S he ra zade
de muzikale sprookjes van duizend-en-twee nachten

Scan de QR-code of ga naar

https://amaj.vlaanderen/sherazade
Beluister telkens wanneer je onderstaand symbool ziet
het bijbehorende muziekfragment.

de muzikale sprookjes van duizend-en-twee nachten
Scan de QR-code of ga naar
https://amaj.vlaanderen/sherazade
het bijbehorende muziekfragment.
De muziekfragmenten zijn geselecteerd uit Sheherazade van Nikolai Rimski-Korsakov.
Tekst & concept: David Van Steenkiste - Sara Verbeeck
Illustraties: Sara Verbeeck
© David Van Steenkiste & Amaj vzw, 2023
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Amaj vzw | Everdijstraat 12, 2000 Antwerpen | O.N. 0632.806.224 | www.amaj.vlaanderen
Sara Verbeeck
David Van Steenkiste
Er was eens in het Verre Oosten een machtige sultan die heerste over een reusachtig rijk.
Iedereen hield van sultan Rimsi en zijn vrouw.
Zij waren het gelukkigste paar van de hele wereld.
Tot op een dag het onheil toesloeg ...
In de paradijselijke tuinen van het paleis beet een giftige slang de geliefde vrouw van sultan Rimsi dood. Het hart van Rimsi brak in duizend-en-een stukken. Hij huilde en huilde, tot hij geen tranen meer over had. Hij voelde zich zo alleen.
Gelukkig was zijn papegaai Korsa er nog. Rimsi en Korsa werden een onafscheidelijk duo.
Op een dag had de sultan genoeg van al dat verdriet.
“Waarom doet liefde toch zo’n pijn? Nooit wil ik nog zo’n hartzeer. Nooit wil ik nog verliefd worden”, zei Rimsi kordaat tegen Korsa.
“Nooit nog verliefd, nooit nog verliefd”, aapte Korsa hem na.
“Ik laat elke nacht een nieuw meisje geloven dat ik bij zonsopgang met haar zal trouwen. Maar nog voor het einde van de nacht stuur ik haar naar de kerkers. Trouwen doe ik nooit meer!”
“Nooit meer trouwen, nooit meer rouwen,” krijste Korsa. En zo geschiedde.
Het verhaal van de gevangen meisjes verspreidde zich als een lopend vuurtje door Bagdad. Donkere wolken pakten zich samen over het rijk. De eens zo lieve sultan was een monster geworden ...
Het verhaal van de wrede sultan kwam ook ter ore van een beeldschoon meisje. Zij heette Sherazade. Sherazade was dol op vioolspelen. En op lezen. De planken aan de muren van haar kamer stonden krom van de boeken. Hoewel ze nog nooit een voet buiten Bagdad had gezet, hadden de boeken de wereld voor haar geopend. Sherazade was dan ook enorm wijs voor haar leeftijd en ze begreep dat sultan Rimsi uit liefdesverdriet niet meer kon trouwen.
“Misschien kan ik het gebroken hart van de sultan lijmen met de magische verhalen die ik heb gelezen”, dacht ze. Ze snelde naar het paleis en bood zich aan als nieuwe bruid voor de sultan.
“Hopelijk kan ik hem nacht na nacht betoveren met mijn vertellingen ...”
Sultan Rimsi maakte een vreugdedansje toen hij de betoverend mooie Sherazade zag. Wat was hij blij met zo’n knappe bruid voor één nacht.
“Je fonkelende ogen schitteren als sterren in een pikzwarte nacht”, zei hij tegen Sherazade. “Maar je oogjes zullen nooit meer het daglicht zien”, dacht Rimsi diep vanbinnen.
De avond viel en Sherazade schuifelde dichter bij de sultan. Ze schraapte haar keel en zei: “Mag ik u een sprookje vertellen, almachtige sultan?” De sultan knikte. En zo nam Sherazade sultan Rimsi mee op een wonderlijke reis van Sinbad de Zeeman.
Sinbad de Zeeman was altijd stil, maar helemaal niet uit eigen wil.
Praten kon hij al heel zijn leven niet. Matrozen bevelen deed hij met een lied.
weerklonk uit Sinbads lier. De matrozen hesen de zeilen met grote sier. Ze begrepen vlot Sinbads ideeën en voeren zo samen over de zeven zeeën.
Sinbad vertrok naar het Verre Oosten op avontuur, maar zijn vader waarschuwde hem vol vuur:
“In de oosterse zee zorgt de Woeste Walvis voor gevaar. Iedereen siddert en beeft voor dat mythisch monster daar!”
Toen Sinbad op een mooie dag een prachtig feeëriek eiland zag, deed zijn lier van
een melodie die hen naar het eiland dwong.
Schip aangemeerd, anker overboord, een eiland vol prachtige planten, wat een oord!
Met zijn allen sprokkelden ze wat hout voor een vuurtje met een gloed van goud.
Plots voelden de matrozen een enorme schok, zo fel dat iedereen ervan schrok.
“Aan boord! Aan boord!”, riepen ze met bevende stemmen.
“Weg van hier, voor we moeten zwemmen.”
Sherazade was gestopt met vertellen, net op het spannendste moment in het verhaal. Ze deed alsof ze in slaap gevallen was.
“Verdorie!”, riep de sultan uit. “De nacht is bijna voorbij, maar het verhaal nog lang niet. Hoe loopt Sinbads avontuur nu af?”
Rimsi besliste om haar nog een extra nacht bij zich te houden. Sherazades plan leek te werken. Nu kon ze zich echt overgeven aan de donkere nacht.
De volgende nacht ging Sherazade verder met het verhaal:
Het eiland was niet wat iedereen dacht, niemand had de mythische walvis verwacht.
Het aangestoken vuur maakte de walvis enorm kwaad, de matrozen wisten zich met hun angst geen raad. De Woeste Walvis dook onder, keer op keer en Sinbads schip slingerde gevaarlijk heen en weer.
speelde Sinbad op zijn lier, tijd om weg te vluchten van hier.
Plots werden ze allen iets gewaar: de walvis kalmeerde, raar maar waar.
Vredig begon de walvis te zwemmen, de lier had hem kunnen temmen.
Eind goed, al goed, een nieuw avontuur tegemoet.
echode Korsa alweer.
Nachtenlang vertelde Sherazade vol vuur alle spannende avonturen van Sinbad de Zeeman. Rimsi en Korsa luisterden gehypnotiseerd naar de wondermooie Sherazade.
Tegen de ochtend viel Sherazade telkens in slaap. Maar sultan Rimsi was elke nacht zo benieuwd naar het vervolg van Sherazades sprookjes, dat hij haar maar niet naar de gevangenis kon sturen.
“Sherazade, ik word wat zeeziek van Sinbads reizen in rijm. Vertel me een nieuw verhaal vol fantasie en onverwachte gebeurtenissen”, vroeg sultan Rimsi vol verlangen.
“Dan vertel ik u graag het wonderlijke verhaal van Ali Baba”, antwoordde Sherazade met haar zeemzoete stem.
li Baba was een jonge, arme straatmuzikant die in een stad in het Perzische Rijk woonde. De laatste tijd werd het koninkrijk geplaagd door rovers. De straten waren vaak helemaal verlaten, uit angst bleven de mensen liever veilig thuis. Toch kon je Ali Baba altijd fluit horen spelen in de stadspoort, in de hoop wat geld te verdienen met zijn muziek.
Op een dag hield Ali Baba op met fluiten. “Wie zijn die mysterieuze mannen op die kamelen daar?”, dacht hij al bevend. “Ik moet
Toen hij de mannen aan een grot zag stoppen, verstopte hij zich achter een struik.
“Sol-la-mi ” toeterde de roverhoofdman op zijn trompet.
Triomfantelijk riepen de rovers in koor: “Open u!”
Wonder boven wonder opende de grot zich. Zonder dat Ali Baba goed kon zien wat er in de grot verscholen zat, zag hij een felle schittering.
Toen de rovers weer weg waren, schoof Ali Baba voetje voor voetje naar de grot. Zijn hart bonsde in zijn keel.
“Als ik dat melodietje nu eens op mijn fluit speel”, dacht hij in zichzelf.
Ali Baba nam zijn fluit en blies van Sol-la-mi …
Ook deze keer opende de grot zich. Goudkleurige schitteringen en stralen verblindden de ogen van Ali Baba. “Waauw!”
Zijn mond viel open van verbazing. De grot was gevuld met gouden beelden, schitterende instrumenten, zakken vol geldstukken en blinkende juwelen. Ali Baba besefte dat hij de schatkamer van de rovers had ontdekt.
Van al die opwinding vergat Ali Baba even zijn angst voor de rovers. “Ik moet de koning waarschuwen”, bedacht hij dapper. Voor hij de grot sloot, nam hij nog snel een prachtige, gouden fluit mee.
Ali Baba snelde naar het paleis van de koning. Hij vertelde de paleiswachters dat hij de schat van de rovers had gevonden. De paleiswachters lachten de arme Ali Baba uit, ze geloofden hem niet.
“Kijk hier dan”, riep hij boos, terwijl hij de gouden fluit bovenhaalde. De schittering van de gouden fluit deed hun gelach verstommen.
Vliegensvlug werd de koning op de hoogte gebracht van de roversgrot. Wit van woede stuurde hij al zijn wachters naar de grot. Daar verstopten ze zich stilletjes in de struiken. Nu was het wachten op de rovers …
De eerste zonnestralen doorbraken de pikzwarte nacht en deden Sherazades woorden vervagen.
snaterde Korsa de papegaai.
Maar Sherazade was naar goede gewoonte in slaap gevallen. De sultan was ook nu weer benieuwd naar het einde van het verhaal en besliste om haar nog een extra dag bij hem te houden.
“
De volgende nacht ging Sherazade verder met het verhaal van Ali Baba.
Dagenlang hielden de wachters en Ali Baba zich verstopt in de struiken.
“Waar blijven die rovers toch? Misschien hebben ze ons gezien?”, vroeg Ali Baba zich wanhopig af.
Plots hoorden ze het oorverdovende getrappel van kamelen.
Ali Baba was een held. Als bedanking kreeg hij van de koning een buidel geldstukken en de prachtige gouden fluit. Zo kon hij voortaan de wereld rond reizen om mensen te plezieren met zijn muziek. Vanaf dan stond hij bekend als Ali Baba, de slimme en dappere muzikant die de schat vond en de rust in het land deed weerkeren ...
“Sol-la-mi”, toeterde de trompet nog, maar enkele tellen later hadden de paleiswachters alle rovers overmeesterd.