OVER GELUID EN LEVEN
A DAY IN THE LIFE 12 MEI 2018. 5U30
Ik word wakker. Mijn ogen gaan open. En ik ben meteen alert. Normaal gezien let ik niet op de geluiden om me heen als ik wakker word. Ik hoor ze wel, maar ben ze zodanig gewend dat ik me er niet echt bewust van ben en niet luister. Nu is dat anders. Ik was ’s nachts al gewekt door het gebrul van mijn zoontje – hij is iets meer dan een jaar en wil ’s nachts eten. Gelukkig stond mijn vrouw op, en kon ik weer indommelen zonder te moeten doen alsof ik sliep. Tot 5u30, wanneer ik gewekt word door maniakaal rondcrossende muizen op zolder. Het eerste wat ik hoor als ik verder ontwaak, is het getsjilp van vogels. Een musje zingt zijn vrolijk ochtendlied, geflankeerd door het roepen van een kraai, het hamerende geluid van een specht en het roekoeën van een duif, een van mijn favoriete vogelgeluiden. Ik behoor niet tot ‘De bende van de bosklappers’ zoals Sammy Tanghe uit Het Eiland, maar het gezang van vogels hoor ik wel graag. Vooral ‘the birdsong’ intrigeert me: het idee dat de mens zich veilig voelt als de vogeltjes fluiten, want dan is er in principe geen tsunami of T-rex op komst. Het is pas als ze stoppen met fluiten dat we ons zorgen moeten beginnen maken. De associatie met de aangename stem van natuurwetenschapper Sir David Attenborough is ook nooit ver weg bij het horen van vogelgezang. Nu zijn mijn ogen amper geopend, en ontwaar ik in de duisternis van de kamer nauwelijks iets. Mijn oren registreren al heel veel, merk ik. Ik concentreer me verder, hoor 11
over geluid en leven