Inkijkexemplaar 150 jaar Sint-Aloysiuscollege

Page 1

150 JAAR SINT-ALOYSIUSCOLLEGE NINOVE

Inhoudstafel

4. Oud-leerlingen aan het woord

| Pieter Timmermans

| Lutgarde Buyens

| Geert Linthout

10.

Directeurs en principalen aan het woord

| Karen De Pril | Liesbet Wauters

| Fran Goossens | Robrecht Vanden Broeck

| André De Winter | Marcel Cock

| Marc Soens | Walter Thesin

28. Oud-leerlingen aan het woord

| Joris Degroote | Jan-Frederik Abbeloos

| Harold van de Perre | Jan Van Mieghem

| Mathias Degroote | Koenraad Matthijs

38. Onze oud-leerling-leerkrachten

Het zijn er behoorlijk wat: leerlingen die terugkeerden naar ‘hun’ school om er les te geven. We zetten ze op foto.

40.

150 jaar: viering

Herbeleef de viering en receptie voor 150 jaar Sint-Aloysiuscollege.

48. 150 jaar: RockSAN

RockSAN is muziek, performance, sfeer en zoveel meer. We laten je opnieuw genieten.

60.

150 jaar in beeld

We wandelden langs de tentoonstelling en selecteerden voor dit magazine onvergetelijke beelden en momenten.

Foto: 11 (adjunct)directeurs en principalen op een rij.

Van links naar rechts: Fran Goossens Karen De Pril

Luc Lievens

Liesbet Wauters

Katrien Van der Hoeven Niki Coppens

Robrecht Vanden Broeck

84.

Het gastenboek

Geen tentoonstelling zonder gastenboek. Enkele van de mooiste teksten herlees je hier.

90. Over leerlingen, leerkrachten, medewerkers, zorgcoördinatoren, ouderraden én VOSA

Neem een duik in onze school en maak ook kennis met de partners die haar omarm(d)en.

122. Onze voorzitter blikt terug

Een toekomstwoord van onze redactie

Op de pagina’s 10 tot 27 lees je hoe zij terug- en vooruitkijken op en naar het Sint-Aloysiuscollege. z’n opvolger, het Hartencollege.

Eddy Claeys André De Winter Marcel Cock Ellen Pierreux

Beste collegevrienden, Welkom in dit magazine!

Met een grote fierheid nodigen we u uit samen met ons te genieten van dit magazine ter ere van 150 jaar College. Want 150 jaar, dat betekent toch iets. En mede door de voorbereidingen van dit feest en het beleven van de twee feestweekends, hebben ook wij nog meer kunnen proeven van de rijke geschiedenis van onze school.

Als huidig lid van het directieteam zitten we nu in een bevoorrechte positie deel uit te maken van een stukje geschiedenis, het heden én de toekomst van ons College. We blijven werken aan een school, die met de huidige tijdsgeest mee evolueert zonder de waarden die we belangrijk vinden uit het oog te verliezen. Traditie blijft geworteld in de toekomst.

Kinderen en jongeren vanaf 2,5 jaar, met welke achtergrond dan ook, alle kansen geven om op te groeien tot jongvolwassenen die klaar zijn om in het leven te duiken. Dat is en blijft onze missie. We dragen ze al 150 jaar uit en zullen ons samen met alle medewerkers van ons College hiervoor blijven inzetten.

Ter ere van ons 150-jarig bestaan, kon u de grote tentoonstelling bezoeken, de klasgebouwen verkennen en genieten van het talent van leerlingen en oud-leerlingen. U kan een mooie herinnering aan dit feest terugvinden verderop in dit magazine. Verder kan u interviews lezen met oud-leerlingen van de vorige decennia. Over hun werk en leven nu en hoe hun schoolloopbaan in onze school hen heeft gevormd. Ook kan u ontdekken hoe (oud-)directeurs terugkijken op hun collegetijd, u leest wie nu werkt en leeft op onze school en wat er reilt en zeilt. Dit alles mooi geïllustreerd met heel wat fotomateriaal.

Eindigen doen we met een woordje van enkele zesdejaars die meewerkten aan dit grote feest en dit magazine. Zij weerspiegelen immers waar het op ons College om gaat, de jeugd klaarstomen voor de toekomst!

Geniet van dit magazine over dat wat ons allen bindt, ons College. Dompel u onder in ons rijke verleden, het heden en onze toekomst.

We gaan voor nog eens 150 jaar, minstens!

Karen De Pril | directeur Hartencollege Basisonderwijs • Weggevoerdenstraat Liesbet Wauters | adjunct-directeur Hartencollege Secundair Onderwijs • Weggevoerdenstraat
150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 4 oudleerlingen Pieter Timmermans Geert Linthout Lutgarde Buyens

aan het woord

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 5

Pieter Timmermans is gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), de belangrijkste werkgeversfederatie van het land en is tevens verbonden aan de KULeuven als gastprofessor aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, waar hij een onderdeel van het vak Human Resources Management doceert. Hij studeerde Latijn-Wetenschappen aan het College, van 1976 tot 1982, en was de derde generatie collegeganger in zijn familie, na zijn vader en grootvader.

Wat waren de belangrijkste zaken die u meenam uit het College?

“De aangeleerde discipline bleek waardevol, maar het belangrijkste is iets wat ik eigenlijk pas achteraf besefte. Op school werden er verschillende sportcompetities georganiseerd, zoals een volleybaltornooi. Toen kwamen er in elke klas ook bepaalde mensen naar voor om het voortouw te nemen. Daar heb ik toen leiderschapskwaliteiten gecultiveerd die in mijn latere leven waardevol bleken. Nu nog hecht ik heel veel belang aan verantwoordelijkheid opnemen, respect voor overleg en afspraken. Ook het onderbouwd en met respect argumenteren in discussies is van het grootste belang. Dat zijn allemaal zaken die ik heb meegenomen uit het College.”

Waar denkt u aan bij de naam Sint-Aloysiuscollege? “Op het College heerste een zekere orde en discipline die me altijd bijbleef. Die kunnen soms negatief lijken voor jongeren op het moment zelf, maar dat had ook

zijn waarde. Leerlingen werden opgevoed met respect voor de regels en de omgeving waarin we opgroeiden. Ik wil er dan ook wel bij vermelden dat er ook ruimte was voor openheid en een zeker afwijken tegenover de traditie. De school was op zich nogal conservatief, zoals typisch voor een katholiek college toen, maar niet vastgeroest. Ik heb bijvoorbeeld een eindwerkje voor de les fysica gemaakt over alternatieve energieopwekking via windmolens. We deden in de retorica geen klassieke Romereis, maar we trokken naar Moskou en SintPetersburg. Onze 100-dagen vierden we niet via een klassieke fuif, maar we voerden een toneelstuk op in de jeugdclub van Ninove.”

Welke leerkrachten of personaliteiten herinnert u zich nog?

“Het is altijd moeilijk om personen op het voorplan te zetten, maar als ik er toch één moet uithalen, dan is dit zeker de toenmalige principaal De Smet. Een imposante figuur die tegelijkertijd discipline en luisterbereidheid

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 6
©Pieter Timmermans

uitstraalde. Verder heeft Ignace De Temmerman, als klastitularis in het 6de jaar, ons ook aangemoedigd om voortrekker in de maatschappij te zijn, in plaats van volger.”

Wat vond u dat er toen ontbrak op school?

“Er was heel veel aandacht voor het theoretische bij de taalvakken, maar in mijn ogen dan weer te weinig voor het praktische. Ik hoop dat er voor talen nu meer ingezet wordt op praktische communicatie, zodat leerlingen kunnen en durven spreken en schrijven in hun professionele leven na het middelbaar.”

Van welke positieve elementen hoopt u dat die nog op school aanwezig zijn?

“Toen ik aan het College studeerde, was er een duidelijk kader waarbinnen leerlingen moesten functioneren. Op dat moment was het als jongere niet altijd even gemakkelijk om met die discipline om te gaan, maar achteraf bleek dat enorm waardevol. Die structuur hebben studenten echt wel nodig. Ik hoop dat het bestuur van het College deze aandacht voor discipline en respect voor afspraken en regels hoog in het vaandel blijft voeren. Het leerlingenaantal in een school met een duidelijk afsprakenkader zal nooit dalen, integendeel. Een hoop die ik voor het onderwijs in het algemeen heb, onder meer ingegeven door wat ik zie bij mijn partner die ook lesgeeft, is dat er veel van de overdreven bureaucratie die er de laatste decennia bijkwam, zou verdwijnen. Vroeger hadden leerkrachten tijd om te focussen op lesgeven en dat is nu niet altijd het geval. Verder moet men de directie wat meer vrijheidsgraden geven om hun school en de bijbehorende infrastructuur te rentabiliseren. Toen ik aan de Stanford University (VS) verbleef, kon ik vaststellen dat de gebouwen elke dag van het jaar in gebruik waren, behalve op Kerstmis, Nieuwjaar en Thanksgiving. Een dergelijke aanpak zou voor heel wat extra inkomen voor de schoolbesturen kunnen zorgen, middelen die ze vandaag vaak ontberen.”

Welk jaar vond u het leukste of het beste tijdens uw schoolcarrière?

“Dat moet mijn laatste jaar zijn, omdat dit toch ook het orgelpunt van de schooltijd is. Er was toen, in 1982, ook een economische crisis aan de gang en tegen die achtergrond bespraken we in klasverband de mogelijkheden voor hoger onderwijs en onze toekomst, en we bereidden ons dan ook voor op onze latere studies. Zoals ik al aangaf, vierden we onze laatste 100-dagen met een toneelvoorstelling en trokken we tijdens de paasvakantie naar Rusland, of de USSR zoals dat destijds heette.”

Wat was de meest memorabele uitstap tijdens uw jaren op het College?

“Naast de schoolreizen van Jef Paternoster naar de Ardennen en zijn uitleg over de stalactieten en stalagmieten in de Grotten van Han, was dit zonder twijfel de reis naar Sint-Petersburg en Moskou tijdens de paasvakantie van 1982. De meeste laatstejaars trokken naar Rome. Naar de Sovjet-Unie gaan, achter het ijzeren gordijn, was toen helemaal niet evident. Daar

rondlopen was bij momenten alsof je in een andere wereld terechtkwam. We verbleven toen in een voormalig olympisch hotel dat gebouwd was naar aanleiding van de Olympische Spelen van 1980. We waren ook op voorhand duidelijk gebrieft over hoe streng alles geregeld was voor toeristen, maar dat namen we niet altijd even serieus. Tijdens ons bezoek aan het Kremlin staken we wat kattenkwaad uit, dat op zich onschuldig leek, maar de leerkrachten konden er veel minder mee lachen. Bij de wandeling binnen de muren van het Kremlin moesten we op het voetpad blijven, maar zoals te verwachten was, stapte om de vijf minuten wel een leerling van het voetpad even op straat, wat de militaire politie deed reageren. Er was ook een incident bij aankomst in de luchthaven van Moskou. Blijkbaar was er een fout gebeurd bij het aanvragen van een leerling zijn visum. Het visum was in cyrillisch geschrift opgesteld en niemand had daardoor gemerkt dat er bij een van de jongens (lang gekruld haar was toen in de mode) bij het vakje geslacht een ‘V’ van vrouw was aangevinkt. Toen dat werd opgemerkt door de lokale luchtvaartpolitie, werd de betrokkene even meegenomen. Stress alom, maar al vrij vlug werd de vergissing ingezien en konden we onze reis verderzetten.”

Het derde jongetje links bovenaan op de klasfoto is de grootvader van Pieter Timmermans.

Heeft of had u na uw schooltijd nog veel contact met mensen die u op school leerde kennen?

“Ik heb nog contact met vroegere klasgenoten. Vandaag de dag is een medium zoals Facebook zeer behulpzaam. Wij houden regelmatig bijeenkomsten, met een grotere reünie onder meer na 25 jaar afzwaaien. En af en toe komen we nog eens met een aantal collega’s samen, voor zover dat mogelijk is. Soms kom ik ook nog eens voormalige medeleerlingen tegen op onverwachte locaties. Zo ontmoette ik dit jaar op economische missie in New York opnieuw Yves Wantens, die ook op het College zat en daar nu werkt als vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap. Ik had hem op dat moment al meer dan 25 jaar fysiek niet meer gezien.

Als u een boodschap zou kunnen meegeven aan de huidige generatie, wat zou die zijn?

“Mijn boodschap aan de huidige studenten: “Heb vertrouwen in de toekomst die jullie vorm gaan geven. Dat betekent dat men niet alleen verantwoordelijkheid ten dienste van de maatschappij moet opnemen, maar tegelijkertijd ook de kansen moet grijpen die zich aandienen om de wereld te verbeteren. Ons maatschappelijk bestel bevindt zich op een kantelpunt: jongeren kunnen en moeten de toekomst mee vorm geven. Grijp je kans!”

150 jaar Sint-Aloysiuscollege
7
Ninove
Heb vertrouwen in de toekomst die jullie vorm gaan geven

brede opleiding is heel waardevol”

Joris Degroote werkt als professor aan de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur van de UGent. Hij studeerde af in het Sint-Aloysiuscollege in 2001 en werd daarna burgerlijk ingenieur en haalde zijn doctoraat. Na zijn studies werkte hij enkele periodes in het buitenland, om sinds 2011 terug in Vlaanderen te werken.

Hoe zag uw schoolcarrière eruit?

“Ik studeerde af in Latijn-wiskunde, waar ik heel tevreden over was. Ik heb een poos getwijfeld om over te stappen naar Wetenschappen-Wiskunde en Latijn te laten vallen. Dat heb ik niet gedaan, met dank aan de leerkrachten die me toen overtuigd hebben.”

Wat zijn de belangrijkste zaken die u meenam uit het College?

“Een groot deel van mijn werk bestaat uit het praten met mensen, projectvoorstellen schrijven en artikels schrijven. Het inzicht in teksten vanuit die Latijnse is iets waar ik heel dankbaar voor ben, omdat ik het dagelijks kan gebruiken. Ook het opbouwen van een redenering zoals we in die teksten zagen komt heel vaak van pas, al dan niet bewust.”

Waar denkt u aan bij de naam Sint-Aloysiuscollege?

“Ik denk dan spontaan aan mijn vrienden uit die tijd, maar ook aan de kwaliteit van de voorbereiding op het hoger onderwijs. Toen ik begon aan de universiteit had ik echt het gevoel dat ik er klaar voor was. Toen was er nog een toelatingsproef en ik was daarvoor geslaagd met amper bijkomende voorbereiding. Als 17-jarige leek dat niet zo belangrijk, maar als je daarop terugkijkt was dat toch wel een kantelmoment, want anders was ik nu geen prof bij de ingenieurs.”

Welke leerkrachten of gebeurtenissen herinnert u zich nog?

“Mijn wiskundeleerkrachten hebben uiteraard een grote impact gehad, dat waren vooral mr. De Roeck en mevr. Van Stalle. Zij drilden de wiskunderegels erin en leerden ons bewijzen opstellen. Als je zelf voor een auditorium staat, merk je hoe waardevol dat is. De kwaliteit van hun lessen maakte mijn studentenleven en mijn eigen lesgeven veel makkelijker. Ik merk dat ik datzelfde stramien van bewijzen opbouwen vaak volg.” “Ik herinner me ook nog de sleep-in die we mochten doen op het College voor onze 100 dagen. We hebben toen overnacht op school, om daar tot laat te babbelen en een nachtelijke tocht te doen door de gebouwen. Dat was toch wel iets unieks.”

Wat vond u dat er toen ontbrak op school?

“Er waren een paar zaken waarbij ik dacht dat er meer mogelijk was, als de school meer middelen had gehad. Soms moesten richtingen met heel verschillende verwachtingen samen zitten door een gebrek aan leerkrachten of lesuren. Voor de ene helft was dat dan te veel en voor de andere te weinig. Een stuk van de aanwezige ruimte werd ook niet volledig benut. Zo was er het voetbalterrein dat amper werd opengesteld.”

Van welke positieve elementen hoopt u dat die nog op school aanwezig zijn?

“Ik weet nog goed dat je werd terechtgewezen als je een fout had begaan en dat moest, maar dat bleef niet aan je plakken. Er was ruimte voor fouten en vergiffenis. Dat vind ik belangrijk voor tieners, die ruimte om te groeien is nodig. Er was ook aandacht voor extracurriculaire activiteiten. Leerkrachten organiseerden uitstappen, skireizen buiten de normale schoolweken en dergelijke. Dat bracht de school nog meer tot leven.”

Welk jaar vond u het leukste of het beste tijdens uw schoolcarrière?

“Tijdens ons laatste jaar hebben we een fuif georganiseerd voor onze 100 dagen. De zaal zat stampvol en iedereen ging er echt voor. Dat was ook een heel leerrijke ervaring, om een aantal strubbelingen te overwinnen en toch samen te werken. Daarnaast was er met de klas een uitstap naar Carcassonne, met mevr. Monsieur. Ik vind het nog altijd opmerkelijk dat ze dat voor ons wou doen. Dat was een periode waarin de Italiëreis niet doorging en toen is zij voor ons in de bres gesprongen en heeft ze dat georganiseerd.”

“Het laatste jaar was een periode waarin het leven er heel anders begon uit te zien. Je kan meer weggaan, de vriendschappen zijn anders en je hebt meer vrijheid.”

Heeft of had u na uw schooltijd nog veel contact met mensen die u op school leerde kennen?

“Ik heb nog verschillende vrienden uit het College die ik regelmatig zie. Af en toe gaan we samen op weekend of op reis. Dat zijn echt vriendschappen voor het leven geworden.”

Als u een boodschap zou kunnen meegeven aan de huidige generatie, wat zou die zijn?

“Een brede opleiding is heel waardevol. Hou je opties open. Het is niet erg om nog niet te weten wat je wil doen, er is later genoeg tijd om te specialiseren.”

“Een
30 150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove
© Joris Degroote

Jan-Frederik Abbeloos is chef Wetstraat bij De Standaard, waar hij sinds 2012 werkt. Hij zet de lijnen uit van de politieke berichtgeving op alle platformen van de krant. Daarnaast schrijft hij zelf ook stukken, waaronder een wekelijkse nieuwsbrief. Hij studeerde in 1999 af in het Sint-Aloysiuscollege.

Hoe zag uw schoolcarrière eruit?

“Ik heb al mijn jaren op het College doorgebracht, van kleuter tot afstuderen. In het middelbaar volgde ik LatijnWetenschappen tot mijn afstuderen. Mijn parcours was heel vlot, zonder herexamens of twijfels. Ik heb mij nooit moeten kapot werken. De grote gebeurtenis van mijn schoolcarrière was eigenlijk de verdere integratie van de meisjes bij ons op school.”

Wat waren de belangrijkste zaken die u meenam uit het College?

“Het College was voor onze intellectuele basis een schitterende school. Als ik nu artikels lees over de dalende kwaliteit van het onderwijs kan ik alleen maar bedenken dat dat bij ons zeker niet het geval was. Toen ik aan de universiteit begon was ik duidelijk goed voorbereid.”

Waar denkt u aan bij de naam Sint-Aloysiuscollege?

“Ik denk aan een aantal heel uiteenlopende dingen, zoals de geur van de speelplaats toen de brouwerij begon te gisten. Ook de stenen trap van het lager waar we elke dag opstapten, een aantal leraars, het voetballen onder de middag, zo alledaagse zaken die heel sterk bijbleven. Ook dat sociale aspect, afspreken voor of na school staan me nog steeds voor de geest.”

Welke leerkrachten of gebeurtenissen herinnert u zich nog?

“Naar ons laatste jaar toe waren we vrij opstandig en wisten we het allemaal wel beter. Dat was zo een typische puberhouding. Toen ben ik ook eens op het matje geroepen bij de principaal, die me als Chinese vrijwilliger liet meespelen in het schooltoneel van het laatste jaar. Antigone. Ik speelde een blinde ziener. Goede tijden (lacht). Achteraf gezien hadden we wel een aantal schitterende leerkrachten. Zo was er pastoor Kiekens, die godsdienst gaf en dan ook filosofie besprak, met ruimte voor discussies. Hij gaf ons een brede kijk mee, met minder evidente figuren als Marx en Nietzsche. Daarnaast had je iemand als Rita Luysterman, die echt wel de liefde voor die antieke cultuur meegaf. Dat interesseerde mij toen al enorm. Voor geschiedenis hadden we op het einde Rik Van Damme. Dat was ook nogal éénrichtingsverkeer, maar we hingen wel aan zijn lippen. Dat bevestigde alleen maar mijn voornemen om zelf geschiedenis te gaan studeren.”

Wat vond u dat er toen ontbrak op school?

“Wij waren één van de laatste generaties die nog strikt de regels moesten volgen en dat werd naar het einde toe wel vervelend om mee om te gaan. Er was toen heel veel éénrichtingsverkeer, dus hopelijk is dat nu wat veranderd. Daarnaast was er weinig aandacht voor het mentale welzijn van leerlingen. Het ging toen vooral om het lesgeven. Er was niet echt een aanspreekpunt als je problemen had met pesten of thuis, of schoolmoeheid. De leerlingenbegeleiding was er toen nog niet.”

Van welke positieve elementen hoopt u dat die nog op school aanwezig zijn?

“De vriendengroep en het sociale aspect dat je ontwikkelt tijdens die tijd. Daarnaast hoop ik dat de leerlingen nog steeds afzwaaien met een goede basis voor het verdere studeren, zeker voor de humane disciplines. Wij waren sterk gevormd voor vakken als geschiedenis en Nederlands.”

Welk jaar vond u het leukste of het beste tijdens uw schoolcarrière?

“Er waren een aantal zaken die eruit sprongen, niet zozeer een specifiek jaar, maar wel gebeurtenissen. Zo waren er protesten waar we aan deelnamen ten tijde van de Witte Mars, rond de Dutrouxaffaire. We begrepen misschien toen niet altijd waarover het precies ging maar er was wel een gevoel van samenhorigheid, ook al ging de school daar vrij droog mee om. Ook op de proclamatie was er nog een kleine clash als afsluiter. Een klasgenoot had toen een deel van zijn haar afgeschoren, maar mocht dan de proclamatie niet in die toestand bijwonen. Dat was een laatste illustratie van het wederzijdse onbegrip toen, ook al is dat achteraf bekeken iets kleins.”

Heeft of had u na uw schooltijd nog veel contact met mensen die u op school leerde kennen?

“Ik heb wel nog contact met mensen van toen. Er zijn velen van mijn generatie, die toen ook in mijn klas zaten, die dan naar Gent verhuisd zijn zoals ikzelf. Dat zijn wel vooral mensen van mijn klas van toen. Echt uitgebreide reünies zijn er niet meer geweest, maar we onderhouden dat contact zelf.”

Als u een boodschap zou kunnen meegeven aan de huidige generatie, wat zou die zijn?

“In het middelbaar is alles nog mogelijk. Het is zeker geen probleem als je niet meteen weet wat je later wilt doen en om dat uit te zoeken heb je later nog alle tijd.”

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 31
“Het College was voor onze intellectuele basis een schitterende school”
© Jan-Frederik Abbeloos

directeurs principalen

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove
10

aan het woord

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 11

Karen De Pril

is sinds 1 september 2009 directeur van de basisschool

De ongedwongenheid en spontaniteit van de kinderen geven me energie om er ten volle voor te gaan

12

“De eerste drie jaar deed ik het directeurschap samen met André De Winter en ik ben nog altijd blij voor de kansen die hij mij toen gegeven heeft. Ik kon ook heel wat van hem leren, want de job van directie is en blijft zeer complex.”

“De mooiste momenten voor mij als directie is om te zien dat mijn team er staat als een hechte groep. Bij de inhuldiging van onze sporthal hebben ze samen een mooi lied gebracht en daar denk ik nog altijd graag aan terug. Het is één van de voorbeelden om aan te tonen hoe creatief ze wel zijn. Het is ook zo dat mijn korps er altijd staat als team wanneer de school het even moeilijk heeft. Ik ben ook altijd aangenaam verrast als ik de kinderen zie optreden: of het nu gaat over een grootouderfeest, een sinterklaasfeest of ons schoolfeest; het enthousiasme en de oprechtheid van de kinderen doen mij genieten.”

“Ik ben het meest trots op de nieuwbouw- en renovatierealisaties van de voorbije jaren, in het bijzonder onze kleuterblok, dat we samen met het kleuterteam tot stand hebben kunnen brengen.”

“Als ik stress heb, loop ik eens over de speelplaatsen van de kleuters: de ongedwongenheid en de spontaniteit van de kinderen geeft mij dan weer energie om er ten volle voor te gaan. Het is immers een immense uitdaging om om te gaan met de kritische blikken van alle betrokken partijen, zowel binnen als buiten de school.”

“De grootste uitdaging voor mij is om de sterke punten van onze school te behouden en mee te blijven ondersteunen. Ik hoop dat we nog lang onze schoolcultuur en eigenheid binnen het Hartencollege en onderwijsnet mogen behouden, waarin alle leerlingen en personeelsleden zich welkom voelen. Tenslotte spenderen we vaak meer tijd hier dan thuis.”

“Mijn boodschap aan de huidige generatie leerlingen? Blijf kritisch je eigen talenten en mogelijkheden bekijken. Zet in op de dingen waar je echt wil op inzetten. Je hoeft niet in alles goed te zijn. Zet jouw talenten meer in de verf en durf prestaties niet steeds voorop te stellen! De druk van de maatschappij ligt al zo hoog, samen kunnen we die misschien een beetje naar beneden trekken.”

je niet met

| vormt een directieteam met Katrien Van der Hoeven

In welke periode was je directeur?

“Ik werd adjunct-directeur in september 2019 en was dus amper lid van het directieteam toen corona eraan kwam. Een uitdagende periode waarin je voortdurend moest schakelen en heel wat moest vragen van je leerkrachten en leerlingen. Gelukkig hangt ons team heel goed aan elkaar en hebben we allemaal samen deze uitdaging goed doorstaan.”

Waar ben je het meest trots op uit die periode?

“Er is niet één bepaald item waar ik trots op ben. Ik denk dat je als directielid trots kan zijn als het goed gaat met de school, de leerlingen, de leerkrachten en al het ondersteunend personeel. Als er door een goede samenwerking ruimte is voor leren, werken en leven op school.”

Wat was de grootste verandering tijdens jouw periode als directeur?

“Toen ik amper 4 maanden in het directieteam zat, is corona uitgebroken. We namen maatregelen die nog nooit eerder waren genomen, er kwam afstandsonderwijs, we schakelden sneller dan ooit. En enkele maanden ervoor maakten we ook al een grote sprong, want het Sint-Aloysiuscollege werd het Hartencollege. Die naamsverandering was toch wel een uitdaging voor de organisatie, maar intussen staat ook deze naam garant voor kwaliteitsvol onderwijs, toekomstgericht leren met de traditie er stevig in geworteld. En de knipoog naar Aloysius is er zeker nog steeds. Getuige hiervan ons mooie feest ter ere van 150 jaar College!”

Wat was je grootste uitdaging?

“Het boeiende aan deze job is dat er elke dag wel grote en kleine uitdagingen zijn. Je weet soms (of eigenlijk meestal) ’s ochtends niet wat de dag zal brengen. Maar het gevoel dat wat je doet ertoe doet voor de mensen die op school werken en leren, geeft heel veel voldoening.”

Wat was je beste moment als directeur? “Eén van de mooie momenten was een vrijdagnamiddag net voor de herfstvakantie van 2021. Onze

leerlingenraad had een feestmoment bedacht waarop ze allerlei personeelsleden bedankten voor hun extra inzet tijdens corona. Een muziekje, een rode loper, een mooi woordje … Maar vooral een voelbare appreciatie en een ongelofelijk groepsgevoel. Ik krijg nog kippenvel als ik eraan denk. Dat samenhorigheidsgevoel na zoveel fysieke afstand deed deugd!”

“Een ander moment is ook steeds weer de proclamatie van onze zesdes. Heel emotioneel om een groep jongeren op dat podium te zien staan die haar collegejaren heeft afgerond en klaar is voor het leven. Het is eigenlijk ook hét moment van iedereen op school die aan de ontplooiing van deze jonge mensen heeft meegewerkt!”

Waarom koos je voor een functie als directeur van het College?

“Het College is de school waar ik zelf ben opgegroeid en zelf al even werk. Ik wil deze school mee vooruit helpen en ondersteuning bieden aan al wie er leert en werkt. Eigenlijk is het een evidentie dat ik hier werk. Het groeide zo en ik kan me eigenlijk niet voorstellen ergens anders te werken. Maar dat weet je natuurlijk nooit.”

Ben je ook oud-leerling van de school?

“Ik ben ook oud-leerling van de school. Door de tussenstap als leerkracht en de groei die je dan doormaakt, groeide de evolutie naar directielid heel organisch.”

Is er een boodschap die je wil meegeven aan de huidige generatie leerlingen?

“Vergelijk je niet met anderen, maar probeer vanuit je eigen sterktes te denken. Iedereen is de moeite waard. Een cliché, ik weet het, maar een groot struikelblok voor veel leerlingen. Ik denk dat we als school ook het doel hebben dat leerlingen zich goed voelen met wie ze zijn!”

Wat is je grootste wens voor de school?

“Ik wens onze school toe dat we steeds vertrekken vanuit de talenten van elke leerling om hen zo te laten groeien tot kritische burgers die stevig in het leven staan met een goed gevulde rugzak aan kennis, waarden en ervaringen.”

“Vergelijk
anderen, maar probeer vanuit je eigen sterktes te denken”
Ik wens onze school toe dat we steeds vertrekken vanuit de talenten van elke leerling

In welke periode was je directeur?

“Van september 2000 tot april 2009.”

Waar ben je het meest trots op uit die periode?

“Ik ben vooral trots op waar het in een school echt om gaat: de jonge mensen die we jaar na jaar, en zoals dat hoort met vallen en opstaan (dat is de eenvoudigste definitie van een leerproces), hebben zien opgroeien tot fijne jongvolwassenen.”

“De missie is om ieder jong mens die door ouders aan onze school wordt toevertrouwd zo goed als mogelijk op te leiden en hem/haar daarmee samengaand voor te bereiden om later een sterk en weerbaar onderdeel te zijn van een warm en geborgen maatschappelijk weefsel.”

Wat was de grootste verandering tijdens jouw periode als directeur?

“Zoals dat al duizenden jaren aan de gang is, zijn de grootste veranderingen maatschappelijke veranderingen. Wetenschap en technologie blijven grenzeloze vooruitgang boeken, wat zich blijft vertalen in dagdagelijkse toepassingen die onderwijs niet ongemoeid laten. De digitalisering opent vandaag totaal nieuwe horizonten en ik moet vaststellen dat er in onze

kringen nogal eens meer energie vergooid wordt aan het ridiculiseren ervan dan aan een verantwoorde integratie in modern onderwijs. Er op een ontwikkelingsgerichte en inzichtelijke manier gebruik van maken en laten maken is voor leerling en leraar de grote uitdaging. Net als vroeger zullen de onderwijskracht van de leraar en de leergierigheid van de leerling het verschil blijven maken. Ik geloof niet dat vroeger alles beter was en het kennen en kunnen er met de dag op achteruit gaat. De leraar doet er toe en die is er bij gebaat om het net als vroeger ‘slim’ aan te pakken met de moderne middelen die nu voorhanden zijn. Goed onderwijs geeft al altijd invulling aan de eeuwenoude uitdaging ‘zorg dat je mee bent met je tijd’. Vandaag betekent dat dus je onderwijsdraai vinden in die revolutionerende technologie - de makkelijkste uitdaging - én tegelijk de toekomstige rentmeesters vormen die erin kunnen slagen de wereld leefbaar en bewoonbaar te houden - een heel pak moeilijker.”

“Op het microniveau van de school kwam Vlaanderen bij het begin van het nieuwe millennium tot het inzicht dat iedere leerling verschillend is en dat die verschillen niet terug te brengen zijn tot slim en iets minder slim. Het besef groeide dat de noden aan leer- en leefbegeleiding bij iedere jongere anders liggen en dat

les gaf, kwam ik er al als vijfjarige. Er was toen geen leraarskamer, want alle priesters hadden een eigen kamer. Dus mijn vader had er ook een, wel op de derde verdieping. Vandaag werkt er niemand meer die ooit de oude wenteltrap in de priesterwoning op en neer heeft gedraafd . Ik sleet het grootste deel van mijn basisonderwijs in het College en deed er het middelbaar. Ik kwam er in 1980 terug als leraar, verkaste voor vier jaar naar Aalst en kwam in 2000, na 10 jaar leerschool in het directieteam van onze school aan de Onderwijslaan, terug als directeur.”

scholen daar best op inspelen als het hun wens is dat hun onderwijs breed effect sorteert. Dit luidde de start in van goed huisvaderschap op alle echelons van het pedagogisch bezig zijn. Onderdeel daarvan waren en zijn leerlingvolgsystemen die bijhouden wat werkt en niet werkt, eerst op papier en al snel gedigitaliseerd. Leerlingenbegeleiders als niet meer weg te denken element in de schoolcontext! Het was een grote stap voorwaarts, maar ‘ieder voordeel heb zo zijn nadeel’, het kunnen beroep doen op gespecialiseerde begeleiding zette de deur open naar shopgedrag bij een paar leerlingen en het formuleren van onredelijke eisen door een paar ouders. Het vinden van een haalbaar evenwicht is de uitdaging.”

Ik wens dat het College een oase mag zijn en blijven voor jonge mensen waar ze dag in, dag uit met plezier naartoe komen, waar ze uitgedaagd worden in hun kunnen en kennen, van waaruit ze als weerbare en sterke jongvolwassenen met vertrouwen de volgende stappen op hun levenspad zetten

Wat was de grootste verandering sinds jouw periode als directeur? “Het einde van mijn directeursperiode is niet het einde van mijn onderwijscarrière geweest. Nog eens 10 intensieve jaren als begeleider in de katholieke scholen van Oost-Vlaanderen volgden. Van heel dichtbij een dertigtal secundaire scholen actief meemaken en van iets verder nog eens een honderdtal andere bezig zien, is ronduit verhelderend. Je gaat beseffen dat er buiten de muren van je eigen College ook boeiende dingen gebeuren. Dat leverde de uitdaging om scholen interessante zaken te laten oppikken en in te passen in de flow van hun onderwijspraktijk, maar tegelijk goed te beseffen dat een school niet op alle slakken zout kan leggen. Als er al iets verkeerd loopt in onderwijs, dan is het precies dat: de overheid, de politiek, de maatschappij, de ouders en leerling hebben de grote wens dat onderwijs alle problemen oplost en van de weeromslag wordt de onderwijskar geladen tot de as breekt. Neen, back to basics: laat onderwijs ons goeie ‘stielemannen’ afleveren in de meest brede betekenis, met sterke handen, een sterk hoofd en een goed hart.”

Wat was je grootste uitdaging? “Op de schoolvloer bewijzen dat het mogelijk is om een bruisende school te zijn met een gelukkig korps, voor een generatie leerlingen die graag naar school komt. Is het gelukt? Ik hoop het, maar ik weet het niet. Het heeft iets utopisch, al was het maar door de botsende karakters die mekaar onvermijdelijk ontmoetten. Onder de bedenking ‘niet geschoten is altijd mis’, heb ik vrede met hoe het gelopen is.”

Wat was je beste moment als directeur?

“Het feest van het Lam. Ik schrijf het met een hoofdletter, niet om de vergelijking met Van Eyck aan te gaan, die wint altijd, maar omdat het feest zoveel meer was dan zomaar een feest. Het was het jawoord van een korps van 120 mensen sterk, met de nadruk op sterk (leraren, ondersteunend personeel, facilitair personeel en directies) dat na drie jaar aftasten en proberen definitief zijn weg gevonden had.”

Waarom koos je voor een functie als directeur van het College?

“Ik had interesse voor de functie, omdat ik het College zeer goed kende. Met een vader die er als eerste leek

“De uiteindelijke beslissing om in 2000 toch te kandideren, was moeilijk en er gingen maanden van dubben aan vooraf. Het beeld van de school die ik gestalte wou geven, was erg helder, alleen zag ik de weg niet die me kans op slagen kon geven. Het denkwerk ging uiteindelijk toch renderen, met de weg voor ogen namen de rust en het vertrouwen de bovenhand en mijn sollicitatiebrief vertrok vier dagen voor de deadline.”

Je gaf eerst ook les op het College? Welke vakken gaf je toen?

“Ik ben in 1980 gestart met een interim aardrijkskunde/ wetenschappen en een halftime secretariaatswerk. Na mijn legerdienst werden mij 10 uur fysica in de vierde jaren en vijf uur wiskunde in een eerste jaartje toebedeeld. Een paar weken later (er werd toen nog geteld op 1 oktober en op basis daarvan wist een school pas dan hoeveel lesuren voor de rest van het jaar mochten ingericht worden) werden dat diezelfde 10 uur fysica en 8 uur wetenschappen in de humaniora van het Instituut HH.Harten (in 1997 gefusioneerd met het Sint-Aloysiuscollege). De fysica bleef en werd naderhand aangevuld met chemie, biologie en wetenschappelijk tekenen.”

Hoe voelde het om als oud-leerling directeur te worden van de school?

“Ik hoor wel eens meer van beginnende directeurs die als oud-leerling directeur worden, dat het een raar gevoel is. Zelf heb ik dat niet meegemaakt, omdat ik 7 jaar collega was geweest (’80-’87) en daarna 10 jaar aan de slag was in het directieteam van het Instituut HH.Harten. Veel van mijn oud-leraren waren vrienden van mijn vader. Hen kende ik dus informeel. Het was een grotere schok om als leerling van hen les te krijgen in het College dan om er later directeur te worden.”

Is er een boodschap die je wil meegeven aan de huidige generatie leerlingen?

“School onderga je niet, school maak je zelf met je leraren en directie. Dus handen uit de mouwen!”

Wat is je grootste wens voor de school?

“Dat het College een oase mag zijn en blijven voor jonge mensen, waar ze dag in, dag uit met plezier naartoe komen, waar ze uitgedaagd worden in hun kunnen en kennen, van waaruit ze als weerbare en sterke jongvolwassenen met vertrouwen de volgende stappen op hun levenspad zetten. Wat heb je daarvoor nodig: werkers van leraren én werkers van leerlingen die er samen hun schouders onder zetten.”

In welke periode was je directeur?

“Na mijn legerdienst werd ik op 1 september 1970 door principaal Kamiel Taelemans aangenomen als leraar in het College. 21 jaar later, in 1991, verlangden het diocesane schoolbestuur van het College en de collega’s dat ik prefect zou worden in opvolging van prefect Paul Guns. Dat was het toenmalige equivalent van onderdirecteur.

In 1992 kwamen Z.E.H. Georges Stuyts en Z.E.H. Guido Heyndrickx mij namens het schoolbestuur in Ninove vragen om principaal te worden. Ik aanvaardde uiteindelijk, vooral omdat collega’s mij onder druk zetten om de functie aan te nemen. Zo volgde ik principaal Marc Soens op, die op 5 oktober pastoor-deken in Nazareth werd benoemd. Op 1 september 2000 verliet ik het College.”

“Mijn voorgangers waren priester-principalen geweest en woonden in het College. Ik werd de eerste leek-principaal en woonde in Schendelbeke.”

Waaruit bestond de taak van principaal destijds?

“Ik werd afgevaardigde van het schoolbestuur voor het beheer van een ‘groot huisgezin’. Men verwachtte van mij de uitbouw en het onderhoud van het gebouwenpatrimonium, de organisatie van het onderwijs voor leerlingen in de humaniora, met de hulp van prefect Luc Lievens, later van prefect Eddy Claeys, en in de basisschool, hier vooral met de inbreng van directeur Walter Thesin. Ook de opdrachten van het onderhoudspersoneel, met de sociale wetgeving ervoor en de berekening van de lonen vielen onder mijn bevoegdheid. De jaarlijkse samenkomst van de oud-leerlingen werd mee ondersteund door het bestuur van V.O.S.A. (Vereniging Oud-leerlingen Sint-Aloysiuscollege) en hun prefect priester-leraar/pastoor Jos Jacobs.”

“Niet in het minst werd er van mij, met inbreng van studiemeester-opvoeder Luc Haezaert, een correct financieel beheer verwacht en een jaarlijks verslag ervan naar het departement onderwijs en het bisdom.”

“Zo leidde dit alles, ook tijdens de weekends en in de vakantieperiodes, tot een ‘bestendige aanwezigheid’ in het College.”

Wat was de grootste verandering tijdens jouw periode als directeur?

“Vanaf het schooljaar 1990-1991 kwamen er in Ninove besprekingen op gang tussen

de schoolbesturen van het Diocesane College en van de zusterschool, het Instituut HH.Harten, aanvankelijk met de bedoeling om over te gaan tot een fusie van de humaniorascholen van het College en van het Instituut. Het werd een periode van heftig overleg, onder meer omdat de besprekingen in hoofdzaak zonder veel inspraak van mij en m’n collega’s (het personeel van het College, red.) gebeurden.”

“Op 8 april 1998 werd de vzw IKORN opgericht. De nieuwe vzw zou een overkoepelend schoolbestuur zijn voor de basisscholen en de secundaire scholen van het Sint-Aloysiuscollege en van het Instituut HH. Harten.”

Waar ben je het meest trots op uit die periode?

“Oud-collega’s hebben het soms over ‘de goede tijd’ van die jaren. Ze voelden zich gesteund in hun leeropdracht en hun collegialiteit, met andere woorden toch over belangrijke momenten, waarin lesgeven en zorg voor de leerling nog op de eerste plaats kwamen, zonder veel diepgaand pedagogisch beschrijf of juridische kanttekeningen.”

“Oud-leerlingen hebben het nu nog vaak over hun collegetijd als een waardevolle en richtinggevende periode uit hun leven. De mozaïek van leerkrachten, elk met hun eigen competenties in het lesgeven, het geheel van het collegeleven met onderwijs en buitenschoolse activiteiten, is volgens hen vaak richtinggevend geweest. Wellicht hebben wij daartoe kunnen bijdragen in het ondersteunen van een materieel en pedagogisch kader.”

Wat is je grootste wens voor de school? “Van het College wordt er verwacht dat leerlingen vanaf de kleuterklas tot op 18 jaar in kennis en kunde er worden begeleid binnen een humanistisch en christelijk milieu. Voor wie die opdracht moet realiseren, is dat inderdaad geen kleine roeping. Het is immers zonneklaar dat alles wat leerlingen in die collegetijd in schoolse en buitenschoolse activiteiten aangeboden krijgen, ongetwijfeld belangrijk is voor hun latere leven.”

“Om dit te realiseren is er voor allen, die verantwoordelijk zijn voor die vorming, een dagelijkse inzet nodig. Zonder twijfel is daar in de voorbije 150 jaar Sint-Aloysiuscollege grote inzet voor geweest van alle betrokkenen. Mijn wens is dat deze inzet mag bestendigd worden.”

“Oud-leerlingen hebben het nu nog vaak over hun collegetijd als een waardevolle en richtinggevende periode uit hun leven”

voorgangers

23
Mijn
waren priester-principalen geweest en woonden in het College

Onze oud-leerling-leerkrachten

Dit zijn ze: de leerkrachten en medewerkers die het Sint-Aloysiuscollege ervaarden als leerling. Ze verlieten ‘hun’ school enkele jaren voor studie (en eventueel een andere job of school) om later terug te keren, maar dan aan de andere kant van de klas.

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 38

Van links naar rechts

Efrem Lievens | Kaat Scheerlinck | Saar Van Den Houte | Chloë Lievens | Kurt Rossignol | Frauke Van Bever | Silke De Neve | Katrien Van Den Steen (achteraan) | Ann Lauwaert (vooraan) | Katrien Scheerlinck | Kim Van Den Meersche | Wouter Vande Winkel | Jozefien Leirens | An De Bolle | Jurgen Stevens | Liesbeth Kellens | Pieter Willems | Liesbet Wauters | Sven De Schryver | Kim Borgenon | Dries Caignau | Filip De Dobbeleer | Jessica Barth | Jo Renneboog | Patrick Saelens | Tim Asselman | Erwin Vanderschueren | Bart Machtelinckx

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 39

vieren van 150 jaar

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 40 40
Eucharistie en receptie RockSAN Tentoonstelling
150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove

VIEREN IN GEMEENSCHAP

Zondag 18 september 2022, klokslag 10 uur. Het cameralampje sprong op rood en de eucharistie ter ere van 150 jaar Sint-Aloysiuscollege bereikte de Vlaamse huiskamers. Pastoor-leerkracht Alexander Vandaele en Peter Kiekens (voormalig leerkracht Sint-Aloysiuscollege) brachten liturgie en gebed, tientallen leerlingen en leerkrachten zorgden voor tekst en zang.

jaar

150
Sint-Aloysiuscollege Ninove 42
150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 43

FEESTEUEUEUEUH!

In onze agenda’s stond het vierde weekend van september al lange tijd omcirkeld. De hele schoolgemeenschap, oud-leerlingen en sympathisanten zouden dan verzamelen voor RockSAN, een tentoonstelling over 150 jaar Sint-Aloysiuscollege, rondleidingen door de gebouwen en zoveel meer. En zo geschiedde. Het werd een Feest met hoofdletter F.

150
Sint-Aloysiuscollege Ninove 48
jaar
150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 49

RockSAN

In 2001 kwam Robrecht Vanden Broeck, de toenmalige directeur, met het idee om een vrij podium in te richten tijdens de opendeurdag. Dat werd met veel enthousiasme en verve uitgewerkt door Maarten Michels, en veranderde in een artiestencafé het jaar nadien. Deze twee versies vonden plaats in de turnzaal. Nog voor de laatste noten van de tweede editie waren gespeeld hadden Robrecht en Maarten al een blauwdruk voor een heus rockfestival: RockSAN was geboren. Met een laaiend enthousiaste leerlingenraad, die samen met een aantal begeleidende leerkrachten de kar trok werd het een schoolfestival dat vooral aan (oud-)leerlingen een platform wil bieden om hun muzikale of andere talenten te tonen en verder te ontwikkelen. RockSAN werd al vele malen ingericht, en na een pauze van enkele jaren, onder meer door de coronapandemie, kwam er een nieuwe editie om de viering van 150 jaar College extra in de verf te zetten. In de traditie van de vorige schoolfeesten wil de school dit nog jarenlang verderzetten!

WILDHEART OVER HUN COLLEGE

Wildheart ontstond in 2014 en haalt zijn inspiratie in de jaren 80: klassieke hardrock en glam rock. En dat hoor je ook in hun muziek. Zij traden op tijdens RockSAN 150 jaar College en kennen twee voormalige leerlingen.

Hoe was het optreden? “Optreden hier was geweldig, zoveel jaren na de eerste editie. Een van ons heeft nog edities helpen organiseren en heeft hier ook opgetreden. RockSAN was sowieso ook iets wat we al verschillende keren hebben meegemaakt, als toeschouwer, organisator of deelnemer. Het voelde dus een beetje als thuiskomen.”

Hoe was het om hier weer te staan?

“Er is hier veel veranderd. Tien jaar geleden was de huidige refter nog een overdekte speelplaats. Daar speelden we altijd voetbal met een tennisbal. De paviljoentjes en de weide zijn weg, het fabriekje is weg. Dat is jammer want je kon langs daar makkelijk weg om te spijbelen. (lacht) Het was ook goed om een aantal mensen terug te zien. Met een aantal leerkrachten hadden we een schitterende band, zoals Sven De Schryver en Katrien Van Den Steen. Anderen, die er ondertussen niet meer zijn, waren ook formidabel, zoals Rita Luysterman die Latijn gaf. Die gaf eigenlijk eerst Nederlandse les, omdat dat volgens haar de voorwaarde was om goed Latijn te kunnen. Mijn basis voor Nederlands is toen fel verbeterd. Ook Filip De Dobbeleer is ons altijd bijgebleven. Dat zijn mensen die de school echt deden leven en die we ons ons leven zullen herinneren.”

Wat hopen jullie nog voor het College?

“Dat RockSAN blijft bestaan, want het is een grote meerwaarde voor de school en vooral voor jonge muzikanten. Velen hebben hier hun eerste kansen gehad. Voor de school hopen we vooral dat er nog 150 jaar bijkomt.”

Hebben jullie nog een boodschap voor de huidige generatie?

“Ook brave mensen kunnen rock ’n roll zijn. Zoek een uitlaatklep! Neem bijvoorbeeld een instrument en maak muziek. Het leven is meer dan alleen studeren.”

52

BRAM & LENNERT OVER

HUN COLLEGE

Bram Van den Berghe en Lennert Cobbaert staan al meer dan 10 jaar op de planken als het duo Bram & Lennert. Ze brengen een mix van originele covers en waren er ook bij op de jubileumeditie van RockSAN.

Wanneer zaten jullie hier op school?

Bram: “Vanaf de kleuterklas, tot ik afstudeerde in 2005. Lennert: Vanaf het 3de leerjaar, tot 2005.”

Stonden jullie al eerder op RockSAN?

Bram: “Nooit als ‘Bram & Lennert’ en ook nooit samen, maar wel met andere projecten. Ik startte RockSan mee op, in het 3de middelbaar (2003, red.). We speelden toen punkmuziek, iets helemaal anders. Onze leerkracht Nederlands en Robrecht (Vanden Broeck, toenmalig directeur, red.) stonden toen zelfs in de moshpit.” (lacht)

Lennert: “We zijn eigenlijk veel verschuldigd aan de school. RockSan heeft ons echt de kans gegeven om podiumervaring op te doen, elk met onze eigen groepjes. Mijn groepje kreeg van Robrecht zelfs de kans om in een lokaal op school te oefenen.”

Wat is jullie beste herinnering aan RockSAN?

Bram: “De eerste editie. Zeker omdat dat ook mijn eerste optreden ooit was.”

Lennert: “De kans om op te treden. RockSAN gaf een podium aan jonge artiesten. Ik herinner me trouwens ook nog een editie waarbij we eerst hier moesten optreden en daarna nog een ander optreden hadden in Dilbeek. Maar onze bassist mocht niet meegaan naar Dilbeek, omdat hij dat niet aan zijn moeder had gezegd, dus stonden we hier op de speelplaats en we wisten niet wat te doen.” (lacht)

Zijn er andere goede herinneringen aan jullie schooltijd?

Bram: “Dat is een moeilijke vraag. Ik heb er namelijk heel veel, ik heb hier 16 jaar gezeten.

Lennert: Er zijn er heel veel, maar vooral de steun die we kregen om onze passie en talenten te verkennen en te ontwikkelen. Robrecht steunde ons altijd en toen leerlingen van ons jaar, waaronder wij, conservatorium wilden doen, kregen we alle kansen. We mochten zelfs tijdens het schooljaar proeven gaan afleggen.”

Bram: “We zijn ook dankzij Robrecht het duo Bram & Lennert geworden. Ons eerste optreden samen was op de proclamatie, nadat Robrecht ons had voorgesteld om eens iets samen te doen. Daarnaast zijn er natuurlijk ook de ‘gewone’ zaken die me bijgebleven zijn, denk maar aan het galabal, bepaalde leerkrachten … We zijn eigenlijk nooit met tegenzin naar school gekomen. We zien trouwens ook nu nog regelmatig dat vroegere leerkrachten in het publiek staan. Zo is Els Paternoster deze zomer nog naar Oostende gekomen om ons bezig te zien.”

Hebben jullie nog een boodschap voor de school of de huidige generatie?

Lennert: “Aan de school: blijf dit doen. Blijf leerlingen een platform geven. Het is het beste wat je kan doen. En voor de leerlingen: spring op dat podium, want het is een ongelofelijke kans. Zonder RockSAN hadden wij niet kunnen doen wat we nu doen.”

54
We zijn eigenlijk veel verschuldigd aan de school

Enkele foto’s uit de tentoonstelling 150 jaar Sint-Aloysiuscollege

p. 64 en 65: de neogotische nieuwbouw aan de Weggevoerdenstraat werd in 1883 in gebruik genomen. De foto begin 20ste eeuw toont de achterkant met links de priesterwoning (drie verdiepingen) en daarnaast het schoolgebouw. Het toegangsportaal met de twee zuilen bevindt zich precies in het midden van het gebouw.

p. 66 en 67: het ‘Liber memorialis’ van de dekenij Ninove, waarin deken Theodoor De Cock eind 19de eeuw herhaaldelijk verslag deed van het wedervaren van het Sint-Aloysiuscollege in de eerste decennia van zijn bestaan. In een eerste passage over het college schrijft deken De Cock in het Latijn over de stichting van het college in het jaar 1872.

p. 68: de Weggevoerdenstraat ter hoogte van het College tegen het einde van de 19de eeuw. De foto maakt duidelijk waarom de straat in de volksmond ‘De Lindekens’ werd genoemd. Achter de witgekalkte muur aan de overkant van de straat bevond zich ooit het domein van de Norbertijnerabdij.

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 70

E-Blok

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 71

onze zesdejaars op foto

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove
92
150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 93

Waarom heb je ooit voor het onderwijs gekozen?

Sabrina: “Oorspronkelijk wou ik secretariaatswerk studeren. Toen ik 16 jaar was deed ik als vakantiejob speelpleinwerking bij kleuters. Daar ontdekte ik hoe fijn het was om met jonge kinderen bezig te zijn. Snel stond mijn besluit vast: ik word kleuterjuf.”

Chloë: “Ik koos voor het onderwijs omdat het ongetwijfeld het allermooiste beroep is. Ik ging ook gewoon graag naar school vroeger, en ik vond het altijd een beetje gek hoe sommige leerkrachten er toch in slaagden mij mee te nemen in hun verhaal, zelfs al had ik in principe niets met hun vak. Ik denk niet dat mijn mama zo’n grote rol speelde in mijn keuze, maar uiteraard vond ik het wel fijn om te zien hoe zij thuis zo positief was over wat ze elke dag deed.”

Hoe ziet je carrière eruit in het College?

Sabrina: “Enkele jaren halftijds in het eerste kleuterklasje. Nadien tot en met vorig schooljaar klasjuf van de mengklas K1-2. Leerlingen die nu in het secundair zitten spreken me nog aan met ‘ juf Sabrina van de kikkerklas’.”

Chloë: “Ik startte hier in de eerste kleuterklas, ging vervolgens naar de lagere school en eindigde in het middelbaar: twee jaar Latijn, twee jaar wetenschappen en twee jaar wetenschappen-wiskunde. Vorig jaar ben ik er midden september dan toevallig als leerkracht binnengerold.”

Waarom het College? Waarom geen andere school?

Sabrina: “Ik heb eerst in Sint-Jans-Molenbeek gewerkt, maar toen we op zoek gingen naar een school dichter bij huis, vooral voor de kinderen, merkte ik hoe leuk deze school was en ben ik hier komen solliciteren. Na 3 maanden kon ik hier halftime aan de slag. Ik heb er nog geen moment spijt van gehad.”

Chloë: “Ik ben erg vertrouwd met de school, ken mijn weg in de kleuterschool, het lager en het secundair en zie ook bijna enkel bekende gezichten. Dat was misschien wel een voordeel. Dat heb ik bijvoorbeeld erg ervaren bij mijn start vorig jaar: ik wist meteen wie ik waarvoor moest aanspreken en al mijn oud-leerkrachten (inmiddels collega’s) waren ook erg lief voor mij.”

Hoe is het om te weten dat je mama/dochter hier ook werkt?

Chloë: “Nu vind ik dat wel leuk, als leerling soms minder. Het was wel altijd handig hoor: ik ben regelmatig aan haar deur gaan kloppen omdat ik iets vergeten was of iets nodig had en als het te koud was, durfde ik daar mijn boterhammen wel eens te gaan opeten. Dat doe ik nu trouwens nog: eens gaan kijken of ze geen koekje op overschot heeft. (lacht) Het is ook vaak grappig: tijdens mijn allereerste les vorig jaar moest ik het raam sluiten omdat mama te luid aan het zingen was.”

Sabrina: “Doordat ze al enkele maanden in Gent woont is dit de plek waar we ons babbeltje doen. Maar meestal is het om een koekje te komen halen. Wat ik vooral leuk vind, is dat als ik binnenkort met pensioen ben ik toch op de hoogte kan blijven van het reilen en zeilen in ‘t College.”

Waar hou je van in je beroep?

Sabrina: “De spontaniteit, de leergierigheid en de vriendschap van de kinderen. Weten dat hier de basis wordt gelegd voor hun verdere schoolloopbaan.”

Chloë: “De veelzijdigheid van het beroep. De dankbaarheid van de leerlingen: ze voelen dat je je best doet voor hen en je krijgt dat keihard terug.”

Wat vind je minder leuk aan je beroep?

Sabrina: “Daar kan ik kort over zijn: de administratieve rompslomp.”

Chloë: “Ik werk hier nog niet zolang, dus ik heb niet echt veel negativiteit ervaren. De vooroordelen van de mensen die erbuiten staan misschien, alhoewel ik dat wel probeer te relativeren.”

Heb je nog een boodschap voor toekomstige leerkrachten?

Chloë: “Wapen je tegen negativiteit en probeer zoveel mogelijk te relativeren. Ik zou het jammer vinden mocht ik dat ooit verliezen: de kunst om de waaier aan interesses en talenten te omarmen. Ik hoop dan ook dat iemand me dan op de vingers zou tikken en me zou aanmanen om iets anders te gaan doen.”

Sabrina: “Kleuterjuf zijn, is een passie. Als je dit niet met hart en ziel doet, hou je het niet vol.”

JUF SABRINA EN MEVROUW LIEVENS, MAMA EN DOCHTER
“Ik koos voor het onderwijs omdat het ongetwijfeld het allermooiste beroep is”

Tijdens mijn allereerste les vorig jaar moest ik het raam sluiten omdat mama te luid aan het zingen was

De ouderraad vormt al decennialang de schakel tussen de school en de ouders. Ze bestaat uit een klein aantal gemotiveerde ouders die meewerken bij initiatieven van de school. Zelf organiseert de ouderraad ook tal van activiteiten ten voordele van het welzijn van elk kind.

Cognitieve capaciteiten

De laatste jaren investeerden we mee in een aantal projecten. Zo sponsorden we een deel van het speeltoestel van de lagere school, we legden bij voor een tuinhuis voor het speelgoed van de kleuters, we zorgden samen met de ouderraad van het secundair dat er een AED (Automatische Externe Defibrillator) werd geplaatst … en in de toekomst volgt er nog meer.

We organiseren jaarlijks ‘De Grote Voorleesweek’, waar (groot)ouders komen voorlezen in de klas. Dit bevordert de fantasie van de kinderen en leert hen dat (voor)lezen leuk is. De schaakinitiatie biedt betere inzichten en bevordert de cognitieve capaciteiten. Het Poppentheater met Lotta De Kip leert onze kleuters muziek te spelen of om samen te werken en pesten uit te sluiten.

Nieuwe ideeën

Tussendoor moedigen we de ouders aan met fluo-acties om hun kind veilig het verkeer in te sturen of beklemtonen we dat pesten op school niet getolereerd wordt.

De ouderraad vergeet ook de gezinnen niet. Zo organiseerden we jaren ‘het gezond ontbijt’, familiequizzen … en zijn we elke keer weer op zoek naar nieuwe ideeën om families samen te brengen.

Het hoogtepunt van het jaar is een heuse kinderdisco, waar onze kids uit de bol kunnen gaan op hun favoriete muziek. Hun ouders kunnen tijdens de disco ‘opgevangen worden’ in het oudercafé.

Alles om het op school veiliger en aangenamer te maken voor iedereen!

De ouderraad gaat mee met zijn tijd. Je kan onze activiteiten en initiatieven volgen op onze facebookpagina ‘Ouderraad Hartencollege BWE Ninove’.

de ouderraad van het Hartencollege Basisonderwijs Weggevoerdenstraat

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 118
“Alles om het op school veiliger en aangenamer te maken voor iedereen!”
Dag van de leerkracht vergeten we nooit! Iedere medewerker die ook maar enige betrokkenheid heeft tot de school, ontvangt jaarlijks een attentie binnen het pastorale jaarthema zoals ‘Jij bent mijn lichtpuntje’!

Het hoogtepunt van het jaar is een heuse kinderdisco, waar onze kids uit de bol kunnen gaan op hun favoriete muziek

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 119

150 jaar Hartencollege; dat is 150 jaar ouders die hun kinderen aan deze school toevertrouwen. Ook al ligt de start van de school 150 jaar geleden, anno 20222023 vertrouwen nog steeds ouders hun zonen en dochters toe aan het onderwijs en opvoeding in het Hartencollege. Ook vanuit de ouderraad willen we dank zeggen, voor de school en voor al die jaren dat ouders in de schoot van de ouderraad betrokkenheid en engagement toonden.

Actieve gesprekspartner

Uiteraard is de manier waarop de ouderraad haar werking gestalte gaf in de loop der jaren geëvolueerd. Waar de ouderraad vanuit engagement in oorsprong ouders samenbracht om voornamelijk met daden en financiën te ondersteunen, is dit orgaan al heel wat jaren ook een actieve gesprekspartner geworden van de school.

Motivatie

Ook in het Hartencollege Secundair Weggevoerdenstraat zijn in die 150 jaar heel veel ouders bereid gevonden om betrokken te zijn bij de school, de werking en om waar mogelijk een financieel steuntje in de rug te geven. Anno 2022-2023 blijft dit een belangrijke motivatie nl. waar reguliere middelen niet toereikend zijn, investeren in zaken die voor de school een zinvolle aankoop betekenden en een extraatje mogelijk maakten (de witte picknickbanken onder de luifel zijn er een voorbeeld van). We kunnen niet zeggen hoeveel pralines en paaseitjes voor al deze specifieke projecten door ouders en sympathisanten zijn aangekocht, maar op eetfestijnen waren de ‘truffels en de pralines’ van de ouderraad een vertrouwd onderdeel van het ‘decor’. Door Corona (ja, ook de ouderraad stond toen even op ‘stil’) heeft de pralineverkoop plaatsgemaakt voor de afhaal-paaseitjes, die gelukkig een schot in de roos bleken en het mogelijk maakten om het AED-toestel, nieuwe turntoestellen en rugzakhoezen voor leerlingen aan te kopen.

Prioriteitenlijstje

De laatste jaren tracht de ouderraad te kiezen voor een maatschappelijk relevant thema zoals bv. gezonde voeding, verkeersveiligheid en haar acties hieraan te koppelen (bv. verdelen van fluo-gadget voor de boekentas). Om het draagvlak te vergroten bij ouders, kiest de ouderraad er voor om de vinger aan de pols te houden bij de ouders en het schooljaar te starten met een korte bevraging, en dit vanuit een tweevoudig doel: nieuwe leden werven en thema’s zoeken die ouders aanbelangen. Elk jaar zijn er heel wat thema’s die ouders hoog in het prioriteitenlijstje plaatsen: fysieke gezondheid, verkeersveiligheid, gezonde voeding, mentaal welzijn zijn er maar een paar van. Nieuwe leden vinden is elk jaar

opnieuw een uitdaging: eigen aan de schoolloopbaan van leerlingen is immers dat zij ooit afstuderen, en ook hun ouders dan afscheid nemen van de ouderraad. Het is dan telkens opnieuw ‘nieuw bloed’ zoeken, geëngageerde ouders die de kar mee willen trekken.

Natuurlijke evolutie Op die manier hebben ouders telkens opnieuw de stok doorgekregen van vroegere leden om één, drie, zes of soms meer dan tien jaar te zetelen in de ouderraad. Deze natuurlijke evolutie maakte dat de ouderraad na een aantal jaren vaak een volledig nieuwe samenstelling had. Een nieuwe samenstelling, maar ook vaak frisse ideeën, een nieuwe groep gemotiveerd om de ouders te vertegenwoordigen binnen de school. Zelfs in die relatief korte periode dat ouders deel uitmaken van de ouderraad, ontstaat vaak een hechte vriendengroep en wordt nadien dankbaar teruggeblikt op deze periode.

Profwielrenner

Heel wat acties en evenementen zijn intussen de revue gepasseerd in al deze jaren. We kunnen niet 150 jaar teruggaan (archivering was voor de ouderraad geen must), maar er werden heel wat zaken gerealiseerd: zesdejaars leren koken (‘koken op kot’); koffiekoek aanbieden op 1 september; gezond ontbijt organiseren voor derdejaars; gezelsschapsspellenavond met spellenclub Karrewiet; lessen ‘gezond eten’; elk jaar met een aantal ouders als volleerde kelners op het galabal optreden (en hierdoor de prijs voor de zesdejaars drukken); infoavonden opzetten over Klimaat, gezonde lunchbox, (cyber)pesten, … De laatste paar jaren werd sterk ingezet op verkeersveiligheid: er was een verkeersquiz en de ouderraad engageerde de Responsible Young drivers met een sessie voor eerstejaars o.a. over veilig fietsen in het verkeer; belang van fluo; verlichting … Dit schooljaar 2022-2023 willen we op dit thema verdergaan en inhoudelijke infosessies aanbieden. Na de Responsible Young drivers hopen we een politierechter in de school te krijgen (over e-steps) evenals een profwielrenner die jongeren kan aanmoedigen veilig te fietsen en zichtbaar te zijn in het verkeer (inclusief helm!).

Steunende rol

Afsluitend willen we alle ouders bedanken die op één of andere manier (als lid, als sponsor, als invuller van de jaarlijkse vragenlijst, als helpende hand, …) de werking steunen van de ouderraad. Dankzij dit kan de ouderraad haar steunende rol blijven waarmaken, en dit hopelijk voor de komende 150 jaar!

de ouderraad van het Hartencollege Secundair Weggevoerdenstraat

150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 120
Zelfs in die relatief korte periode dat ouders deel uitmaken van de ouderraad, ontstaat vaak een hechte vriendengroep
“De ouderraad is al heel wat jaren ook een actieve gesprekspartner geworden van de school”
150 jaar Sint-Aloysiuscollege Ninove 121

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.