Eclips voorjaar 2016

Page 1

VOORJAAR 2016

NGH-SIJTHOFF UITGEVERIJ LUITI ERDAM.NL WWW.LSAMST

# 22

ionlezer van nu ntasy- en sciencefict fa de or vo t rif ch ds HĂŠt tij

MAAR LIEFST TWEE BOEKEN

TIP

ALEnX KMroARoSnHvAoLLoSr Ee Koud Zilver

KORTTEING

OP DE BES SERIES VAN HET AFGELOPEN JA AR

! g u r te is e n to S n ia r Ad rs te deel van de leesproef van he t ee

ur Een exclusieve groo ts te fantasy-aute ds an rl de Ne n va e gi Magycker-trilo Hair

bert H David ind H Pierre Grim dk oo H Anthony G y rr Te H rge R.R. Martin Golden eo er G H ph r to ie ris ill ar Ch M N t NIEUW WERK VA n Leckie H Julie An Janssens H An H n n Staveley ne en H rd Bernha Schwartz H Bria rd ha ic R H i sk Sapkow Ryan H Andrzej


Win het ultieme Game of Thrones-prijzenpakket!

Doe mee aan onze prijsvraag en maak kans op een van de tien prijzenpakketten met o.a. het nieuwste seizoen van Game of Thrones op dvd, het laatste boek Ên een van de unieke extra’s. Ga voor 1 juni 2016 naar lsamsterdam.nl/game-of-thrones/ en doe mee! Over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd 02


HET NIEUWSTE SEIZOEN

N U IN D E

WIN KEL

03


D N E K K O H C

Filmmagazine

S UWS E I N ed o g g i l e griez cefiction r a a j g i int ror, scien : het w t n a or rd onlinenden. n Al meehoogte van h e r e i p a op deltfilms. Op paan de Lage L land en n r e en cu te filmblad v d e N r jaar in uro per jaar e e p leuks r e e k e

jnt zes lt slechts 25 anden op de i h c s r e ieuws v onneert betaa dere twee ma ebsite voor je N d n e k Schok ie zich nu ab s voortaan ie . Bezoek de w rijsvragen p W België. hokkend Nieuw u can’t refusensies, nieuws, . o n vindt Sct. It’s an offer y bioscooprece besprekinge m e deurma ing, de laatst r dan 2.200 fil e ld aanme rchief met me www.schokkendnieuws.nl en04een a


Inhoudsopgave 15

06. RUIS

Het laatste nieuws als eerste

8. INGEZOOMD

Adrian Stone

10. PREVIEW

De Klauw

15. EEN KROON VOOR KOUD ZILVER 18. PREVIEW

Een Kroon voor Koud Zilver 26. INGEZOOMD

Het beste debuut van 2015! 28. KORTING

De verslavendste series van het moment 30. INGEZOOMD

De koningin van het sprookje

32. PREVIEW

De nieuwe Marillier 08

38

36. DE BRUG DER GETIJDEN

Jouw nieuwe favoriete epische fantasy

38. ART

Derk Venneman 42. INGEZOOMD

Alwyn Hamilton 44. PREVIEW

Rebel in de woestijn

32

48

48. KORT

De Borstenboom 58. VERWACHT

De kalender t/m augustus

05


DE MERCEDES KILLER IS TERUG

NIESCUHW IJNT VER UNI 7J

€10,

€10,

‘King in topvorm.’ ★★★★

NU.NL

‘King schrijft op vertrouwd hoog niveau.’

★★★★★

VRIJ NEDERLAND DETECTIVE EN THRILLERGIDS

‘Bloedspannend.’

06

★★★★

ALGEMEEN DAGBLAD


Redactienoot

[Colofon] Eclips is een uitgave van Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V. Postbus 289 1000 AG Amsterdam

Redactie Maarten Basjes Eindredactie Floor Appelman en Yvonne Verschuur

Publiciteit Saskia van Leeuwen, svanleeuwen@lsamsterdam.nl

Vormgeving DPS Design & Prepress Studio, Amsterdam

Productiebegeleiding Marte Kersten, Lideke Kruizinga en Paul Wilders

A New Hope Hoewel ik in mijn vorige redactienoot (én in Ruis) nog zinspeelde op de komst van een nieuwe George R.R. Martin – de hints waren wel duidelijk, toch? – moet ik mijn

Copyright © 2016

woorden nu weer inslikken. Zoals velen van jullie waarschijnlijk weten, was Martins

Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V.

nieuwjaarstoespraak niet heel erg hoopvol voor de vele wachtenden onder ons. Het

www.lsamsterdam.nl

nieuwste deel van Het Lied van IJs en Vuur zal, naar alle waarschijnlijkheid – er is tenslotte

Alle rechten voorbehouden.

altijd nog hoop – dit jaar niet meer verschijnen. Daar zijn wij natuurlijk net zo treurig over als jullie, maar het geeft ons ook de moge-

Omslagillustratie © 2016

lijkheid én tijd om te focussen op al die andere grote, toffe titels die we hier op kantoor

Legendary Pictures & Universal Pictures

liefhebben. Zo publiceren we deze maand het eerste deel van Adrian Stones gloednieuwe

voor Christie Goldens Warcraft

serie Magycker, getiteld De Klauw. Stones eerste uitstapje naar een andere wereld én andere cast! Smullen dus. (Kom voor een gesigneerd exemplaar naar Elfia in Haarzuilens.)

Deze editie van Eclips, voorjaar 2016, is

Daarna volgt het waanzinnige debuut van Alex Marshall, Een Kroon voor Koud Zilver, die

gratis verkrijgbaar in de boekhandel in

we brengen in een prachtige luxe gebonden editie; een poging om de lezer (weer) te

Nederland en België.

overtuigen van de schoonheid van het gedrukte boek. Hoewel we dat niet zouden durven als het niet ook inhoudelijk ijzersterk was. Een must read voor fans van het genre

In verband met de vroegtijdige

die aan vernieuwing toe zijn, maar ook voor alle amateurschrijvers onder jullie. Van

bekendmaking van de in deze Eclips

Marshalls taalgebruik kun je veel leren, zeker met de Nederlandse editie. Lees meer

opgenomen titels wordt voor de

over het boek verderop in dit blad.

vermelde verkoopprijzen, omvangen en

Voor wie toe is aan iets milders, kan ik Marilliers Meidoorn en Grim van harte aanbevelen.

verschijningsmaanden een voorbehoud

Niemand die zo goed sprookjes kan vertellen als zij. (Hoewel Naomi Noviks Ontworteld

gemaakt. Leesproeven en korte verhalen

aardig in de buurt komt.)

in dit blad worden in een vroeg stadium geplaatst en vormen geen exacte weergave

Heel veel leesplezier toegewenst en wellicht tot op Elfia!

van het uiteindelijke verhaal of product.

Maarten Basjes Adverteren in Eclips magazine? Neem contact met ons op via: adverteren@lsamsterdam.nl

Hoofdredacteur @MaartenBasjes

07


Ruis Het laatste nieuws als eerste!

Het Zwaard van de Radch Twee jaar geleden won Ann Leckie zo’n beetje elke fan-

tasy- en sf-prijs die je maar

kunt bedenken met haar

debuut Het Recht van de Radch, bij ons in mei 2015 versche-

nen. Deze zomer verschijnt

het langverwachte vervolg op dat boek, Het Zwaard van de

Radch, en keren we eindelijk terug naar de wereld van de soldaat Breq.

Breq, die ooit een oorlogsschip was, een wapen dat werelden veroverde en duizenden gedachten kon aan-

Zomerijs

sturen. Maar nu heeft ze nog

Het Lied van IJs en Vuur maar slecht kan verwerken is er toch

schip en een lastige crew

slechts een lichaam en dient

Voor wie het slechte nieuws over het volgende deel van

ze de keizer. Met een nieuw

troost! We stipten het in de vorige Ruis al even aan: Mar-

trekt Breq eropuit naar de

tins kinderboek De IJsdraak wordt opnieuw uitgebracht. Dit

enige plek in het universum

keer met illustraties van de Spaanse Luis Royo. Het verhaal

waarmee ze akkoord wilde

blijft uiteraard hetzelfde, maar dankzij Royo’s stijl ademt

gaan: naar Station Athoek.

het verhaal ineens een totaal andere sfeer. Noem het ge-

Om de familie te bescher-

rust een duister sprookje; de lieflijke tekeningen van de

men van een luitenant die

vorige editie zijn in ieder geval vervangen door prachtige

ze ooit in koelen bloede heeft

platen die kinderen heel spannend zullen vinden.

De Kinderen van Ji Na het grote succes van Het Geheim van Ji, de vierdeligereeks van Fransman Pierre Grimbert, is er nu eindelijk het vervolg! In juli verschijnt Het Vergeten Testament,

het

eerste deel van Grimberts

vijfdelige reeks De Kinderen van Ji. Waar het verhaal – je raadt het al – verdergaat met de kinderen van de erfgenamen. Ook dit keer weer met

08

vermoord.

prachtig artwork van het

kinderen

tietalent Dominik Broniek.

lijkt er voor deze nieuwe

Pools-Nederlandse

illustra-

De tijd dat de erfgenamen moesten vechten voor hun leven lijkt ver weg, maar het gevaar duikt toch weer op,

en op Bowbaq na, verdwij-

nen alle erfgenamen ineens spoorloos.

Niemand

weet

wie ze heeft ontvoerd of waar ze worden vastgehouden. En

als vervolgens ook nog hun

worden

belaagd

door moordzuchtige sekten generatie erfgenamen niets anders op te zitten dan zelf

op onderzoek uit te gaan. De

antwoorden op al die vragen zijn helaas maar op één plek te vinden: het eiland van Ji.

Ondertussen zint de door de tovenaar Saat geschapen demon Duyster op wraak...


Jürgen Snoeren auteur van De Demon van Felswyck Favoriete fantasyof sciencefictionfilm? Going Postal van Terry

Pratchett. Steengoede

verfilming van een van

zijn allerbeste romans.

Diepgang en humor gaan

dus prima samen, zo blijkt. Favoriete fantasyof sciencefiction-tv-serie? De eerste Battlestar Galactica (1978). Ik was jong en

bevattelijk en die serie

heeft een onuitwisbare

indruk op me gemaakt.

Mijn meest dierbare wens is heel lang geweest om

Starbuck te mogen zijn. Favoriete fantasyof sciencefictionboek of strip? De Sandman-strips van

Neil Gaiman. Toen ik dat

voor het eerst las, ging er letterlijk een wereld voor

me open. De rijkdom van

De Demon van Felswyck In augustus verschijnt er bij ons een bijzonder boek. Het debuut van een nieuwe Ne-

derlandse auteur. En niet zo-

maar iemand! Een professional uit het boekenvak, een oud-uitgever die diep van-

binnen eigenlijk schrijver

wilde worden. (En wie wil dat niet?) Een man met een

naam die bij velen van jullie waarschijnlijk wel een bel-

letje zal doen rinkelen. Het

gaat om niemand minder

dan Jürgen Snoeren, oud-uit-

vervolgens ook nog een bur-

uitgeverij waar grootheden

aan Feri om de demon uit te

gever van de Boekerij, de

als Robin Hobb en Raymond E. Feist hun eerste stap-

pen in Nederland zetten.

In Invocatie, het eerste deel van het tweeluik De Demon van Felswyck,

introduceert

Snoeren de epische wereld

van kruimeldief Feri. We volgen haar op haar rooftochten door de stad, totdat

ze, onbewust, een demon loslaat op de wereld. Als er

geroorlog uitbreekt, is het schakelen. Maar dat is mak-

kelijker gezegd dan gedaan.

de verhaallijnen, de vermenging van genres en

thema’s, de personages, de dialogen... perfect. Favoriete fantasy-

Met name als die demon de

of sciencefictionheld?

kaar uitspeelt.

van Ursula LeGuin. Naast

leiders van het land tegen el-

Ged uit de Aardzee-boeken

Lees meer over dit boek in

Sandman beïnvloeden de

de volgende Eclips, en kom

in augustus naar Castlefest voor een meet & greet met

de auteur en een gesigneerd exemplaar.

Aardzee-boeken me waarschijnlijk het meest. De kalme, feilbare menselijkheid van Ged is een

voorbeeld van een moderne fantasy-held.

09


Adrian Stone De terugkeer van de grootste fantasy-auteur van Nederland Bijna vier jaar geleden verscheen zijn laatste boek, het afsluitende deel van het Rune-tweeluik, De Eerste God. Maar er is goed nieuws! Want deze maand verschijnt het eerste deel van Stones gloednieuwe Magycker-trilogie, De Klauw. En niet zomaar een nieuwe trilogie, want voor het eerst laat Stone de hem zo bekende werelden Carolia en Kadish achter zich.

Adrian Stone Geboren 07-06-1958 te Maastricht Beroep schrijver Portret © Jelle Mollema

Dit is je zesde boek! Hoe voelt dat? Wat heb je geleerd? Het voelt fantastisch, omdat dit boek in meerdere opzichten een overwinning op mezelf is. Ten eerste

omdat het mijn eerste boek is na een lange pauze, ten tweede omdat het verhaal in een geheel nieuwe wereld gesitueerd is. Dat laatste is per definitie een uitdaging. Of ik wat geleerd heb moeten anderen maar beoordelen. Ik denk dat mijn schrijfstijl ongewijzigd is gebleven en dus toegankelijk. Ik ben geen man van ellenlange beschrijvingen of diepgravende bespiegelingen. Als ik schrijf voltrekt het verhaal zich voor mijn geestesoog en ik poog die ‘film’ op mijn lezers over te brengen. Waar ik mogelijk gegroeid ben, is in het vermogen om een sterke spanningsboog te creëren. Lezers van het manuscript van Magycker vertelden me dat het moeilijk was om het boek weg te leggen als je eenmaal de eerste paar hoofdstukken had gelezen.

010 10 | eclips


Ingezoomd

Een compleet nieuwe wereld dus. Dat is voor het eerst.

elementen dan mijn vorige boeken. Wat

gedachten. Dat is een bewuste keuze

beide series echter bindt, is het gegeven

geweest. Los daarvan zit er een duide-

Ja, het was tijd voor iets nieuws. Het

dat magie macht geeft, en dat macht hoe

lijke logica achter het feit dat het juist

heeft daarbij even geduurd voordat de

dan ook corrumpeert.

een autist is die het machtige en arrogante Aimerey op haar grondvesten doet

inspiratie echt kwam, zoiets is moeilijk

vergelijkbaar met de twee continenten

Een van de personages in het boek heeft autisme. Dat is vrij uniek, maar het zal ook niet makkelijk zijn geweest?

Wat heb je hierna nog in petto voor je fans?

in mijn eerdere boeken. Omdat ik nogal

Dat klopt. Ik ken autisme uit mijn direc-

De Klauw is het eerste deel van de Ma-

organisch schrijf – ik kijk zoals gezegd

te omgeving, dus ik ben bekend met de

gycker-trilogie. En net zoals in het eerste

naar een ‘film’ en vergeet wel eens dat ik

bijbehorende gedragspatronen. Daarbij

deel van de Duivel-trilogie laat het einde

feitelijk zelf het script ervoor produceer

moet je wel bedenken dat autisme veel

de lezers hopelijk verlangen naar méér.

– duurt het even voordat je zo’n nieuwe

gradaties en verschijningsvormen kent.

Natuurlijk zonder dat de verhaallijn

wereld intern consistent hebt gekregen.

Generaliseren is dus even gevaarlijk als

abrupt wordt afgebroken. In het tweede

Alles moet kloppen, anders is het geheel

onvermijdelijk. In het algemeen zijn au-

deel, waaraan ik al ben begonnen, zal de

niet geloofwaardig.

tisten sociaal niet zo

focus iets verschuiven.

sterk en vaak hebben

Maar daarover later

Wat zijn de grootste verschillen tussen deze wereld en die van de Duivel- en Rune-boeken?

ze

uitzonderlijk

meer. Belangrijker is

vermogen om zich op

dat de lezer zich ook

zaken te concentreren

in deel twee weer zal

In mijn vorige boeken lag het accent op

die hun belangstelling

kunnen verliezen in

de rol van godsdiensten en was de magie

hebben. Soms houden

de avonturen van de

‘god-gegeven’. Vooral in Rune heb ik ook

ze ook meer van dieren

hoofdpersonen.

laten merken wat ik vind van het dogma-

dan van mensen, sim-

tische en soms intolerante karakter van

pelweg

godsdiensten, een actueel thema.

geen

In Magycker gaat het onderliggend over

hebben.

een ander hedendaags probleem, de

Ik heb er bij het schrij-

kloof tussen arm en rijk. Magie staat

ven van Magycker voor

hier los van religie en is niet alleen ge-

gekozen om niet in het

commercialiseerd, maar ook gemonopo-

hoofd van de twaalfja-

liseerd. Hierdoor zijn de Magyckers van

rige autist te kruipen

het tovenaarseiland Aimerey waanzinnig

die het magiemonopo-

rijk geworden. Ook komen in deze serie

lie doorbreekt. Hij is de

draken voor, alhoewel niet altijd in de

enige hoofdpersoon van

vorm die de meeste lezers gewend zijn.

wie ik alleen gedragin-

Per saldo bevat Magycker meer originele

gen beschrijf en geen

af te dwingen. Bovendien is de Pelargo-archipel, de eilandengroep waar mijn nieuwe serie zich afspeelt, als wereld on-

een

omdat

dubbele

schudden.

dieren bodem

REEDS VERSCHENEN | € 17,99 352 blz. | Paperback AUTEUR Adrian Stone SERIE Magycker 1

Op de volgende pagina’s vind je een voorproefje van De Klauw.

011


Preview

DE KLAUW door Adrian Stone

O

rvil en Drovan staarden ontzet naar buiten. Marit

volgde hun blik en begreep waarom.

De draken waren letterlijk ontketend. Minstens tien van

hen hadden de staven die de kettingen op hun plaats hielden

Wat volgde was pure chaos.

Stenen vlogen de ruimte in en kalk kwam van het plafond.

De twee kooien vielen op de grond.

Orvil greep naar zijn hoofd. Een tegelscherf had een bloe-

uit de grond gerukt, waardoor ze zich vrij konden bewegen.

derige snee veroorzaakt. Het gaf Marit net de extra tijd die ze

maal één kant op: in de richting van de slachterij. Dat was des

le gewicht op hem. Beiden sloegen tegen de vloer, die vol lag

Ondanks het feit dat ze blind waren, liepen de beesten allete angstwekkender omdat ze niet waren gemuilkorfd.

Met een daverende klap vlogen tegels en stukken steen de

nodig had om hem te bereiken. Ze wierp zich met haar volmet steengruis.

Marit negeerde de pijn van de schaafwonden, greep in

ruimte in. Marit kromp verschrikt ineen. Door een gat in de

blinde woede een stuk steen en sloeg ermee op het hoofd van

Geschreeuw van de slachters werd overstemd door gebrul van

zich heen.

muur kwam een deel van een geschubde staart naar binnen. de draak.

‘Ga ze helpen,’ riep Orvil tegen Drovan. ‘Dat beest moet

dood, nu meteen!’ De Wapenbroeder knikte en maakte aanstalten om weg te rennen.

‘Wacht,’ riep Orvil. Hij maakte een beheerste indruk, on-

Drovan overhandigde hem het wapen.

danks alle hectiek om hem heen. ‘Geef me je dolk.’

‘Dank,’ zei de Louteraar. ‘Ik zie je daarna bij het schip, we

moeten hier weg.’

Drovan verliet de ruimte en Orvil liep terug naar Auric.

Marit zag dat haar broer weer bij zinnen leek te zijn gekomen.

de Louteraar, die ineenzeeg. Ze kroop overeind en keek om

De valk zat beklemd in zijn kooi, gelukkig. Rolly was ont-

snapt en zat piepend in een hoek. Door het gat in de muur zag ze de laatste stuiptrekkingen van de stervende draak. Drovan

stond met zijn rug naar haar toe, zijn langzwaard onder het bloed.

Marit wankelde naar Auric. ‘We moeten hier weg,’ hijgde

ze. Met de rug van een hand wreef ze de tranen uit haar ogen,

waarna ze de verschillende klemmen opende die haar broer vasthielden. Orvil lag nog steeds op de grond, zag ze uit haar ooghoeken. Hij kreunde zachtjes.

Auric hield zich al die tijd doodstil. Even vreesde ze dat Or-

Hij staarde gefixeerd naar de dolk in Orvils hand.

vils werk hem verdoofd had. Toen ze echter de laatste klem

mentale pijn blijkbaar op. Daar moet een einde aan komen.’

keek nog enigszins beduusd de kamer rond. Ze wilde hem om-

‘Jammer,’ zei de Louteraar. ‘Maar de draken vangen jouw

Er klonk oprechte spijt in zijn stem toen hij het wapen naar Aurics keel bracht.

De paniek die haar overviel gaf Marit ongekende kracht.

De ketting tussen haar enkelboeien belette haar om grote

De punt van de dolk was nog maar een handbreedte van

De doodskreet van de jonge draak ging door merg en been.

Ze kwam overeind en probeerde Orvil te bereiken.

losmaakte, kwam hij tot leven. Hij stond langzaam op en armen, maar Auric ontweek haar en rende naar de hoek waar Rolly zich bevond. Hij greep de roekil bij het nekvel, kuste het

dier op de snuit en stopte het weg onder zijn hemd, waar hij het met een hand tegen zijn borst drukte.

Marit stond onvast op haar benen. Alles deed pijn. Haar

passen te maken en in haar haast struikelde ze bijna.

hoofd, haar ledematen, maar ook Aurics reactie, hoe voor-

Aurics hals verwijderd...

De gehavende muur die hen van de slachterij scheidde

kreeg weer een opdonder.

012

spelbaar ook.

Orvil kreunde weer en hij probeerde overeind te komen.

‘Kom.’ Marit greep Aurics hand en trok hem mee de kamer

uit. Weg hier, nu ze de kans hadden.

Stofdeeltjes hingen als een grijze mist in de gang en be-


perkten het zicht tot een paar passen. Marit strompelde moei-

door een openstaande deur het gebouw binnen te dringen,

naar buiten markeerde. Auric paste zich aan haar tempo aan.

zaam in de richting van een lichtvlek in de verte, die een weg

Het lawaai achter hen stierf weg, maar van buiten het ge-

bouw kwamen geluiden die Marits maag deden omdraaien.

Het geschraap van drakenklauwen op een harde ondergrond, gevolgd door een laag gegrom.

Marit zette door, in weerwil van haar angst. Buiten wacht-

te hun gevaar, maar alles liever dan een zekere dood in de handen van Orvil en zijn Wapenbroeder.

Al hoestend bereikten ze een openstaande deur.

Maar ook een tafereel dat iedere beschrijving tartte.

Daarachter: zonlicht en frisse lucht.

Marit had draken nooit anders gezien dan als de trekdie-

ren die dagelijks langs de herberg sjokten: nukkig en gemuilkorfd, in toom gehouden door hun temmers.

Nu stond ze oog in oog met getergde vleeseters. De draken

die ze zag mochten dan oud en blind zijn, nu ze vrij waren gingen ze verwoestend tekeer met hun geschubde lijven en enorme kaken.

De kreet die ze had gehoord was afkomstig geweest van

een van de slachters. Marit wendde haar ogen af, want de

man lag aan stukken gereten op de grond, terwijl de draak die hem had gedood een bloedstollende brul liet horen.

Toen Marit weer durfde te kijken zag ze hoe de kaken van

het dier zich rond het lijk sloten. Ze hoorde botten versplin-

teren en moest bijna kokhalzen toen ze zag hoe de draak een been van het lijk scheurde en dat begon weg te kauwen. Dat

was des te schokkender omdat draken er nooit om bekend

hadden gestaan mensen te eten, ook niet voordat ze door Aimerey waren ‘bewerkt’. Deze beesten waren duidelijk buiten zinnen.

Ze greep Auric weer bij de hand en trok hem mee, de an-

dere kant op, weg van het monster. De overige draken binnen

haar gezichtsveld bevonden zich gelukkig op grotere afstand.

Eén sloeg met zijn stompe staart tegen de muur van het gebouw, zodat grote barsten ontstonden. Een ander probeerde

waardoor het steenwerk rond de houten lijsten verbrokkelde.

Marit leidde Auric naar de hoek van het gebouw. Ze liep

zo snel als de ruimte tussen haar enkelboeien toeliet. Even

overwoog ze terug het gebouw in te gaan, naar Eamon. Had

hij ook kans gezien om in deze chaos te ontsnappen? Moest ze hem zien te vinden? Tot haar verbazing voelde ze zich wel degelijk geroepen om naar hem op zoek te gaan.

Ze ging de hoek om en Eamon verdween net zo snel uit

Want op amper tien passen van haar af stond een van de

Ze verstijfde.

haar gedachten als hij daar gekomen was. grootste draken die Marit ooit had gezien.

Het beest moest stokoud zijn. De schubben hadden lang

geleden hun glans verloren. Ze waren verkleurd tot een dof grijsbruin. De klauwen waren afgesleten en bot. En de kleine

ogen van het dier waren niet alleen beschadigd door de toort-

sen die de slachters erlangs hadden gehaald maar tevens bedekt met een melkwit vlies.

De draak stond zó dichtbij dat Marit de zware ademhaling

kon horen. Het was alsof ze naast een blaasbalg in een smidse stond. Ze kneep hard in Aurics hand en probeerde de verlammende angst de baas te worden. Heel voorzichtig zette ze een stap naar achter.

Auric volgde haar echter niet.

Haar broer tuurde langs de draak, naar een gevaarte ver-

derop dat groter was dan het dier. Het was Orvils luchtschip, zag Marit. Twee mannen stonden op het achterbalkon van het vaartuig en haalden een anker op. Een van hen tikte de ander op de schouder en wees in de richting van de hoofdingang van

de slachterij, die zich aan deze kant van het gebouw bevond. Daar kwam net op dat moment een man naar buiten, geheel

in het wit gekleed. Het was Gart, ze herkende hem meteen. Hij liep naar het schip.

De draak draaide zijn grote kop naar haar toe en benam

Marit slikte en bleef doodstil staan.

haar niet alleen de adem, maar ook het uitzicht op Gart.

013


Preview

Het beest snoof en kwam een stap naderbij.

Marits hart leek een slag over te slaan. Het beest was wel-

Marit?’

En nog een stap.

iswaar blind, maar draken stonden bekend om hun uitstekende reukzin. Vluchten was zinloos... althans voor haar.

‘Rennen!’ riep ze naar Auric. Hij was niet geboeid, hij had

De draak was nu nog maar een paar armlengtes van haar

De adem van de draak walmde over haar heen. Ze rook rot-

Een paar eindeloze tellen verstreken.

Ze keek voorzichtig op en zag hoe de draak stil was blijven

nog een kans.

verwijderd. Marit kromp ineen en kneep haar ogen dicht. tend vlees en een vreemde, vuursteenachtige geur.

Maar er gebeurde niets.

staan, een blind oog strak gericht op Auric.

Haar broer stond nog steeds naast haar, met een onge-

woon serieuze uitdrukking op zijn gezicht. Hij leek volstrekt in zichzelf gekeerd.

Toen gebeurde het ongelooflijke. De draak draaide zich

om, snoof luidruchtig en liep toen met een voor zijn omvang verrassende snelheid in de richting van Gart.

De Magycker was bijna aangekomen bij het luchtschip,

waar de bemanningsleden een touwladder neerlieten. Het schip zweefde al een paar voet boven de grond.

Gart wilde net de touwladder grijpen toen hij omkeek.

De draak bereikte het schip en sloeg Gart met één machti-

Zijn gezicht veranderde in een masker van angst.

ge klauw tegen de grond. De Magycker schreeuwde het uit.

De twee mannen op het scheepsbalkon trokken hun

zwaarden en begonnen van bovenaf op de rug van het beest

in te hakken. Het leek de draak nauwelijks te deren. De grote

kop ging omlaag en verhief zich weer, met de wild spartelende Magycker tussen de kaken.

Marit hoorde een misselijkmakende ‘krak’ en Garts

Naast haar klonk een verbaasde zucht. Auric bevoelde met

schreeuw stierf weg.

zijn vrije hand zijn keel. ‘Ik kan weer praten,’ zei hij met krakende stem. Hij schraapte zijn keel. ‘Stomme Magycker.’

‘Hoe voel je je?’ vroeg Marit bezorgd.

‘Leeg,’ zei hij. Nu hij weer kon praten, hoorde ze ook de ver-

moeidheid in zijn stem. ‘Een beetje duizelig. En ik heb koppijn.’

De bobbel onder Aurics hemd begon te bewegen, in reactie

‘Veilig?’ zei Marit. Ze wankelde en zocht steun tegen de

op zijn stem. ‘Rustig maar, Rolly. Je bent nu veilig.’

muur. Ze wist niet of ze moest huilen of lachen. Ergens achter hen stortte een deel van een gebouw met luid gedonder in

elkaar. Overal was lawaai. Van woedende draken, van gillende mensen, van brekende ruiten. Het was alsof de wereld verging.

014

‘Veilig?’

Auric wreef met een hand over zijn hoofd en leek het onge-

loof in haar stem helemaal niet te horen. ‘Wat moeten we nu,

Toen ze niet meteen reageerde, trok hij aan haar mouw.

De draak stond er nog steeds. Het beest had Gart laten val-

‘Kan die ons meenemen?’ Hij wees naar het luchtschip.

len en richtte zijn woede nu op de twee bemanningsleden. Een ervan was van het schip gevallen en lag gewond op de

grond. De ander wilde zich terugtrekken in de kajuit, maar de

draak was sneller. De balustrade van het balkon versplinterde in een wolk van rondvliegend hout en het luchtschip begon

aan de achterzijde naar beneden te hellen, waarbij een van de twee drijvers de grond schampte. De man viel en gleed dwars door de kapotte balustrade van het balkon af. Hij kwam naast

zijn gewonde maat terecht. Beiden vielen in een oogwenk ten prooi aan de klauwen en tanden van de draak.

Marit schudde ontmoedigd haar hoofd. Het was zinloos,

‘Maar ik wil hier weg,’ zei Auric op opstandige toon. Voor-

zag hij dat zelf dan niet? ‘Dat is te gevaarlijk.’

dat ze kon reageren, begon hij in de richting van het schip te lopen.

Marit herpakte zich met de grootste moeite. Rillingen

trokken door haar lijf, alsof ze hoge koorts had. Ze voelde zich krachteloos, machteloos. Maar ze moest Auric volgen, hoe krankzinnig zijn plan ook was.

Marit strompelde achter haar broer aan. Was het wel een

plan? Luchtschepen fascineerden hem mateloos. Verder dan dat ging het waarschijnlijk niet.

Auric bereikte het gehavende vaartuig, dat zich nu toch

weer van de grond begon te verheffen. Hij liep met een boog

om de draak heen, greep de touwladder en klom naar het beschadigde balkon.

‘Kom snel,’ riep hij naar Marit.

Het luchtschip begon op te stijgen.

Ze probeerde harder te lopen, struikelde en viel. Marit krabbelde op.

Ze passeerde de draak en keek weg van het gruwelijke tafe-

reel. Het beest leek haar niet op te merken.

‘Kom nou,’ riep Auric met overslaande stem. Hij was zicht-

Marit kon nog net het uiteinde van de touwladder grijpen

Auric boog voorover en reikte haar een hand. Uiteindelijk

baar overstuur.

en trok zich met haar laatste krachten omhoog.

kreeg hij Marits pols te pakken en wist hij haar met een rood gezicht van inspanning op het balkon te trekken.

Het schip was nu al een manslengte boven de grond en

steeg gestaag, ofschoon het nog steeds licht naar één kant helde.

‘Stop!’ klonk een bevelende stem vanaf de grond.


Terwijl Marit zich krampachtig vasthield aan het stuk van

De man verliet zijn plaats bij het stuurpaneel en kwam op

de balustrade dat nog intact was, zag ze hoe twee mannen het

Marit en Auric af. ‘Naar het balkon,’ beval hij. ‘En blijf daar tot

mantel was besmeurd en gerafeld en hij had een doek om zijn

deed.’

gebouw uit kwamen. Het waren Orvil en Drovan. Orvils dure

hoofd gebonden. Het pantser van de Wapenbroeder zag rood van het drakenbloed.

‘Wacht!’ riep Orvil luidkeels.

‘Als de stuurman dat hoort, zijn we verloren,’ hijgde Ma-

rit. Achter haar was de deur die toegang gaf tot het binnenste van het schip. Ze liet de balustrade los en pakte de klink van de deur voordat ze haar evenwicht kon verliezen.

Marit stapte naar binnen, gevolgd door Auric.

Het enige wat telde was de reactie van de man aan het an-

Tijd om zich te vergapen aan het interieur had ze niet.

dere einde van de kajuit, de man in het wit bij het stuurpaneel. Het was geen Magycker, gelukkig. Aan het roer stond

een lange, kalende man, gekleed in hetzelfde gewatteerde tenue als de twee die buiten de dood hadden gevonden.

Hij stond met zijn rug naar hen toe. ‘We zijn beschadigd,

verdomme,’ zei hij. ‘Ik hoop niet dat de integriteit van de bespreuking is aangetast.’

ik weer geland ben. Dan mag je aan Orvil uitleggen wat je hier

Marit greep Auric bij de arm en liep voetje voor voetje ach-

teruit. Haar broer had Rolly onder zijn hemd vandaan gehaald

en hield de roekil tegen zijn borst gedrukt. Hij leek eerder oog te hebben voor de pracht en praal van de kajuit en het uitzicht door de ramen dan voor de naderende stuurman.

Marit botste met haar rug tegen de deur. De klink prikte in

‘Wegwezen,’ snauwde de man, met zijn dolk naar het bal-

haar zij.

kon wijzend. ‘Voor ik me bedenk en er bloedvlekken op het

tapijt komen.’ Zijn ogen flitsten van Marit naar Auric en ze zag de minachting op zijn gezicht. De iele jongen met zijn

vuile kleren, verwarde haardos en zijn troeteldier in de armen vormde bepaald geen imponerende tegenstander.

Marit nam een beslissing, ontstaan uit wanhoop. Een-

maal buiten wachtte een zekere dood. Ze liet zich languit op de vloer vallen en duwde uit alle macht tegen zijn benen.

De stuurman verloor zijn evenwicht en belandde vloekend

Hij denkt dat wij bemanningsleden zijn, realiseerde Marit

naast haar op de vloer. De dolk viel uit zijn handen en stui-

‘Ik probeer eerst nog wat hoogte te winnen,’ vervolgde de

de haar opzij en was haar voor. Ze was geen partij voor hem,

zich.

stuurman. ‘Dan blijven we daar hangen en wachten we op een signaal.’

Marit schonk Auric een waarschuwende blik en bracht een

Het schip steeg langzaam en enigszins schokkerig verder.

vinger naar haar lippen.

Ze lieten het dak van de slachterij nu onder zich en waren buiten het bereik van de draken.

Marit kon amper helder denken. De zenuwen gierden door

haar keel. Als ze de stuurman probeerde te verwonden, zou

het schip neerstorten. En als ze niets deed, zou hij hen straks aan Orvil uitleveren. Een onmogelijk dilemma.

‘Hoe is het daarbuiten? Wat is de schade precies?’ De man

draaide zijn hoofd om. Hij had een hoekig gezicht met harde trekken. Zijn vragende frons veranderde in een uitdrukking van verbijstering. ‘Hoe komen jullie...?’

Marit hief haar geboeide handen op, met geopende pal-

men naar voren. ‘We zijn ongewapend,’ zei ze. ‘We zijn het

schip op gevlucht om aan de draken te ontkomen.’ Dat was nog niet eens onwaar.

De ogen van de stuurman vernauwden zich tot spleetjes.

‘Jullie zijn toch die gevange...’ Hij maakte zijn zin niet af en

terde weg. Marit reikte naar het wapen, maar de man duwuitgeput als ze was. Hij kroop schrijlings op haar en hief de

dolk omhoog. Ze probeerde onder hem weg te rollen, maar dat lukte niet.

Marit greep vertwijfeld naar de pols van de hand die de

dolk omklemde. De stuurman gaf haar met zijn andere hand

een stomp in het gezicht en haar grip verslapte. ‘Stomme teef,’ zei hij hijgend, terwijl ze het wapen langzaam op zich

af zag komen. Ze hoorde zijn stem door een waas van pijn. En

niet alleen zíjn stem. Op zangerige toon gesproken syllabes leken door de kajuit te kronkelen.

‘Nee!’ gilde Marit. ‘Dood hem niet, Auric.’

De stuurman keek verschrikt achter zich, waarschijnlijk

bang dat de jongen een wapen had bemachtigd en hem in de nek ging springen.

Auric was daar inderdaad, maar met lege handen. Hij had

de roekil op de grond gezet en zong iets wat alleen maar een spreuk kon zijn. De man wilde met zijn dolk in Aurics richting

zwaaien, maar de jongen deed een stap opzij en legde een vinger in de nek van de stuurman. Hij stopte met het zingen van de spreuk en sloot zijn ogen in concentratie.

Tijdens Aurics gezang was de verbeten grijns op het ge-

trok de dolk die aan de riem rond zijn middel hing. Met zijn

zicht van de stuurman veranderd in een uitdrukking van puur

minderde vaart en bleef zweven, waarbij het nog steeds enigs-

verkeerde moest een spreuk herkennen als hij die hoorde. Hij

andere hand drukte hij een hendel naar beneden. Het schip zins scheef bleef hangen.

ongeloof. Een man die zo vaak in de nabijheid van Magyckers

wilde iets zeggen, maar de woorden bestierven hem op de lip-

015


Preview pen. De dolk glipte uit zijn vingers en hij greep met beide han-

doen wat je altijd al doet: dit schip besturen.’

Marit keek in verbijstering toe hoe het gezicht van de man

toe. Marit hoorde aan zijn stem hoe vermoeid hij was. Geluk-

‘Laat hem leven, Auric,’ bracht ze uit. ‘Alsjeblieft.’

‘Auric!’ riep ze.

den naar zijn hals.

verkleurde en zijn ogen begonnen uit te puilen.

De stuurman was langzaam aan het stikken.

Haar broer leek uit een trance te ontwaken. Een diepe

zucht trok door zijn lichaam en hij wankelde even. Zijn trek-

ken verzachtten en op datzelfde moment leek de stuurman weer lucht te krijgen.

‘En ons te wijzen waar het brood ligt,’ voegde Auric eraan

kig niet te moe om aan eten te denken.

De man leek zich op haar voorstel te bezinnen. Hij staar-

de Auric een tijdlang peinzend aan en stond zichtbaar in

tweestrijd. Uiteindelijk knikte hij gelaten. Waarschijnlijk ging hij ervan uit dat ze toch niet ver zouden komen met een

beschadigd schip, vermoedde Marit. En dat leek ook haar een angstwekkend logische gedachte.

De stuurman liep naar voren en al snel voelde Marit dat ze

Marit kroop overeind. ‘Is dit die spreuk van Gart?’ vroeg ze

verder stegen. Het schip bleef echter ietwat scheef hangen en

Auric knikte vermoeid. Hij liep naar een met kussens ge-

man het stuurwiel vast, pakte een stuk papier en schrijfbeno-

ademloos.

vulde stoel en liet zich erin vallen. ‘Ik ben heus niet zo dom als jij wel eens denkt,’ zei hij op beschuldigende toon.

‘Dat ben je zeker niet, Auric. En dit was ronduit briljant

Een dunne glimlach trok over zijn bleke gezicht.

van je.’

De stuurman was weer enigszins bij zinnen gekomen. Hij

greep naar de dolk die naast hem lag. Auric fronste zijn wenk-

trilde lichtjes toen ze aan vaart wonnen. Even later zette de digdheden en schreef iets op.

Hij hield het papier omhoog.

Marit wees naar het zuiden. Ze had geen idee waar ze heen

WAARHEEN?

moesten, maar Semaris wilde ze zo snel mogelijk achter zich laten.

Intussen kwam Auric aangelopen met een bord vol desem-

Marit had zich niet gerealiseerd hoeveel honger ze had.

brauwen en de man maakte een geluid alsof hij moest kok-

brood en een pot met roomboter. Hij glunderde.

een spook zag. Hij opende zijn mond, maar wist niet verder te

Toen ze rechtop ging zitten om een stuk brood te pakken, voel-

halzen. Hij staakte zijn poging en staarde Auric aan alsof hij komen dan een verstikt gerochel.

Marit was intussen opgestaan en schopte het wapen bij

hem weg. Voor het eerst sinds hun vlucht uit Oftenooi ervoer ze iets van bevrijding, zelfs trots. Ze schuifelde voorzichtig naar een raam en keek naar buiten.

Onder hen was de chaos alleen maar toegenomen. Een

deel van de slachterij was ingestort en ook de omliggende gebouwen waren beschadigd. Wat was er met Eamon gebeurd? Leefde hij nog? Zou hij kunnen ontsnappen? Ze hoopte het.

Enkele draken liepen nog vrij rond, maar de agressie waar-

mee ze daarstraks hadden huisgehouden leek bekoeld. Tussen

de puinhopen lag een aantal lijken en Marit zag dat ook twee van de draken waren gedood. Orvil stond een eind verderop. Hij werd beschermd door Drovan en een stel gewapende slach-

ters. De Louteraar tuurde naar boven, naar het schip. Hij kon

haar niet zien, besefte ze. Het donkere glas maakte het onmogelijk om van buiten naar binnen te kijken.

Terwijl Marit daar zo stond begon ze de pijn van haar won-

den en kneuzingen weer te voelen. Ze liep naar Auric en liet

zich naast hem in een van de stoelen ploffen. De stuurman

was intussen overeind gekomen. Hij bevoelde met een benauwd gezicht zijn hals, precies zoals ze Eamon en Auric had zien doen. Van zijn eerdere bravoure was niets meer over.

‘We willen hier weg,’ zei Marit tegen hem. ‘En als je wilt

blijven leven, help je ons daarmee. Je hoeft alleen maar te

016

de ze ineens iets prikken in haar achterzak. Met moeite wist ze het voorwerp te pakken.

Marit hapte naar adem.

Haar gedachten flitsten terug naar die verhitte discussie

De blauwe edelsteen glinsterde met een geheel eigen licht.

met Eamon, destijds in de grot bij Falmir. Ze had dit kleinood toen in haar zak gestoken en had er daarna weinig aandacht meer aan geschonken.

Maar nu kon Eamons kavellasteen een uitweg bieden.

Want kieskeurig kon ze niet meer zijn.


A LLES LIEP OP ROLLETJES, TOT A A N HET

BL OEDB A D ‘Deze gespierde wraakroman leest als een Tarantino-film: een vermakelijke mix van avontuur en komedie, afgewisseld met duistere momenten, scherpzinnige dialogen en explosieve scènes.’ BOOKLIST ‘Fans van diepzinnige verhaallijnen, ijzersterke heldinnen en fantasy-verhalen die je van begin tot eind bezighouden, zullen dit boek verslinden.’ RT BOOK REVIEWS ‘Een eersteklas fantasy-avontuur... een schitterende verhaallijn, grimmige humor en een tandenknarsende intrige.’ PUBLISHERS WEEKLY ‘Boordevol verbeelding en vindingrijkheid... Fantastisch!’ JOHN GWYNNE, AUTEUR ‘Fans van Steven Erikson, Mark Lawrence of Joe Abercrombie zullen genieten van Een Kroon voor Koud Zilver.’ DJANGO WEXLER, AUTEUR   017


Coverstory

VIEW

• LEES E

ERS E PRE

EES EERST DE

RE

Een Kroon voor Koud Zilver

TD

P

Alex Marshall

SE

W

LEE

•L

VIEW •

ERST

DE PREV

IE

Alex Marshall is een pseudoniem voor

Twintig jaar geleden trok de gevrees-

eerste dingen die ik bedacht, werden ook

een veelgeprezen auteur die eerder ver-

de generaal Kobalt Zosia met haar Vijf

de eerste scènes van het boek: de klas-

schillende romans in verschillende gen-

Trawanten en een huurlingenleger ten

sieke fantasy-opzet van een bloeddorsti-

res heeft gepubliceerd .

strijde en bracht ze het grootste impe-

ge horde die zich op een vredig gehucht

rium op de Ster ten val. Toen er geen ti-

stort, maar waarbij dan een oudere

tels meer te winnen waren en geen we-

vrouw de enige overlevende is in plaats

relden meer te veroveren, zette ze haar

van de jonge held.’

eigen dood in scène en verdween haar

legende in de geschiedenisboeken.

nen, huurlingen die zich laten steken

Nu is het vreedzame bestaan dat ze

door insecten om high te worden, vrou-

voor zichzelf had opgebouwd ech-

wen met grotere snorren en spierballen

ter wreed verstoord door een aanval

dan hun mannelijke tegenspelers, homo-

op haar dorp. Zosia zint op wraak en

seksuele

trekt opnieuw ten strijde. Maar als ze

huisdieren en echo’s van verloren cultu-

gerechtigheid wil, zal ze eerst de con-

ren. Marshall verwerkt alles op uiterst

frontatie aan moeten gaan met wrok

geloofwaardige wijze in zijn klassieke

koesterende vijanden, oude bondgeno-

fantasy-debuut. ‘Het boek kwam niet zo

ten wier loyaliteit twijfelachtig is en

tot stand omdat ik per se meer diversiteit

een vreemd leger, dat optrekt onder

in fantasy wilde zien, maar omdat dit de

een wel heel vertrouwde banier.

personages en de wereld waren waar-

Zijn wereld zit vol grofgebekte non-

koningskoppels,

demonische

over ik wilde schrijven. Diversiteit was

018

Marshalls verhaal over een vrouwelijke

het resultaat, maar de drijvende kracht

heldin van middelbare leeftijd deed inter-

was simpelweg het beschrijven van de le-

nationaal een hoop stof opwaaien. Niet

vens, de worstelingen, en de samenlevin-

in de laatste plaats vanwege zijn frisse

gen van interessante personages. Ik kom

kijk op het genre, en zijn speelse omgang

bijna in de verleiding om te zeggen dat

met bestaande (ongeschreven) regels. ‘Ik

dat niet moeilijk was, om die diversiteit

werk op een vrij lineaire manier, dus de

toe te voegen aan mijn verhaal, maar dat


is niet helemaal

oude verhalen te herkau-

en mensetende beesten. ‘Als ik mag kie-

waar.

Natuurlijk

wen. Daarom is mijn hoofd-

zen, dan zou ik gaan wonen in de Im-

kostte het enorm

persoon ook net even iets

maculate Archipel. Het heeft die naam

veel moeite om

anders dan je zou verwach-

niet voor niets: rustige stranden, warme

deze

personages

ten. Zosia, de oude krijger-

blauwe zeeën, en een heerlijke keuken.

en hun culturen te

koningin met haar duivels-

Bovendien, als ik in een van de meer ont-

verzinnen,

maar

hond. Zij is de spil van het

wikkelde streken van het continent zou

ik denk dat schrij-

hele boek, een personage

wonen, dan zou ik het waarschijnlijk ook

ven, en specifiek

dat behoorlijk in tweestrijd

iets langer dan twee weken onthouden,

het bedenken van

is. Het schrijven van haar

wat ook wel een voordeel is.’

werelden,

scènes was zowel intens als

moeilijk is. De di-

verlichtend.’

deel van een geplande trilogie. ‘Elk deel

versiteit van het

De Ster, de wereld die

leg ik er een schepje bovenop – er zijn

verhaal

altijd

Een Kroon voor Koud Zilver is het eerste

zorgde

Marshall bedacht als toneel

geen makkelijke uitwegen in deze serie,

daarbij niet voor

voor zijn verhaal is een we-

en de beslissingen die de personages ne-

een extra barrière.

reld die heel vertrouwd lijkt

men in het eerste boek beïnvloeden niet

en toch ver weg voelt. Van

alleen hun eigen levens, maar ook het lot

oosterse sferen tot middel-

van hun wereld. Klassieke fantasy heeft

eeuwse

steden.

natuurlijk een lange traditie waarbij de

Marshalls liet zich op aller-

complete wereld altijd in gevaar is, maar

lei vlakken inspireren. Veel

ik denk dat zelfs veteranen onder de le-

plaatsnamen

zers van hun stoel zullen vallen bij het

Ik denk dat ik

vooral

interes-

sante personages probeer

te

cre-

Een Kroon voor Koud Zilver REEDS VERSCHENEN | € 29,99

686 blz. | Gebonden AUTEUR Alex Marshall

ëren, en ze dan ook

interessante

Europese

komen

van

problemen voorschotel. Ik doe mijn best

bekende heavy metal-bands, en de we-

om de personages de plot te laten bepa-

reld zelf heeft, zoals de naam al sugge-

len, zowel door klassieke stijlfiguren te

reert, de vorm van een pentagram, een

vermijden, alsook ze te gebruiken. Dat

vijfpuntige ster. Een wereld met vele ver-

gezegd hebbende, ik ben hier wel om

schillende culturen en onheilspellende

nieuwe verhalen te vertellen, niet om

regio’s gevuld met kwaadaardige legers

lezen van het einde van deze trilogie.’

Een Kroon voor Koud Zilver ligt nu in de winkel!

019


Preview

EEN

KROON VOOR

KOUD ZILVER

Alles liep op rolletjes, tot aan het bloedbad.

D

e cavalerie van heer Hjortt, bestaande uit tweehon-

derd lansen, verspreidde zich door het kleine dorp. Ze

kolonel, heer Hjortt, zagen ze eruit als een troep huurmoordenaars op paarden, die voor het grootste deel van de tijd nauwe-

lijks het benul hadden om te doen wat hun werd opgedragen. Als de ridder vechthonden had kunnen leren om slag te leveren zou hij daar de voorkeur aan hebben gegeven, gezien de mate

van vertrouwen die hij in dit stel had. Niet veel dus, met andere woorden, bar weinig.

Hij gaf ook niet om honden, maar een hond was te vertrou-

Het gehucht lag verspreid over het laatste grasveld voor twee

wen, al was het maar om zijn ballen te laten likken.

kale, steile bergpieken, die pal tegen elkaar aan stonden. Het

was aan alle kanten ingesloten door een donker woud, alsof de wildernis een val had opgezet voor de onvoorzichtige reiziger. Een typisch bergdorp dus, hier in het gebergte van Kutumban. Er stond alleen een lage, versterkte stenen muur omheen om de

wolven buiten te houden, en af en toe een lawinetje, dat door de omringende hellingen op de nederzetting werd losgelaten zodra de sneeuw begon te smelten.

Heer Hjortt had zijn troepen regelrecht door de openstaan-

namen hun posities in tussen de huizen die voor de helft in

de poort in de muur geleid en reed via het hoofdpad naar het

schouwer zou de slecht geëffende weggetjes met ‘straten’ heb-

het gebouw in kwestie. Er stond een heg van ontbladerde ro-

vakwerk waren uitgevoerd. Slechts een zeer welwillende be-

ben aangeduid. De strijdrossen gingen langzamer lopen en bleven vervolgens redelijk eendrachtig staan. De ruiters zaten

kaarsrecht in het zadel, net zo recht als de lansen die ze schrap zetten tegen hun stijgbeugels. Het was een ongewoon warme namiddag in de herfst en na de lange aanloop tegen de steile

helling van de vallei op, droop zowel paard als ruiter van het

zweet. Toch zette niemand zijn koperen helm af. In het felle,

alpiene zonlicht dat schitterde op hun wapens, harnassen en het ijzerbeslag, en met hun verschoten rode mantels die de onvermijdelijke vlekken bedekten, leek het alsof de cavalerie zó uit een legende was gestapt, of van een van de wandkleden in

grootste huis van het dorp... wat niet veel zei ten gunste van zenstruiken omheen en het was krap anderhalve verdieping hoog. De raamloze voorgevel van rood baksteen was onderbroken door een raster van zwart vakwerk, en het bemoste rieten

dak stak omhoog als een heksenhoed. Precies in het midden,

als een mond, zaten grote dubbele deuren. Ze waren zo hoog en breed dat twee ruiters naast elkaar naar binnen konden rijden

zonder hun helm af te zetten. Toen hij bij de opening in de heg aan de voorkant van het huis kwam, zag heer Hjortt dat een

van deze eikenhouten deuren op een kier stond, maar net toen hij dat detail in de gaten kreeg ging de deur dicht.

Heer Hjortt glimlachte even en hield zijn paard in toen hij

het huis van de burgemeester kwam aan galopperen.

bij de rozenstruiken aankwam. Hij riep met zijn diepste bari-

hun luiken gluurden hebben uitgezien. Maar in de ogen van de

Kolonel van het Carmijnse Imperium. Ik wil de vrouw van de

Tenminste, zo moest het er voor de dorpelingen die door

020

tonstem: ‘Ik ben heer Efrain Hjortt van Azgaroth, Vijftiende


burgemeester spreken. Ik heb uw burgemeester onderweg ont-

de runderen, als een wanhopige drenkeling die probeert een

vacht vast en een lichtvoetige blonde jongen van tussen de tien

moet. Terwijl hij uitrust in mijn kamp...’

Iemand achter hem grinnikte hierom, maar toen heer Hjortt

zich in zijn zadel omdraaide kon hij de schuldige niet lokalise-

ren. Het kon zelfs een van de twee dienaren van de Keten zijn

geweest, zijn persoonlijke lijfwachten, die hun paarden voor

de doornhaag hadden laten stoppen. Hij wierp de lijfwachten en de ruiters die bij hen in de buurt stonden een vernietigende

blik toe, dezelfde blik waar zijn vader altijd zo buitengewoon

stuk drijfhout te pakken te krijgen. De hand greep een zwarte en de twaalf jaar oud sprong met een grote boog tevoorschijn en landde op de brede rug van een bergkoe. Hij keerde het beest

naar heer Hjortt om en deed dat even moeiteloos als de man uit

Azgaroth zijn strijdros onder controle had. Ondanks dit staaltje van vaardigheid en behendigheid bleef de ridder onbewogen.

‘De burgemeestersvrouw,’ zei heer Hjortt. ‘Ik moet haar

‘Ik denk het wel,’ zei de jongen met een blik over zijn schou-

gul mee was. Er viel niets te lachen, dat had toch duidelijk

spreken. Nu. Is ze thuis?’

pummel van een burgemeester van deze stronthoop uit de weg

der, ongetwijfeld om naar de stand van de zon te kijken in de

maals, het spijt me van mijn koeien. Ze zijn erg onrustig,

moeten blijken uit de manier waarop heer Hjortt die boerenhad geruimd.

‘Ahum.’ Heer Hjortt draaide zich weer om naar het gebouw

en probeerde het opnieuw. ‘Uw burgemeester bevindt zich in mijn kamp en ik kom met zeer belangrijk nieuws. Ik wil onmiddellijk de vrouw van de burgemeester spreken.’

Iemand? Niemand. Het hele dorp keek stilletjes en bevreesd

vanuit hun schuilplaats naar hem, dat kon hij voelen in zijn

pijnlijke dijbenen. Maar niemand trotseerde het daglicht om hem onder ogen te komen of om hem verder te helpen. Boeren – wat een zielig zooitje.

‘Nog een keer!’ riep heer Hjortt, die zijn paard aanspoorde

luwte van de bergen die zich boven het dorp verhieven. ‘Nogheer. Ik moest ze vroeg naar beneden halen, omdat er een paar

dalen verderop een gehoornde wolf is gezien. En eh, ik had de schuurdeur niet goed op slot gedaan.’

‘Je bespioneerde ons, hè?’ zei heer Hjortt. De jongen grijns-

de. ‘Ik zal het voor deze keer door de vingers zien, als je naar binnen gaat om je meesteres te halen.’

‘De vrouw van de burgemeester is waarschijnlijk in haar

huis, mijnheer, maar daar mag ik niet meer komen vanwege mijn onbehoorlijke gedrag,’ zei de jongen zichtbaar trots.

‘Is dit niet haar huis?’ Hjortt keek bedachtzaam naar het ge-

van het Carmijnse Imperium en ridder van Azgaroth, te ont-

‘Nee, heer. Dit is de schuur.’

heer Hjortt gunde diegene geen voldoening door zich een twee-

en de tuin van de burgemeester in reed, naar de dubbele deuren toe. ‘De familie van uw burgemeester dient mij, kolonel vangen, of...’

De twee deuren sloegen met een klap open en een golf logge,

harige beesten baande zich een weg naar buiten, het zonlicht

in. Voordat de man uit Azgaroth kon uitwijken of zijn zwaard

kon trekken, hadden ze hem al omsingeld. Hij hoorde een gedempt gelui van klokken – duidelijk het signaal dat de verrassingsaanval was ingezet – en het hongerige gegrom van de troep, en...

De kudde dromde om hem heen, snuffelend aan zijn paard

met hun brede, slijmerige neuzen, maar nu de dieren aan de beperkte ruimte van het gebouw waren ontsnapt bleek dat ze helemaal niet op meer opwinding uit waren.

‘Het spijt me heel erg, heer,’ klonk ergens bij hem in de

buurt een stem met het accent van het bergvolk. Er kwam een

kleine, bleke hand boven het vee uit, midden tussen de golven-

bouw.

Een van zijn trouweloze soldaten grinnikte opnieuw, maar

de keer om te draaien. Als het werk van vandaag erop zat zou hij de schuldige gaan zoeken, en die zou dan wel merken wat ervan kwam als je de commandant uitlachte. Omdat hij nog geen twintig was beschouwde de cavalerie de nieuwe kolonel

kennelijk als een groentje, net als de rest van het Vijftiende Re-

giment, maar hij zou ze spoedig laten zien dat een jongeling niet per definitie een groentje was.

Nu hun flinke veehoeder in contact was getreden met de in-

dringers, deden de dapperste inwoners hun vrolijk geschilderde deuren open en kwamen stilletjes op hun veranda’s staan. Ze hadden duidelijk een diep ontzag voor de soldaten van het Imperium. Heer Hjortt gromde tevreden – het was zo stil geweest in het gehucht dat hij zich al had afgevraagd of de dorpe-

021


Preview

lingen misschien getipt waren over hun komst en op een holle-

lijfwachten, broeder Iqbal en zuster Portolés, waren te voet

De mogelijkheid dat het een val kon zijn liet hem niet los, maar

tje de bergen in waren gevlucht.

‘Waar is het huis van de burgemeester dan?’ Hij keek de jon-

gen met een felle blik aan en liet de teugels in zijn handschoenen kraken.

‘Ziet u dat pad?’ zei de jongen, en hij wees naar het oosten.

Toen hij langs de vinger van de knaap keek zag hij een weggetje

naast een langgerekt huis en een kleine poort in de muur rond het dorp. Daar liep een onduidelijk pad omhoog, over de met gras begroeide voet van de steilste bergpiek in de vallei.

‘Mijn kijkglas, Portolés,’ zei heer Hjortt, en zijn lijfwacht

kwam met haar paard naast hem staan. Heer Hjortt wist dat

verdergegaan over het blootliggende, steil oplopende graniet.

tijdens de klim waren ze niets vijandelijkers tegengekomen dan een kolibrie. Nu zijn ogen gewend waren aan het vreemde diffuse licht van dit laatste beboste gedeelte zag hij iets meer

dan honderd meter boven hen een bescheiden, gepleisterd huis op de rand van het volgende rotsplateau liggen.

Broeder Iqbal lachte en zuster Portolés vloekte, maar in haar

uitbarsting zat meer humor dan in zijn lach. Ze liepen verder tussen de bomen en begonnen toen aan de laatste etappe.

‘Bij alle... duivels van Emeritus...’ pufte Iqbal, ‘waarom...

als hij dit onbetaalbare voorwerp in zijn eigen zadeltas mee-

woont een burgemeester... zo ver... van zijn dorp?’ De graan-

een manier zou vinden om het te stelen, maar bij zijn potige

doel werd gebruikt, vertraagde zijn slakkengang nog meer.

droeg, een van zijn schurkachtige soldaten waarschijnlijk wel krijgsnon zouden ze dat geen van allen durven flikken. Ze over-

handigde het hem en heer Hjortt haalde het zware koperen haviksoog uit zijn hoes. Dit was het enige geschenk dat zijn vader

hem ooit had gegeven dat niet een of ander wapen was, en hij

zak die hij over zijn schouder droeg en die nu voor een ander

‘Daar kan ik wel drie redenen voor geven,’ zei Portolés. Ze

zette de kop van haar zware houten strijdhamer op de grond en leunde op de lange steel. ‘Kijk eens achter je.’

Heer Hjortt bleef ook staan om even te pauzeren – zelfs met

greep elk excuus aan om het te gebruiken. Toen hij het spoor

zijn betrekkelijk lichte rijharnas aan was het een verdomd rot-

door het veld omhoog en zag dat het in het omringende woud

ren snel gestegen. Onder hen lag het schilderachtige plaatsje,

door zijn instrument uitvergroot had gevonden, volgde hij het verder liep. Tussen het groen van de dennen en sparren liep een spoor van geelkleurende espen en toen hij door zijn kijkglas

nog verder omhoogkeek, zag hij dat deze gouden ader helemaal doorliep tot boven op de berg.

‘Ziet u het?’ vroeg de veehoeder. ‘Daarboven wonen ze. Het

is niet ver.’

H

eer Hjortt bereikte een valse top en bleef tegen een boom staan leunen. De dunne stam boog mee onder

zijn gewicht en de koperkleurige bladeren ritselden. De witte

tige klim. Toen hij zich omdraaide floot hij waarderend. Ze waingenesteld aan de voet van de bergen. Achter de dunne streep

van de muur strekte de weelderige vallei zich uit tot in de verte. Een kronkelende beek scheidde de oostelijke bergketen van

de westelijke. Heer Hjortt was echt geen bloeddorstige bruut met maar één doel voor ogen – hij had wel degelijk oog voor

de allure van een woonstee hoog boven je vazallen, omringd

door de schoonheid van de schepping. Als deze onfortuinlijke missie voorbij was kon hij misschien de burgemeesterswoning ombouwen tot een jachthuis, zodat hij daar ’s zomers kon verpozen met sport en ontspanning in de schone berglucht.

‘Dit is het beste uitkijkpunt van de hele vallei,’ zei Portolés.

bast gaf af op zijn mantel. Het zigzaggende pad dat in de steeds

‘Het biedt het dorpshoofd ruim de tijd om te beslissen hoe hij

derlijk geworden voor de paarden, dus heer Hjortt en zijn twee

steiler wordende berghelling was uitgehouwen, was te verra-

022

zijn gasten wil verwelkomen.’

‘Zou ze de ketel al voor ons op het vuur hebben gezet?’ zei


Iqbal hoopvol. ‘Een kop jachtthee zou er bij mij wel in gaan.’

burgemeester. Het was op dezelfde manier gebouwd als de hui-

Hjortt maar ze ontweek zijn blik. Vanaf het moment dat hij

een niet al te steil klif hing. Dat ziet er aardig uit, dacht heer

‘Wat deze missie betreft, kolonel...’ Portolés keek naar heer

haar had ingelicht over datgene wat hun hier te doen stond

had ze haar onbehagen slecht weten te verhullen met valse bravoure. De ridder kon zich al voorstellen wat er ging komen. ‘Ik vraag me af of het bevel...’

‘En ik vraag me af of de gezagsdragers van de kerk mij twee

anathema’s hebben meegegeven om bij iedere stap die ik zet

hun mitsen en maren te laten horen en voortdurend overal vraagtekens bij te zetten, in plaats van mijn opperbevel te

respecteren als kolonel van het Imperium,’ zei heer Hjortt. De wangen van de grote vrouw kregen een kleur die deed denken

aan een bloeduitstorting. ‘Azgaroth is al bijna een eeuw een trotse en trouwe dienaar van de koningen en koninginnen van Samoth, terwijl jullie pausen bij elke feestdag opnieuw in op-

stand schijnen te komen. Dus vertel me nog eens wat het nut is van jullie adviezen.’

Portolés mompelde een verontschuldiging en Iqbal rommel-

‘Denken jullie dat ik plezier beleef aan wat we moeten doen?

de nerveus met de vochtige zak die hij droeg.

Denken jullie dat ik mijn soldaten deze taak zou laten uitvoeren als ik de keus had? Waarom zou ik zo’n bevel geven als

het vermeden kon worden? Waarom...’ Heer Hjortt kwam net

op stoom toen hij een felle pijnscheut door zijn schedel voelde gaan. Zo hevig en onaangenaam als het was, het ging na een paar tellen weer over. Het zette hem zenuwachtig aan het

denken. Bezorgde een van die twee heksen hem die hoofdpijn

zen in het dorp, maar het had een veranda die over de rand van

Hjortt, afgezien dan van het hek, dat gemaakt was van botten. Boven op elke naar buiten gebogen elandsrib stond de schedel

van een of ander beest: vleeruilen, marmotten en bergvossen. En boven de deur van het huis hing een enorme schedel die van

een gehoornde wolf moest zijn. Toen de veehoeder opmerkte dat er eentje in het gebied was gesignaleerd, had heer Hjortt aangenomen dat het hoofd van die jongen vol zat met datge-

ne wat zijn koeien produceerden, maar misschien slopen er in dit verlaten gebergte nog wel een paar rond. Wat opwindend

om een jachtpartij op zulk zeldzaam wild te organiseren! Toen

kraakte de deur onder de schedel en verscheen er iemand in de opening.

‘Aangenaam, vrienden. Jullie komen van ver,’ begroette de

vrouw hen. Ze zag er krachtig uit, maar ze was niet zo groot als

Portolés. Haar gelaatstrekken waren hard als de weg naar haar

huis. Ze moest ooit behoorlijk sterk zijn geweest, op een boerse

manier, toen haar lange, zilveren haren nog blond of zwart of rood waren geweest, naar achteren gebonden in vlechten op de manier die Hjortt zo mooi vond... Maar nu was ze gewoon een bejaarde vrouw als alle andere, minstens vijftig winters oud. Te oordelen naar de wirwar van botfetisjen die aan de takken

van de enige boom hingen die binnen het hek stond – een hoge

esp met een zwarte bast en bladeren zo grijswit als haar lokken –, kon ze wel eens een tovenares zijn.

Iqbal groette haar terug. ‘Aangenaam, moeder, zeer aange-

met hun duivelse trucjes? Waarschijnlijk niet, nu hij erover

naam. Mag ik u voorstellen, heer Hjortt van Azgaroth, Vijftien-

hoofdpijn gehad en toen had hij hun het plan nog niet verteld.

even naar zijn commandant, maar toen heer Hjortt geen aan-

nadacht: hij had gedurende de hele rit naar boven al last van

‘Vooruit maar weer,’ zei hij. Hij besloot dat het beter was

om de kwestie op zijn beloop te laten zonder zijn gezag te laten

gelden. Ook al hadden zijn lijfwachten bezwaren, deze missie

was er een praktisch voorbeeld van dat je onaangename maar

noodzakelijke dingen beter snel achter je kon laten, in plaats van te talmen en alle nare details uitgebreid te analyseren. ‘Laten we het vlot afhandelen. De weg is slecht, dus ik wil vóór het donker weer in de vallei zijn.’

Na een haarspeldbocht in het steile pad bereikten ze via een

ruw uitgehakte trap het volgende plateau, met het huis van de

de Kolonel van het Carmijnse Imperium.’ Het anathema keek stalten maakte deze vrouw die mogelijk een heks was tegemoet

te treden, mompelde Iqbal: ‘Het is maar een oud vogeltje, heer, niets om u zorgen over te maken.’

‘Een oud vogeltje of een piepkuiken, ik steek niet blindelings

mijn hand in het nest van een vleeruil,’ zei Portolés, die langs

heer Hjortt en Iqbal liep om de oude vrouw in het Carmijns aan te spreken. ‘Vrouw, uit naam van de Pontifex van het Westen

en de Koningin van de Rest, beveel ik u in het licht te komen staan.’

‘Koningin van de Rest?’ Gehoor gevend aan Portolés’ verzoek

023


Preview

kwam de vrouw de krakende trap van haar veranda af en liep

maatregelen die hij tegen Portolés zou nemen. Als dat lelijke

scheiden indruk in haar geruite dirndl, alsof ze maar een ge-

bij haar bevelhebber omdat er geen hogergeplaatste geestelij-

naar het hek. Voor een burgemeestersvrouw maakte ze een bewoon dorpsmeisje was. ‘En de Pontifex van het Westen, hè? De laatste marskramer die ons dorp aandeed bracht het nieuws dat de oorlog van paus Shanatu niet zo voorspoedig verliep. Maar ik

neem aan dat er veel veranderd is. Is de vorstin van de Rest, gezegend wie het ook zij, nog altijd koningin Indsorith? En houdt dat in dat er een nieuw vredesverdrag is overeengekomen?’

‘Dit vogeltje vangt nogal wat op in haar boom,’ bromde

heksengebroed meende dat ze dergelijke geintjes kon uithalen ke bij was als getuige van haar schandelijke praatjes, had ze het mis. Hij wenste bijna dat ze zou weigeren zijn bevel uit te

voeren, zodat hij een excuus had om zich van haar te ontdoen. In het Hoogazgarothisch sprak hij: ‘Portolés, ga terug naar het dorp en geef het bevel. In de tijd die je nodig hebt om beneden te komen heb ik hier mijn zegje afdoende gezegd.’

Portolés verstijfde en keek heer Hjortt met een bedroefd ge-

heer Hjortt, en hij vroeg: ‘Bent u inderdaad de vrouw van de

zicht aan om te laten merken dat ze had gehoopt dat hij van ge-

antwoordde in het Azgarothisch: ‘Ik... eh... ga eerst nog even

burgemeester?’

‘Ik ben burgemeester Vivi, de echtgenote van Leib,’ zei ze.

‘En ik vraag u opnieuw, met alle respect, tot wie moet ik in het vervolg mijn gebeden richten wanneer ik...’

‘De rechtvaardige regering van koningin Indsorith, geze-

dachten zou veranderen. Maar dat zat er niet in. De krijgsnon binnen kijken. Om me ervan te vergewissen dat het veilig is, kolonel Hjortt.’

‘Ga uw gang, zuster Portolés, tot uw dienst,’ sprak de oude-

gend zij haar naam, duurt voort,’ zei heer Hjortt. ‘Paus Sha-

re vrouw, eveneens in die oude, in ere gehouden taal van heer

dat zijn tijd als Herder van Samoth tot een einde is gekomen,

op de Ster veel veranderd sinds de tijd dat dit grootmoedertje in

natu, gezegend zij zíjn naam, heeft van hogerhand vernomen

en daarmee is de oorlog voorbij. Zijn nicht Jirella, gezegend zij háár naam, heeft haar rechtmatige plaats op de Kansel van

Onyx ingenomen en draagt de titels Paus Y’Homa iii, Middernachtmoeder, Herderin der Verdoolden.’

‘Ik begrijp het,’ zei de burgemeestersvrouw. ‘En naast het

aanvaarden van de abdicatie van een opstandige paus en de installatie van zijn bloedverwante op diezelfde verheven post,

heeft onze geliefde Indsorith, lang moge haar glorie duren, ook

haar nobele titels ingeleverd? Dus “Koningin van Samoth, Hart

Hjortts voorouders. Dat hadden ze niet verwacht, maar er was de bloei van haar leven was; misschien had zij meer van de we-

reld gezien dan alleen deze afgelegen berg. Nu ze dichterbij was

gekomen, zag hij dat haar wangen eerder vol littekens zaten dan dat ze gerimpeld waren. Ze had een tamelijk rafelig litteken op

haar kin. Voor het eerst sinds hun komst ging er een zorgelijke trek over het verweerde landschap van haar gelaat. Mooi zo. ‘In de keuken ligt een oude hond te slapen en ik heb liever dat u die

in dromenland laat. Verder ben ik alleen. Maar beste kolonel, Leib moet deze morgen bij het kruispunt zijn geweest...’

van de Ster, het Juweel van Diadeem, Vorstin van het Carmijn-

het gezicht van de vrouw werden dieper toen ze glimlachte.

nen dat door de tuin liep. Ze waren zonder enige artisticiteit

se Rijk” wordt eh, “Koningin van de Rest”?’ De fijne lijntjes op Portolés glimlachte sluw terug.

‘Maakt u uit het eigenaardige gevoel voor humor van mijn

ondergeschikte niet op dat er een beleidswijziging heeft plaatsgevonden; de eretitels van de koningin zijn onveranderd geble-

ven,’ zei heer Hjortt, terwijl hij nadacht over de disciplinaire

024

Heer Hjortt negeerde de burgemeestersvrouw en volgde

Portolés door de poort, over het pad van platte, kleurrijke ste-

neergelegd; het eerste wat hij ging doen was de meestermetselaar inhuren die de badkamers op het landgoed van zijn fa-

milie in Parmant had aangelegd, of anders haar leerling, als die verwaande kunstenares niet bereid was driehonderd mijl de wildernis in te trekken om een tuinpad opnieuw te betege-


len. Een mozaïek van miniatuurdieren zou leuk zijn, of mis-

Heer Hjortts maag draaide om toen hij over de schouder van

schien indigokleurige kiezelstenen, om het op een beek te laten

de vrouw heen de zielige hondenblik van Portolés zag. Iqbal

gestoken, dus waarom zou hij er niet iemand op uitsturen om

ken gezicht aan te blijven kijken.

lijken. Maar onderweg naar boven waren ze een watertje overde bron ervan te zoeken en de stroom hierheen te verleggen,

zodat er een echt riviertje door de tuin liep? Het moest niet zo moeilijk zijn om het daar verderop tussen de bomen vandaan te laten komen en het vervolgens over de rots naast de veranda te geleiden, zodat er een watervalletje ontstond dat...

‘Leeg,’ zei Portolés toen ze weer naar buiten kwam. Heer

Hjortt was even de draad kwijt – het was ook zo’n steile klim geweest, en daarvoor een lange rit. Portolés ging zwijgend achter de oude vrouw staan die op het pad stond tussen heer Hjortt en haar huis. De vrouw zag er nu tamelijk nerveus uit.

‘Leib, mijn man, kolonel Hjortt. Bent u hem op het kruis-

punt tegengekomen?’ Haar stem klonk zwakker nu, niet veel

had in ieder geval het fatsoen om de vrouw met een uitgestre

‘Of het kan of niet, zuster Portolés zal niet wachten,’ zei heer

Hjortt kortaf. ‘Wij gaan praten, u en ik, en zonder omwegen,

vergis u niet, maar ik zie geen reden om mijn ondergeschikte op te houden.’

De oude vrouw keek met een frons achterom, langs Portolés

naar de open deur van haar huis, en haalde haar schouders op. Alsof zij enige invloed had op hoe dit ging aflopen. Met een

plotselinge, onechte en geslepen glimlach zei ze tegen heer Hjortt: ‘Zoals u wilt, edele heer. Ik dacht alleen dat u de zuster misschien nodig had tijdens het gesprek, want dat kon wel eens een tijdje gaan duren.’

Bij de genade van de Gevallen Moeder! Wist ieder ander beter

luider dan de trillende espen. Dat moest wel een mooi gehoor

dan heer Hjortt zelf hoe hij een gesprek moest leiden? Dit duld-

een inspannende jacht in je bed lag.

zijn, die ruisende gouden bladeren vlak naast je raam als je na

‘Nieuw plan,’ zei heer Hjortt, die geen moeite meer deed om

in het formele Azgarothisch te spreken omdat zij het toch ver-

stond. ‘Nou ja, het blijft voor het grootste deel hetzelfde, maar in plaats van vóór het donker naar beneden te rijden slaan we

hier voor de nacht ons bivak op.’ Hij glimlachte naar de oude vrouw. ‘Maakt u zich geen zorgen, mevrouw, maakt u zich

geen zorgen, ik breng mijn soldaten niet onder in uw dorp, dat

verzeker ik u. Als ze klaar zijn slaan ze hun kamp op buiten het dorp. We vertrekken bij het eerste...’ Toen kwam de gedachte aan slapen in een echt bed bij hem op ‘... rond het middaguur.

Morgen om twaalf uur. Portolés, breng verslag aan me uit als het achter de rug is.’

‘Wat u ook van plan bent, heer, laten we eerst met elkaar

praten voordat u een besluit neemt,’ zei de oude vrouw, die scheen te ontwaken uit de angstige ban die door hun aanwe-

zigheid over haar was gekomen. Ze nam een onbuigzame hou-

ding aan die hij helemaal niet prettig vond. ‘Uw officier kan vast wel een paar minuutjes blijven voordat ze uw bevel gaat overbrengen, zeker als we u hier vannacht te gast hebben. Laten we met elkaar praten, u en ik, en wat uw bevel ook moge

zijn en hoe dringend het ook is, ik zal ervoor zorgen dat het de moeite waard is om te luisteren.’

de hij niet.

‘Goede vrouw,’ zei hij, ‘het schijnt dat we nog veel meer te

bespreken hebben dan ik aanvankelijk vermoedde. Maar zuster Portolés heeft dringende zaken af te handelen en daarom moet

ze gaan voordat wij beginnen aan het lange gesprek dat u zo

graag wilt voeren. Maar weest u niet bang, aan de tegenprestatie voor het leveren van voorraden die uw man bij het kruispunt

aan ons heeft voorgelegd, zal worden voldaan. Dat is ontegenzeglijk redelijk. Nu moet je gaan, Portolés.’

Portolés salueerde spottend achter de rug van de oude vrouw

en beende toen de tuin uit. Zo humeurig had hij haar nog niet

eerder gezien. Iqbal fluisterde iets tegen haar toen hij bij de poort opzijging om haar door te laten, maar hij trok zich niet

op tijd terug toen ze naar hem uithaalde. De krijgsnon gaf hem een mep tegen zijn misvormde oor, dat als het buitenste blad

van een overrijpe kool uit zijn bleke tonsuur stak. Haar razernij

maakte haar gezicht zo mogelijk nog onaantrekkelijker. Iqbal

sloeg met zijn zware jutezak naar haar terug en hoewel Portolés de klap ontweek, sproeiden er rode druppeltjes uit de donke-

re bodem van de zak toen die langs haar gezicht zoefde. Als de

zuster het bloed op haar gezicht al opmerkte scheen het haar niet te deren. Ze zwaaide de zware hamer over haar schouder

en begon met slepende voeten af te dalen over het verraderlijke pad.

025


‘Mijn man,’ fluisterde de oude vrouw, en toen heer Hjortt

naar haar omkeek zag hij dat ze met grote ogen naar de druipende zak van Iqbal staarde.

‘Het is beter als we naar binnen gaan om te praten,’ zei heer

Hjortt met een knipoog naar Iqbal, terwijl hij de vrouw aan-

spoorde in de richting van haar deur. ‘Kom, kom, ik heb een absoluut briljant idee hoe u en uw mensen kunnen helpen met

de inspanningen voor de oorlog, en dat bespreek ik graag bij een kopje thee.’

‘U zei dat de oorlog voorbij was,’ zei de vrouw als verdoofd,

‘Dat is ook zo, dat is ook zo,’ zei heer Hjortt. ‘Maar we moeten

terwijl ze maar naar de zak bleef staren.

ons inspanningen getroosten om ervoor te zorgen dat hij niet weer oplaait, hè? Nou, wat hebt u in huis om de dorst te lessen

van dienaren van het Imperium als ze thuiskomen van het front?’

Ze bleef even stokstijf staan maar kon nergens naartoe, dus

ging ze heer Hjortt en broeder Iqbal voor naar binnen. Het was stil in de tuin, afgezien van de bomen en het klikkende geluid

van de botfetisjen als de wind met zijn hand over de stoppelige

wang van de berg streek. Het geschreeuw begon pas nadat zuster Portolés was teruggekeerd in het dorp, en ze hadden daarbeneden zoveel te doen dat ze de weergalm vanuit het huis van de burgemeester niet hoorden.

T

erwijl de koperen ketel aan de kook werd gebracht, stond

stond vol met toebaqpijpen en keramiek met paardenhaar. Hij zou een mooie pijp voor tante Lupitera en een vaas voor zijn vader uitzoeken. De rest kon bij het oud vuil.

Nadat broeder Iqbal de kruiden of wortels of wat het ook was

dat had staan trekken, veilig had bevonden voor consumptie, nam die vetzak van een heksenzoon zijn thee mee naar de veranda die op het dal uitkeek, terwijl heer Hjortt en de burgemeestersvrouw aan haar keukentafel gingen zitten. Onder het

zware walnoten tafelblad lag een slanke hond te slapen. Hij zag er net zo oud uit als de vrouw en had meer weg van een coyote of een baardjakhals dan van een hond. Door de geopende luiken

hoorde hij de espen zachtjes met elkaar kletsen. Hun ondoor-

grondelijke gefluister was even ontspannend als sterke vingers

die de pijnlijke spieren in heer Hjortts door het zadel geteisterde billen kneedden.

‘Ik wil graag dat u klare taal met mij spreekt, heer. Al dat dra-

len begint me te irriteren.’ Nu de thee was ingeschonken en ze

weer in haar huiselijke element was, kwam ze ter zake. Zelfs de bloederige zak die naast het bord met scones lag dat ze op de tafel had gezet, bracht haar niet van haar stuk. Ze was een harde.

‘O ja?’ zei heer Hjortt. Hij keek misprijzend naar zijn thee en

zette het aardewerken kopje terug op het schoteltje. Het rook

bitter en het stond hem niet aan wat ze in die pot had gedaan. Laat maar zitten. Dan maar geen thee.

‘Is dat... mijn man, daar in die zak?’

‘Nee, het is niet uw man,’ zei heer Hjortt, kwaad dat ze die

heer Hjortt erop rondgeleid worden door het huis. Niet

conclusie trok en hem het gras voor de voeten wegmaaide. Het

het moest alleen opnieuw worden ingericht (die haveloze oude

krijgen was abrupt op te staan, de zak te grijpen en hem vlak

slecht. Vanbinnen hoefde er niet veel aan gedaan te worden,

wandtapijten moesten weg en snel ook) en de muur tussen de keuken en de woonkamer moest eruit om de begane grond meer op een hal te laten lijken. Tot zijn verbazing hadden de

burgemeester en zijn vrouw een indrukwekkende bibliotheek, bestaande uit niet minder dan vijftig dikke boeken op een mooi

gedraaide, grenenhouten plank, dus ze hadden niet alleen maar kanten kleedjes en snuisterijtjes. De schoorsteenmantel

026

beste wat hij kon doen om zijn controle over de situatie terug te voor haar neus boven de tafel om te keren. De inhoud viel er-

uit en stuiterde, nog mooier dan hij had verwacht, zó in haar schoot. ‘Het is alleen zijn hoofd.’


H E T S L O T VA N

Vaelin Al Sorna’s verhaal!

€24, 99

‘Een episch einde voor een van de beste klassieke fantasy-trilogieën die ik heb gelezen van een debutant.’ Fantasy Book Critic NU IN DE WINKEL!

027


Ingezoomd

Het beste debuut van 2015!

Brian Staveley over Bloed en Vuur

Na meer dan een decennium voor de

zer in dat gezelschap te zien, was al span-

klas als docent literatuur, filosofie, ge-

nend genoeg. En ik moet zeggen dat het

schiedenis én religie, begon Brian Sta-

beeldje ook erg tof is: een zwaardvechter

veley met het schrijven van epische

in zijn blote bast met twee zwaarden in

fantasy. Zijn eerste boek, Het Bloed van

de hand. Die bewaakt nu mijn whisky-

de Keizer, won vorig jaar de David Gem-

collectie.

mell Morningstar Award en de Reddit verscheen deel twee, Het Vuur van de Kei-

In je boeken komen grote thema’s voorbij. Wat is de essentie van deel twee? Het is

ma, om er vervolgens achter te komen,

De drie hoofdrolspelers hebben een zware jeugd achter de rug dankzij de harde opleiding van hun vader. Zou jij het anders hebben aangepakt als vader, gezien de omstandigheden? Goede vraag! Toen ik een stuk

zer. Reden genoeg om de auteur uit te

grappig dat je dat vraagt. Elke keer dacht

horen.

ik dat ik schreef over een centraal theals het boek af was, dat ik over iets heel

jonger was, een jaar of twintig, stelde ik

anders had geschreven. In boek twee was

me altijd voor dat ik mijn kinderen van

het idee om te schrij-

jongs af zou trainen in alles wat je maar

geweldig! Veel schrij-

ven over falen, en de

kunt bedenken. Ik dacht dat het wel tof

vers die op de shortlist

gevolgen

daarvan.

zou zijn om kleine ninja’s/artiesten/wis-

stonden van de Legend

Maar toen ik mijn eer-

kundegenieën op te voeden. Wat natuur-

Award – en in het bij-

ste versie nog eens na-

lijk idioot is. Ik ben een groot deel van

zonder Joe Abercrombie

las, kwam ik erachter

mijn volwassen leven docent geweest,

– zijn literaire helden

dat ik 650 pagina’s (732

een baan waarbij ik in contact kwam met

van mij, schrijvers die

in het Nederlands) had

duizenden kinderen, en daar kwam ik

echt de fundamentele

geschreven over op-

erachter dat ik maar drie dingen wil van

basis van mijn ideeën

offering. Elk persona-

mijn zoon: dat hij hard werkt, dat hij aar-

vorm hebben gegeven.

ge in het boek wordt

dig is, en dat hij nieuwsgierig blijft. Als

Zij lieten mij zien wat

gedwongen om com-

er dan ook nog eens geen eeuwenoud ras

je allemaal kunt berei-

promissen te sluiten,

van onsterfelijke wezens bezig is met een

ken met het genre. Voor

keiharde en pijnlijke

plan om hem te vermoorden, dan kan ik

de shortlist van de Mor-

compromissen.

redelijk laks zijn met de opvoeding.

ningstar geldt hetzelf-

daardoor leren ze ook

Stabby voor beste debuut. In januari

Je hebt de David Gemmell Morningstar Award gewonnen voor beste debuut. Hoe voelt dat? Het voelt

Maar

met auteurs die ik echt

Het Vuur van de Keizer

over hun vrienden, en

In boek twee is er meer aandacht voor de zus. Waarom die verschuiving?

ben gaan bewonderen.

REEDS VERSCHENEN | € 22,99

hun familie. Hoewel

Adara is een verhaal apart. In eerste in-

zelfkennis

stantie was het mijn bedoeling om haar

de. Die stond bomvol

Vooral Kameron Hurley en Sebastien De Castell. Om Het Bloed van de Kei-

028

meer

732 blz. | Paperback AUTEUR Brian Staveley

over

zichzelf,

behoorlijk

overschat is.

net zoveel aandacht te geven als de twee broers in boek één. Maar het probleem


was dat het boek daardoor te dik werd. Agenten en uitgeverijen staan niet echt te springen om aan de slag te gaan met het boek van een debutant van meer dan 200.000 woorden. Dus toen heb ik Adara compleet weggelaten uit het eerste boek, met het plan me volledig op haar te richten in boek twee. Eenmaal verkocht, besefte ik echter dat dat niet ging werken. Ze moest echt in boek één zitten – hoe klein haar aandeel ook zou zijn – om de lezer voor te bereiden op wat zou komen. Ik had nog steeds te maken met restricties voor de maximale lengte, dus ik heb zo veel mogelijk in die vijf hoofdstukken gestopt. Om maar aan te geven dat ik vanaf dag een al bezig was met Adara. Ik ben ontzettend blij dat ze nu de aandacht krijgt die ze verdient.

Wat kunnen de lezers nog meer verwachten? Zoals ik hierboven al aangaf, is Het Vuur van de Keizer een boek over opoffering. De personages krijgen het steeds moeilijker, niet makkelijker. En ik ben ervan overtuigd dat velen van jullie een aantal personages zullen haten tegen het einde van dit boek, tegen de verwachtingen in. Er is ook veel meer van de wereld te zien in dit boek. Het Bloed van de Keizer speelde zich maar op drie locaties af. In Vuur gaan de personages veel verder. O, en er is een nieuw perspectiefpersonage om naar uit te kijken. Brian Staveleys debuut, Het Bloed van de Keizer, is t/m 1 mei 2016 van € 22,99 voor € 17,99 te

Brian Staveley

koop. Kijk op de volgende bladzijde voor de ac-

Geboren op 03-09-1976

tievoorwaarden.

te Exeter, New Hampshire Beroep schrijver Portret © Laura Swoyer

029


Raak verslaafd aan de beste

4 toptitels 3 maanden lang

de Neem odes gsc kortin ar jouw a mee n handel! boek OP

OP=

ISBN 978-90 -245 - 6582-5

ISBN 978-90 -245 - 6939 -7

Als de Keizer van Annoer wordt vermoord, moeten zijn drie kinderen alles op alles zetten om het complot rond zijn dood te ontrafelen. Maar de drie zijn mijlenver van elkaar verwijderd opgegroeid, en hebben ieder zo hun eigen kijk op hoe het rijk gered moet worden.

Op weg naar Engeland belandt Tobias op magische wijze op de Denari-eilanden. Daar leert hij niet alleen over zijn eigen verleden, maar wordt hij door de leider van de eilanden ook nog eens voorbereid op een eeuwoude magische strijd waarvan hij niks af weet.

VOOR €17,95

VAN € 22,95 Van 5 februari t/m 1 mei

030

VOOR €12,99

VAN € 16,99 Van 7 maart t/m 1 juni

[NL KORTINGSCODE 90217920]

[NL KORTINGSCODE 902 18 118]

[BE KORTINGSCODE 98 26092 7 15001]

[BE KORTINGSCODE 98 26111374 00 4]


boeken van het afgelopen jaar

extra scherp geprijsd

Ontmo de au et teu op Elfi r a! ISBN 978-90 -245 - 67 10 -2

ISBN 978-90 -245 - 67 19 -5

Het eerste deel in de Godenoorlogen-reeks van de Duitse fantasy-ster Richard Schwartz, en het langverwachte vervolg op de boeken van Het Geheim van Askir. De reis van Leandra en haar metgezellen gaat verder. Kunnen zij Havald redden?

Breq was een ruimteschip met een artificiële intelligentie die duizenden ingelijfden met elkaar verbond onder het bewind van de Radch, het rijk dat het heelal aan het veroveren is. Maar nu heeft ze nog maar één kwetsbaar lichaam over.

VOOR €19,99

VAN €24,99 Van 1 april t/m 1 juli

VOOR €14,

99 VAN € 19,99 Van 1 mei t/m 1 augustus

[NL KORTINGSCODE 902 18 125]

[NL KORTINGSCODE 902 18 132]

[BE KORTINGSCODE 98 26111385000]

[BE KORTINGSCODE 98 26111395009] 031


Juliet Marillier

De koningin van het sprookje is terug! door Nienke Horstman

Dromerspoel is Juliet Marilliers nieuwste fantasy-roman voor volwassenen, en het begin van de sprookjesachtige serie Meidoorn & Grim. Een serie waarin Marillier terugkeert naar het door haar zo geliefde Ierland van vroeger. Wij vroegen de auteur naar de nieuwe serie en waarom die zo speciaal voor haar is.

Kun je de sfeer van Dromerspoel beschrijven in een woord of in een kleur? Drie kleuren voor mijn drie vertellers: een boos rood voor Meidoorn, een sterk eikenbruin voor Grim, en voor de geleerde prins Oran een mistig blauwgrijs. Sleutelwoord: mysterieus.

Meidoorn en Grim zijn allebei personages die je niet vaak als hoofdpersoon ziet in fantasy-boeken. Waarom heb je hen dan toch de helden van je nieuwe serie gemaakt? Ik wilde dit keer wat oudere personages dan in mijn vorige boeken. Personages die emotioneel beschadigd zijn, en ik wilde hen zowel heftige persoonlijke problemen meegeven, alsook externe uitdagingen laten trotseren. Meidoorn en Grim moeten in elk boek een ander mysterie oplossen, maar hun persoonlijke verhaal is met de hele serie verweven. Ik vond deze personages, net als overigens de derde verteller, Oran, erg fascinerend om te ontwikkelen. Oran is ook aty-

032 32 | eclips


Ingezoomd

Wat heeft je geïnspireerd?

steeds twee dezelfde hoofdpersonages.

een sterk ontwikkelde vrouwelijke kant,

Hoewel het verhaal niet

vertelstem in Dromerspoel. Het heeft drie

geboren om te rege-

gebaseerd

een

vertellers, Meidoorn, Grim en Oran, die

ren in een door man-

sprookje, weerspiegelt de

om de beurt een hoofdstuk krijgen. Elk

nen

scène waarin Meidoorn

van die personages heeft een unieke

maatschappij.

en Grim voor het eerst

stem; Grim vertelt als enige in de tegen-

Ik hou van het in-

aankomen in Wintersdiep

woordige tijd. De meeste lezers hebben

nerlijke conflict bij

wel een bekend sprookje.

die uitdaging met open armen ontvan-

Meidoorn

is

Ik zal niet zeggen welk,

gen en vonden de manier waarop de

een heler, en dus ge-

want dat zou een spoiler

stemmen elkaar aanvulden geweldig. In

traind om mensen te

kunnen zijn. Het origi-

het volgende boek doe ik iets wat erop

helpen en om mee-

nele idee kwam van dat

lijkt, hoewel de derde stem nu vrouwe-

levend te zijn, maar

traditionele verhaal. De

lijk is.

haar verleden maakt

andere

haar bitter, boos en

mijn liefde voor detecti-

pisch – een man met

gedomineerde

ze

ongeduldig.

Grim

op

inspiratie

was

VERSCHIJNT 20 mei | € 19,99

veseries waarin terugke-

Kun je al een tipje van de sluier oplichten?

448 blz. | Paperback

rende hoofdpersonages in

ger – duidelijk een

AUTEUR Juliet Marillier

elk boek een misdaad of

In het tweede boek moeten Meidoorn en

man met veel talent,

SERIE Meidoorn & Grim 1

een mysterie op moeten

Grim de mysterieuze vrouwe Geileis hel-

lossen – Sherlock Holmes,

pen, de eigenaresse van een eenzame to-

Agatha Christies Hercule

ren. Er is daar een monster ingetrokken

heb veel gelezen over ptss (posttrauma-

Poirot of Miss Marple, en meer recent de

en zijn angstaanjagende aanwezigheid

tisch stresssyndroom) en ik denk dat dat

boeken van Kerry Greenwood, een serie

heeft een vloek gelegd op haar landerijen

mijn aanpak bij beide personages zeer

over Melbourne in 1920.

en mensen. Maar het is gevaarlijk voor

heeft beïnvloed.

Omdat ik zo van het lezen van dit soort

Meidoorn om ver van haar thuisbasis te

maar

met

Julliet

is wat raadselachti-

is

Wat ook anders is, is de structuur en de

weinig

zelfvertrouwen.

Ik

boeken houd, wilde ik eens proberen hoe

reizen – en als zij en Grim naar het noor-

Speelt het verhaal zich af in hetzelfde universum als de Zeven Wateren-boeken?

het was zelf zoiets te schrijven. En het

den trekken, betreden ze een rijk van be-

was geweldig. Daarom was ik ook zo ver-

driegerij waar zelfs goede vrienden zich

rukt dat een van mijn lezers Meidoorn en

tegen je kunnen keren.

Ja. Het vindt plaats in Ierland, een stukje

Grim de Holmes en Watson van het mid-

later, met de meeste actie in een gebied

deleeuwse Ierland noemde.

ten noorden van waar Zeven Wateren zich

Weet je al hoeveel boeken je over het tweetal zal schrijven?

den elkaar kunnen ontmoeten, maar dat

Wat is het grootste verschil met je vorige boeken?

heb ik nog niet beschreven.

Ik had nog nooit een mysterie geschre-

zal staan het verder uit te breiden. Zeven

ven, en ook nog nooit een serie met

lijkt me een gepast aantal.

afspeelt. Personages uit beide series zou-

Ik heb een contract voor drie boeken. Ik hoop heel erg dat mijn uitgever me toe

033


Preview

Juliet Marillier Dromerspoel Ik viste een roestige spijker onder mijn brits vandaan en kerfde

op een kiertje zou openen. Ik had hem ’s nachts gezien, zich-

al kon je regen niet van zonneschijn onderscheiden in dit hol.

zijn kracht te behouden, alsof hij de volgende ochtend reuzen

een nieuw streepje in de muur. Morgen zou het midzomer zijn, Ik was hier al een jaar. Een heel jaar van vuil, mishandeling en meedogenloos neergeduwd worden zodra ik maar een cen-

timeter opkrabbelde. Morgen zou ik, eindelijk, de kans krijgen

om mijn stem te laten horen. Morgen zou ik mijn verhaal vertellen.

In de duisternis van de cel tegenover de mijne begon Grim

te brabbelen. Een tel later ging de deur van de bewakerspost verderop krakend open. Hoe Grim wist dat de bewakers eraan

kwamen nog voordat we hen hoorden, was voor mij een raadsel, maar hij wist het altijd. Het gebrabbel was een soort be-

schermend schild. ’s Nachts, wanneer het gebouw aan ons, de gevangenen, toebehoorde, was hij beter te verstaan.

Gerinkel van metaal, naderende voetstappen. Grote, zware

stappen. Beuker. Gewoonlijk trokken we ons in de schaduwen

terug als hij eraan kwam, in de hoop aan zijn aandacht te ontsnappen. Vandaag stond ik hem bij de tralies op te wachten.

Mijn verblijf op deze plek had me murw gemaakt. De persoon die ze de vorige zomer hadden opgesloten, was verdwenen, en ze kwam niet meer terug. Maar morgen zou ik voor die vrouw

zelf optrekkend aan de tralies, of op zijn handen staand, om moest vermoorden.

De bewaker draaide zich naar mij toe. ‘Slet!’ Klúnk!

Had ik de kracht maar om doodstil te blijven staan toen de

knuppel de tralies vlak bij mijn hoofd raakte, maar de driehonderdvijftig en nog wat dagen hadden hun tol geëist, en ik kon

niet voorkomen dat ik ineenkromp. Beuker liep niet zoals gewoonlijk door naar de volgende celdeur. Hij bleef aan de andere

kant van mijn tralies staan en keek me met tot spleetjes samengeknepen ogen aan. Het varken.

‘Ik moet je iets vertellen, Slet.’ Hij had zijn stem gedempt tot

Beuker hield ervan om spelletjes te spelen. Hij pestte de

vertrouwelijk gemompel; ik kreeg er de koude rillingen van.

mannen altijd met kletspraat over berichten van thuis, of met

tips over mogelijkheden om te ontsnappen. Hij was een leugenaar. Dat waren ze allemaal.

‘Iets waar je niet blij mee zult zijn,’ zei hij.

‘Als ik er niet blij mee zal zijn, waarom zou ik het dan willen

horen?’

‘O, dit wil je vast wel horen.’ Hij bracht zijn gezicht tot vlak

spreken, voor de vrouw die ik was geweest. Morgen zou ik de

bij de tralies, zo dichtbij dat ik zijn stinkende adem kon ruiken.

vaardigheid bezaten, zouden ze ervoor zorgen dat het recht zou

gewassen lichamen, overstromende emmers met pis en poep,

waarheid vertellen, en als de raadsleden enig gevoel voor rechtzegevieren. Die gedachte hield me op de been, zelfs toen Beuker zijn stukje opvoerde en met zijn knuppel tegen de tralies

van onze cellen sloeg, genietend van de manier waarop we in-

eenkrompen bij het geluid. Ondertussen riep hij zijn stomme bijnamen voor ons, namen die waren blijven kleven als mest

onder een schoenzool, zodat iedereen, behalve Grim en ik, ze ook voor elkaar gebruikte. Hij tuurde naar binnen om zich

Niet dat het veel verschil maakte; het stonk hier overal naar onen pure wanhoop. ‘Het gaat over morgen.’

‘Als je hier bent om me te vertellen dat de midzomerhoorzit-

ting morgen plaatsvindt, doe dan geen moeite. Ik wacht al op deze dag sinds ze me in deze gore zwijnenstal gooiden.’

‘Nou,’ zei Beuker op een toon die me nog minder beviel dan

Wat, zo begreep ik, precies het tegenovergestelde beteken-

‘Heb ik je interesse gewekt?’

‘Wat geef je me als ik het je vertel?’

de vorige. ‘Daar gaat het nu juist om.’

ervan te vergewissen dat we er allemaal bang en verslagen ge-

de. ‘Wat bedoel je?’

‘Druiloor!’ Hij ramde met de knuppel tegen Grims tralies.

Achter in zijn cel was Grim een donkere bult tegen de muur,

noeg uitzagen naar zijn zin.

‘Hou op met dat achterlijke gezever!’

‘Wat bedoel je met “daar gaat het nu juist om”?’ ‘Dit,’ zei ik, en ik spuugde in zijn gezicht. Hij had erom ge-

het hoofd gebogen over opgetrokken knieën, de handen over de

vraagd.

met zijn blote handen zou kunnen doden zonder dat het hem

rothoer!’

oren, nog steeds brabbelend. Het grappige was dat Grim hem één druppel zweet zou kosten als Beuker de celdeur ook maar

034

‘Getver!’ Hij veegde met zijn mouw over zijn wang. ‘Vuile

Vuil, dat klopte; dat andere niet. Ik had mezelf hierbinnen


nooit vrijwillig gegeven, en ik had er nog nooit voor betaald ge-

maar het sprong alle kanten op, als een dier in een val.

genomen, toen ik nog fris was; toen ik er nog uitzag en nog

vroeg naar buiten sleur en iemand je een onaangename ver-

kregen. De bewakers hadden het er die eerste dagen flink van rook als een vrouw. Nu vielen ze me niet meer lastig. Ze wa-

ren geen van allen zo wanhopig dat ze zich wilden vergrijpen

aan het stinkende, magere, met luizen overdekte schepsel dat ik was geworden. Wat betekende dat ik Beuker niets te bieden had in ruil voor welke informatie dan ook.

‘Dat is de laatste keer dat je naar me hebt gespuugd, Slet!’

‘Dat klopt, want morgen ben ik hier weg.’

siste Beuker.

Hij glimlachte, maar zijn ogen bleven kil. ‘Hm-mm.’ De ma-

‘Had je het liever pas geweten als ik je hier morgenochtend

rassing bezorgt? Een mes in je hart, een paar duimen tegen je keel?’

‘Je liegt.’

‘Zeg je gebedjes maar, Slet.’ Hij begon langs de andere cellen

te lopen met zijn knuppel. ‘Sukkel!’ Klúnk! ‘Wurger!’ Klúnk! ‘Kikkerdril!’ Klúnk!

Aan de andere kant van de gang stond Grim nu vóór in zijn

‘Waar kijk je naar?’ snauwde ik, en ik draaide me om voor-

cel, met zijn grote handen om de tralies geklemd.

nier waarop hij het zei, suggereerde dat ik het mis had. Maar

dat mijn gezicht iets kon verraden. De driehonderdvijftig en

In de wet stond dat een hoofdman gevangenen niet langer dan

Ze vertegenwoordigden uiteindelijk dus toch niet het aftellen

dat was niet zo. Ik had gehoord dat mijn naam op de lijst stond. een jaar mocht vasthouden zonder hun zaak te laten voorko-

men. En nu alle hoofdmannen van Laigin hier waren, zou zelfs die schoft van een Mathuin, die de titel van hoofdman niet verdiende, zich aan de regels moeten houden.

nog wat streepjes staarden me spottend aan vanaf de muur. naar vrijheid en gerechtigheid, maar naar een snel en gewelddadig einde. Want diep in mijn hart wist ik dat het waar moest

zijn. Beuker had niet zoveel verbeeldingskracht om zoiets voor de lol te verzinnen.

‘Je bent hier morgen inderdaad weg,’ zei Beuker. ‘Maar niet

O, hij genoot hiervan, wat het ook was. Mijn mond werd

meer horen!’ Ik liet me op de van insecten vergeven stromatras

zag hem niet meer; Beukers grote gestalte stond in de weg. Ik

wilde dat ik dat grappig kon vinden. Maar in plaats daarvan

zoals jij denkt.’

droog. In de cel tegenover de mijne was Grim stil geworden. Ik dwong mezelf rustig te blijven. Ik zou hem niet de voldoening geven me te horen smeken.

‘Je hebt Mathuin blijkbaar behoorlijk tegen je in het harnas

gejaagd,’ zei hij. ‘Wat heb je gedaan om hem zo kwaad te maken?’ Omdat hij waarschijnlijk besefte dat hij toch geen ant-

woord zou krijgen, ging Beuker meteen door. ‘Ik heb toevallig

een gesprek opgevangen. Iemand wil je uit de weg hebben, nog vóór de hoorzitting begint.’

‘Uit de weg?’

‘Iemand wil er zeker van zijn dat je zaak nooit voorkomt. Je

wordt morgenochtend vroeg uit de weg geruimd. Snel, stil en voorgoed. Je naam wordt van de lijst geschrapt. Heeft geen zin

om de hoofdmannen hiermee lastig te vallen.’ Hij staarde me door de tralies aan om te kijken of ik zou gaan huilen, zou in-

‘Lady?’

‘Hou je mond, Grim! Ik wil die vervloekte stem van je nooit

neerzakken. Zelfs deze vlooien zouden langer leven dan ik. Ik bouwde de angst zich steeds meer op, alsof de zwerm kruipende insecten in me zat, zich vermenigvuldigde en zich tot in elk

hoekje van mijn lichaam verspreidde tot ik op knappen stond.

Hoe kon dit? Ik had het hier maar om één reden volgehouden. Ik had al die pokkedagen en die verdomde, door ongedierte ge-

teisterde nachten doorstaan, ik had het waanzinnige gebrabbel

van Grim aangehoord, ik had genoeg gezien en gehoord om de

rest van mijn leven nachtmerries te hebben. En ik was blijven leven. Ik had me aan één ding vastgeklampt: de wetenschap

dat ooit de dag zou aanbreken waarop ik zou worden gehoord.

Midzomer. De hoorzitting. Verdomme! Ik had het allemaal

voor die dag gedaan, voor die ene dag! Dat konden ze me niet afnemen!

De kruipende dingen binnen in me barstten allemaal tege-

storten of zou gaan schreeuwen van woede.

lijk naar buiten. Vanaf een afstand, alsof ik uit mijn lichaam

vol mee. Ik probeerde mijn hart te dwingen tot rust te komen,

smeet, hoorde ik hoe ik raasde en tierde, voelde ik hoe ik met

‘Waarom vertel je me dit?’ Een leugen. Een truc. Hij zat er

was getreden, keek ik toe terwijl ik voorwerpen door de cel

035


Preview

mijn hoofd tegen de muur sloeg, met mijn schouder tegen de

uiting te geven aan het gruwelijke besef dat ik de volgende och-

een groot, lelijk gat van haat. Ik voelde de tranen, het snot en

doorgaan met wat hij altijd deed, vrij om de families van ande-

tralies ramde, aan mijn haren trok en mijn mond uitrekte tot het bloed over mijn gezicht lopen, voelde het vuil, de schaamte

en de nutteloosheid van dat alles, en begreep, uiteindelijk, wat

zovelen hier ertoe dreef om zichzelf te snijden en te verminken en er uiteindelijk een eind aan te maken. ‘Beuker, smerige leu-

genaar die je bent!’ schreeuwde ik. ‘Je lult uit je nek! Het is niet waar, dat kan niet! Kom terug en zeg het nog een keer, toe dan, als je durft! Schurftige hond! Vuile schoft!’

Het werkte aanstekelijk, dit soort dingen. Al snel stond ie-

dereen in zijn cel mee te brullen. De ene helft schreeuwde te-

gen Beuker en de andere bewakers om de oneerlijkheid van hun bestaan kenbaar te maken, de rest schold mij de huid vol omdat

ik ze had gestoord, hoewel er hier weinig te storen viel. Gebonk en gekletter maakten duidelijk dat ik niet de enige was die met dingen smeet.

Al die tijd stond Grim achter zijn tralies stil en zwijgend

‘Wat sta je naar me te staren, halve zool?’ Ik veegde met een

naar me te kijken.

tend dood zou gaan, en dat Mathuin in leven zou bleven en zou

re mensen aan te doen wat hij de mijne had aangedaan. Ik zou doodgaan zonder mijn dierbaren te hebben gewroken.

Ik kroop over de grond en zocht tussen de voorwerpen die ik

door de cel had gesmeten tot mijn vingers zich om de roestige

spijker sloten. De streepjes op de muur bespotten me, bestempelden me tot een leugenaar. Ik haatte het verhaal dat ze vertegenwoordigden. Ik walgde van de mislukkeling die ze van mij

maakten. Zwak. Meelijwekkend. Een verbreker van beloften.

Een verliezer. Met de spijker in mijn vuist geklemd kraste ik ertussen, eromheen, eroverheen, zodat de keurige groepjes van

vijf ‒ vier verticale streepjes, met elkaar verbonden door één horizontale ‒ een chaos van gekrabbel werden. Wat had het voor zin om hoop te houden als iemand die altijd weer van je

weggriste? Wat had het vertellen van de waarheid voor zin als

niemand wilde luisteren? Wat had het voor zin om door te gaan als het niemand iets kon schelen of je bleef leven of doodging.

mouw over mijn gezicht. ‘Heb je me niet gehoord? Bemoei je

De tijd verstreek. Als ik ook maar een schilfertje geloof had

hebben gebeden om de woorden van Beuker tot leugens te ma-

met je eigen zaken!’

Hij trok zich terug tot achter in zijn cel, niet omdat ik hem

uitschold, maar omdat de deur aan het eind van de gang weer

werd opengesmeten en er bewakers doorheen kwamen rennen. Dat gebeurde altijd wanneer we luidruchtig werden: dan

gooiden ze emmers met koud water naar binnen om ons stil te krijgen. Als dat niet werkte, sleurden ze iemand zijn cel uit om

een voorbeeld te stellen, en deze keer zou ik diegene zijn. Niet dat een pak slaag enig verschil zou maken. Niet als Beuker de waarheid had verteld.

Ik kreeg een emmer vol drek over me heen. Er klonk wat ge-

gehad in goden van welke godsdienst dan ook, zou ik tot hen

ken, of, als dat niet kon, te vragen of ze iemand anders de kans wilden geven om te doen waar ik door mijn dood niet toe in staat zou zijn.

Plotseling gerammel aan de deur aan het eind van de gang.

Als ik het eerder koud had gehad, dan was ik nu als bevroren. Ze waren hier, kwamen me nu al halen.

‘Maak de anderen wakker. Dat hebben ze gezegd.’

De deur ging zacht krakend open, alsof iemand probeerde

‘Nee, Grim. Laat ze slapen.’

vloek van de anderen, maar iedereen hield op met schreeuwen

zo min mogelijk lawaai te maken. Het licht dat naar binnen

emmers en daar stond ik, druipend, stinkend, bont en blauw

Het was dus nog steeds nacht. Ze beroofden me niet alleen van

om erger te voorkomen. De bewakers verdwenen met hun lege

en bloedend door mijn eigen schuld, terwijl de zoemende in-

secten van mijn woede nog steeds in me rondzwermden. Het was een puinhoop in mijn cel, en met die vervloekte Grim op

slechts een paar passen afstand was er geen plek om me te verschuilen. Geen plek om me als een balletje op te krullen, de

dekens over mijn hoofd te trekken en te huilen. Geen plek om

036

kwam, was geen daglicht, maar het schijnsel van een lantaarn. midzomerdag en de hoorzitting, maar ook van de halve nacht

ervoor. Typisch iets voor dit pishok en de gore schoften die hier werkten en voor mensen moesten doorgaan.

Beuker stond bij de tralies. Ik stond met de deken om me

‘Je hebt bezoek.’

heen bij mijn bed en probeerde adem te halen.


ALICE IN WONDERL AND MOOIER DAN OOIT! VERTA ALD DOOR M ATSIER, MET ILLUSTR ATIES VAN PEAKE…

WWW.BOEKERIJ.NL

Adv. 210x140-Alice in wonderland@1.indd 1

25-02-16 14:4

037


Wie epische fantasy zegt, zegt George R.R. Martin, of

redenen waarom David Hair de nieuwe koning van de epische fantasy is

038

2

Waar oost en west elkaar ontmoeten

engeltjes, al geloven ze zelf van wel. Begiftigd met bo-

misschien wel Tad Williams

De essentie van deze serie

vennatuurlijke krachten ge-

(een van de inspiratiebron-

draait eigenlijk om de bot-

dragen ze zich precies zoals

nen van George), Robert

sing tussen de oosterse en

je zou verwachten van een

Jordan of Terry Goodkind.

westerse culturen, en Hairs

elitegroep krijgers met ma-

Maar dat is allemaal zo vori-

scènes zitten dan ook bom-

gie: zonder moreel besef.

ge eeuw... Er is een nieuwe

vol authenticiteit en inzicht

koning opgestaan en zijn

in die culturen. Hoe dat kan?

naam is: David Hair. En wij

Hij heeft zelf aan beide kan-

gaan jou ervan overtuigen

ten gewoond. En beter nog,

Hadden we al gezegd dat dit

dat je zijn acht delen tellen-

omdat hij evenveel aandacht

geen typisch fantasy-verhaal

de epische meesterwerk, De

besteedt aan oost als aan

is? Waar magie vaak een of

Brug der Getijden, moet lezen!

west, vat je al snel sympathie

andere vage kracht is, en de

op voor personages aan beide

gebruiker kan doen en laten

kanten... en kom je erachter

wat hij wil als het nodig is

fan-

dat het conflict tussen beide

voor de plot. Nee, hier zijn

tasy-serie heeft een iconisch

continenten eigenlijk de ech-

complexe en strenge regels

beeld nodig, en De Brug der Ge-

te vijand is.

die het gebruik van magie

1

Een brug te ver... Een

iconische

tijden heeft me er eentje: een

4

En de magie is spectaculair

verklaren, en die ook bepa-

Magie zit in je bloed

len wat voor soort persoon

In de wereld van De

de magiër is. Als magiërs

uit een oceaan die anders niet

Brug kunnen alleen zij die

het een-op-een uitvechten,

overgestoken kan worden, en

magiërsbloed

ge-

dan ontstaat er een dodelijke

die daarmee een opening van

bruikmaken van de gnosis,

strijd waarin talent, kracht,

twee jaar creëert voor oost en

een magie sterker dan welk

ervaring en sluwheid de win-

west om elkaar te ontmoeten.

zwaard ook; de puurheid van

naar bepalen.

Om handel te drijven… én om

je bloed bepaalt je kracht.

oorlog te voeren.

Maar deze magiërs zijn geen

enorme brug, 300 mijl lang, die elke twaalf jaar verrijst

3

bezitten


Sterke vrouwelijke hoofdrollen

magiër die op het grootste

luchtruim. Niet alleen met

tin, Steven Erikson, R. Scott

geheim van het westelijke

hun windschepen en vliegen-

Bakker, Kate Elliott, Brandon

Maar liefst drie memorabele

continent stuit. En Kazim,

de beesten, maar ook met

Sanderson en Brent Weeks,

vrouwelijke hoofdrolspelers! Zo

een misleide geestelijke krij-

hun eigen talent om van ge-

dan zul je genoeg vinden in

heb je de huurmoordenares met

ger uit het oosten die ineens

daante te veranderen.

deze reeks om je mee te ver-

een geweten Elena Anborn, de

gaat twijfelen aan de Shihad,

Rondiaanse magiër die verliefd

de goddelijke oorlog. En na-

wordt op het oosten en haar le-

tuurlijk Ramon, de charman-

ven in de waagschaal legt voor

te en scherpe legermagiër en

Dit is echte epische fantasy.

haar geadopteerde natie. Cera

deeltijdcrimineel

wiens

In omvang, schaal, in de

10

Nesti, de jonge mensenvrouw

handen het lot ligt van een

diepgang van de wereld, en

ries gaan eindeloos door, ter-

die Elena moet beschermen en

compleet leger.

dankzij gebeurtenissen die

wijl het verhaal al verteld is.

vorm geven aan die wereld.

De actie wordt steeds minder,

Grote manen en vliegende schepen

Maar nooit worden de perso-

de plot gaat achteruit... Hair

nages wier beslissingen het

en zijn uitgever besloten dat

en moed net zo belangrijk zijn

Als het idee van zeilschepen

verhaal voortstuwen uit het

dat met deze serie anders

als magiërsbloed in de strijd

die door de lucht schieten

oog verloren. Het boek zit

moest, en dus zouden het

voor vrijheid. En er is Ramita

je aanspreekt – en wie heeft

vol menselijke momenten vol

maximaal vier delen worden.

Ankesharan, afkomstig uit de

dat nou niet sinds J.M. Barrie

humor, loyaliteit én ook ver-

Niet meer! Oké, wij hebben

allerlaagste klasse, een markt-

ons Peter Pan gaf en we ons

raad. Spectaculaire en inten-

elk boek gesplitst dus zijn het

meisje dat werd uitgehuwe-

voor het eerst iets konden

se actiescènes die je normaal

er dan acht. Maar ook echt

lijkt, en vervolgens uitgroeit

voorstellen bij prachtige zeil-

gesproken alleen in films zult

niet meer dan acht! Bereid je

van een nobody tot een van de

schepen die langs de maan

tegenkomen, gaan zij aan zij

in ieder geval maar voor op

machtigste mensen.

vliegen – dan kom je zeker

met

een aantal stevige climaxen

aan je trekken in deze serie.

van menselijke tederheid.

5

in

haar angsten en fouten moet overwinnen om ons eraan te herinneren

6

dat

intelligentie

En er zijn natuurlijk ook nog mannen!

7

maken. Dat hebben wij ook

8

Groot, met een klein hartje

liefdevolle

momenten

Een gigantische maan maakt het onmogelijk om de zeeën

Niet meer, niet minder Sommige

fantasy-se-

(ja, het zijn er meerdere) in het achtste en laatste boek.

9

Voor de fans van...

Zo heb je de alledaagse, maar

te bevaren, maar de magiërs

dappere Alaron, een mislukte

zijn heer en meester over het

gelezen van George R.R. Mar-

16 AU G. 2016

28 FEB . 2017

NU IN D WINK E EL

gedaan.

Als je de boeken hebt

10 OK T. 2017

039


Art De illustratoren achter de mooiste fantasy-platen

Derk Venneman

Van gamedesign naar boekdesign Je hebt een hoop cursussen en opleidingen gedaan. Heb je daar veel geleerd?

Om goed te worden, zul je veel moeten

In mijn schooltijd wilde ik 3D-animator

ook diegenen die het hardste werken.

worden. Omdat ik de introfilmpjes van

Iets met 1% inspiratie en 99% transpira-

games altijd erg indrukwekkend vond,

tie. Het is wel handig om te weten wat

leek het me geweldig om daaraan mee

je moet oefenen, daarom kan ik iedereen

te werken. Tijdens mijn opleiding Mul-

onlineworkshops aanraden. Er zijn er

timedia op het Grafisch Lyceum kwam

tegenwoordig meer dan genoeg. Het is

ik erachter (mede door de Franse strip-

altijd leerzaam om mee te kijken hoe een

wereld), dat mijn passie toch meer bij

professional het aanpakt. Verder is het

de 2D-art lag. Internet begon ook net

ook een goed idee om andere tekenaars

een beetje op te bloeien en online had

op te zoeken in je buurt en samen pro-

je de eerste forums waar tekenaars hun

beren te groeien. Dat kan enorm motive-

werk konden laten zien. Dit was enorm

rend werken.

oefenen. De beste tekenaars zijn vaak

inspirerend en ik ben toen als een bezetene gaan oefenen, zowel met potlood

Jij tekent nu digitaal. Was dat altijd al zo?

en papier als digitaal. Je zou dus kunnen

Toen ik geĂŻnteresseerd raakte in tekenen

Derk Venneman begon zijn carrière in

zeggen dat ik alles zelf geleerd heb, hoe-

had ik al een Wacom (tekentablet, red.)

de gamewereld als conceptartist. In-

wel ik de laatste jaren veel gebruikmaak-

omdat ik met 3D-software bezig was. Dus

middels is hij freelancer, en maakt hij

te van de lessen die de online concept-

ik was al vrij snel in het digitale schilde-

niet alleen vele van onze prachtige

art-scholen aanboden.

ren gedoken. Toch ben ik daarnaast ook

fantasy-omslagen, maar werkt hij ook

altijd veel blijven schetsen op papier. Er

Wat zou je iemand meegeven die nu illustrator wil worden?

is een chemie met potlood en papier die

moment voor tablet en mobiel. Wij vroegen de illustrator naar zijn werk.

Er zijn helaas niet al te veel shortcuts.

een potloodtekening toch iets meer le-

mee aan de grootste games van het

040

ik mis met digitaal tekenen. Vaak heeft


ven of spontaniteit dan digitaal werk,

luut van waarde kan zijn voor digitaal.

phones en tablets. Het is grappig dat ik

ook al gebruik ik tegenwoordig een Cin-

Ook bijvoorbeeld ZBrush (programma

nu werk met tekenaars die bij Blizzard

tiq (tekenscherm, red.) voor mijn digitale

om 3D-modellen te maken en beschil-

Cinematics (makers van World of Warcraft,

werk. Toch gebruik ik Photoshop 99% van

deren, red.) of boetseren met klei kan je

red.) vandaan komen, en door wie ik in

de tijd met professioneel werk omdat het

tekenkunsten helpen, omdat het je helpt

eerste instantie zo geïnspireerd raakte.

gewoon sneller en flexibeler is. En ik kan

om 3D-vormen beter te begrijpen.

Jij hebt uiteindelijk je sporen verdiend in de game-industrie? Hoe kwam je daar terecht?

Er is wel een duidelijke liefde voor fantasy en sf in je werk te zien. Waar komt die liefde vandaan?

elke streep ongedaan maken!

Heeft het voor nieuwe generaties nog nut om te leren tekenen met potlood of kwast?

Na mijn studie Multimedia ben ik gaan

Ik denk dat, ook voor veel andere arties-

Ik denk dat traditioneel schetsen in een

werken bij Guerrilla Games in Amster-

ten, fantasy en sf veel terugkerende on-

schetsboek altijd een basis blijft voor de

dam. Ik wilde liever 2D-art doen, maar ik

derwerpen zijn omdat ze veel creatieve

meeste tekenaars, ook al werken ze digi-

was blij dat ik als 3D-artist aan de slag

vrijheid bieden. Ik denk dat het wereld-

taal. Ik begin mijn digitale werk meestal

kon zodat ik mee kon kijken hoe een

creërende aspect hiervan mij het meeste

met een lijntekening waar eigenlijk het

studio als Guerrilla spelletjes maakt. Na

interesseert. The sky is the limit. Het zijn

design van de illustratie bepaald wordt.

ongeveer twee jaar ben ik mijn freelance-

ook populaire thema’s in games. Het is

Deze skill bouw je natuurlijk op door veel

carrière

verschillende

voor gamers altijd leuk om weg te kun-

te schetsen. Ik kan iedereen aanraden

illustraties voor kaartspellen en games.

nen dromen in een wereld die anders

elk jaar zo veel mogelijk schetsboeken

Ook heb ik een tijdje in Helsinki, Finland

is dan het dagelijks leven. Gek genoeg

te vullen. Traditioneel schilderen heb ik

meegewerkt aan de productie van een

moet ik zeggen dat als ik zelf games

nooit veel gedaan. Het werd altijd een

film. Tegenwoordig werk ik al ruim vijf

speel ik me juist weer aangetrokken voel

enorme rotzooi. Ook al zullen anderen

jaar samen met het Phoenix Age-team

tot realistische simulatiegames.

zeggen dat traditioneel schilderen abso-

van Kabam aan spelletjes voor smart-

begonnen

met

041


042


Hoe ga je normaal gesproken te werk? Hoe komt een illustratie tot stand? Als ik een omschrijving voor een illustratie opgestuurd krijg, doe ik eerst een paar losse schetsjes om te peilen hoe comfortabel ik ben met het onderwerp. Dan maak ik een moodboard met wat referentiemateriaal en maak ik soms eerst een paar studies. Dan begin ik met een compositieschets, meestal een lijntekening maar soms ook alleen maar wat vlakken en kleuren. Vaak doe ik er een paar en stuur ik die op naar mijn artdirector. Dan begint het werkproces. Ik begin meestal met silhouetten en dan werk ik de vormen langzaam uit. Dan is het aanpassen en tweaken tot het er allemaal goed genoeg uitziet en ik door kan naar de volgende.

Is er nog iets wat je zou willen bereiken als illustrator?

Hoe ben je begonnen met illustraties voor boeken?

Ik denk dat het voor veel tekenaars een

Net nadat ik terug was uit Finland werd

ject te werken. Mijn ultieme droompro-

ik uitgenodigd door een Nederlands Pho-

ject is dan ook om een graphic novel te

toshopmagazine voor een interview. Dit

schrijven en te tekenen. Aan concepten

interview werd opgemerkt door iemand

voor verhalen geen gebrek, alleen tijd

bij Luitingh-Sijthoff (productiebegeleider

is als freelancer helaas nogal schaars.

Paul Wilders, red.) en zo ben ik begonnen

Ik hoop ooit een periode vrij te kunnen

met mijn eerste boekillustratie. Dit was

nemen van illustratiewerk om hieraan

een boekomslag voor De Erfgenaam van het

te besteden. Als een lezer geĂŻnteresseerd

Zwaard van Cinda Williams Chima.

is om dit voor mij te financieren kunnen

droom is om fulltime aan een eigen pro-

ze mij gerust mailen! Ook interesseert

Is er werk waar je bijzonder trots op bent? En waarom?

animatie mij nog steeds heel erg. Voor

Ik moet zeggen dat ik over het algemeen

animatics met Photoshop en dan begint

niet zo vaak terugkijk naar werk dat ik

het ook wel eens te kriebelen om een

heb gemaakt. Ik denk graag dat ik mijn

persoonlijk animatieproject te beginnen.

stijl nog steeds aan het ontwikkelen ben,

Verder heb ik nog een paar ideeĂŤn voor

dus ik kijk liever vooruit dan achteruit.

virtual reality en dan is er ook altijd nog

Maar als ik werk zou moeten kiezen waar

zelf spelletjes maken.

mijn werk maak ik wel eens storyboard

ik een soort van trots op ben, is dat de watervalstad (2008, zie pagina 39), omdat dit een van mijn eerste werken was dat er iets professioneler uitzag en waardoor ik meer freelance werk heb kunnen scoren. Het is altijd leuk om een sprong vooruit te kunnen maken en zo voelde dit werk voor mij.

043


Ingezoomd

Rebel in de woestijn: een wervelend debuut

Een interview met Alwyn Hamilton een-nacht en een stoere hoofdpersoon

Rebel in de woestijn verschijnt al in 12 landen. Wat vind je daarvan?

samen en je hebt een spannend, ma-

Het is geweldig! Mijn ouders werken in

gisch verhaal over een meisje dat haar

de reissector, dus ik heb veel landen be-

saaie woestijndorp wil ontvluchten.

zocht toen ik klein was. Maar Rebel in de

Mijn eerste idee voor Rebel in de woestijn

Alwyn Hamilton, auteur van Rebel in de

woestijn komt op boekenplanken te staan

was om een verhaal te schrijven over een

woestijn, vertelt over haar debuut, haar

in landen waar ik nog nooit geweest ben!

scherpschietend meisje dat ik de Blauw-

inspiratie en haar boekenverzameling.

Aangezien ik internationaal ben opge-

ogige Bandiet wilde noemen. Zij bleek

groeid, betekent het natuurlijk dat heel

bij een verhaal uit het Wilde Westen te

Hoe voelt het om debuterend auteur te zijn?

veel van mijn vrienden uit andere landen

horen. Alleen wilde ik niet over het Wilde

Het voelt alsof je met een nieuwe baan

het ook kunnen gaan lezen.

Westen schrijven. Ik heb heel lang nage-

Voeg het Wilde Westen, Duizend-en-

begint. De eerste keer

het leger van de sultan en vervolgens komen ze terecht in een explosieve opstand.

Wat was je inspiratie voor dit verhaal?

dacht over een goede twist, een combinatie met iets compleet anders, en toen had

selijk eng en je bent er

Waar gaat Rebel in de woestijn over?

honderd

dat je iets doet is vreprocent

ik het: Duizend-en-een-nacht. Deze twee

van

Rebel in de woestijn is

genres hebben veel overlap, van de set-

overtuigd dat je het

het verhaal over Ama-

ting in de woestijn tot de rol van religie

fout doet, of je nu je

ni,

zestienjarige

en verhalen over bandieten... Toen moest

redacteur mailt of je

scherpschutter die er-

ik alleen nog de djinns, de magische paar-

belastingaangifte doet.

van droomt om haar

den en een gemene sultan toevoegen aan

Maar dan krijg je steeds

saaie woestijndorp te

mijn treinroven en schietpartijen.

meer vertrouwen als je

verlaten. Ze vermomt

doorgaat en het onder

zich als jongen om

de knie krijgt. Dit laat-

aan een ondergrondse

Heeft je studie Kunstgeschiedenis invloed gehad op het boek? Mijn focus lag vooral

ste jaar heb ik me ook

schietwedstrijd deel te

op schilderijen uit de late 18e eeuw en het

vaak gerealiseerd hoe-

nemen. Daar verstren-

begin van de 19e eeuw in Frankrijk, ten

veel mensen er nodig

gelt haar lot zich met

tijde van de Franse Revolutie. Dat neigt

zijn om een boek te ma-

dat van een mysterieu-

allemaal erg naar het oriëntalisme, dus

ken van een debuterend

ze vreemdeling, die ook

beide periodes (of thema’s) komen zeker

zo zijn eigen geheimen

voor in Rebel in de woestijn.

auteur, dus, naast alles leren voel ik me voor een groot deel dankbaar dat zoveel mensen achter me staan.

044

REEDS VERSCHENEN | € 14,99

352 blz. | Paperback AUTEUR Alwyn Hamilton SERIE Rebel in de woestijn 1

een

heeft. Samen slaan ze woestijn en worden ze

Wat is je favoriete personage in het verhaal? Ik hou van Amani, mijn hoofdper-

achternagezeten door

soon, omdat zij de drijvende kracht was

op de vlucht door de


die ervoor zorgde dat dit verhaal überhaupt werd geschreven. Maar... als ik een favoriet mocht kiezen, zou dat waarschijnlijk Shazad zijn. Zij is de dochter van de generaal die ongeveer op de helft van het boek aan bod komt. Zij heeft gewoon heel veel zelfvertrouwen en ze is fantastisch om te beschrijven.

Ben je al bezig met boek 2 in de serie? Jazeker! De eerste kladversie van het vervolg is klaar en op dit moment ben ik het aan het redigeren.

Je verzamelt veel boeken...

Ik heb geen

enkel idee hoeveel het er zijn. Genoeg voor dubbele rijen in een boekenkast... of twee. Ik ben erg gesteld op het exemplaar van Heist Society van Ally Carter, want die is gesigneerd en het was een van de eerste YA-boeken die ik las toen ik naar het genre terugkeerde na mijn studie. De gebonden editie van Het nachtcircus (van Erin Morgenstern, red.) is waarschijnlijk het meest prachtige fysieke boek dat ik heb.

Heb je nog doelen in je schrijfcarrière? Heel veel verschillende kleine doelen voor

Alwyn Hamilton

dit boek. Maar voor mijn gehele carrière

Geboren in Toronto, Canada

denk ik dat het mijn doel is om gewoon boeken te blijven schrijven, en dat deze

Beroep schrijfster Portret © Hazel Gardner

boeken een weg vinden naar jullie boekenplanken voor de rest van mijn leven.

045


Preview

Alwyn Hamilton Rebel in de woestijn: een wervelend debuut

Er werd gezegd dat de enigen die na het vallen van de avond

vervullen. Zijn brede grijns oogde wanhopig in het olielamp-

in de zin hadden. Ik had niets kwaads in de zin. Maar ja, ik

iemand in deze streken een levend oorsprongwezen had ge-

thuishoorden in Doodorp de mensen waren die niets goeds had nou ook bepaald niets goeds in de zin.

Ik liet me van het zadel van Blauw glijden en bond haar

vast aan een paal achter een kroeg die de Droge Mond heette. Het kind dat tegen het hek zat, nam me argwanend op. Of

misschien waren zijn twee zwarte ogen dat gewoon. Ik trok de brede rand van mijn hoed wat verder naar beneden. Die hoed had ik gestolen van mijn oom, samen met het paard. Nou ja, eigenlijk meer geleend. Alles wat ik bezat, was vol-

gens de wet sowieso van mijn oom, tot en met de kleren die ik droeg.

De deuren van de kroeg zwaaiden open en lekten licht,

lawaai en een dikke dronkaard, die zijn arm om een mooi

meisje had geslagen. Voor ik het besefte, schoot mijn hand naar mijn sjiema om te controleren of die nog vastzat. Ik

was tot aan mijn ogen omwikkeld en zelfs nu, uren na zonsondergang, zweette ik onder al die lagen als een zondaar bij

het gebed. Ik vermoedde dat ik eerder een verdwaalde nomade leek dan een echte scherpschutter, maar zolang ik er niet

als een meisje uitzag, deed dat er niet veel toe. Vanavond zou ik hier in elk geval lévend wegkomen. Des te beter als ik dan ook nog wat munten op zak had.

Het was niet moeilijk om de schietkuil aan de andere kant

van Doodorp te ontwaren. Die bevond zich in het luidruchtigste gebouw van het plaatsje en dat wilde wat zeggen. Een

grote onttakelde schuur aan het eind van de stoffige straat,

waar fel licht brandde en het krioelde van de mensen, en die aanleunde tegen een half ingestort gebedshuis met een dichtgetimmerde deur. Het zou best kunnen dat die schuur ooit van een eerlijke paardenhandelaar was geweest, maar dat was dan zo te zien jaren geleden.

Hoe dichter ik bij de schuur kwam, hoe meer mensen ik

Een man met een bloederige neus werd door twee ande-

zag. Als gieren bij een vers karkas.

ren tegen een muur gedrukt, terwijl een derde hem steeds

weer in zijn gezicht beukte. Een meisje riep iets uit het raam

waarvan een ijzervreter zou gaan blozen. Een groep fabrieksarbeiders met hun werkplunje nog aan dromde samen rond een nomade op een rammelkar, die schreeuwde dat hij djin-

nbloed verkocht waarmee brave burgers hun wensen konden

046

licht, en dat was geen wonder. Het was al jaren geleden dat

zien, laat staan een djinn. Trouwens, hij had kunnen we-

ten dat woestijnbewoners djinnbloed als niets anders zagen dan puur vuur – en dat niemand in Doodorp zichzelf als een brave burger beschouwde. Iedereen in het Eindgewest ging

vaak genoeg naar het gebedshuis om wat beide zaken betreft beter te weten.

Ik probeerde mijn ogen naar voren gericht te houden, als-

Als ik voorbij de gebouwen klom, zou ik over het zand en

of ik het allemaal al eens eerder had gezien.

de struiken helemaal naar huis, naar Stofoord kunnen kijken, hoewel ik dan alleen maar donkere huizen zou zien.

Stofoord stond met de zon op en ging ermee naar bed. Fatsoenlijk gedrag hoorde niet bij de duistere uren. Als het mogelijk was om van verveling te sterven, zou het zand

in Stofoord bezaaid zijn met lijken. Doodorp was echter springlevend.

Niemand besteedde veel aandacht aan me toen ik de

schuur binnenglipte. Er had zich al een grote menigte ver-

zameld in de schietkuil. Aan de balken hingen rijen enorme olielampen, die de gezichten van de kijkers in een vettige gloed hulden. Schriele jochies waren flessen aan het neerzetten en ontweken de klappen van een grote man, die

schreeuwde dat ze op moesten schieten. Wezen, zo te zien.

Waarschijnlijk kinderen wier vaders in de enorme wapenfabriek aan de rand van Stofoord hadden gewerkt tot ze aan

flarden waren geblazen door kapotte machines. Of tot de dag dat ze dronken naar hun werk waren gegaan en brand-

wonden hadden opgelopen die fataal bleken te zijn. Buskruit was nou niet bepaald veilig spul om mee te werken.

Ik had het zo druk met staren dat ik bijna tegen een reus

van een kerel botste, die bij de deur stond. ‘Vooraan of ach-

teraan?’ wilde hij weten. Zijn handen rustten onverschillig op een kromzwaard op zijn linker- en een pistool op zijn rechterheup.

‘Wat?’ Ik dacht er nog net op tijd aan om met een lagere

stem te praten. Ik had de hele week geoefend met het nadoen van mijn vriend Tamid, maar ik klonk nog steeds meer

als een jongen dan als een man. De ingehuurde spierbundel bij de deur leek het niet erg te vinden.


‘Het kost drie foeza om achteraan te staan en vijf om voor-

hoofd trok. Het bordje stootte tegen de lappen die ik om

‘Wat kost het om in het midden te staan?’ Hè, verdómme.

aan te staan. Het wedden begint om tien uur.’

Dat had ik niet willen zeggen. Tante Farrah ranselde me nu al een jaar tevergeefs af om me mijn brutale mond te laten houden. Ik vermoedde dat het meer pijn zou doen als deze man dat probeerde.

Maar hij fronste alleen maar, alsof hij dacht dat ik ze niet

allemaal op een rijtje had. ‘Vooraan of achteraan. Er is geen

mijn borsten had gebonden om ze plat te drukken.

‘Een beetje.’ Ik hield een slag om de arm. We hadden in

Stofoord aan bijna alles gebrek, in heel het Eindgewest feitelijk. Eten. Water. Kleren. Er waren maar twee dingen die we in overvloed hadden: zand en wapens.

Hasan snoof. ‘Dan zou je toch op zijn minst moeten we-

Ik drukte mijn handen tegen mijn lichaam en liep de kuil

ten dat je geen trillende handen mag hebben.’

midden, knul.’

in. Als ik mijn pistool niet stil kon houden, zou het er niet

echt in de schoenen kon zinken. ‘Ik ben hier om te schieten.’

ging in het zand naast een man staan die zo te zien voorna-

‘Ik ben hier niet om te kijken,’ zei ik, voordat de moed me

‘Wat sta je hier dan mijn tijd te verdoen? Je moet Hasan

hebben.’ Hij duwde me naar een zwaargebouwde man met

een wijde rode broek en een donker baardje dat tegen zijn kin geplakt leek. Hij stond achter een lage tafel met stapels munten, die trilden door zijn trommelende vingers.

Ik haalde diep adem door mijn sjiema en probeerde niet te

toe doen dat ik had leren richten voordat ik leerde lezen. Ik melijk botten onder zijn groezelige werkplunje had zitten. Aan mijn andere kant verscheen een man met 28 rond zijn dikke nek.

Overal om ons heen liepen de tribunes vol. De gokbazen

schreeuwden dat er gewed kon worden. Als ik een gokje

waagde, zou ik wedden dat ik geen enkele kans had. Nie-

laten merken dat mijn maag het liefst via mijn mond wilde

mand met gezond verstand zou geld zetten op een of ander

Door het litteken op zijn lip leek Hasan te grijnzen. ‘Vijf-

trekken en zijn gezicht te laten zijn. Misschien zou ik een

Vijftig? Dat was bijna alles wat ik had. Alles wat ik had

ontsnappen. ‘Wat kost het om mee te doen?’ tig foeza.’

gespaard om te ontsnappen naar Izman, de hoofdstad van Miraji. Om hier ver vandaan te komen.

Hasan moet mijn aarzeling gezien hebben, ook al was

mijn gezicht vanaf mijn neus bedekt. Zijn aandacht dwaal-

mager jochie dat niet eens het lef had zijn sjiema omlaag te

gestoorde zuiplap een fortuin op kunnen leveren door te bewijzen dat de verstandige lui het mis hadden.

‘Goedenavond, heren!’ Hasan maande de menigte met

luide stem tot stilte. Tientallen kinderen renden om ons

heen om de pistolen uit te delen. Een meisje met klitterig haar en op blote voeten gaf me het mijne. Dat voelde me-

de al langs me heen, alsof hij dacht dat ik weg zou lopen.

teen goed in mijn hand. Snel klikte ik het magazijn open;

loezi die ik de afgelopen drie jaar stukje bij beetje bij elkaar

de regels. Dus daar kun je je maar beter aan houden, want

Dat was de druppel. Rinkelend liet ik de loezi en halve

had geschraapt op tafel vallen. Tante Farrah zei altijd dat ik

het blijkbaar niet erg vond om mezelf dom voor te doen als ik

daarmee kon bewijzen dat iemand anders het mis had. Dus misschien had tante Farrah wel gelijk.

Hasan wierp een sceptische blik op de munten, maar toen

hij die met de snelheid van een professionele geldwolf telde, kon hij niet ontkennen dat het bedrag klopte. Heel even temperde de voldoening mijn zenuwen.

Hij schoof een stukje hout naar me toe dat als een hanger

aan een lus van touw bungelde. Daar was met zwarte verf het cijfer 27 op geschilderd. ‘Heb je wel genoeg geoefend, ze-

venentwintig?’ vroeg Hasan, terwijl ik het touw over mijn

daar zat een keurig rijtje van zes kogels in. ‘Iedereen kent

God bewaar me... anders sla ik die bedrieglijke smoelen van

jullie eigenhandig tot moes.’ Er klonk gelach op de tribune

en er werden een paar kreten geslaakt. Flessen gingen van hand tot hand en mannen wezen naar ons op een manier die

ik kende van de paardenhandel van mijn oom. ‘Oké, je hebt

zes kogels, zes flessen. Als je na afloop flessen over hebt, lig je eruit. De eerste tien mogen naar voren komen.’

We bleven roerloos staan, terwijl de nummers één tot

en met tien met hun tenen op een geverfde witte lijn in de modder gingen staan. De afstand tussen hen en de flessen schatte ik op ongeveer drieënhalve meter.

Een kind kon de was doen.

047


Preview

Toch kregen twee mannen het voor elkaar om met hun al-

lereerste kogels mis te schieten. Uiteindelijk raakte slechts de helft van de mannen alle flessen.

Een van hen was twee keer zo groot als welke andere

deelnemer ook. Hij droeg iets wat ooit misschien een leger-

uniform was geweest, hoewel dat te versleten was om met zekerheid vast te stellen dat het ooit glimmend legergoud was geweest. Misschien was het gewoon wel smerig van het

woestijnstof. Zijn nummer 1 was met dikke verf op het stuk-

je hout geschilderd dat midden op zijn borst hing. Hij werd

het hardst toegejuicht. ‘Dahmad! Dahmad! Kampioen!’ werd

er geroepen toen hij zich omdraaide en een van de kinderen vastpakte die heen en weer schoten om het gebroken glas op

te halen. Dahmad zei iets zachts wat ik niet kon verstaan en

duwde de jongen toen weg. Even later kwam hij terug met een fles bruine drank. Dahmad zette die aan zijn mond en

leunde tegen de spijlen die de kuil scheidde van de tribune. Hij zou niet lang kampioen blijven als hij zo doorging.

De volgende ronde verliep nog deerniswekkender. Slechts

een van de schutters raakte alle flessen. Toen de verliezers

de ruimte op de streep vanwege die extra persoon, ook al was ik half zo groot als alle anderen.

‘Opzij, zevenentwintig!’ Er werd een elleboog in mijn zij

geramd. Een vinnige opmerking lag al op het puntje van mijn tong. Maar die doofde toen ik zag dat het Fazim Al’Motem was.

Ik onderdrukte de neiging om te vloeken. Fazim had me

elk scheldwoord geleerd dat ik kende, in de tijd dat hij acht was en ik zes. Toen we een keer vloekend betrapt werden, werd mijn mond schoon geschrobd met zand en gaf hij mij

de schuld van alles. Stofoord was een gat. Ik kende Fazim mijn hele leven al, haatte hem sinds ik een beetje verstand had gekregen. Tegenwoordig was hij vaak in het huis van

mijn oom, waar ik ook gedoemd was te wonen, en probeer-

de hij zijn handen onder de kleren van mijn nicht Shira te stoppen. Af en toe, als Shira niet keek, probeerde hij dat ook bij mij.

Wat deed hij hier, verdomme? Nou ja, gezien dat pistool

Het was één ding om als meisje herkend te worden, maar

in zijn hand kon ik dat wel raden. Klootzak.

wegsjokten, kon ik het gezicht van de winnaar goed zien.

het was heel iets anders als Fazim me zou herkennen. Ik was

gelijk. Dat verbaasde me; iedereen hier kwam uit de buurt.

was op vloeken, maar ik was maar één keer bijna doodgesla-

Hij kwam niet uit de buurt, daar was geen twijfel over mo-

Tenzij je ze niet allemaal op een rijtje had, ging je nooit uit vrije wil naar het Eindgewest.

Hij was jong, misschien iets ouder dan ik, en net zo ge-

kleed als wij; hij had een groene sjiema nonchalant om zijn

nek en zijn woestijnkleren waren zo wijd dat het moeilijk te zien was of hij echt zo breed was als hij leek. Zijn haar

was net zo zwart als dat van elke Mirajische jongen; zelfs zijn huid was donker genoeg om door te kunnen gaan voor

een van ons. Maar dat was hij niet. Hij had vreemde gepro-

nonceerde gelaatstrekken, die ik nog nooit gezien had: hoge, hoekige jukbeenderen, een vierkante kaak en wenkbrauwen als duistere schuine strepen boven de geheimzinnigste ogen

die ik ooit had gezien. Hij zag er bovendien lang niet slecht

uit. Enkele mannen die hij had verslagen, spuugden op de grond naast zijn voeten. Een mondhoek van de jonge vreem-

deling ging omhoog, alsof hij zijn lach probeerde in te houden. Toen wierp hij opeens zijn blik op mij, alsof hij gevoeld had dat ik naar hem keek. Snel draaide ik me om.

We waren nog met zijn elven over en we woekerden met

048

meer dan genoeg in de problemen gekomen sinds ik betrapt

gen. Dat was vlak nadat mijn moeder was gestorven, toen ik geprobeerd had een van de paarden van mijn oom te lenen. Ik was halverwege naar Juniper-Stad toen ze me te pakken

kregen en ik heb een maand geen paard kunnen rijden toen tante Farrah en haar zweep klaar met me waren. Als tante

Farrah erachter kwam dat ik in Doodorp gokte met gestolen

geld, zou ze me zo hard afranselen dat die vorige keer daarbij in het niet viel.

Het zou verstandig zijn om ervandoor te gaan. Alleen zou

ik dan wel vijftig foeza armer zijn. En geld was schaarser dan hersens.


LEES DE BOEKEN BIJ DE GROOTSTE FILM VAN HET JAAR!

NU

IN DE WINK EL

HET VERHAAL VOORAF

HET VERHAAL VAN DE BIOSCOOPFILM

2 JUNI IN DE BIOSCOOP 049


Kort De beste verhalen van onze topauteurs

De

Borstenboom door An Janssens

Wachtzaal huwelijkskandidaten stond in roze letters op het houten bord geschreven. Ik staarde er al minstens een uur naar. De

uitgemergelde ouwe vent aan mijn linkerkant ergerde me on-

dertussen steeds meer. Hij tikte onophoudelijk met zijn han-

den op de harde bank en zuchtte om de tien seconden. Mijn jonge meester, die aan mijn andere kant zat, leek uiterlijk kalm, maar ik wist dat hij het wachten evenmin verdroeg.

Ik keek opzij naar de grote gouden deuren, behangen met

een overdaad aan valse bloemen die niemand voor de gek hiel-

den (die kleur fuchsia had ik echt nog nooit in de natuur gezien en ik betwijfelde of zelfs de bladeren van het schelletjebelletje zo fluorescerend oranje konden zijn). Ze konden maar beter snel opengaan, voordat mijn meester zou gaan tieren.

Drie dienstmeisjes dartelden de wachtzaal in, die eigen-

lijk niet meer was dan een grote gang. Ze droegen de donkere, ruimvallende gewaden van de nederigheid. Twee van hen veegden de vloer tussen de tegenover elkaar geplaatste ban-

ken, zodat de weg naar de gouden deuren onberispelijk zou zijn wanneer we die eindelijk betraden. Het derde meisje liep achteraan met een emmer vol vuiligheid.

De opgedirkte dikkerd op de bank tegenover mij – hij droeg

een roze satijnen maatpak omzoomd met dieprode kant – trok

zijn neus op toen het drietal voorbijliep. Hoewel de banken

propvol zaten met edellieden en hun bedienden, met boeren en kooplui, leek ik de enige te zijn die echt naar de drie dienstmeisjes keek. Vooral degene met de emmer trok mijn

aandacht. Er was iets in haar manier van lopen; een elegantie

die ik nooit eerder bij een dienares had gezien. Ze zette haar voeten zo zacht neer dat ze leek te zweven en haar rug was de hele tijd kaarsrecht.

Ze voelde vast dat ik naar haar staarde, want onverwachts

richtte ze haar blik op mij. Er ging een schok door me heen

toen ik recht in haar lichtpaarse ogen keek en ik kon pas weer ademen nadat ze haar blik verlegen had afgewend. Zulke ogen konden een man doen vergeten wie hij was!

Iets deed haar opschrikken – ik zag niet wat – en plots vloog

haar emmer door de lucht. Het stof dwarrelde in dikke wolken over de wachtenden.

‘Idiote griet!’ Mijn meester sprong overeind. ‘Moet ik zo

voor de prinses verschijnen? Ik zal je persoonlijk afranselen!’ Overal klonken stemmen die hem bijvielen.

Mijn meester liep naar voren, maar ik spurtte al op het

meisje af en wierp mijn lichaam beschermend voor het hare. ‘Het is slechts stof, dat is zo verholpen.’ Ik haalde snel een

050


doek uit een van mijn zakken.

wees de roze dikkerd aan die had geprobeerd om de mannen

edele heren, vergeeft u mij!’ Ze praatte even verfijnd als ze

mannen die me niet eerder waren opgevallen – ‘en u.’ Ten slot-

Het meisje kwam vanachter mijn rug tevoorschijn. ‘O,

eruitzag, als een glazen fee die te mooi en broos was voor dit mannengezelschap.

Niemand leek echter te zien wat voor uitzonderlijk wezen

zich onder ons bevond. Alleen de roze dikkerd tegenover mij

riep de mannen op te kalmeren: ‘Maakt u zich toch niet zo

druk.’ Hij was buiten adem door zo snel overeind te springen, of het waren de zenuwen. ‘Spoedig zullen die gouden deuren

opengaan’ – lange ademteug – ‘wilt u dat de prinses deze chaos aanschouwt?’

Het meisje glimlachte. ‘Ik heb al genoeg gezien,’ klonk

haar lieflijke stem. Alsof dat een geheim wachtwoord was lie-

te kalmeren – ‘u en u’ – haar slanke vinger ging naar enkele te wees ze met een grote glimlach naar mij. Mijn hart maakte een buiteling. ‘Volg mij.’

De mannen die niet waren aangeduid, waaronder mijn mees-

ter, bleven verbouwereerd achter toen de uitverkorenen achter

de prinses aan naar binnen liepen. Mijn jonge meester had niet

de moed om me tegen te houden nu de soldaten langs de deur-

posten hem streng aankeken, maar ik wist dat hij me zou laten vierendelen als ik me ooit weer in zijn burcht vertoonde. Het kon

me niet schelen, op dat moment kon ik alleen maar denken aan de Platte Prinses en ik wilde dat ze de mijne zou zijn.

pen de twee borstelende dienstmeisjes tegelijkertijd op haar

De kamer waarin we terechtkwamen had grote rechthoekige

haar zwarte jurk hielp.

wierpen zodra ze zich op de troon in het midden zette. Ze leek

af. De een maakte haar haarnetje los terwijl de ander haar uit

Alle mannen werd op slag stil toen ze beseften wie dit meis-

je was: voor ons stond de Platte Prinses. Haar golvende lokken waren zo lichtblond en glanzend dat ik voor het eerst geloofde

wat de verhalen zeiden: dat zeventig feeën zeventig dagen en nachten gouddraad hadden gesponnen die ze lok per lok met

slakkenslijm aan haar hoofd hadden geplakt. Haar glanzende jurk was net zo lichtpaars als haar irissen en gemaakt van een stof die ik nog nooit had gezien, zelfs niet in de burcht van

mijn meester. Hij omsloot haar lichaam alsof hij eraan vast-

kleefde en leek zo zacht dat ik slechts met moeite de verleiding kon weerstaan om eraan te voelen.

De mannen om me heen keken echter niet naar haar jurk

vensters die het ochtendlicht op het gezicht van de prinses zo mogelijk nog mooier dan voorheen.

De uitverkorenen bleven op een rij voor de troon staan. Ik

stak fel af tegen de drie andere kandidaten, want die waren goedgekleed en roken alsof ze net door een rozenveld waren

gerend. Hun stuurse blikken deden trouwens vermoeden dat de doornen nog steeds in hun voetzolen staken.

Ik ging snel met een hand door mijn blonde haar en een

wolk stof dwarrelde om me heen. De roze vetzak keek me aan alsof ik een stuk verrot afval was waar onwelriekend sap uit stroomde. Hij haalde een kanten zakdoek tevoorschijn en wiste het zweet van zijn papperige gezicht.

Toen de man naast de troon – hij was in oranje satijn ge-

of haren. Ze staarden slechts naar één ding: de puntige topjes

kleed en zo mager dat hij een op stijfsel gezette pier leek – om

ronde borsten hadden moeten zitten. Het mooiste meisje dat

sneller dan je van zo’n kleine dikkerd zou verwachten. Vlak

van de prinses, niet groter dan mijn kleine teen, daar waar ooit door mannenogen was aanschouwd stond voor hen en zij keken alleen maar naar haar platte borst; het was het meest absurde wat ik ooit had meegemaakt en mijn bloed begon te

de eerste kandidaat riep, spurtte het roze ventje naar voren,

voor de troon wierp hij zijn vlezige armpjes in de lucht en pufte hij: ‘Uwe Koninklijke Hoogheid de prinses!’

koken van ergernis!

‘Plijn Deboul smeekt u, zeg wat u van hem verlangt.’ Terwijl

mannen die naar mijn hand dingen onderwerp,’ begon de

bezwete gezicht weer met zijn zakdoek. ‘Bestaat er een gift

‘Iedere inwoner van Slijkrijk kent de proef waaraan ik de

prinses. ‘Een test die u persoonlijk moet afleggen om uw

de dikkerd de voorgeschreven woorden uitpufte, depte hij zijn groot genoeg om uw hand te verdienen?’

moed te bewijzen, uw intelligentie en vindingrijkheid. Maar

u reeds de eerste, geheime test afgelegd. Erover spreken bete-

toe en loerde over de gekartelde rand van haar immense waai-

een goede koning heeft meer nodig dan dat en daarom heeft kent uw tong en uw vrijheid verliezen. Morgen zullen nieuwe kandidaten deze gang vullen en zij mogen er evenmin van

op de hoogte zijn als u dat was.’ Ik voelde een siddering door

We kenden het antwoord allemaal.

De prinses wuifde zichzelf ondertussen langzaam koelte

er naar de vetbol. Haar zwarte wimpers, zo lang en krullend

dat ze haar wenkbrauwen bijna raakten, hypnotiseerden me elke keer als ze loom knipperde.

‘Plijn Deboul.’ De Platte Prinses liet haar waaier een stukje

de aanwezigen gaan. ‘Sierewiet van Kierewiet, mijn dierbare

ontbeerlijk is voor een goede koning: geduld, kalmte en diep

verhulde. ‘Ik zei het reeds: wil je het koninkrijk veroveren,

overleden vader, heeft me door zijn gebreken geleerd wat on-

medeleven, zelfs voor de laagste van zijn onderdanen. U’ – ze

zakken, maar niet zo ver dat hij haar puntige topjes niet meer dan zal je moeten bewijzen dat je dapper en slim bent. Maar

051


Kort de proef die ik je ga opleggen heeft nog een ander doel: mijn

woud liggen.

meest verlang. Verlos me van de honende blikken, maak dat

ooit een voet zetten, bestond uit één lang, kronkelend pad.

liefde winnen door me hetgeen te schenken waarnaar ik het

ik niet langer minderwaardig ben. Schenk me een paar bor-

sten om jaloers op te zijn, en ik zal diezelfde dag met je trouwen.’

Plijn Deboul boog zo diep als zijn buik toeliet. ‘Ik zal u niet

Terwijl de dikkerd wegliep riep de man naast de troon om

teleurstellen.’

de volgende kandidaat. Ik had het gevoel dat ik zweefde toen ik naar voren trad.

‘Bram Prampram smeekt u, zeg wat u van hem verlangt.’

Mijn stem trilde. Wat als ze me onmiddellijk afwees? Hoewel de geruchten zeiden dat elke kandidaat werd aanvaard, was

ik maar een bediende. Bovendien was ik minder lang dan de

gemiddelde man; ik was minstens twee handbreedten kleiner dan de prinses. ‘Bestaat er een gift groot genoeg om uw hand te verdienen?’

De Platte Prinses wuifde zichzelf weer langzaam koelte toe.

‘Je hoorde wat ik zei, Bram. Maak me compleet. Maak een echte vrouw van mij, en ik ben voor altijd de jouwe.’

‘Maar dat is een onmogelijke opdracht! U bezit al alles wat

een vrouw nodig heeft!’ Ik had niet over de woorden nage-

De weg naar dat mystieke woud, waar weinig stervelingen

Aan de grote poorten van het paleis nam dat pad de vorm aan

van een betegelde straat omzoomd met een dubbele rij aan elkaar klevende huizen. Het was er razend druk. Mensen met

armen vol boeken of perkamenten liepen rakelings langs me

heen. Ruiters lieten hun paarden recht op me af galopperen, er blijkbaar onwrikbaar van overtuigd dat ik op tijd opzij zou springen. Ook enkele koetsen walsten bijna over me heen; in

een ervan herkende ik de dikkerd, Plijn Deboul. Hij keek me recht aan maar leek me niet te herkennen. Snuivend schoof hij een rood satijnen gordijntje voor het raam.

Naarmate de dag verstreek verdween de drukte en veran-

derden de statige blauwe, gele en groene woningen in stoffige hutten. In plaats van ronde torentjes sierde een enkele giet-

ijzeren of stenen schoorsteen de rieten daken. Niet één keer

stopte ik, tot een verroest bordje nummer 8459 aangaf; de 1 bungelde er ondersteboven achteraan.

‘Opoe!’ Ik probeerde opgewekt te klinken, maar eigenlijk

kreeg ik de kriebels van die plek. De bomen in de verwilder-

de tuintjes van de buurhutten wierpen lange schaduwen die naar me leken te grijpen.

dacht, ze schoten vanuit mijn hart recht mijn mond in. ‘Nooit

in duizenden spinnenwebben – kraakte er iets onder mijn

zal ik iemand aanschouwen die mooier is dan u nu bent.’

Even zag ik de prinses blozen, voordat ze haar wangen

achter de waaier verborg. ‘Uw woorden zweven als glanzende zeepbellen naar me toe, maar ze zouden barsten zodra ik ze aanraakte. Uw lof is voor het koninkrijk bestemd, en het is het rijk dat u wilt.’

Haar gebrek aan zelfvertrouwen schokte me. Het rijk kon

me gestolen worden, ik wilde haar! Wist ze niet dat ze me het hoofd op hol bracht met haar verlegen glimlach en met de goedheid die bleek uit alles wat ze deed?

‘Ga, Bram. Als je deze onmogelijke opdracht vervult, dan weet

ik dat jij de ware bent.’ Toen ze haar waaier liet zakken zag ik een lach die meer warmte bevatte dan honderd gloeiwormen in een luchtdichte pot.

‘Tot gauw, mijn prinses.’ Ik liep al naar buiten, want nie-

mand mocht me te snel af zijn.

Hoewel ik niet had verwacht zelf naar de hand van de Platte Prinses te dingen, had ik al snel een plan. De vijfde nicht van

Terwijl ik snel over het smalle pad naar de voordeur liep –

de opgeschoten planten die het omzoomden zaten gevangen voeten. De zon was ondertussen bijna onder, waardoor ik niet kon zien of ik op grind liep of op een bed van in de zon geroosterde krekels.

De rieten deur stond op een kier en met kloppend hart duw-

de ik hem open. ‘Bent u thuis, Opoe? Ik ben het, Bram Prampram, de achterneef van...’

‘Een Pramprammer!’ Opoe zat naakt in de ronde open

haard die het centrum van haar voor de rest lege hutje vormde. Alleen haar grijze haardot stak boven het vuur uit, haar verlepte lichaam zat midden in de oranjegele vlammen. ‘Dat

is eeuwen geleden! Ik dacht dat jullie allemaal waren opgegeten door griffioenen of anders door een lijsterheks. Kom erbij, jongen, het is bar koud vandaag.’

‘Dank u, maar ik vind het best warm.’ Een zweetdruppel

viel van mijn kin. De haard had zowel aan de voor- als achterkant een groot gat dat warmte de hut in spuwde.

‘Breng je nieuwtjes? Hoe is het met Theo Houtepoot? Heeft

de achteroom van mijn groottante woonde niet ver van het pa-

hij nog altijd meer vrouwen dan benen?’ Opoes bulderende

Slijkrijk had bereisd en dat ze van elke diersoort minstens één

‘Ja hoor,’ antwoordde ik snel. ‘Zeker nadat hij ook zijn

Opoe tuimelde achterover van het lachen en rolde de haard

leis. Mijn moeder had me verteld dat Opoe elke uithoek van

schepsel had ontmoet. Als iemand wist hoe ik de prinses borsten kon bezorgen, dan was het die duizend jaar oude vrouw. Haar huisje moest ergens tussen het paleis en het Webben-

052

lach overstemde het geknetter van het vuur. tweede been verloor bij het gokken.’

uit. ‘Schitterend!’ Ze wreef tranen uit haar ogen terwijl ze met


gekromde rug op me afliep. ‘En Beth Pissebed, hoe is het met haar? En met Noël en zijn smoelenclub?’

We liepen de hele nacht door. Of beter gezegd: ik liep en Thee-

te deinzen toen het grijze mensje vlak voor me kwam staan.

over het goede hart van de prinses, over haar bescheidenheid

Ik moest me tot het uiterste bedwingen om niet achteruit

Haar lichaam leek één grote, verrimpelde huidplooi en het

rookte nog na. ‘Iedereen maakt het goed. Zeg eens, weet u toevallig waar ik een stel dikke borsten kan vinden?’

Opoes mond trok samen zodat hij op een stekelbesje leek.

‘Niet erg subtiel, die jeugd van tegenwoordig. Je bent uit op de Platte Prinses, nietwaar? Je bent de enige niet!’

Ik zoog mijn adem naar binnen. ‘U heeft het geheim toch

‘Geheim.’ Opoe mompelde en leek dwars door me heen te

niet aan anderen verklapt?’

staren. ‘Het is geen geheim... al weten tegenwoordig niet veel mensen over het bestaan van de borstenboom.’

Ik glimlachte zo breed dat mijn kaakspieren dreigden te

‘Het enige overgebleven exemplaar groeit diep in het Web-

‘Voor de prinses doe ik alles!’

verrekken. ‘Een borstenboom? Waar?’

benwoud. Dieper dan jij wilt gaan, geloof me.’

Opoes ogen vernauwden. Ze ontblootte haar gele, afge-

stompte tanden in iets wat tussen een grijns en een grauw lag. ‘Ik vertel waar je de boom kan vinden als jij belooft dat

ik in het paleis mag wonen zolang jij koning bent. Ik heb gehoord dat ze daar haarden hebben zo groot als kamers; ik zou de rest van mijn leven niet meer uit het vuur komen!’

‘Beloofd!’

Haar greep was verrassend stevig toen ze mijn hand schud-

de.

‘Theelichtje zal de weg wijzen.’ Opoe klakte met haar tong

en een theefee vloog uit het vuur tevoorschijn. De vlam die op haar hoofd brandde was groter dan zijzelf – dat was natuurlijk niet zo verwonderlijk, want ze was zo klein dat ik de vor-

men van haar kinderlijke lichaam pas zag toen ze vlak voor mijn ogen zweefde. Haar losse jurkje had exact dezelfde kleur als haar huid, een weerspiegeling van de oranjegele vlam-

lichtje vloog. Gedurende de vele uren vertelde ik de theefee en hoe ze had gebloosd om het compliment dat ik haar had gegeven.

De ochtend gloorde al toen we de bosrand bereikten. Vlak

voor de eerste boom werd het pad – dat nu weinig meer was

dan een karrenspoor – versperd door een bolvormige koets. Ik

herkende de gesloten rode gordijntjes onmiddellijk; dit was

het rijtuig van Plijn Deboul! Wist die dikkerd ook van het bestaan van de borstenboom?

De koets bleek leeg maar er waren nog steeds twee witte

trekpaarden voorgespannen, vastgemaakt aan de dichtstbij-

zijnde stam. Wat onvoorzichtig om al die kostbaarheden zomaar achter te laten! Typisch iets voor een man als Plijn Deboul om eerst zijn spullen onbeheerd achter te laten en dan roddels te verspreiden over criminele boeren die de koets onder zijn gat vandaan hadden gestolen.

‘Misschien is dit een goede plek voor een kort dutje,’ zei ik

met een grijns, want ik schroomde er niet voor om de crimi-

nele boer te spelen als de binnenbekleding van de koets even zacht was als die satijnen gordijntjes eruitzagen.

‘Bossen moet je overdag doorlopen, anders kom je er zon-

der benen uit gekropen.’ De eerste keer dat ik Theelichtjes basstem had gehoord was ik me halfdood geschrokken, maar ondertussen was ik aan haar diepe rijmpjes gewend. ‘Volg mij op de voet, jonge Bram, of verlies een voet, dat komt ervan.’

Ik voelde er weinig voor om me door een theefee te laten

commanderen, maar het alternatief was evenmin aanlokkelijk. Theo Houtepoot mocht wel zeggen dat hij geen benen nodig had om de vrouwtjes te plezieren, maar ik voelde me te jong om uit te zoeken of zijn bewering waarheid bevatte. De Platte Prinses zou trouwens niet onder de indruk zijn als ik in

het paleis arriveerde met armen vol borsten terwijl Opoe mijn houten karretje voortduwde.

mengloed.

waar hij moet zijn en zorg ervoor dat hij zijn belofte niet ver-

men hadden lange, dunne stammen waarvan de donkerpaar-

‘Je hebt ons gehoord, Theelichtje. Breng deze knaap naar

geet.’

Een theefee als gids. Ik wist niet wat ik daarvan moest den-

ken, want die wezens stonden niet bekend om hun grote in-

tellect. Het enige wat theefeeën echt goed konden was urenlang stilzitten. Daarom werden ze wel eens onder een theepot

gezet om hem warm te houden, waaraan ze hun naam hadden verdiend.

De oranje vleugeltjes van Theelichtje begonnen sneller te

klapperen en algauw was ze de hut uit. Ik stak mijn hand op terwijl ik haar achterna holde. ‘Tot gauw, Opoe!’

Dus volgde ik Theelichtje het Webbenwoud in. Het leek

in niets op enig ander bos waar ik ooit was geweest. De bose bast was omwikkeld met een wit kleed van afbladderende schors. Tot op manshoogte hadden ze geen takken, maar vlak boven mijn pluizige haar strekten hun kruinen zich uit. Daar

vergroeiden de paarse takken met die van de buurbomen zodat je de ene niet van de andere kon onderscheiden. Ze vormden

zo’n dicht web dat de stralen van de zon er nauwelijks doorheen drongen, daar moest het Webbenwoud zijn naam aan te danken hebben.

‘Zet je pas niet hier, anders ontmoet je de voetenpier!’ Thee-

lichtje wees naar een hoopje felgele, zo te zien versgevallen

053


Kort bladeren; de takken boven mijn hoofd waren vreemd genoeg

holte die een volwassen man in één hap kon opslokken.

volledig in. Ik raakte lichtelijk in paniek terwijl de witte wan-

volledig kaal.

Ik vroeg me vluchtig af wat de theefee deed wanneer ze

geen rijmpje kon verzinnen, liet ze de waarschuwing dan maar achterwege of schudde ze sowieso de hele tijd onzin uit

haar oranjegele mouwen? Maar mijn gedachten vervlogen

Het wezen boog over me heen en mijn hoofd verdween er

den me omsloten. De opening werd kleiner en het beest slikte

me in. Met mijn hoofd naar beneden gleed ik door een duistere, blubberige gelei.

snel, want ik moest me concentreren op de in schaduwen ge-

voetenpier verraden lagen overal, soms in hoopjes bij elkaar

mijn brein ontsproot. Die beschimmelde penis zou mij niet

hulde bosgrond. De gele bladeren die de aanwezigheid van de

en soms verspreid. Bovendien wees Theelichtje op meer gevaren. ‘Buk snel voor die tak, want zo’n boom onthoofd je met

gemak,’ klonk het en meteen daarna zei ze: ‘Jonge Brammen moeten sneller gaan, want we moeten het woud verlaten eer de zon is ondergegaan.’

Ik vroeg me af wat er na zonsondergang in het Webben-

woud gebeurde. Vreesde Theelichtje dat ik in het donker de nesten van de voetenpier niet zou kunnen ontwijken of loerden er grotere gevaren in het duister?

‘Bram, je trapt op een zwam!’ klonk de zware basstem ter-

wijl ik een spierwit paddenstoeltje onder mijn voet zag verdwijnen. ‘Wat nu? Je bent zo goed als dood, sodeju!’

Aan zo’n gids had je nog eens iets.

De grond beefde, kwam omhoog en barstte open. Ik viel op

mijn achterwerk terwijl er voor mijn ogen iets uit de bodem groeide. Het wezen was net zo parelwit als de paddenstoel was

geweest, maar het was zo hoog als twee Brammen en zo breed als vier Opoes. Het had geen armen of benen, geen mond of

ogen, alleen een kokervormig lichaam begroeid met hier en daar een paddenstoel. Zijn gladde huid schitterde in het schaarse zonlicht.

Het wezen moest diep bukken om niet verstrikt te raken in

het web van boomkruinen, waardoor de top van zijn cilinder-

lichaam vlak boven me hing. Ik staarde naar de paddenstoel

die platgedrukt op zijn kale hoofd van mijn onhandigheid getuigde.

‘Vaarwel, Bram. Je was een dappere man, al was je niet erg

groot.’ Theelichtje schoot ervandoor. ‘Treur niet, de prinses vindt wel een andere echtgenoot.’

De Platte Prinses met een ander? Geen sprake van. Nie-

mand zou haar beroven van de man die als geen ander van haar hield, en zeker geen overmaatse peniskoker! Helaas ontdekte ik nog tijdens die dappere gedachte dat mijn bewering

dat het ding geen mond had onjuist was geweest. Voordat ik achteruit kon kruipen werd de platte paddenstoel het topje

van de cilinder ingezogen en kwam er een gaatje voor in de

plaats. Uit die opening spoot een witte brei die me van top tot teen bedekte. Het spul kleefde mijn kont en mijn voeten aan de bosgrond vast, mijn armen aan mijn lichaam en mijn

hoofd in mijn nek. Ondertussen ontsloot het gaatje tot een

054

Zure verteringssappen beten al door mijn schoenen heen

– gelukkig begon dat ding bij mijn voeten – toen een idee aan oppeuzelen, ik was net degene die hém ging verslinden! Door mijn lange reis was ik immers behoorlijk uitgehongerd.

Ik opende mijn mond en nam een grote hap van de blubber

die me omringde. Ik weet niet of hij proefde zoals alle rauwe lullen – de reden voor mijn onwetendheid op dat gebied lijkt me duidelijk – maar de smaak was niet zo afgrijselijk als ik

had gevreesd. Hij deed me nog het meest denken aan overrij-

pe lychees; niet mijn favoriete snack, maar wanneer mijn leven ervan afhangt wil ik er best een paar kilo van verorberen.

De ene hap na de andere slikte ik door en ik voelde hoe het

wezen begon te kronkelen. Mijn lichaam werd alle kanten op

gewrongen terwijl ik stevig bleef dooreten. In een mum van

tijd was mijn maag aangenaam gevuld en beet ik door de buitenste schil van het kokerwezen heen.

Al snel had ik een gat gemaakt dat groot genoeg was om

door te ontsnappen. De verteringssappen van het wezen had-

den het kleverige spul rond mijn benen ondertussen weggebrand en ik trappelde mijn weg naar buiten. Nat en slijmerig gleed ik op de bosgrond.

Het wezen maakte niet het minste geluid, maar ik verbeel-

de me dat de paddenstoelen op zijn huid me gekweld aankeken toen het kronkelend weer in de grond verdween. Wat heb

je daarop te zeggen, Theelichtje? Zo goed als dood? Dat dacht

ik niet! Maar mijn gids was ik kwijt, mijn schoenen waren zo goed als verdwenen (net als de onderste helft van mijn broekspijpen, waardoor ik nu zo’n onnozele driekwartsbroek droeg) en het zonlicht begon af te nemen. Zou ik dan toch met lege handen terugkeren?

Ik spitste mijn oren. Een lied ruiste door de takken van de

bomen. Het gezang was valser dan een schoonmoeder maar ik verstond er duidelijke woorden in: ‘Konten groeien aan

de kontenstruik, tetten groeien aan de tettenboom. Ik knijp d’rin, ik lik d’raan. O, wat hou ik van mijn tettenboom!’

Wie beminde daar de plant die mij de hand van mijn gelief-

de zou schenken? Ik sprong over gele bladeren en witte pad-

denstoelen en holde door het woud, geleid door dat onwelluidende lied.

‘Lieve Bram! Je bent oké, al hang je vol sap!’

Ik sloeg naar Theelichtje als naar een vervelende vlieg.

Waar kwam dat ontrouwe wezen ineens vandaan?


Ze ontweek mijn hand met gemak. ‘Ik verliet je niet echt,

krom dat hij het puntje van zijn vooruitstekende kin raakte;

‘Heel grappig,’ bromde ik. ‘Ik kom haast niet bij van het la-

gen. Zijn groene oogjes stonden zo dicht bij elkaar dat mijn

dat was voor de grap!’

chen. Bewaar je moppen in het vervolg maar voor een ander, lafhartige mug!’

‘Ooooh!’ Theelichtje kwam vlak voor mijn ogen vliegen,

zodat ik kon zien hoe ze haar armpjes voor haar kinderborst kruiste. ‘Een mug, zoiets zeg je toch niet. Ik wilde je nog wel

een goede raad geven: ga naar de bron van dat onzuivere lied!’

Ik sloeg weer naar haar, maar ze was razendsnel en bleef

‘Dat had ik zelf al bedacht. Ik hoef geen gids die er bij het

Theelichtje hief haar kin omhoog. ‘Ik wilde hulp halen, ik

voor mijn ogen zweven.

eerste probleem vandoor gaat!’

het wezen leek constant een vinger op zijn dikke lippen te legpink er maar net tussen zou passen en zijn dikke, vlezige oren stonden eerder op zijn achterhoofd dan langs zijn gezicht.

Theelichtje landde op mijn schouder en fluisterde in mijn

oor: ‘De boomgnoom.’ Zou hij echt zo heten of had ze haar hersens gepijnigd om een woord te vinden dat op zichzelf rijmde?

‘Boomgnoom,’ zei ik met luide stem. Ik was een paar pas-

sen voor het kereltje gestopt en had mijn vuisten in mijn zij gezet om er stoer uit te zien. ‘Ik wil borsten!’

Het wezen gniffelde. ‘Ben jij er weer zo een? Tegenwoordig

Ik kruiste mijn armen verontwaardigd voor mijn borst,

smeken meer venten dan grieten om een stevig stel tetten!’

had wel fatsoen! Wat kan een fee zo klein als ik anders doen?’

die glad en stevig was zoals het hoorde. ‘Ze zijn niet voor mij,

‘Je had die witte worst in brand kunnen steken met de vlam

‘Vergeef deze nutteloze handen.’ Theelichtje liet haar

Haar diepe stem paste niet bij haar gemekker.

op je kop.’ Ik wees naar de wilde haardos op mijn eigen hoofd. hoofdje hangen en keek naar haar lege handpalmen. Ze balde ze tot vuisten. ‘De volgende keer zullen je vijanden branden!’

‘Het is al goed. Wees stil.’ Het gezang was nu heel dichtbij.

Ik remde af toen ik felrood licht tussen de bomen voor me zag schijnen – de zon ging al onder, mijn gevecht met die worst

had langer geduurd dan ik had gedacht. Met bonzend hart

maar voor de Platte Prinses!’

‘De Platte Prinses, jaja.’ Het wezentje zong de woorden op

een vals deuntje. ‘Je bent niet de eerste die dat zegt. Waarom zou ik jou wel tetten laten plukken terwijl ik het alle andere venten heb geweigerd?’ De gnoom liet zijn puntige tanden zien.

Die verrekte Opoe! Ze had het geheim van de borstenboom

dus toch aan anderen verklapt! Of hadden die hun informatie elders vergaard?

‘Zeg me wat ik moet doen om een paar borsten te verdie-

liep ik tussen de laatste stammen door, een open plek op.

nen,’ riep ik vol overtuiging. ‘Voor de Platte Prinses doe ik al-

boom, de enige grote plant in een cirkel met een doorsnede

De ondergaande zon wierp zijn rode licht vol op de borsten-

van wel tien meter. Hij was een stuk hoger, maar voor de rest leek hij veel op de andere bomen in het woud; zijn paarse stam

was onderaan net zo takloos en zijn kale kruin was net zo breed, waardoor de borstenboom op een enorme paddenstoel leek. Ik probeerde niet aan die gelijkenis te denken terwijl ik eropaf liep.

Het zachte gras kietelde mijn voeten, maar ik liet me niet

afleiden en concentreerde me op de borsten die aan lange, ge-

spleten steeltjes aan de onderste takken bungelden, telkens twee aan twee. Het leken wel enorme kersen, maar dan zacht-

roze, bruin of geel. Sommige waren dik en rond, andere klein en stevig; weer andere waren lang en plat, alsof ze waren uitgezogen door een borstenbij. De vruchten zaten telkens bij de

tepel aan het steeltje vast; ik hoopte maar dat je ze kon plukken zonder die tepel kwijt te raken.

Een akelig kereltje omklemde een van de dikkere takken

met beide handen en bungelde naar beneden alsof hij een stevige borst was. ‘Ik heb een clubje opgericht voor venten met

les.’

Het mannetje kneep zijn groene ogen tot spleetjes. ‘Ik

wil van jou niet meer en niet minder dan van elk ander die mijn prachtige tetten wil. Je moet mijn gedachten raden!’ De

gnoom schommelde van voor naar achter. Zouden zijn armen op die manier niet worden uitgerekt? Waarschijnlijk wel, want ze waren zo lang dat ze op de grond zouden slepen als hij zijn boom ooit uit kwam.

‘Je gedachten raden?’

‘Versta je geen Slijkrijks? Waar denk ik aan, op dit eigen-

ste moment? Zeg het me en je hebt de tetten voor het kiezen. Klein of groot, stevig of net zacht. Een paar of een trio? Pluk de

tetten die je wilt, maar raad eerst mijn gedachten!’ De gnoom

liet de tak met één hand los en kneep in de dichtstbijzijnde borst. (Die hing alleen, aan een enkel steeltje, en was niet mijn favoriet.)

Met een vinger op mijn lippen pijnigde ik mijn hersens.

Hoe kon ik de gedachten van dit wezen raden? Ongetwijfeld waren ze schunnig, maar daar schoot ik niet veel mee op.

Al snel knipte ik in mijn vingers, gevonden! ‘Je denk aan

een lelijk gezicht,’ zong hij zo vals als je je maar kan voorstel-

hoe heerlijk het zou zijn om in het paleis te wonen!’ riep ik.

prachtige vrouwen... en hun borsten. Je vraagt je af hoe het

len. ‘Je mag erbij... Je mag erbij!’

Zelf mocht hij er duidelijk ook bij. Zijn neus was zo lang en

‘Waar je op elk moment van de dag omringd zou zijn door

055


Kort eruitziet, een volle boezem die omhoog en omlaag wipt bij het

‘Plijn Deboul!’ riep ik uit. ‘Ik laat me liever nog eens inslik-

lopen; hoe het klinkt wanneer vrouwen gillen als je in hun

ken door zo’n witte worst dan dat ik mijn prinses tot een leven

ben, mag je bij mij in het paleis komen wonen en kan je dat

De oogjes van de boomgnoom sperden zich open. ‘Op en

we hebben geluk. Die zweterige gehaktbal zeult drie grietjes

Ik knikte.

Dat wel, maar zodra Plijn Deboul uit het bos was, zou zijn

Ik grijnsde.

Theelichtje sprong van mijn schouder en vloog naar de tak

tepels knijpt. En je hebt geluk, gnoom, want als ik koning allemaal ontdekken.’ neer wippen?’

‘En gillen wanneer je d’rin knijpt?’ ‘Hoe wist je dat ik daaraan dacht? Je bent de ware koning

van Slijkrijk!’

Mijn glimlach werd nog breder.

‘Maar er is één probleem. Wie zal de tettenboom bewaken

als ik weg ben?’

Dit keer haalde ik mijn schouders op. ‘Wanneer je door

echte, warmbloedige borsten wordt bedolven, kan die boom je geen barst meer schelen.’

‘Dat zie je verkeerd, lelijke smoel.’ De gnoom trok zijn lan-

ge neus op. ‘Ik bescherm haar nu al honderden jaren. Ik ga haar niet overleveren aan de tettenvreters!’

‘Blijf dan voorlopig hier. Wanneer ik koning ben zal ik ie-

mand sturen om je plaats in te nemen, zodat je naar me toe kunt komen.’

met die verwaande kwast verdoem!’

‘Hij mag geen koning worden,’ viel de gnoom me bij, ‘want

die bol op pootjes zou me vast niet toelaten in zijn paleis. Maar mee die hem ongetwijfeld zullen afremmen in het woud!’ koets hem in een mum van tijd naar het paleis brengen.

waaraan de gnoom had gebungeld. ‘Haast je Bram, vol kracht en moed! Ik bewaak deze boom zolang het moet.’

Ik sprong naar voren, stak mijn handen in de lucht en

greep een bescheiden paar borsten beet; de roze tepeltjes lieten met een zachte plop hun steeltje los. Dit stel zou in ieder

geval beter bij de slanke prinses passen dan de joekels die Plijn Deboul blijkbaar had uitgekozen.

Ik klemde de borstjes onder een arm en stak mijn hand in

de lucht terwijl ik me omdraaide. ‘Tot gauw, Theelichtje!’ Ze zou doodstil blijven zitten totdat ik iemand stuurde om haar

af te lossen, daar twijfelde ik niet aan. Toch was ik niet helemaal gerust in de manier waarop de dansende vlam op haar hoofd de paarse takken van de borstenboom kietelde.

Het wezen kneep zijn oogjes weer halfdicht. ‘En ik moet

Zodra we het dichte woud in liepen was het aardedonker om

zodat je me niet kan bedotten. Die theeteef kan mijn boom

het duister. Hij waarschuwde me voor pieren in alle soorten

je op je woord geloven? Niks daarvan! Ik kom nu met je mee beschermen.’

‘Ik?’ klonk Theelichtjes diepe stem vanaf mijn schouder.

‘Maar ik moet ervoor zorgen dat Bram Opoe op zijn terugweg

ons heen. Gelukkig bleek de boomgnoom te kunnen zien in en maten. Veel tijd voor voorzichtigheid was er echter niet; ik liep liever het risico een verkeerde pas te zetten dan dat ik Plijn Deboul als eerste in het paleis liet aankomen.

oppikt.’

voor, liet zijn tak los en plofte voor mijn voeten neer. Zijn han-

Scheer je weg, jij ranzig ding!’ Plijn Deboul klonk nog even

‘Dat doe ik wel!’ De boomgnoom zwierde van achter naar

den sleepten inderdaad over de grond. ‘Kies een paar tetten,

Na een tijdje hoorde ik een vrouw gillen. Meteen daarna

galmde een bekende stem door het woud. ‘Je krijgt ze niet! bekakt als ik me herinnerde.

lelijke smoel, en snel. We vertrekken meteen naar het paleis.

komen die vreselijke tettenvreters tevoorschijn!’

‘Tettenvreters,’ gromde de boomgnoom. ‘En veel ook. We kun-

En jij, theeteef, wees vooral ’s nachts op je hoede, want dan

Ik keek naar de snel verdwijnende zonnestralen om me

heen. ‘Kunnen we dan niet beter hier wachten tot het ochtend

Verderop scheen gelig licht. Naarmate ik dichterbij kwam

zag ik dat er niet één, maar tientallen lichtbronnen waren. nen ze maar beter ontwijken, want ik heb mijn mitrailleur bij die theeteef achtergelaten.’

wordt?’

leden bezoek had van een roze papzak?’ De gnoom had weer

gele bladeren. In tegenstelling tot de wittezwammenworst

‘Slecht idee. Had ik nog niet verteld dat ik een paar uur ge-

een lied ingezet. ‘Het duurde een paar uur, maar uiteindelijk

raadde een van de wijfies aan zijn zijde waaraan ik dacht. Ze had lekkere joekels.’ De gnoom hield zijn handen, tot bollen

gevormd, op de plaats waar een vrouwelijke boomgnoom bor-

sten zou hebben. ‘Die kanten vetlap plukte mijn lievelingstetten, de dikste van het stel, melkwit en zo stevig dat je er nauwelijks in kan knijpen.’

056

De borstenvreters waren nauwelijks groter dan een stevige

vuist. Het waren zwevende, lichtgevende ballen bedekt met hadden ze een duidelijke mond; waar de gele bladeren uiteenweken kwamen lange, puntige tanden tevoorschijn.

‘Blijf van mijn boezem, zij is de sleutel tot mijn macht!’

Plijn Deboul hield de borsten – die bijna net zo dik waren als zijn buik – bij de tepels vast en zwierde ze van links naar

rechts. De lichtgevende ballen hapten ernaar, maar de lange

zwaarden van de vier in staal gehulde ridders die Plijn Deboul


omringden hielden ze op afstand. Wanneer een zwaard een van de wezentjes raakte, doofde zijn kern van licht en dwar-

De zon verscheen alweer aan de horizon toen we het Webben-

ik liep bijna tegen een van de paarden die voor het rijtuig van

relden zijn gele bladeren op de grond.

Mooie ridders waren dat! Ze hadden alleen maar oog voor

Plijn Debouls borsten en lieten de drie opgetutte jonkvrouwen die even verderop op de bosgrond zaten aan hun lot over. De

woud eindelijk verlieten. Het licht was echter nog schaars en Plijn Deboul waren gespannen.

‘Allemaal de koets in!’ riep ik terwijl ik de geschrokken

Ik liet de paarden als dolle beesten galopperen. Die drie

juffrouwtjes grienden en jankten terwijl de borstenvreters om

beesten losmaakte.

of hun borsten al waren opgepeuzeld, maar er droop in ieder

jonkvrouwen in mijn koets hadden al veel te veel bloed verlo-

hen heen cirkelden en naar hen uithaalden. Ik kon niet zien

geval bloed over de armen die ze beschermend om zich heen sloegen. Wat bezielde Plijn Deboul om edelvrouwen met zich

mee te nemen op deze missie? Al was een van hen natuurlijk

wel degene die de gedachten van de boomgnoom had geraden...

‘Daar is er weer een!’ jammerde Plijn Deboul. ‘Hou ze van

De borstenvreters waren te talrijk. De eerste ridder ging te-

ren, elke seconde telde voor hen. Pas toen ik aan nummer 8459

aankwam – de 1 bungelde er ondersteboven achteraan – liet ik

de beesten stoppen. Een vrouw die elke uithoek van Slijkrijk had bereisd en van elke diersoort minstens één schepsel had

ontmoet, wist vast en zeker hoe je half opgevreten borsten moest genezen.

me weg!’

gen de grond, terwijl de wezens in de kieren van zijn harnas

jute zak gebogen, even naakt als voorheen. Ze keek op toen ik

verdwenen.

‘Deze kant op.’ De boomgnoom trok aan het haar op mijn

Mijn missie was zo goed als geslaagd, maar ik kon die jonk-

scheenbeen.

vrouwen niet zomaar aan hun lot overlaten. De boomgnoom slaakte een hoge kreet toen ik op de meisjes afsnelde. ‘Jonge gek!’ hoorde ik hem roepen, maar hij kwam me niettemin achterna.

Ik knelde mijn borsten onder een arm en sloeg met mijn

vrije vuist naar de borstenvreters. Tot mijn ontzetting merkte ik dat die wezentjes veel sneller waren dan ik. Een van die bladerballen dook naar beneden en sloeg zijn tanden in mijn

blote voet. Ik uitte een scherpe brul die door sommigen met een gil zou kunnen worden verward.

Ik had bereikt wat ik wilde: de gele monstertjes lieten de

jonkvrouwen met rust. De keerzijde was dat ze zich allemaal op mij hadden gestort. Ik voelde hun scherpe tanden in mijn zij en in mijn kuiten, dit zou ik niet lang volhouden. Zonder

‘Opoe!’ riep ik terwijl ik de rieten deur opengooide.

Het vuur in de haard was gedoofd en Opoe stond over een

binnenstormde. ‘Ah, Bram. Dat duurde lang! Ik was gisterenavond al klaar met inpakken.’

Ik vroeg me vluchtig af wat ze had ingepakt want haar

huisje was nu even leeg als voorheen, maar richtte mijn aan-

dacht snel op dringendere zaken. ‘Deze juffrouwen hebben hulp nodig!’

De boomgnoom hielp de meisjes naar binnen.

‘Ach, slachtoffers van borstenvreters.’ Opoe griste een gro-

te glazen pot uit haar jute zak, gevuld met paarse zalf. ‘Daar weet ik wel raad mee!’

De boomgnoom en ik wachtten buiten terwijl Opoe de on-

fortuinlijke jonkvrouwen behandelde. Pas na vele uren bracht ze de ingezwachtelde meisjes naar buiten. Hun borst was net zo plat als de mijne.

‘Dimidium Pectusculum had nog het meeste borst.’ Opoes

verrimpelde hand klopte zachtjes op die van de jonkvrouw

met het zwarte haar. ‘Maar ik heb ook die volledig moeten afzetten. Vervloekte borstenvreters!’

te twijfelen greep ik mijn borsten bij de tepels beet. ‘Pak de

Ik wendde respectvol mijn blik af. ‘Ze krijgen wel nieuwe

boezem zo ver mogelijk weg.

‘Nieuwe tetten? Alleen als ze alle drie kunnen raden wat...’

aan. Ook enkele bladerballen die Plijn Deboul hadden belaagd

het Webbenwoud keek. De rookpluim die zich boven het bos

borst!’ Ik zwierde mijn armen rond en kegelde de bescheiden

Als een zwerm wespen schoten de vreters achter de borsten

konden de verleiding niet weerstaan om achter de vluchtende

borsten. Nietwaar, boomgnoom?’

De mond van de gnoom viel open toen hij in de richting van verhief zei genoeg.

boezem aan te gaan, maar gelukkig bleven er nog genoeg over

was niet gepland! Die lieve boom en al zijn mooie borsten in

om de ridders bezig te houden.

Ik trok twee jonkvrouwen omhoog en de boomgnoom zette

zijn handen tegen het achterwerk van de derde. Met zijn lan-

Theelichtje kwam over de weg op ons afgestoven alsof ze

uit een katapult was gelanceerd. ‘Het was een ongeluk, het brand!’

ge armen duwde hij haar moeiteloos rechtop.

ven!’

schadigde borsten.

‘Verbijt de pijn, juffrouwen,’ riep ik, ‘en ren voor jullie le-

Plijn Deboul kwam achter Theelichtje aan, gedragen door

twee ridders. In zijn armen hield hij de grote, zo te zien onbe-

057


Kort

‘Mijn boom.’ De gnoom staarde met open mond in de rich-

dat ze al perfect is. Vanaf nu wordt er niet meer met de natuur

Ik duwde iedereen de koets in, sprong zelf op de bok en liet

Mijn geliefde staarde naar haar nopjes en ik zag de twijfel

‘Je bent boos, ik heb het verpest,’ bromde Theelichtjes diepe

‘Doe niet zo onnozel!’ riep Plijn Deboul. ‘Ze is oerlelijk.

‘Ik ben niet boos,’ suste ik de kleine theefee. ‘Die boom zal

De drie jonkvrouwen barstten in tranen uit en ik hoorde

ting van het woud.

de paarden galopperen alsof de duivel achter ons aanzat. stem. ‘En ik deed zo hard mijn best!’

nooit meer iemand naar dat mensenverslindende woud lokken, het is beter zo.’

Toen onze koets onder de paleisboog door reed, sprong ik

van de bok en riep: ‘Allemaal meekomen!’ Met enige moeite

manoeuvreerde ik de gewonde jonkvrouwen, de boomgnoom en Opoe de koets uit richting het met kasseien geplaveide binnenplein.

geknoeid!’

in haar paarse ogen.

Geen man ter wereld wil een vrouw zonder borsten!’

Opoe ‘arrogante zak’ brommen terwijl ze hen zachtjes op de rug klopte.

‘Je hebt het mis, domme Plijn,’ baste Theelichtje. ‘Ik heb

niet veel borst maar iedereen valt voor mijn schoonheid in zwijm!’

Ik hield wijselijk mijn mond.

‘Door jouw schuld hebben we geen borsten meer,’ snikte de

De Platte Prinses stond me op te wachten voor de open-

‘Bram Prampram!’ Verbeeldde ik het me of trilde haar stem

‘Ik breng je geen borsten, mijn lief!’ riep ik terwijl ik op de

Bram. Je hebt mijn ogen geopend en mij van mijn ijdelheid

Ik liep de drie treden op die mij van mijn geliefde scheid-

staande paleisdeuren. van opwinding?

mooiste aller vrouwen afliep. ‘Mijn missie is mislukt!’

den, mijn bonte gezelschap nog steeds voor me uitduwend.

De Platte Prinses keek met grote ogen naar de drie borstloze jonkvrouwen, het verlepte oude vrouwtje en de oerlelijke gnoom. Dit keer had ze geen waaier om haar verbazing te verhullen.

‘Maar er is geen borstenboom meer,’ ging ik verder. ‘Dunne

vrouwen met uitpuilende boezems horen vanaf nu tot het verleden. Iedereen zal zijn zoals jij, perfect in proportie. Alleen zullen de andere vrouwen jouw schitterende ogen en haren niet hebben, je gave huid of je stralende glimlach. Ik heb dus toch de mooiste vrouw van de wereld van je gemaakt!’

‘Ik weet het niet,’ mompelde de boomgnoom naast me. ‘Er

Ik legde hem met een schop tegen zijn schenen het zwijgen

‘O, Bram!’ De prinses sloeg een trillende hand voor haar

Ik wilde mijn overredingstoespraak voortzetten, maar er

‘Ik heb borsten!’ Plijn Deboul liet zich van een mollige grij-

ontbreekt toch iets.’ op.

mond. Was dat een goed of een slecht teken?

weerklonk een bekakte stem over het binnenplein.

ze pony zakken. ‘Dikke borsten waar iedere vrouw jaloers op zal zijn!’ Zijn ridders sprongen van hun grote, zwaargebouwde hengsten. Hadden ze die onder het gat van een nietsvermoedende boer vandaan gestolen?

De Platte Prinses knipperde snel met haar ogen waardoor

haar verrukkelijk lange wimpers op en neer dansten terwijl ze naar Plijn Deboul keek.

‘Dat is niet meer nodig,’ zei ik snel. ‘De prinses heeft beseft

058

zwartharige jonkvrouw. ‘We zijn nu de lelijkste schepsels ter wereld!’

‘Natuurlijk niet.’ De Platte Prinses nam haar hand vast.

‘Jullie zijn nog net zo begeerlijk als ieder ander. Je hebt gelijk,

gered. Ik vroeg je om me compleet te maken en dat heb je gedaan; niet vanbuiten maar vanbinnen.’

‘Ja maar,’ hoorde ik Plijn Deboul achter me mekkeren ter-

wijl ik mijn lange geliefde vastgreep om haar nooit meer los te laten. ‘Dat is niet eerlijk!’

Eerlijk of niet, de Platte Prinses was vanaf dat moment en

voor de rest van mijn leven de mijne. Zij werd de mooiste koningin die Slijkrijk ooit had gekend en ik de gelukkigste koning. Opoe woonde in het vuur dat dag en nacht in de grote

hal brandde, de boomgnoom zat achter alle edelvrouwen aan (behalve achter de drie borstloze jonkvrouwen die de hofda-

mes van de prinses werden) en Theelichtje zette al mijn vijanden in brand... en soms ook per ongeluk mijn vrienden.


CHRISTOPHER GOLDEN

‘GOLDEN IS DE REAL DEAL.’ STEPHEN KING ‘EEN UNIEKE MIX VAN TERMINATOR EN SAVING PRIVATE RYAN.’ SCOTT SIGLER ‘EEN BEKLEMMEND VERHAAL OVER EEN MOGELIJKE TOEKOMST. GOLDENS TINNEN SOLDATEN IS EEN GRUWELIJK MONSTER, MIJN ZENUWEN WERDEN GEFRITUURD EN MIJN HERSENEN SNAKTEN NAAR MEER.’ PIERCE BROWN

€19,99 – 27 APRIL IN DE WINKEL 059


Verwacht Blauwe maan

De Gebroken Wereld

Zilveren zicht

Breaking Bad met magie

De elfenmeester is terug met een nieuw deel

Derde boek over Meg Corbyn

REEDS VERSCHENEN | € 22,99 408 blz. | Paperback AUTEUR Bernhard Hennen SERIE Drakenelfen 8

REEDS VERSCHENEN | € 17,99 496 blz. | Paperback AUTEUR Anne Bishop SERIE De Anderen 3 UITGEVERIJ De Fontein

REEDS VERSCHENEN | € 17,99 416 blz. | paperback AUTEUR Jaye Wells SERIE Kate Prospero 2 UITGEVERIJ De Fontein

Een Dans met Draken – Oude Vetes, Nieuwe Strijd Bereid je voor op het 6e seizoen REEDS VERSCHENEN | € 12,50 736 blz. | Paperback AUTEUR George R.R. Martin SERIE Game of Thrones 6

De aanstaande

De oorlog om

Meg heeft zo-

In het oosten

blauwe maan,

Nangog duurt

veel doorstaan

regeert Daene-

de tweede volle

al zeven jaar

in de paar

rys met haar

maan binnen

en de strategie

maanden dat

drie draken

een maand,

van de Hemel-

ze in het Stads-

over een stad

zorgt voor

slangen om de

park woont dat

van stof en

onrust onder de inwoners van

mensen te onderwerpen lijkt

het haar soms duizelt – letter-

bloed. Wanneer het vijande-

Babylon, Ohio. Kate en haar

te mislukken. De elfen van Al-

lijk. Simon is vastbesloten een

lijke leger optrekt, is er één

collega’s doen er alles aan om

fenmark staan aan de rand van

oplossing voor dit probleem te

jongeman die met een speciale

de vrede te bewaren, maar dat

de afgrond. Nandalee zwoer

vinden. Ondertussen worden

reden op zoek gaat naar de

wordt moeilijk als er een nieu-

nooit meer haar zwaard te

Monty en zijn politiecollega’s

drakenkoningin. Is hij de ver-

we magische drug opduikt die

trekken, maar het lijkt erop dat

bedreigd door de aanhangers

losser? Op de Muur wacht Jon

de gebruikers aanzet tot ver-

ze het lot van de drie werelden

van Mensen Altijd Eerst. Alle

Sneeuw de grootste uitdaging

krachting en geweld. En hoe

in haar handen heeft, en het

ogen, van mensen en Ande-

van zijn loopbaan als hij zowel

dichter bij de volle maan, hoe

zwaard oppakken is de enige

ren, zijn gericht op Monty,

binnen als buiten de Muur vij-

krachtiger de drug wordt...

kans om ze nog te redden.

Simon en Meg – altijd Meg...

anden het hoofd moet bieden.

De Zwaluwentoren

Een Kroon voor Koud Zilver

De Klauw

Rebel in de woestijn

De populairste sage van het moment

Game of Thrones meets Tarantino

Adrian Stone is terug met een weergaloos avontuur

Duizend-en-een-nacht in het Wilde Westen

REEDS VERSCHENEN | € 19,99 484 blz. | Paperback AUTEUR Andrzej Sapkowski SERIE The Witcher 4

REEDS VERSCHENEN | € 29,99 686 blz. | Gebonden AUTEUR Alex Marshall

REEDS VERSCHENEN | € 17,99 352 blz. | Paperback AUTEUR Adrian Stone SERIE Magycker 1

REEDS VERSCHENEN | € 14,99 288 blz. | Paperback AUTEUR Alwyn Hamilton SERIE Rebel in de woestijn 1

Geralt en zijn

Twintig jaar

Al eeuwenlang

Amani groeit

metgezel-

geleden trok

hebben de

op in een

len hebben

Zosia ten strij-

Magyckers een

verlaten woes-

Ciri nog niet

de en bracht

monopolie op

tijnstad, die

gevonden.

ze het grootste

magie in de

ze van plan

Voortdurend

koninkrijk ter

wereld. Wie

is te ont-

wordt hun reis gestoord. Zo

wereld ten val. Toen ze alles

goed betaalt, kan elke spreuk

vluchten. Aangezien Amani

wil de Koningin van Rivia

had gewonnen, trok ze zich

kopen. Maar de spreuken zijn

schiet als een echte cowgirl,

Geralt inzetten in haar strijd

terug. Als haar dorp vervol-

maar tijdelijk, en voordat

beproeft zij haar geluk in

tegen Nilfgaard, en wordt hij

gens wordt afgeslacht, trekt

een Magycker zijn spreuk

een schietwedstrijd, om zo

beroofd van zijn wolvenme-

ze weer ten strijde. Maar als

kan herhalen wordt zijn ge-

te ontsnappen. Ze wint van

daillon. Ciri is ondertussen

ze gerechtigheid wil, moet ze

heugen gewist. Dus als in

de mysterieuze Jin en besluit

door Vysogota opgenomen,

de confrontatie aangaan met

het dorpje van Marit en haar

samen met hem te vluchten.

en richt zich nu op de mythi-

oude bondgenoten en een

autistische broertje Auric

Wat volgt is een race door de

sche Zwaluwentoren. Maar

vreemd leger dat marcheert

iemand een spreuk van de

woestijn, waarin ze worden

ze vindt niet meer dan een

onder een heel vertrouwde

Magycker lijkt te herhalen,

achtervolgd door djinns,

ruïne...

banier.

breekt alle hel los.

demonen en bandieten.

060


11.22.63 Wat als je de geschiedenis kunt herschrijven?

Warcraft: Durotan

REEDS VERSCHENEN | € 12,50 880 blz. | Paperback AUTEUR Stephen King

VERSCHIJNT 26 april | € 15,99

10 MEI | € 17,99 | 368 blz.

272 blz. | Paperback AUTEUR Christie Golden

Paperback AUTEUR Ilona Andrews SERIE De Grens 1 UITGEVERIJ De Fontein

Het verhaal dat voorafgaat aan de film

Op de Grens Magie, monsters, spanning en romantiek

Jake Epping

In de wereld

Rose woont met haar broertjes

ontdekt een

van Draenor

George en Jack in de Grens, en

poort in de

krijgt de Frost-

reist elke dag naar onze wereld

tijd en reist

wolf Clan te

om te werken – zwart betaald,

naar 1958.

maken met

natuurlijk, want als Grenzer

Daar komt hij

steeds hardere

heeft ze wel magie maar geen

erachter dat er minder vlieg-

winters en uitdunnende kud-

papieren.

– voor zich te willen winnen,

tuigen in de lucht waren,

des. Wanneer Gul’dan arriveert

Dan worden Rose en de andere

net als al die andere aristo-

het eten lekkerder smaakte,

in Frostfire Ridge met de

Grenzers geconfronteerd met

cratische neanderthalers die

het leven er langzamer en

belofte van een nieuw jaagge-

naar magie hongerende mon-

ze al de deur gewezen heeft.

vriendelijker aan toe ging...

bied, moet Durotan, de clan-

sters die vanuit het magische

Maar al snel blijkt dat Declans

maar ook dat het verleden

leider, een onmogelijk besluit

Zonderling komen, en boven-

aanwezigheid niet helemaal

weerbarstig is. Het laat zich

nemen. Kan hij het gebied, de

dien vindt Rose de belachelijk

toevallig samenvalt met de

niet graag veranderen. Lukt

trots en de tradities van zijn

arrogante edele heer Declan

monsterlijke invasie...

het hem de aanslag op John

mensen achterlaten en zijn

Camarine voor haar huis. Hij

Het tweede boek volgt in

F. Kennedy te voorkomen? En

volk het onbekende in sturen?

beweert haar – en haar magie

september dit jaar.

Tinnen soldaten

Dromerspoel

Game Over

Warcraft

Een unieke mix van Terminator en Saving Private Ryan

Een nieuw sprookjesachtig avontuur

Nieuw universum van de auteur van Game of Thrones

De grootste fantasy-wereld op aarde komt tot leven

VERSCHIJNT 27 april | € 19,99

VERSCHIJNT 20 mei | € 19,99

VERSCHIJNT 26 mei | € 19,99

VERSCHIJNT 26 mei | € 14,99

384 blz. | Paperback AUTEUR Christopher Golden

448 blz. | Paperback AUTEUR Juliet Marillier SERIE Meidoorn & Grim 1

432 blz. | Paperback REDACTIE George R.R. Martin SERIE Wild Cards 2

AUTEUR Christie Golden

tegen welke prijs?

272 blz. | Paperback

Robotsoldaten

In ruil voor

Bekend gewor-

Het rijk van

vechten in

hulp bij haar

den door het

Azeroth staat

oorlogsgebie-

ontsnapping

tv-programma

op de rand van

den, op afstand

aan een lange

American Hero

oorlog terwijl

bestuurd door

en onterechte

speelt een

haar bescha-

soldaten. Dan-

opsluiting,

nieuwe gene-

ving een ras

ny is zo’n tinnen soldaat, die

belooft de genezer Meidoorn

ratie superhelden inmiddels

van afschrikwekkende in-

vanuit een bunker zijn robot

geen wraak te nemen op

een cruciale rol in vele inter-

dringers tegemoetziet: Orc-

door de straten van Syrië leidt.

de man die haar achter de

nationale gebeurtenissen.

strijders die hun stervende

Tijdens zijn shift zorgt een

tralies deed belanden. Ach-

Zo vechten de helden tegen

wereld ontvluchten om een

aanslag voor een wereldwijde

tervolgd door haar celmaat

de genocide in de Nigerdel-

nieuw thuis te koloniseren.

stroomstoring. Voor de solda-

trekt ze richting het noorden.

ta, bieden ze hulp bij een

Terwijl de poort die de twee

ten begint een race tegen de

Daar, aan de rand van een

zombie-uitbraak in het door

werelden verbindt opengaat,

klok. Maar Danny’s robot blijft

mysterieus bos, moet ze de

orkanen geteisterde New Or-

treden legers van beide kan-

actief, en zijn geest zit gevan-

komende zeven jaar iedereen

leans en onderzoeken ze een

ten elkaar tegemoet voor een

gen in de machine.

helpen die om hulp vraagt.

nucleaire explosie in Texas.

strijd die hen beiden com-

Geen uitzonderingen.

pleet kan uitroeien.

059


Verwacht Oorlogshart

Het Vergeten Testament

De nieuwe sensatie uit Amerika

Het allerlaatste boek met Richard & Kahlan

Frankrijks grootste fantasy-talent is terug!

VERSCHIJNT 17 JUNI | € 16,99 (intro-

VERSCHIJNT 6 juni | € 19,99

VERSCHIJNT 7 juli | € 16,99

432 blz. | Gebonden AUTEUR Terry Goodkind SERIE Richard & Kahlan 4

AUTEUR Pierre Grimbert

Rood

ductieprijs) | 432 blz. Gebonden AUTEUR Pierce Brown SERIE De Mars Trilogie 1

272 blz. | Paperback SERIE De Kinderen van Ji 1

Diep onder de grond van Mars

Richard ligt op

De tijd dat de

werken Darrow en zijn volk

een lijkbaar en

erfgenamen

keihard om de oppervlakte leef-

Kahlan moet

moesten vech-

baar te maken voor toekomsti-

vechten voor

ten voor hun

ge generaties. Maar Darrow en

zijn leven ter-

leven lijkt ver

zijn mede-Roden zijn verraden.

wijl Richard

De mensheid heeft de opper-

weg, maar het

in de onderwereld zijn eigen

gevaar duikt toch weer op,

vlakte al generaties geleden be-

om de macht. Daar wordt Dar-

strijd levert. Dit is de laatste

en op Bowbaq na verdwij-

reikt. Darrow is niets meer dan

row gedwongen te vechten

slag in een oorlog van drie

nen alle erfgenamen ineens

een slaaf voor de decadente

voor zijn eigen leven en de toe-

millennia oud, een oorlog

spoorloos. En als dan ook

heersende klasse op Mars. Uit

komst van de beschaafde we-

waarin het Zwaard van de

nog hun kinderen worden

op gerechtigheid offert Darrow

reld, tegen de beste en meest

Waarheid werd gesmeed,

belaagd lijkt er niets anders

alles op om het legendarische

genadeloze krijgers. Bereid je

een oorlog die het einde kan

op te zitten dan zelf op on-

Instituut te infiltreren, een plek

voor op een weergaloos avon-

betekenen van niet alleen

derzoek uit te gaan. De ant-

waar de nieuwe generatie van

tuur! Dit is sciencefiction zoals

hun levens, maar van hun

woorden zijn helaas maar op

menselijke opperheren strijdt

je die nog nooit gelezen hebt.

complete wereld.

één plek te vinden: het eiland van Ji.

Het Zwaard van de Radch Vervolg op Het Recht van de Radch

De IJsdraak (Geïllustreerd) Een prachtig sprookje uit de wereld van Game of Thrones

De Bloedrode Rivier De nieuwe koning van de epische fantasy

Invocatie Nieuw Nederlands fantasytalent

VERSCHIJNT 13 juli | € 19,99

VERSCHIJNT 20 juli | € 16,99

384 blz. | Paperback AUTEUR Ann Leckie SERIE Radch 2

128 blz. | Gebonden AUTEUR George R.R. Martin

VERSCHIJNT 16 augustus | € 19,99 | 448 blz. | Paperback AUTEUR David Hair SERIE De Brug der Getijden 6

VERSCHIJNT 17 augustus | € 19,99 | 544 blz. | Paperback AUTEUR Jürgen Snoeren SERIE De Demon van Felswyck 1

Breq was

In de wereld

De Scytale

Feri is een

ooit een oor-

van Het Lied van

van Corineus

kruimeldief uit

logsschip.

IJs en Vuur is de

is in handen

de straten van

Een wapen

ijsdraak een

van Ramita

Felswyck die

dat werelden

legendarisch

en Alaron en

na een misluk-

veroverde en

wezen dat

ze kunnen

te inbraak per

duizenden gedachten kon

ieder mens angst aanjaagt.

eindelijk beginnen aan het

ongeluk een demon in haar

aansturen. Maar nu heeft ze

Maar Adara is niet bang.

ontcijferen. Het Rondiaanse

wereld loslaat. Kort daarna

nog slechts één lichaam en

Nog voordat ze vijf jaar oud

koninkrijk is echter niet het

wordt Feri opgepakt door

dient ze de keizer. Met een

is, vliegt Adara al mee op de

enige dat het tweetal achter-

de stamheer van de stad en

nieuw schip en een lastige

rug van de draak. Als twee

volgt. Ook de dodelijke ziel-

wordt ze gedwongen Kephris

crew trekt Breq eropuit naar

jaar later ineens vuurdraken

drinker-clans zitten achter

op te sporen. Hij is de enige

Station Athoek, om de fami-

over de boerderij van Adara

hen aan. En die worden ge-

die de demon nog kan beteu-

lie te beschermen van een

vliegen, wordt alles anders.

leid door hun meest meedo-

gelen. Maar dan breekt de

luitenant die ze ooit kende

Alleen Adara en de ijsdraak

genloze vijanden: de inquisi-

burgeroorlog uit en lijkt alle

– een luitenant die ze in koe-

kunnen de wereld redden.

teur Malevorn Andevarion en

hoop verloren hem ooit te

de ziener Huriya Makani.

vinden.

len bloede heeft vermoord.

060


Eclips vergeeft 3x The Flash seizoen 1 op Blu-ray. Winnen? Laat ons voor 1 juni via

eclips@lsamsterdam.nl weten welke superkrachten jij wilt bezitten.

3x

Win!

Blu-ra y

The Flash seizoen 1 – De spin-off van de DC Comics serie Arrow, waarin forensisch wetenschapper Barry Allen als razendsnelle actieheld samen met zijn nieuwe vrienden uit S.T.A.R lab het opneemt tegen het kwaad in Central City.

Maak kans op 3x de Blu-ray van In the Heart of the Sea. Stuur voor 1 juni een mailtje naar

eclips@lsamsterdam.nl en wie weet krijg jij de film thuisgestuurd.

3x

Blu-ra y

Win!

In the Heart of the Sea – Geïnspireerd op de mythe van Moby-Dick. Waan je aan boord van het schip en beleef de spanning die de bemanning in de winter van 1820 heeft moeten doorstaan met dit visuele spektakel.

063


MAAK JE SERIE COMPLEET! Het allerlaatste verhaal van Richard & Kahlan

IN 8 JUNI KEL DE WIN

,99

â‚Ź19

064

Dit is de laatste slag in een oorlog van drie millennia oud, een oorlog waarin het Zwaard van de Waarheid werd gesmeed...


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.