Editie nr. 4




Editie nr. 4
TEKST I REDACTIE I VORMGEVING I DRUKWERK
Afdeling Marketing & Communicatie, Van Doorn DRUKWERK
Drukkerij Dekkers van Gerwen REDACTIEADRES
Van Doorn, Laageinde 15a, 4191 NR Geldermalsen CONTACT
Binnen bij Van Doorn is een uitgave van Van Doorn voor klanten en relaties. Dit magazine is zowel in papieren uitgave als online beschikbaar. Heeft u naar aanleiding van dit magazine opmerkingen of vragen of wilt u graag een gedrukt exemplaar ontvangen? U kunt ons bereiken via: communicatie@vandoornbuitenruimte.nl
COPYRIGHT
Niets uit dit magazine mag worden verveelvoudigd of anderszins toegepast worden zonder onze schriftelijke toestemming.
Dit drukwerk is Cradle to Cradle CertifiedTM.
“ Als alles verandert en toch ook veel hetzelfde blijft.”
In 2023 vierden we ons 60-jarige bestaan en in 2024 beleefden we de unieke situatie dat we drie medewerkers mochten feliciteren met hun 50-jarige dienstverband. Ook namen we afscheid van vier oud directieleden van de tweede generatie die met pensioen gingen. Deze mijlpalen vormden de aanleiding om een speciale jubileumeditie van ons relatiemagazine ‘Binnen bij Van Doorn’ uit te brengen.
In deze jubileumeditie nemen wij u mee op een boeiende reis door onze geschiedenis van de afgelopen 60 jaar. Aan de hand van oude verhalen komt het verleden tot leven en krijgt u een uniek inkijkje in de ontwikkeling van ons familiebedrijf.
We laten niet alleen het verleden spreken, maar geven ook een podium aan degenen die ons bedrijf mede hebben gevormd. Leveranciers, onderaannemers, klanten en collega’s delen hun persoonlijke verhalen en anekdotes. Daarnaast kijken we vooruit naar de toekomst van Van Doorn in 2050.
We kijken met trots en dankbaarheid terug op een prachtig jubileumjaar en een geslaagde feestelijke viering, samen met onze klanten, relaties en werknemers. We zijn blij dat we dit met u hebben kunnen meemaken en kijken er naar uit om ook de volgende hoofdstukken van ons verhaal samen met u te beleven.
Wij wensen u veel leesplezier!
De directie
Robert Van Doorn, Erik Van Doorn, Martien Duel
Van Doorn is een familiebedrijf dat door hard werken en slim ondernemen in zestig jaar tijd is uitgegroeid tot een belangrijke speler in de buitenruimte. Met 365 medewerkers, een omzet van 100 miljoen euro en ongeveer 450 bedrijfsauto’s die heel Nederland doorkruisen, is het moeilijk voor te stellen dat de oprichters destijds op hun fiets de eerste opdrachten binnensleepten. In zes decennia gebeurt er veel. We nemen u mee op een tijdreis door de lange geschiedenis van Van Doorn.
Het is een slecht fruitjaar en vier van de negen zoons van familie Van Doorn hakken op een goede avond de knoop door: ze stappen uit de fruitteelt en in de ‘groene aannemerij’. Een vijfde zoon sluit zich aan en het avontuur van de broers Arie, Barend, Evert, Floor en Hent kan beginnen. Als Aannemersbedrijf Gebr. Van Doorn Geldermalsen B.V. gaan ze aan de slag met het uitvoeren van ruilverkavelingen en het maaien van bermen. Ze werken hard. Dagen van vier uur ’s morgens tot negen uur ’s avonds zijn geen uitzondering.
Hard werken loont en de zaken gaan goed. Het bedrijf is flink gegroeid en heeft inmiddels zo’n 25 medewerkers in dienst. Waar er tot dan toe gewerkt werd vanuit een schuurtje en een caravan, kan dit nu worden verruild voor een écht bedrijfspand aan de Parallelweg in Geldermalsen. Broer Floor kiest zijn eigen koers en richt, los van de broers, een eigen bedrijf op.
DE TWEEDE GENERATIE DIENT ZICH AAN
De zoons van oprichters Arie, Barend, Evert en Hent komen in dienst. Maar liefst vier Barenden (Azn, Bzn, Ezn en Hzn), Frans, Henk en Jan zetten de schouders eronder om het bedrijf verder te laten groeien. Het verhaal gaat al snel rond dat Gebr. Van Doorn een echt familiebedrijf is, dat goed voor zijn medewerkers zorgt. Dit trekt mensen aan en vaak werken er vaders, zoons, neven en broers van eenzelfde familie uit de regio bij het bedrijf.
Gebr. Van Doorn richt zich nu ook op civiele techniek en reiniging en maakt een groeispurt door. Met ruim 60 medewerkers is het bedrijfspand aan de Parallelweg alweer veel te krap. Ze kopen op het Laageinde een stuk grond van een voormalig transportbedrijf, slopen de loods die erop staat en bouwen een gloednieuw bedrijfspand. Het is de plek waar Van Doorn tot op de dag van vandaag is gevestigd.
Op advies van de toenmalige accountant richt de tweede generatie een eigen BV op: Nevado, genoemd naar de neven van Van Doorn. Dit alvast met het oog op de toekomst. De bedoeling is dat de tweede generatie na een periode van vijf jaar, het bedrijf gezamenlijk over zal nemen. Dit doel wordt in 1994 inderdaad behaald.
Het Zeer Open Asfalt Beton (ZOAB) doet zijn intrede in Nederland. ZOAB heeft vele goede eigenschappen, maar het onderhoud blijkt een vak apart. Gebr. Van Doorn ontwikkelt samen met de fabrikant een wegdekreiniger die de klus wel kan klaren. Vanuit de markt is er veel vraag naar de capaciteiten van deze machine. Na een doorontwikkeling in eigen huis in 1997 en 2004, bepaalt Gebr. Van Doorn de standaard voor de markt met een multifunctionele wegdekreiniger die door een speciaal systeem het afvalwater recyclet.
Het jaar van de allereerste bedrijfsovername. Vlieger en Van der Ven doet als straatmakers bedrijf veel opdrachten voor Gebr. Van Doorn in het westen van het land. Het bedrijf is in handen van Dirk van der Ven, zijn compagnon De Vlieger is al uitgetreden. Dirk zijn oude dag nadert en opvolging is er niet. Gesprekken hierover resulteren in een overname van het bedrijf. De bedrijfsnaam blijft hetzelfde, zodat Van Doorn ook onder die naam kan inschrijven op projecten.
Tuincentrum Lingebloei, gelegen naast het ouderlijk huis van de eerste generatie, wordt overgenomen. De naam verandert in Tuincentrum Leeuwenstein. Hiermee start Van Doorn een nieuwe tak van sport, want de overname brengt ook de uitvoering van de eerste hoveniersactiviteiten met zich mee.
De officiële overdracht van het bedrijf aan de tweede generatie vindt plaats. Hiermee komen eerst zeven en later zes neven Van Doorn aan de leiding. Zij besluiten iedere directeur verantwoordelijk te maken voor een eigen specialisatie binnen de organisatie. Dat dit een goede zet is, blijkt wel uit de daaropvolgende flinke omzetstijging. Ook leidt het tot een bedrijf met een zeer breed dienstenpakket. Niet alleen in de grond-, weg- en waterbouw, maar ook in de groenvoorzieningen en civiele techniek. Broer Jan besluit om voor zichzelf verder te gaan met zijn eigen transportbedrijf Spino.
OPRICHTING SIGNA TERRA EN IMS
De groene bedrijfstak wordt ondergebracht in een aparte werkmaatschappij: Signa Terra. Dit bedrijf doet naast groenvoorzieningen ook hoveniersactiviteiten en voorziet in ontwerp, aanleg en onderhoud van particuliere tuinen en bedrijfstuinen. Het is ook het jaar waarin zusteronderneming IMS wordt opgericht, waarin Gebr. Van Doorn Geldermalsen een belang van 50% heeft. Dit bedrijf houdt zich volledig bezig met incidentmanagement.
OPRICHTING DOVER
Er wordt een aparte werkmaatschappij voor verkeersmaatregelen opgericht. Aanvankelijk is dit een samenwerkingsverband tussen Gebr. Van Doorn en Vermeulen. Dover B.V. vestigt zich aan de Rijnstraat in Geldermalsen. Daar is ruimte voor al het materieel en een werkplaats om de verkeersborden te maken. In goed overleg besluiten de partijen in 2000 dat Gebr. Van Doorn Geldermalsen de activiteiten zelfstandig voortzet. De naam Dover past dan nog steeds goed. Die staat vanaf dat moment voor Van Doorn Verkeersmaatregelen.
Samen met onze Belgische partner Michaël de Clercq richten we VDC Aannemingen Bvba op. Van Doorn Geldermalsen heeft hierin een belang van 50%. Dankzij deze nieuwe samenwerking kan Van Doorn ook in België werkzaamheden uitvoeren.
De werkmaatschappijen groeien hard. Om meer eenheid in de organisatie te krijgen, wordt een holding opgericht, waar alle werkmaatschappijen onder vallen. Deze krijgt de naam Leeuwenstein Groep. Een directe verwijzing naar Huize Leeuwenstein in Geldermalsen, het geboortehuis van de oprichters.
De professionalisering werpt al snel zijn vruchten af. Als grootste werkmaatschappij van Leeuwenstein Groep, haalt Van Doorn haar eerste grote UAVgc contracten binnen. Dit is een contract voor zowel het ontwerp, de uitvoering als het onderhoud van een project. Het gaat om de prestatiecontracten voor de snelwegen rondom Eindhoven en Utrecht en het Amsterdam-RijnKanaal (PPU Nat). En als kers op de taart winnen we ook nog eens de verkiezing ‘Familiebedrijf van het jaar 2010’. Een titel om trots op te zijn en waaruit blijkt dat een groot professioneel bedrijf en een familiecultuur hand in hand kunnen gaan.
Het vierde UAV-gc Prestatiecontract voor Van Doorn Geldermalsen B.V. is een feit, namelijk voor de snelwegen rondom Arnhem-Nijmegen. Ook Signa Terra werkt inmiddels aan meerdere integrale projecten. Dover investeert flink in materieel, dat dankzij het gebruik van zonnepanelen steeds duurzamer wordt. Duurzaamheid speelt in 2012 trouwens een centrale rol met ook de interne veiligheidscampagne ‘Samen Veilig werken’, de certificering voor ISO 14001 en het behalen van niveau 3 op de CO2 prestatieladder.
De Leeuwenstein Groep staat samen met alle werkmaatschappijen stil bij haar 50-jarig jubileum. We investeren veel in een verbouwing en nieuw en innovatief materieel. Resultaat hiervan is bijvoorbeeld de innovatieve SilRainDo. Tot slot winnen we ook nog eens de Werk Veilig Award 2013.
Het 50-jarig jubileum wordt pas een jaar later echt goed gevierd, vanwege de ziekte van een van de directieleden (Barend Azn). Het is een schitterend feest, waarbij het jubileumthema ‘Samen 50 jaar’ centraal staat. Dit komt tot uiting in elkaar ontmoeten, verbinding zoeken en natuurlijk lekker eten.
Een nieuwe werkmaatschappij wordt opgericht, die zich richt op laadoplossingen en duurzaamheid in de infrastructuur. Daarom bedachten we de naam Ecoleeuw. Later is hier de naam Ecoleon van gemaakt, geïnspireerd op het Spaanse woord ‘león’ dat leeuw betekent.
We halen het NOS-journaal met het verwijderen en herbestemmen van alle ANWB-praatpalen langs de snelwegen in Nederland. Als Rijkswaterstaat vraagt om een innovatie oplossing voor de afgedankte praatpalen, bedenken we samen met Dover en Ecoleon een plan om de praatpalen een tweede leven te geven. Dat wordt gewaardeerd en we krijgen de opdracht. Op 1 zaterdag voorziet Dover alle praatpalen van een ‘buiten gebruik’ hoes, vervolgens halen ze in 3 maanden tijd alle 3300 praatpalen op. Binnen een jaar onthullen we, samen met Ecoleon, de allereerste tot laadpaal omgebouwde praatpaal. We bouwen er in totaal zo’n 250 om. Daarnaast verkopen we 1000 praatpalen als verzamelobject. Ze zijn erg gewild en gaan als warme broodjes over de toonbank.
Een jaar vol verandering: 5 van de 6 neven maken ruimte voor een nieuwe directie. Alleen Barend Ezn blijft aan als algemeen directeur. Robert en Erik Van Doorn én voor het eerst iemand van buiten de familie, Martien Düel, treden toe tot de directie. De dagelijkse bedrijfsvoering komt in handen van bedrijfsleiders en afdelingshoofden. Er wordt ook een ondernemingsraad geïnstalleerd. Omdat Leeuwenstein Groep de laatste jaren enorm snel gegroeid is en alle logos’ en namen van de werkmaatschappijen verwarring veroorzaken, buigen we ons over de herpositionering van ons merk. Ook breiden we onze samenwerking met Dura Vermeer aanzienlijk uit. Dura Vermeer krijgt een 40 % belang in Van Doorn. Zo kunnen we ook in de toekomst blijven groeien en tegelijkertijd een familiebedrijf blijven.
We nemen afscheid van de naam Leeuwenstein Groep en gaan samen verder onder één merknaam Van Doorn. Eén sterk merk, voor alle soorten werk is ons credo. Terug naar onze wortels, zoals we ooit begonnen zijn. Met de naamsverandering verandert ook ons logo en onze huisstijl. Dat is even wennen. In het voorjaar begint de rollercoaster. Van de stikstofcrisis, die menig project lam legt, gaan we naadloos over in de coronacrisis. Gelukkig is ons digitale netwerk goed ingericht en wennen we snel aan online samenwerken. Het jaar eindigt met een klapper: de lancering van onze nieuwe website: vandoornbuitenruimte.nl. Eén overkoepelende website die alle websites van de verschillende bedrijfsonderdelen vervangt.
We zetten ons in om ons bedrijf te verduurzamen. We kiezen voor elektrificatie van ons wagenpark en krijgen in het voorjaar de sleutel van onze nieuwe elektrische veegwagen. De allereerste elektrische van Nederland. Met deze mijlpaal halen we opnieuw de landelijke media. De komende jaren zal de buitenruimte van bedrijventerreinen ingrijpend veranderen en verduurzamen. Daarom nemen we het bedrijf ParkTrust over, zodat we onze expertise daar ook kunnen inzetten. Tot slot zetten we forse stappen in onze professionele presentatie. Eyecatchers zijn de veegwagen campagne en ons eerste corporate magazine. Aan het eind van het jaar zijn vrijwel al onze wagens en kleding aangepast en daarmee herkenbaar als ‘het nieuwe Van Doorn’.
generaties
Met het terugreden van Barend Ezn Van Doorn, bestaat de directie uit drie personen. De projectlocaties zijn inmiddels flink uitgebreid. Vanuit strategische plekken in Nederland en België werken onze collega’s aan vaak langlopende projecten. We timmeren aan de weg op het gebied van maatschappelijk ondernemen en veiligheid. Onze gloednieuwe driejarige opleiding Weijs Werkend Leren, waarbij leerlingen kunnen leren én werken in buitenruimte, is alweer met haar derde lichting leerlingen gestart. Zo bouwen we samen verder aan de toekomst van morgen.
V.O.F. Königkrämer is een oude bekende van Van Doorn. Al vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw is het bedrijf onderaannemer bij Van Doorn voor het ouderwetse handwerk in het groen.
KUNT U WAT VERTELLEN OVER DE BAND MET VAN DOORN?
Net als Van Doorn zijn wij een familiebedrijf, maar dan gestart met drie broers. Zo’n identieke start en jarenlange samenwerking schept een band; je weet waar je vandaan komt, je hebt dezelfde instelling en je spreekt elkaars taal. We hebben als Königkrämer lang met de 1e en vooral met de 2e generatie gewerkt, en nu alweer met de 3e generatie. Doordat we al zo lang met elkaar samenwerken ken je elkaar goed en heb je aan een half woord genoeg.
HOE IS DE SAMENWERKING MET VAN DOORN TOT STAND GEKOMEN?
We werken al bij Van Doorn vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw. Als Van Doorn handen tekortkwam, dan leverden wij werkploegjes en busjes. Wij doen vooral het ouderwetse handwerk: kleinschalig maaiwerk, schoffelen, snoeien, zagen, dat soort dingen. In de eerste jaren hielpen wij voornamelijk mee op kleinschalige projecten in West Nederland en op RWS-bestekken. De samenwerking liep soepeltjes door tot de jaren negentig. Daarna werd het even wat stiller, onder andere door veranderingen in de markt en een andere manier van werken. Vanaf 2007, toen Van Doorn het maaibestek in de provincie Zeeland toegewezen kreeg, kwamen wij weer in beeld.
Die samenwerking beviel weer erg goed en inmiddels zijn wij vaste onderaannemer van Van Doorn. Gemiddeld hebben we tussen de 10 en 15 mensen rondlopen op de grote integrale projecten (o.a. Zuid Nederland Midden, West Nederland Zuid en Provincie Brabant). Dat is zeker de helft van onze inkomsten. Op een gegeven moment werk je zoveel samen, dat je iets opbouwt– Van Doorn heeft bij ons echt een streepje voor ten opzichte van anderen. Inmiddels vind ik ons er een klein beetje bij horen.
“
Ik vind het heel knap hoe van Doorn mooi meegaat in ontwikkelingen.”
U BENT BEHALVE ONDERAANNEMER OOK IN DIENST ALS UITVOERDER BIJ VAN DOORN?
Ja, dat klopt. Omdat de samenwerking goed bevallen was, werd ik voorgesteld als kandidaat ter vervanging van de toenmalige uitvoerder bij het bestek Oost Nederland Zuid. Toen Chris Meeter (uitvoerder) me in 2017 belde en vroeg of ik interesse had om uitvoerder te worden bij Van Doorn, dacht ik eerst dat ik in de maling werd genomen. Uiteindelijk bleek het geen grap te zijn. Ik ging akkoord en nam het werk over van de toenmalige uitvoerder.
“Van Doorn heeft bij ons een streepje voor. We werken al zo lang samen, het is net een huwelijk.”
Dit stopte eind 2018 en na die tijd ben ik nog voor een aantal projecten gevraagd uitvoerder te zijn. Dit is om de uitvoerders van dienst te ontlasten of wanneer er even niemand voorhanden is. Ik ben een soort van vliegende kiep. Vanaf die tijd heb ik dus twee petten op: die van onderaannemer Königkrämer én van uitvoerder bij Van Doorn. Om elke schijn van belangenverstrengeling te vermijden verstrek ik geen opdrachten aan Königkrämer met de Van Doorn portemonnee.
HOE KIJKT U NAAR VAN DOORN?
Ook al zijn er nu andere mensen en is de manier van werken veranderd, er is ook heel veel hetzelfde gebleven. Wat ik leuk vind aan Van Doorn is de menselijkheid in het bedrijf. Alles is teamwerk. We doen het samen. We staan naast en niet boven elkaar. Als dingen niet goed gaan, kun je er goed over praten, de draad oppakken en weer door. Er wordt niet lang gezeurd, alles is bespreekbaar, er is begrip over en weer en onderling vertrouwen. Iedereen is benaderbaar en altijd klaar voor een praatje.
In al die jaren dat ik met en voor Van Doorn werk is het fascinerend om te zien hoe Van Doorn zich heeft ontwikkeld. Vooral in de periode tussen 2000 en 2010, toen Van Doorn echt zelf de stap maakte naar een
nieuwe manier van aanbesteden. Met interviewsessies en kijken naar prestatie.
IEDERE WEEK WEER ZORGEN DAT ALLES KLOPT
Eind 2019 heb ik, samen met mijn vrouw Gerriëtte, het familiebedrijf Königkrämer officieel van mijn ouders overgenomen. Mijn vrouw en ik hebben 3 kinderen, 2 dochters (11 en 9) en 1 zoon (13). Het is nog niet duidelijk of onze kinderen door willen gaan in het bedrijf. De oudste, onze zoon, zag er eerst wel wat in om in het bedrijf te werken, maar naarmate hij ouder wordt is dat gevoel minder. Onze dochters zijn er (nog) niet mee bezig, de oudste dochter wil dierenarts worden. En onze jongste dochter helpt ons ook mee in het bedrijf, maar is nog erg jong om nu al te weten wat ze wil.
Wat de toekomst zal brengen weet ik niet. We kijken het per week aan. Zorgen dat het lekker loopt, goed georganiseerd is en alle puzzelstukjes in elkaar vallen. Ik ben blij als alles die week weer gelukt is en iedereen tevreden is. Iedere vrijdagmiddag drink ik met mijn vrouw 1 speciaalbiertje. Dan zit de week en het werk er bijna weer op.
Wim van Breda BV is al vanaf het begin één van de hofleveranciers van machines. We spreken met Dick van Breda, zoon en directeur, in het onlangs opgeleverde vernieuwde pand aan de Oudenhof in Geldermalsen.
Mijn vader, Wim van Breda, heeft het bedrijf in 1957 opgericht. Net als Van Doorn zijn wij een echt familiebedrijf. Ik ben van de tweede generatie en nam in 1995 het stokje over van mijn vader. Na mij zullen mijn zoons, Wim Jr. en John, samen de zaak voortzetten.
Wat doet uw bedrijf precies?
In de afgelopen jaren is ons bedrijf behoorlijk veranderd. Eerst verkochten we alleen landbouwmachines aan boeren. Vanaf de jaren ‘70 breidden we onze diensten uit naar aannemers in de wegenbouw, met de verkoop van kleinere machines, zoals motormaaiers en klepelmaaiers. Tegen 1996, toen de verkoop van landbouwmachines daalde, besloten we om ons volledig te richten op de markt voor professioneel groenonderhoud. Die keuze heeft voor ons goed uitgepakt. We zijn nu gespecialiseerd in de verkoop van apparatuur voor het onderhoud van wegen, bermen en sloten. Met 43 werknemers bedienen we klanten in heel Nederland.
Hoe is de samenwerking tot stand gekomen?
De gebroeders Van Doorn gingen werken voor gemeentes en Rijkswaterstaat en hadden machines nodig. Vroeger, als je een leverancier zocht, keek je eerst om je heen in Geldermalsen. Mijn vader, Wim van Breda, was toen al
ongeveer 7 jaar actief in Geldermalsen. De eerste machines die Van Doorn van ons kocht waren hand gedragen motormaaiers. Ze gebruikten die om gras te maaien langs de autosnelwegen. Trekkers had je toen nog niet. Moest je maaien, dat liep je dat hele stuk achter die machine.
Wat typeert de band tussen uw bedrijf en Van Doorn?
De 5 broers en mijn vader kenden elkaar goed. Problemen losten we onderling met elkaar op. Dat is nog steeds zo. Dat is ook typisch de mentaliteit van familiebedrijven. We zijn meer dan leverancier, we ondernemen ook samen activiteiten, zoals een reis naar Israël met een groep ondernemers uit de buurt. Door de tijd heen is de manier van werken veranderd, van de verkoop opgeschreven op een bierviltje door mijn vader, tot het opstellen van offertes en uitgebreide plannen door mijn zoons. Toch is de band met Van Doorn een mooie mix van persoonlijk en zakelijk gebleven. Het blijft waardevol om met elkaar te kunnen sparren, niet alleen over machines, maar ook over wat er speelt.
Hoe kijkt u naar Van Doorn?
Van Doorn is erg vooruitstrevend bezig en gaat bewust met dingen om. Jullie zijn de laatste jaren ook veel bezig met opleidingen. Zoals die samenwerking met JvEsch [Weijs Werkend Leren], die ook klant van ons is. Ook met
“MARINUS HIELD DE BOEL EEN BEETJE IN TOOM”
Het verkopen van materieel verliep vroeger iets minder georganiseerd dan nu. De broers van Van Doorn waren heel enthousiast. Zo van, ik moet maaien en heb dit en dat nodig. Toen mijn vader vroeg wat ze nodig hadden, zei de één dat hij 2 bosmaaiers wilde, de ander wilde er 3, weer een ander wilde er 1, wat uiteindelijk neerkwam op 10-15 stuks. Marinus van Maas, de toenmalige boekhouder van Van Doorn, greep dan in. Hij vroeg aan elke broer wanneer hij precies een bosmaaier nodig had, en maakte op basis daarvan een planning, zodat er maar 6 bosmaaiers gekocht hoefden te worden.
elektrificatie lopen jullie echt voorop. Jullie waren de eerste met de elektrische veegwagens en drie jaar geleden begon Barend Azn Van Doorn al gesprekken over het ombouwen van tractoren. Hoewel Van Doorn erg bescheiden is, is het bedrijf aanzienlijk gegroeid, vooral de laatste jaren. Dat mag best vaker gezegd worden.
“ Je keek niet verder, als je het ook in Geldermalsen kan kopen.”
Wat is uw visie op de toekomst?
Alles is wel heel erg hard aan het veranderen op dit moment. En wij moeten daarin meebewegen. Onze focus ligt op het begrijpen van de markt, wat onze klanten willen en wat we kunnen leveren. De komende twee jaar zullen bepalend zijn voor de toekomst van ons bedrijf.
Onze klanten vragen steeds vaker om elektrische machines. Maar wij zijn vooral afhankelijk van onze leveranciers. Als elektrificatie over 5 jaar de norm is, moeten leveranciers nu al in investeren. Het is de vraag of ze dat gaan doen. Nederland loopt voorop, maar in Europa is er nog onvoldoende vraag naar elektrisch materieel. De meeste leveranciers komen uit het buitenland en zijn puur gericht op landbouw. Zij aarzelen om te investeren in elektrificatie. Ze hebben een grote afzetmarkt voor dieselmotoren, vooral in landen als India en Afrika. Wij zijn maar een kleine speler in de markt. Massey Ferguson, onze leverancier produceert 100 tractoren per dag. Zij kunnen de volledige jaarvoorraad voor Nederland (250 stuks) in slechts 2 tot 3 dagen maken!
Nederland werkt ook anders dan de landen om ons heen. Hier maken wij veel gebruik van aannemers, terwijl andere
landen om ons heen, zoals Duitsland en België, meer taken door de gemeentes en dorpen zelf laten uitvoeren. Vroeger was dit ook in Nederland zo, maar nu is het efficiënter om één aannemer in te huren.
Wat maakt uw bedrijf uniek?
Wat ons onderscheidt van anderen is dat wij meer zijn dan leverancier van machines. We spreken dezelfde taal en zoeken samen naar oplossingen voor de klant. Wij gaan naar de klant toe, ook al is het aan de andere kant van Nederland. Het verkopen van een tractor kan iedereen, maar niet iedereen heeft de technische kennis over het gebruik en het afstellen van de machines. Die kennis hebben wij wél. Alleen door goed contact te onderhouden met onze klanten weten wij wat er in de markt speelt en wat onze klanten nodig hebben.
En laten we niet vergeten dat we ook bekend staan om de lekkerste koffie. Sommige mensen van Van Doorn komen zelfs met hun eigen mok hier koffie halen, dat is toch wel bijzonder, vertelt Dick met een glimlach.
Heeft u nog advies voor Van Doorn?
Blijf normaal en hou het ‘Van Doorn gevoel’ erin. Zorg dat je niet geleefd wordt door investeerders, die alleen kijken naar jaarcijfers. Behoud het fijne contact tussen ons en … koop (nog) meer machines! Sluit Dick van Breda af met een dikke knipoog.
In de jaren 80 werkten Barend Azn’s vader Arie (ook wel ‘Aai’ genoemd) en onderaannemer Binnendijk, samen aan een project langs de A12 in Alphen aan den Rijn. In die tijd was het de gewoonte om elke avond de spullen te repareren. De afspraak was dat Binnendijk tot half 10 materiaalbestellingen mocht doorgeven. Soms belde hij wel 3 of 4 keer op één avond. Arie woonde toen tegenover Wim Van Breda en liet elke avond zijn kofferbak openstaan, zodat Dick ’s avonds de bestellingen in zijn auto kon leggen. Na half 10 ging de kofferbak dicht. De volgende ochtend kon Binnendijk in Alphen aan den Rijn de spullen uit de bak halen. Arie wist vaak niet eens wat hij vervoerde, dat zag hij pas de volgende dag. Deze manier van werken, die wel 10 jaar duurde, zegt iets over onze vertrouwensrelatie.
Lees hier het verhaal over Tuincentrum Leeuwenstein. Barend Bzn Van Doorn, directeur van de 2e generatie, vertelt ons hoe dit verhaal begon en uiteindelijk geleid heeft tot het ontstaan van de hovenierstak van Van Doorn.
“Een tuincentrum was weliswaar nieuw voor ons, maar het had wel raakvlakken met het ‘groene’ werk dat we deden.“
Hoe het begon
Lang geleden, in het jaar 1991, kregen we de kans om het Tuincentrum Lingebloei te kopen. Daar hadden wij wel oren naar! Een tuincentrum was weliswaar nieuw voor ons, maar het had wel raakvlakken met het ‘groene’ werk dat we deden. Ons idee was om dit tuincentrum om te vormen naar een bedrijf dat (park)tuinen zou aanleggen en onderhouden. Zo gezegd, zo gedaan. In 1991 openden we ‘Tuincentrum Leeuwenstein’, vernoemd naar de naam van het naastgelegen ouderlijke huis van de oprichters van Van Doorn. Tegelijkertijd startten we met het hoveniersbedrijf Leeuwenstein Groen B.V. dat zich zou richten op het duurdere segment in de markt van (park)tuinen van ca. 500-1000 m2.
Er kwam veel bij kijken
Omdat ik als enige de juiste papieren had om een winkel te runnen, nam ik het tuincentrum onder mijn hoede. In de begintijd deed ik dat samen met Barend Azn van Doorn. Later viel het tuincentrum geheel onder mijn verantwoordelijkheid. Ik verhuisde vanuit Dreumel naar de naastgelegen bedrijfswoning in Geldermalsen. De detailhandel en alles eromheen was nieuw voor mij en er kwam veel bij kijken. Ik had nog nooit zelf achter een kassa gestaan, moest zelf personeel regelen, voorraad inkopen en de winkel inrichten.
Hoveniersbedrijf Leeuwenstein Groen wordt Signa Terra Ik had in die tijd dus 3 petten op. Ik was niet alleen directeur van Leeuwenstein Groen BV, maar ook van het Tuincentrum Leeuwenstein BV. Daarnaast gaf ik ook leiding aan het
groenonderhoud in Alphen aan den Rijn. Dat betekent dat ik ’s ochtends vroeg naar de veiling in Aalsmeer ging om spullen in te kopen, en in de middag langs onze onderhoudsprojecten in Alphen aan den Rijn reed.
Op een gegeven moment kwamen er mensen in de winkel aan de kassa met vragen en soms ook klachten over het hoveniersbedrijf. Dat gaf wel eens verwarring. Toen leek het ons een goed idee om twee aparte bedrijven van te maken met ieder een andere naam. Zo ontstond in 1996 de naam en logo van Signa Terra.
15 jaar Tuincentrum
Op jaarbasis draaide het tuincentrum een omzet van ongeveer 1 miljoen gulden. Theo Ebbers was bedrijfsleider en we hadden 9 mensen personeel in de winkel rondlopen.
Op het bijbehorende hoveniersbedrijf (Leeuwenstein Groen/Signa Terra) hadden we 10 hoveniers, waarvan twee tuinontwerpers in dienst. Hans van Horssen was bedrijfsleider. In totaal hebben we meer dan 40 tuinen mogen ontwerpen.
We hebben het uiteindelijk 15 jaar volgehouden met het tuincentrum. Het draaide redelijk, de omzet liep iets terug. Maar er was geen ruimte voor uitbreiding en het lukte ons niet om met medewerking van de gemeente nieuwbouw te regelen. Daarom zijn we in 2006 gestopt met onze tuincentrum activiteiten. Het hoveniersbedrijf Signa Terra draaide wel gewoon door, al veranderde het wel ingrijpend van karakter.
Al het groenonderhoud onder één dak In 2006 besloten we niet alleen om het tuincentrum te sluiten, maar ook om het grootschalige groenonderhoud (plantsoenen en dergelijke) onder te brengen bij Signa Terra. Dat werk bracht meer geld in het laatje dan het kleinschalige groen. Als gevolg daarvan werd Signa Terra steeds minder een hoveniersbedrijf. Ook het aantal hoveniers nam snel af. Hans van Horssen, de bedrijfsleider, had minder affiniteit met grootschalig groen en koos er daarom voor om als freelance ontwerper aan de slag te gaan. Hans werd opgevolgd door Fons van Rijckevorsel van Kessel. Het was best een zorgelijk jaar wat betreft het op gang houden van de werkvoorraad. In de rustige periodes bij Van Doorn, waren groene (park) projecten dan ook een welkome aanvulling, zodat we voldoende werkvoorraad hadden door het jaar heen. We deden dan ook erg ons best om parkprojecten binnen te halen.
Alles viel op zijn plaats
Na jaren van overleg met zowel de gemeente als de Welkoop, lukte het in 2021 om onderling grond te ruilen. Daarmee viel alles op zijn plaats. Dit maakte nieuwbouw op de hoek mogelijk. In 2022 hebben we het oude tuincentrum, inclusief de voormalige woonpercelen en het opslagterrein, verkocht aan Kafra Vastgoed BV. Op dit moment huren we enkel nog een deel van het opslagterrein achter het oude tuincentrum. In 2022 heeft de Welkoop haar nieuwe winkel gebouwd. Wij kregen de kans om de buitenruimte rondom de nieuwe Welkoopwinkel in te richten. Zo is de cirkel weer rond.
“In de jaren 80 maakten we een groeispurt door.”
De afgelopen 60 jaar zijn we aan het werk in de buitenruimte. Wel op kleinere schaal dan nu en aanvankelijk vooral in het groen. We hielden ons vooral bezig met maaien, schoffelen, gras zaaien en groenaanplant. In de loop der jaren namen we ook andere klussen aan en groeiden we geleidelijk uit naar het bedrijf dat we nu zijn. Om meer te weten te komen over hoe het vroeger ging, spraken we met Henk, Barend Ezn en Barend Bzn van Doorn. Zij geven ons een inkijkje in het werk van het eerste uur: enkele markante infraprojecten, stadsparken en werken in de grote stad.
JAREN 80: HET KANTELPUNT
Barend Ezn van Doorn: “In de jaren 80 maakten we een groeispurt door. Vanaf die periode breidden we onze werkzaamheden uit met infraprojecten, onderhoudscontracten en een afdeling reiniging. Elk directielid van de eerste generatie had een eigen regio en haalde projecten binnen, samen met de tweede generatie Van Doorn, die vanaf 1974 ook in het bedrijf meewerkte. We kregen al snel onderhoudscontracten bij onder andere de gemeente Doorn, gemeente Geldermalsen, Rijkswaterstaat Zuid, Noord-Holland en Utrecht. Het werden er in de loop van de
jaren snel meer. We namen niet alleen nieuwe projecten aan, maar omdat we goed werk leverden, liepen bestaande onderhoudsprojecten ook vaak door.”
“ We hielden ons in de eerste jaren vooral bezig met maaien, schoffelen, gras zaaien en groenaanplant.”
(Rotterdam)
AAN HET WERK IN DE GROTE STAD
Henk vult aan: “Bang om een uitdaging aan te gaan, waren we niet. Onder het mom van ‘dit willen wij, dit kunnen wij en dat gaan we gewoon doen’ pionierden we volop en probeerden we van alles uit. Zo kwamen we er vanzelf achter of het iets was waar voor ons wel of geen toekomst in zat. Het werken in stedelijk gebied was nieuw voor ons. Ik heb goede herinneringen aan ons werk in grote steden, zoals de Javakade in Amsterdam.
Bij zulke projecten moet je zorgen dat je je vrachtje zand op tijd hebt, zodat je op tijd kan starten. De bereikbaarheid en opslagruimte is in een grote stad altijd een uitdaging. We hebben vaak moeten improviseren. Er zijn wel eens momenten geweest dat we dachten: als dat maar goed gaat! Maar uiteindelijk kregen we altijd alles wel voor elkaar.”
PRESTIGEPROJECT AAN DE BOOMPJESKADE
Henk: “Tussen 1988 en 1989 werkte ik als uitvoerder op een mooie klus in Rotterdam bij Restaurant Boompjes langs de Nieuwe Maas. Midden in de stad op een traject van 1 kilometer tussen de Erasmusbrug en de Willemsbrug gingen we aan slag met de aanleg van riolering, bestrating, asfalt en kadewerkzaamheden. Een prestigeproject met veel tijdsdruk, binnengehaald door een inschrijving op een openbare aanbesteding.
Er waren op een kleine ruimte verschillende partijen tegelijk aan het werk, en ter plaatse was maar beperkte opslag beschikbaar. Dat betekende dat we met de uitvoerders van alle partijen goede afspraken moesten maken. We losten dat onderling op door flexibel te zijn en creatieve oplossingen te bedenken. En dan was er nog de tram, die moest ongehinderd kunnen rijden vanaf
“BEN JE NET KLAAR, KOMEN DE KABELLEGGERS
DE BOEL WEER OPENHALEN.”
“Het rode tegelpad, was net opgeleverd. Een week later kwamen de kabelleggers en die haalden zo het hele trottoir er weer uit! Toen zij het weer dicht hadden gemaakt, zag het er helaas niet meer zo strak uit als wij het hadden opgeleverd. Wij hadden daar verder geen werk meer aan, ons werk zat erop. Maar jammer was het wel.”
Javakade (Amsterdam)
“Delfsblauw servies aan diggelen”
6 uur ’s ochtends. Mensen van de RET reden dan eerst een controlerondje om te kijken of de tram er wel langs kon. Dat verliep gelukkig altijd zonder problemen.”
AAN DE SLAG IN DE NIJMEEGSE
VOLKSWIJK WILLEMSKWARTIER
Henk: “We maakten van alles mee en kwamen in verschillende buurten. Zo gingen we in de jaren 80 – 90 een keer aan het werk in het Willemskwartier in Nijmegen om het riool te vervangen en alles opnieuw te bestraten en te beplanten. Het Willemskwartier was een échte volksbuurt, dus we kregen van tevoren al het advies om goed op onze spullen te letten. Daarom hadden we een wachtman ingehuurd uit de buurt waar we werkten. Mensen hadden respect voor hem, er werd niks meegenomen. De werkloosheid was er hoog en er liepen ook wel alcohol- en drugsverslaafden rond. We keken soms onze
Bij het aantrillen van het riool in het Willemskwartier in Nijmegen, kreeg Henk van Doorn een klacht van een bewoner. Zijn ‘echte’ Delftsblauwe servies was op de vloer kapot gevallen door het getril. Dat wordt een dure schade dacht Henk. Toen hij vroeg waar de borden vandaan kwamen, zei de bewoner: “van de Blokker”. Met een glimlach compenseerde Henk de bewoner ruim met 100 gulden om nieuwe borden te kunnen halen. Zo viel die dure schade achteraf gezien enorm mee!
ogen uit. Maar het was ook een buurt waar je echt overal koffie kon krijgen en de mensen heel gastvrij waren. Het is uiteindelijk hartstikke leuk geweest om daar te werken.”
“ Er zijn wel eens momenten geweest dat we dachten: als dat maar goed gaat.”
“Er ging ook wel eens iets fout”
“Van Doorn werd vanaf de jaren 80 aangenomen als ‘huisaannemer’ van de gemeente Doorn. Alles op het gebied van infra werd door ons gedaan. Dit kwam neer op wel 30 tot 40 projecten in 10 jaar tijd. En ja, dan gaat er ook wel eens iets fout. Toen er na een flinke hoosbui grote plassen water bleven liggen op een stuk pas aangelegd asfalt, bleek het afschot niet goed te zijn. Tsja… dan zit er maar één ding op. Al het asfalt er weer uit en weer van voren af aan beginnen!”
RECONSTRUCTIE N237: EEN MONSTERKLUS!
Barend Ezn van Doorn: “Eind jaren 80 haalden we samen met de Gebroeders van Kessel uit Buren, een enorm reconstructieproject binnen. In 8 weken tijd moesten we de N237 van de Richelleweg tot de Stichtse Rotonde reconstrueren. De Gebroeders van Kessel legden het asfalt aan en wij deden al het grondwerk, het straatwerk en de riolering. Een monsterklus, waar destijds 8 miljoen gulden mee gemoeid was. We hebben we met een groot team 16 uur per dag moeten werken om het werk op tijd af te krijgen.”
STADSPARKEN ALS AANVULLING VAN DE WERKVOORRAAD
Barend Bzn van Doorn: “Zodra het werk voor grootschalig onderhoud langs Rijkswegen voor Rijkswaterstaat terugliep, hadden we behoefte aan aanvullend werk. In steden vond ondertussen veel uitbreiding plaats door het bouwen van nieuwbouwwijken. Gemeenten wilden in die buurten meer groen creëren door middel van stadsparken. Het aanleggen van deze parken werd aanbesteed
EEN PROJECT BINNENHALEN?
OP TIJD NAAR DE AANBESTEDINGSBUS!
Onze projecten haalden we vroeger op een andere manier binnen dan nu. In vakblad Cobouw en in de Staatskrant stonden de aanbestedingsaanvragen waarop je als aannemer kon reageren. Ook reageren deed je op papier. Je stelde een plan op en deed dat met het inschrijvingsbiljet en andere vereisten in een aanbestedingsbus. Vervolgens bleef je daar wachten, want na de deadline werden de inschrijvingsbedragen van alle aannemers hardop voorgelezen. Aannemers wisten dus precies van elkaar hoeveel ze voor een project hadden gevraagd en of ze daarmee de klus al dan niet hadden gekregen.
als losse tenders. Dit werk was voor ons een goede aanvulling, zodat we het hele jaar door voldoende werk hadden. We waren er dus erg op gebrand om parkprojecten binnen te halen. Bijna alle directeuren van de tweede generatie hebben dan ook wel een park aangelegd.”
ONS ALLEREERSTE PARK IN ALPHEN AAN DEN RIJN
Barend Bzn van Doorn: “De gemeente Alphen aan den Rijn is al meer dan 40 jaar onze klant in de groenvoorziening. Daar hebben we in 1991 ook ons allereerste park aangelegd: Het Heimanswetering park. De gemeente maakte zelf het ontwerp voor dit ongeveer 8 hectare grote park, dat bedoeld was voor recreatief gebruik door omwonenden.
“ We pionierden volop.”
Het park kreeg een waterspeelplaats, visvijvers en een speeltuin. Het aanleggen was nog niet zo makkelijk, want
Meentpark
Europapark
het was een zeer nat gebied waar het moeilijk doorheen rijden was met werkmaterieel. De gemeente Alphen aan den Rijn liep voorop als het ging om nieuwe werkmethodes, onder andere het werken met beeldbestekken. Wij hebben hier veel ervaring mee op gedaan.
NOG MEER PARKEN
Barend Bzn van Doorn: “Ik herinner me ook nog twee andere parken die we hebben aangelegd: het Europapark in Alphen aan den Rijn en het Meentpark in Utrecht. Het Europapark is een recreatiepark van zo’n 4 hectare in de woonwijk Kerk en Zanen. Met een skatebaan, een speeltuin, een voetbalkooi en meertje met een kabelbaan. We legden dit begin jaren 90 aan. In Alphen maaien we tot
WERKEN TOEN VERSUS WERKEN NU Veel dingen zijn, logischerwijs, anders dan vroeger. Maar de grootste verandering is misschien wel het persoonlijke contact dat er vroeger veel meer was. Je sprak elkaar veel vaker. Bij besprekingen was iedereen fysiek aanwezig en anders belde je elkaar. Nu gaat bijna alles digitaal. Een ander verschil is dat je vroeger bij een aanbesteding vrijwel alle details vooraf wist met betrekking tot het werk dat er gedaan moest worden. Tegenwoordig moet je zelf veel meer onderzoek en calculatie doen voor wat er nodig is qua inkoop en werkvoorbereiding.
op heden ook nog steeds een groot deel van het ruige gras in het buitengebied.
Voor de gemeente Vleuten De Meern legden we in 1999 het Meentpark aan, een natuurpark met een vijver in het midden als groene buffer tussen de bebouwing van De Meern en het bedrijventerrein Strijkviertel. Bijzonder is de langgerekte vorm van ruim een kilometer lang en maar 50 meter breed. Daardoor was er bij de aanleg veel transport door het park nodig. Dat was nogal een uitdaging. Het was er zo moerassig dat we voor het eerst rupsvoertuigen inzetten.
Het opzetten van nieuwe projecten en innovaties kost geld, energie en doorzettingsvermogen. Ondernemen is risico nemen, dingen uitproberen, doorzetten en als het mis gaat, op tijd stoppen. Zo vertelt ook dit verhaal over onze vestiging in Polen: Alfabau. Hoe ontstond dit idee en waarom werd uiteindelijk besloten om dit stop te zetten? Barend Ezn van Doorn vertelt het ons.
Het idee van een vestiging in Polen “In het begin van deze eeuw, rond de periode 2003-2004, ontstond het idee om een bedrijfsvestiging in Polen op te zetten, genaamd ‘Alfabau’. Dit idee vond zijn oorsprong in een samenwerking met Tomasz Padtjak, een Poolse man die wij leerden kenden via Bisek Grykien. Tomasz runt een verhuurbedrijf in Polen voor bouwgereedschappen zoals trilplaatjes, compressors, motorkettingzagen, bosmaaiers en bandenzagen. In de jaren 2003-2004 vroeg hij ons, Van Doorn, wat wij deden met ons oude materieel. Normaal gesproken ruilden wij dit in, of wij gaven het mee aan de leverancier die nieuwe materialen kwam leveren. Tomek kwam met het idee om het oude materieel een tweede leven te geven in zijn verhuurbedrijf: Na onze goedkeuring kwam hij met een aanhangwagen naar Nederland om oude kettingzagen, bosmaaiers en bladblazers op te halen.
Eenmaal opgehaald en terug in Polen, waren we blij met deze samenwerking en we hadden goed contact. Tomasz kwam later nog een keer naar Nederland om een volgende lading mee te nemen. Tijdens zijn tweede bezoek nodigde hij Van Doorn uit om zijn verhuurbedrijf in Polen te bezoeken. Wij accepteerden de uitnodiging en vertrok-
ken naar Koszalin, waar we in één van de vakantiehuisjes verbleven die Tomasz ook verhuurde.
Eenmaal in het vakantiehuis zaten we samen met Bisek, Tomasz en een nieuw contactpersoon, Stefan Rosiak genaamd, aan tafel. Het was aan deze tafel dat het idee ontstond om een soortgelijk bedrijf als Van Doorn op te starten in Polen, met de naam ‘Alfabau’. Stefan Rosiak had eerder gewerkt als directeur gemeentewerken, en was dus goed bekend met het aannemen en uitvoeren van werken in groen, verkeer en infra in Polen.”
Het eerste werk in Polen “Ondanks alle goede voornemens om in Polen werk aan te nemen en uit te voeren, was er een jaar later, in 2005, nog steeds geen werk aangenomen. Daarom werd besloten dat Robert van Doorn naar Polen zou gaan, om te achterhalen waarom Alfabau nog geen projecten had kunnen aannemen en om te kijken of er kansen waren in de markt. Robert verbleef daar gedurende 3 tot 4 weken, in hetzelfde vakantiehuisje waar Alfabau ooit was opgericht. Tijdens zijn verblijf legde hij waardevolle contacten met Colas, een Frans bedrijf dat op dat moment ook in
Polen gevestigd was. Samen met Colas werd besloten ons in te schrijven voor een aanbesteding, waarbij Alfabau als onderaannemer zou optreden.
Later ging Barend Ezn Van Doorn, samen met zijn neef Barend Azn en diens zoon (Robert van Doorn), nog voor een tweede keer naar Koszalin om dit plan verder uit te werken. Op vrijdagochtend hadden ze een gesprek met Colas, en vrijdagmiddag stond een aandeelhoudersvergadering gepland. Echter, op donderdagavond bleek dat Stefan Rosiak niet aanwezig kon zijn bij de vergadering met Colas.”
Wat ging er mis?
“Op vrijdagochtend reisden Tomasz Padtjak, Barend Azn en Barend Ezn en Robert van Doorn, naar de asfaltcentrale van Colas , om daar de vergadering te houden en het contract te ondertekenen. Vervolgens gingen ze door naar de aandeelhoudersvergadering op het kantoor van Alfabau. Bij deze aandeelhoudersvergadering was een tolk aanwezig, evenals Stefan Rosiak, die eerder niet bij het ondertekenen van het contract met Colas aanwezig
Tijdens de bespreking met de aandeelhouders bleek echter dat Stefan Rosiak niet enthousiast was over de samenwerking met Colas. Hij vond dat het te veel werk was en wilde daarom niet verder gaan met de samenwerking met Colas en indirect ook niet met Alfabau. Dit nieuws was een grote domper, want zonder de kennis en expertise van Stefan Rosiak, had Alfabau geen bestaansrecht meer omdat we zonder uitvoerder dit werk niet konden voortzetten. Teleurgesteld keerden Barend Ezn, Barend Azn en Robert van Doorn terug naar Nederland.
Gelukkig slaagden we erin om het besluit van Stefan aan Colas te kunnen uitleggen. Zij hadden begrip voor onze situatie en we konden het samenwerkingscontract ontbinden. Na deze ervaring hebben we besloten niet meer verder te gaan met Alfabau, maar wij hebben nog altijd goed contact met Tomasz Padtjak en Bisek Gryzien.”
“ Het opzetten van nieuwe projecten en innovaties kost geld, energie en doorzettingsvermogen.”
Vroeger was het heel normaal, vandaag de dag is het heel bijzonder dat mensen een lange tijd in dienst blijven bij één werkgever. Wij zijn als bedrijf trots als we mensen zo lang bij ons hun plekje kunnen bieden. Wilko de Ronde is een van hen. We nemen een kijkje in het leven van Wilko en praten met hem over zijn tijd bij en vóór Van Doorn.
Wie ben jij?
“Ik ben Wilko, met een ‘k’, de Ronde, ik ben 53 jaar. Geboren in Zoelmond, maar al 25 jaar woonachtig in Tiel, samen met mijn vrouw en kinderen. Ik voel me voor 200% Betuwenaar. Mijn vader heeft ontdekt dat onze familiegeschiedenis teruggaat tot het jaar 1400. Ik heb de middelbare tuinbouwschool gedaan, met specialisatie in bloementeelt en bomenteelt. Tot mijn 21ste zat ik op school, meteen daarna ging ik in militaire dienst.
Hoe ben je bij Van Doorn terecht gekomen?
Vóór mijn tijd bij Van Doorn, werkte ik via een uitzendbureau. Daar heb ik zeker wel 50 verschillende soorten klusjes gedaan. Zo heb ik in een transportbedrijf gewerkt, was ik even een bezorgbakker met een vrachtwagen, werkte ik bij hoveniers, in de kassen, bij een vaste plantenkwekerij en
in een tuincentrum. Ik heb zelfs appeltjes ingepakt in Deil. Ook heb ik ervaring opgedaan bij een biljartmakerij en een glazenwasser. Vaak was ik al na 4 uur klaar, omdat het werk niet bij mij paste.”
“Uiteindelijk kwam ik via het uitzendbureau in 1993 bij Van Doorn terecht. Ik werd toen aangenomen vanwege mijn groene achtergrond. In 1995 kwam ik officieel in dienst bij Van Doorn. Het was de bedoeling dat ik zou gaan werken met bomen, maar daar was geen werk in. Dus begon ik met schoffelen, in Alphen aan de Rijn. Al snel kwam ik erachter dat dit werk niks voor mij was. Daarom maakte ik de overstap naar geleiderail waar ik diverse taken uitvoerde, zoals het maaien van gras langs de snelweg, met een bosmaaier in een onderhoudsploeg. Rond het jaar 1999 werkte ik mee aan het onderhoudscontract in Numansdorp. Daarna werd ik
door Van Doorn verhuurd aan Dover, dat werd opgericht rond 2000, waar ik aan de slag ging met een botsabsorber. In 2002 maakte ik de definitieve overstap naar de afdeling verkeersmaatregelen. Daar werk ik tot op de dag van vandaag met veel plezier. In totaal ben ik nu alweer 28 jaar in dienst bij Van Doorn.”
Bevalt het werken bij Van Doorn?
“Ja, ik houd echt wel van mijn oranje pak en van het vrije beroep. Ik draag dit pak zelfs als ik thuis moet klussen. Mijn werkschoenen draag ik ook overal naar toe. Zelfs al ik uit eten ga draag ik ze. Zolang je ze netjes houdt, valt het niet op dat het werklaarzen zijn. Laarzen zijn gewoon laarzen. Ik werk momenteel in verkeersmaatregelen, als eerste Vakman. In deze rol voer ik een breed scala aan werkzaamheden uit, variërend van het zetten van grondpotten, tot het voorbereiden van verkeersafzettingen, omleidingen en NBD (Nationale Bewegwijzeringsdienst) werk. Ik werk ook met rijdende afzettingen, een botsabsorber, busjes en karretjes. Kortom: ik doe van alles.
Wat ik het leukste vind, is werken met een rijdende afzetting langs de snelweg, samen met een ecoloog. Wij gaan dan op zoek naar hagedissen en andere beestjes. Langs de A28 kan je er heel veel vinden! Mijn telefoon staat helemaal vol met foto’s van spinnetjes, sluipwespen, bloemen en vlinders. Ik zet die foto’s op Obsidentify, dat is een soort PokémonGo voor bloemetjes een beestjes. Op dat platform kun je alle waarnemingen van beestjes, bloemen en planten in heel Nederland bekijken.”
Als je terugkijkt, waar ben jij dan het meest trots op? “Ik ben het meest trots op mijn betrokkenheid bij het praatpaalproject. Van Doorn kreeg de opdracht om in korte tijd alle praatpalen weg te halen. Dit omvatte het lokaliseren van waar ze staan, het opnemen van de bestrating, het aanbrengen van stickers met een QR-code, en het samenwerken met Ecoleon om het verhaal van de praatpaal te vertellen, compleet met filmpjes. Ik heb er allemaal enthousiast aan meegedaan en ben zelfs twee minuten op de televisie gekomen, met het verwijderen van de allereerste praatpaal van Nederland. Mijn moment of fame!
Van de recente jaren, vind ik het samen op pad gaan met de ecologen en biologen het allerleukste.”
Waar haal jij de meeste voldoening uit?
“Het werk is leuker wanneer alles goed verloopt. Persoonlijk krijg ik veel voldoening van het netjes plaatsen van verkeersafzettingen. Het geheim zit hem in het neerzetten van een mooie afzetting van topkwaliteit. Dat doe je door de borden
netjes recht te zetten, zodat ze duidelijk te zien zijn.”
Had jij als kind ooit een droom, wat je wilde bereiken?
“Nee, eigenlijk niet. Maar ik herinner me wel dat ik ooit de droom had om naar Amerika te reizen, en die droom heb ik al waargemaakt. Op mijn 18e ging ik naar Amerika en bezocht ik plaatsen als Yellowstone, Seattle, New York en de Niagara Falls. Het lijkt me nog steeds geweldig om weer naar Yellowstone te gaan. Maar ik zie wel hoe het loopt, het komt zoals het gaat.”
Is er iets dat je, achteraf gezien, ook nog had willen doen? “Aan de ene kant lijkt het asfaltwerk mij ook wel grappig, maar het is nu niet het moment om daarin te stappen.
Als je in verkeersmaatregelen werkt, dan ben je van alles een beetje. Je bent een beetje stratenmaker, een beetje asfaltboer, een beetje vangrailmonteur. Gelukkig is Van Doorn actief door het hele land. Mijn beroep geeft me veel vrijheid en dat waardeer ik enorm. Het is belangrijk om te bedenken of je een binnen- of een buitenmens bent. Als je een buitenmens bent, is het geweldig dat je heel Nederland kunt bekijken. Ik ben zelf echt een buitenmens, dus dit werk past goed bij mij.”
Als je terugkijkt met de kennis van nu, wat zou je dan tegen jezelf zeggen?
“Ik denk dat ik mijn jongere zelf zou aanraden om meteen op de groenafdeling aan de slag te gaan, in plaats van te struikelen over de MAVO. Misschien had ik mezelf ook in de techniek willen zien. Je kan daar veel in verdienen. Het zou ook handig zijn geweest als ik nu meer technische kennis had, vooral met de verbouwing van mijn huis merk ik dat ik dat mis.”
“ Ik hou van mijn oranje pak en van het vrije beroep.”
Heb jij nog tips of advies voor Van Doorn?
“Ik wil wel leermeester worden. Op dit moment breng ik al kennis over aan nieuwe collega’s, vooral over de botsabsorber. Dat vind ik heel leuk om te doen. Verder wil ik nog tegen collega’s zeggen: ‘Denk om je rug, je hebt er maar één’. Ik begin het zelf ook steeds meer te voelen. En tot slot: ‘Probeer er elke dag iets leuks van te maken’, want dat maakt het werk ook leuker.
Ik heb hier 28 jaar met plezier gewerkt. Ik vind dit een leuk en vooral sociaal bedrijf. Je bent hier echt een persoon en geen nummer. Je kan gewoon met een directielid een praatje maken.”
Peter Pijnappels werkte jarenlang als chef-kok tot hij drie jaar geleden besloot om het roer om te gooien en koos voor werken bij Van Doorn. Hoe kwam hij tot die keuze en hoe gaat het nu met hem? Dat lees je hier.
Peter Pijnappels, geboren in Tilburg, belandde na een reeks van 18 verhuizingen uiteindelijk in Breezand, een dorp in de Kop van Noord-Holland, waar hij met zijn vriendin Veronique woont. Hij kwam in de horeca terecht na een advies van zijn moeder: “In de horeca is goed geld te verdienen”.
Hoe kwam je tot de keuze om de horeca te verlaten?
“Ik werkte dag en nacht als een chef-kok op een vakantiepark voor 5.500 gasten. We maakten lange weken van 7 dagen per week in het hoogseizoen, en 6 dagen in de week buiten het seizoen. Op een gegeven moment was ik toe aan verandering en ging ik om me heen kijken naar andere mogelijkheden. De coronapandemie speelde daarbij ook een rol. Van mijn schoonvader Jan en mijn vriendin Véronique Slagter, die allebei al bij Van Doorn werken, hoorde ik altijd positieve verhalen over de goede
“Ik wist in het begin zelfs niet hoe een bosmaaier werkte.”
werksfeer en hoe dingen geregeld waren. Dus toen er een vacature was voor in Noord-Holland, had ik de keuze snel gemaakt!”
Wat voor werk doe je precies?
“Sinds 2020 heb ik verschillende rollen vervuld binnen Van Doorn. Ik begon in Medemblik met maaiwerk bij een onkruidbestek. In die werkploeg zaten allemaal ervaren mensen, daar kon ik veel van leren. Ik wist in het begin niet eens hoe een bosmaaier werkte! In die eerste maand had ik een klus om groen te maaien bij een rotonde. Omdat ik de situatie daar niet veilig vond, weigerde ik er te werken en maakte ik een melding in de Veilig Werken
App. Door deze melding kreeg ik al in mijn 1e maand bij
Van Doorn een LEF-trofee, als compliment voor het tonen van LEF en mijn keuze om veilig te werken.
Na een half jaar in het groen maakte ik de overstap naar reiniging om te gaan werken als (assistent)uitvoerder, samen met Willem Heikoop. In het voorjaar van 2021 nam ik het werk van Willem over en werd ik zelf uitvoerder.
Op dit moment ben ik betrokken bij uiteenlopende werkzaamheden, variërend van het maken van planningen tot
“Al in de eerste maand kreeg ik al een LEF-trofee”
calamiteitencoördinator voor Noord-Holland. Tussendoor ben ik ook werkvoorbereider en veegwagenmachinist en werk ik zelf ook mee in de werkploeg. Daarnaast ben ik bezig met een extra opleiding om mijzelf te verdiepen in het vak, dat kost me ongeveer 20 uur per week. Al met al heb ik er mijn handen wel vol aan.”
Hoe bevalt het werk?
“Ik heb het goed naar mijn zin op kantoor in Middenmeer. De afwisseling in de rollen maakt het boeiend maar ook uitdagend. Het is soms wel zwaar om met één werkploeg veel verschillende taken uit te voeren: zowel asfalt- en groenonderhoud als calamiteitendienst in de kop van Noord-Holland.”
Waar haal jij de meeste voldoening uit?
“Ik krijg energie uit het voortdurend leren van nieuwe vaardigheden en het oplossen van uitdagingen waar ik bijna dagelijks tegen aan loop. Ik probeer altijd eerst alles zelf op te lossen. Nu ik wat meer mensen ken in Geldermalsen kan ik ook makkelijker om hulp vragen.”
Heb jij nog dromen of wensen voor de toekomst?
“Momenteel heb ik geen dromen of wensen. Mijn
vroegere droom om zelf een huis te kunnen bouwen is deels uitgekomen. Ik heb twee jaar geleden een huis laten opleveren met alleen de buitenbekleding en zelf het interieur volledig opgebouwd. Over het algemeen vervul ik mijn dromen en wensen eigenlijk wel. In de toekomst zou ik misschien kennis willen opdoen om volledig zelf een huis te bouwen.”
“Ik krijg energie van het oplossen van uitdagingen”
Heb jij advies of tips aan Van Doorn?
“Mijn advies aan collega’s is om de communicatie tussen verschillende afdelingen en locaties te verbeteren. Dan kunnen we elkaar beter leren kennen, wat resulteert in een positievere werkomgeving, beter begrip en wederzijds respect. Ook nodig ik mijn collega’s uit om eens gezellig naar ons kantoor in Middenmeer te komen. Tenslotte wil ik benadrukken dat ik waardeer hoe het familiegevoel binnen Van Doorn bijdraagt aan een open cultuur waarin alles bespreekbaar is.“
Samen hebben we teruggeblikt en genoten van de mooie herinneringen. We koesteren ons verleden, zijn trots op wie we zijn en waar we vandaan komen. Laten we echter ook de stoute schoenen aantrekken en samen vooruitkijken. Wat staat ons te wachten, welke kant gaan we op in de komende decennia? We werken aan de uitvoering van het strategische plan ‘2023-2028’. Maar we kijken ook ‘door de oogharen’ verder de toekomst in. Hoe zal Van Doorn er in 2050 uitzien?
De toekomst van Van Doorn is sterk afhankelijk van de maatschappelijke ontwikkelingen. Welke kant het ook op gaat, we kunnen er zeker van zijn dat ook in 2050 de buitenruimte nog steeds aangelegd en onderhouden moet worden.
Natuurlijk zal er dan ook veel veranderd zijn. Denk aan de autonome maaimachines, waar we nu al mee experimenteren. En misschien is de tractormachinist in 2050 wel een operator, die met behulp van een geavanceerd besturingssysteem, meerdere machines tegelijk bedient. Ook zullen zaken als bebording, voertuigkering en wegmarkering er anders uitzien, door de automatische navigatie en besturingssystemen. Maar ondanks al deze veranderingen blijft het vakmanschap van
onze mensen ook in de verre toekomst onmisbaar.
Ook het ontwerpen en inrichten van aantrekkelijke woon- en recreatiegebieden zal naar verwachting steeds vaker voorkomen. Vergelijkbaar met ons recente project Kanaalpark Leiden, waar we een tamelijk vervallen kantoorwijkje hebben omgetoverd tot een prachtige en uitnodigende leefomgeving. Zo is er nog heel wat verwaarloosde en onbenutte buitenruimte in Nederland. Van Doorn staat klaar om deze uitdagingen met veel enthousiasme aan te pakken!
Welke kant de maatschappij ook opgaat, bij Van Doorn draait het in 2050 nog steeds om onze vakmensen. Jongere collega’s mogen dit in hun werkende leven nog allemaal meemaken, wat een mooi vooruitzicht! Net zoals onze vakmensen nu doen, zullen degenen na ons, samen met collega’s, leveranciers, onderaannemers en klanten, elke dag klaar staan om het verschil te maken. Het draait om de mensen, het draait om samen. Daar zal Van Doorn in 2050 nog altijd trots op zijn!
De directie, Erik Van Doorn, Martien Düel, Robert Van Doorn