aaster gemeenschap. En samen kregen we in de loop der jaren veel voor elkaar. Vele trainingskampen van Heerenveen, wedstrijden met bekende Nederlanders, oud-profs etc. Wat was het mooi om de Europese oefeninterland tussen Heerenveen en Real Zaragoza op de Ousedôbe te organiseren. Geweldig om met elkaar dit voor elkaar te krijgen!
En ook nu nog is het mooi om te zien hoe het grootste gedeelte van de Aaster jeugd zich regelmatig naar de Ousedôbe begeeft om daar samen in een van de vele jeugdteams met elkaar een balletje te trappen.
Zo zie je maar: AVV gaat nooit verloren, het is een club met een kloppend hart. Zelfs na 50 jaar blijft ze zichzelf verjongen.



Op zoek naar een echt voetbalveld
Tijd voor een echte vereniging

Na een paar jaar wordt het voetballen achter de kerk serieuzer en ontstaat er naast het jeugdvoetbal ook een volwassenelftal. Het is duidelijk: het wordt tijd om een ‘echte’ vereniging op te richten. Op 3 september 1975 is het zo ver. Daar gaat een eerste bespreking bij Bouke Boomstra aan vooraf, zo lezen we in het eerste AVV-clubblad van november 1976. Tijdens deze bespreking wordt een voorlopig bestuur gevormd dat bestaat uit Dicky Lieman (voorzitter), Bennie Bakker (secretaris) en Hessel van der Kooij (penningmeester). Het eerste streven is om zoveel mogelijk leden en donateurs te werven. Op die manier kan er naar de gemeente toe worden aangetoond dat er duidelijk behoefte is aan een echte vereniging en een echt voetbalveld.


De oproep is zeer succesvol: drie weken na deze eerste bespreking zijn er 23 jeugdleden, 40 seniorleden en 42 donateurs. En één dag voor de oprichtingsvergadering, die op 3 september 1975 plaatsvindt, zijn er al 31 jeugdleden, 45 seniorleden en 55 donateurs.
Na deze officiële oprichtingsvergadering bestaat het bestuur uit:
Voorzitter: Dicky Lieman
Secretaris: Bennie Bakker
Penningmeester: Jan Kleyn
Vicevoorzitter: Bert Hartendorp
Tweede secretaris: Jort Roos
Tweede penningmeester: Corrèl de Boer
Lid: Hessel van der Kooij
De jaarlijkse contributie wordt bepaald op 10 gulden voor pupillen en junioren, 15 voor senioren, en 5 voor donateurs.
De nieuwe vereniging geeft al meteen een krantje uit met een geel omslag en getypte en gestencilde bladen. De redactie van de eerste editie bestaat uit
Bennie Bakker en Willem A. Roos. Het typewerk wordt gedaan door Bert Hartendorp, het drukwerk door Bouke Boomstra en de tekeningen zijn van Vroukje Swaving-Dijkstra. In latere jaren nemen Hessel en Lida van der Kooij het over. Hessel: “Lida deed het typewerk en ik was aan het stencilen. Ik had een stencilmachine die je met de hand moest bedienen, dat heb ik jaren gedaan. Het typen was best luxe voor die tijd: we hadden een elektrische Olivetti, een typemachine met zo’n bol. Vier jaar later heb ik kleine pers gekocht.” Lachend: “Ja, dat was dus Drukkerij Van der Kooij.”
Het trainen achter de kerk en het hebben van een ‘echte’ vereniging werpt bij de jeugd al snel zijn vruchten af. Tommy: “In de eerste jaren waren we eigenlijk altijd kansloos, ook met schoolvoetbal. Maar op een gegeven moment begon dat te kantelen. Toen vormden we bij schoolvoetbal met de christelijke en openbare school samen Hoorn United. Eerst verloren we van de Margrietschool steevast met 10-0. Op een gegeven moment werd het wat gelijker, tot we gewoon gingen winnen. We kregen met Jurjen Ament, Sil Bakker, Berthil Gruppen en Bouke Beckers een sterke lichting. Dat was echt een goed elftal, waarmee we gewoon konden winnen.”



Het veld achter de kerk voldeed prima zo lang er vrijblijvend werd gevoetbald. Maar als er sprake is van het oprichten van een ‘echte’ voetbalvereniging, moet er worden gekeken naar een nieuwe locatie voor een voetbalveld. Het veld achter de kerk is niet groot genoeg om een ‘echt’ veld in te richten. Bovendien is het nogal hobbelig, loopt er in het midden een greppel en ligt het, met een kerk ernaast, niet handig. Er zijn immers ook begrafenissen, en op zondagochtend is er een kerkdienst. Hessel: “Het veld was van de familie
Roggen. Sil Ruige, oftewel Witte Sil, huurde de ene helft van het veld en de gemeente de andere helft. Vandaar die greppel in het midden, dat was de scheidslijn. Witte Sil was zelf ook een goede voetballer geweest en vond het leuk wat wij daar deden, dus die liet dat allemaal zijn gang gaan. Maar toen we een officieel veld nodig hadden, werd het een ander verhaal. Dat kon daar nou eenmaal niet, en mocht ook niet van de gemeente.”
Dicky Lieman weet een oplossing: aan de oostkant van Camping Dambrink ligt een prima grasveld. Het veld is van Tante Doortje, en hij gaat tussen de middag, wanneer zijn winkel dicht is, gewoon maar een keertje met haar praten. “Dat vond ze prima, dus zo zijn we aan dat veld gekomen.”
Uiteraard moet het nog wel officieel geregeld worden met de gemeente. Nog voor de officiële oprichtingsvergadering wordt er dan ook een brief naar de gemeente en naar de Sportraad gestuurd om te informeren naar de mogelijkheden voor een nieuw veld op die plek. De gemeente reageert met de mededeling dat ze al aan het onderhandelen zijn met de eigenaresse van het stuk land. Het zal echter nog tot februari 1977 duren voordat de gemeente besluit dat er ten oosten van Hoorn een sportveld komt. De eerste ‘echte’ wedstrijden van de nieuwe vereniging worden dan ook, dankzij de medewerking van het toenmalige Quick, in Midsland gespeeld.
Er is echter wel een klein probleem met het nieuwe veld: het is niet vlak. Hessel: “Het liep van noord naar zuid allemachtig af. Er zat wel anderhalve meter verschil in. Dirk Hoekstra heeft toen bijna

een meter van de noordkant afgeschraapt; zo is dat verschil teruggebracht. Maar het is nu nog steeds zo. Je hebt het niet in de gaten, maar het is aan de noordkant 70 centimeter hoger dan aan de zuidkant. Daarom is het aan de noordkant ook zo schraal. Je voetbalt om de noord nog steeds omhoog. Het trainingsveld aan de zuidkant is inmiddels opgehoogd, want toen we begonnen liep het daar nog naar beneden en was het achter het doel altijd zeiknat.” Het veld voldeed ook maar net aan de minimale maten. “Dat kun je aan de westkant goed zien. Als je om het hekje heen gaat, heb je nog geen twee meter over. Maar goed, het was het enige stuk land waar een officieel voetbalveld op kon.”
De naam van het nieuwe veld is overigens bedacht door Siertje van Arend Mier. Dicky: “In het AVVkrantje werd een prijsvraag uitgeschreven voor de naam van het nieuwe sportveld. Zij bedacht toen ‘Ousedôbe’.
Uit clubblad no. 2 - december 1976:
Op maandag 12 december kwam in de raadsvergadering het sportveld in Hoorn aan de orde. H. van der Kooij en D. Lieman waren de vertegenwoordigers van AVV op deze vergadering. Helaas was de vergadering te vroeg begonnen, zodat het agendapunt waar onze mensen voor gekomen waren reeds behandeld was. Desondanks toch een verslag. Iets definitiefs kon helaas niet beslist worden, aangezien er met de heer Vis nog over schadevergoeding gesproken moet worden. De burgemeester heeft toegezegd om persoonlijk met de heer Vis te gaan praten. Alle fracties waren van mening dat de schadevergoeding geen probleem mocht zijn. Er is tenslotte grote behoefte aan een sportveld. Iedereen wil graag een oplossing en we hebben er ook alle vertrouwen in dat niet lang op zich zal laten wachten. In het volgende nummer hopen we dat de definitieve beslissing reeds gevallen is.


De bouw van het clubgebouw (1979-1980)
“Voor dat bedrag zetten wij
Begin februari 1977 werd er in de gemeenteraad van Terschelling besloten dat in Hoorn een voetbalveld zou komen. Toen eenmaal met de aanleg van het veld was begonnen, klopte AVV in 1978 opnieuw bij de gemeente aan, dit keer voor een clubgebouw.
De gemeenteraad had dit voorzien en stelde 100.000 gulden ter beschikking. Het toenmalige AVV-bestuur trok de stoute schoenen aan en stelde: “Voor dat bedrag zetten wij het gebouw er zelf wel neer.” Dit hield echter wel in dat er een grote mate van zelfwerkzaamheid zou worden vereist.

Velen fronsten de wenkbrauwen en dachten er het hunne van.






het gebouw er zelf wel neer”

In de Aaster AVV-gemeenschap bleek dit echter geen enkel probleem te zijn.
Dankzij de enthousiaste hulp van vele
Aasters, dit alles onder het wakend oog van bouwmeester Dirk Cupido, kon er begonnen worden met de bouw.
Ondertussen werd er natuurlijk ook al gevoetbald, waarbij de teams zich moesten verkleden in twee bouwketen.
Voortgang van de bouw
Ondanks allerlei geruchten is het AVV-bestuur bijzonder tevreden over de voortgang van de bouw van het clubgebouw. Dit betreft zowel de financiële gang van zaken als wel de zelfwerkzaamheid van onze leden.

Door het vele werk dat de leden verricht hebben, hebben we tot nog toe van de begrote loonpost van 16.000 gulden nog maar 1.800 gulden hoeven te gebruiken.
Wanneer dit zo doorgaat kunnen we een groot gedeelte van deze 16.000 gulden gebruiken voor materiaal om het gebouw mooier, degelijker en beter te maken (dakgoten, vloertegels, etc.). Dit alles wordt mede mogelijk gemaakt door de goede medewerking van Jaap Bos. Een trouwe ‘kerngroep’
van leden onder aanvoering van Dirk Cupido heeft ervoor gezorgd dat de bouw sneller gaat dan wie ook had durven denken. We hopen dan ook dat de dakplaten snel komen, zodat de kroon op het werk gezet kan worden.
Maar we hopen vooral dat Dirk Cupido tijdig hersteld zal zijn van het ‘bedrijfsongeval’ om het pannenbier mee te kunnen maken. Alle werkers van jong tot oud tot nu toe hartstikke bedankt!
Het bestuur
Op 29 december 1979 konden de pannen al op het dak worden gelegd. Als beloning was er voor de pannenleggers ‘warme tsjettel’ van Hessel en waren er appelflappen van Ans Ament en Ans Vis. Dit alles onder de vrolijke klanken van speelman Anne Abma. En op 6 september 1980 was het zover: het nieuwe clubgebouw kon worden geopend!




AVV bestaat nu vijf jaar
Maar daarvoor zijn wij hier niet bij elkaar
Ze begonnen met een kleine ploeg
Maar 11 is ook al genoeg
Dapper zijn ze doorgegaan
Zo kwamen er steeds meer op het veld te staan
Het kleine veld werd ras te klein
Een groter veld zou mooier zijn
Maar dat kost zoveel geld
En op betalen is geen één gesteld
Toen is het bestuur naar West gegaan
Afdeling sportzaken liet hen niet in de kou staan
Het veld heeft de gemeente veel moeite gekost
Maar na verloop van tijd was dat ook opgelost
Met de aanleg ervan werd begonnen

En AVV had ondertussen een nieuwe wens verzonnen
Er moest nog een clubhuis bij
Waarin kantine, wc 's en douches op een rij
Opnieuw de stoute schoenen aan
En richting gemeente gegaan
Sportzaken trok een bedenkelijk gezicht
Weer werd een aanval op de kas gericht
Eindelijk kwam dat ook weer voor elkaar
Ze kregen een zak met geld echt waar
Nu stond het bestuur voor het blok
Want nu moest er komen het voetbalhok
Het werk te laten doen was veel te duur
Dan kwam er alleen een houten schuur
Daarmee was men niet tevree
Dus met vrijwilligers in zee
Hier en daar om hulp vragen
En ze hadden niet te klagen
Met man en macht de rug eronder
Het ging als een jas het was een wonder
Jong en oud zette zich ervoor in
Zo kwam het klaar naar ieders zin
Over de hulp van gemeenten en voetbalbond
valt ook te roemen
En willen daarom de hoofd afgevaardigden
als eresupporters benoemen

Een keten en een supportershoed als geschenk
Met nog snel een losse wenk
Want van de kas is de bodem in zicht
Maar het terrein is nog niet verlicht
We wachten als oosters wel met geduld
Misschien komt de hoed nog eens een retour met poen gevuld
Al met al genomen
Is alles prachtig voor elkaar gekomen
AVV ga zo de komende jaren door de club zit nu op het goede spoor
Een jaar aan de competitie meegedaan
En jullie kwamen op het erepodium te staan
Ook al gaat het eens niet voor de wind
Blijf met elkaar sportief gezind
Gelezen te Hoorn, zaterdag 6 september 1980




Heren met hoge hoeden
Bij de opening van het clubgebouw op zaterdag 6 september 1980 nam de voorzitter van AVV, Piet Noordenbos, als eerste het woord.
“Hopelijk begrijpen jullie dat het een onmogelijke taak is om iedereen persoonlijk te bedanken die hieraan heeft meegewerkt. Zovelen hebben op de een of andere manier geholpen, dat ik onherroepelijk namen zou vergeten wanneer ik ook maar zou proberen die op te sommen. We hebben echter wel gemeend om een bouwer naar voren te moeten halen, om op die manier jullie allemaal te kunnen bedanken.
Daarvoor hebben we de oudste ‘bouwmeester’ uitgekozen, te weten Dirk Cupido. Wanneer ik nu Dirk Cupido bedank, dan bedank ik in zijn persoon iedereen, en dan ook werkelijk iedereen, die op de een of andere manier heeft meegeholpen aan dit gebouw. Als ik dus zeg: ‘Dirk Cupido, bedankt!’, dan zeg ik eigenlijk: ‘Iedereen, werkelijk iedereen, hartstikke bedankt!’ Ik zou nu Dirk Cupido willen verzoeken de naam van het sportveld te onthullen.”
De naam die tevoorschijn kwam was ‘Ousedôbe’ (oftewel: drinkplaats voor ossen, zoals elders in dit boek helder wordt uitgelegd door Richard van der Veen). Daarna was het aan burgemeester Van Blommestein om het clubgebouw officieel te openen en AVV te feliciteren met het nieuwe
clubgebouw. Dat deed ook de heer Ane van der Werf, voorzitter van de Friese voetbalbond. Beide heren hadden een hoge AVV-hoed gekregen, en de heer Van der Werf ging spontaan met de hoed rond.
Op deze manier kwam er het prachtige bedrag van 452,60 gulden binnen voor de vereniging.
Met een bezichtiging en een hapje en een drankje was het nog lang gezellig, zeker voor degenen die hierna nog een bezoekje aan De Groene Weide brachten.






De uitbreiding (2008-2009)
“Hoe
meer tegenwerking, des te harder een Aaster bijt.”
Jarenlang is AVV bezig geweest met allerlei plannen ter uitbreiding van het clubgebouw. De toenmalige voorzitter Jan Willem Zeilstra schreef hierover in het clubblad: “Het was geen gemakkelijke weg, soms zat het behoorlijk tegen.
Verschillende partijen zagen het liefst AVV de handdoek in de ring gooien. Hier denk ik met name aan de fusiebesprekingen en de ontwikkeling en realisatie van het sportcomplex in Midsland. De gemeente wilde ons daarbij onderbrengen en niet meer investeren in ons prachtige clubje. Echter: hoe meer tegenwerking, des te harder een Aaster bijt.”
Dankzij de grote inzet van veel bedrijven en vrijwilligers werd de aanbouw gerealiseerd, met o.a. een bestuurskamer en een keuken. Onder leiding van bouwmeester Maarten Buren, als waardige opvolger van Dirk Cupido, kwam dit alles tot stand. Hij schreef daarover zelf het volgende in het clubblad:



Verslag over de bouw
Er zijn sinds 18 oktober 22 personen hard aan het werk gegaan op de Ousedôbe om een begin te maken met de aanbouw. Er volgden nog vele vrijwilligers na hen, en na een half jaar bouwen, opruimen, schilderen en schoonmaken konden we een fantastisch aantal van meer dan tachtig personen tellen. Het waren niet alleen mensen van AVV, maar ook vaklui van buiten die bereid waren ons een handje te helpen. Gedurende de hele bouw was er een sterk kader van ongeveer twintig personen aanwezig die ontzettend veel gedaan hebben. Ik wil ze niet allemaal bij naam noemen en bedanken, want als ik zeg “Johan, Samme, Gerard en Japie, ontzettend bedankt!”, dan staan morgen Jan, Albert, diverse bestuursleden of anderen die veel gedaan hebben kwaad bij mij op de stoep. Jullie moeten het dus maar doen met de dvd die gemaakt is en binnenkort te koop zal zijn. Daar staan alle vrijwilligers en sponsoren op vermeld. Dat het mooi is geworden en dat het snel ging, dat wisten jullie wel. Maar dat Gerard Lodder bijna verongelukt is, wisten velen van jullie niet. Een keer begaf een tree van de trap naar de zolder het, met een grote klap tot gevolg. Hierna volgde een doodse stilte. Alle aanwezige personen snelden naar het ballenhok. O nee, daar ligt de gele bouwhelm! Gelukkig stond uitvoerder Gerard om het hoekje een beetje verdwaasd te kijken nadat hij naar beneden was geraasd. Een andere bijna Tweetee-ervaring beleefde hij toen hij de afvalverbrandingsoven wilde opstoken met een jerrycan Aspen-benzine. Dat liep nog redelijk goed af, ondanks grote zweetdruppels onder de bouwhelm en het feit dat zijn grote baard ineens was verdwenen. Het was helaas niet alleen Gerard die wat is overkomen. Zo zou Cedric een waterleiding doorflexen. Hij schrok er zo van dat er water uitkwam (gek hè?) dat hij zichzelf In de vinger flexte. Hij is van schrik maar op het strand gaan werken. En nu maar hopen dat het geen hoogwater wordt.
Om het lied ‘Bloed, zweet en tranen’ van André Hazes compleet te maken hebben we nog een anekdote die gaat over Wim Reinigert. Hij bezorgde ons tranen van het lachen toen hij zijn vrachtauto behendig over de rijplaten en langs de Landerummerkooi had geloodst, en ruim een uur onderweg was geweest om deze op te halen. De vrachtwagen was nodig om de restanten bouwmateriaal van het dak terug te brengen naar de loods van Jaap Bos op het Bedrijventerrein. Aangekomen op de Ousedôbe opende hij de klep. Toen kwam de vraag van Tjeb: “Wat moet hierin?” “Die dakplaten, natuurlijk”, antwoordde Wim. Wat bleek? Wim had een aantal dagen ervoor zijn personeel de opdracht gegeven om alle koelingen en vriezers tijdelijk in de vrachtwagen op te slaan.
Natuurlijk is er nog veel meer te vertellen maar dan verkopen we geen dvd’s meer, dus laat ik het hier maar bij. Zonder de genoemde vrijwilligers en de mooie, gezellige en spontane momenten kun je zoiets niet mogelijk maken, en zonder sponsoren wordt het ook erg lastig. Vanuit de bouwcommissie wil ik iedereen bedanken die heeft aangeboden om te helpen, maar nog meer wil ik diegenen bedanken die daadwerkelijk ook echt een steentje hebben bijgedragen.
Maarten Buren
PS: En houd de winter van 2012/2013 vrij voor de bouw van de tribune!











AVV Meer dan voetbal



De Ousedôbe: Drinkplaats voor mens en dier


Door Richard van der Veen
Al eeuwenlang kent Oost-Terschelling langs de dijk laad- en losplaatsen voor beurtschepen over het wad. Zo zijn er de Middel bij Kinnum, ’t Hoekje van Stryp, de Oude Dijk bij Lies én de Uithoek - zuidoostelijk van de Dwarsdijk. Op deze laatste plek zet al vanaf de Middeleeuwen alles wat loeit, hinnikt, knort, blaat of mekkert hun eerste stappen op Terschelling. Maar, en dat is nou weer jammer, hun dorst kan daar niet gelest worden. Daarvoor moeten de beesten eerst nog ‘even’ door naar de Ousedôbe ten oosten van Hoorn. Die drinkplaats mag dan vanouds in het bijzonder voor ossen bedoeld zijn, al het andere aangevoerde vee kan er ook rustig bijkomen van de vermoeiende overtocht. Andersom geldt hetzelfde, de ossen en alle andere beesten die naar de wal moeten, kunnen hier hun laatste slokken nemen voor ze aan hun zeereis beginnen.
De Friezen schijnen zich hier, volgens Cees Roggen, in een grijs verleden al verzameld te hebben om deel te nemen aan de jaarlijkse


Ook na bijvoorbeeld een warme rijtoer met huifwagens in vroeger tijden kunnen de paarden zich tegoed doen bij de Ousedôbe. Een goede plek voor dier én mens.
Sint-Jansprocessie. En recenter, tijdens zo’n op’e riid van weleer gebeurt het vaak genoeg dat iedereen bij de dôbe uit de wagens stapt en onder begeleiding van trekharmonica’s en violen aan het dansen slaat. Op zo’n gezellige gelegenheid steekt eens de dochter van dominee Henrikus Domna (die hier van 1731-1769 op de preekstoel heeft gestaan) haar hand in het water van de dôbe. Op hetzelfde moment glijdt de gouden ring van haar vinger en zinkt in het donkere water van de Ousedôbe naar de diepte. Alle pogingen om het kostbare sieraad weer boven water te krijgen mislukken en uiteindelijk moet de ontroostbare dame - zonder ring - teruggeleid worden naar haar wagen. Het is voor haar een op’e riid geworden om nooit meer te vergeten…
De drinkplaats heeft zich inmiddels verplaatst naar de kantine - meer voor een mens dan voor een os. Van een echte dôbe is geen sprake meer.
Maar in een regenrijke tijd weet iedereen (zowel op het voetbalveld als bij de naastgelegen hondenschool) dat het land niet voor niets de naam Ousedôbe gekregen heeft. En… ergens onder die natte grasmat moet zich dus nog een klein kapitaal bevinden. Wie weet, komt het eens met een beste trap, waarbij de kluiten grasmat om de oren vliegen, voor het licht…


Ol eauwenlang ha jim op Schyljelôn onder dyk plakken om te laden in te lossen for de beurtschippen oer de waad. So binne d’r de Middel bi Kinnum, ‘t Hoekje fon Stryp, de Ôde Dyk bi Lies ín de Úthoek ‘ súdoastelik fon de Dwesdyk. Op dut lêstnoemde plak set ol fonoof de Middeleauwen olles wot ôlet, neit, knôret of blêrt har easte stappen op Schyljelôn. Mar, in dot is noe wer spitig, bêne konne se dèr net. Dèfor motte de beesten east nog ‘effentsjys’ trog nei de Ousedôbe be-asen Hôane. Di dôbe mei don fon’ôds yn’t bisonder for ousen bedoeld wêze, ol et oare oanfoerde fee kon d’r ik rêstig bikomme fon de swiere oertocht. Oasom-om jildt etselde, de ousen in olle oare besen di nei de wol motte, klokje der har lêste dôbewetter nei binnen for se oan har seereis beginne. Ik konne froeger, sees mar nei un wareme op’e riid, de hos bêne bi de Ousedôbe. Un goed plak for beesten in minsken. De Friezen schine hir - neffens Cees Roggen - heel lang felyn ol bi mekorm te kommen om mei te dwaan oan de jierlikse Syntsjon-prosessi. In mear nei uus tiid,

mei so’n goeie ôde op’e riid hat et faak genoog wên dot iderien bi de dôbe út de weinen komd is for’e fioel in hamoanika. Op so’n gesellige oangelegenthyd stekt un kear de dochter fon domeni Henrikus Domna (di hir fon 1731-1769 preiket hat) har hôn yn et wetter fon de dôbe.
Op etselde eagenblik gliidt de gouwen ring fon har finger in sinkt yn et tsjústere wetter fon de Ousedôbe nei de jipte. Ho se ik probearet ha, jo krie et joere pronkding net wer boppen wetter in úteinlik ha se et disperate mins - sonder ring – werombringe motten nei har wein. Et wodt for har un op’e riid di se har oltyd heuge sol. De toast weinomme is yntusken fe’set nei de kontine - mear for de mins as for de ouse. Un echte dôbe is der net mear. Mar as et braaf reind hat wit iderien (sowol op et foetbolfjild as bi de hoengeschoel be-asen d’ rfon) dot et lôn net for niks de naam Ousedôbe krigget hat. In ergens onder de wiete sêden mot dus nog un lyts kaptaal leze. Wae wit, komt di nog ris mei un bêste haal, wèbi de kluten ges jim om de earen fjo, for et jecht.



Column Peter Prins
Saamhorigheid
Als ik terugdenk aan ‘mijn periode’ bij AVV is het eerste wat mij te binnen schiet ‘gezelligheid en saamhorigheid’ op de vrijdagavond. Op die trainingsavonden werden alle eilander nieuwtjes met elkaar gedeeld. In die periode waren er twee (en kort zelfs drie) seniorenteams, waaronder Halje Trawalje, die in de Eilander competitie meespeelden om het kampioenschap.
Begin jaren ‘90 was er geen jeugdvoetbal om Aast. Op initiatief van Bianca Jongsma hebben meester Bert (Hartendorp) en ik de kinderen van de hoogste basisschoolgroepen ‘verplicht’ om op twee middagen in de week een half uurtje eerder dan normaal vanuit school naar het voetbalveld te gaan. Na een week of vier konden de kinderen kiezen of ze wilden blijven voetballen of niet. Als ik nu hoor hoeveel jeugdteams er zijn, is dat toch een mooie actie geweest.
In die periode begonnen ook de trainingskampen van o.a. Heracles, Cambuur en vooral SC Heerenveen weer, iets wat Piet Noordenbos ooit had opgezet in de beginjaren van AVV. Er werd dan voor de jeugd altijd een clinic gegeven door de trainers en spelers van de verschillende profclubs, en de senioren van AVV en SCT mochten ieder een helft tegen de profclub ‘spartelen’. De enige Europese oefenwedstrijd ooit op een Waddeneiland gespeeld was de wedstrijd van SC Heerenveen tegen Real Zaragoza. Enkele honderden toeschouwers stonden langs de rand van het veld, de teams konden zich omkleden in de gymzaal bij de Stoek en er was enorm veel support van bijna het hele eiland. Die support is ook iets wat kenmerkend was (en is?) voor AVV. Iedereen droeg vrijwillig bij aan deze gemeenschapszin, omdat iedereen verstand heeft van voetbal.
Iets wat tijdens mijn voorzitterschap telkens speelde, was dat de gemeente vond dat alle voetbal op Midsland moest gaan plaatsvinden. Daar hebben we ons met hand en tand tegen verzet en ik hoop dan ook van harte dat dit zo zal blijven, want AVV hoort om Aast!
Jeugdvoetbal door de jaren heen
“ We kozen stoere namen: de Killers, de Giants en de Rabbits”
Momenteel is het Jeugdvoetbal bij AVV springlevend. Er zijn teams voor de jeugd in alle leeftijden, inclusief trainers en elftalleiders, en op zaterdagochtend en -middag is het een drukte van belang op de Ousedôbe. Er wordt met veel plezier en inzet gevoetbald en de sfeer is vrolijk en enthousiast.

Boven van links naar rechts: Niels Drost, Sil Doeksen, Arjan van Dijk, Jasper de Bos, Daan van Zandwijk, Jodi Kuipers (achter Daan), Hessel Hek, Cedric Hartendorp, Bas van Zandwijk, Maarten Buren, Richard Zeelen, Gerard Cupido Onder van links naar rechts: Willem Hendrik Ruijg, Remco Bakker, Jan en Bianca, Diana Hoekstra.


Dat is niet altijd zo geweest. Het AVV-jeugdvoetbal heeft door de jaren heen heel wat golfbewegingen gekend waarbij er periodes waren dat er vrijwel geen jeugd meer aan het voetballen was om Oost. We spreken Jan en Bianca Jongsma, die 25 jaar lang veel voor het jeugdvoetbal hebben gedaan en diverse keren het jeugdvoetbal weer nieuw leven hebben ingeblazen.
En dat begon al eind jaren tachtig, toen Jan Jongsma naar het eiland kwam. “In mijn eerste jaar ben ik eigenlijk direct jeugdtraining gaan geven, want dat stelde toen niet veel meer voor.”
Het betekent dat er al snel een leuk jeugdelftal komt, met fanatieke jonge voetballertjes.
Bianca: “Dat was een team dat Jan trainde op woensdagmiddag. Dat ging heel mooi, dus mochten ze na een paar jaar meedoen met eilander wedstrijdjes, maar dan moesten we ons wel gedragen, zei Willem Heere. Willem regelde dat allemaal in die tijd. De andere teams hadden namen zoals de Kramsvogels, de Meeuwen, de Stormvogels, dat soort namen. Dat vonden die jongens niks natuurlijk. Dus bedachten we stoere namen: de Killers van Aest, de Aester Giants en de Aester Rabbits.” Jan: “De shirts kregen we van Willem Mier. Voorop stonden die stoere namen, achterop Supermier.” Bianca: “Willem Heere vond het maar niets, de Killers en de Giants” Lachend: “Maar ja, toen waren de shirts al bedrukt.” Jan: “Willem heeft destijds veel gedaan voor het jeugdvoetbal. Hij regelde van alles: hij organiseerde
Killers van Aest

Boven, vlnr:
Arjen Fries, Gerard Cupido, Daan van Zandwijk, Cedric Hartendorp, Hessel Hek, Diana Hoekstra, Marije Bruinenberg, Arjan van Dijk, Niels Drost
naast een competitie ook toernooitjes en verstuurde regelmatig nieuwsbrieven.”
Bianca en Jan namen de jongens meestal zelf mee naar West. Bianca: “Ik had een Renaultje 5. Daar gingen met gemak zeven, acht kinderen in, een paar achter in de kofferbak. We reden dan naar West via allemaal binnenweggetjes. Door de polder, door het bos, het maakte niet uit hoeveel blubber er was. Dan moesten ze raden waar we waren, en niemand die een idee had natuurlijk.” Jan: “Ja, dat
Onder, vlnr: Sil Doeksen, Jasper de Bos, Remco Bakker, Willem Hendrik Ruijg, Bart van Zandwijk, Jan Wietse de Boer, Bas van Zandwijk, Richard Zeelen

was klucht, als we naar die wedstrijdjes gingen. Bianca en ik met de Renault en de Peugeot, twee van die kleine autootjes, propvol met de kinderen, en wij naar West.”
Hoe goed de band is, blijkt wel wanneer Jan en Bianca trouwen in 1991. Er gaat dan een platte kar mee naar West ‘volgeladen’ met AVV-jeugd. “Dat was superleuk”, zegt Bianca. “Wij gingen met de auto richting het gemeentehuis en we reden die platte kar achterop. Jan was trainer
van die jongens en ik was begeleider. Tijdens de trouwceremonie zaten ze in een hoek van de zaal met al die AVV-shirtjes. Jodi Kuipers, die ook heel actief was bij de jeugd, had geregeld dat ze die middag vrij kregen van school.”
In die jaren wordt er een samenwerking opgestart met Sportclub Terschelling en komt er een gezamenlijk team dat aan de wal gaat voetballen. “Het betekende dat de beste voetballers van beide clubs samen een elftal vormden dat aan de wal ging voetballen”, vertelt Jan. “AVV en Sportclub Terschelling waren de financiële pijlers. Het walvoetbal heette Terschelling ’89 en dat ging de eerste jaren eigenlijk best goed. Zo hebben we, toen het team promoveerde, een allemachtig feest gehad bij Hessel. Daar kwamen ook badgasten, en die wisten niet wat ze overkwam, want alles was gratis. Ja, dat was een mooi en een goed elftal, een echte mix van AVV’ers en Sportclub. Steven Wiegman was toen de coach en Bert Hartendorp de trainer.” Helaas loopt de samenwerking uiteindelijk toch spaak. “Dat kwam doordat met name de mensen die niet voetbalden besloten dat het anders moest”, stelt Jan. “Iedereen moest maar lid worden van Sportclub Terschelling, dat was eigenlijk de tendens.” Bianca: “De wedstrijden werden om en om in Midsland en bij ons gespeeld, maar op een gegeven moment moesten we allemaal in Midsland spelen. Terwijl het om Oost veel leuker en gezelliger was, in Midsland was het toen nog een kale boel.”
Bianca herinnert zich een cruciaal moment in het bestaan van AVV. “Na vijf jaar Terschelling ’89 was er in 1994 een vergadering. In die vergadering moest beslist worden dat alles één vereniging zou worden. Dat betekende dat alles Sportclub werd. Het betekende het einde van de samenwerking en het einde van AVV. Ik ben in de kantine gaan zitten met nog iemand en we zijn mensen gaan bellen: ‘Er is een hele belangrijke vergadering waarin ze AVV willen opdoeken. Je moet er heen om te stemmen!’ We hebben een bus geregeld en zijn met vijftig man die kant opgegaan, op de bres voor AVV. Er waren die avond tien of twintig SCT’ers bij de vergadering, dus waren we ruim in de meerderheid. Zo hebben we AVV kunnen behouden. Je begrijpt: dat was toen definitief het einde van de samenwerking.”
Omdat in die jaren ook de jeugd was samengevoegd, waarbij de trainingen zich steeds meer concentreerden in Midsland en er bij AVV maar weinig fut meer was, had AVV nauwelijk nog eigen jeugd. En dus zetten Jan en Bianca de schouders er maar weer onder. “We zijn begonnen met spelmiddagen”, vertelt Jan. “We nodigden de kinderen van de lagere scholen bij AVV uit om te proberen weer wat jeugd te krijgen. Op woensdagmiddag deden we allerlei leuke voetbalspelletjes.” Bianca: “Dat sloeg heel erg aan. In no-time hadden we twintig, dertig man. Dat deden we niet alleen hoor, daar waren nog meer

mensen bij betrokken, zoals Freek Damstra, Dick Visser en Berend Snijder.”
En ook het basisonderwijs schoot te hulp.
Zo beschrijft Peter Prins, destijds samen met Bert Hartendorp directeur van de twee basisscholen van ’t Jok, in zijn column dat de schoolkinderen twee middagen in de week een half uurtje eerder vrij kregen om te gaan voetballen. Na vier weken konden ze kiezen of ze wilden blijven voetballen of niet. Dat bleek een succesvolle actie te zijn, die heel wat nieuwe jonge leden opleverde.
De leegloop en het weer opstarten heeft zich nog door de jaren heen diverse keren herhaald, en telkens werd de jeugdafdeling weer nieuw leven in geblazen.
En, zoals we al in het begin van dit hoofdstuk schreven: momenteel is de jeugdafdeling - met veel dank aan ouders en andere vrijwilligersgelukkig weer springlevend.
Jeugdvoetbal: van de talenten tot de JO15
“Het
is er gezellig en het is lekker dichtbij”
Kom je op een willekeurige zaterdag op de Ousedôbe, dan zie en hoor je het meteen: daar gebeurt van alles! Er wordt getraind door de allerjongsten, er zijn wedstrijden op kwart, halve en hele velden en met name: er wordt heel veel plezier gemaakt. Want het jeugdvoetbal leeft bij AVV, vanaf de talenten van 5 en 6 jaar tot de bikkels van JO15.
En daar tussenin zitten dan nog de enthousiaste teams van de JO8, JO9, JO11, JO13.

AVV JO8-9, jaargang 2025
Achter: Ferre Winnen
Voor vlnr: Jens Overal, Lieuwe Obendorfer, Kean Bakker

AVV JO8, jaargang 2025
Begeleiders: Roland de Vries en Martie van Hunnen.
Abe Bleekemolen, Lieuwe Obendorfer, Haye de Vries, Johannes Haan, Nine Haarsma, Stella Bolt, Dazzel Bakker, Jesse Pals. Ontbrekend: Clyde Warwouw
Alle teams zijn gemengd en bestaan dus zowel uit jongens als meisjes. Meiden zijn op jonge leeftijd vaak sterker dan jongens en kunnen heel goed meekomen, tot de jongens op een gegeven moment een groeispurt krijgen en de meiden voorbijgaan.
Dan wordt het voor de meisjes natuurlijk al snel minder leuk. Wat dat betreft zou het mooi zijn als AVV weer een damesteam zou hebben, zo verzucht een van de jeugdtrainers. Aan de nieuwe aanwas ligt het niet, want er zijn momenteel genoeg talentvolle meisjes aan het voetballen bij AVV.
De jeugdtrainers zijn het er unaniem over eens: het leuke van training geven aan jeugd is om te zien hoe ze zich ontwikkelen. Van ‘zomaar iets doen’
tot snappen hoe het spelletje werkt en beseffen dat je door te trainen een betere techniek kunt krijgen. Het is leuk om te zien dat je stukjes van de training die door de week wordt gegeven, tijdens een wedstrijd terugziet op het veld. En wat ook belangrijk is: de saamhorigheid onderling.
De kinderen zitten vaak al vanaf de vroegste jeugd bij elkaar in de klas en zijn met elkaar opgegroeid. Zo ontstaat er een echte en hechte vriendengroep,


Samme Overal, Don Lems, Kean Bakker, Abel Hartendorp, Ferre Winnen, Jens Overal, Cedric Hartendorp, Teddie Izeboud, Sophie Terpsta, Selina Pals

lijk toch, omdat je er als team staat en iedereen voor elkaar wil werken.
Op zich is het best bijzonder dat het jeugdvoetbal groeit, terwijl er op de scholen een terugloop is te zien in het aantal leerlingen. Een verklaring zou kunnen zijn dat voetbal tegenwoordig sowieso heel populair is, ook aan de wal, en dat er steeds meer meisjes gaan voetballen. Bovendien is er verder op sportgebied niet zoveel keuze om Oost.

andere kinderen het er met elkaar over hebben wat er in het weekend allemaal is gebeurd op het voetbalveld. Dan denk je al snel: dat wil ik ook.
Zo zijn er voorbeelden genoeg van kinderen die nooit voetbalden, maar door zijn of haar vriendjes over de streep worden getrokken. “Kom bij AVV, want anders zit je je thuis maar te vervelen.”
En eenmaal bij de club blijken ze het hartstikke leuk te vinden. Het schoolvoetbal helpt daar ook bij.
AVV JO9, jaargang 2025


AVV JO10, jaargang 2025
Van links naar rechts:
Milan Ferwerda, Joren Broersma, Remco van Dijk, Nora van ’t Leven, Charlotte van Bruggen,
Evie Obendorfer, Fenna Mast, Phileine Terpstra, Lizanne van der Zijl
Liggend: Jolien de Groot Achterin: coach Chris van Dijk Ontbrekend: Doortje Cupido
Want daar kunnen de AVV-jeugdtrainers de mogelijke talentjes meteen scouten. Gewoon tegen iemand zeggen: “Waarom voetbal je niet? Je doet het hartstikke goed! Komende woensdag kun je komen trainen, zien we je dan?”
Natuurlijk stimuleert de pannakooi bij ’t Jok ook om lekker te gaan voetballen met je vriendjes. En op het oude voetbalveld achter de kerk heeft de gemeente twee kleine doeltjes neergezet. Dus als je zin hebt, kun je in je vrije tijd alle kanten op.
En hoe makkelijk is het om, als je anderen ziet voetballen, gewoon lekker mee te doen?
De jeugdteams voetballen vanaf de JO8 ook aan de wal, zo’n beetje om de week. Het betekent wel vroeg opstaan, want de boot naar Harlingen gaat al om twintig over zeven. Maar dat is nooit een probleem, merken de ouders en de begeleiders. Doordeweeks hebben de meeste kinderen weinig zin om hun bed uit te komen en moet je ze drie keer roepen, maar op zaterdag springen ze hun bed uit en zijn ze meteen wakker.


AVV JO13, jaargang 2024:
Vlnr: Marente Hek, Melle ter Berg, Suzanne Muijskens, Gerard Cupido (trainer/ coach) Gossen Roos, Jilles Roos, Guus ter Berg, Norah van ’t Leven, Jort Scheepstra en Meike van de Riet. Liggend: Boris Cupido en Arjen Ruijg
Alle trainers, coaches en begeleiders zijn het erover eens dat het jeugdvoetbal heel belangrijk is voor de leefbaarheid om Oost. Zonder AVV, en zonder het jeugdvoetbal zou het het een saaie boel zijn. Want met de jeugd komen ook de ouders mee, ook ouders die anders nooit bij het voetbal zouden komen kijken. Het is geweldig om te zien hoe het leeft op zaterdag. Als er meerdere ploegen thuis voetballen, heb je eerst ’s ochtends een rondje wedstrijden, en ‘s middags nog een keer. Sommige kinderen die ’s morgens hebben gespeeld gaan tussen de middag even naar huis en komen daarna weer terug om hun vriendjes, broertjes of zusjes te zien spelen.

En dat geldt ook voor de volwassenen. Niet alleen omdat hun kinderen meedoen, maar ook omdat veel teams prima voetbal laten zien, het zijn dan ook leuke wedstrijden om naar te kijken.
De jeugd is overigens ook goed in het opzetten van acties om fondsen te werven. Zo was de oliebollenactie rond Oud en Nieuw van het afgelopen jaar een groot succes. Zo succesvol zelfs, dat er sprake van is om dat ieder jaar te doen. Zowel de inzet als het resultaat zijn immers supergoed! En dat is niet nieuws, dat is altijd al zo geweest. Neem het tripje van een aantal jaar
AVV Talenten
Op het doel, vlnr: Jette Hartendorp, Dixon Visser, Joël Broersma, Brent Zorgdrager, Alina van Eden, Britt Overal, James Mast.
Voor het doel, vlnr: Ada Kondratev, Nils Visser (geen onderdeel van het team), elftalleider Bram Visser
geleden naar Denemarken, met een begroting van 14.000 euro. Dat hebben de teams destijds gewoon bij elkaar geklust, zodat het AVV niks hoefde te kosten. Iedere speler betaalde zelf 100 euro, en alle overige kosten waren gedekt dankzij een lotenactie, autowassen, etc.
En dan is het nog het sociale aspect. Want ook buiten het voetbal om wordt er voor de jeugd van alles georganiseerd bij AVV. Zo wordt er als afsluiting van het seizoen soms op het strand gevoetbald, of patat gegeten, of worden er pannenkoeken of pizza’s gehaald en opgegeten in de
kantine of op het terras. Het kan ook goed werken wanneer een coach aangeeft: “Als jullie in deze periode eerste worden, komt er een barbecue en een hottub. Maar alleen dan, anders niet!” Soms kan een beetje druk leggen helemaal geen kwaad, toch? Als we een paar jonge voetballers spreken uit de JO8 en JO9 valt meteen op hoeveel plezier ze hebben in het samen sporten. Jens, Ferre, Kean en Lieuwe hebben het erg naar hun zin bij AVV, vertellen ze enthousiast. Soms dromen ze zelfs van voetbal: dat ze een prachtig doelpunt maken bijvoorbeeld, en iedereen hard begint te juichen. Wat ze zo leuk vinden aan voetbal?





De Beloftes
AVV doet trouwens zelf ook aan actieve werving.
Vroeger werden er, als er om Oost gezinsuitbreidingwas, kleine, mooi beschilderde klompjes langsgebracht. Maar dat was best veel werk.
Daarna besloot het bestuur om rompertjes te laten bedrukken met het AVV-logo erop. Alle kinderen die tot ’t Jit geboren worden, krijgen zo’n rompertje.
Het maakt daarbij uiteraard niet uit of het een jongen is of een meisje. Het mooiste is natuurlijk wanneer AVV vervolgens een foto krijgt van de









Voetbalkampen


Begin jaren ‘80 was het een mooie traditie dat er op Nieuwjaarsdag een wedstrijd werd gespeeld tussen AVV en oud-Cambuur. Vanuit dit contact ontstond het idee om eens een toernooi te organiseren tussen de oud-profs van de noordelijke betaalde clubs. Zo gezegd zo gedaan, en dus vond er op 11 en 12 juni 1983 een toernooi plaats met naast AVV als deelnemers de profclubs Groningen, Veendam, Heerenveen en Cambuur.
Het ene initiatief roept het andere op. De gemoedelijke sfeer en het bijzondere samenzijn op het eiland tijdens dit toernooi, vroeg om een vervolg.

Zo ontstond het idee om jaarlijks een meerdaags voetbalkamp voor de jeugd (van 10 tot 16 jaar) van zowel het eiland als de vaste wal te organiseren. Vanuit de contacten van met name Frank Baarveld, Boudie van der Heijden (Cambuur), Henk Hartkamp (Heerenveen) en Azing Griever (Groningen) werden er trainers en spelers gevraagd om hier (zonder betaling) aan mee te werken.
De organisatie op het eiland lag met name bij Piet Noordenbos, met medewerking van Dirk Postmus en de verschillende AVV-commissies. Zij zorgden er o.a. voor dat het veld er prima bij lag en de kantine volop kon draaien. Daarbij werd een oude traditie weer hersteld: het voetballen achter de kerk. In Nol de Ruiter (oud-Cambuur en Utrecht) werd een bevlogen, humorvolle en


Hugo Hovenkamp. Piet Noordenbos en Nol de Ruiter







Door alle contacten, de goede sfeer, de gezelligheid op het eiland en het succes van begin af aan, hebben er veel bekende spelers en trainers meegewerkt zoals Guus Hiddink, Foppe de Haan, Hugo Hovenkamp en Rob Rensenbrink.
De traditionele wedstrijd tussen de proftrainers en AVV halverwege de week, was een bijkomende bijzondere gebeurtenis. De jonge voetballers (ca. 75) en veelal ook de trainers verbleven in de Folkshegeskoalle in Hoorn. Daar heerste onder het bewind van Betze Stienstra een unieke sfeer. Befaamd was het voorlezen van zijn corveelijsten.
Zo kon het maar zo gebeuren dat Michiel Funke en Johan Ferwerda de paden moesten vegen, en dat Sil Bakker, Jurjen Ament, G. Hiddink, E. Koeman en F. de Haan aan de beurt waren om af te wassen.
Dat ging zonder enig aanziens des persoons. Het valt overigens te betwijfelen of Betze wist wie Erwin Koeman was, of Foppe de Haan.
Maar wat was er mooier dan dat de jongens thuis konden vertellen dat ze samen met Guus Hiddink hadden staan afwassen? Geen wonder dat de voetbalkampen zo’n groot succes werden.



“
Drie toptrainers actief betrokken bij AVV
Wat je geeft, krijg je ook terug”

Het is natuurlijk best bijzonder dat een club als AVV momenteel Jan Schulting als hoofdtrainer heeft, met als reservetrainers Gertjan Verbeek en Jan de Jonge.
Hoe komen die voormalige profspelers en huidige toptrainers op Terschelling terecht, en dan nog wel helemaal om Oost?



“Dat was begin jaren tachtig. Al ben ik vroeger ook wel op de Appelhof geweest.” Jan de Jonge, lachend: “Er is dus niets veranderd, want jij bent nu weer geronseld als trainer.” Jan Schulting: “En net als de anderen kwam ik hier later ook op trainingskamp met teams waarvan ik trainer was.”
Alle trainers komen nog steeds regelmatig op Terschelling. Jan Schulting uiteraard als hoofdtrainer van AVV, terwijl Jan de Jonge en Gertjan met plezier de boot nemen als Jan

verhinderd is. Jan de Jonge heeft een vaste plek met zijn caravan bij Jan en Bianca Jongsma op camping ’t Wantij in Oosterend. “Een paar jaar geleden zijn we regelmatig training gaan geven bij AVV”, zegt Jan de Jonge. “Frank was toen voorzitter geworden en met z’n allen hebben we de jeugd wat geïnspireerd, een aantal jeugdtrainers opgeleid en het eerste elftal ondersteund, samen met Hessel Hek.” Gertjan: “Wat ons verbindt, is AVV. Daarom zijn we er een tijdje geleden ook ingestapt als trainers toen Frank ons vroeg of we de club wilden ondersteunen. Want zo’n vereniging als AVV mag eigenlijk niet verloren gaan voor het dorp.” Jan Schulting sluit zich daar helemaal

bij aan. “Met dat gevoel dat Gertjan schetst, daar ben ik ook in meegegaan. Toen Jan de Jonge als trainer naar Libanon ging, belde Frank mij en ben ik tijdelijk hoofdtrainer geworden.”
Gertjan bezocht en bezoekt nog steeds ook privé Terschelling meerdere keren per jaar. “Toen de voetbalkampen gestopt waren, kwam Oerol. We gingen daar ieder jaar naartoe, omdat we als voetbaltrainers altijd in juni vakantie hadden. Dan ging ik vaak met Pieter Bijl en Jan de Jonge. En dat doen we nog steeds als het even kan. Weet je, wat je geeft, krijg je ook terug. Je wordt hier altijd ontzettend gastvrij ontvangen, iedereen probeert het je naar de zin te maken.” Hij voelt
zich dan ook helemaal thuis in Hoorn. “Ook al woon je hier niet, je krijgt het gevoel dat je een onderdeel bent van de gemeenschap. Ik voel mijzelf hier geen buitenstaander, daarom kom ik hier zo graag. Dat heeft natuurlijk ook met de mensen te maken, ik heb het idee dat de mensen het leuk vinden als ik kom. Dat is de reden waarom ik blijf komen: terug naar Terschelling!”



Tess van der Kooij en Nela Fontein zingen het Friese volkslied.


Zo kwam Heerenveen in 2000, 2001, 2005, 2007, 2010, 2012, 2013 en 2016 naar Terschelling. In 2004 reisde Heracles Almelo naar het eiland, in 2006 kwam De Graafschap op bezoek en in 2002 werd er een heuse ‘interland’ georganiseerd tussen Heerenveen en het Spaanse Real Zaragoza. De laatste keer was dus bijna tien jaar geleden, in 2016. Waarom komen er tegenwoordig geen topclubs meer naar Terschelling? Daar kan Maarten Buren kort over zijn: dat komt door de veranderingen in de maatschappij en - vooral - in de regelgeving. “Vroeger was je met de inhoud van het trainingskamp bezig. Toen SC Heerenveen voor de eerste keer naar Terschelling kwam en op zaterdagavond een wedstrijd ging spelen, belde ik de dag ervoor even naar het politiebureau om te vragen of ze ons konden helpen met het regelen van het verkeer. ‘Want we verwachten een hoop drukte.’ Nou, ze zijn helemaal niet geweest, ze vertrouwden het wel. Ze zijn niet eens even om het hoekje komen kijken.”
Tien jaar later kon dat al niet meer. “Toen begon het gedonder. Dan kon je minstens acht keer naar het gemeentehuis komen voor overleg.
Vroeger kende je de mensen op het gemeentehuis goed, en zij kenden jou, daar bouwde je een band mee op. Tegenwoordig heb je te maken met de Veiligheidsregio, waar de mensen het eiland helemaal niet kennen, maar wel met allerlei opmerkingen en veranderingen komen.”
Naast de regelgeving speelt er natuurlijk meer mee. “De eisen van profclubs worden ook steeds hoger, de betaalde clubs willen steeds meer.

Dat alles bij elkaar kost zoveel geld, tijd en energie dat je denkt: laat maar. Ja, best jammer, maar het moet wel leuk blijven.”
Maarten herinnert zich nog dat SC Heerenveen voor de tweede keer naar Terschelling kwam, in 2001. “Toen belden ze in maart op of ze begin juli konden komen. Dat lukte toen niet meer in De Walvisvaarder, waar ze de eerste keer hadden gezeten, maar bij Hotel Boschrijck kon het wel.
In die tijd kon je het in maart, april nog gewoon regelen voor begin juli. Dat lukt tegenwoordig echt niet meer.”
Een van de hoogtepunten uit de geschiedenis van AVV was de wedstrijd tussen SC Heerenveen en het Spaanse Real Zaragoza op zondag 11 augustus 2002. “In die tijd was Peter Prins voorzitter van AVV, en hij bedacht samen met Joop Heida, de toenmalige teammanager van Heerenveen, dat het wel eens leuk zou om hier, op Terschelling, een echte topwedstrijd te organiseren. Dat is toen gelukt via voetbalmakelaar Jeroen Wotte.” Dankzij zijn contacten reisde Real Zaragoza, een profclub uit Spanje, af naar Terschelling. “Zaragoza was al in Nederland, ze maakten een tour door ons land. Dat scheelde natuurlijk in reistijd en reiskosten.”

Net zoals bij de trainingskampen maakte Maarten een begroting die dankzij sponsoring bijna sluitend was. “Ik geloof dat we 5.000 gulden te kort kwamen, maar dat was niet zo’n probleem, we zaten in die periode aardig bij kas.” Bij de overige trainingskampen werd er meestal wel















quitte gespeeld of ze leverden zelfs geld op, zegt Maarten. “Door de sponsoring goed te regelen, was het grootste financiële risico al weggehaald. Met de entreegelden van de wedstrijden erbij kwamen we meestal op een positief resultaat uit.” Zo kwamen op de wedstrijd tegen Real Zaragoza maar liefst zo’n 2.200 man af. “Met Heerenveen hebben we ook een keer 2.000 man gehad. Dat was volgens mij in 2007. Toen speelde Heerenveen gewoon tegen AVV, aangevuld met acteurs die in die tijd bekend waren, zoals Bas Muijs en Sebastiaan Labrie. Die konden trouwens best wel leuk voetballen. En zo trok je ook jeugd van Appelhof.”
Maarten schiet in de lach bij een herinnering aan het bezoek van Real Zaragoza.
“In die tijd lag het veld er niet zo geweldig bij, het was een beetje knollentuin. Aan de noordkant waren er nieuwe zoden ingelegd van twee-en-eenhalf bij één meter. Die zoden waren niet zo goed aangeslagen, bleek toen de trainer en de voorzitter van Zaragoza, begeleid door Douwe Pals, het veld inspecteerden. ‘What is that?’, vroegen ze aan Douwe, wijzend op de graszoden. ‘Well’, antwoordde hij met een ernstig gezicht, ‘last week a very important person died.’ Geen idee of ze het geloofden, maar ze keken toen wel een beetje raar.”
Als belangrijkste reden om zoveel tijd en moeite
in de trainingskampen te steken, noemt Maarten de jeugd. “Het is heel belangrijk om leuke dingen voor de jeugd te organiseren, want zo je houd je ze gemotiveerd. Daarom werd er tijdens zo’n trainingskamp altijd een clinic voor de jeugd georganiseerd.” Natuurlijk ging het er ook om dat AVV zichzelf op de kaart zette, stelt hij. “De media, zowel regionaal als landelijk, vonden het prachtig en besteedden er regelmatig aandacht aan. Zo leverde het mooie reportages op in de
Leeuwarder Courant, de Voetbal International en zelfs in de Panorama.” En dan was er nog een heel belangrijk - bijkomend - voordeel. “Een paar weken voordat zo’n ploeg kwam, hoorde je in de kantine: ‘Jongens, Heerenveen komt eraan, er moet even wat gebeuren.’ Dan werd het gebouw opgeknapt, het terrein aangepakt en zag alles er weer piekfijn uit. Omdat zo’n topclub op bezoek kwam, was iedereen gemotiveerd om aan de slag te gaan. Er waren vaak wel meer dan honderd



Het zorgde dus ook weer voor verbinding om Oost. En natuurlijk voor een goed onderhouden accommodatie.”
Overzicht AVV-voorzitters
Dicky Lieman



Joost Hellevoort paste als interim goed op de winkel

Piet Noordenbos initiatiefnemer van voetbalen trainingskampen
Bert Wemmers AVV’er in hart en nieren








Ad Goede
op alle fronten een harde werker



trainingskampen
Frank Baarveld
zorgde voor meer structuur en vernieuwde (oude) contacten

Jelmer de Groot
loodste AVV door tijden van corona en privatisering






Halje Trawalje Kampioenselftal
Boven, vlnr: Jan Gossen Roos, Arjen Mier, Kristiaan Ferwerda, Eelco Roos, Arjen Dähne, Hoyte Nijenhuis, Douwe Pals, Erwin van der Wal, Jaap Lieman, Jan van der Wal, Hessel Fries, Nel van der Wal, Dicky Lieman, Renske de Haan
Onder, vlnr: Remco Pals, Jort Smit, Tom Terpstra, Albert Ruijg, Arend India, Jodi Kuipers, Ariën Roos

“Het was gewoon een vriendenclub”
Halje Trawalje: klucht, spektakel en ambitie
Het is een roemruchte (en volgens sommigen beruchte) periode in de AVV-geschiedenis die eigenlijk maar zo’n drie jaar geduurd heeft: het vriendenteam Halje Trawalje, oftewel AVV2. De aanleiding voor de oprichting was het simpele feit dat een aantal jonge AVV-spelers, van wie de meesten elkaar al vanaf de lagere school kenden, er geen zin in hadden om op zondag aan de wal te voetballen.
“We zaten als vriendengroep al vaak bij elkaar”, vertelt Jan Gossen Roos (foto rechtsonder), een van de leden van het team. “De helft van ons studeerde aan de wal. Het betekende dat ze op vrijdag naar het eiland kwamen, ’s avonds gingen trainen, en dan op zondagochtend alweer naar de wal moesten voor een uitwedstrijd. Zo bleef er weinig van het weekend over.” Bovendien was Terschelling ’89 net opgericht, waarvoor de beste spelers van Sportclub Terschelling en AVV werden uitverkozen. En daar hoorde niet iedereen van de vriendenclub bij. Daar kwam bij dat het nou net de bedoeling van Terschelling ’89 was dat er aan de wal zou worden gevoetbald. En daar had - zoals gezegd - lang niet iedereen van de vrienden zin in.
En dus werd in het voorjaar van 1992 een nieuw team gevormd, met als uitgangspunt dat iedereen mee kon doen en dat er alleen op het eiland zou worden gevoetbald. Officieel heette het AVV2, maar de vrienden vonden dat er een aparte naam moest komen. “En dat moest snel”, herinnert Jan Gossen zich, “want we moesten ons inschrijven voor de eilander competitie. Het moest wel een Aaster naam zijn, dus belde ik ’s avonds om een uur of half twaalf mijn ouders. ‘Pak het woordenboek maar, want we moeten nu een naam hebben’, zei ik. ‘Moet dan nu?’, was het antwoord, ‘we liggen al op bed!’ Een minuut of tien later belden ze terug. ‘Halje Trawalje’ wat vind je daarvan?’ Het bleek ‘hals over kop’ te betekenen. Dat was een mooie naam, vonden we. Dus zodoende.”
Het beeldmerk van het team was een uil, vertelt Douwe Pals. “Als jongetjes groetten we elkaar altijd al met ‘Oehoe oehoe’. Zo wisten we bij het hutten bouwen in het bos dat het een van ons was.
En dat doen we nu nog steeds, ook al komen we elkaar niet zo vaak meer tegen.” Douwe voetbalde sinds begin jaren tachtig bij AVV. “Het clubje jongens was elk jaar datzelfde: de Liemansjes, Ferwerdaatjes, Ruijgjes en Roosjes. We kwamen


al snel onder de hoede van Freddy Rijkeboer.
Toen al waren er een aantal gewoon beter dan de rest, zoals Sil Bakker en Jaap en Karel Lieman. Die konden ze bij Terschelling ’89 wel gebruiken. Voor de wat mindere voetballers, zoals ik, eindigde het toen min of meer. AVV1 bestond vooral uit ouderen, zoals Rinke en Dirk Mier, Hannes Smit en Willem Bakker. Dat was een vast groepje, daar hoorden wij eigenlijk niet bij.”
Dat speelde allemaal mee toen ze besloten om zelf een team te vormen. Douwe: “Zoals Jan Gossen al zei: dat bedachten we tijdens onze ‘avondjes zitten’. En we, dat waren Arend India, Erwin van der Wal, Eelco en Ariën Roos, Appie Ruijg, Christiaan Ferwerda, Karel Lieman, Jaap Lieman en Arjen Dähne. Dat was het clubje van Freddy, daar speelden wij als junioren mee.”

Jan Gossen: “We hadden een beetje de pee in dat er twee jongens uit het team werden geplukt en dat de anderen maar moesten zien waar ze terechtkwamen. Het was toen best wel een dingetje dat er werd gekozen voor een eilander competitie. Veel mensen vonden dat jammer.”
Douwe: “Als Halje Trawalje waren we eigenlijk gewoon AVV2. Per slot waren wij jongens van de club, aangevuld met een paar van West, inclusief een paar goeie zeevaartschooljongens. Die wilden wel een paar jaar met ons meedoen. Zoals Jan van der Wal, het broertje van Erwin. Hij speelde hoofdklasse en was een hele goede voetballer. Er kwamen ook mensen bij die uit de selectie van het eerste vielen, zoals Tommy Terpstra, Arjen
Mier, Joost Hellevoort en Jodi Kuipers. Voor ons was iedereen gelijk, en iedereen kon meedoen. Iedereen kwam bij ons dus aan spelen toe.”
En wat ook belangrijk was: een beetje spektakel. Douwe: “De eerste wedstrijd wilden we met een helikopter op het veld aankomen, maar dat is helaas niet gelukt.” Al had het nieuwe team bepaald niet te klagen over sponsoring. “We kregen mooie tassen van Flang, dat regelden we allemaal zelf. Nog een belangrijke sponsor was Nel van der Wal, de moeder van Jan en Erwin. Zij had toen de Stormvogel. En niks was gek genoeg.
Zo speelden we het eerste jaar in hetzelfde tenue als Bayern München en Anderlecht, van Adidas, met drie strepen. Dat was destijds de beste sportkleding die je kon bedenken. Uiteraard wel in de AVV-kleuren, altijd zwart-geel.”
Het werd op alle vlakken serieus aangepakt. “Voor een belangrijke wedstrijd hadden we eerst een trainingskamp in de Stormvogel.
Daar gingen we de avond ervoor al naartoe.”
Jan Gossen: “Dan mochten we niet drinken. En geen bezoek van spelersvrouwen.” Douwe: “Ik kan me herinneren dat er iemand via het dakraam uit de slaapkamer moest ontsnappen. Want ja, dat mocht niet.” Het team kreeg er volledige verzorging. “Net alsof wij gasten uit het hotel waren”, zegt Douwe. “Voor de broodmaaltijd hoefden we niets te betalen. En ‘s morgens gingen we met auto’s naar Midsland aan Zee. Trainingspak aan en slippers, en dan een beetje wandelen, zoals het Nederlands elftal.”
Want ja, het team hield wel van een beetje klucht. “We hebben eens met Sinterklaas een belangrijke wedstrijd gespeeld, met Jan Gossen als Sinterklaas en wij als zwarte pietjes. Ook speelden we keer een wedstrijd met allemaal een grote bril op, net zoals Edgar Davids in die tijd. Die haalde Appie Ruijg zo uit de winkel.” Alweer lachend: “Die brillen lagen trouwens een dag later allemaal weer keurig bij Ruijg in het schap om te worden verkocht.”
De mannen gaan zelfs naar het buitenland op trainingskamp. “In 1992 zijn we met Martinair naar de Canarische Eilanden geweest”, vertelt Douwe. “Ik zou eerst niet mee, want mijn moeder was net overleden, maar uiteindelijk zijn we er toch helemaal compleet naartoe gegaan. We maakten daar in een van de cafés al snel contact met een Argentijns elftal dat wel tegen ons wilden voetballen. Nou, dat hebben ze geweten. Dat was me een wedstrijd.” Jan Gossen knikt. “Eerst ging het nogal moeilijk, maar toen waren we nog een beetje beroerd van de avond ervoor. Daarna ging het beter, tot er op een gegeven moment een Maserati kwam aanrijden, met zo’n klein patsertje erin. Die man had in de Argentijnse competitie gespeeld en ging wel even meedoen. Nou hij schoot gelijk, boem, in de kruising.” Daarna waren de
eilanders wakker geschud en begonnen ze beter te voetballen. “Uiteindelijk wonnen we met 12-9, ook al omdat Arend India dat kereltje een zere enkel had bezorgd.”
Ook buiten het veld liet het team van zich horen, vertelt Jan Gossen. “We hebben zelfs een politieke partij gehad bij de gemeenteraadsverkiezingen.”
Douwe: “We fietsten langs al die borden met de PvdA, D66 en CDA erop. ‘Weet je wat?’, zeiden we, ‘wij doen ook mee.’ Toen hebben we posters gemaakt met de kreet: ‘Halje Trawalje, geen woorden maar daden’. We hadden ons helemaal niet bij de gemeente aangemeld of zo, dus werd dat door sommige mensen van de gemeente niet echt gewaardeerd.”

Wat wel enorm werd gewaardeerd was de ‘tribune’ achter het woonhuis van Douwe. “Dat was tijdens het WK 1994 in Amerika. De eerste wedstrijd bekeken we in de kamer, daarna gingen we naar de garage, met wat stoelen erbij. We haalden de kwartfinale en moesten daarin spelen tegen Brazilië. Toen kwamen er zoveel mensen! Ik heb bij Henk van der Veen een platte kar gehaald. Hessel stelde tv’s beschikbaar, we hadden stoelen en grote parasols. Toen stond de hele tuin bij ons vol, ik denk dat er wel veertig man waren. Hille van Dieren kwam met de Braziliaanse vlag door de tuin vliegen, en Jodi werd door mijn vader weggestuurd, want die was iets te positief over Brazilië. Maar Jodi had wel gelijk, want uiteindelijk verloren we.”
Niet dat de avond in mineur eindigde overigens. “Het liep al tegen één uur en de kar van Henk van der Veen stond nog achter huis. Nou, wat zullen we?
‘Weet je wat’ zei Appie Ruijg, ‘ik ga even naar onze winkel toe.’ Die was toen nog in Lies. Even later kwam hij met een gloednieuwe zitmaaier aanrijden, zo’n Honda, die voor de platte kar werd gekoppeld.” Jan Gossen: “Toen met z’n allen op de kar en zingend naar de boerderij van Hille van Dieren. En de volgende dag stond de zitmaaier gewoon weer te koop in Lies.”
Douwe: “We zaten altijd in Café het Roosje. Dat was helemaal geen café,
het was het appartement van Jan Gossen in de boerderij van zijn oma. Café het Roosje was een van de belangrijkste plekken van dat hele voetbalgebeuren. Ik denk dat jij door de week soms wel zes, zeven keer iemand anders op visite had ’s nachts.” Jan Gossen: “Ja, er kwam van alles binnenzeilen.” Ook kerstavond was een prima aanleiding om gezellig te zitten met elkaar, zegt Jan Gossen. “We hielden die avond een stoelendans op straat. De stoelen haalden we bij oma uit de kamer. Nou, wij aan het dansen, natuurlijk net op het moment dat de kerstnachtdienst uitkwam. Niemand die erlangs kon.”

Douwe: “Halje Trawalje was een echt vriendenteam, we waren eigenlijk altijd met hetzelfde clubje. De wedstrijden tegen AVV1 waren altijd echte duels. Het was pure strijd.” Jan Gossen: “Dan ging het hard tegen hard. AVV1 tegen AVV2, dat waren dé wedstrijden. Dan stond er wel tweehonderd man langs de kant.” Douwe:
“We verloren eigenlijk nooit.” Jan Gossen: “We hebben één keer verloren tegen Quick. Maar toen hadden we de avond van tevoren in Hotel Schylge gezeten en dat was een beetje uit de hand gelopen. Ik kan me herinneren dat Arend India een beetje langs de kant heen en weer liep. ‘Wat doet die India nou?’, vroeg iemand. ‘Geen idee’, zei ik, ‘het lijkt wel of hij aan het kievitseieren zoeken is.’ Het bleek dat Arend niet meer wist waar hij was en dus de lijn maar in de gaten hield. Hij had geen idee of hij nou in het veld stond of erbuiten.”
Als je vrijwel geen wedstrijd verliest, kan het niet uitblijven: dan word je kampioen. En dat klopt, zegt Jan Gossen. “We zijn drie jaar achter elkaar kampioen geworden. Dat betekende dat we de beker mochten houden. Dat viel gelijk met het moment dat we klaar waren met de Zeevaartschool, en dat Eelco Roos en Arjen Dähne weer naar Terschelling gingen. En Dicky Lieman
stopte ook als trainer.” Het betekent het einde van drie glorieuze en met name vrolijke jaren
Halje Trawalje. “Al was niet iedereen binnen AVV blij met ons natuurlijk”, zegt Douwe. “Wij waren immers ook wel een ‘club binnen de club’, en dat schuurde soms wel wat.” Douwe bleef daarna overigens wel voetballen, ‘gewoon’ bij AVV2.
“Daar zijn we trouwens ook nog kampioen mee geworden.”
Beide mannen vinden het geweldig om herinneringen op te halen aan deze tijd vol kwajongensstreken, gezelligheid en kameraadschap.
Al zijn sommige herinneringen mooier dan de werkelijkheid, moet Douwe lachend erkennen als hij de vele fotoboeken doorbladert. “Zoals we er over vertellen, klinkt het best professioneel allemaal. Maar als je de foto’s ziet, valt dat wel een beetje mee, haha.”



Boven, vlnr: Ariën Roos, Jort Smit, Sander Roos, Erwin van der Wal, Jan Gossen Roos, Tom Terpstra, Jaap Lieman, Arjen Mier, Dicky Lieman
Onder, vlnr: Chris Bakker, Arend India, Eelco Roos, Kristiaan Ferwerda, Douwe Pals, Albert Ruijg

Meer dan voetbal

Noordenbos
Uit alle gesprekken en interviews die we voor dit boek hebben gehad blijkt iedere keer weer dat het bij AVV om veel meer gaat dan alleen het voetbal. Natuurlijk staat het voetballen centraal, het is ten slotte een voetbalclub, maar daarnaast heeft iedereen het over het plezier, de gezelligheid, de vriendschap en de verbondenheid bij AVV, waarbij de klucht vaak niet ver te zoeken is. Zeker de trainingen en de wedstrijden op zaterdag bij de jeugd zijn een bron van sportiviteit en vermaak, ook voor de ouders. Het plezier spat eraf. En ook bij de volwassenen staan de sociale activiteiten en de gezelligheid vaak centraal, ongeacht de uitslag van de laatste wedstrijd.
Alle activiteiten rondom het voetbal vormen zonder meer een van de grote pijlers onder het voortbestaan en succes van AVV. Je kunt je dan ook oprecht afvragen of de voetbalclub AVV nog wel bestaan zou hebben zonder deze sociale aspecten. Er gebeurde - en gebeurt nog steeds - zoveel bij AVV!
Zet het maar eens op een rij: de Oliebollencup, de trainingskampen van betaalde voetbalclubs, de clinics van de jeugd, de wedstrijdjes met oud-profs en/of artiesten, de voetbalkampen voor de jeugd, de familietoernooien, het Dorpenvoetbal, het op ‘e riid, de sinterklaasavond, het Burenbier, de feestavonden, de sjoelavonden, de gezamenlijke klusjesavonden, de vele gulle sponsoren en donateurs, en niet te vergeten het nazitten op vrijdag. Al deze activiteiten, georganiseerd door bestuur, commissieleden en vele vrijwilligers, zijn het fundament onder de vereniging.
In de huidige tijd van smartphones, hoge werkdruk, jaar-rond toerisme en alle andere ver- en afleidingen, wordt het steeds moeilijker om mensen enthousiast te krijgen voor bestuurs- en commissiewerk. Maar: dat is wel de kurk waar de vereniging op drijft! We hebben elkaar nodig, en dat werkt het beste als je gewoon op iemand afstapt. Want wanneer er iemand bij jou met een bakje koffie gezellig aan de keukentafel zit, zeg je veel eerder ‘ja’ als diegene jou wat vraagt. Ook al omdat diegene jou kan vertellen hoe leuk het is om iets te doen voor AVV!
Daarom moeten we proberen om die persoonlijke manier van benaderen zoveel mogelijk in stand te houden. Want het zijn juist die warme, persoonlijke en ‘echte’ contacten die een kleine en best wel unieke vereniging als AVV overeind houden. Niet alleen in het verleden, maar ook de komende vijftig jaar.










AVV Meer dan voetbal
Vrouwenvoetbal bij AVV
“Het was vooral plezier maken en pret hebben met elkaar”
Wat vrouwenvoetbal betreft is AVV er vroeg bij: dat begint om Oost al begin jaren tachtig. Dirk Postmus traint op zaterdagochtend de meiden, en Hessel Buren op donderdagavond de dames. Plezier stond daarbij voorop, want er werd - ook al vanwege de beperkingen van een eiland - niet meegedaan aan een competitie. Nou verveelt alleen maar trainen natuurlijk snel, per slot is voetbal een echte wedstrijdsport. Je wil als team en als voetbalster als het even kan het geleerde wel in praktijk brengen. Daarom werden er regelmatig oefenwedstrijden gehouden tegen de AVV-veteranen en werd er met veel enthousiasme meegedaan aan voetbaltoer nooien. Deze toernooien waren logischerwijs veelal aan de wal, al organiseerde AVV regelmatig ook zelf een toernooi.
Dames AVV - begin jaren ’80. Het eerste officiële tenue
Achterste rij, vlnr: Renske de Haan, Anneke Spanjer, Marian Wiegman, Iete Blankenstein, Ad Goede, Thea Drost, Ingrid Schepenaar, Japke de Vries, Hessel Buren
Voorste rij, vlnr: Japke Terpstra, Jacqueline Hoekstra, Nellie Cupido, Clasien Kuipers, Ietske Bonnema, Bianca Goede


Damesvoetbal
Zoals u inmiddels wel weet heeft AVV sinds novem- ber jl. naast meidenvoetbal ook damesvoetbal. Regel- matig langs de lijn bij de heren kijkend, ontstond het plan om ook de stoute (voetbal)schoenen aan te trekken. Nu was er sinds een jaar al een meiden- team, maar dat leek de dames toch een beetje te gevaarlijk. Stelt u zich eens voor: een kapotte menis- cus of een gebroken been, en er ontstaat een totaal ontredderde huishouding.
Er gaven zich prompt twintig dames op, wat inmid- dels is opgelopen tot 25. De leeftijd varieert van in de twintig, dertig, veertig, ja, zelfs vijftig jaar (Ans Ament). De training is op donderdagavond van half acht tot half negen, zodat eerst het kroost op bed geholpen kan worden. Hier volgt een klein verslag van die allereerste training.
AVV had de heer Hessel Buren aangetrokken om ons iets van de edele voetbalsport bij te brengen. Nu heb ik me laten vertellen dat de heer Buren vroeger gymnastiekleraar is geweest. Een beetje gymnastiek tijdens de training is natuurlijk nooit weg. Wij zagen het wel zitten met deze overbekende eilander.
Tot onze verbazing stond echter Hessel van der Kooij ons op het veld op te wachten. De heer Buren was door overmacht deze eerste keer verhinderd. En dat hebben we geweten: “Meiden, pardon dames, het veld een beetje snel over en terug! Kom aan, tempo! Ja, achteruit, links, rechts, sprinten!” Dit ging zo over een aantal lengtes en breedtes van het veld door, totdat we een bal uit het hok moesten halen. Het ging nu echt beginnen. Met de bal lopen, dribbelen, sprinten. “Kom dames, de bal niet te ver van je voet laten springen, maar bij je houden!”
Vervolgens moesten we proberen de bal te stoppen en terug te plaatsen. Moeilijk, moeilijk, allemaal. Of het nog niet genoeg was, passes geven (wat dat ook mocht betekenen) en op doel schieten. Voor Hessel was dit tegelijkertijd een goede oefening, aangezien hij pas van een langdurige blessure genezen was.
Toen, als klap op de vuurpijl, een partijtje. We speelden met een vliegende keep en een superklein doeltje (dat almaar kleiner werd) en geen lijnen. Bovendien mocht je pas binnen twee meter van het doel schieten. De ene partij werd voorzien van een oranjekleurig hemd dat wegwerkers ook wel aanheb- ben. Zo waren we goed uit elkaar te houden.
Tjonge, tjonge, wat werd je moe van zo’n partijtje. Menigeen verkeerde in de veronderstelling dat de horloges in de strijd gesneuveld waren. Wat duurt een uur dan lang! Doch aan deze slijtageslag kwam ook een eind. Helemaal kapot, maar zeer voldaan konden we de kleedkamer opzoeken. Willen we nog wat worden, dan moet er nog heel wat gebeuren. Vooral de conditie! Om nog maar te zwijgen over balbehandeling enzovoort.
Inmiddels traint de heer Buren ons al enkele weken. Hij zegt zeer tevreden over ons te zijn, wat we- derkerig is. We hebben een gezellige, enthousiaste ploeg, die langzaam maar zeker vooruitgaat, zodat u wellicht nog eens een heuse damesvoetbalwedstrijd kunt aanschouwen.
Marian Wiegman
Het was Marian Wiegman (tegenwoordig Marian van Goor) die in die tijd het voortouw nam bij tal van deze initiatieven, en met haar enthousiasme en motivatie de gang erin hield. Marian kijkt met heel veel plezier terug op die periode. Als kind hield ze al van voetbal, vertelt ze. “Niet dat ik bij een club zat, maar ik trapte vaak gewoon met de buurjongens een balletje.” Marian kwam begin jaren zeventig vanuit het Noord-Hollandse Uitgeest naar Terschelling. Ze werkte in die tijd bij het Sportfondsenbad, en werd ‘uitgeleend’ aan Ter schelling toen er ook een Sportfondsenbad kwam op het eiland.
“Dat was in de zomer van 1972. Ze zeiden: ‘Marian, ga jij maar naar Terschelling, dan kom je gewoon van de winter weer bij ons werken.’ Het was de bedoeling dat ik in september weer terug naar de vaste wal zou gaan. Maar toen leerde ik Steven Wiegman ken nen. Ik ben nog wel een winter weer naar mijn ouders geweest, maar in 1973 vertrok ik definitief naar Terschelling.”
Hoe het er in het begin aan toeging, wordt duide lijk uit het fraaie verslag dat Marian eind 1981 in
het clubblad schreef over de eerste training van het dameselftal van AVV.
De trainingen werpen zeker hun vruchten af, want op zondag 7 maart 1982 spelen de dames hun eerste echte wedstrijd, tegen de AVV-veteranen. In het clubblad staat een mooi verslag van dit eilander treffen, geschreven door Anneke Spanjer

Onder grote publieke belangstelling heeft het dameselftal van AVV een wedstrijd tegen de veteranen (“oude lullen”) gespeeld. Dat resulteerde in een heel komisch maar zeer sportief gebeuren. Na de overhandiging van een tuiltje bloemen aan aanvoerster Marjan Wiegman vond de aftrap plaats.
Beide ploegen zijn aan elkaar gewaagd, want met een “goed keepende” Hitje Meier in het doel is de ruststand 2-2.
Daar iedereen zeer tevreden was over het behaalde resultaat tot dan toe, gingen we na de rust vol goede moed het veld weer op. De voorhoede van de veteranen oefende aardig druk uit op de achterhoede van de dames. Iets waar onze achterhoede dus niets om gaf. De links- en rechtsbuiten van de veteranen waren aardig in trek bij de dames. Had Arie Schepenaar de bal, dan vlogen Jettie en Marian op hem af, en had Jort Roos de bal, dan kwamen Tryntsje en Carla op hem afgesneld. En toen kreeg Emmy de bal. Daar was zij erg blij mee, want zij stond geheel vrij en ook geheel buitenspel. En zo vond Emmy het reuzejammer dat er een scheidsrechter rondliep, die haar om deze reden affloot.
Na een doelpunt van Arie Schepenaar trekt Marian de stand weer gelijk:
Het publiek kwam wel aan hun trekken, doordat Arie Mier vlak voor hun ogen Riet Goede even neerlegde. Scheidsrechter Benny kon niet anders dan heel resoluut naar de stip wijzen. Marian Wiegman benutte deze penalty en bracht zo de stand op 3-3.
Aangezien dit ook de eindstand zou worden, moet de beslissing vallen door het nemen van strafschoppen. En daar blijken de dames zeer bedreven in.
Of het nu door de wind was, of dat de mannen zenuwachtig waren, feit was dat de meeste penalty’s van de veteranen te hoog of te zacht waren, of naast gingen. Hitje kon tenminste heel wat ballen stoppen. Bij de dames ging het lekker met de strafschoppen. Zeer geconcentreerd wisten zes dames Willem Bakker te verschalken. Willem dook er nogal eens overheen, afgeleid door zoveel vrouwelijke charme, of lag het toch aan iets anders? Hitje, die als laatste de kans kreeg, probeerde tot drie keer toe de steeds terugspringende bal het doel in te werken, wat maar niet wilde lukken. Dit tot grote hilariteit van het publiek. De eindstand werd bepaald op 6-5 in het voordeel van de dames. Zeer geflatteerd, maar de veteranen azen alweer op revanche, dus: tot dan!”

Naast de wedstrijden tegen de veteranen deden de dames enthousiast mee aan toernooien aan de wal. “Als je geen competitie hebt, dan moet je het hebben van de toernooien”, vertelt Marian. “Zo zijn we naar Dokkum geweest, Bakkeveen, Uithuizermeden en Windesheim, bij Zwolle. Nadeel was wel dat die toernooien vaak in de zomer waren, en dan was iedereen heel druk natuurlijk.”
Naast dat Marian al vanaf het begin was benoemd tot aanvoerder, fungeerde ze ook als elftalleider. “Ik regelde ook de dingen zoals het vervoer en de shirtjes. Ik was daar heel secuur in. Die meiden hadden vaak een andere instelling. Dat lag niet aan die meiden hoor, dat kwam gewoon omdat ik ouder was. Voor de meiden was het vooral plezier maken en pret hebben met elkaar. En dat is natuurlijk ook heel belangrijk.
Zo was Edith Roos een keer alleen op weg naar de keeper toen het elastiek van haar broek knapte. Toen stopte ze abrupt om dat elastiek weer aan elkaar te knopen. Weg doelpunt! Dat vergeet je natuurlijk nooit meer. Edith nam ook vaak een accordeon mee naar het toernooi. De sfeer was tijdens zulke uitjes altijd heel goed, die meiden wa ren dan helemaal uitgelaten.”
Ook kwamen de meiden er op een keer, op terugweg van een toernooi in Noord-Holland, achter dat het Moederdag was. Gelukkig reden ze langs prachtige tulpenvelden, waar best even gestopt kon worden om een paar mooie bossen tulpen te plukken. Toen er
plotseling een boze boer aan kwam zetten die deze actie niet zo kon waarderen, doken ze ijlings de busjes van Van der Pol in, om er vervolgens zo snel mogelijk - giechelend van de zenuwen - vandoor te gaan.
Na ruim vijftien jaar neemt Marian in 1995 afscheid van het damesvoetbal van AVV. Vanwege haar grote verdiensten voor AVV krijgt ze uit handen van AVV-voorzitter Ad Goede een fraaie gouden schoen. “Dat vond ik wel heel gaaf. Ik heb al mijn andere prijzen weggegooid; dit is het enige aandenken dat ik wil bewaren.”
Door de jaren heen is het meiden- en vrouwenvoetbal met vallen en opstand doorgegaan bij AVV, zij het altijd wel met veel klucht en plezier. Zoals bij de meeste kleine verenigingen zijn het vaak golfbewegingen, waarbij de voortgang en het succes van bepaalde activiteiten vaak afhangt van een of meer enthousiaste leden.

Hoewel er momenteel geen meiden- of vrouwenelftal is bij AVV, wordt het meidenvoetbal in Nederland en ook bij AVV steeds populairder. Op dit moment zijn alle jeugdelftallen gemengd en doen de meiden het heel goed. Omdat het na een bepaalde leeftijd moeilijk is om gemengde elftallen in stand te houden, is het niet ondenkbaar dat er op korte termijn weer een vrouwenelftal bij AVV wordt opgericht.


Dames AVV - 2005-2006
Achterste rij, vlnr: Linda Ruijg, Anna Vlymincx, Maaike van Deelen, Japke Lieman, Natalie Beukema, Henk Hazet (sponsor)
Voorste rij, vlnr: Melinda Buitelaar, Martine Zeilstra, Neeke Smit, Nelleke Stada, Marieke Zeelen, Marion Riemersma




Dames AVV - 1990 – nieuwe shirts
Achterste rij, vlnr: Marian Wiegman, Martien Bakker, Sandra Goede, Edith Roos, Anna Vlymincx, Laura Winter, Ingrid Schepenaar, Margreet Kuipers
Voorste rij, vlnr: Alina Bonnema, Ciska Schepenaar, Maamke van Zwol, Wendela Hoekstra, Marjorie Girigorie, Clasien Kuipers, Maamke Hek
De yell van de AVV-meiden
We hebben een A, we hebben een V, we hebben een V: A-V-V! K-W-A-L-I-T-eitje.
Dames AVV - 1990 - nieuwe shirts
Achterste rij, vlnr: Piet Noordenbos (trainer), Marian Wiegman, Martien Bakker, Sandra Goede, Edith Roos, Laura Winter, Anna Vlymincx, Ingrid Schepenaar, Margreet Kuipers, Piet Tijsma (sponsor)
Voorste rij, vlnr: Alina Bonnema, Ciska Schepenaar, Maamke van Zwol, Wendela Hoekstra, Marjorie Girigorie, Clasien Kuipers, Maamke Hek




Column Hessel van der Kooij

Tijdmachine
Het mooie van AVV was dat het al meteen, vanaf het begin, zorgde voor een enorm gevoel van saamhorigheid. Een gevoel van ‘we doen dit met z’n allen’. Niet alleen bij degenen die voetbalden, maar ook bij de oudere generatie. Zo waren er mannen die zelf hadden gevoetbald zoals Jan Stada, Witte Sil, Jort van Co en Cor Buren. Dat waren vroeger natuurlijk ook sportieve mensen geweest, dat waren beslist geen bankhangers. Die voetbalden in die tijd overal waar ze maar konden: op de Grië en in de duinen. Maar ook andere oudere eilanders vonden het fantastisch. Dat waren mannen zoals Douwe Stada, Gossen Roos van de Vivo, Piet van Nien, Cees Roos en Willem Roos. Die waren altijd rond het veld te vinden. Veel van die mensen hebben, ook al waren het zelf geen voetballers, ook in besturen en allerlei commissies gezeten.
AVV zorgde zo voor verbinding en gezelligheid: het was een plek waar jong en oud iets samen konden doen. Waar iedereen plezier kon beleven aan iets wat ze allemaal leuk vonden, of het nou passief was of actief. Het ging erom dat er wat gebeurde, dat er wat aan de hand was. Als wij achter de kerk gingen voetballen om zes uur ’s avonds, dan kwamen al die mannen even kijken op de fiets. Daar was ook Henk Hek altijd bij. Ook al voetbalde hij zelf niet, hij vond het wel ontzettend leuk. En hij komt nu nog steeds op zaterdagochtend naar zijn kleinkinderen kijken. Dus ja, dat dat heeft AVV wel gebracht in het dorp.
We hebben natuurlijk, zeker in de periode dat Piet Noordenbos de scepter zwaaide, enorm leuke dingen beleefd, die heel belangrijk waren voor de gemeenschap. Al die profvoetballers die hier neerstreken voor toernooitjes, het kon niet op. En de voetbalkampen natuurlijk, dat was ondenkbaar zonder AVV. Vergis je niet in de impact die dat heeft gehad. Daar was iedereen apetrots op, want dat was wel hier, om Oost. Dat krijgen ze ergens anders niet voor elkaar. Het gebeurt in Hoorn, en daar kun je trots op zijn!
Daarom ben ik ook altijd tegen de fusie geweest. Dan haal je de ziel weg en dan is het afgelopen. Dan is het einde verhaal. Het is mooi om te zien hoe dat gevoel weer terug aan het komen is. Er is weer een behoorlijke aanwas, want Hoorn groeit weer. Er zijn heel wat jonge gezinnen, je ziet dat het leeft. Op zaterdagochtend is het hartstikke leuk met al die kinderen, dan is het een en al gezelligheid. Ouders zijn er weer, opa’s en oma’s komen weer. Ja, dat geldt voor mij ook. Wat wij de oudere mensen vijftig jaar geleden bezorgden, dat beleven we nu zelf. Wij zijn nou de Piet van Nienen, en de Willem Rozen, zo moet je dat zien. En zo is de cirkel weer rond. AVV is wat dat betreft een prachtige tijdmachine. En zo hoort het ook. Je hebt iets opgericht en het gaat gewoon door. En dat is geweldig leuk om te zien en te ervaren.
Veteranenvoetbal: strijd om de Oliebollencup
“Bakkerij Spanjer moest wel 600 oliebollen bakken”
Ere wie ere toekomt: de Oliebollencup was een van de vele initiatieven van Bert Wemmers.
Samen met Henk Veenstra nam hij het initiatief voor een jaarlijkse wedstrijd op Tweede Kerstdag tussen de veteranen van AVV en TVV. De wedstrijd werd afwisselend gespeeld op de Ousedôbe in Hoorn en op het toenmalige voetbalveld van TVV naast het huidige Aparthotel Boschrijck op West.



Het werd een populair evenement op het eiland. Op het hoogtepunt stonden er wel meer dan 600 toeschouwers rond de velden. In de rust kreeg ieder toeschouwer een oliebol, aangeboden door bakkerij Spanjer. Omdat TVV een langer verleden had op het eiland, was hun pool van goede, oudere spelers iets groter. Om niet steeds te verliezen, gingen de veteranen van AVV dan ook in training. Op dinsdagavond werd er - weer of geen weer - door de oudjes van Formerum tot Oosterend onder leiding van Bert hard getraind.
Het waren memorabele avonden. Na de training was het onder het genot van een drankje nazitten en napraten in de kantine. Soms liep het wel eens uit de hand en eindigde het in De Groene Weide. Maar denk niet dat het alleen maar plezier en klucht was. Er werd wel degelijk fanatiek getraind, laat dat maar aan Bert over. Zo nu en dan was er zelfs een oefenwedstrijd tegen de meiden van AVV.
Sommige tradities vragen erom om in ere te worden hersteld.





Aftrap door Douwe Stada.
Dinsdagavonds half acht
Trainingstijd, pikdonker nacht

maar de oude garde staat iedere keer maar weer paraat
De een na d’ander strompelt binnen wie zou er vanavond winnen kreunend doet de veteraan klompen uit en schoenen aan
Eerst meestal wat loze trappen Hoorn, Lies in rode lappen
maar Formerum en Oosterend spelen met één groot talent
Als je hem dan soms hoort brullen
Cor sta nou niet steeds te sullen spelend in z’n lange witte schreeuwt hij: die had moeten sitte.
Hoestend, hijgend van het sjekkie glijdend, vallend op je bekkie gaat het door tot negen uur Formerum wint, de rest kijkt zuur
Spelend tegen vrouwen, meiden geeft wat kleur in donkre tijden maar pas op, ze worden beter vechten door voor iedere meter
Namen wil ik hier niet noemen maar je hoort de bal soms zoemen die dame heeft een vliegend schot en ze loopt haar haast kapot
Na de training de kantine
Gossen wil graag wat verdiene de één geeft d’ander het advies stijve kuiten, ga naar Lies
Vlak bij ‘t bier en Seven Up staat de Oliebollencup en aan de bar klinkt na het proost hij blijft vast dit jaar om oost
Jort van Co








Arie Buren (links) en Bert Wemmers (rechts)
Veteranenelftal AVV


Achter, vnlr: Roel Ewouds, Cor Buren, Theo Colée, Ad Goede, Jelle Roos, Arie Mier, Jan Stada, Bert Wemmers, Wim Swart, Arie Buren, Cees Haan



Voor, vlnr: Floor Twisk, Jort van Co, Karl Prell, Willem Bakker, Piet Noordenbos, Sil Buren, Arie Schepenaar
















AVV - Nu en de toekomst
“We
zien het zonnig tegemoet”
Dat AVV na vijftig jaar nog steeds springlevend is, daar is iedereen het wel over eens. Maar hoe ziet de toekomst eruit?
We vragen het aan trainer Hessel Hek, jeugdtrainer en speler in het eerste elftal Gerard Cupido en hoofdtrainer Jan Schulting.
“Als je kijkt naar het aantal jeugdleden dat we hebben, denk ik dat we er heel goed voor staan op dit moment”, zegt Gerard Cupido. “Natuurlijk schommelt het eerste elftal wel eens wat. Maar als je ziet wat er aan jeugd aankomt, dan is dat ongekend. Ik weet niet of AVV in het verleden wel eens zoveel jeugd heeft gehad.” Lachend: “We trekken ook iedereen met kop en kont erbij.”
“Dat doen we niet alleen bij het eerste, maar ook bij de jeugd. Als iemand maar even aangeeft misschien wel te willen voetballen, dan staat hij al op het trainingsveld. Ook bij schoolvoetbal werven we actief. ‘Jij moet nodig voetballen’, zeggen we dan. En dan komen ze meestal ook, en vervolgens hebben ze het prima naar de zin en blijven ze op voetbal. Bepaalde selecties zijn soms wel wat krap, maar daardoor voetbalt iedereen wel heel veel. En dat is alleen maar goed.”
Ook het aantal trainers en elftalleiders is op orde, zegt Hessel Hek. “Bij de jeugd is dat prima voor elkaar.” Gerard: “Het zijn eigenlijk altijd de ouders die dat doen. En dat gaat heel goed. Ik denk dat bij AVV de betrokkenheid van de ouders best groot is, groter dan wat ik van sommige mensen aan de vaste wal hoor. Daar worden kinderen nog wel eens gedumpt bij de club, zo van: zoek het maar uit. Dat is bij AVV beslist niet zo.”
Hessel: “Ik denk dat dat komt door de sfeer op de club. Natuurlijk, bepaalde dingen zou je wat beter kunnen regelen, maar zo lang er geen vaste vrijwilligerscoördinator is, worden zaken zoals koffiezetten en schoonmaken in principe gewoon door de elftalleider geregeld, en dat gaat prima.”

“Tja, zonder jeugd geen senioren, hè?”,stelt Jan Schulting nuchter. “Op dit moment is het verloop best groot in het eerste elftal. Er zijn veel spelers die aan de wal zitten en dus op dinsdag niet kunnen trainen. Het zou een idee zijn om deze jongens bij een club op de wal onder te brengen. Want één keer trainen in de week is wel erg weinig voor een eerste elftal, je maakt dan als voetballer maar weinig progressie.” Maar dat ligt zeker niet aan een gebrek aan betrokkenheid, benadrukt Jan. “Daarom komen we bij uitwedstrijden meestal toch tot een redelijk basisteam, inclusief wissels.” Ook zijn er, wat onvermijdelijk is bij een eilander elftal, diverse zeevarende voetballers. “Die jongens gaan vier weken op en vier weken af. Maar ook daar is grote betrokken-

GerardCupido en LarsonHek
Jan Schulting
Sfeerbeeld bij een avondtraining op de Ousdedôbe

tend gewoon werken. Ik kan dus niet mee met de uitwedstrijden, maar ik voetbal thuis wel mee en kom ook altijd trainen. Dat is natuurlijk best een gekke situatie, die je bij clubs aan de wal niet ziet. In feite speel je iedere week met een ander elftal. En dat is bij Sportclub Terschelling precies hetzelfde.”
Dus meer elftallen zitten er niet in?
“Nee”, zegt Hessel, “zeker voor komend seizoen niet. Een aantal spelers van het eerste gaat stoppen, dus wordt het een grotere puzzel dan het afgelopen seizoen. Maar dat komt vast wel goed, meestal zitten we op een selectie van vijftien, zestien man.” Gerard knikt: “Ik verwacht dat het komend jaar wel gaat lukken met het eerste elftal. En wat mooi is: de JO15 komt eraan, en dat is echt een goed team, die jongens kunnen straks allemaal in het eerste elftal spelen. Ik denk dat we zo een klasse hoger kunnen. Het is best een hoog niveau, vind ik. Dus dat ziet er goed uit.”
Qua voetbal heeft AVV dus wel toekomst, maar hoe zit het met de organisatie? “Dat zou allemaal wel wat strakker mogen”, vindt Hessel. Gerard: “Daarom hebben we een vrijwilligerscoördinator nodig, of wellicht meerdere. Natuurlijk doen we hier alles met elkaar, maar het clubje vaste vrijwilligers is wel wat klein op dit moment, vind ik.”
Hessel: “Als bestuur moeten we overal bovenop zitten en dat zou eigenlijk niet moeten.” Gerard: “Dat is er zo ingeslopen, en gaat wel veranderen dit jaar. Weet je, als je iemand vraagt, zegt diegene eigenlijk nooit nee. Iedereen wil echt wel wat doen. Maar dat geldt vaak voor eenmalige dingen en niet voor structurele taken. Iedereen wil best een keertje maaien, maar iedere week maaien is een ander verhaal. Terschellingers zijn van vrijheid, er moet niets moeten. Dat heb ik zelf ook wel. Maar tegelijk zie ik ook het belang. En als je het met meer mensen doet, is het leuker. Dat geldt voor alles, ook het klussen.”


Dus ja, AVV heeft zeker toekomst, vinden ze unaniem. Gerard: “Een deel van het bestuur gaat weg dit jaar, dus er gaat sowieso van alles veranderen. Ik zie het wel zonnig tegemoet.” Hessel: “De afgelopen drie jaar heeft Frank heel veel dingen geregeld en voor elkaar gekregen. We zijn op heel veel vlakken een stuk verder gekomen met het neerzetten van dingen. Nieuwe bestuursleden kunnen zo op de trein stappen en verder gaan met wat hij heeft gedaan en neergezet.” Jan: “Het is mooi dat iedereen zo optimistisch is. Voor mij is het belangrijkste dat ik, als inwoner van de vaste wal, er alles aan wil doen om AVV in de steigers te houden. Want het gaat op zich hartstikke goed momenteel. Daarom zou het mooi zijn als mensen denken: zo’n leuke club, daar wil ik me wel voor inzetten.”
“Als je kijkt naar het aantal jeugdleden dat we hebben, denk ik dat we er heel goed voor staan”
Gerard Cupido


97
Hessel Hek en Mick Schroor
Gerard Cupido
AVV 1e selectie 2023/2024
Bovenste rij vlnr: Hessel Hek (assistent-trainer) Gerard Lodder (mat. man) Alex Pitonak, Robert Terpstra, Bart Cupido, Sander de Haan, Luca Ypma, Jort Hellevoort, Larson Hek, Maarten Buren (elftal leider)
Jan Schulting (hoofdtrainer)
Onderste rij vlnr: Jelmer Holwerda, Simon Reinigert, Niek van Oosterhout, Pieter Reinigert, Adam Pitonak, Niels van der Wal, Gerard Cupido, Albert Cupido, Aaron Kemper en Rudmer van der Meer




Column Bert Hartendorp

Mooie tijd
Toen ik in 1974 kwam werken en wonen in Hoorn bestond er nog geen voetbalclub om Aast. Aangezien ik altijd op een redelijk niveau gevoetbald had, besloot ik lid te worden van TVV, de voetbalclub van West. Dat werd me niet door iedereen in dank afgenomen, iets wat me in de loop van de tijd wel duidelijk gemaakt werd. Ik heb daar echter met veel plezier een paar jaar gespeeld.
Nadat ik noodgedwongen door ziekte een aantal maanden niet mocht sporten besloot ik om me daarna aan te melden bij het nog niet zo lang bestaande AVV. Dit besluit werd mede ingegeven doordat mijn leven zich voornamelijk afspeelde om Oost. Ik heb dan ook een groot deel van de ontwikkeling van de club meegemaakt. Een erg leuke ontwikkeling. Van voetballen op het veldje achter de kerk tot het spelen op de Ousedôbe in Hoorn.
AVV voorzag in een behoefte. Er waren toentertijd weinig tot geen veldsporten om te beoefenen in Hoorn en omstreken. Er was geen echte gymzaal en daardoor waren er ook niet echt zaalsporten. Daarvoor moest je naar Midsland of naar West. Voetbal was dan ook niet alleen leuk als sport, maar het was ook een toevoeging aan het sociale leven in Hoorn. Zowel voor spelers als voor toeschouwers. De kantine had daarin een belangrijke plaats. De vrijdagroutine was dan ook voor mij en vele anderen: trainen, kantine, Groene Weide, slapen.
In de lange periode dat ik lid ben geweest van AVV zijn er vele hoogtepunten geweest en heb ik het genoegen gehad om met goede voetballers samen te kunnen spelen. Dat waren niet alleen eilander voetballers, maar ook spelers die aan de wal woonden en bij AVV speelden. Naast speler ben ik ook nog een tijd speler/trainer geweest bij de club. Een hoogtepunt was onder andere een kampioenschap in de competitie. Hoogtepunten waren echter ook de toernooien. Niet dat de daar behaalde resultaten zo tot de verbeelding spraken, maar wel de gezelligheid na afloop. De verhalen daarover kunnen verder beter in nevelen gehuld blijven.
Minder leuk was vaak het wachten tot de boot ging en het feit dat het jaarlijks toch een aantal keren voorkwam dat je de hele dag onderweg was voor een wedstrijd ergens in Friesland. Met de 7 uur boot weg en ’s avonds rond 10.00 uur pas weer thuis. De tijd werd dan vaak doorgebracht in het toenmalige café-restaurant Neptunus op de haven in Harlingen en bij de chinees aan het Havenplein.
Alles overziend denk ik nog altijd met veel plezier terug aan een mooie tijd bij AVV.
Frank Baarveld:
“Ik kan intens genieten als ik in het weekend om mij heen kijk”
Sinds 2022 is Frank Baarveld voorzitter van AVV. Frank, huisarts van beroep en woonachtig in Eelde, is al sinds zijn vroegste jeugd verbonden met Terschelling. Sterker nog: zonder Terschelling was hij er nooit geweest: zijn ouders leerden elkaar in 1946 kennen op de boot naar Terschelling. Later kochten ze een vakantiehuis aan de bosrand in Hoorn, zodat Frank als kind regelmatig met zijn ouders, zijn twee broers en zijn zus naar Terschelling kwam.
Niet zo vreemd dus dat Frank tijdens zijn opleiding tot huisarts ervoor koos om een jaar lang bij dokter Dick van Schie in de praktijk te werken. In zijn woonen studiestad Groningen had hij op hoog amateurniveau gevoetbald, en dus werd hij op Terschelling gevraagd als trainerspeler bij het eerste elftal van AVV. En of er verband tussen zat of niet, AVV werd in het seizoen 1982-1983 kampioen en promoveerde naar een hogere klasse.



Het is een periode waar Frank met veel plezier aan terugdenkt, waaruit blijvende vriendschappen zijn ontstaan en een aanhoudende betrokkenheid bij AVV. Zo maakte hij als trainer en arts deel uit van de bekende voetbalkampen voor de jeugd. Deze succesvolle en populaire kampen werden vanaf 1983 door Piet Noordenbos georganiseerd op de Ousedôbe met de medewerking van diverse bekende trainers van Nederlandse profclubs. Als voormalig clubarts van FC Groningen (van 2003 tot 2014) had en heeft Frank een groot netwerk binnen de voetbalwereld.
coronaperiode wel wat nieuwe energie kon gebruiken. Dus dacht ik: misschien kan ik een bijdrage leveren.”
Samen met de andere bestuursleden heeft Frank als voorzitter een aantal zaken voortvarend aangepakt. “Zo was er toen ik begon nauwelijks contact met de gemeente. En dat is niet handig, want we hebben de gemeente hard nodig. Wij zijn als AVV huurder van de Ousedôbe en zij de verhuurder.
Nu hij iets minder is gaan werken, is Frank, evenals zijn vrouw Evelien, vaker te vinden op het eiland. Inderdaad: in hetzelfde vakantiehuis in Hoorn, dat inmiddels van Frank en Evelien is. En de geschiedenis herhaalt zich: hun zoon Jan voetbalt nu in het eerste elftal. “De belangrijkste bijzaak van het leven is voetbal”, zegt Frank met een brede glimlach, als antwoord op de vraag waarom hij drie jaar geleden voorzitter werd. “Ik zit een beetje in het wereldje en heb diverse connecties aan de wal. En ik ken AVV natuurlijk zelf als speler, van de voetbalkampen en meer recent dankzij mijn zoon Jan. De laatste jaren ben ik wat vaker op het eiland, en ik zag dat AVV na de
Wij betalen huur voor het gebruik van het veld en van de kantine, en daar staan van hun kant bepaalde verplichtingen tegenover. Neem de kantine, die vorig jaar dringend aan onderhoud toe was. Dat is dan niet onze taak als vereniging, maar toch echt van de verhuurder, oftewel de gemeente. Gelukkig hebben we inmiddels een prima verstandhouding met de gemeente. En dat geldt ook voor de contacten met Sportclub Terschelling.”
Een voorbeeld van een gezamenlijke activiteit met Sportclub Terschelling was het jeugdtoernooi met vier BVO’s (Betaald Voetbalorganisaties) in februari 2025 om de Schylge Cup.





“Dat werd gespeeld op de sportvelden in Midsland en in Hoorn. Zo konden de jonge eilander voetballers zich meten met de jeugdteams van Emmen, FC Twente/Heracles, Heerenveen en Groningen. We hebben dat georganiseerd met drie mensen van AVV en drie van SCT. Dat was ontzettend leuk en heel geslaagd.” Nog zo’n voorbeeld van een succesvolle samenwerking: de KNVB-cursus voor jeugdtrainers in december 2023. “Er zijn toen acht kandidaten (vier SCT’ers en vier AVV’ers) geslaagd voor het diploma Voetbal Coach 1, oftewel VC1, zodat ze training mogen geven aan jeugdelftallen. We hopen dat een aantal van deze jeugdtrainers door kunnen en willen gaan met de cursus VC 2, zodat ze een eerste elftal mogen trainen in de 4e of 5e KNVB-klasse van de KNVB.
Het is echt belangrijk voor een club dat je trainers hebt uit de eigen gelederen.”
Verder heeft Frank getracht iets meer structuur te brengen in het vergaderen. “Ik vind het belangrijk dat er om de vier tot zes weken vergaderd wordt, met een agenda, een verslag en actiepunten. Dat loopt nu prima. Alle functies binnen het bestuur zijn gevuld, en de onderlinge taken en portefeuilles zijn duidelijk verdeeld. Dat is fijn, en we hopen dat dat het komende jaar, wanneer een aantal bestuursleden aftreden, onder wie ikzelf, ook zo blijft.” Ook zijn de overeenkomsten met de sponsoren vernieuwd en bijgewerkt. “Er waren sponsoren die niet meer helder hadden ‘wat en hoe’.
We hebben hernieuwd contracten gemaakt en inmiddels zijn alle lopende contracten van 2025 tot 2028 getekend. Verder hebben we een aantal subsidies aangevraagd. Zo zijn er, in samenwerking met SCT en de gemeente Terschelling, twee robotmaaiers aangeschaft dankzij een bijdrage uit


De nieuwe jeugdtrainers en de opleiders
Achterste rij, vlnr: Peter Neutenboom (KNVB), Murk Slings (SCT), Larson Hek, Sander de Haan, Gertjan Verbeek, Jan Schulting, Jan de Jonge
Voorste rij, vlnr: Casper Kuipers, Rel Bakker (SCT), René Buren (SCT), Gerard Cupido





het Klimaatfonds Vlieland Terschelling. Eentje maait het gras van onze voetbalvelden en de andere houdt het gras kort bij SCT.”
En heel prettig: er staat sinds kort een mobiele cabine naast het clubhuis als extra kleedruimte. “We hebben in ons clubgebouw maar twee kleedkamers, dat is echt te weinig. Soms hebben we op zaterdag vier thuiswedstrijden, dat wordt dus erg vol met acht voetbalteams. De cabine huren we voor minimaal drie jaar, mede dankzij een verkregen subsidie van het Iepen Mienskipsfûns en een mooie ondersteuning van de gemeente Terschelling. Onze hoop is dat we ons clubgebouw in de toekomst kunnen uitbreiden en verduurzamen. We hebben al nieuwe, officiële tekeningen laten maken. Het is de bedoeling dat dat door de gemeente samen met ons gefinancierd wordt.”
Kortom: de club staat er zowel financieel als qua voorzieningen uitstekend voor. Frank heeft dan
ook geen spijt van zijn beslissing om het voorzitterschap op te pakken. “Al kan het soms wel wat lastig zijn om mensen te mobiliseren voor bepaalde functies, heb ik gemerkt. Maar ik kan intens genieten als ik op zaterdag en zondag op de Ousedôbe om mij heen kijk. Al die voetballers, jong en oud, al die ouders en supporters, al die vrolijkheid en gezelligheid. AVV heeft om Oost echt een belangrijke sociale functie.”
“Dat kreeg ik ook te horen van mensen die de uitzending hadden gezien van Carrie op Vrijdag, waar we eind maart van dit jaar te gast waren.
‘Wat hebben jullie een plezier met elkaar’, zeiden ze. En dat is ook zo. Dat wil ik dan ook graag benadrukken voor iedereen die nu denkt: goh, ik zou ook best iets willen doen voor AVV. Gewoon doen, want het is echt superleuk, heel gezellig en helemaal niet ingewikkeld. Bovendien ben je op die manier echt betrokken bij de club.”




Helden uit heden en verleden
“Als je dit zo ziet, weet je waar

Op zaterdagavond 24 mei 2025 kwamen een groot aantal oud AVV- en Heerenveenspelers samen om een jubileumwedstrijd te spelen ter ere van het 50-jarig bestaan van AVV. “Helaas waren de weergoden ons, na vele zonnige weken, niet goed gezind en viel er deze dag voor het eerst sinds tijden eindelijk wat water uit de lucht”, schrijft Jan Gossen Roos in zijn verslag.


om je kind op voetbal is gegaan”


De wedstrijd begon met een minuut stilte voor de kort daarvoor overleden Nol de Ruiter en Betze Stienstra, die beiden een belangrijke rol speelden bij de befaamde AVV-voetbalkampen. Coach Jan Kees Smit had zich ruim in de spelers gestoken, van wie velen tot op hoge leeftijd nog steeds een balletje trappen. Ook bij Heerenveen waren er veel bekende gezichten, met o.a. drie AVV-trainers (Jan de Jonge, Gertjan Verbeek en Jan Schulting) in de gelederen.
De eerste kans van de wedstrijd was voor Heerenveen, maar het eerste doelpunt viel dankzij Jan Baarveld voor AVV, en even later zorgde Jaap Lieman voor de 2-0. Lang kon de feestvreugde niet duren, want bij Heerenveen kwam Jan de Jonge meteen met een tegenaanval en tegengoal. Heerenveen veerde weer op en wist na een fraaie soloactie van Robbert Herder de 2-2 in het net te leggen. Daarna was AVV weer aan zet en verzilverde dezelfde Jaap Lieman een mooie soloactie: 3-2. Met deze stand werd gerust. Ondertussen was het droog geworden en ging de wind steeds meer liggen. De burgemeester trok tijdens de rust de prijzen van de verloting, waarbij Rel Bakker er met de hoofdprijs, een mooie fiets van Tom Terpstra, vandoor ging.
In de tweede helft bleek er flink gewisseld bij AVV en kwamen er bij Heerenveen met Jaap Cupido en Arien Fries enkele bekende koppen in het veld. Na een counter van AVV ging de bal via Jaap naar Arco Zorgdrager, die de 4-2 in het net legde. En later was het Jaap Lieman zelf die zijn derde van de avond in de touwen legde: 5-2.
“Het eerste doelpunt viel voor AVV”

Na diverse kansen over en weer kwam de actie van de avond: Heerenveen ging in de aanval, waarbij Jaap Cupido met een prachtige schijnbeweging de AVV’ers met een kluitje in het riet stuurde en de 5-3 scoorde. Even later maakte
Heerenveen met nog één minuut te gaan ook nog de 5-4, wat ook de eindstand werd. Na de enerverende wedstrijd volgde er een groepsfoto, waarna
René de Beer tot in de late uurtjes de sterren van de hemel speelde en zong en het nog lang gezellig was in de AVV-kantine.

De volgende ochtend werd er - na voor sommigen een kort nachtje - een clinic voor de jeugdspelers georganiseerd. Zo’n tachtig jongens en meisjes van


Oost en West kregen in het nog natte gras maar onder een stralend zonnetje een training van de oudHeerenveenspelers en Heerenveen-coaches. Verdeeld over zes leeftijdsgroepen kregen ze zes keer ieder kwartier een andere training met andere trainingsvormen voorgeschoteld, in totaal dus anderhalf uur aan gevarieerde oefeningen. De training van de jonge talenten (4,5 en 6 jaar) was daarbij een bezienswaardigheid op zich. Voetballen leek bijzaak, maar het speelplezier spatte ervan af.
De trainingen waren voorafgegaan door een gezamenlijke warming up onder leiding van Jan de Jonge, die dat op zijn eigen onovertroffen en hilarische manier deed. Na afloop kreeg iedereen een vaantje waarop vermeld stond dat ze deelgenomen hadden aan deze clinic. “Als je dit zo ziet, weet je waarom je kind op voetbal is gegaan”, zo klonk het na afloop



Jan Kees Smit
Column

Vier generaties
Mijn vader, Piet van Nien, was een groot voetballiefhebber. Hij werkte op de Zuivelfabriek en woonde in Lies, in de boerderij waar wij nu wonen. Hij was vanaf het begin meteen betrokken bij AVV, zo hielp hij actief mee bij de bouw van de kantine. Zelf voetbalde hij niet meer – hij was van 1917 – maar hij kwam altijd kijken. Eerst bij mij, later ook bij Mark en Sander. Hij was heel fanatiek: als ik werd getackeld, stond hij tierend langs de lijn. Eén keer stormde hij zelfs het veld op na een zware overtreding op mij. Hij kwam altijd op de fiets naar AVV, vrolijk zingend: “Laat ze maar lullen wat ze willen, twaalf vrouwen hebben 24 billen.”
Toen AVV werd opgericht was ik zestien. We voetbalden eerst achter de kerk, dat was supergezellig. Er waren nog geen A-junioren, dus sloten we aan bij het eerste. Vanaf 1979 speelden we ook aan de wal. We werden meteen kampioen - een van mijn mooiste herinneringen. In 1983 lukte dat nog een keer. Later ben ik trainer geworden. Mooi verhaal: van ’94 tot ‘99 was hier een asielzoekerscentrum en werd ik gevraagd om die jongens te trainen. Ze kregen schoenen van AVV en moesten drie dingen doen: Nederlands leren, gaan werken en voetballen bij AVV. Ze deden het hartstikke goed en voetbalden uiteindelijk in het eerste. Met een aantal van hen heb ik nog steeds contact. Ik ben trainer van zowel het eerste als het tweede elftal geweest. Toen AVV 25 jaar bestond was ik trainer van AVV 1. “Dit moet een succesvol jaar worden”, vonden we, en dat lukte: we werden kampioen van de Eilander Competitie. Ik ben heel wat keren kampioen geworden, als trainer en als speler. Na een kampioenschap op de platte kar: dat zijn de mooiste momenten uit een voetballeven.
Toen Mark en Sander geboren werden, kwam ik in het jeugdbestuur en werd ik jeugdtrainer. Mark en Sander voetbalden in hetzelfde elftal, een sterke en hechte lichting met jongens als Martijn Jongsma, Pieter de Jong en Wesley en Jordin Blaak. We werden meestal óf kampioen óf tweede. Al vanaf de E-junioren gingen we naar de wal, dat waren rustige zaterdagen voor Bineke. Toen we in 2005 kampioen werden, mochten we naar Ajax – PSV in de Arena, de wedstrijd om de Johan Cruijff Schaal. Aanvoerder Ariën Buren droeg de AVV-vlag tijdens de Captains Parade met ons op de tribune.
Helaas moest Mark door een knieblessure stoppen met voetballen. Hij is gaan volleyballen en hardlopen, en is onder meer de drijvende kracht achter de 7x7-toernooien. Sander speelt nog steeds in het eerste, ook al woont hij nu in Groningen.
En nu dient zich een nieuwe generatie aan. In maart 2025 is Fabian geboren, zoon van Mark en Desiré, en in oktober verwacht Sander ook een zoon. Fabian hoort inmiddels al bij de Beloftes, dus zijn er nu vier generaties Smit bij AVV. Hopelijk gaan zij net zoveel plezier beleven aan het voetbal als wij!
Sponsoren, bedankt!
De steun van alle sponsoren is al sinds de oprichting van AVV van onschatbare waarde voor het functioneren en voortbestaan van onze vereniging. Dankzij jullie financiële ondersteuning en betrokkenheid kunnen wij investeren in onze faciliteiten en allerlei leuke activiteiten organiseren.
We noemen hierbij speciaal onze shirtsponsoren, die zich op zichtbare wijze aan AVV hebben verbonden. Hieruit blijkt wel hoezeer het eilander bedrijfsleven verbonden is met AVV.
Samen met jullie maken we AVV!


Shirtsponsoren door de jaren heen

We hebben een aantal shirts uit het verleden van AVV verzameld en op de foto gezet. Er zullen ongetwijfeld een aantal shirtsponsoren missen, maar met deze vrolijke pagina bedanken we iedereen die AVV de afgelopen vijftig jaar een warm hart toe heeft gedragen en iedereen die dat nu nog steeds doet.




AVV Meer dan voetbal









Kampioenen in alle klassen
Sportieve hoogtepunten door de jaren heen
In de loop van de jaren zijn er door AVV heel wat kampioenschappen behaald. Veel te veel om op te noemen!
Vooral de jeugdelftallen hebben prachtige prestaties geleverd, en dus ook heel vaak feest gevierd. We zetten hierbij graag een aantal van deze kampioenselftallen in het zonnetje, zonder compleet te willen zijn.


AVV-J014 wint in 2023 de competitie én de beker
“Het seizoen kon sowieso al niet meer stuk”

Voor het JO14-team was het seizoen 2022-2023 een jaar waarin alles lukte. Niet alleen werden ze in mei 2023 kampioen van de competitie, maar op zaterdag 3 juni stonden ze bovendien in de finale van de bekercompetitie van Regio Noord.
Achterste rij, vlnr: Hessel Hek (trainer/coach), Larson Hek, Bram de Groot, Tijn Boersma Sem Boersma, Tim Vis, Lars Bos, Maarten Wortel, Arjen Vis (elftalleider)
Voorste rij, vlnr: Sverre Bikowski, Ties de Jong, Hidde Cupido, Mick Schroor, Stian Broersma, Tristan Buren, Sidney Kemper, Ties Roos
Het team had de finale weten te bereiken na twee tussenrondes en daarna drie knock-out wedstrijden. Daarin werd eerst van Sneek Wit Zwart gewonnen met 3-1 en daarna van Tonego. Dat ging echter niet vanzelf: na een 1-1 gelijkspel kwam het aan op penalty’s. Legendarisch was daarbij de penalty van Larson Hek. “In eerste instantie hield de keeper mijn schot tegen”, vertelt hij, “maar de bal had zoveel effect dat hij uiteindelijk toch weer in het doel viel.” Hessel Hek: “Larson liep al helemaal treurig terug naar de middenlijn, maar toen bleek dat de bal er toch in zat. En dus telde hij gewoon. En daarna maakte Lars de winnende penalty, dat was geweldig natuurlijk.”
Na de zwaar bevochten halve finale wachtte op zaterdag 3 juni 2023 de bekerfinale tegen Harkstede. En zo stapten ze ’s ochtends samen met coach Hessel Hek en elftalleider Arjen Vis op de boot op weg naar het Groningse Midwolda, waar de wedstrijd gespeeld zou worden. Hessel had voor het team de spelersbus van SC Heerenveen weten te regelen, zodat er voor familie en vrienden ook de mogelijkheid was om mee te genieten van deze dag. “De bus werd mede mogelijk gemaakt door Hotel Paal 8, wat natuurlijk geweldig was”, vertelt Hessel. “Het grappige was dat er heel toevallig ook een bus van PEC Zwolle op de haven stond, voor een bedrijfsuitje. Dat zorgde voor de nodige verwarring natuurlijk.
Des te groter was de verrassing dat de bus van SC Heerenveen voor ons was.” En wat ook mooi was: onder de supporters waren de oud-Heerenveen spelers en trainers Jan de Jonge en Gertjan Verbeek. Larson: “Jan de Jonge spoorde ons nog aan om als een echt team te spelen, en elkaar scherp te houden.”

Om 14.00 uur klonk de fluit van de scheidsrechter en begon de wedstrijd tussen AVV en Harkstede. Na een spannende eerste twintig minuten maakte Larson Hek de 0-1. Maar Harkstede liet het daar niet bij zitten, en zo werd al snel de 1-1 gemaakt, wat ook de ruststand was. In de tiende minuut van de tweede helft scoorde Larson nog een keer: 1-2. En toen werd het pas echt spannend. AVV kreeg nog een paar flinke kansen, en ook Harkstede was een aantal maal dicht bij de gelijkmaker. Dankzij een aantal fantastische reddingen van keeper Maarten Wortel hield AVV stand. “Het was echt verschrikkelijk spannend”, zegt Hessel. “Al die kansen waarbij je denkt: kom op, schiet er nou gewoon eentje in. Ook de ouders langs de kant hadden het niet meer.” Toen er eindelijk werd afgefloten sprong iedereen een gat in de lucht. AVV JO14 werd kampioen en schreef daarmee geschiedenis! De ontlading bij zowel het elftal als bij de aanwezige familie en vrienden was enorm, en dit zorgde ervoor dat de
sfeer er tijdens de busreis terug goed in zat. Dankzij de geweldige buschauffeur haalden AVV en alle supporters op het nippertje de boot, en werden de spelers door Rederij Doeksen uitvoerig gefeliciteerd. Aangekomen op Terschelling had Hessel voor alle spelers een teamfoto met alle namen, afgedrukt op aluminium. “Ik had er al kampioenen op laten zetten, want we hadden niet alleen de beker gewonnen, maar de week ervoor natuurlijk ook al de competitie.
Dus ook zonder de bekerwinst had iedereen deze foto gekregen.Het seizoen kon immers sowieso al niet meer stuk.”
In Hoorn stond traditiegetrouw Rients Terpstra klaar met de huifkar voor een rondrit door het dorp. Eenmaal op het AVV-veld aangekomen konden de spelers genieten van een partij pizza’s van Isola Bella en werd er uiteraard nog een potje voetbal gespeeld.

JO15 2024-2025:
Bovenste rij vlnr: Arjen Vis (coach), Joyce de Haan, Tijn Boersma, Tristan Buren, Maarten Wortel, Ties Roos, Bram de Groot, Stian Broersma, Tim Vis, Sidney Kemper en Ruud Boersma (coach)
Onder vlnr: Mick Schroor, Hidde Cupido, Lars Bos, Boris Cupido, Ties de Jong en Hessel Hek (trainer)
Kampioensselectie 1987-1988
Achterste rij, vlnr: Freddie Rijkeboer, Arend India, Jaap Lieman, Hessel Fries, André Abma, Sil Bakker, Eelco Roos, Jacob Cupido, Douwe Pals, Kristiaan Ferwerda
Voorste rij, vlnr: Berthil Gruppen, Karel Lieman, Iemke Ruijg, Peter Fousert, Johan Ferwerda, Albert Ruijg en Hans Fousert

Kampioensselectie ’81 - ‘82
Achterste rij, vlnr: Arie Schepenaar, Wouter Mais, Hessel Fries, Johan Ferwerda, Joost de Boer, Jaap Lieman, Hessel Buren
Voorste rij, vlnr: Wiebe van der Bij, Douwe Pals, Karel Lieman, Sil Bakker, Eelco Roos, Berthil Gruppen en Harald de Haan

AVV D1 kampioen seizoen 2007-2008
Voorste rij vlnr: Jesse Mier, Desiré Buren, Anoek Jongsma, Johan Cupido, Jelmer Zorgdrager en Arco Mier.
Achterste rij vlnr: Bert Brethouwer, Marit Mier, Esther Zeilstra, Bart Vis en Rob Brethouwer


Rob Konter, Ale Mier, Arjen Schaap, Dean Bakker, Dirk Postmus, Jan Cees Smit, Dirk Mier, Steven Wiegman (coach), Bennie Bakker (grensrechter)
Voorste rij, vlnr: Erik Rittman, Tinus Tonkes, Corrèl de Boer, Willem Buren, Rinke Mier, Peter Mantel,



1982-1983
Een kampioenschap dat werd behaald door een selectie bestaande uit: Dicky Lieman, Jodi Kuipers, Bert Hartendorp, Ale Mier, Arjen Schaap, Dean Bakker, Dirk Postmus, Dirk Mier, Jacob van der Pol, Frank en Chris Baarveld, Piet Noordenbos, Piet Spanjer, Gerrit Bakker, Jan Kees Smit, Rob Konter, Mozes Tuny,Harmen Ament, Hessel van der Kooij en Freddy Rijkeboer.
Coach: Steven Wiegman.





Teamsport

Mijn vader kampeerde al voor de Tweede Wereldoorlog met zijn vrienden op Terschelling. Mijn ouders leerden elkaar op het eiland kennen en ieder jaar gingen we er met ons gezin op vakantie naartoe. We voetbalden hele dagen op het veldje achter de kerk in Hoorn. Op dat veld stond het ‘jongvee’ van Sil Ruige. Hij voetbalde soms met ons mee nadat hij zijn dieren had laten drinken.
Zelf voetbalde ik vanaf mijn twaalfde in onze woonplaats Groningen bij Be Quick. Tijdens mijn opleiding tot huisarts in 1982 en 1983 werd ik gekoppeld aan Dick van Schie, huisarts in Midsland. Een goede reden voor de toenmalige voorzitter van AVV om mij te polsen speler/trainer te worden. Na tien jaar hoog amateurvoetbal bij eersteklasser Be Quick verder in de keldercompetitie op Terschelling. In mijn eerste AVV-jaar werden we kampioen, dus op de platte kar door Hoorn! Zelf heb ik dat niet mee mogen maken, want thuiskomend van de kampioenswedstrijd in Leeuwarden (3-1 winst tegen OSI) moest ik eerst terug naar de praktijk van Dick van Schie om een aantal uren ‘dienst te draaien’. Daarna ben ik nog wel even naar De Groene Weide geweest, waar een goed gesprek niet echt meer mogelijk was. Die jaren waren medebepalend om steeds AVV te blijven volgen, versterkt door de legendarische voetbalkampen in de 80’er jaren. Daaruit zijn blijvende vriendschappen ontstaan.
Sinds 2022 ben ik voorzitter van AVV. Toen ik minder ging werken, vroeg het toenmalige bestuur mij of ik deel uit wilde maken van het nieuw te vormen bestuur. Zeker na de coronaperiode hadden ook sportverenigingen het moeilijk. Ook speelde bij mij de zorg mee dat de gemeenschapszin in onze maatschappij aan het afnemen was. Dus heb ik ja gezegd, en heb ik met veel plezier en enthousiasme meegewerkt om AVV een doorstart te geven na de coronadip.
Wat betekent AVV voor mij? Het samenkomen van een blijvend vrijheid/vakantiegevoel op het eiland, waar wij ons als gezin vroeger en zeker ook nu ‘senang’ voelen, en daarbij bezig te zijn met voetbal. Werken als huisarts in een plattelandspraktijk en daarbij vrijwilligerswerk verrichten voor een voetbalvereniging in een kleine gemeenschap, is zeer vormend en leerzaam. Je maakt kennis met alle geledingen uit de maatschappij. Je kijkt nergens meer vreemd van op. Saamhorigheid, ergens je schouders onder zetten, leren relativeren, ergens extreem je best voor doen en frustraties overwinnen, alles kom je tegen. Een bijdrage leveren op deze manier aan een mooi ‘instituut’ op Oost-Terschelling is dan ook een dankbaar iets. Zeker als dat instituut ook nog bezig is met je favoriete teamsport.





AVV Meer dan voetbal



















Maak dit boek echt van jou met je eigen AVV herinnering...

...en je mooiste foto(‘s)
50 jaar AVV - een halve eeuw voetbal, vriendschap en verbondenheid op Terschelling
Samenstelling : Piet Noordenbos
Tekst : Gerry Visser
Fotografie : Gerwin Buren, Gerlof Dijkstra, Jacoba de Graaf, Piet Noordenbos, Neeke Smit, Gerry Visser, Vincent Zwart e.v.a.
Vormgeving : Jan Machiela
Uitgever : VIA Design
Drukwerk : DrukkerIJland.nl Terschelling
ISBN 9789490468231
NUR-code: 489
NUR-omschrijving: Sportverhalen
1e druk © 2025
Dank aan alle spelers, vrijwilligers, trainers, bestuurders, sponsoren en supporters die deze club door de jaren heen hebben gedragen. AVV is meer dan een voetbalvereniging. Het is een plek waar iedereen welkom is, waar samenwerking vanzelf spreekt en waar het hart altijd blijft kloppen.
Op naar de volgende vijftig jaar!
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende.
Colofon
In dit jubileumboek blikken we terug op vijftig jaar AVV: een halve eeuw voetbal, vriendschap en verbondenheid op Terschelling. Van de eerste bal die werd afgetrapt in 1975 tot het bloeiende verenigingsleven van nu: AVV was, is en blijft een club met een kloppend hart.
Laat je meevoeren langs sportieve hoogtepunten, bijzondere momenten en dierbare herinneringen. Van de bouw van het clubhuis tot de komst van profclubs als SC Heerenveen, Heracles en De Graafschap. Van het pionieren in de FVB-competitie tot de opbouw van onze jeugdafdeling en het 7x7-toernooi.
We pretenderen niet compleet te zijn. Vijftig jaar clubhistorie is onmogelijk in één boek te vangen. Maar wat je leest en ziet, is met zorg verzameld en met trots gedeeld. Gemaakt door en voor mensen die AVV een warm hart toedragen.



Samenstelling en teksten Gerry Visser en Piet Noordenbos