194-269 nieuwe plantengids_125x194 18-03-15 14:02 Pagina 238
(Text_schwarz Plaat)
Bloemen rood, roze of purper; tweezijdig symmetrisch
Vlinderbloemenfamilie Fabaceae of Papilionaceae 1
Kattedoorn Ononis spinosa L.
Balsemienfamilie Balsaminaceae 4
Reuzenbalsemien Impatiens glandulifera Royle
❁ 6–8 ↕ 20–50 cm
❁ 7–8 ↕ 50–200 cm
Aan de voet houtig, met gedoornde takken; st. met 1 of 2 rijen haren; b. meestal 3-tallig, kaal, blaadjes eiv., getand, het eindblaadje langer gesteeld; bl. kort gesteeld, in de oksels van de bovenste st.b.; kroon 8-25 mm lg., roze tot roodviolet; peul even lg. als of langer dan de kelk; Δ kalkgrasland, wegkanten, dijken, duinen; vrij alg. in M.-Eur., noordel. tot in Z.-Scandinavië, zuidel. tot in de Pyreneeën en M.-Italië; RL-N.
B. verspreid, bovenste in kransen, lancetv.eirond, scherp getand, b.steel met gesteelde klieren; bl. wijnrood, zelden wit of lila. 2-4 cm lg., met gekromde spoor, in lg. gesteelde, 2-15-bloemige trossen. Δ waterkanten, ooibossen; verspreid; oorspr. westelijke Himalaya; tuinp. en verwilderd.
2
Rondbladig stalkruid 0nonis rotundifolia L.
❁ 5–7 ↕ 15–30 cm P. klierachtig behaard, aan de voet verhout; b. 3-tallig; blaadjes rondachtig tot eirond, 23 cm lg., bochtig getand, het middelste lg.gesteeld; bl. met 1-3 b.okselstandig; kroon 15-22 mm lg., roze; Δ lichte dennenbossen, stenige hellingen; verspreid in de centrale en zuidel. Alpen, de Pyreneeën, Cevennen en Abruzzen. 3
Esparcette Onobrychis viciaefolia Scop.
Kattestaartfamilie Lythraceae 5
Gewone kattestaart Lythrum salicaria L.
❁ 6–9 ↕ 50–120 cm P. rechtopstaand, aan de voet verhout; b. lancetv., tot 10 cm lg., tegenoverstaand of in kransen van 3; bl. purperrood, in kransen in lg. aren; kroonb. 6, 5-12 mm lg.; meeldraden 12, verschillend van lengte; Δ waterkanten, vochtig grasland, greppels, rietland, duinvalleien, natte ruigten; alg. in vrijwel heel Eur. 6
Kleverige kattestaart Lythrum hyssopifolia L.
❁ 5–7 ↕ 30–60 cm
❁ 7–9 ↕ 10–40 cm
P. boogv. opstijgend; b. geveerd, met 13-27 langwerpig eironde, 3-8 mm brede deelbl; bl.tros voor de bloei langwerpig-eirond; bl.steel 1 mm lg.; kelk 5-8 mm lg., kelktanden 2-4 maal zo lg als de kelkbuis; kroon 10-14 mm lg., rood; kiel ong. even lg. als de vlag; vrucht 6-10 mm lg., met dikke stekels. Δ schraal kalkgrasland, wegkanten; cultuurp.; algemeen. Oorspronkelijk ZO.-Eur., nu in vrijwel heel Eur.
St. met vliesv. smalle ribben; b. meest verspreid, lijnv.-lancetv., 1,5-2,5 cm lg., 0,5 cm br.; bl. alleenst. of in paren, okselst.; kroonb. paarsrood, 5-7 mm lg.; alle kelktanden even lg.; 6 even lg. meeldr. Δ waterkanten, vochtige akkers en ruigten; verspreid tot zeldzaam. M.- en Z.-Eur., noordw. tot Engeland en Ierland.
238