Romanmagazine Z&K 2026

Page 1


DE MEEST GELIEFDE FAMILIEROMANS IN ÉÉN SERIE

Abonnementenservice:

COLOFON Inhoud

T: 088 7002780 (ma t/m vrij 9 – 12 uur)

E: abonnementen@zomerenkeuning.nl

W: www.romanserie.nl

Het Romanmagazine is een uitgave van Uitgeverij Zomer & Keuning. Het magazine wordt verspreid onder abonnees van de Romanserie.

Redactie

Michelle Augustijn

Roos Kamies

Eline Stiekema

Nina de Rijk

Ontwerp en dtp

Studio Font www.studiofont.nl

Ontwerp cover

T4Design

Druk EMP

Uitgeverij Zomer & Keuning

Postbus 13288

3507 LG Utrecht

Beste abonnee,

Van harte welkom in het Romanmagazine, jaargang 2026!

Ik hoop dat u, net als wij, enthousiast wordt wanneer u door dit magazine bladert en alvast geniet van de nieuwe, prachtige romans van de bekende schrijvers van úw serie die komend jaar voor u worden samengesteld.

U leest over hun inspiratiebronnen, hun drijfveren en de passie waarmee zij hun personages tot leven wekken. In dit magazine vindt u leuke interviews en een kort verhaal van Gerda van Wageningen. En natuurlijk ontbreekt de woordpuzzel niet. Doet u mee?

De boeken van de serie zijn gebonden en voorzien van een kleurrijk omslag. En het gemak dat uw boekenpakket thuisbezorgd wordt, maakt uw leesplezier compleet. Met u kijken we uit naar deze splinternieuwe verhalen!

Wij wensen u een fijn boekenjaar en danken u hartelijk voor uw betrokkenheid als trouwe abonnee.

Met een hartelijke groet, Z&K Romanserie-team

Zin in meer leesuurtjes? Verrijk dan uw abonnement door de PLUS-serie toe te voegen en neem contact op met onze klantenservice: 088-7002780. Wij zijn u graag van dienst!

Monique Boltje Michelle Augustijn
Roos Kamies
Eline Stiekema
Nina de Rijk

Voor altijd

(Stoomtramtrilogie deel 3)

GERDA VAN WAGENINGEN

Het is 1923, en de achttienjarige Eva is op zoek naar een baan. Ze heeft als een van de weinige meisjes in die tijd een hbs-opleiding gevolgd, waardoor ze aan het werk kan als secretaresse in het ziekenhuis van Noordgouwe. Daar raakt ze bevriend met verpleegster Lia, en komt ze weer in contact met haar jeugdvriend Cornelis, die net als zijn vader dokter wil worden. Als jonge opgeleide vrouw moet ze helaas ook regelmatig het hoofd bieden aan spottende opmerkingen en pesterijen. Het ergst zijn echter de ongewenste intimiteiten van haar handtastelijke baas. Ze weet zich geen raad met zijn gedrag, maar vreest voor de gevolgen als ze erover uit de school klapt…

Eva durft niemand in vertrouwen te nemen over het ongepaste gedrag van haar baas

Gerda van Wageningen is de bekendste auteur van historische familieromans in Nederland. In haar boeken combineert ze het gewone gezinsleven en ontluikende liefde met boeiende geschiedenisfeiten, waarvoor ze veel online bibliotheken raadpleegt. Maar het leukste vindt ze toch haar contacten met ervaringsexperts. Haar grondige vooronderzoek werpt zijn vruchten af: een trouwe fan stak zoveel geschiedeniskennis op uit Gerda’s verhalen dat ze nu als vrijwilliger in museum Hoeksche Waard werkt.

Belofte voor morgen

In 2026 is Ria van der Ven-Rijken alweer dertig jaar actief als auteur. Voor haar schrijfproces zijn stilte en rust een absolute must om niet afgeleid te raken; zo kwam ze op het idee voor Belofte voor morgen tijdens een fietstocht. ‘Toen ik van huis vertrok had ik nog geen idee voor een roman. Maar bij thuiskomst, vier uur later, zat het hele verhaal in mijn hoofd.’

Wanneer Gloria haar intrek neemt in haar nieuwe boerderijtje, ontdekt ze een man in haar schuur: Sam. Sam is dakloos en omdat Gloria hem niet in de regen weg wil sturen, laat ze hem blijven. In ruil helpt hij haar met het opknappen van de boerderij. Hoewel haar familie hem niet vertrouwt, brengen Gloria en Sam veel tijd met elkaar door. Gloria’s hart ligt echter nog altijd bij Jack, die tien jaar geleden op zendingsreis naar Afrika is vertrokken. Ook Sam denkt steeds meer aan de mensen die hij in het verleden heeft achtergelaten.

Om van morgen te kunnen genieten, moet je het verleden kunnen afsluiten

Huis vol herinneringen PLUS

SANDRA BERG

Frances leidt een chaotisch leven vol muziek, wisselende baantjes en vluchtige relaties. Dan wordt het lichaam gevonden van haar moeder – die 14 jaar geleden spoorloos verdween – en moet Frances het verleden onder ogen zien. Met tegenzin keert ze samen met haar trouwe vriend Manuel terug naar het huis waarin ze nooit meer een voet had willen zetten. Maar achter de gesloten deuren van het inmiddels verwaarloosde huis ontdekt ze tussen het stof en pijnlijke herinneringen geheimen die haar beeld van haar moeder én van zichzelf flink opschudden.

Het ontbreekt Sandra Berg niet aan creatieve uitlaatkleppen. Zo is ze coördinator literatuur voor de stichting Kunst en Cultuur Leudal en werkt ze samen met de plaatselijke bieb, want ze stimuleert graag het lezen van en luisteren naar verhalen. Naast haar schrijfwerk houdt ze van schilderen en naaldvilten. Met haar creaties staat ze regelmatig op lokale hobbymarkten met handwerkcollectief ‘Ut Galerieke’.

Soms moet je terugkeren naar de plek waar alles misging om te ontdekken wie je werkelijk bent

ANNE-MARIE HOOYBERGHS

Geloof, hoop en liefde

1955. De negentienjarige Nell studeert voor verpleegster in het klooster in Antwerpen. Hoewel de zusters haar graag zouden laten intreden, heeft Nell haar twijfels. Ze besluit haar passie voor de verpleging te volgen en door te studeren voor verloskundige. Tijdens haar werk in het ziekenhuis ontwikkelt ze een speciale band met de charmante chirurg Koenraad. Wanneer Koenraad zonder gedag opstapt, loopt Nells vertrouwen in de liefde een grote deuk op. Misschien is ze toch beter af in het klooster…

Nell zet haar hart en ziel in om anderen te helpen, ondanks haar eigen hartzeer

Als u in de buurt bent van het Vlaamse Westerlo en er is een boekenmarkt, dan is de kans groot dat u Anne-Marie Hooyberghs tegen het lijf loopt. Ze is erg actief op boekenbeurzen, literaire markten, voorleesmarathons, bij presentaties en bij meet-and-greets die regelmatig in bibliotheken gehouden worden. Ook online is Anne-Marie te vinden, onder andere via haar website am.hooyberghs.wordpress.com, waar ook een handig lijstje te vinden is van al haar evenementen. Naast auteur is Anne-Marie ook kunstschilder.

Leven met een leugen

(De weg naar het licht deel 1)

INA VAN DER BEEK

1939. Na het overlijden van haar moeder blijft de zeventienjarige Elsa met haar zieke vader achter in hun verarmde boerderij.. Dan eist haar tante Agnes dat Elsa een passende opvoeding krijgt bij haar in Den Haag, in ruil voor financiële steun. Hoewel Elsa er niks voor voelt om in de stad te gaan wonen bij een tante die ze niet kent, denkt haar vriendin Truus daar heel anders over. Dus ze ruilen stiekem van leven: Truus gaat met Agnes mee en Elsa blijft bij haar zieke vader. Tante Agnes vermoedt niets, maar het leven van beide meisjes loopt anders dan ze in hun naïeve optimisme gedacht hadden, mede door het uitbreken van de oorlog. Hebben ze wel de juiste beslissing genomen?

De vriendinnen Elsa en Truus ruilen in het geheim van leven

Als auteur van zowel moderne familieromans als kinderboeken is Ina van der Beek al jaren een begrip op de christelijke markt. Tijdens de Kinderboekenweek bezoekt ze vaak scholen – in alle andere weken geeft ze lezingen tijdens ouderenmiddagen en voor verenigingen zoals de Passage. Voor het tijdschrift Elisabethbode schrijft ze een paar keer per maand boekrecensies.

Los van het verleden

Al op haar twaalfde stuurde Olga van der Meer een manuscript naar een uitgeverij. Haar eerste boek verscheen echter pas op haar dertigste, inmiddels tweeëndertig jaar geleden. Het heeft haar leven verandert: na tien jaar schrijverschap besloot ze te stoppen met de baan die ze naast het schrijven had en sindsdien is ze voltijdauteur. Nu legt ze zich volledig toe op het schrijven van haar romans en korte verhalen.

In dit los te lezen vervolg op Twee onder een dak laat Claudette laat zich meevoeren op de stroom, voegt zich naar de wensen van haar ex, blijft hangen in haar saaie baan en echt nadenken over de toekomst doet ze niet. Totdat ze ruw wakker wordt geschud: haar ex heeft een nieuw gezin. Dit dwingt Claudette om met nieuwe ogen naar haar dagelijkse sleur te kijken. Met de hulp van haar buren krabbelt ze uit haar dal, maar ze zal veel moeten veranderen om weer tot zichzelf te komen. Ze gaat op zoek naar werk waar ze energie van krijgt en besluit een psycholoog te bezoeken. Daar ontmoet ze Jelmer en Claudette lijkt nieuw geluk gevonden te hebben. Jelmer brengt echter ook de nodige bagage met zich mee. Komen ze hier samen doorheen?

Lukt het Claudette om los te komen van haar verleden en weer voor zichzelf te leven?

Mimi de Roode is niet erg gelukkig in het zomerhuis van Landlust, waar ze met haar moeder woont sinds haar vader is overleden. Als haar beste vriendin Antje zich gaat verloven, begint ook Mimi over haar eigen toekomst na te denken. Maar alles komt tot stilstand als een paar weken later een zware storm opsteekt. Het water komt hoger en hoger, tot de dijken breken. De familie De Roode zoekt een veilig heenkomen op de zolder van de boerderij, maar ook daar bereikt het water hen. In doodsangst drijven ze weg op de woeste golven. Lukt het hen om op de dijk te komen? En zullen ze daar wel veilig zijn?

De dolle dokter

GERDA VAN WAGENINGEN

Ze noemden hem stiekem achter zijn rug de dolle dokter, omdat hij graag paardreed en een goed springruiter was. Bert de Jong wist dat best, maar hij haalde er zijn schouders over op. Hij ging maar het liefst zijn eigen gang, dat was nu eenmaal zijn aard. Oudere mensen in het dorp hadden zijn grootvader nog gekend, die net als hij dierenarts was geweest. Net als die grootvader had hij een grote liefde voor huisdieren, van kinds af aan. Daarom had hij jaren later eveneens gekozen voor een studie diergeneeskunde. Hij hield van zijn vak. Laat de mensen maar kletsen, was zijn motto.

Hij was groot en wat grof gebouwd. Een meter vijfennegentig lang, met brede schouders, handen als kolenschoppen, schoenmaat achtenveertig. Vrouwen hadden nooit veel belangstelling voor hem gehad en in de jaren dat hij onder de pukkels zat, had hij daar veel verdriet over gekend. Hij was op veel fronten wat links en onhandig, hij wist het. Lomp zeiden de mensen soms, omdat hij nooit veel woorden gebruikte. Maar de mensen wisten ook dat dit meteen veranderde, dat zijn handen zacht en gewillig werden, zodra hij met dieren bezig was. Van paarden en honden hield hij het meest, maar ook katten waren maar zelden bang voor hem als hij zijn grote maar zachte handen naar hen uitstrekte. Ze voelden waarschijnlijk de liefde in zijn hart, had zijn moeder vaak gezegd. Mensen waren dat gevoel meestal kwijtgeraakt, maar dieren niet.

Maar tegenwoordig wist hij maar al te goed wat echt verdriet was. Afgelopen zomer waren zijn ouders volkomen onverwacht omgekomen bij een verschrikkelijk ongeval op de Duitse Autobahn, toen ze met hun auto naar Zwitserland reden voor hun jaarlijkse vakantie. Zomaar ineens was hij alleen achtergebleven. Nu stond Kerstmis voor de deur, en het laatste waar hij dit jaar zin in had, waren de feestdagen! De versierde straten en huizen stoorden hem op dit moment zelfs! Hij wilde er geen deel aan hebben en zag huizenhoog tegen kerst op. Goed, hij kon het ontvluchten door naar een hotel ergens ver weg in een zonnig land te vertrekken, maar daar zou hij even goed eenzaam zijn als thuis. Nee, dit jaar moest alles anders worden, als hij maar wist hoe.

De voordeurbel haalde hem uit zijn gepeins en even later nam hij zijn vijfde kerstpakket in drie dagen in ontvangst. Hij kon de gevers natuurlijk niet voor het hoofd stoten door bot te zeggen dat hij ze niet wilde hebben. Hij zuchtte dus in stilte en knikte maar wat, terwijl hij een bedankje mompelde. Een buurvrouw die toevallig langsliep moest de afkeer op zijn gezicht gezien hebben, want zomaar ineens kwam ze naar hem toe.

‘Foei, dokter! Er zijn genoeg mensen die maar wat blij zouden zijn met zo’n extraatje voor de feestdagen.’

‘Kende ik ze maar,’ reageerde hij schouderophalend. ‘Ik geef de kerstpakketten met plezier weg. Weet u niet iemand die blij zou zijn met zo’n extraatje?’

Ze schudde nadenkend haar hoofd. ‘Maar als u dat meent, dokter, heb ik wel een

suggestie. Morgenochtend is de voedselbank weer open.’ Ze noemde het adres in het naburige dorp, dat het grootste was van de hele streek. De twee vroegere dorpen waren in de loop der jaren bijna aan elkaar vastgegroeid. ‘Daar weten ze vast wel mensen die blij zouden zijn met zo’n mooi versierde doos met inhoud.’

‘Goed idee,’ knikte Bert. ‘Dank u wel.’ En meteen sloot hij de deur weer, want in verdere kletspraat had hij totaal geen zin.

De volgende morgen na het gebruikelijke spreekuur was het aantal kerstpakketten al gegroeid tot zeven. Zodra hij tussen de middag gegeten had, zette hij alle pakketten in zijn auto en reed naar het adres dat de vrouw had genoemd. ‘Ik zit ermee in mijn maag,’ vertelde hij aan de vrijwilligers die daar bezig waren. ‘Maar jullie kennen vast wel mensen die er blij mee zijn.’ Hij werd uitvoerig bedankt en met de laatste doos werd hij regelrecht naar een sjofel geklede man gestuurd, die in een hoekje zat met een hond in zijn armen. ‘Ze zeggen, dat ik u een plezier kan doen met dit pakket,’ hakkelde hij toch best opgelaten.

De man had droeve ogen. ‘Dit jaar wordt het een droeve kerst, dokter. Daar verandert geen kerstpakket iets aan. Mijn hond is erg ziek.’

‘Wel, ik ben dierenarts,’ was zijn impulsieve reactie. ‘Zal ik eens even naar uw hond kijken?’

‘Maar mijn portemonnee is helemaal leeg, dokter De Jong.’

‘Weet u wat, stap in en rijd even met me mee. Vandaag geef ik nog een kerstcadeautje weg. Ik zal gratis en voor niets kijken of ik je hond misschien kan helpen.’

Zo was het begonnen. De volgende dag hing er een briefje bij de voedselbank en weer een paar dagen later stond er zelfs een artikel in het gratis verspreide huis-aan-huisblad. De dolle dokter zou de dag voor Kerstmis gratis dieren behandelen van mensen die geen geld hadden om met hun zieke huisdier naar een dierenarts te gaan.

Al om zeven uur die dag stonden er enkele mensen voor de deur van de praktijk bij dolle dokter Bert.

‘Hij doet zijn bijnaam eer aan,’ wist iemand hoofdschuddend te vertellen.

‘Zoiets heb ik nog nooit gehoord,’ wist een ander.

Bert, op dat tijdstip nog maar net uit bed, met ongeschoren kaken en slaperige ogen, keek stomverbaasd naar buiten. Het sneeuwde licht. Er stond een straffe wind. Impulsief ging hij de gang door naar de praktijk en opende de deur.

‘Komen jullie maar vast binnen, anders worden jullie zelf nog ziek.’

Peinzend zette hij koffie en smeerde hij wat brood. Er klonk al snel levendig geroezemoes uit de wachtkamer. Wat heb ik me op de hals gehaald, vroeg hij zich een enkele seconde af. Ineens welde er een spontaan schietgebedje in hem op.

‘Geef me de kracht deze kerstdagen door te komen, Heer. Zo alleen, geef me rust en geduld om deze mensen vandaag te kunnen helpen. Dank u, Vader.’

Hij dacht onder het eten aan zijn moeder. Zij had een levensmotto gehad: leef dankbaar. Al jong had hij van haar geleerd dat een mens niet te veel moest bidden, maar vooral moest danken. Danken maakte een mens bewust wat het leven allemaal aan goede dingen bracht en dat was volgens zijn moeder beter dan bidden en allerlei wensen vervuld te willen zien. Bidden moest je vooral voor een ander. Dus hij bad dat hij de dieren die vandaag zijn hulp nodig hadden zo goed mogelijk kon helpen. Hij nam een snelle douche en met geschoren wangen en een schone witte jas liep hij zijn praktijkruimte binnen. Het was vijf voor halfacht. Er zaten zeker al zeven of acht mensen in de wachtkamer, die eigenlijk te klein was voor een dergelijke toeloop.

Zijn assistente was er nog niet eens. ‘Wie is de eerste?’ Het zou de langste dag uit zijn loopbaan worden. Een keur aan honden en katten kwam langs, als een stroom die bijna niet ophield. Hij behandelde eveneens twee konijnen en een fret. Hoeveel dankzeggingen hij al had gekregen, kon hij niet meer tellen.

Zijn assistente had om twee uur de deur van de praktijk achter zich dichtgetrokken. Ze was nog nooit zo nutteloos geweest, had ze gezegd, want ze mocht geen enkele rekening uitschrijven. ‘Je laat misbruik van je goedheid maken,’ had ze hem voor haar vertrek hoofdschuddend toegevoegd. ‘Prettig kerstfeest, Bert.’

‘Ja, jij ook,’ had hij slechts gemompeld, zonder op te kijken.

Een kwartiertje later kwam een van zijn collega’s langs met pillen, met allerlei zaken die hij over zei te hebben. ‘De dolle dokter,’ mompelde die hoofdschuddend, ‘iedereen praat vandaag over je.’ Maar hij ontsmette zijn handen, trok ook een witte jas aan en een paar uur lang werkten de twee mannen zwijgend samen.

Later in de middag had Bert een eindeloze reeks vlooienallergieën, etterende oogjes en ontlastingsproblemen behandeld, rotte kiezen getrokken, een tumor geopereerd en een aantal dieren ‘geholpen’ om onnodig voortplanten te voorkomen. Sommige dieren verbleven nog in zijn praktijk en de baasjes daarvan mochten vanavond terugkomen om ze weer op te halen. Enkele bazen had hij wel moeten vertellen dat hij hun lievelingen niet meer beter kon maken.

Om halfvijf was hij doodmoe en rammelde zijn maag van de honger. In de wachtkamer zaten nog steeds mensen. Het nieuwtje was snel rondgegaan. Hij keek hen aan. ‘Ik heb nog niets gegeten sinds vanmorgen en wil ik op mijn benen blijven staan, moet ik echt even een uurtje pauzeren. Wie het geduld heeft om te wachten, wordt daarna alsnog geholpen.’

Een oudere man met een bijna tandeloze mond en een oude kat op schoot, grinnikte. ‘U doet uw bijnaam eer aan. De dolle dokter! Maar ik ben u er dankbaar voor.’

Bert knikte en zodra hij zich had teruggetrokken in de rust van zijn huis, merkte hij dat zijn keel ineens dichtgeschroefd was. Een droeve kerst? Zo voelde hij het op dit moment allesbehalve! Plotseling had hij het gevoel dat dit de mooiste kerst ging worden die hij ooit had meegemaakt!

Hij zag mensen voor zijn huis stil blijven staan en met elkaar smoezen. Nu, ze

deden maar! Hij smeerde wat brood. Hij was helemaal vergeten boodschappen te halen, en zo meteen gingen de winkels dicht, maar daar kon hij zich nu echt niet druk om maken. Er zat vast nog wel het een en ander in de diepvries, en waarom leek het met Kerstmis tegenwoordig vooral om eten te moeten draaien? Zijn Kerstmis draaide dit jaar om liefde, liefde voor dieren, die misschien als eersten te lijden hadden onder de economische crisis en ja, dierenartskosten liepen soms heel erg hoog op.

Zodra hij gegeten had en zich daardoor wonderlijk snel weer opgeknapt voelde, ging hij verder. Maar naarmate zijn lichaam vermoeider werd, werd het in zijn hoofd al lichter en al helderder.

Het was al uren geleden donker geworden. Kerstavond. Het was halverwege de avond toen hij zijn laatste patiënt in de armen van zijn vrouwtje zag vertrekken. Net toen hij de deur van de praktijk weer achter zich dicht wilde trekken, kwam er een jonge vrouw het pad oplopen. Ze droeg iets in haar armen.

Hij was moe. Hij was al bijna veertien uur in touw geweest. In de benches lagen nog een hond en twee katten bij te komen van een ingreep. Die dieren zouden hier tot morgen moeten blijven. Of hij daarmee de zondagsrust ontheiligde? Het moest dan maar, het kon niet anders.

‘Mag ik binnenkomen, dokter?’

Vragend keek hij haar aan. Hij kende haar vaag van gezicht. Een mooie jonge vrouw. Ze woonde verderop in de straat.

‘Wie is er ziek?’ vroeg hij met een blik op het dichtgevouwen dekentje dat ze in haar armen droeg.

‘Niemand. Mijn vader liet onze honden uit en zag dat u nog steeds bezig was. Iedereen in de buurt heeft het vandaag over u. Mijn moeder dacht dat u weinig tijd heeft gehad om te koken, en wij hadden dit over.’ Onder het praten vouwde ze de deken open en kwam er een pannetje tevoorschijn. ‘Boerenkool, dokter, en nog een overgebleven bal gehakt. U kunt het zo op een bord doen en na het opwarmen opeten.’

Overrompeld keek hij haar aan. Hij aarzelde en werd weer even onhandig als hij altijd was zodra er geen dier meer in de buurt was. ‘O, dat is aardig. Ik heb inderdaad nog niet gegeten en…’

Ze huiverde in de snijdende wind en meteen deed hij een stap opzij. ‘Kom maar binnen. Ik heb er zelfs niet over nagedacht dat ik nog moet eten.’

‘Het is kerstavond, dokter.’ Ongevraagd trok ze haar jas uit, nam ze het pannetje weer uit zijn handen en liep ze door alsof ze hier dagelijks over de vloer kwam. In de keuken keek ze speurend in het rond. ‘Heeft u een bord voor me? Dan doe ik het eten erop en zet het in de magnetron. Ga maar zitten, de wachtkamer is leeg. Vandaag heeft u voor iedereen gezorgd en nu ben ik er om voor u te zorgen. Als u gegeten heeft, neem ik de lege pan weer mee, en hoop ik mijn moeder te kunnen vertellen dat

u alles met smaak heeft opgegeten.’ Ondertussen liet ze lustig haar handen wapperen. Het eten stond inmiddels in de magnetron en begon al snel een heerlijk verleidelijke geur te verspreiden, die hem deed watertanden.

Hij ging zitten, overrompeld door haar onverwachte aanwezigheid. Ondertussen vertelde ze hem dat haar ouders al jarenlang met kerstavond een aantal mensen uit het verzorgingshuis om de hoek uitnodigden. Dan las haar vader voor uit de Bijbel en zongen ze met elkaar kerstliederen. De mensen, die maar zelden familiebezoek kregen, kwamen graag. Ze aten elk jaar boerenkool. Zij en haar zus moesten altijd meehelpen met koken en bedienen, maar dat deden ze graag.

Hij luisterde en voelde een ongekende warmte in zich omhoogkomen. En gek genoeg voelde hij zich toch ineens verschrikkelijk alleen. Hij miste zijn ouders op dat moment zo erg dat er tranen in zijn ogen sprongen, net toen ze hem het bord met de dampende boerenkool wilde aanreiken.

‘Gaat het wel, dokter?’

‘Ik heet Bert,’ zei hij met een stem die ineens een beetje schor klonk. ‘En jij?’

‘Jennifer.’

‘Mooie naam.’

‘Eet nu eerst, anders wordt het koud.’ Ze wilde opstaan en hij vreesde een moment dat ze alweer wilde vertrekken. ‘Blijf nog even, Jennifer. Ik wil na het eten graag nog even een kop koffie met je drinken.’

‘Ik lust geen koffie, dokter.’

‘Bert.’ Hij keek teleurgesteld. Hij zag een gezellig gezin voor zijn geestesoog, en zij maakte daar blijkbaar deel van uit. Het gemis van zijn ouders was ineens bijna lijfelijk voelbaar.

‘Goed dan, Bert. Ik wil wel graag thee.’

‘Ik maak zo thee voor je en nee, je hoeft het niet zelf te doen. Jij krijgt thee en ik neem koffie.’ Ze moest de opluchting van zijn gezicht af kunnen lezen, meende hij. Gek, zo eenzaam had hij zich sinds die fatale ongeluksdag niet meer gevoeld, en waarom juist nu? Waarom, terwijl hij zich de hele dag zo tevreden had gevoeld met de opwelling die in hem was opgekomen om deze kerst zo heel anders te vieren dan hij gewend was geweest?

Hij had zijn bord al bijna leeg toen hij een van de katten hoorde piepen. ‘Even kijken of alles in orde is. Niet weglopen, hoor. Je bent nu net een kerstengeltje, zoals je daar met je blonde haar tegenover me zit.’

Ze giechelde en bleef zitten.

‘Ik heb de kat iets gegeven tegen de pijn,’ vertelde hij even later. Ze was al opgestaan, had zijn bord en bestek in de gootsteen gezet en wikkelde het pannetje weer in de deken om mee terug te nemen. ‘Eerst thee, en wil je je moeder bedanken voor het heerlijke eten?’ vroeg hij toen.

‘Natuurlijk do– Bert.’

‘We zien je morgen hopelijk in de kerk?’ knikte ze een kwartiertje later, toen ze weer was opgestaan en hij geen smoes meer kon verzinnen om haar nog wat langer bij zich te houden.

Eigenlijk was hij niet van plan geweest om te gaan. Al die mensen, al die ogen die hem onderzoekend of lacherig op zouden nemen. Hij wist best dat ze hem maar een vreemde vent vonden, die graag paardreed, die zelden de juiste woorden wist te vinden als er juist een leuke vrouw in de buurt was. Iedereen zou op hem letten, omdat men wel wist wat hij vandaag had gedaan.

Maar deed het er eigenlijk toe wat de mensen van hem dachten? Natuurlijk zouden er mensen zijn, die afkeurend beweerden dat hij werkte met Kerstmis als de laatste dieren werden nagekeken voor ze werden opgehaald. Maar zich zoiets aantrekken, deed hij niet. Je kon het nu eenmaal nooit iedereen naar de zin maken. Die nacht sliep hij voor het eerst in lange tijd diep en droomloos.

In gedachten verzonken was hij bij de kerk aangekomen.

‘Dat was mooi van u, dokter. Wij denken al te vaak dat Kerstmis is ontaard in een feest van lekker eten en dure cadeaus,’ zei een vrouw toen hij haar passeerde in het gangpad.

Hij knikte en voelde zich opgelaten door al die aandacht.

De eigenaar van de plaatselijke supermarkt kwam vlak voor de dienst begon naar hem toe. Hij propte met een hoogrode kleur een envelop in de jaszak van Bert en deze keek hem vragend aan. ‘Toen we in de krant lazen dat u gisteren kosteloos dieren ging helpen van mensen die dat zelf niet konden betalen, hebben wij gisteren in de winkel de hele dag een pot neergezet, dokter. Want u geeft injecties en medicijnen en dat kost u geld. Veel mensen hebben graag wat in die pot gestopt. De inhoud ervan zit nu in de envelop. Wij hebben het muntgeld omgewisseld voor papieren geld. Het is onze bijdrage aan uw goede daad.’

Had hij zich ooit eerder zo verlegen gevoeld?

Opgelucht luisterde hij later naar het evangelie van Lucas dat werd voorgelezen. Met een vredig gevoel in zijn hart zong hij de bekende liederen mee. Na de dienst stonden er ineens een paar kinderen voor zijn neus. Ze hadden een kartonnen doos bij zich en daar klonk een jammerlijk gepiep uit.

‘Dokter, iemand wilde deze katjes verdrinken,’ zei een klein knulletje met een grote snottebel aan zijn neus en met verlegen ogen. ‘Maar ik mag ze zelf niet houden.’

Voor Bert het besefte, stond hij daar midden in de menigte met een oude kartonnen doos in zijn armen, en de mensen glimlachten. Lachten ze hem nu uit of lachten ze hem toe? Ach, wat deed het er ook toe!

Hij rechtte zijn rug en liep met ferme pas terug naar zijn huis. In de loop van de dag werden de dieren opgehaald die hij had gehouden na hun operatie. Nu waren er alleen nog de hongerige katjes. Ze waren pas een week of drie oud en hadden hun

oogjes al open, maar ze moesten flesjes hebben en hij wist niet wat er met de moederpoes was gebeurd.

Het liep al tegen de avond toen er opnieuw werd gebeld.

‘Jennifer?’ stamelde hij verrast.

Ze had een kattenmand bij zich. ‘Dit is de moederpoes. Ik ben met de eigenaar gaan praten. Ik ken hem en de poes was verwaarloosd. Hij wil haar niet langer. Ze krijgt te vaak jonkies, zegt hij.’

Bert schudde zijn hoofd en mompelde dat daar gemakkelijk iets aan te doen was, maar ze stoorde zich niet eens aan hem en liep langs hem heen naar binnen. Slechts een paar minuten later keken ze samen toe hoe de jonge katjes door de moeder werden gevoed. Ineens, hij kon het niet helpen, barstte hij in een daverende lachbui uit.

Opnieuw was het kerstavond. Opnieuw stond er een grote pan met boerenkoolstamppot op tafel. En ook dit jaar was het een drukke dag geweest met gratis behandelingen, maar tegelijkertijd was er onnoemelijk veel veranderd.

Hij was de hele dag druk geweest samen met Jennifer, die inmiddels een opleiding volgde tot dierenartsassistente. Net als een jaar eerder had er al lang voor de gebruikelijke tijd dat hij zijn praktijk begon, iemand in sjofele kleren buiten staan wachten. Nee, hij had niets gezegd, er had niets in de krant gestaan. Maar hij opende wijd de deur en had de man binnengelaten. Er kwamen er die dag nog veel meer. Hij kon er wel om grinniken, zijn nieuwe kersttraditie! De mensen kwamen gewoon. En toen Jennifer even later terugkwam nadat ze boodschappen had gehaald, vertelde ze dat er een grote glazen pot stond bij de kassa van de supermarkt. Ook net als vorig jaar. En volgend jaar zou het niet anders gaan, wisten ze beiden.

Hij lachte naar Jennifer en zij lachte terug. Binnen luierde de moederpoes, die nooit meer weg was gegaan, samen met een van haar jongen in het zonnetje in de vensterbank.

Tekens van de tijd

JOHANNE A. VAN ARCHEM

Jos Meulenbelt weet niet beter of zijn ouders zijn in 1904 getrouwd. Als hij hun trouwboekje terugvindt, staat daar echter een heel andere datum in. Een datum die zou betekenen dat hij een buitenechtelijk kind is… Wat is de waarheid? Zijn ouders kan hij het niet vragen, want die zijn beiden overleden. Maar hij durft het ook niet te vertellen aan zijn twee broers en zus; dat zou vragen over de erfenis oproepen.

Tegen de achtergrond van het Europa in de jaren dertig, waarin politieke tegenstellingen op scherp worden gezet, ontstaat ook in het gezin Meulenbelt een tweedeling. Wie is te vertrouwen, en wat is het waard om familie te zijn?

Johanne A. van Archem is geboren en getogen in Twente en schrijft bij voorkeur over vroegere tijden in haar geboortestreek. Hoewel ze bijna elke dag wel bezig is met schrijven, beschouwt ze het nog steeds voornamelijk als een uit de hand gelopen hobby. Naar eigen zeggen is ze nóg fanatieker over genealogie, oftewel stamboomonderzoek. Tekens van de tijd is haar vijftigste roman en combineert haar beide lievelingsbezigheden.

Als Jos een fout vindt in het trouwboekje van zijn ouders, komt hij voor een groot raadsel te staan

Hartverwarmend KIRSTIN ROZEMA

Als het erop aankomt, kunnen deze buren altijd op elkaar rekenen

De Amberstate is een fijn appartementencomplex met twaalf bewoners. Een van hen is de alleenstaande Patty, die na 40 jaar trouwe dienst als kraamverzorgende met pensioen gaat. Ze vreest dat ze in een gat zal vallen zonder werk; stilzitten is niets voor haar. Bij een zorgboerderij in de buurt is vraag naar vrijwilligers, en algauw heeft ze weer genoeg te doen om zich geen moment te vervelen. Maar ze is de jongste niet meer, en dan laat haar lichaam haar plotseling in de steek. Ze moet worden opgenomen in het ziekenhuis, waar haar gevraagd wordt of ze iemand heeft om voor haar te zorgen. Dat brengt Patty aan het twijfelen; ze heeft immers geen partner. Wie kan ze vragen een oogje in het zeil te houden?

Wist u dat sommige karakters van Kirstin Rozema in meerdere verhalen te vinden zijn? Zo is Patty’s beste vriendin Netta de hoofdpersoon van Thuishaven en komt zij voor in een misdaadroman. Ook verschillende locaties komen terloops terug in andere verhalen. Hoewel al haar romans los van elkaar staan, zijn er voor de oplettende fan allerlei kleine overeenkomsten te ontdekken!

Een koffer vol moed

(De

familie Flaming deel 1)

MARGREET MALJERS

Flaming Chips bestaat 75 jaar en daarom wil de directie, bestaand uit de familie Hogendoorn, een boek laten schrijven over het ontstaan van het familiebedrijf. Babette, de jongste Hogendoorn, is journaliste en lijkt hiervoor de aangewezen persoon. Ze kan gebruikmaken van de aantekeningen van Susanne Flaming, de vrouw van de oprichter.

De aantekeningen nemen Babette mee naar het Gent van 1914. Susanne is dan zeventien en werkt bij een apotheek. Het is echter niet de dreigende invasie van de Duitse troepen, maar de handtastelijke apotheker die Susanne naar Nederland doet vluchten. Het weinige dat ze mee kan nemen, past in een koffer: wat kleren, haar dagboek en haar moed.

Het enige wat Susanne nodig had, was een koffer vol moed

Margreet Maljers komt uit een omvangrijke familie met een grote liefde voor muziek, lezen en verhalen. Zo speelt Margreet cello en piano, en zijn er meerdere uitstekende vertellers in de familie. Het is dan ook niet heel vreemd dat zowel Margreet als haar zus Reina Crispijn daar een tik van hebben meegekregen, zoals ze het zelf noemt. ‘Het zat gewoon in het pakket.’

Het huis achter de duinen

Nadenken over haar verhalen doet Simone Foekens meestal wandelend. Ze is dan gemakkelijk te herkennen aan haar spijkerjasje met de tekst: I’m a writer. Anything you say or do may be used in a story. Als ze niet aan het schrijven is, geeft Simone lezingen en workshops over schrijven. Daarnaast is ze lid van een fotografieclub en houdt ze blogs bij op haar website lezenisdromen.nl.

Jackie is gelukkig getrouwd met Geert en samen hebben zij drie kinderen, waarvan de jongste net uit huis is. Ze vinden het fijn om het huis voor zichzelf te hebben, maar beginnen de kinderen wel te missen. Dan gaat alles in één keer fout: Geert krijgt een klus waar hij veel voor moet overwerken, de winkelketen waar Jackie werkt gaat failliet, én haar vader overlijdt. Geert heeft het te druk met zijn werk, dus Jackie gaat alleen naar Seehorn om haar vaders huis op te ruimen. Hier ontmoet ze Bartel, die haar precies de steun geeft die ze nodig heeft. Het verwart haar: waarom kan Geert haar niet op deze manier steunen? Als Bartel haar uitnodigt voor een roadtrip naar Duitsland, staat Jackie op een tweesprong.

Wanneer Jackie haar man het hardst nodig heeft, lijkt hij onbereikbaarder dan ooit

Op weg naar Walter

GREETJE VAN DEN BERG

Om haar zestigste verjaardag te vieren, organiseren Jasmijns kinderen een groot feest. Daar raakt ze in gesprek met haar zwager, die vertelt dat zijn vrouw en hij een reis gaan maken met hun camper. Jasmijn voelt iets van afgunst, maar denkt dat zoiets niet voor haar is weggelegd. Tien jaar geleden overleed haar man en nu worden haar dagen gevuld met oppassen op de kleinkinderen. In haar eentje een grote reis maken, kan dat wel? Stelt ze haar kinderen dan niet teleur? Het idee blijft haar achtervolgen en het begint tot haar door te dringen dat ze altijd voor anderen heeft geleefd. In de dagen die volgen maakt ze plannen voor een rondreis door Europa. Onderweg leert ze veel over het leven, en over zichzelf.

70ste roman!

Jasmijn heeft anderen altijd op de eerste plek gezet, maar gaat nu op weg naar zichzelf

Greetje van den Berg verzorgt regelmatig lezingen, want ze geniet ervan om over haar werk te vertellen en haar lezers te ontmoeten. Ook voor achtergrondinformatie vind ze het fijn om met mensen te praten die een bepaalde situatie hebben meegemaakt. ‘Daar leer ik meer van dan googelen,’ legt ze uit. ‘Meestal probeer ik hen persoonlijk te ontmoeten, want dan krijg ik een nog beter beeld en het praat veel makkelijker dan door de telefoon.’

Gesponnen draden

Door lange boswandelingen ontstaan bijzondere vriendschappen

Het huis van Noraly is stil nu haar drie kinderen uitgevlogen zijn. Drie jaar geleden overleed haar man, waar ze het nog steeds moeilijk mee heeft. Om de eenzaamheid op afstand te houden, verrassen haar kinderen haar met een puppy. Het is een prachtige oplossing, want ze heeft weer een levend wezentje om voor te zorgen. Tijdens wandelingen in het bos ontmoet ze andere hondeneigenaren, waaronder Carina, die de hond van haar broer Daan vaak uitlaat. Door de ziekte van zijn vrouw kan hij namelijk niet altijd zelf voor zijn hond zorgen. Noraly raakt bevriend met broer en zus, en ontwikkelt een speciale band met Daan, doordat ze veel van elkaars verdriet herkennen. Maar hun situaties kennen ook veel verschillen, wat mooie, maar ook moeilijke gesprekken oplevert.

In 2001 verscheen het eerste boek van Thea Zoetemans hand. Maar, nuanceert ze: ‘Dat had al langer dan tien jaar in de kast gelegen, dus eigenlijk ben ik al auteur sinds 1990.’ Het was op aanraden van haar man dat ze het manuscript toch naar een uitgever stuurde en sindsdien zijn er 42 boeken van haar hand verschenen. Inspiratie haalt Thea onder andere uit nieuwsberichten en gesprekken die ze heeft als vrijwilliger in de huiskamer van Ridderkerk.

Puzzel & win!

1. Plek om boeken te lenen

2. Een boekenserie bestaande uit 3 delen

3. Klassieke bloemen van de liefde

4. De buitenkant van een boek

5. Ander woord voor schrijver

6. Plaats dicht bij zee

7. Om bagage in mee te nemen

8. Band tussen twee mensen, niet romantisch

9. Plaats waar treinen stoppen

10. Algemeen woord voor alles wat gelezen wordt

Los de prijspuzzel op en maak kans op een van de 5 originele streekpakketten.

Stuur uw inzending vóór 28 februari 2026 naar: info@zomerenkeuning.nl ovv prijspuzzel 2026 of in een envelop naar het adres hiernaast.

Zomer en Keuning Romanserie o.v.v. Prijspuzzel 2026

Antwoordnummer 4176 3500 BV Utrecht (postzegel is niet nodig)

Vermeld duidelijk uw oplossing, naam, adres, woonplaats en e-mailadres.

GREETJE VAN DER BERG VIERT HAAR

40-JARIG JUBILEUM ALS AUTEUR

GERDA VAN WAGENINGEN WORDT IN 2026 80 JAAR EN SCHRIJFT NOG STEEDS!

Olga van der Meer debuteerde in 1994

Martin Scherstra is onze enige mannelijjke romanschrijver in de serie

INA VAN DER BEEK EN SIMONE FOEKENS SCHRIJVEN

NAAST BOEKEN IN DE ROMANSERIE OOK KINDERBOEKEN

JOHANNE A. VAN ARCHEM IS EEN PSEUDONIEM, MAAR WAT HAAR ECHTE NAAM IS GAAN WE NATUURLIJK NIET VERKLAPPEN!

Sandra Berg heeft jarenlang in Zweden gewoond maar is nu weer terug in haar geliefde Limburg

Het Hoge Huys

(De

ambachtsheerlijkheid-trilogie

deel 1)

GERDA VAN WAGENINGEN

Op 22-jarige leeftijd zoekt Margot een betrekking in het Hoge Huys in Numansdorp, waar Andreas de Strassart woont, de rentmeester van een groot landgoed en de welvarende Ambachtsheerlijkheid, een groot landbouwbedrijf. Samen met zijn vrouw heeft hij vijf kinderen: volwassen zoon Hugo, volwassen dochter Andrea, en kinderen Pauline, Charlotte en August. In het huis verblijft ook ‘tante China’, een 89-jarige oudtante met een bijzondere porseleinverzameling. Margot onderwijst de twee jongste dochters en verzorgt tante China. Maar het is Hugo die haar aandacht trekt en die in haar alles ziet wat hij mist in zijn verloofde. Een relatie tussen hen is echter onmogelijk vanwege hun standenverschil en dit brengt Margot tot een lastige beslissing.

Wanneer Margot wordt aangenomen in het Hoge Huys, gaat er een heel nieuwe wereld voor haar open

Gerda van Wageningen is een echte veelschrijver. Haar eerste roman, Rijpend geluk, kwam uit in 1979. Het Hoge Huys is alweer nummer 137! In oktober hoopt Gerda haar tachtigste verjaardag te vieren, maar aan stoppen met schrijven moet ze nog echt niet denken. Wel is ze met deeltijdpensioen en schrijft ze ‘slechts’ twee romans per jaar.

Bont boeket

Pas op met wat je zegt, ’t komt in m’n boek terecht, waarschuwt de banner die Afra Beemsterboer en collega-auteur Mary Schoon meenemen naar alle markten waar ze hun boeken signeren en verkopen. Hoewel een groot deel van Afra’s schrijversleven binnenshuis afspeelt, doet ze haar inspiratie voornamelijk in de buitenwereld op. Het leuke van het uitzoeken van achtergronden voor haar verhalen vindt ze dat ze zo op plekken komt waar ze anders nooit zou komen.

Als Cisca op een avond in haar eentje naar het verjaardagsfeestje van haar zwager gaat – haar man heeft hoofdpijn en hun tienerdochters zijn uit logeren – kan ze niet bevroeden welk lot hun gezin te wachten staat. Want als ze weer thuiskomt, blijkt dat Ward niet zomaar wat hoofdpijn had. Hij heeft een herseninfarct. De volgende ochtend wordt Cisca wakker in de wachtkamer van het ziekenhuis. Als weduwe. Maar haar nachtmerrie duurt voort: Ward bleek een gokverslaving voor haar te hebben verborgen, en had enorme schulden bij een lange rij aan mensen en instanties. Hoe kan ze nooit iets gemerkt hebben van zijn gokprobleem? Kende ze hem wel echt? En hoe moet je rouwen om iemand die je vertrouwen zo heeft geschaad?

De geheimen van haar man maken het voor Cisca onmogelijk

om zijn plotselinge dood te verwerken

Het leven is mooi

OLGA VAN DER MEER

Ondanks haar zeer succesvolle auteurscarrière – haar oeuvre telt inmiddels al meer dan zestig boeken – is Olga van der Meer best aandachtsschuw. Waar lezers haar kunnen vinden? ‘Eerlijk gezegd vrijwel nergens. Ik ben dol op schrijven, maar treed niet gauw naar buiten. Daar krijg ik wel vaker kritiek op, dus ik ga proberen om mijn leven op dat gebied te beteren.’

De dag na haar veertigste verjaardag kondigt Julia’s vriend Sander aan dat hij een punt achter hun relatie zet. Julia is er altijd voor iedereen, behalve voor hem, is zijn redenatie. Vindt hij het gek?

Julia’s ene dochter blijkt zwanger en wil op zoek naar haar biologische vader, haar andere dochter verhuist naar Italië, haar kwakkelende ouders hebben hulp in huis nodig en haar gemakzuchtige broer steekt geen vinger uit. Laverend tussen alles wat moet en iedereen die haar aandacht vraagt, bezoekt Julia graag haar oma in het verzorgingstehuis. De dementerende dame heeft geen idee meer wie ze is, maar relativeert alle zorgen met een opgewekt motto: het leven is mooi!

Julia’s leven is verwarrend, chaotisch, en verre van standaard, maar boven alles is het mooi

Hou me vast OKTOBER

(Schokland-trilogie deel 1)

Om zijn geboorteplaats te ontvluchten, neemt de vrijgevochten

Nan een wel heel drastische beslissing

1812. In de familie Buter is jongste zoon Nan een vreemde eend in de bijt, want hij wil de visserij niet in. Daar heeft hij een goede reden voor – zijn vader is tien jaar geleden overboord geslagen en verdronken – maar op Schokland zit visserij nu eenmaal in het bloed. Nan wil daarom het liefst weg van het eiland en probeert zijn vriendin Emmy ervan te overtuigen met hem mee te gaan. Zij weigert echter en verbreekt hun relatie. Woedend en wanhopig vertrekt hij en sluit hij zich aan bij het leger van Napoleon, dat hem naar een front in Rusland stuurt. Hij is verder weg van Schokland dan ooit, maar het is in niets waarop hij gehoopt had…

Mary Schoon is vaak samen met collega-auteur Afra Beemsterboer op allerlei markten en braderieën te vinden. Daarnaast is ze graag aan het werk in haar tuin en werkt ze in de lente en zomer als vrijwilliger in de museummolen in Schermerhorn. Het is dan ook niet vreemd dat Mary vooral in de herfst en winter tijd heeft om te schrijven, wanneer het veel rustiger is in haar agenda én haar tuin.

Op zoek naar de waarheid

(De weg naar het licht deel 2)

INA VAN DER BEEK

De vriendinnen Elsa en Truus hebben er met een list voor gezorgd dat Elsa niet naar de grote stad hoefde te verhuizen, naar haar tante Agnes. In plaats daarvan heeft Truus zich voorgedaan als Elsa. Wanneer tante Agnes erachter komt dat de meisjes haar hebben bedrogen, heeft dat grote gevolgen. Ontgoocheld keert Truus terug naar haar geboortedorp, waar Elsa haar met open armen ontvangt. Maar Truus, die een groot geheim meedraagt, kan maar slecht wennen aan haar oude leventje. Door de komst van de Duitsers lopen de spanningen in het dorp hoog op en zeker op de boerderij, waar verschillende onderduikers zijn.

De vriendschap tussen Elsa en Truus wordt op de proef gesteld als Truus terugkeert naar de Achterhoek

Een vraag die auteurs vaak krijgen, is hoe ze aan alle namen voor hun personages komen. Ina van der Beek leent ze vaak van familie, vrienden of bekenden. Ze voegt eraan toe: ‘Maar van de minder leuke personages natuurlijk niet, daarvoor kies ik meestal gewone doorsnee namen. Dus nee, als een van de minder sympathieke figuren jouw naam heeft, weest gerust, ik bedoelde jou niet!’

Kleurrijke dagen

Greetje van den Berg schrijft het beste als ze naar klassieke muziek luistert. Op Spotify heeft ze daarvoor een hele lijst samengesteld. Wanneer ze een schrijfsessie begint, doet ze eerst haar oordopjes in en leest ze wat ze de vorige keer heeft geschreven. Zo komt ze goed in de stemming en kan ze zich afsluiten van de rest van de wereld.

Liz draagt altijd zwart, want ze wil absoluut niet opvallen. Haar diepgewortelde onzekerheid wordt niet geholpen door haar overgewicht, waar geen dieet of sport tegen is opgewassen. Tot overmaat van ramp maken haar collega’s allerlei grappen over haar uiterlijk en zelfs haar manager vernedert haar regelmatig.

Als Liz beseft dat haar leven stil lijkt te staan, stapt ze naar de huisarts in de hoop dat een maagverkleining een uitweg voor haar kan bieden. Een onderdeel van het zware traject dat volgt, is begeleiding door psycholoog Julius. Liz voelt zich eindelijk gezien en geniet van zijn aandacht. Maar naarmate ze elkaar beter leren kennen, neemt de afstand tussen hen steeds verder af, tot die niet meer professioneel te noemen is…

Liz wordt meegetrokken in een relatie die ze eigenlijk niet wil, maar waar ze niet zonder kan

Annabels droom

Annabel en Robert zijn met vervroegd pensioen gegaan, en met haar zestig jaar voelt Annabel zich nog jong en bijdetijds genoeg om een nieuw avontuur aan te gaan. Het is altijd haar droom geweest om een eigen restaurant te runnen dus wanneer ze in haar favoriete vakantiebestemming, Valkenburg, een eetcafé ziet dat ze over zou kunnen nemen, is ze meteen enthousiast. Robert is wat voorzichtiger: er is veel concurrentie en het opknappen van het pand zal veel tijd en energie kosten. Kunnen ze samen van dit experiment een succes maken?

Na haar pensioen besluit Annabel eindelijk haar droom na te jagen, maar is dat echt wat haar gelukkig zal maken?

Marleen Schmitz is een rasechte Limburgse en is dan ook opgevoed in het Limburgs. Op de lagere school leerde ze pas Nederlands en op de middelbare school Engels, Duits en Frans. Hoewel haar romans in het Nederlands geschreven zijn, blijft het Limburgs haar moedertaal. ‘Ik won in 2013 met een Limburgs literair verhaal de belangrijke Limburgse Veldeke Literatuurprijs. Daar ben ik nog steeds trots op.’

Verweven verleden DECEMBER

Voor de Romanserie schreef Martin Scherstra inmiddels 16 titels, maar zijn gehele oeuvre telt ruim 200 romans en andere verhalen. Met zoveel boeken is het logisch om af en toe een naam te herhalen. Is het u bijvoorbeeld al eens opgevallen dat er regelmatig een hondje genaamd Sky in de boeken van Martin Scherstra voorkomt? Deze vrolijke dwergpincher is het huisdier van de familie Scherstra.

Op een avond wordt er een zwaar gewonde man binnengebracht in het ziekenhuis. IC-verpleegkundige Julia en haar collega’s ontfermen zich over hem. De man, Bram Bos, blijkt nogal veeleisend en onplezierig in de omgang te zijn. Julia krijgt dan ook de schrik van haar leven als ze erachter komt dat hij haar halfbroer is. Ze heeft altijd gedacht dat ze enig kind was en ze had geen idee dat haar vader geheimen voor haar had. Dit dwingt Julia na te denken over haar relatie met haar vader, de waarden die ze van hem heeft meegekregen, en wat dit betekent voor haar eigen kijk op liefde en relaties.

Hoe ga je om met de ontdekking dat je een halfbroer hebt?

Bij het abonnementprogramma Klein ontvangt u vier keer per jaar twee boeken. In 2026 zijn dit:

Bij het abonnementprogramma Basis ontvangt u zes keer per jaar twee boeken. In 2026 zijn dit:

Het programma Plus staat voor acht extra boeken voor dezelfde aantrekkelijke abonneeprijs wanneer u abonnee bent van de serie Klein of Basis. Bij het abonnement op het programma Plus krijgt u, naast de boeken voor programma Klein of Basis, ook nog vier keer per jaar twee extra boeken. In 2026 zijn dit: JANUARI

Over de Romanserie

De Romanserie is een boekenserie van familieromans, feelgoodromans en historische romans door vertrouwde auteurs als Gerda van Wageningen, Greetje van den Berg, Ina van der Beek en vele anderen. Alle boeken zijn nieuw en speciaal voor de Romanserie geschreven: betrouwbaar, eerlijk en fijn voor het hele gezin. De boeken zijn van hoge kwaliteit, verschijnen in gebonden uitvoering en tellen ruim 200 bladzijden per boek.

Abonnementen

Er zijn drie abonnementen mogelijk: Klein, Basis en Plus. Op de linkerpagina vindt u het overzicht van de boeken die binnen elk abonnement vallen.

Een abonnement afsluiten kan het hele jaar door; u start dan bij de eerstvolgende zending na uw aanmelding. Het is mogelijk om boeken die eerder in de Romanserie verschenen zijn tegen de geldende abonneeprijs te kopen, zolang de voorraad strekt. Neem hiervoor contact op met onze klantenservice.

Abonneevoordeel

U ontvangt de boeken tegen een aantrekkelijke prijs van € 9,45 per boek – dat is € 18,90 per pakketje van twee romans. Uw voordeel bedraagt meer dan 50 procent op de geldende winkelprijs!

De boeken worden tegen verzendkosten thuisbezorgd (+€ 4,- verzendkosten per pakket).

Ze kunnen ook opgehaald worden bij een aangesloten boekhandel (geen extra kosten). De abonnementskosten worden door middel van automatische incasso na ontvangst van uw boekenpakket van uw rekening afgeschreven.

Naast uw abonnementszendingen ontvangt u geregeld een vrijblijvend boekenaanbod met aantrekkelijke koopjes of splinternieuwe uitgaven die aansluiten bij uw leeswereld. Ook waarderen we uw trouwe lidmaatschap af en toe met een leuke attentie.

Wij staan graag voor u klaar

Voor al uw abonneevragen kunt u mailen of bellen naar: abonnementen@zomerenkeuning.nl 088-70002780 (tussen 9 en 12 uur)

U sluit een abonnement af voor minstens 1 jaar. Daarna is opzegging maandelijks mogelijk. Zonder afmelding wordt uw abonnement automatisch verlengd.

DE NIEUWSTE,

MEEST GELIEFDE FAMILIEROMANS

THUIS IN UW BRIEVENBUS

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.