

PRINCIPAALSTAD ZUTPHEN
We maken een dagtocht op het zuidelijk deel van de Gelderse IJssel tussen twee heel aantrekkelijke plaatsen. Beide zijn oude Hanzesteden en hebben een roemruchte historie. Maar ook de rivier vinden we aantrekkelijk. We varen naar het noorden en dat betekent dat we vandaag de IJssel weer stroomafwaarts ‘doen’.
www.motorboot.com
Als we de Oude IJssel willen verruilen voor de Gelderse, moeten we ons door de sluis Doesburg omlaag laten schutten. Er ligt een binnenvaartschip in de sluis en we horen dat deze de melding krijgt dat de sluisdeuren niet open willen. We melden dat ook wij die mededeling hebben meegekregen en weer terugkeren naar de jachthaven. De sluismeester belooft ons op te roepen als het probleem is opgelost. We laten de marifoon standby staan en horen de sluiswachter na ruim een half uur zeggen dat zijn klomp breekt: ‘de monteur is er nog niet maar de deuren zijn om onverklaarbare redenen uit zichzelf open gegaan’. We wachten tot de binnenvaarder eruit is en laten ons – niet helemaal gerust op de goede afloop natuurlijk – door de blijkbaar defecte sluis schutten. Gelukkig doen zich geen nieuwe problemen voor. Zodra we op de IJssel zijn krijgen we weer te maken met de meer dan normale stroming. Als gevolg van de overvloedige regenval in Zwitserland en Oostenrijk krijgen we een steuntje in de rug van meer dan 6 km per uur. In de praktijk zie je het water daardoor hier en daar onrustig kolken. We bereiken dan ook al snel aan stuurboord de ingang van Het Zwarte Schaar. Dat is
een zes kilometer lange dode rivierarm die is ontstaan door een bochtafsnijding in de IJssel. Hoewel we de indruk hebben dat er een invaarverbod geldt, strookt dat in het geheel niet met de aanwezigheid van meerdere recreatiebedrijven met jachthavens aan Het Zwarte Schaar. We zullen dat dus wel mis hebben.
DIEREN
Onmiddellijk daarna passeren we aan bakboord het plaatsje Dieren. Tegen de achtergrond van een dreigende hoosbui ligt een kerktoren daar prachtig in de zon. De katholieke kerk waar deze bij hoorde is gesloopt maar dankzij een actie van de lokale bevolking is de toren behouden. Die is nu in gebruik als multifunctioneel gebouw met onder meer vergaderruimte, kantoorruimten en een uitkijkpunt op de klokkenzolder. Wat een leuke manier om zuinig te zijn op je historische gebouwen! We passeren er een pontveer dat Dieren verbindt met het gehucht Olburgen en we werpen een blik op de Dierense sluis. Die geeft toegang tot het niet meer bevaarbare Apeldoorns kanaal, een voormalig lateraalkanaal van de Gelderse IJssel. We passeren even later – opnieuw aan bakboord – het Kasteel De Gel-
dersche Toren. Het kasteel is een zware ronde woontoren die in 1535 op de fundamenten van een oudere wachttoren is opgetrokken. De toren is al in de 19e eeuw gerestaureerd naar de huidige vorm. Wat is dit toch een leuke afwisselende vaarweg!
BRONKHORST
Ter hoogte van de plaats Brummen kunnen we in de verte de toren van de Sint-Pancratiuskerk onderscheiden waarvan vermoed wordt dat die rond het jaar 1500 is gebouwd. We kruisen hier ook het Bronkhorster pontveer dat de plaatsen Bronkhorst en Steenderen verbindt met Brummen. Met minder dan 100 inwoners en stadsrechten sinds 1482 profileert Bronkhorst zich als het kleinste stadje van Nederland. Hoewel dat misschien feitelijk niet helemaal juist is, mag de plaats bogen op een prachtige historie. De Heeren van Bronckhorst bezaten er een inmiddels gesloopt stamslot. En alle middeleeuwse huizen zijn er ten prooi gevallen aan een brand in 1633. Terwijl de plaats bestaat uit zo’n 60 panden telt het 38 rijksmonumenten en 13 gemeentelijk monumenten. Geen wonder dat er zelfs een krater op de planeet Mars naar dit stadje is genoemd! Na een
1 De Gelderse IJssel biedt altijd de aanblik van fraai rivierlandschap. 2 De Dierense sluis naar het Apeldoorns Kanaal. 3 Doorlopend worden we opgelopen door grote binnenvaartschepen.



4
4 De Vispoorthaven heeft alles, is overzichtelijk en knus en ligt tegen het stadshart. 5 De Berkelpoort uit de14e eeuw is een onderdeel van de stadsomwalling. 6 De witte huisjes aan de Paardenwal dateren van midden 19e eeuw.
bocht waarschuwen twee rode tonnen ter hoogte van de Bronkhorsterwaarden niet te ver naar stuurboord uit te wijken. En even later zien we mensen aan het werk bij iets dat ons op een keersluis lijkt. Die ligt op het punt waar het Stroomkanaal van Hackfort in de IJssel uitmondt. We naderen dan ons doel van vandaag.
VISPOORTHAVEN
De Brug Cortenoever in de N348 markeert het begin van Zutphen. Het duurt dan ook niet lang voordat we stuurboord uit de fraai gesitueerde haven van de Watersportvereniging Gelre indraaien. Door de stroming varen we als een soort krab naar binnen en anticiperen op de keer die te-

rugkomt van het havenhoofd aan de stroomafwaartse kant. Het belet ons niet even te genieten van het uitzicht dat je al bij het invaren van de haven hebt op de toren van de Sint Walburgiskerk. Vanuit de haven domineert de 76 meter hoge toren van de kerk het stadsaanzicht. Zutphen heeft nog meer havens, maar deze Vispoorthaven ligt als enige tegen het oude stadshart aan. De haven is van zichzelf aantrekkelijk, goed geoutilleerd en heeft door de overzichtelijkheid een aangename, knusse sfeer. De ligging is in de praktijk nog mooier dan de faam die de haven al vooruit was gegaan. We worden ontvangen door een aimabele voorzitter en krijgen de havenfiets te leen voor een toertje door de stad, wat wil je nog meer!
HISTORIE
Zutphen is verreweg de oudste van alle Hanzesteden en gaat in de vorm van een versterkte Frankische nederzetting terug tot het jaar 400. Een gewelddadige plundering door de Vikingen in 882 laat van de plaats niet veel over. De stad wordt daarna herbouwd als een ringwalburg: een ronde versterking. Het stratenpatroon daarvan vind je voor een deel nog
terug en ook het centrale plein uit die tijd, ’s-Gravenhof, is er nog. Graaf Otto I van Gelre verleent de plaats stadsrechten in 1194. Hoewel Zutphen dus, anders dan de meeste andere Hanzesteden, niet als handelsstad is ontstaan wordt dat vanaf de 13e eeuw wel de drijvende kracht. De reders, bevrachters, schippers en kooplieden uit de stad zijn internationaal actief en benutten het Hanze-verbond op die manier maximaal. Zutphen neemt als ‘principaalstad’ deel aan de Hanzevergaderingen. Je komt het stadje zelfs tegen bij de bepalingen van de Vrede van Stralsund in 1370 tussen de Deense koning en de Hanzesteden. In de tweede helft van de 15e eeuw krijgt de plaats last van de oorlogen en politieke spanningen tussen Gelre en de Habsburgers. In de eeuw daarna wordt de stad eerst in-
DROGENAPSTOREN
De toren uit de 15e eeuw is pas een eeuw later aan haar bijzondere naam gekomen. Dat is te danken aan stadsmuzikant Thonis van Grol, die er in 1555 mocht komen wonen. Thonis presteerde het om als bijnaam ‘drogenap’ te krijgen. Voor de bijnaam zijn twee voor de hand liggende verklaringen. De leukste daarvan is dat de nap (drinkbeker) van Thonis steevast leeg was, omdat hij wel heel graag en doorlopend een neut lustte. In oude geschriften wordt zijn functie aangeduid als piper (blazer) of trumsleger (trommelaar): hij moest waarschuwen als er gevaar dreigde. Dat moet allicht een keer misgegaan zijn, anders krijg je niet een hele toren naar je drankgebruik vernoemd….



De
van
is het oudste hofje van Zutphen. 9 “Else” is een beeld door Maïté Duval dat 25 jaar geleden in de Oude Bornhof is geplaatst.10 Achter ‘de bleek’ zijn de oude stadswallen nog goed intact.
genomen door de geuzen en daarna door de Spanjaarden. Als gevolg van deze minder gunstige omstandigheden worden de internationale handelscontacten overgenomen door de Hollandse en Zeeuwse steden. Ten opzichte van het westen profiteert de stad daarna verhoudingsgewijs minder van de Gouden Eeuw en legt zich toe op de regionale handel. Maar van de onvoorstelbare welvaart van de stad in de Hanze-tijd getuigt nog altijd een prachtig Gelders stedenrijm op het 16e-eeuwse Duivelshuis in Arnhem: Nijmegen de Oudste, Roermond de Stoutste, Zutphen de Rijkste en Arnhem de Genoeglijkste!
TORENS
We hebben een afspraak met Anna van het plaatselijke VVV om gezamenlijk een fietstoertje door de stad te doen. Ze verschijnt al snel en ontpopt zich als heel aangenaam gezelschap. We gaan eerst even kijken bij de schelpengrot uit 1679. De koepel is feitelijk een tuinversiering, aangelegd door één van de Van Heeckerens, telg uit een oud-adellijk geslacht in deze streek. De ‘grot’ vormt het entree tot
de combinatie van het stedelijk en nog een museum. Dat je vanuit de tuin – de Hof van Heeckeren – ook op een kerktoren kijkt is hier haast niet te voorkomen. Al in de middeleeuwen gaat de stad door voor ‘Zutphania Turrita’ en dat houdt men anno nu met ‘Zutphen Torenstad’ nog onverminderd vol. Om deze benaming eer aan te doen fietsen we maar meteen naar de 17e-eeuwse Wijnhuistoren.
De 47 meter hoge toren heeft zijn allereerste oorsprong in een versterkt huis bij de ingang van de eerder genoemde 9e-eeuwse ringwalburg. Het wijnhuis is tevens stadswaag, stadswachthuis en herberg. De restanten van het wijnhuis zijn in vlammen opgegaan, maar de toren is gespaard gebleven. Leuk is dat je ook deze toren kunt beklimmen. Dat er horeca in is gevestigd neem je dan maar voor lief.
Van de eerder genoemde Walburgiskerk is in dit verband van belang dat de toren daarvan tot aan een blikseminslag in het jaar 1600 ruim 107 meter hoog is geweest. De kerk heeft roots in de 11e eeuw en is daardoor van zichzelf een Zutphense must-see. In de kerk vinden we ook de Librije, één van de drie kettingbibliotheken die Europa nog rijk is. De boeken zijn er van oudsher (1563) vastgeketend om te voorkomen dat je ze meeneemt. Met volop werken uit de begintijd van de boekdrukkunst in de collectie zijn de kettingen misschien anno nu nog veel verstandiger dan destijds. Uit de over-

7
latere toegangspoort
het Oude Bornhof dateert uit 1723. 8 Het Oude Bornhof
vloed aan torens ‘doen’ we er nog één. Door een poortje naast het 16eeeuwse woonhuis ‘Dat Bolwerck’ vinden we de Drogenapstoren uit 1446. Achter zo’n naam moet natuurlijk een leuk verhaal schuil gaan (zie kader bladzijde terug).
FIETSTOERTJE
Behalve de torens kom je in een stad met zoveel historie bijkans om in de monumenten. We fietsen even langs bij de stadsbibliotheek. Die is namelijk gevestigd in een kloosterkerk uit de 14e eeuw – de Broederenkerk – die één van de best bewaarde kerken in zijn soort is. Als je er iets bekends aan ziet is dat niet zo gek : de kerk heeft model gestaan voor meerdere kerken in ons land uit de eeuwen daarna. Vandaar begeven we ons naar de Berkelpoort. Die is gebouwd toen het rond 1215 ontstane Nieuwstad een onderdeel van Zutphen is geworden. De ommuring van de stad wordt in 1312 doorgetrokken rond het nieuwe stadsdeel, dat op de andere oever van de Berkel ligt. Dat maakt twee waterpoorten noodzakelijk, waarvan dit een prachtig bewaard exemplaar is. Omdat de poort volledig is ingericht op oorlogvoering, ziet het geheel er nog altijd schietklaar uit! We fietsen vervolgens even langs de witte huisjes van de Paardenwal. Niet zozeer vanwege de monumentale functie maar meer omdat ze gezamenlijk een fraai hofje vormen. En als je het woord hofje in de mond neemt, kom je in Zutphen onvermijdelijk terecht in het Oude Bornhof. De basis van dit oudste hofje van de stad is het 14eeeuwse huis van een kanunnik van de Walburgkerk. Hij schenkt het met tuin en al aan de stad voor liefdadigheidsdoeleinden. Het huis staat er nog en ook de latere toegangspoort uit 1723 is bewaard gebleven. Het hofje ademt een heerlijk rustgevende sfeer. Om monumenten ’moeheid’ te voorkomen fietsen we daarna alleen nog naar ‘de bleek’. Dat is een boomgaard met bijzondere perenbomen en oude
HANZESTEDEN
Nederland telt 22 Hanzesteden. Zutphen is daarvan de oudste. Het van origine Duitse Hanze-verband is een economisch-strategische samenwerkingsorganisatie van steden op het gebied van handel rond de Oostzee en de Noordzee. Het heeft gefunctioneerd van grofweg de jaren 1250 tot 1450 en telde op het hoogtepunt 200 steden, van Londen tot Novgorod. De deelnemende steden lagen altijd aan het water. Een flink aantal van de Nederlandse Hanzesteden vinden we langs de Gelderse IJssel.
appelrassen aan de voet van de bewaard gebleven stadsmuur. De Bleek is het enige ‘groene’ Rijksmonument van Zutphen. Het uitzicht op de oude stadsmuur hier vormt een mooi besluit van ons toertje.
HAVENKANTOOR
We fietsen terug naar de Vispoorthaven die een gezellig zitje vlakbij het havenkantoor heeft. We danken de

havenmeester voor het gebruik van de havenfiets. De toename van de actieradius door de fiets maakt dat we de complete binnenstad hebben gezien zonder het uitgewoonde gevoel dat lopen met zich mee zou hebben gebracht. We complimenteren de stamgasten met zo’n prachtige binnenstad op een steenworp afstand. Wat een geweldige historie en wat een ontzettend aantrekkelijk stadje! M

