Grondig 7 - 2018

Page 1

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

22 - ALLES DRAAIT OM KWALITEIT 18 - ABONNEMENT OP PRECISIELANDBOUW 31 - SPECIAL ATH 46. PLAATSSPECIFIEK SPUITEN MET AGRIFAC 58 - OPDRACHTGEVERS EN -NEMERS UIT ELKAAR GEGROEID

7 2018


Supersnel grasherstel tegen lage kosten HAVERA 3,

KRACHTIGE DOORZAAI MET 100% TETRAPLOID GRAS Augustus en september zijn de ideale maanden om graslanden weer op te peppen. Dat is hard nodig, want op menig perceel hee� de groei door de aanhoudende droogte lange �jd s�lgestaan. Met HAVERA 3 supersnel graslandherstel is de zode er weer snel bovenop tegen lage kosten. Door zijn enorme concurren�ekracht vindt het nieuwe hoogwaardige Engels raaigras in een mum van �jd zijn weg tussen de bestaande pollen. Onkruiden worden verdrongen, kale plekken in rap tempo opgevuld en je grasbestand krijgt een gigan�sche opbrengst- en kwaliteitsinjec�e!

www.graslandadvies.nl


Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Print Management BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.

REDACTIONEEL Gokken met kalenderlandbouw Op onze redactie en binnen het kantoor van CUMELA Nederland zijn al veel discussies gevoerd over de zogenaamde kalenderlandbouw: hoe beleidsmakers het in hun hoofd halen om landbouw aan een datum te binden, met vastgelegde momenten waarop een vanggewas moet zijn gezaaid. Deze zomer alleen al bewijst hoe moeilijk het is om een groeiseizoen te voorspellen. Het vervelende is alleen dat die beleidsmakers nu gelijk lijken te krijgen, want op 1 oktober, volgend jaar de uiterste datum voor het inzaaien van het vanggewas na de maïs, is waarschijnlijk alle maïs geoogst en hebben we ook nog alle tijd gehad om een goede groenbemester in te zaaien. Wat dat betreft had het beter een nat en laat groeiseizoen kunnen zijn, met een late oogst en kapotgereden percelen. Helaas is de natuur de burger en de beleidsmaker dit jaar beter gezind dan de boer en de cumelaondernemer. Het enige voordeel is dat deze beide laatste partijen, boer en cumelaondernemer, nu alle tijd hebben om naar AgroTechniek Holland te gaan. De beurs is voor veel bedrijven de eerste mogelijkheid om zich te oriënteren op de teelt van volgend jaar. Hoe kun je met behoud van de opbrengst voldoen aan de nieuwe regels? Het is ook het onderwerp van de traditionele ontbijtsessie van CUMELA Nederland. Tijdens AgroTechniek Holland zullen we ook telers informeren over de nieuwe regels en hen vragen op welke manier ze daaraan volgend jaar willen voldoen, om zo als organisatie vast een beeld te krijgen van de wensen van uw klanten. Grote kans dat het veel loonwerkers niet zal helpen. Waarschijnlijk zal een deel van de klanten kiezen voor onderzaai van een groenbemester, terwijl een ander deel het met een vroeg ras probeert. Voor die laatste groep is het te hopen dat de kwekers deze winter op het zuidelijk halfrond nog wat extra vroege rassen kunnen vermeerderen, want anders is deze mogelijkheid alleen weggelegd voor de telers die vroeg bestellen. Veel bedrijven zullen dus noodgedwongen kiezen voor onderzaai. Het betekent investeren in nieuwe apparatuur, zeker als de groenbemester na opkomst van de maïs wordt gezaaid. Dat wordt gokken, want landbouwkundig zijn de systemen nauwelijks onderzocht. Niemand weet wat de beste groenbemester is voor dat systeem en hoe je het combineert met een goede onkruidbestrijding. De maatregelen betekenen dat we nu al weten dat de maïsteelt volgend jaar op zand- en lössgrond een gok zal zijn: lukt de onkruidbestrijding, komt de groenbemester op en is de maïs op tijd rijp? Om het tot een goed einde te brengen, is veel discussie nodig met adviseurs. En is het hopen op weer dat past bij de wensen van de beleidsmakers.

Kosten abonnement Nederland € 90,- per jaar / Buitenland € 125,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

Redactie Grondig Toon, Gert en Marijke

GRONDIG 7 2018

3


DEUTZ-FAHR 6-SERIE. DE BESTE TECHNOLOGISCHE MIX IN ZIJN KLASSE NU TIJDELIJK VERKRIJGBAAR MET GRATIS OPTIES. akket Gratis optiep 0* ,0 vanaf € 9.000 Actielease: 0.49% den voor 36 maan

De 6165, 6175 en 6185 traktoren uit de 6-serie nu met een gratis optiepakket vanaf € 9.000,00*. Of u nu kiest voor een 4- of 6-cilinder motor, powershift, RCshift of TTV transmissie, u maakt uw trekker compleet door te kiezen voor een optiepakket naar uw keus. Standaard zijn de traktoren voorzien van zuinige Deutz motoren met resp. 157, 169 en 181 pk (nominaal vermogen), transmissies met zeer gereduceerd motortoerental tijdens transport (zelfs 1158 omwentelingen bij 40 km/u voor de 6185 RCshift), 4-toerige aftakas, Maxi-Vision cabine met airconditioning en InfocentrePro. Daarnaast biedt de 6-serie een scala aan opties waaronder tot max. 7 electrische ventielen, load-sensing pompen tot 170 liter per minuut, hefkracht tot 9700 kg, luchtgeveerde cabine, af fabriek gemonteerde fronthef en frontaftakas, geveerde vooras, GPS en iMonitor t.b.v. GPS-, trekker-, ISOBUS- en TIM-instellingen. Ga voor meer informatie naar uw dichstbijzijnde DEUTZ-FAHR dealer.

Aktie is geldig tot en met 30 september 2018. *informeer bij uw DEUTZ-FAHR dealer naar de condities

Bezoek ons op ATH stand 4.01 veld D.

DEUTZ-FAHR een merk van


INHOUD 3 Redactioneel 6 In Actie: Hittewerk 9 Commentaar 10 Grondgebondenheid: minder maïs, meer gras 14 Vrouw & Visie: Tanja de Jong, Stigas 18 Sterk Werk: Gebr. Freriks, Heelweg

Ondernemen met

mensen 22 Profileren: Hoedemakers BV, Ulestraten 26 Grondig.com 31 AgroTechniek Holland 34 Groenbemester onder maïs belangrijk voor plant en milieu 38 Claas-frontmaaier voor zware trekkers 42 Achttraps powershifttransmissies met dubbele ­koppeling 46 Agrifac Condor-spuit met Need Farming Technologies 50 Nieuwe Alliance VF Flotation-banden voor aanhangers 52 Nederlandse tweedehands gewild in Oost-Europa 55 Economie 55 In kort bestek 56 Cumelaria 57 Gekruid 58 Van buiten naar binnen: Toine Poppelaars, dijkgraaf ­waterschap Scheldestromen 60 Risico’s van niet-goedgekeurde voertuigen 62 Cumela.nl 63 Voorzitter 64 Toolbox: hoe kan de werkgever schade voorkomen? 66 Toolbox: hoe kan de werknemer schade voorkomen? 68 ISO 9001: heeft u inzicht in de context van uw organisatie? 69 Adviespraktijk 70 Laat werknemers voor u kiezen 73 Het nut van algemene voorwaarden 74 Bedrijvig

Ondernemen met

vaktechniek

Ondernemen met

cumela

Grondig 8 ontvangt u op vrijdag 5 oktober!

GRONDIG 7 2018

5


ondernemen met

mensen

BEDRIJF IN ACTIE

6

2

6

GRONDIG 7 2018

3


Droogtewerk

1

4

5

7

De droge zomer leverde de cumelabedrijven veel bijzonder werk op, want waar de silagetrein stil stond, konden andere machines plotseling aan de slag. In Noord-Holland werden de oude mesttanks met ketsplaat van loonbedrijf Sjef Houtenbos uit Schagen (foto’s 1 en 2) gebruikt om bruggen te koelen. In de zogenaamde Noordkop van de provincie Noord-Holland moest het bedrijf meerdere malen per dag een aantal bruggen nat houden om deze af te koelen. Dit moest voorkomen dat de bruggen zover zouden uitzetten dat ze vast kwamen te zitten en niet meer open konden. Meerdere weken was hij zo een aantal keren per dag op pad met zijn tank. De opdracht kreeg hij van de bruggencoördinator van de provincie Noord-Holland, die dagelijks zijn rondjes reed en de opening van de bruggen controleerde. Zodra de afstand tussen brughoofd en brug te klein werd, werd Houtenbos opgepiept en moest er binnen het uur water op liggen. Door het zeer warme weer gebeurde het meerdere dagen dat het bedrijf met vier waterwagens op pad was. Twee wagens, met een inhoud van respectievelijk dertien en zestien kuub, waren actief op de bruggen, twee andere werden ingezet op korrelbanen en om bomen water te geven (foto 3). Dat ging nog om flinke hoeveelheden, want na drie weken was er duizend kuub uitgereden. Dit soort extra werkzaamheden zal voor veel bedrijven niet voldoende zijn om het omzetverlies van deze zomer goed te maken, want inmiddels hebben de meeste bedrijven al twee of drie snedes gras gemist. De extra werkzaamheden zijn niet meer dan een extraatje met soms weinig gebruikte machines. Daarnaast werden machines ook op een andere wijze ingezet. Zo gingen op diverse plaatsen de sleepslangbemesters het veld in om water direct in de zode te brengen. Bij gebrek aan beregeningsapparatuur een mooie oplossing. Op Texel kregen de mesttrailers van cumelabedrijf A. van Zuilen een andere functie als watertrailer (foto’s 4 en 5). Per schip werd zoet water aangevoerd, dat op het eiland werd opgeslagen in mestbassins of mestzakken. Het water was een retourvracht voor baggerschepen vanaf het Noord-Hollands Kanaal. Op Texel mag geen zoet water worden gewonnen en sproeien met zout water is ook daar geen optie. Het aangevoerde water werd gebruikt om dijken te besproeien, om een golfterrein van vijftig hectare bespeelbaar te houden en voor het beregenen van bollenpercelen voor het rooien. Dagelijks had Van Zuilen vier trailers rijden en werden één of meerdere scheepsladingen van 800 ton per dag gelost. Echt ad-hocwerk had De Samenwerking uit Oudeschild. Dat bedrijf moest de brandweer assisteren bij een bosbrand door bluswater aan te voeren (foto 6). Daarmee kon tijdig worden ingegrepen. Gewoon sproeien, maar dan met een aangepaste sproeikop, was de opdracht van loonbedrijf Weiman en zn uit Ommeren. Dat probeerde de laanbomen van een teler aan de groei te houden door het water over de bomen te spuiten (foto 7). Inmiddels zouden we aan deze serie ook nog foto’s van het maïshakselen kunnen toevoegen, want als gevolg van de droogte is de maïsoogst in volle gang. Soms zelfs zo vroeg dat er daarna, als er nog ruimte is, nog mest kan worden uitgereden om het vanggewas een oppepper te geven. Een bijzonder effect van een bijzondere zomer. TEKST: Toon van der Stok, Gert Vreemann

GRONDIG 7 2018

7


Wij weten wat we verzekeren!

“Schade is al vervelend genoeg. Wij nemen daarom zoveel mogelijk regelwerk uit handen.” Jeannette van Holland, schadebehandelaar

De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als onderdeel van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel uw werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Onze polisvoorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.

Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade

website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60


ondernemen met

mensen

COMMENTAAR Elk ongeval is er één te veel! De afgelopen weken waren er weer een paar dodelijke ongevallen met landbouwmachines. Bij één daarvan betrof het een bekende van een collega op kantoor. Een jongere van amper twintig jaar, die opa hielp met het beregenen en met de trekker in de sloot belandde. Intens triest! We hebben het er met elkaar over en veel collega’s hebben het wel eens van dichtbij meegemaakt of kennen voorbeelden uit de sector waarbij het niet goed is gegaan. Vaak zijn het eenzijdige ongevallen, waarbij één verkeerde handeling - hoe klein ook - of één moment van onoplettendheid tot een ­ernstig en soms zelf dodelijk ongeval leidt, maar ook regelmatig zijn er ongevallen met landbouwmachines op de openbare weg, waarbij ook derden zijn betrokken. Het liefst zou iedereen willen dat deze ongelukken worden voorkomen, maar hoe kunnen we dat doen? Een goede instructie is belangrijk. De do’s en don’ts moeten goed op het netvlies worden gezet bij zowel de ondernemer als bij zijn medewerkers. Gebruik daarbij ook de vele toolboxen die ­CUMELA voor de sector maakt en die via de handige Veilig Vakwerk-app ook eenvoudig zijn te delen met de ­medewerkers. Deze app biedt u als ondernemer ook een ­gemakkelijke registratie van gevolgde toolboxen en werkplekinspecties.

Janneke Wijnia-Lemstra Algemeen directeur

Daarnaast is en blijft het belangrijk om regel­ matig met elkaar over gevaarlijke werksituaties te praten. Hoe vaak hoort u van uw medewerkers, van uw collega’s of van mensen uit uw om­geving niet een verhaal waarbij het bijna fout is gegaan? Gelukkig is iedereen dan met de schrik vrijgekomen, maar ook uit deze bijna-ongevallen kun je lering trekken. Maak het bespreekbaar en leer ervan! Om de ambitie naar nul dodelijke ongevallen te onderstrepen, heeft ­CUMELA ook haar handtekening gezet onder de intentieverklaring ‘Naar zero acci­ dents in de agrarische en groene sector in 2020’. Kijk eens op de website www.zeroaccidents2020.nl. Een goede ambitie om ondernemers en mede­ werkers in de sector te helpen veilig werken te bevorderen en daarmee ­ongelukken te voorkomen. Laten we er met elkaar naar streven dat er in de komende jaren geen (dodelijke) ongevallen meer plaatsvinden!

GRONDIG 7 2018

9


HOOFDARTIKEL Minder maĂŻs, meer gras

ondernemen met

mensen

Veehouderij slaat andere weg in In april van dit jaar presenteerde een door LTO Nederland en de Nederlandse Zuivelorganisatie ingestelde commissie een zwaarwegend advies, dat de melkveehouderij meer grondgebonden moet maken. Het rapport ademt gras. Vooral de intensievere bedrijven zullen weer meer gras moeten gaan telen, ten koste van maĂŻs. Dat betekent ook voor cumelaondernemers flinke veranderingen.

10

GRONDIG 7 2018


Wat doet de klant?

Grondgebonden in 2025

Voor loonwerkers is het zaak om de komende tijd inzichtelijk te krijgen hoe zelfvoorzienend klanten zijn in hun ­eiwitbehoefte en hoe ze (gaan) inspelen op de 65-procent-eis. Gaan ze hun grasland intensiever gebruiken voor meer eiwit van bestaand grasland? Hoeveel maïs wordt er omgezet naar gras en komen er wellicht nieuwe eiwithoudende gewassen bij? Welke rol kan ik spelen bij het invullen van buurtcontracten, inclusief de afzet van mest en het telen van ruwvoer op gehuurd land. Wat betekent het voor de benutting van mijn machines in de maïsteelt? En wat doe ik met de arbeidspiek die met name bij de eerste snedes ontstaat als het areaal gras toeneemt? Zomaar een paar vragen waar ook vanuit ­CUMELA de komende tijd aandacht voor zal zijn.

Dit zijn de hoofdlijnen van de richting die de Nederlandse melkveehouderij de komende zeven jaar wil inslaan: • Melkveebedrijven zijn voor minimaal 65 procent zelfvoorzienend in eiwit. • Gras van eigen grond is de basis voor elk bedrijf (en minimaal 50 procent van alle ruwvoer komt van eigen grond). • Lokale ruwvoer-mestkringlopen (via buurtcontracten). • Mestafzet op eigen grond en/of bij derden binnen een straal van twintig ­kilometer. • Elk bedrijf heeft een voldoende grote huiskavel (maximaal tien koeien per ­hectare) om het karakteristieke cultuurlandschap te beschermen en weidegang te stimuleren. • De import van eiwitrijke grondstoffen (lees soja) van buiten Europa moet met twee derde zijn gedaald.

Hoe overleef ik de gevolgen van de droogte in 2018? Dat is de eerste zorg die melkveehouders dit jaar hebben. Het zal één van de redenen zijn waarom het relatief stil is gebleven na het uitkomen van het rapport van de Commissie Grondge­ bondenheid, die in opdracht van LTO Nederland en de Neder­ landse Zuivelorganisatie een koers uitstippelde om de melk­ veehouderijsector weer meer grondgebonden te m ­ aken. Het is niet zomaar een toekomstvisie, maar eentje waarin stap­ pen staan beschreven die bindend zijn. Het moest, kortom, op de steun van vele partijen kunnen rekenen. De commissie bestond uit vijf melkveehouders verspreid over Nederland, een vertegenwoordiger van het Wereld­ natuurfonds, het Centrum voor Landbouw en Milieu, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en een gedeputeerde van de provincie Gelderland. De commissie koos er niet voor om koeien aan hectares te koppelen, maar vloog het aan via de eiwitproductie op het eigen bedrijf. Grondgebondenheid is dus geen doel op zich; wie efficiënt boert, wordt daarvoor beloond. Wel zorgt de eiwitnorm auto­ matisch voor meer grond onder de koeien. Dat is nodig voor een gezonde toekomst van de melkveehouderij, daarover is iedereen het wel eens. Het is nodig voor maatschappelijke waardering, voor natuur, milieu en landschap en vooral ook voor een versterking van het economisch perspectief. Dat kan zijn via een plus op de melkprijs, maar ook via diensten, zoals het vastleggen van CO2 in de grasmat.

Eiwit van eigen grond De meest ingrijpende stap die de melkveesector zichzelf oplegt, is dat veehouders minimaal 65 procent van het eiwit in het rantsoen van hun koeien van hun eigen land moeten halen. Verder moet een grondgebonden melkveehouder alle mest op eigen grond en bij collega’s in een straal van twin­ tig kilometer afzetten. Aanvoer van ruwvoer en het afvoeren van mest kan alleen via een buurtcontract en mag alleen als ten minste 50 procent van het totaal benodigde ruwvoer op eigen grond wordt geteeld. Hierin zouden loonwerkers een bemiddelende rol kunnen spelen.

Uit cijfers van de KringloopWijzer blijkt dat melkveehouders in Nederland op dit moment gemiddeld met de eigen ei­ witvoorziening op 61 procent zitten. Dat klinkt niet ver uit de pas, maar voor individuele bedrijven betekent het nogal wat, zegt onderzoeker Gerjan Hilhorst van melkveeproefbe­ drijf De Marke (WUR). Voor de groep boeren die meedoet aan het project Vruchtbare Kringloop Achterhoek rekende hij door wat de gevolgen zijn. Van de 250 deelnemers haalt 34 procent nu al genoeg eiwit van eigen land. Iets meer dan de helft (54 procent) voldoet aan de eisen wanneer je ook de mogelijkheid meerekent om extra voer in de buurt aan te kopen. Voor de andere helft wordt het lastiger om aan de eisen te voldoen. Globaal geldt: hoe intensiever, hoe las­ tiger. Zo h ­ alen bedrijven met 15.000 kilo melk per hectare soms zelfs 80 procent eigen eiwit, terwijl bedrijven met ruim 40.000 liter onder de 45 procent scoren. Landelijk is de sprei­ ding nog groter. Ruwweg is het voor bedrijven tot 20.000 liter per hectare wel te doen om met eenvoudige maatregelen op die 65 procent uit te komen, verwacht Hilhorst. “Dan moet je denken aan nauwkeuriger bemesten, minder krachtvoer gebruiken, meer aandacht voor de bodem en betere agrono­ mische beslissingen, zoals mest rijden op tijden dat het gras het ­nodig heeft en niet als de put vol zit.”

“De veehouderij moet voorkomen dat ze in imago de varkenshouderij achterna gaat” Het goede nieuws is volgens hem dat vergelijkbare bedrijven nog altijd een grote spreiding in grasopbrengsten laten zien. Dat betekent dat er voor veel bedrijven winst te halen valt. Aan de andere kant: wie nu al het maximale uit zijn grasland haalt en over weinig grond beschikt, kan weinig anders doen dan meer grond verwerven en maïs vervangen door gras. Dit tikt snel door in de eiwitopbrengst, want deze is van een hectare maïs ongeveer 30 procent lager dan van een hectare gras.

GRONDIG 7 2018

11


ondernemen met

mensen

Minder maïs Wat betekent de ambitie van de melkveehouderij voor loonwerkers? Er zal meer behoefte aan eiwitgewassen komen, zoals veldbonen en wellicht ook soja, zeker als de opbrengsten daarvan hoger en zekerder worden. Vooral het gras moet echter meer eiwit leveren. Meer gras van een hectare betekent in elk geval een duw in de rug voor allerlei initiatieven rond het optimaliseren van graslandmanagement, bijvoorbeeld het meten van grasopbrengsten en precisietoediening van mest met behulp van NIR-metingen. Linksom of rechtsom zal daar meer vraag naar komen, verwachten de specialisten die wij spraken. Ook zullen de veehouders vaker moeten maaien, (klaver) doorzaaien en op andere manieren hun grasland moeten optimaliseren. Het betekent ook dat er meer mest naar het gras moet. De maïsteelt zal krimpen, ten gunste van gras. De maatregelen van de commissie sturen in feite aan op een flinke areaalruil. In het rapport wordt zelfs gerept over een halvering van de maïsteelt: 100.000 hectare minder. Of het zo’n vaart loopt, is afwachten. “Dit jaar bewijst maïs juist zijn meerwaarde, omdat het beter bestand is tegen de hitte en met minder water kan groeien”, zegt Jan van Middelaar, adviseur van PPP Agro Advies in Zuidoost-Nederland. “Wie zijn maïs kon beregenen, haalt prima opbrengsten. Dat kun je van gras niet zeggen. Zelfs bij elke week beregenen, zijn er percelen kapot gegaan aan de hitte.”

“Gras brengt dertig procent meer eiwit dan maïs”

Waarom grondgebonden? Cruciaal voor maatschappelijke acceptatie • Zorgt voor een aantrekkelijk landschap en koeien in de wei • Leverancier van voedsel: lokaal en duurzaam ­geproduceerd Basis voor goede milieukwaliteit en leefomgeving • Lokale kringlopen • Zorg voor de bodem • Minder transport • Bijdrage aan de klimaatdoelen • Bijdrage aan biodiversiteit • Drager Nederlands cultuurlandschap Versterking economisch perspectief • Verbetering marktpositie • Vergoeding maatschappelijke diensten • Vermindering afhankelijkheid import grondstoffen Bron: Commissie Grondgebondenheid

weer een stukje gemakkelijker. “Hoe je het invult, daar ben je vrij in. Het belangrijkste is dat er nu een richting is gegeven. Nu komt het aan op de uitvoering en daar hebben we nog wel hulp bij nodig van de overheid, bijvoorbeeld op het gebied van mestwetgeving, kunstmestvervangers en ruil­ verkaveling.”

Zuivelaars aan zet In de regio waarin Van Middelaar actief is, zijn de uitdagingen voor boeren het grootst, door de hoge veeconcentratie, een groot aandeel maïs en relatief weinig grond onder de bedrijven. Hij komt gemengde reacties tegen. “De één reageert gelaten: ‘Er moest wel een plan komen’, de ander zegt: ‘Zijn ze nou helemaal gek geworden?’. In elk geval levert het discussie op en zijn we met klanten in gesprek.”

Meer samenwerken Ook Jos Verstraten, melkveehouder en LTO-vakgroepbestuurder, zal de gevolgen aan den lijve ondervinden. Hij melkt 130 koeien in het Brabantse Westerbeek. Hij noemt de gekozen richting ingrijpend voor de intensievere bedrijven. Toch kan hij zich er wel in vinden. “Doen we als melkvee­houderij niks, dan lopen we het gevaar dat we de varkenshouderij achterna gaan. We hebben de steun van de maatschappij nodig en daar kun je het beste zelf voor zorgen, anders krijg je straks nog met een weidegangplicht of een verbod op maïsteelt te maken. Daar zit niemand op te wachten. Ook het gesleep met mest is niet houdbaar. We moeten de kringloop dichter bij huis sluiten.” Zelf wil hij nog meer halen uit zijn samenwerking met akkerbouwers in de buurt. Minder maïs, meer gras en meer mest naar het gras. Dat is een greep uit zijn oplossingen. En wrang maar waar: omdat hij vanwege de fosfaatregelgeving afscheid moest nemen van twintig koeien wordt zijn puzzel

12

GRONDIG 7 2018

Komende winter zal de grondgebondenheid op veel plaatsen op de agenda staan, ook op de CUMELA-vergaderingen. De grote vraag die ondertussen boven de markt hangt, is hoe ‘bindend’ het bindende advies nu precies is. Dat weet niemand. Het is hoe dan ook echter een advies geworden waar niemand omheen kan. En als zuivelaars een premie gaan betalen voor grondgebondenheid, dan kan het plotseling hard gaan. Dat heeft de invoering van de weidemelkpremie wel laten zien. WUR-onderzoeker Hilhorst adviseert melkveehouders eerst te gaan rekenen. “Veel bedrijven weten nog niet precies waar ze staan”, zegt hij. De komende jaren staan er projecten op stapel en zal er vanzelf meer duidelijk worden over de uitwerking. Kritiek is er ook alvast. Zo zijn nog wel wat kritische ­noten te plaatsen bij de koers ‘alle ballen op gras’. Maïs is een gemakkelijke teelt en in droge jaren bedrijfszekerder dan gras, bleek dit jaar maar weer. Bovendien kan intensiever gebruik van grasland nieuwe problemen oproepen, want als je meer gaat draineren, vaker gaat maaien en vaker bemest, hoe zit het dan met de natuurwaarde? In elk geval zal er meer worden gevraagd van de veehouder en moet het vakmanschap in de teelt van zijn ruwvoer - of het nu maïs is of gras - naar een hoger plan. TEKST: Egbert Jonkheer FOTO: Grondig


891012 3,7 456789101116118191161718191 21311314151613461112 2.255 789101112191235 311 4,5 16171 11.951 81912354678901912354 4101212311234611213141516123456181920212 56789,510111213141675,38910121516123456 613141161718192021222242526100012345678 2829303110.000234564891254891011181920212 GEEN 912234567891078910123 15 567891011 WOORDEN MAAR 2312 0 51623414567 6 89111125181920212 CIJFERS 314151171 1,5 819123546789021516 % brandstofbesparing

€ kostenbesparing

% meer koppel

kg CO2 reductie

% Minder NOx

% Minder fijn stof

% klimaatneutraal

KLANTEN GEBRUIKEN DAGELIJKS TRAXX

Jaar productontwikkeling

bacterieproblemen

unieke producteigenschappen

Bij 1,5% brandstofbesparing is de investering terugverdiend

Berekening op basis van een verbruik van 100.000 liter standaard EN590 diesel, uitgaande van een dieselprijs van € 1,00 per liter (excl. BTW). Dit is een rekenvoorbeeld, actuele prijzen verkrijgbaar op aanvraag.

TRAXX DIESEL DE ZUINIGE, SCHONE EN BETROUWBARE DIESELBRANDSTOF DIE DOET WAT HIJ BELOOFT

Verlaagt uw brandstofverbruik

Reduceert uw CO2-uitstoot

Voorkomt verstopte brandstoffilters

Compenseert alle CO2-restuitstoot

De ene diesel is de andere niet. Sommige diesels beloven namelijk meer. En andere diesels dóen ook daadwerkelijk meer. Zoals TRAXX, de zuinige, schone en betrouwbare dieselbrandstoffen die speciaal zijn ontwikkeld voor bedrijven met moderne dieselmotoren en een eigen tankinstallatie. Onze brandstoffen TRAXX Diesel en TRAXX Zero zijn het resultaat van 15 jaar productontwikkeling, strenge testprocedures én hebben zich in de praktijk bewezen. Niet voor niets kiezen meer dan 10.000 bedrijven in heel Nederland dagelijks voor TRAXX dieselbrandstof. Benieuwd wat TRAXX voor uw bedrijf waard is? Neem snel contact op en kom dit met 1 gesprek te weten.

Vermindert uw uitstoot van NOx en fijnstof

Dalhuisen Olie B.V. Epe (regio Oost) T 0578 - 61 24 56 info@dalhuisen.nl

Bezorgd door leveranciers die Lean & Green zijn

Schouten Olie B.V. Alphen a/d Rijn (regio West) T 0172 - 42 32 00 info@schoutenolie.nl

Slump Oil B.V. Heerenveen (regio Noord) T 0513 - 65 70 10 info@slumpoil.nl

Van Kessel Olie B.V. Milheeze (regio Zuid) T 0492 - 34 12 21 verkoop@vankesselolie.nl


ondernemen met

mensen

VROUW & VISIE

Tussen 2013 en 2017 vonden er achttien dodelijke ongevallen in de loonwerksector plaats. In alle agrarische en groene sectoren bij elkaar waren het er 69. Het actieplan ‘Zero Accidents in 2020’ moet het aantal dodelijke ongevallen in 2020 terugbrengen naar nul. Tanja de Jong van Stigas moet die ambitie vormgeven. “Er moet veel meer aandacht voor veiligheid komen. Bewustwording speelt daarbij een grote rol.”

“Veiligheid moet op één” Tanja de Jong, Stigas Werkzaamheden met een graafmachine waarbij iemand bekneld raakt. Een kraan die kantelt, waardoor de machinist in het water terechtkomt en verdrinkt. Een trekker waarmee iemand wordt overreden. Het zijn enkele voorbeelden van dodelijke ongevallen die afgelopen jaren plaatsvonden in de cumelasector. De rijdende machine blijkt met 72 procent de grootste veroorzaker. Op nummer twee staan zowel mest­ gassen (elf procent) als een vallend voorwerp (elf procent). De overige zes procent komt door vallen, in een rioolput bijvoorbeeld. “Vaak hoor je dat ongevallen mensen over­ komen, maar er zijn altijd één of meerdere oorzaken aan te wijzen”, zegt Tanja de Jong, gezondheidsonderzoeker bij Stigas. “Het is daarom van belang dat bedrijven zich meer bewust worden van die oorzaken, zodat ongevallen kunnen worden voorkomen.” In de cumelasector werden tussen 2013 en 2017 achttien ­dodelijke ongevallen geregistreerd. Dat aantal fluctueert per jaar. In 2017 lag het aantal dodelijke ongevallen in de gehele agrarische en groene sector op zeven, maar nu, halverwege 2018, is dat aantal al gepasseerd. De teller staat nu op acht, waarvan één ongeval in de loonwerksector, voor zo ver wij weten. Hoewel de getallen per jaar verschillen, is het veront­ rustend dat er sinds de jaren tachtig geen duidelijke afname is te zien. De Inspectie SZW trok dit jaar aan de bel. Bij 131 inspecties op loonbedrijven constateerden de inspecteurs 336 over­ tredingen, vooral op het gebied van machineveiligheid. In de totale agrarische sector zijn er de afgelopen tien jaar 160 dodelijke ongevallen te betreuren geweest en daarnaast zijn er honderden gewonden gevallen. Zo raakten in 2017 93 werknemers ernstig gewond, in 2016 waren dat er 91 en in 2015 73. De totale sector landbouw, bosbouw en visserij staat daarmee in de top-vijf van risicosectoren als het gaat om arbeidsveiligheid. Redenen genoeg voor de sectorpartijen, CUMELA Neder­ land, LTO Nederland, branchevereniging voor onderne­ mers in het groen VHG, FNV, CNV Vakmensen, VBNE, Fede­ com, Nijhof-Wassink en Stigas, om een intentieverklaring te ­ondertekenen: Zero Accidents in 2020. In dat jaar moet het

14

GRONDIG 7 2018

aantal dodelijke ongelukken teruggebracht zijn naar nul. “Dat is een grote ambitie,” geeft Tanja de Jong toe, “maar het gaat erom dat elke partij zoveel mogelijk doet om de veilig­ heid in de sector te verbeteren.”

“Ongevallen overkomen je niet, er zijn altijd meerdere oorzaken” Diverse partijen zijn daar al mee bezig. Zo heeft CUMELA Nederland in samenwerking met verschillende partners de Veilig Vakwerk-app ontwikkeld. Stigas zelf heeft dit jaar een campagne opgezet om veiligheid meer onder de aandacht te brengen. “Iedereen weet het wel, maar we moeten de aan­ dacht blijven trekken”, zegt De Jong. “Als je een groep mede­ werkers spreekt, heeft iedereen wel eens een ongeval van dichtbij meegemaakt, maar dat lijkt vooralsnog geen trigger te zijn om zelf altijd extra alert te zijn. Terwijl de noodzaak er is. Dat blijkt uit de cijfers. ‘Veilig op één’ is dan ook onze slogan. Bij alles wat je doet, moet je je bedenken: is dit veilig? Dat moet een gewoonte worden.”

Oorzaken De drie grootste veroorzakers van dodelijke ongevallen zijn techniek, organisatie van werk, en cultuur. “Techniek is één van de meest voorkomende oorzaken. Hierbij gaat het voor­ al om machines of onderdelen die niet goed afgeschermd zijn. Denk aan een aftaktussenas zonder beschermhoes”, zegt De Jong. Een andere veel voorkomende oorzaak is de organisatie van het werk. “Ook hierdoor ontstaan veel onge­ vallen. Denk aan een medewerker die onder veel werkdruk moet presteren en daardoor de prioriteit legt bij snelheid in plaats van bij veiligheid.” Ten derde is de bedrijfscultuur één van de grote veroor­zakers. “Iemand die iets al jarenlang op dezelfde manier doet, denkt nauwelijks meer na over veiligheid. Daarnaast ligt er een gro­ te verantwoordelijkheid bij de werkgever. Geeft hij zelf het goede voorbeeld? Is veiligheid bespreekbaar op het werk? Kan of durf je er een collega op aan te spreken?”


Het is niet gek dat de meeste ongevallen daarom voorkomen in de leef­ tijd onder de achttien jaar of boven de 65, stelt ze. “Onder de achttien gaat het vaak mis doordat medewerkers nog niet goed zijn geïnstru­ eerd of worden overruled door collega’s die het werk al langer doen. Boven de 65 jaar heb je meestal te maken met routine: ‘Ik doe het al jaren zo en er is nog nooit wat mis gegaan’ of ouder betekent misschien minder alert.”

Veiligheid begint bij werkgever Door middel van de campagne ‘Veilig op 1’ wil Stigas meer bewustzijn creëren. Communicatie is daarbij het sleutelwoord. “We maken film­ pjes, organiseren bijeenkomsten, onze adviseurs geven uitleg op be­ drijven, doen werkplekinspecties et cetera. Daarnaast zijn we bezig met het ontwikkelen van tools, zoals een tool waarbij werknemers o ­ nveilige situaties op hun bedrijf kunnen vastleggen”, vertelt ze. “Het samen ­analyseren en registreren van ernstige ongevallen, waarbij wordt ge­ keken naar techniek, organisatie en gedrag, vermindert de kans op ­ongevallen in de toekomst.” Veiligheid begint bij de ondernemer, de werkgever, stelt De Jong. “De ondernemer moet het goede voorbeeld geven en dat uitdragen naar zijn personeel. Maak het onderwerp bespreekbaar en spreek elkaar aan op onveilig gedrag. Zorg voor goed geïnstrueerde medewerkers. ­Sommige bedrijven zijn er echt al intensief mee bezig, maar andere hebben veiligheid nog niet op hun netvlies.”

“Iedereen heeft wel eens een ongeval van dichtbij meegemaakt” De ondernemer kan zelf dus al aan de slag met de veiligheid op het bedrijf. Zo zou een ondernemer moeten zorgen voor een actuele risicoinventarisatie en -evaluatie en een geïmplementeerd plan van aanpak. “Er is hierin al een grote stap gemaakt doordat de risico-inventarisatie en -evaluatie nu moet worden ingevuld door de ondernemer zelf of de preventiemedewerker in plaats van door de adviseur. De werk­gever wordt zich hierdoor veel meer bewust van de risicovolle plekken en werkzaamheden op het bedrijf, omdat hij er zelf over moet nadenken.” Daarnaast is het van belang altijd de veiligheid van een nieuwe machine te checken. “Ga je voor de goedkoopste of toch voor de iets duurdere waarmee je veiliger kunt werken?”, aldus De Jong.

Over Tanja de Jong Tot een jaar geleden werkte Tanja de Jong bij TNO, waar ze zich tien jaar lang richtte op projecten die te maken hadden met veilig en gezond werken. Bij Stigas zet ze die focus door. Als gezondheidsonderzoeker houdt ze zich bezig met toegepast onderzoek, zowel op bedrijfs- als sectorniveau. Dat doet ze vooral door het verzamelen van data, onder andere door verzuimcijfers in kaart te brengen en preventief medisch onderzoek, vitaliteitsscans en ­risico-inventarisaties en evaluaties uit te zetten. Daarnaast is ze betrokken bij ­diverse projecten, waaronder ‘Zero Accidents in 2020’. Voor meer informatie: www.zeroaccidents2020.nl.

“Voor bedrijven is veiligheid een lastig thema”, besluit ze haar verhaal. “Ze moeten kosten maken voor iets wat niet direct iets oplevert, dus ik snap dat de aandacht voor veiligheid minder urgent is. Minder ongeval­ len begint echter met de zaken goed geregeld hebben. Dat is een voor­ waarde. Natuurlijk kunnen er dan nog steeds ongevallen voorkomen, maar de kans erop is veel kleiner dan wanneer je de zaken niet goed voor elkaar hebt. Uiteindelijk scheelt dat in de kosten.” TEKST: Marjolein van Woerkom FOTO: Esther Noordergraaf

GRONDIG 7 2018

15


VOOR ALLES EEN MASSEY FERGUSON

FOR A NEW GENERATION FROM MASSEY FERGUSON

Kijk voor alles op www.masseyferguson.nl


BESCHEIDEN Het maakt niet uit hoeveel land of dieren een veehouder bezit, ze zullen er nooit over opscheppen. Een veehouder blijft bescheiden. Maar die bescheidenheid is onlosmakelijk ver-

Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en zorgen voor de beste opslag voor uw producten.

bonden met trots. Trots op zijn producten. Precies daarom investeren ze in de beste materialen. Alliance biedt de allerbeste banden aan. Meer dan 2.300 verschillende banden voor tractoren, maaidorsers, spuitmachines, karren en aanhangers. Fantastische kwaliteit voor een schappelijke prijs. En dat spreekt elke veehouder aan. Want niemand zegt nee tegen een goed koopje.

UW SPECIALIST IN BEWARINGEN EN LOODSEN Kistenbewaring

Bulkopslag

Hout en beton

KIES SLIM. KRIJG WAAR VOOR JE GELD.

T 073-503 25 27

Alliance Tire Europe BV

F 073-503 27 04

De Entree 59, 1101 BH Amsterdam-Zuidoost, Netherlands Tel: +31 (0) 20 2184 770, Fax: +31 (0) 20 2184 771 Contact: info.europe@atgtire.com, www.atgtire.com

info@steenbergen-bouw.nl

WWW.STEENBERGEN-BOUW.NL

adv grondig 2016.indd 1

05-01-16 10:10


STERK WERK Abonnementen op precisielandbouw

ondernemen met

mensen

Gebr. Freriks, Heelweg Al voor het derde jaar draait loonbedrijf Gebr. Freriks in Heelweg met de John Deere 8300i met NIR-sensor. Na een aanloopjaar is het project nu zo uitgerijpt en succesvol dat ongeveer een derde van de klanten al een abonnement neemt op de precisielandbouwdiensten van het bedrijf. Ook neemt het aantal diensten toe. “Het wordt nat aan het eind van de week, kunnen jullie bij ons de laatste percelen maïs hakselen?” -“U bent geen klant van ons, om hoeveel hectare gaat het en hoe wilt u de maïs gehakseld hebben?” -“Gewoon eraf scheren, zoals altijd.” - “Fijn, grof, drogestofafhankelijke snijlengte en wilt u een rapport van de plaatsspecifieke opbrengsten en gehalten?” - “Nee, gewoon hakselen, wat kost het per hectare?” - ”We hebben geen hectareprijs, wij kennen uw maïspercelen niet, evenmin als de kuil of sleufsilo en de transportafstand. Het lijkt ons beter dat u uw eigen loonwerker nogmaals belt.” Het gaat dit jaar vanwege de droogte anders, maar toch. Het is een wel heel veelzeggend gesprek dat Remco Freriks vorig jaar had met een potentiële klant. Freriks werkt toe naar een

18

GRONDIG 7 2018

situatie waarbij de boer op maat kwaliteit maïs en gras in de kuil krijgt, met de bijbehorende opbrengsten, gehalten en plaatsspecifieke opbrengstkaarten. Dit wordt desgewenst gekoppeld aan een advies over graslandbeheer, bemesting, onkruidbeheersing en voeradvies. Remco ziet dat als een drieluik samen met de voorlichting. “Uiteindelijk zijn wij er voor de passende uitvoerende diensten, maar dat altijd nauw verweven met de voorlichting van de veevoerleverancier, de gras- of maïsspecialist en de bemestingsdeskundige. Dan willen we toe naar een situatie waarbij de boer geregistreerde kwaliteit in de kuil heeft”, aldus Remco. Freriks werkt dit jaar voor het derde seizoen aan dat traject en heeft al flinke stappen gezet.


Gebr. Freriks Rudy, Ina en Remco (foto) Freriks runnen samen het gelijknamige loon- en ­grondverzetbedrijf in Heelweg (Achterhoek). Het bedrijf heeft vooral veehouderij­ bedrijven als klant. Naast de landbouw voert het beperkt ook grondverzet­activiteiten uit, waarbij het is gespecialiseerd in stratenwerk. Ook heeft het bedrijf een eigen mechanisatietak. Freriks werkt hierin laagdrempelig en zonder een ­verkoper op pad te sturen. Ina runt daarnaast nog een uitgebreide Farm- en ­Countryshop. Gebr. Freriks heeft vijf vaste medewerkers in dienst en is V ­ KL-gecertificeerd. Meer informatie: www.gebrfrerikslmb.nl.

Volhouden De basis is een John Deere 8300i-hakselaar met een NIR-sensor in de pijp. Gebr. Freriks is er het eerste jaar mee aan de gang gegaan zonder de boeren te informeren of het door te berekenen. Eerst ervaring opdoen en dan de ervaringen ­delen met boeren, zo was de route. Dit bleek een goede zet. Vooral in gras kostte het moeite de metingen goed te k­ rijgen. “De NIR-sensor doet het goed, maar de hoeveelheidsberekening was niet op orde”, vertelt Remco. Freriks zette de tanden erin. “Als je in gras dikke proppen hebt, varieert de ­invoer te sterk. Dat maakt de meting onnauwkeuriger. Je moet dus zorgen voor constante zwaden, dus de boeren goed instrueren of zelf harken.” Freriks draait dus met een hark met middenafleg. Daarbij wordt de werkelijke werkbreedte van de hark lang niet altijd aangehouden, dus moet je de oppervlakte corrigeren. Een ander belangrijk aspect was kalibratie. “Daar kwamen we via John Deere achter. We hebben dus één van onze silage­ wagens voorzien van een weeginrichting om zo de eerste vracht te wegen om de opbrengstmeting te ijken.” Daarna ging het goed. “We weten nu dat we ten minste 85 procent nauwkeurigheid hebben en meestal veel nauwkeuriger, tot slechts een paar procent afwijking.” Freriks geeft aan dat hij al heeft meegemaakt dat ze met hun metingen fouten in de Blgg-analyses ontdekten, omdat daar bijvoorbeeld niet de juiste kuilinhoud was vastgesteld.

Na het eerste seizoen heeft Freriks de bevindingen met onderliggende plaatsspecifieke opbrengstkaarten, waarvoor het met MyJohnDeere werkt, besproken met klanten. De verwachte interesse om gebruik te maken van deze diensten is er. Freriks vertaalt het naar een hectaretarief dat het bedrijf maandelijks doorberekent, op jaarbasis tegen de € 10,- per hectare. Daarbij stuitte het weer op andere hobbels die het moest tackelen. Elk perceel moet worden geregistreerd. Zelf opmeten door een keer rond te rijden, is erg veel werk en wie betaalt dat? Freriks rekent dat als extra dienst door. De officiële perceelsgegevens van de boer kunnen niet zomaar worden ingeladen. Verder komt het voor dat een boer zijn percelen anders indeelt of samentrekt, zoals u zult aanvoelen meestal zonder dit te melden of pas op het moment van actie. Dat moet je dan weer verwerken. Ook dat vergt het nodige werk, waar volgens Freriks in het programma nog stappen moeten worden gezet. “Je moet er elke keer, bij elke klant en bij elke opdracht bovenop zitten”, aldus Remco. “Door dit consequent te doen, werkt het voor de klanten. Als je dit niet doet en de medewerker de grens van het opgegeven perceel overschrijdt, doordat er bijvoorbeeld twee percelen zijn samengevoegd, stopt de bewerking. Dat moet je wel even door hebben.”

Uitbreiden diensten John Deere heeft inmiddels ook stappen gezet. Zo is er naast tonnage- en drogestofmeting een flink aantal parameters bij Freriks heeft dit jaar al ruim 2500 hectare kunstmest gestrooid bij boeren. Nu nog met een vaste dosering, maar het bedrijf gaat dat desgewenst ook plaatsspecifiek doen.

GRONDIG 7 2018

19


ondernemen met

mensen

Vaste kuilen Vaste kuilen aanleggen is een vak apart. Freriks is daar bijzonder fel op. Naast het automatisch aanpassen aan de haksellengte aan het drogestofgehalte van de hakselaar hakselt het bedrijf de maïs altijd wat fijner zodra die boven de zijplaten van de sleufsilo uit komt. Dit om zeker te zijn van een goede conservering. Hieraan worden geen ­concessies gedaan. Hiervoor zijn een wals en een extra zwaar contragewicht aangeschaft. Freriks rijdt de maïs vaak met een shovel en een trekker aan. Gras rijdt het bedrijf vaak alleen aan met een trekker, omdat hier een rol aan zit en de verdichting volgens de ervaring van de Achterhoekers beter is dan met een shovel.

gekomen. Denk aan meting van zetmeel, eiwit, suiker, NDF en ADF. Mensen van John Deere zijn diverse malen geweest om de ervaringen te bespreken teneinde verbeteringsstappen te zetten. Freriks zelf heeft het aantal diensten om toe te werken naar totale kwaliteitslevering rondom de maïs- en grasteelt ook uitgebreid. Zo is er een kunstmeststrooier waarmee op basis van de opbrengstkaarten plaatsspecifiek kan worden gestrooid en is er voor dit seizoen een nieuwe Vervaet-­ bemester met NIR-sensor aangeschaft. “We hebben met de kunstmeststrooier dit jaar toch al ruim 2500 hectare gestrooid bij klanten en er zijn al meerdere klanten die op basis van stikstof of fosfaat de drijfmest plaatsspecifiek aanwenden.” Daarnaast leveren de opbrengstkaarten boeren goed inzicht op in de toestand van hun perceel. “Aan de hand van de kaarten bespreken we met de boeren de resultaten en komen we in samenwerking met de voorlichter tot een plan van aanpak”, vertelt Remco. Als voorbeeld noemt hij een getrapt graslandvernieuwingsplan bij een klant, waarbij de volgorde en aanpak op basis van de opbrengstkaarten zijn gemaakt. “Dat is zoals wij het zien. We bespreken het met de boer, die komt in samenspraak met de voorlichter tot een plan en dat gaan wij dan weer uitvoeren. Dan pakt iedereen de juiste rol”, aldus de

cumelaondernemer. Hij wijst daarbij ook op het loonspuiten dat het bedrijf uitvoert. “Ook dit koppelen wij aan de ge­ gevens. In dit verband zien we voor de toekomst nog goede mogelijkheden in combinatie met gewasherkenning.”

Transparantie Een belangrijk neveneffect voor Freriks is ook dat hij zo maïs op basis van kilo’s en kwaliteit kan verhandelen. “Dat ging meestal op hectarebasis. Nu kunnen we het doorverkopen aan boeren op kilobasis met de bijgeleverde gehalten. Dan weet de boer exact wat hij in de kuil heeft en betaalt hij voor wat hij krijgt.” Ook ziet Freriks het registratiesysteem als een belangrijke tool binnen VKL. “Registreren en vastleggen moet eigenlijk al en de druk daarop zal alleen maar toenemen. Met deze werkwijze heeft de boer altijd een uitdraai van alle plaatsspecifieke werkzaamheden en kan hij zich verantwoorden.” Ook een puzzelstukje in het streven naar gegarandeerde kwaliteit in de kuil. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Freriks

Hier een voorbeeld van een NIR-analyse voor stikstof en fosfaat op een in dit geval behoorlijk gelijkmatig perceel. Afwijkend rood op kopeinden heeft met s­ tarten en stoppen te maken. Er is een nieuwe Vervaet aangeschaft met NIR-sensor om de mest op gehalten te kunnen uitrijden. Ook hiervoor is belangstelling.

Naast het agrarische loonwerk voert Freriks ook beperkt grondverzetwerkzaamheden uit. Daarbij heeft het bedrijf zich toegelegd op stratenwerk.

20

GRONDIG 7 2018


ALLES HEEFT WAARDE

WIJ HELPEN U DIE TE VERZILVEREN! OOK WANNEER U MAAR ÉÉN MACHINE WILT VERKOPEN “VALTRA”

VEILING: Agricultural machinery KIJKDAG: op afspraak in Zaklikow (Polen) SLUITING: vrijdag 7 september

“JOHN DEERE” 7710

VEILING: Agriculture, horticulture and construction KIJKDAG: zaterdag 8 september in Beek en Donk en Kootwijkerbroek (Nederland) SLUITING: maandag 10 september

JAGUAR 950

VEILING: Dirk Geerts Loon- en Grondwerken KIJKDAG: zaterdag 15 september in Ulicoten (Nederland) SLUITING: maandag 17 september

GA VOOR MEER INFORMATIE NAAR:

WWW.TROOSTWIJKAUCTIONS.COM

STEF HOOIJMAN

ACCOUNTMANAGER AGRARISCHE, GROEN-, GRONDVERZETEN GWW SECTOR +31 (0)6 5354 1631

VEILING: Dirk Geerts Loon- en Grondwerken KIJKDAG: zaterdag 15 september in Ulicoten (Nederland) SLUITING: maandag 17 september

VEILING: Agriculture, horticulture and construction KIJKDAG: zaterdag 8 september in Beek en Donk en Kootwijkerbroek (Nederland) SLUITING: maandag 10 september

JAGUAR 870

VEILING: Landbouwmachines - paardenboxen buitenstal KIJKDAG: zaterdag 15 september in Schagen SLUITING: dinsdag 18 september


ondernemen met

vaktechniek

PROFILEREN Hier draait alles om kwaliteit Hoedemakers BV in Ulestraten levert brouwgerst aan Gulpener Bierbrouwerij Het leveren van brouwgerst aan de Gulpener Bierbrouwerij via de hiervoor opgerichte coÜperatie Triligran is voor Hoedemakers elk jaar een kwaliteitsuitdaging. Daarbij zijn de lijnen kort en de contacten met de ­afnemer direct. Het dwingt de hele keten dingen steeds beter te doen om te voldoen aan de kwaliteitseisen binnen een duurzaam kader.

22

GRONDIG 7 2018


Project: teelt brouwgerst voor Gulpener Bierbrouwerij Opdrachtgever: Gulpener Bierbrouwerij Aannemer: coöperatie Triligran Omvang: circa 400 hectare (2500 ton) brouwgranen Onderaanneming: 35 telers, waaronder cumelabedrijf Hoedemakers, Ulestraten Looptijd: vanaf 1997 Werkzaamheden: jaarlijkse teelt en loondorsen van brouwgranen John Hoedemakers. “Het telen en dorsen van brouwgerst levert direct geen extra loonwerk op, maar geeft wel uitstraling aan het bedrijf en profileert mede onze streek. Wat dat oplevert, is moeilijk in cijfers uit te drukken.”

Wie wel eens in de Gulpener-brouwerij is geweest, heeft vast de Wall of Farm gezien van de participerende telers die brouwgranen leveren. De Gulpener Bierbrouwerij is een familieonderneming, waarbij de familie Rutten heeft gekozen voor de route van speciaalbieren. Gulpener heeft daarbij het thema duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen al in 2001 vastgelegd in het ambitiestatement ‘Het verbond met de Natuur’. Eén van de pijlers is het betrekken van grondstoffen uit de eigen streek. Gulpener wil uiterlijk in 2030 al zijn bieren brouwen zonder het gebruik van fossiele brandstoffen en met brouwprocessen die zijn ingericht op het verwerken van (lastiger te mouten en te brouwen) lokale producten. Rutten geeft aan dat daar een prijskaartje aan hangt en het Gulpener verplicht dingen beter te doen. Hij ziet dat als een hoger goed dan het behalen van een zo hoog mogelijke winstdoelstelling. Gulpener betrekt het graan via de coöperatie Triligran. John Hoedemakers is als één van de participanten opgenomen in de Wall of Farm.

Kwaliteit voorop Als de zomer eind juli op zijn heetst is, oogst de nieuwe New Holland CR 8.80-axiaaldorser van Hoedemakers de twintig hectare eigen brouwgerst. Dankzij de extra invoerwals voor een gelijkmatiger invoer en de twin rotors met hogere gewaskappen is een rijsnelheid van 7 tot 7,5 km/u mogelijk. “Voor de brouwgerst zetten we onze beste machine in”, vertelt John Hoedemakers. “Het moet goed. Het enige wat hier telt, is kwaliteit.” De meters geven een opbrengst aan van zevenenhalf tot acht ton per hectare. “We waren bang voor een tegenvallende opbrengst, maar de regen die we toch nog in mei hebben gehad, heeft het gewas waarschijnlijk gered”, zegt John. De transportcombinaties voeren de brouwgerst af naar één van de twee verzamelplekken. Bij het lossen wordt een monster getrokken en gekeken of de gestelde kwaliteitseisen zijn gehaald. “Dat komt nauw: het moet goed zijn, anders wordt het afgekeurd en is het ‘dus’ voergerst”, aldus John. Het eiwitgehalte moet onder de twaalf procent liggen en het vochtgehalte mag maximaal vijftien procent bedragen. John knikt tevreden als we het afnamepunt bezoeken. “Dit jaar liggen het vochtgehalte en het eiwitgehalte beide rond de 11,5 procent”, stelt John vast. Bij de fractieproef ook volle tevredenheid. “98 procent fractie 2,2-2,8 millimeter, dat is wat we willen. De mouterij en de brouwerij eisen een zeer homogene fractie. Wat daarbuiten valt, is niet te gebruiken als brouwgraan”, legt Hoedemakers uit.

Selecte groep Hoedemakers oogst het brouwgerst ook voor een collega-akkerbouwer. “Theoretisch zouden we voor meer boeren kunnen oogsten, zeker dit droge jaar met ideale oogstomstandigheden, maar dat past niet binnen de kwaliteitsnormen in een moeilijk jaar”, vertelt hij. Hij geeft aan dat hij zijn eigen percelen in de planning mee laat ­lopen

GRONDIG 7 2018

23


1 Hoedemakers zet zijn ondernemen met nieuwste New Holland CR 8.80-maaidorser in. Hij gaat in samen­ werking met New Holland Topcon-3DGPS installeren voor plaatsspecifieke opbrengstregistratie.

vaktechniek

2 De teelt van brouwgerst vergt een certificatie voor SGS milieukeur plantaardige producten, een uitgekiend bemestingsplan en een teelt- en gewasbeschermingsplan en -eisen. 3 De gewasbeschermingsmiddelen zijn voor een duurzame teelt geminimaliseerd en strikt voor­ geschreven. Ook hier GPS-aansturing met sectieafsluiting.

1

2

4 Gulpener heeft in het eigen brouwlokaal een Wall of Farm ingericht om de directe verbondenheid met de telers te benadrukken. John Hoedemakers is één van de geportret­ teerden.

3 met de klanten, zodat op het ideale moment wordt geoogst. “Daar past dan nog een enkele klant bij, die voor de volgende dag op het programma staat.” In totaal doen er 35 akkerbouwers mee, verenigd in de coöperatie Triligran. Samen telen ze circa 400 hectare brouwgranen, voornamelijk brouwgerst. Hub Diederen, één van de initiatiefnemers die in 1997 van­ uit de suiker­bietencoöperatie Covas Triligran oprichtte en beheerder van een innamepunt is, geeft aan dat vanwege de hoge eisen die er aan de teelt en het product worden gesteld alleen gespecialiseerde telers zijn over­gebleven. “Destijds kwamen we als telersvereniging binnen Covas in onze speurtocht naar een rendabel vierde gewas op brouwgerst uit. Van daaruit is T­ riligran opgericht. We hebben toen aangeklopt bij Gulpener Bier­brouwerij om een eigen bier te brouwen, genaamd Dageraad. Later is er een betere samenwerking gekomen, zodat nu alle brouwgerst door Gulpener in zijn eigen bier wordt verwerkt.”

24

GRONDIG 7 2018

4 Certificeren John Hoedemakers bevestigt dat aan het telen en leveren van brouw­ gerst hoge eisen worden gesteld. “We zijn gecertificeerd voor SGS milieu­ keur plantaardige producten en moeten de nodige maatregelen nemen”, vertelt hij. Uiteraard moet alles controleerbaar geregistreerd zijn. Denk aan een teeltplan, een spuitlicentie, een SKL-keuring van de spuit, een keuring van de kunstmeststrooier, bodemanalyses, een bemestings- en gewas­beschermingsplan en een uitgebreid stikstof- en fosfaatplan. “Via Gulpener wordt elk jaar in samenwerking met de proefboerderij de ras­ senkeuze vastgesteld”, vertelt John. “Ook krijgen we teelt- en gewas­ beschermingsadviezen en -eisen.” Om de brouwgerstwaarden binnen de kaders van duurzaamheid te realiseren, zijn er strikte eisen aan gewas­ beschermingsmiddelen (minimaliseren met behoud van zoveel mogelijk leven) en de toediening van meststoffen. “Het is een lastige uitdaging om


5 De mouterij en ­brouwerij stellen hoge eisen. Het eiwitgehalte is maximaal twaalf procent en het vochtgehalte maximaal vijftien procent. Ook aan de fractieverdeling w ­ orden eisen gesteld. Dit jaar een mooie score van 98 procent 2,2-2,8 millimeter. De rest wordt afgekeurd.

5

6 Hub Diederen voert per aangevoerde vracht de kwaliteitscontroles zelf uit. Hij heeft nauw contact met de mouterij en Gulpener over de gestelde eisen en communiceert dit binnen de telers­ vereniging Triligran.

6

7 Na inname wordt het graan binnen twee dagen getransporteerd naar de mouterij. Dat scheelt Triligran opslag- en bewaringsactiviteiten. Daarmee zit de taak van de coöpe­ ratie er officieel op.

7

8 Jan-Paul Rutten van Gulpener: “Het is toch veel mooier om de grondstoffen uit de eigen streek te betrekken. De hogere prijs verplicht ons wel om de dingen beter te doen. Daar wordt een onder­ neming beter van.”

8 via een u ­ itgekiend bemestingsplan de lage eiwitgehaltes te realiseren met toch een goede opbrengst”, zegt John. Volgens hem hebben die eisen een schifting aangebracht in het aanbod van telers richting de professionele telers. Over de financiën zit John niet in. “Er is een rekenformule opgesteld waarbij de prijs is gerelateerd aan de wereldtarweprijs met een omrekenfactor naar opbrengstverhouding en een extra vergoeding (circa € 0,05 per kilogram; red.) om meer per hectare te ontvangen. Die verwachting is al die jaren waargemaakt”, stelt John vast.

Netwerk Er staat een bord bij de velden dat er voor Gulpener brouwgerst wordt ­geteeld. “Dat is voor de omgeving en bezoekers van onze streek heel transparant”, geeft John aan. “Via de coöperatie Triligran hebben we een netwerk, dat levert altijd wat op voor het bedrijf”, voegt hij daaraan toe.

Hub waardeert het dat je via de coöperatie rechtstreeks contact met de mouterij en de brouwerij hebt. “Je kent ze persoonlijk, kent hun wensen één op één en ziet het eindproduct elke dag in de eigen streek genuttigd worden. Dat schept verplichtingen.” Als we de net geladen vrachtwagen die het brouwgerst naar de mouterij brengt zien vertrekken, benadrukken John en Hub dat nog eens nadrukkelijk. “Officieel zit onze taak er nu op, maar toch laat het je niet los.” Tegelijk blikt John alweer vooruit. “Voor de toekomst zijn we nog bezig met het verbeteren van de spuittechnieken. We laten binnenkort Topcon-3D-GPS op de New Holland CR 8.80 installeren voor plaatsspecifieke opbrengstregistratie. De samenwerking stimuleert ons ook om de teelt steeds beter te doen.” TEKST: Gert Vreemann FOTO’S Hoedemakers-Pro, Vreemann en Gulpener

GRONDIG 7 2018

25


ondernemen met

vaktechniek

GRONDIG.COM

STEKETEE-PRECISIECOMBINATIE

Schoffelen in combinatie met plantspecifiek spuiten lijkt de optimale manier om mechanische en chemische onkruidbestrijding zo efficiënt mogelijk te combineren. Steketee heeft daarvoor nu een machine ontwikkeld waarbij het camerasysteem van de schoffel ook wordt gebruikt voor de onkruidbestrijding in de rij. Daarvoor zijn op de IC Weeder, waarbij camera’s de rijen volgen om de schoffel te sturen, nu ook een detectiesysteem voor onkruid en een spuitunit gemonteerd. De camera ziet daarbij afwijkende planten in de rij en geeft een seintje

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

naar de spuit, die dan in de rij tussen de cultuurplanten het onkruid bestrijdt. Nu het systeem is getest, ziet Steketee ook andere mogelijkheden, bijvoorbeeld om bij elke schoffelronde ook het gewas te volgen. De boordcomputer kan namelijk ook alle planten tellen. De teler krijgt dan aan het eind informatie over de groei en het aantal planten.

LIEBHERR R 926 COMPACT-GRAAFMACHINE Liebherr heeft de nieuwe R 926 Compact-graafmachine in productie genomen. Deze belang­ rijke nieuwe telg is tussen de 15- en 35-tons

GRONDIG 7 2018

PROFESSIONELE MCCONNEL 75-SERIE Dabekausen heeft op de Interfrost-beurs de nieuwe extra zware McConnel 75-serie getoond. Het gaat hier om uit Domex-staal vervaardigde armmaaiers die geschikt zijn voor zware maaiers, zoals de TwinCut 1500 en MultiCut 2000. De fabrikant claimt dat de arm twintig procent sterker is dan voorgaande constructies. Met de eigen

advertentie

26

Compact-machines gepositioneerd. De nieuwe R 926 Compact is leverbaar met een eigen­ gewicht, afhankelijk van de uitvoering, van circa 25 tot 30 ton. De machine heeft een zwen­k­ radius achter van 1,70 meter en een frontzwenkradius van 1,90 meter. De 129 kW (175 pk) Lieb­ herr-Stage IV-krachtbron met doorontwikkelde SCR-technologie zonder roetfilter en zonder uitlaatgasregeneratie levert acht procent meer motorvermogen. Dankzij een nieuwe hydrauliekuitrusting is het zwenkmoment achttien procent vergroot, wat zich vertaalt in kortere werkcycli.


hydrauliekinstallatie (maximaal 125 liter per minuut en 220 bar) kan trekkeronafhankelijk tot 45 procent sneller worden gewerkt dan met de trekkerinstallatie. Een belangrijke vernieuwing is de nieuwe 330-liter-olietank met een zestien procent groter koeloppervlak, een dertig procent grotere oliekoeler en een nieuwe stroom van de hydrauliekolie waarbij nergens ‘stilstand’ van olie kan voorkomen.

maar zijn verder rechttoe-rechtaan afgewerkt. De nieuwe lijn bestaat uit de modellen 6080A, 6500A en 6700A. Ze zijn uitgerust met 18,4 kW (24,7 pk) sterke dieselmotor, driewielaandrijving en gladde banden. De 6080A heeft vijf-inchmaaikooien en de grotere modellen hebben zeven-inch-maaikooien. Verder hebben ze de van de John Deere A-modellen bekende kenmerken, zoals de LoadMatch-functie, de eHydro-transmissie en de hydraulisch aangedreven maaiers.

KANTELBARE SNELWISSELAAR VAN LJUNGBY

Als reactie op het ‘nieuws’ van de kantelbak van Volvo reageert Werklust dat Ljungby Maskin al een aantal jaren geleden zelf een kantelbare snelwisselaar heeft ontwikkeld en getest in Zweden. Deze is leverbaar op alle typen van Ljungby. Er zijn er al meerdere uitgeleverd, ook in Nederland. De snelwisselaar kantelt maximaal achttien graden links- en rechtsom. De draaikrans is extra zwaar uitgevoerd en wordt bediend via twee buitenliggende cilinders. De snelwisselaar wordt rechtstreeks aan de hefarm gemonteerd en kan onder volle belasting worden gebruikt. Voor geheel automatische bediening bouwt Ljungby de voorbereiding op voor een Leica-systeem.

BUDGETMAAIER VAN JOHN DEERE Voor de wat minder veeleisende klant komt John Deere komend seizoen met een serie zogenaamde budgetmaaiers voor de fairway. Deze hebben de maai-eigenschappen van de driewielige John Deere A-serie-fairwaymaaiers, advertentie

Grasland vernieuwen?!

Lothar 305

Tiger 190/305 BIO

Overtopfrees

Bio Frees

Hydraulisch verstelbaar pennenrek In een keer onderwerken van de oude graszode Resultaat een mooi zaaibed

Vernietigen van de oude grasmat zonder chemie! Het verkleinen van de oude grasmat Beste resultaat zonder chemie

Bezoek ons op de ATH Stand V2 veld C Bieslook 15 6942 SG DIDAM

Contacteer ons voor gratis kaarten

gerard.zweers@argi.nl 06 - 53 23 61 80

(zolang de voorraad strekt)

www.argi.nl like ons op Facebook

GRONDIG 7 2018

27


UPDATE NEW HOLLAND CR-COMBINES

de maaidorserinstellingen nu kiezen uit vier verschillende strategieĂŤn: beperkte verliezen, beste graankwaliteit, maximaal vermogen of constante doorvoer. Bij het IntelliCruise-systeem kan er uit drie instellingen worden gekozen: maximale capaciteit, vaste massastroom of beperkte verliezen.

MECALAC NEEMT PICHON OVER De Mecalac Group zal vanaf 1 januari de productie van de compacte wielladers van Pichon overnemen. Dat bedrijf stoot deze productie

af, omdat het zich op de core business wil concentreren, de fabricage van mesttanks en kippers voor de agrarische sector. Het gaat om een range van vijf wielladers met vermogens van 18 tot 55 kW (25 tot 75 pk). Deze zullen vanaf januari in de Mecalac-fabriek in Duitsland worden geproduceerd. Mecalac zal de serie eerst upgraden naar Stage V en dan verkopen via het eigen internationale dealernetwerk. Daarnaast zijn Mecalac en Pichon overeengekomen dat er een agrarische lijn wordt ontwikkeld die zal worden vermarkt in de kleuren van en onder de merknaam Pichon.

ZWARE AGRI-VERREIKER BOBCAT New Holland heeft voor het seizoen 2019 de CR-maaidorserserie een forse update gegeven en een nieuw, kleiner model toegevoegd aan de serie, de CR 7.80. Onder de kap liggen nu Stage V-motoren en is er een nieuwe wielaandrijving met een tweetraps versnellingsbak. Inwendig zijn er vooral verbeteringen doorgevoerd aan het IntelliSense-doorvoersysteem en het IntelliCruise-gewastoevoersysteem. Met de nieuwe software kan de machinist bij

Voor het gebruik bij agrarische werkzaamheden heeft Bobcat met de TL43.80HF een nieuw topmodel aan het gamma toegevoegd. Deze heeft een maximaal hefvermogen van 4,3 ton en een maximale hefhoogte van nagenoeg acht meter. De verreiker heeft onderhuids aangepaste hydrauliek om de extra functies goed aan te kunnen sturen zonder verlies bij de overige functies. Zo is er een loadsensing-pomp met een maximale capaciteit van 190 liter per advertentie

Die wil alleen maar maaien

Rondom gelaste maaibalk: robuust en levensduur gesmeerd SafeCut: maaischijfbeveiliging DuoGrip: ophanging in het zwaartepunt met dubbele parallel geleiding voor alle achtermaaiers Intensief kneuzer met op grip staande stalen klepels voor een intensieve kneuzing van het gewas

Zuid-Nederland: Ad van den Hurk 0653-241918

28

www.krone-nederland.nl

KRONE schijvenmaaiers

GRONDIG 7 2018

Noord-Nederland: Martijn van Middelkoop 0651-346841


SUIKERFABRIEKEN STARTEN 11 SEPTEMBER Suiker Unie heeft besloten de bietencampagne een week later te starten dan oorspronkelijk gepland. Beide fabrieken beginnen nu op 11 september. Met de latere start wil Suiker Unie tegemoetkomen aan de wensen van veel telers om de bieten iets langer door te kunnen laten groeien. Door de droogte verwacht Suiker Unie ook fors minder bieten te

verwerken. Aanvankelijk werd nog op 92 ton bieten per hectare gerekend, maar dat is nu naar beneden bijgesteld tot 85 ton per hectare. De totale hoeveelheid te verwerken en te vervoeren bieten zal daardoor ongeveer 600.000 ton kleiner zijn. Het betekent dat er dit jaar ongeveer 100.000 ton suiker minder zal worden geproduceerd dan op basis van de meerjarige gemiddelden werd verwacht.

minuut. Om de olie zo efficiënt mogelijk te gebruiken, is er een zogenaamde debietdeling die ervoor zorgt dat een combinatie van functies op hoog tempo mogelijk is. Belangrijke kenmerken zijn een bak van 3500 liter voor volumineuze producten, een hefhoek met Zbalk van 152 graden en een opbreekkracht van 7000 kilo. advertentie

DELVANO veldspuiten

Gemaakt vóór en door professionals Bel ons voor de dichtstbijzijnde dealer.

NV-SA

Informeer ook naar ons ruime aanbod gebruikte veldspuiten!

Zelfrijdende, getrokken en gedragen veldspuiten

Zuidweg 13-15 • 4413 NL Krabbendijke • T 0113 - 50 26 10 I www.gebrweststrate.nl • E info@gebrweststrate.nl Verkopers: Ko Smalheer, 06 - 53 24 90 27 Arjan Weststrate, 06 - 46 32 20 64

GRONDIG 7 2018

29



ATH

ondernemen met

vaktechniek

Techniek-pretpark Voor de vijfde keer is het Walibi-terrein in Biddinghuizen het decor voor AgroTechniek Holland. Naast het pretpark staan daar weer alle grote aanbieders van materieel voor het agrarische werk. Er is daarbij voldoende ruimte voor machines én een goed gesprek.

In tien jaar is AgroTechniek Holland uitgegroeid tot de ­leidende beurs voor agrarisch Nederland. Hoewel het de ­enige grote nationale landbouwbeurs is, zijn er nog steeds allerlei regionale en/of gespecialiseerde initiatieven die ­zorgen voor een verdeeld landschap. Jammer, vindt beursmanager Willem Bierema, want juist door één landelijke beurs willen de leden van de Fedecom de versnippering voorkomen. “Met één landelijk evenement geven we de deelnemers de kans om zich professioneel te manifesteren en ook met een uitgebreid machinepark naar de beurs te ­komen. Dat was ook de reden om te kiezen voor een buitenbeurs. Het terrein is dan relatief goedkoop en dat geeft de exposanten de gelegenheid om een flinke doorsnee van hun aanbod tentoon te stellen.”

Waar en wanneer? AgroTechniek Holland vind plaats van woensdag 12 tot en met zaterdag 15 september. De beurs is dagelijks geopend van 10.00 tot 17.00 uur. Het adres van de beurs is Spijkweg 30, 8256 RJ Biddinghuizen. U kunt ook de borden ‘Walibi Flevoland’ of de gele borden met ‘ATH’ volgen. Toegangskaarten zijn te bestellen via de website www.agrotechniekholland.nl. Met de kortingskaart bij dit nummer is de entreeprijs € 15,-. Zonder die korting is de prijs bij bestelling vooraf € 17,50 en bij de ingang € 19,50. Vooraf invullen is sowieso slim, want dit voorkomt wachttijden bij de kassa.

Met 500 merken op 200 stands en ruim negen hectare aan verhuurde vierkante meters is het terrein weer helemaal gevuld. Opvallend is dat een flink aantal bedrijven dit jaar de oppervlakte flink heeft uitgebreid, zoals Argi (met onder meer McCormick en Landini), Kamps de Wild, Agrometius en Wingssprayer. Ook Abemec is flink groter, omdat dit bedrijf nu als enige Fendt vertegenwoordigt op de beurs. Net als ­andere afleveringen staan de standhouders langs verharde paden. Wie drie rondjes loopt, heeft nagenoeg alle deel­ nemers gezien. Onder de standhouders zijn dit jaar weer een aantal nieuwe deelnemers, zoals Roelama, Ramm Equipment, VDL Weweler Parts, Ifor Williams Trailers Benelux en Kröger. Liefhebbers van trekkers vinden ondanks de afwezigheid van de Mechan Groep wel alle grote merken op de beurs. Bij Fendt geen probleem, omdat er met Abemec een tweede importeur is die met een doorsnee van het leverings­ programma aanwezig is. De Massey Ferguson-dealers hebben zelf het initiatief genomen om een stand te huren en ­zullen daar gezamenlijk trekkers en werktuigen showen. Er is echter veel meer dan trekkers en juist dat maakt het de moeite waard om de beurs te bezoeken. Op die andere stands zijn namelijk de grootste technologische ontwikkelingen te zien. De meest opvallende noviteiten die half augustus waren aangemeld, worden op de volgende pagina’s ­toegelicht. De rest van de aangemelde noviteiten is te vinden op de website www.agrotechniekholland.nl.

Akkerbouwdemo’s Voor bedrijven die actief zijn in de akkerbouw zijn er ook een aantal speciale demovelden, waar ook machines worden gedemonstreerd. Voor de aard­ appeltelers zijn er een demotour en een seminar over de effecten van neerslag en bodemstructuur. Deze velden liggen op tien verschillende plaatsen. Een echte velddemonstratie is er dagelijks rond het rooien van bieten. Thema is het slim vermijden van bodemverdichtingen, niet alleen tijdens de oogst, maar ook tijdens het zaaiklaar maken van het land in het voorjaar. Tijdens de demo zijn er verschillende bietenrooiers, overlaadwagens en kippers te zien. Ook wordt er gewerkt met bodemsensoren om te laten zien hoe deze kunnen helpen om de draagkracht te bepalen.

GRONDIG 7 2018

31


AGROTECHNIEK HOLLAND Tien nominaties voor innovatieprijs

ondernemen met

vaktechniek

Een beurs is bij uitstek de plaats om nieuwe ontwikkelingen te tonen. Voor AgroTechniek Holland beoordeelt een jury van vijf vakbladjournalisten vooraf de inzendingen en kiest daaruit de winnaar van de Bronzen Sikkel, de innovatieprijs van de beurs. Op deze pagina’s een overzicht van de genomineerde nieuwe ontwikkelingen. Het kiezen van een innovatieprijs is altijd een precair onder­ werp, want heel veel is natuurlijk al veel eerder bekend ge­ maakt of zelfs al te zien geweest. Sommige zaken hebben daarom bijvoorbeeld ook al de kolommen van Grondig ge­ haald of zijn te zien in dit nummer, zoals de nieuwe spuit van Agrifac, waarvan we de eerste testers spraken. Daarom is het goed om nog even de criteria te melden die de jury bestaan­ de uit Gertjan Zevenbergen (AgriMedia/Landbouwmechani­ satie en Veehouderij Techniek), Toon van der Stok (CUMELA/ Grondig), Hessel Doornbos (Agrio/Trekkerweb.nl), Frits Hui­ den (Reed Business/Trekker en Boerderij) en Han Reindsen (LTO/Nieuwe Oogst) heeft gehanteerd. Het moet gaan om aangemelde noviteiten en deze mogen nog niet op een lan­ delijke beurs in Nederland te zien zijn geweest. Daarom is bijvoorbeeld Krone genomineerd, hoewel deze ontwikkeling vorig jaar op de Agritechnica al was te zien. Verder vindt de jury het van belang dat het product direct een praktische toepassing heeft en klaar is voor de praktijk. Tot slot moet het ook een technologische vernieuwing zijn, dus niet een aan­ passing van een machine waarbij technieken worden ge­ bruikt die zijn afgeleid van ontwikkelingen van andere fabri­ kanten. Op deze pagina’s de genomineerde noviteiten, een korte beschrijving en de jurymotivatie.

Taakkaart.nl - Agrometius Een mooie toepassing van het gebruik van open data. Via de website kan iedereen zijn eigen percelen markeren en de ­gewasgroei volgen. MOTIVATIE: een portaal waarop telers gratis en eenvoudig een taakkaart per perceel kunnen maken voor variabele ­dosering, dus een laagdrempelige stap naar precisieland­ bouw voor iedereen.

32

GRONDIG 7 2018

AiCPlus - Agrifac De eerste combinatie waarbij camera’s het veld scannen en vervolgens pleksgewijs spuiten mogelijk maken. Zie een uit­ gebreide beschrijving op de pagina’s 46 tot en met 48. MOTIVATIE: dit camerasysteem met kunstmatige intelligen­ tie is de techniek van de toekomst die zorgt voor gericht spuiten en plantspecifieke behandeling en daarmee voor een reductie van het gebruik van gewasbeschermings­ middelen.

Spuitplanner - AppsforAgri Deze app werkt op basis van bodemsensoren en eigen weer­ stations. Hij berekent op basis van de weersvoorspelling, het gewas en de te bestrijden plaag de ideale dosering en het ideale spuitmoment. MOTIVATIE: de app bepaalt aan de hand van middeleigen­ schappen en lokale, actuele weerdata per perceel het beste spuitmoment voor de komende 48 uur. Een mooie combina­ tie van nieuwe technologie.


S-Brake - Case IH / ITBS – New Holland

Big X 80-serie - Krone

Een actief remsysteem voor de aanhanger. Wanneer de trekker snelheid vermindert, doordat de bestuurder de voet van het rijpedaal neemt of via de rijhendel vertraagt, activeert de boordcomputer op basis van de gemeten vertraging het remsysteem. Het systeem is ontwikkeld voor trekkers met CVT en werkt overigens alleen met luchtremmen. MOTIVATIE: het systeem zorgt voor een extra stabiel weggedrag en zo voor een verbetering van de verkeersveiligheid.

Een bijzondere vondst van Krone: een schaarlift onder de cabine om deze maximaal 70 centimeter omhoog te brengen. Ideaal voor de chauffeur om een beter overzicht te houden. MOTIVATIE: deze nieuwe cabinelift zorgt voor meer veiligheid en minder geluid in de cabine, levert een beter overzicht en geeft meer werkgemak.

EvoBib - Michelin Nederland

Ruggenteeltwoeler - Evers Agro Een nieuw systeem om bij niet-kerende grondbewerking toch diepe ­beworteling te stimuleren. In combinatie met het vormen van ruggen wordt de groei verder bevorderd, doordat de bodem rond het zaad ­warmer wordt. MOTIVATIE: de combinatie van diepe niet-kerende grondbewerking bij het maken van ruggen zorgt voor dieper en beter wortelen van gewassen en minder uitspoeling van nutriënten naar het grondwater en speelt in op het steeds grilliger wordende klimaat.

Een nieuwe technologie bij de opbouw van de band zorgt ervoor dat deze op lage druk beter afplat in de breedte. De nokkenstructuur zorgt voor een breder draagvlak in het land en minder weerstand op de weg. MOTIVATIE: de EvoBib is de eerste multifunctionele band die de mogelijkheden van een luchtdrukwisselsysteem optimaal benut voor transport op de weg en in het veld.

3D-Flexbok Perfect - Van Wamel Een aanbouwbok voor de fronthef waarmee een klepelmaaier altijd ­precies voor de bewerkingsstrook van de ploeg kan worden gehangen. MOTIVATIE: een mooie oplossing om het ­onderwerken van een groenbemester te vereenvoudigen en efficiënter te maken, zowel bij het ­bovenover als in de voor rijden bij het ploegen.

WaterXTR - Homburg Holland Een waterbehandelingssysteem om het water op te werken naar de ­ideale pH-waarde om te komen tot een optimale werking van de spuitmiddelen. Eventueel is het ook mogelijk om het water te magnetiseren voor een betere hechting. MOTIVATIE: dit CO2-injectiesysteem is een nieuwe methode voor het optimaliseren van de pH-waarde van water voor een optimaal spuit­ resultaat.

EnviMaxX E 475 - Rema Environmental Machinery Een nieuw ontwikkelde looftrekker waarbij de hydraulische aandrijving is vervangen door een elektrische en de machine werkt op 48 volt. Een eigen generator zorgt voor de aandrijving zolang er geen trekkers zijn die hun eigen elektra opwekken. MOTIVATIE: de elektrificatie van de looftrekker maakt dat de machine nauwkeuriger te besturen is en zorgt voor een veiliger aandrijving en een kleinere kans op milieu­ schade.

GRONDIG 7 2018

33


ATH Grondig Boeren met Maïs

ondernemen met

vaktechniek

Groenbemester belangrijk voor plant en milieu Op vrijdag 14 september organiseert CUMELA een ontbijtsessie op AgroTechniek Holland. Hierin zal de problematiek rond een verplicht vanggewas in maïs centraal staan. In het project Grondig Boeren met Maïs wordt hier onderzoek naar gedaan. We hadden een gesprek met John Verhoeven van WUR Open Teelten, die als projectleider optreedt. Wat is Grondig Boeren met Maïs?

Loonbedrijf ­Zijerveld heeft ook een Kong­ skilde-schoffel, maar bouwde daar een ­Einböck-zaaiunit op.

34

GRONDIG 7 2018

“Het project is zeven jaar geleden begonnen in Drenthe, ­samen met Agrifirm en Nordic Maize Breeding. Inmiddels is het uitgebreid naar Brabant en Limburg en zijn een groot aantal partijen aangehaakt, waaronder lokale loonwerkers, ForFarmers en CropSolutions. In Drenthe en Brabant werken we samen met diverse waterschappen en de provincies. Het project is een combinatie van onderzoek, demonstraties en praktijkbedrijven. De cruciale vraag in het project is hoe we de maïsteelt zodanig kunnen verbeteren dat je in de toekomst problemen als klimaatverandering en ziektes het hoofd kunt bieden, met behoud van een goede opbrengst. Doel is de teelt te verduurzamen. De bodem speelt hierin een cruciale rol. Hoe houd je die gezond of maak je hem gezonder? Het blijkt dat je hierbij een groenbemester heel goed kunt gebruiken. Je voert daarmee additioneel organische stof aan, je stimuleert het bodemleven en je houdt er stikstof en andere mineralen mee vast gedurende de winter.”

Welke lessen kunnen we trekken uit het gebruik van groenbemesters in de afgelopen jaren? “We hebben verschillende groenbemesters gebruikt en verschillende zaaitijdstippen. We doen al jaren demonstraties met rietzwenk en Italiaans raaigras. Rietzwenk is een soort die goed gedijt onder warme omstandigheden. In het voorjaar komt hij langzaam op gang. Daarmee koop je tijd bij gelijktijdige zaai van rietzwenk met de maïs. Hij is ook goed bestand tegen gewasbescherming, al moet je wel voorzichtig zijn met bodemherbiciden die grassen bestrijden. Daarmee kun je hem eventueel ook nog wat terugzetten. Dit alles maakt rietzwenk de meest geschikte groenbemester om gelijktijdig met de maïs te zaaien. Een andere mogelijkheid is om een raaigras in het vier- tot zesbladstadium van de maïs te zaaien, dus als de maïs ongeveer kniehoog is. Daarvoor kun je heel goed ­Italiaans raaigras gebruiken. Nadeel van het Italiaans raaigras is wel dat het de aaltjesdruk iets verhoogt. Als je land ruilt met een akkerbouwer is dat zeker iets om ­rekening mee te ­houden.


John Verhoeven, projectleider van Grondig Boeren met Maïs, ziet grote kansen voor loonwerkers in de duurzame teelt van maïs.

De machine werkt met door de bodem aangedreven draaiende schoffelmessen.

Meilof Smilde demonstreerde met een Kongskilde-schoffel, met daarop een Zibo-zaaimachine.

WUR Open Teelten heeft een proeflocatie in Marwijksoord. Daar wordt gewerkt met een Rumptstad-schoffel met APV-zaaiunit.

Dan is Engels raaigras geschikter. Vanuit het verleden zagen we dat onderzaai het zo gek niet doet. Als de beginperiode droog is, doet bij gelijktijdige zaai het gras niets, maar in de praktijk zijn er ook voorbeelden dat rietzwenk te massaal wordt als de omstandigheden ideaal zijn. Daarom is de onder­ zaai meer onder de aandacht gebracht. Het wordt zeker in het noordoostelijk zandgebied nu vaker toegepast. In het zuiden van het land hebben we ook wel gekeken naar onderzaai, maar hier zagen we toch een wat massaler en dichter maïsge­ was, waarin het gras het moeilijk kreeg. Dat is een vrij alge­ meen beeld in het zuiden. In 2016 gaven rietzwenk en Engels raaigras een goed resultaat bij gelijktijdige zaai met maïs. 2016 was een nat voorjaar, waardoor de maïs minder massaal werd. In 2017 waren de groeiomstandigheden voor maïs ide­ aal, waardoor deze de onderzaai onderdrukte. In 2018 lijkt rietzwenk het beter te doen dan Engels raaigras, maar het is nog te vroeg om die conclusie definitief te kunnen trekken.”

a­anvulling op de bemesting, die bij de krappe gebruiks­ normen welkom is. Een groenbemester heeft echter ook een positieve invloed op de organische-stofbalans. Die is weer heel ­belangrijk voor een goed bodemleven en dat is weer be­ langrijk voor de structuur van de bodem. De maïs is bij een

Waarom is een groenbemester zo belangrijk? “In de eerste plaats dient die als een vanggewas voor minera­ len, maar dan moet die wel vroeg worden gezaaid. Een groenbemester die voor 1 september is gezaaid, neemt 80 tot 100 kilo stikstof op en levert de helft daarvan na aan de maïs in het volgende jaar. Een groenbemester die na 15 okto­ ber wordt gezaaid neemt maximaal tien kilo stikstof op en geeft nauwelijks nalevering. Voor fosfaat en kali zijn die op­ nameverschillen nog extremer. Gerekend over alle hectares maïs in Nederland kan de vastlegging van stikstof dus een significante invloed hebben op de nitraatbelasting van het grondwater. Dat is ook de achterliggende gedachte van de wetgeving. Een groenbemester is een goede en gratis

Demonstratie onderzaai groenbemester In Westerbork was op 5 juni een demonstratie met machines voor onderzaai van een groenbemester in maïs. Het gewas had zich al goed ontwikkeld en was ­eigenlijk al aan de lange kant om nog succesvol te kunnen zaaien. Er waren twee loonwerkers met een Kongskilde-schoffel met opgebouwde zaaimachine, Loonbedrijf Zijerveld en Meilof Smilde. Ook PPO-proefbedrijf Marwijksoord toonde zijn Rumptstad-schoffel met zaaimachine. Verder was Koonstra uit Balkbrug aanwezig met zijn roterende Busa-schoffel met zaaimachine (zie Grondig 5). PPO toonde verder de Fiona-zaaimachine, die het gebruikt voor de proefvelden. Het is geen gangbare machine voor het zaaien van een groenbemester onder de maïs. Koonstra was de enige die nieuw heeft geïnvesteerd. De rest is opgebouwd met ‘restjes uit de schuur’. Meilof Smilde bouwt de zaaimachine in het najaar op de Lemken Smaragd. De Aerosem 3002 van Pöttinger was opgesteld, maar werkte uiteraard niet. Deze machine is voor de gelijktijdige zaai van groenbemester en maïs. Eind juli was er niet veel gras onder de maïs en was het dus ook niet mogelijk verschillen aan te geven tussen de machines. Ook in stand van de maïs was geen verschil te ontdekken. Het perceel heeft een vrij lage grondwaterstand en het water was niet meer beschikbaar voor het gras, omdat de maïs tijdens de demo al flink in de groei was. Daarna viel de droogte in. Wellicht is het niet ontkiemde zaad na juli nog opgekomen. Op het moment dat de maïs verder afrijpt en zijn bladeren nog verder verliest, komt er meer licht op de grond en krijgt de groenbemester meer kansen. Al blijft veel dit seizoen afhankelijk van de regen en de plaats waar die valt.

GRONDIG 7 2018

35


ondernemen met

vaktechniek

John Verhoeven, projectleider van Grondig Boeren met Maïs, ziet grote kansen voor loonwerkers in de duurzame teelt van maïs.

Geen gangbare methode. Proefboerderij Marwijksoord toonde de Fiona-zaaimachine. Die werkte redelijk.

goed bodemleven vitaler, door een betere doorlatendheid van de bodem en een betere beworteling. Nutriënten en ­water w ­ orden zo beter opgenomen.”

Kijken jullie alleen naar de groenbemester? “Nee, zeker niet. Een groenbemester is één van de mogelijkheden om de teelt te verduurzamen. Daarom hebben we in Marwijksoord in Drenthe dan ook een demoveld aangelegd met vier systeemvergelijkingen ten opzichte van de standaard maïsteelt. In het eerste systeem draait het om de aanvoer van organische stof. Daarin is de drijfmest voor de helft vervangen door compost. Verder is er in dit systeem ook een groenbemester ondergezaaid en is de grondbewerking uitgevoerd als niet-kerende grondbewerking. Het beeld hiervan in de afgelopen jaren was een snellere ontwikkeling in het begin, eerder oogstrijp en meer opbrengst. Waar hem dat precies in zit, is niet duidelijk. Is het de grondbewerking, de organische stof of een combinatie? Wel is duidelijk dat het wel een aantal jaren duurt voordat het zover is, omdat de aanvoer van organische stof de grond maar langzaam verandert.” “In het tweede systeem werd de maïs volledig met mineralen uit de kringloop bemest en is een niet-kerende grondbewerking toegepast in combinatie met onderzaai van een groenbemester. Hiervoor werden dunne fractie en digestaat uit mestbewerking en -vergisting gebruikt. In dit systeem zag je dat de organische-stofbalans minder positief uitpakte, als gevolg van de aanvoer van de dunne fractie. In opbrengst was dit systeem gelijkwaardig aan het gangbare systeem.” “In het derde systeem werd een ultravroeg maïsras geteeld. De groenbemester, bestaande uit een gras-klavermengsel, werd met de zodenbemester bemest en de eerst snede werd gewonnen. Daarna werd het gras doodgespoten en met de strokenbemester bemest. Hierna werd de maïs in de bemeste stroken gezaaid. Je bewerkt hierbij maar een gedeelte en het is een uitdaging om het gras onder controle te houden. Dat is ons ook wel eens ontkomen. De maïsopbrengst bleef in dit

36

GRONDIG 7 2018

systeem gemiddeld achter ten opzichte van de gangbare ­situatie, maar als we de opbrengst van de grassnede meerekenen - dat moeten we eigenlijk ook doen - trekt het aardig bij.” “Het vierde systeem is een vruchtwisseling van grasklaver en maïs. Dat werkt goed. Na gras is je bodem beter, al wordt wel de organische stof voor een deel afgebroken door de maïs en moet je dat met het gras weer opbouwen. De maïsopbrengst is in een vruchtwisseling echter hoger.”

Hoe gaat het nu verder? Maïstelers krijgen te maken met twee verplichtingen. De eerste is dat in 2019 er na maïs voor 1 oktober op zand- en lössgrond een vanggewas moet zijn ingezaaid. Als je als maïsteler zeker weet dat je vroeg oogst, dus voor 1 oktober, kun je na de oogst een groenbemester zaaien. Dan moet je echter wel zeker weten dat je ook de tijd hebt om dat te doen, ook als de omstandigheden even iets minder goed zijn. Anders zul je een groenbemester, bijvoorbeeld rietzwenk, tegelijk met de maïs moeten zaaien. Met een eenvoudige zaaimachine op de maïszaaimachine is dat goed te doen. Ook kun je Italiaans of Engels raaigras onder de maïs zaaien, uiterlijk in het zesbladstadium. Veel loonwerkers hebben nog wel een schoffel of eg in de schuur staan en kunnen daar een eenvoudige zaaiunit opbouwen. Het is niet duidelijk of de overheid uitgaat van een inspanningsverplichting, waarbij je als teler moet kunnen aantonen dat je in elk geval een groenbemester hebt gezaaid, of dat er daadwerkelijk een groenbemester aanwezig moet zijn. Als dat laatste het geval is, wordt het lastig. Als bijvoorbeeld je groenbemester na onderzaai niet aanslaat, zoals dit jaar in veel gevallen, dan is het lang niet altijd mogelijk om voor 1 oktober te oogsten. Het ministerie heeft al wel aangegeven dat het zaaitijdstip voor korrelmaïs en CCM mogelijk wordt verlegd naar 1 november.” “Het vanggewas mag niet voor 1 februari worden vernietigd. Dit vernietigen is overigens nog wel een aandachtspunt. In veel gevallen wordt het doodgespoten met Roundup, maar


De Pöttinger Aerosem 3002 ADD kan twee soorten tegelijk zaaien en zo gelijktijdig het vanggewas en de maïs zaaien.

het is de vraag hoe lang dit nog mogelijk of maatschappelijk wenselijk is, want anders rest er niets anders dan mechanisch vernietigen en onderwerken. Misschien krijgen we dan groenbemesters die gemakkelijker te vernietigen en onder te werken zijn, maar of die toch evenveel mineralen vast­leggen?” “De tweede verplichting is drijfmest in de rij geven, die vanaf 2021 geldt. Daarvoor lijkt steeds meer goede apparatuur ­beschikbaar te komen en zijn er steeds meer loonwerkers die GPS gebruiken bij het bemesten en het zaaien. Ook hier liggen echter nog wel wat vraag- en aandachtspunten. Hoe ­verhoudt het zich bijvoorbeeld tot niet-kerende grondbewerking en wordt de winst van de rijenbemesting niet te­niet­gedaan door structuurschade als gevolg van het berijden met zwaar materieel na de grondbewerking?”

Wat is de rol van de loonwerker? “Het is belangrijk dat iemand van A tot Z zicht heeft op de teelt. Dat kan heel goed de loonwerker zijn. Het is een compleet proces, van bemesting, al of niet in de rij, grondbewerking, rassenkeuze, zaaien van de maïs, zaaien van het vanggewas, gewasbescherming, al of niet mechanisch, en oogst. Alles hangt met elkaar samen. Het vergt veel kennis van de systemen en de mogelijkheden en hier kan de loonwerker uitstekend een rol in spelen. Aandacht voor de bodem is altijd belangrijk. Ook als loonwerker zul je de bodem moeten kennen en moeten zorgen dat het bodemleven actief blijft. De loonwerker kan, bijvoorbeeld met drone- of satellietbeelden, slechte plekken vastleggen. Dat kan ook met opbrengstmeting op de hakselaar. Aan de hand hiervan kan hij de ­oorzaken van de lagere opbrengst opsporen; hij moet letterlijk graven naar de oorzaak. Daar kan hij dan gericht wat aan doen. Goed en voldoende ruwvoer van eigen land past in elke toekomstvisie. De maïs moet dan meer akkerbouwmatig worden geteeld en daar ligt een kans voor de loonwerker.”

Aanvankelijk had Zijerveld de ketsplaatjes vóór de schoffel, maar de plaatjes erachter geeft een beter zaaibeeld.

Eind juli was er weinig gras onder de maïs. Dit ligt vooral aan de droogte, maar ook aan de late zaai.

Ontbijtsessie: ‘Ruwvoer in de toekomst’ De traditionele ontbijtsessie van CUMELA Nederland tijdens AgroTechniek Holland staat dit keer in het teken van de ruwvoerteelt van de toekomst. ­Aandachtspunten zijn de ambities om naar een grondgebonden veehouderij te gaan met een hoger aandeel eiwit van eigen bedrijf en daarnaast de nieuwe regels rond de teelt van een groenbemester die volgend jaar ingaan. Deelname is gratis voor leden van CUMELA Nederland. Zij kunnen zich aanmelden via de ledenwebsite.

Programma vrijdag 14 september 08.00 uur

Het ontbijtbuffet staat voor u gereed.

08.30 uur

elkomstwoord door voorzitter Corné Vinke van de sectie W Agrarisch loonwerk.

08.35 uur

• Grondgebondenheid melkveehouderij, wat betekent dat voor de loonwerker? - vertegenwoordiger van de Vakgroep Melkveehouderij van LTO Nederland •H oe pak ik het telen van een vanggewas aan? - Brigitte Kroonen-Backbier, WUR Open Teelten Vredepeel • S uccesvolle gewasbescherming en vanggewas - André ten Heggeler, Syngenta Nederland •G elegenheid tot vragen stellen en discussie met de zaal

09.45 uur

Afronding en napraten

10.00 uur

De derde beursdag van AgroTechniek Holland gaat van start.

TEKST & FOTO'S: Arend Jan Blomsma

GRONDIG 7 2018

37


ATH Frontmaaier voor zware trekker

ondernemen met

vaktechniek

Claas-noviteiten voor 2019 Op een persbijeenkomst in Oostenrijk stelde Claas deze zomer een aantal noviteiten voor. Geen schokkende zaken, maar wel vernieuwingen die ook voor de Nederlandse loonwerker interessant kunnen zijn.

ringen. Claas heeft dat met de nieuwe Disco Move-frontmaaiers opgelost door de bodemvolging te ontkoppelen van de fronthef. Dat doet de fabrikant door van transport- naar werkstand niet met de fronthef te gaan, maar met een cilinder boven in de aanbouwbok. De hefinrichting blijft tijdens het werk op dezelfde hoogte. Een indicator op de machine duidt de juiste hoogte aan. De machine heft en zakt nu razendsnel. Het bereik van deze cilinder is groot. De maaier kan 60 centimeter omhoog en 40 centimeter naar beneden. Daarmee heeft de maaier onder alle omstandigheden voldoende ruimte om zich aan de bodem aan te passen, meer dan een traditioneel gebouwde maaier. In de aanbouwbok ligt nog een tweede cilinder, waarmee door middel van Active Float de bodemdruk wordt geregeld. Deze cilinder is uitgerust met een stikstofaccumulator. Vanuit de cabine kan de chauffeur de druk instellen en op een manometer naast de aanbouwbok kan hij de druk aflezen. De werkbreedte van triple-maaicombinaties wordt groter. De grens van tien meter is al even gepasseerd en zeker in combinatie met kneuzers zijn daar zware trekkers voor nodig. Die zijn op de meeste loonbedrijven wel aanwezig, dus dat is het probleem niet. Het probleem kan schuilen in de fronthef van de trekker. Daarvan is het hefvermogen toegenomen door het monteren van grotere hefcilinders. Die werken echter nadelig voor de bodemvolging van de frontmaaier, omdat het wegdrukken van de olie uit de grote cilinders te langzaam gaat, waardoor de maaier net te traag reageert op verande-

38

GRONDIG 7 2018

Goede bodemaanpassing Ook dwars op de rijrichting kan de maaier zich aanpassen aan de bodem. Dankzij een draaipunt midden voor de maaier heeft de maaier aan de uiteinden een pendelmogelijkheid van 30 centimeter. Omdat het draaipunt 30 graden achterover is gekanteld, komt de maaier bij het pendelen niet alleen ­omhoog, maar ook iets naar achteren. Dit helpt bij het overwinnen van obstakels als grote stenen. De maaier komt door de veranderde bouw wel 20 centimeter verder naar


Sinus-versie uitbreiding Torion-reeks Ruim een half jaar na de introductie van de Torion-wielladers komt Claas met een uitbreiding van de lijn. Met drie nieuwe Sinus-modellen komt Claas tegemoet aan de wens van klanten naar een grotere laadhoogte, meer wendbaarheid en een hogere snelheid op de weg. De Torion Sinus 537, 644 en 956, van vijf, zes en negen ton, bieden dat. Ze vullen bovendien het gat op tussen de kleine serie en de middenserie. De laadhoogte van de twee grootste modellen is met de High Lift-optie ook nog eens te vergroten. De Toriun Sinus 956 komt daarmee net ­boven de vier meter. Om de wendbaarheid te vergroten past Claas een combinatie toe van 30 graden knikhoek en 25 graden fuseebesturing. Dit principe van knik- en f­ useebesturing is bekend van de Liebherr Stereo-laders. Liebherr bouwt alle T­ orions en dus ook deze Torion Sinus. De Sinus-modellen hebben de cabine gekregen die ook op de middenserie Torion staat. De grootste Sinus heeft een DPS-motor van 78 kW (106 pk), de beide kleinere een Yanmar van 54 en 49 kW (73 en 66 pk). De wegsnelheid van deze nieuwe machines is 40 km/u.

Bediening via app

feur niet om te pakken. Hij kan de machine op de kopakker met één knopdruk heel gemakkelijk uitheffen en inzetten. ­Tussen de frontmaaier en de achtermaaiers zit namelijk een instelbare tijdsduur van in- en uitheffen. Ook de oplegdruk wordt gekopieerd van de achtermaaiers en bij afwijkingen wordt de druk van de frontmaaier bijgeregeld. Ook het toerental wordt bewaakt met sensoren. Zeker wanneer de achtermaaiers het gewas via afvoerbanden naar het midden brengen, is niet heel goed meer te zien of de frontmaaier wel heeft gemaaid. De toerentalbewaking laat in elk geval zien dat de schijven wel draaien. Via een app kan de chauffeur de machine ook buiten de trekkercabine bedienen en kan hij ook gegevens over het gebruik bekijken. De Disco Move is er in twee werkbreedtes, de Disco 3600 Move heeft een werkbreedte van 3,40 meter en de Disco 3200 Move maait 3,00 meter breed. Voor het maaiwerk zorgen de be­wezen MaxCut-maaibalken van Claas. Door de speciale golfvorm van de maaibalk kunnen de schijven ver naar voren­worden gebouwd, wat het maaibeeld ten goede komt. Het zorgt er bovendien voor dat grond niet gauw aankoekt aan de balk. De Disco Move F moet het stellen zonder kneuzer, de FC heeft een kneuzer met spiraalvormig opgestelde V-vormige tanden en de FRC heeft een rollenkneuzer voor luzerne.

Voor de bediening maakt de frontmaaier gebruik van de ­Isobus van bijvoorbeeld de Disco 1100-achtermaaiers. Dat heeft een paar voordelen. In de eerste plaats hoeft de chauf-

TEKST: Arend Jan Blomsma FOTO'S: Claas, Blomsma

v­ oren. Op zich geen probleem, want deze maaier wordt vooral gebruikt in combinatie met brede achtermaaiers en dient dan meteen als een goed frontgewicht voor de zware achtermaaiers. Voor de verkeersveiligheid plaatste Claas een paar grote spiegels voor op de maaier. Geen overbodige luxe, want omdat deze maaier meer dan 3,50 meter voor de as van het stuurwiel uitsteekt, is een hulpmiddel in de vorm van ­spiegels of camera’s verplicht om verkeer op de weg te kunnen zien bij het uitkomen van een perceel of het opdraaien van een kruising. De spiegels zijn overigens wel optioneel. De lengte van de combinatie kan wat worden verkort door de maaier niet in een Accord-driehoek te hangen, maar direct in de kogels. Twee kettingen in de aanbouw zorgen ervoor dat de maaier niet te diep kan zakken. Een speciale vergrendeling zorgt ervoor dat de aanbouwbok niet naar beneden klapt na het afbouwen. Daardoor is een steunpoot overbodig. De vergrendeling is zo geconstrueerd dat na het heffen van de m ­ aaier de vergrendeling automatisch wordt opgeheven. De markeringsborden en verlichting op de maaier kunnen handmatig worden neergeklapt, zodat de lichten tijdens het werk goed beschermd zijn. De zijkleden zijn optioneel hydraulisch opklapbaar.

GRONDIG 7 2018

39


ondernemen met

vaktechniek

Convio-maaibord Voor de (grotere) Lexion-maaidorsers ontwikkelde Claas het Convio-maaibord. Het heeft geen vijzelinvoer, maar een bandinvoer. Hierdoor ontstaat een gelijk­ matiger invoer van gewassen, wat de capaciteit van de maaidorser ten goede komt. De Convio is de opvolger van de Maxflo. Die werkte met vijzels die het gewas in het invoerkanaal brachten. Bij de Convio gebeurt dat ook met een band. Voor een volumineus gewas als koolzaad heeft de Convio vijzels boven de transportbanden, die de gewasstroom ondersteunen. Er zijn twee werkbreedtes, 10,80 en 12,30 meter. Daarnaast verwachten we binnen afzienbare tijd een bord van 13,80 meter. Naast de standaard-Convio is er ook een Convio Flex, met een flexibel mes, een flexibele maaibordtafel en invoerbanden. Hiermee is over de volle werkbreedte een lage snijbreedte mogelijk. De snelheid van de banden wordt automatisch geregeld aan de hand van de rijsnelheid. De chauffeur krijgt een waarschuwing als de aandrijving van de banden stilstaat of slipt. Bij de Convio hoort een geheel nieuwe haspel. Deze zorgt ervoor dat het gewas verder naar achteren op de maaitafel wordt gevoerd. De kracht van de aandrijving wordt continu gemeten. Wanneer de kracht toeneemt, heft de haspel automatisch iets uit. Bij een gelegerd gewas heft deze het gewas voordat het gesneden wordt. De Flip Over-constructie voorkomt wikkelen. Ook in Nederland zijn er kansen voor dit maaibord, omdat het alle gewassen aan kan. Het is een goed alternatief voor de aanschaf van een tweede maaibord.

Nieuw topmodel Tucano Met de Tucano 580 heeft Claas een nieuw topmodel toegevoegd aan de Tucanomaaidorserserie. Daarmee bestaat de serie uit dertien modellen, beginnend met de Tucano 320. Deze heeft 180 kW (245 pk), terwijl het nieuwe topmodel 280 kW (381 pk) heeft. Alle Tucano’s beschikken over een Mercedes-motor. Alle motoren voldoen aan de Stage V-emissie-eisen. De motoren hebben van de hakselaars het Dynamic Power-concept overgenomen. Dat betekent dat de motorkarakteristiek op de vermogensbehoefte wordt afgestemd. Tijdens zwadafleg levert de motor bijvoorbeeld minder vermogen dan tijdens het hakselen van het stro. Als de vermogensbehoefte stijgt, is meteen het volle vermogen beschikbaar. Uiteraard ligt brandstofbesparing hieraan ten grondslag. Daarom heeft Claas ook het bedrijftoerental verlaagd naar 1900 toeren en het stationair toerental naar 850 toeren per minuut. De Tucano’s hebben ook een nieuwe bedieningsinterface en een nieuwe bedieningsconsole. Uit de Lexion-serie is Auto Crop Flow overgenomen, de automatische gewasstroombewaking. Er zijn nu ook vijf Tucano’s leverbaar als Montana-uitvoering met grote hellingcorrectie.

Nieuw tussenmodel rondebalenpers Met de Rolland 540 RC stelt Claas een nieuw tussenmodel voor van de vastekamerpersen. De 540 RC, met een baaldiameter van 1,25 meter, heeft zestien nieuwe en sterkere rollen, nu met vier millimeter wanddikte in plaats van twee millimeter. Ook de hele aandrijflijn is versterkt. Aan de linkerkant van de pers zitten de versterkte tandwielen en Tsubaki-HD-kettingen met automatische smering. De aandrijflijn kan een hoger koppel aan dan voorheen. Ook de cilinders van de achterklep zijn vernieuwd, niet alleen met meer kracht, maar ook met meer snelheid. De pick-up is verbreed tot 2,10 meter. De automatische messenschakeling staat het gebruik van nul, zeven, acht of vijftien messen toe. De balen worden gebonden met folie of met net. Ook bij de andere rondebalenpersen kan Claas sinds dit seizoen foliebinding leveren. Een nieuw design van de kunststof beplating zorgt voor een nieuw uiterlijk. Een perswikkelcombinatie heeft Claas nog niet van deze pers.

40

GRONDIG 7 2018


EfficiĂŤnt toolboxen en werkplekinspecties uitvoeren Veilig Vakwerk maakt het uitvoeren van werkplekinspecties en toolboxen veel eenvoudiger. Medewerkers ontvangen de juiste informatie op hun telefoon en kunnen direct aan de slag. Dit kan volledig digitaal, maar het is ook mogelijk om de geprinte versie te bewaren. Veilig vakwerk zorgt voor tijdsbesparing en verbetering van het veiligheidsbewustzijn bij medewerkers. Daarnaast is hiermee de gegeven veiligheidsinstructie aantoonbaar.

Start direct via veiligvakwerk.nl

rd Gereducee r o o v f e ri ta CUMELA Nederland leden

In samenwerking met CUMELA Nederland, bedrijven uit de sector en Stigas.

NEDERLAND

NIEUW

Nu in de store s beschikbaar

Direct toepasbaar, overal beschikbaar

Digitale werkplekinspectie Dashbord op de pc met overzicht van uitgestuurde toolboxen en werkplekinspecties Automatisch archief en Rapportage


ATH Soepel en zuinig schakelen

ondernemen met

vaktechniek

Achttraps powershift met dubbele koppeling Net als bij de luxe auto’s kennen we ook bij trekkers een transmissie met een dubbele koppeling. Bij de auto’s, vooral van Duitse makelij, staat dit principe bekend als Doppelschaltgetriebe (DSG). In het Engels heet het de Direct Shift Gearbox.

De Case IH ActiveDrive 8 heeft de reverser, de DSG-unit en de groepenschakeling geïntegreerd.

De techniek met een dubbele koppeling is bij trekkers geïntroduceerd in combinatie met achttraps powershifttransmissies. John Deere levert deze al sinds 2011 in zijn 6R-modellen. Het merk noemt deze transmissie DirectDrive. Sinds vorig jaar is ook CNH (Case IH, New Holland en Steyr) met een ­dergelijke transmissie op de markt. Bij New Holland heet deze Dynamic Command en hij wordt geleverd op de ­T6-modellen. Bij Case IH kan de Maxxum Multicontroller ­worden uitgerust met de ActiveDrive 8 en bij Steyr de Profi met de S-Control 8.

Aandrijflijn gesplitst De werking komt er in het kort gezegd op neer dat de aandrijflijn vanaf de motor in twee gedeelten wordt gesplitst. In het ene deel vinden we de even versnellingen, in het andere de oneven. Elke lijn heeft zijn eigen elektro-hydraulische ­lamellenkoppeling. Terwijl er één versnelling is ingeschakeld, staat de volgende versnelling klaar. Als de chauffeur schakelt, gaat de koppeling van de ingeschakelde versnelling open en sluit de koppeling van de klaar staande versnelling. Dit gaat razendsnel en met een automatisch aangepast motortoerental, zodat de chauffeur de onderbreking van de aandrijflijn nauwelijks merkt. Bovendien liggen de powershifttrappen bij een achttraps transmissie veel dichter bij elkaar dan bij een vier- of zestraps. Dit zorgt er mede voor dat de chauffeur de schakelmomenten nauwelijks voelt en hij het gevoel heeft alsof hij met een CVT rijdt. Zowel bij de John Deere-transmissie als bij die van CNH wordt het gevoel van traploos rijden versterkt door de automatische schakelfuncties. Daarbij wreekt het zich dat de transmissie van John Deere al wat ouder is. Daar zijn namelijk de schakelmomenten niet te programmeren en kun je ook geen versnellingen overslaan. Een ander verschil tussen de John Deere- en de CNH-transmissie is dat de eerstgenoemde niet is uit te rusten met een kruipversnelling. Een constructief verschil tussen de beide transmissies is de opbouw van de bak. Bij John Deere is de bak modulair opgebouwd, met ­modules voor de reverser, de DSG-powershift en de groepenschakeling. Bij CNH zijn deze drie geïntegreerd. De transmissies hebben nog een paar overeenkomsten. In de automaatstand bepalen motor en transmissie samen de meest efficiënte combinatie van versnelling en motortoerental. Daarbij is het handig dat je bij beide transmissies gemakkelijk een maximum toerental kunt instellen. Ook beschikken beide over een koppelingsfunctie in het rempedaal, waarbij de transmissie ontkoppelt zodra je het rempedaal intrapt.

Zuiniger dan traploos

De John Deere DirectDrive-unit. Vanaf links komt de aandrijflijn uit de reverser, naar rechts gaat hij naar de groepenschakeling.

42

GRONDIG 7 2018

Van voor naar achter de reverser, de DirectDrive-unit en de groepenschakeling.

De argumenten van de beide fabrikanten om een dergelijke transmissie te ontwikkelen, waren de goede vermogensoverdracht en het brandstofverbruik van een puur mechanische transmissie. Die is zuiniger dan een gesplitste transmissie met een hydrostatische component, zoals de traploze transmissie.


GEBRUIKER CASE IH ACTIVEDRIVE 8 BART VAN LEEUWEN: “Ten opzichte van de full powershift een grote stap vooruit”

1

2

De Duitse DLG testte zowel een CVT als een DSG van CNH, in dit geval een Maxxum 145 CVX en een Maxxum 145 A ­ ctiveDrive 8. Daaruit kwam de ActiveDrive 8 inderdaad als zuiniger uit de bus. Uit de gemiddelde PowerMix-waarde van de ActiveDrive kwam een specifiek brandstofverbruik van 258 g/kWh, terwijl dat bij de CVX 276 g/kWh bedroeg. Een verschil van negen procent derhalve. De ActiveDrive 8 was daarmee de z­ uinigste trekker die de DLG heeft gemeten. In de PowerMix-test wordt het brandstof­verbruik bij verschillende werkzaamheden gemeten, zoals trekwerk, aftakaswerk en hydraulische belasting. Ook wordt onder verschillende belastingen gemeten. Van John Deere testte de DLG in 2012 een 6210R AutoQuad met viertraps powershift en een 6210R DirectDrive, beide toen nog met Stage IIIb-motoren. De AutoQuad zat in de PowerMix op een gemiddeld verbruik van 273 g/kWh en de DirectDrive op 277 g/kWh. Hier komt de viertraps powershifttransmissie dus als iets zuiniger naar voren, maar dat is slechts anderhalf procent. DLG testte geen vergelijkbare Auto­Power en DirectDrive. Ook het Amerikaanse teststation in Nebraska deed dit niet. Dat is jammer, want DirectDrive toont in het gebruik eerder de karakteristiek van de traploze AutoPower dan van de viertraps powershift AutoQuad. Een heel voorzichtige conclusie die we kunnen trekken, is dat de DSG-transmissie (bijna) als een traploze transmissie rijdt, met de efficiëntie van een powershift.

Vader Wim en zoon Bart van Leeuwen runnen een melkveehouderij- annex loonbedrijf in Stellendam, op Goeree-Overflakkee. Ze hebben vier Case IH-trekkers. De nieuwste is een Maxxum 145 ActiveDrive 8. Bart over die keuze: “We hadden al twee CVX’en. Het werk dat we met de nieuwe trekker willen doen, kunnen we net zo goed doen met een powershift. Die is zuiniger dan een traploze en vraagt in de toekomst waarschijnlijk ook minder onderhoud. Dat telt toch mee. We willen de trekker onder meer gebruiken voor het aanrijden van huilen en het balentransport. Daarvoor hebben we er een voorlader op laten monteren. We hebben hem verder op Michelin XeoBib-banden laten zetten, zodat we er in het voorjaar ook land mee klaar kunnen maken en maïs kunnen zaaien. Verder staat hij elke dag voor de voermengwagen. We hebben hem nog niet zo heel lang en er is deze zomer nauwelijks ingekuild, maar we hebben er al wel behoorlijk wat pakken graszaadhooi mee gereden. En hij staat natuurlijk elke dag ongeveer anderhalf uur voor de voermengwagen. We zijn van een zescilinder naar een viercilinder gegaan, maar in de praktijk merken we daar weinig van. De viercilinder presteert zeker zo goed. Eén ding kan ik al wel zeggen: het rijdt super. Bij een full powershift merk je nogal eens klappen van het schakelen, maar bij deze voel je het niet. De cabine is mooi stil. Bij het werken met de voorlader is het heel mooi dat je alleen de rem hoeft in te trappen als je stil wilt staan, je hoeft de koppeling dan niet te gebruiken. De trekker is nieuw en daarmee kreeg hij een aantal extra veiligheidsitems, maar dat is bij elke trekker zo en staat los van de transmissie. Zo blijft de aftakas niet draaien als je opstaat van de stoel. Tenzij je op een knopje drukt. Daar moet je dan wel even aan denken als je de voermengwagen gaat laden. Op transport gebruiken we wel de automaatstand. Dat werkt mooi, doordat je met het hendeltje naast het handgas heel gemakkelijk het toerental kunt instellen waarbij de trekker schakelt. Met een volle vracht balen wil je wat langer doortrekken. Het is wel jammer dat we geen 50 km/u kunnen rijden met gereduceerd toerental. Over het brandstofverbruik kunnen we nog niet zo heel veel vertellen, want daarvoor hebben we de trekker te kort. Daarom is het ook nog wat te vroeg voor een definitieve conclusie, maar de trekker voelt heel degelijk en ten opzichte van de full powershift die we hadden, is de transmissie een grote stap vooruit. Die is mooi stil en soepel.”

TEKST & FOTO’S: Arend Jan Blomsma ILLUSTRATIES: John Deere, Case IH

1 De Case IH Maxxum 145 ActiveDrive 8 is de nieuwste aanwinst van Wim en Bart van Leeuwen in ­Stellendam. 2 Bart van ­Leeuwen roemt de souplesse van de ActiveDrive 8-transmissie. “Je voelt hem nauwelijks ­schakelen.” 3 De rijhendel komt de gebruikers van de Case IH bekend voor. Alles in eigen hand of automatisch, de chauffeur kiest.

3

GRONDIG 7 2018

43


ondernemen met

vaktechniek

De nieuwste trekker van de broers Berkers uit Asten is een 6155R DirectDrive. Het is de derde DirectDrive op het bedrijf.

Pieter Berkers is goed tevreden over de trekkers met DirectDrivetransmissie. Ze draaien tot nu toe probleemloos.

Met het linker hendeltje kun je zelf schakelen of je zet hem in de automaatstand. Met het scrolwieltje stel je de maximale snelheid in.

44

GRONDIG 7 2018

GEBRUIKER JOHN DEERE DIRECTDRIVE PIETER BERKERS: “Je kunt er iedereen mee wegsturen” We hebben in 2014 onze eerste DirectDrive gekocht. Daarna hebben we er nog twee gekocht, waarvan de laatste in 2018.” Aan het woord is Pieter Berkers. Hij runt samen met zijn broer Mark een loonbedrijf in het Brabantse Asten. “Ons bedrijf werkt vooral in de veehouderij, maar we doen ook grondwerk, een beetje akkerbouw en werk in de tuinbouw. We hebben elf vaste personeelsleden. Van de achttien trekkers die we hebben, zijn er zeventien van het merk John Deere. We kochten de DirectDrive vooral voor de bedrijfszekerheid. Dat is er wel aardig uitgekomen, want de transmissies zorgden tot nu toe niet voor problemen. Het brandstofverbruik was ook wel een argument ten opzichte van de twee AutoPowers die we hadden. Al kunnen we dat achteraf niet goed zeggen, omdat we geen vergelijkbare typen hebben. De D ­ irectDrives zijn een 6170R, een 6150R en een 6155R. Onze AutoPowers zijn een 7930 en een 6620. In vergelijking met de 7930 zijn de DirectDrives zeker zuiniger, maar het zijn ook andere trekkers. De DirectDrive is gemakkelijk in de bediening, je kunt er iedereen mee weg sturen”, aldus Berkers. Dat beamen ook de chauffeurs Jeroen en Dirk. “We hebben geen vaste trekkers, maar we zoeken meer de trekker die bij het werk past. Voor bepaalde klussen als maaien of persen wil je misschien wel een traploze, maar dat werk doen we net zo goed met de DirectDrive. De trekkers zijn gemakkelijk in het gebruik. De meeste chauffeurs hier rijden met de transmissie op handmatig. In de automaatstand maak je te veel toeren voor het overschakelen. Jammer is daarbij wel dat je de motortoerenbegrenzer moet instellen bij handmatig schakelen om op snelheid het toerental te laten zakken. Op de automaatstand gebeurt dat wel en dan rijden we op topsnelheid met ongeveer 1350 toeren. Onze trekkers hebben de 50 km/utransmissie, maar ze zijn begrensd op 45 km/u. De cruisecontrol gebruiken we weinig, omdat we weinig werk hebben dat een vaste snelheid vraagt. Het is wel gemakkelijk dat je bijvoorbeeld bij het ploegen een lagere startsnelheid achteruit kunt programmeren, omdat je anders te snel gaat. De DirectDrive is een heel plezierige trekker voor bijvoorbeeld een dumper of een silagewagen. Het comfort is goed door bijvoorbeeld cabinevering en voorasvering, maar het schakelt ook heel soepel. En het komt goed uit dat we meer powershifttrappen hebben dan bij een viertraps en zeker ten opzichte van de drietraps, die we ook nog hebben. De bakken draaien probleemloos.”


Maak van uw wiellader een motorgrader

Mekos dozerbladen: volautomatisch werkende profileer machines, voorzien van automatisering door middel van laser techniek, total station of gps. De Mekos machines zijn uniek, sterk en duurzaam, geschikt voor zand en korrelbanen. Werkbreedte tot 4 mtr.

(op getoonde producten zijn individueel patenten van toepassing)

Partners:

Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net

Online bestellen: buma.com info@buma.com 0514 571826

GRASLANDHERSTEL Voor het inzaaien of doorzaaien van grasland

LITEIT KWAsc herpe prijs

voor een

Groen producten

Grond producten

Infra producten


ATH Een enorme impuls

ondernemen met

vaktechniek

Eerste ervaringen Agrifac Condor met Need Farming Technologies Cumelabedrijven De Samenwerking BV in Elsloo en Thijssen in Nieuwehorne draaien met een prototype van de Agrifac Condor met de Need Farming-opties om gewasbescherming op plantniveau uit te voeren. De bedrijven draaien proef met het plaatsspecifiek bestrijden van ridderzuring. De eerste ervaringen zijn zo positief dat ze graag langdurige contracten willen aangaan. Afgelopen winter heeft Agrifac onder de verzamelnaam Need Farming nieuwe spuittechnieken gelanceerd voor gewasbescherming op plantniveau in de breedste zin van het woord. De basis is pulserende spuittechniek, waarbij de spuitdoppen individueel worden aangestuurd via frequentievariatie van het pulseren via elektrische magneetkleppen bij de dophouders. Dat opent alle mogelijkheden om middelen plaatsspecifiek aan te wenden. Dat kan op plantniveau via detectie van planten met een camera of met taakkaarten via scannen vooraf met bijvoorbeeld een drone, via opbrengstmetingen of wat dan ook. De spuitmachine vertaalt dit naar individuele dopaansturing. Dat heeft als nevenvoordeel dat de druk in de spuitleiding en de opbrengst per pulsmoment altijd gelijk zijn en de opbrengst dus kan worden gevarieerd met behoud van het spuitbeeld (druppelgrootte en druk). Agrifac heeft daar diverse opties voor, die samen de Need Farming Technologies worden genoemd. Uitgebreide informatie hierover treft u aan in Grondig 3 en op de website van Agrifac.

Eerst zaaien Cumelabedrijven De Samenwerking en Thijssen zijn beide deelnemer aan het Grass4Farming-project en hebben precisielandbouw geïntegreerd in de bedrijfsvoering. Thijssen heeft voor Agrifac gewassen gevlogen met de drone en zo zijn de contacten gelegd. De bedrijven zagen kansen voor

46

GRONDIG 7 2018

de nieuwste ontwikkeling en mochten aan de slag met een prototype dat is uitgerust met camera’s om ridderzuring te detecteren. Elke drie meter zit er een camera met processor, in totaal twaalf stuks. De Samenwerking begon het traject vooraf met nieuwsbrieven, voorlichting en klantbezoek. Marcel Betten, woordvoerder voor deze samenwerking, becijferde voor ridderzuring aan de hand van de actuele ruwvoederwaarden begin dit jaar een financieel voordeel voor de boer van ruim € 400,- per hectare. Dit voordeel wordt vooral gehaald doordat er door niet-volvelds bespuiten minder groeiremming van grassen is en verder de biodiversiteit (met name klavers) beter behouden blijft. Deze berekeningen zijn gebaseerd op officiële onderzoeksresultaten. Dit jaar zal de winst vanwege de droogte waarschijnlijk aanmerkelijk hoger uitvallen. Daarbij is er natuurlijk een enorme besparing op spuitmiddel en oppervlaktewater en is er ook sprake van driftreductie. “Boeren ­reageerden positief”, zegt Betten. “Binnenkort kunnen we volop aan de gang, als de omstandigheden het toelaten. Dat komt mede doordat we nagenoeg hetzelfde tarief berekenen als bij volvelds spuiten. Je moet eerst zaaien.”

Voorkeur voor camera Voor deze toepassing heeft Betten nadrukkelijk voorkeur voor camera’s. “Je detecteert en spuit in één werkgang heel


Christel Thijssen (links) en Marcel Betten: “De respons vanuit de klanten is enorm positief, de eerste resultaten zijn goed en geven een enorme middelen- en driftreductie.”

direct”, vertelt hij. Dat scheelt een detectie- en verwerkingsronde voor het maken van de taakkaarten en voorkomt mogelijke fouten tussen het detectiebeeld en de aansturing van de spuit. De beloofde theorie pakte in de praktijk goed uit. Betten is tevreden over het resultaat. “We komen tot circa 80 tot 90 procent middelenreductie, afhankelijk van de dichtheid van de ridderzuring, bij een goed resultaat. Ook hebben we minder drift”, vertelt Betten. Hij geeft aan dat hij met de optionele automatische spuitboomhoogteregeling met de 36-meterspuit ook goed op dertig centimeter hoogte boven het gewas kan spuiten. “Dat geeft dan nog 56 procent driftreductie op de al zeer minimale bespuiting; kun je nagaan dat wat voor effect deze techniek heeft op de totale driftreductie, áls we nog spreken over drift”, aldus Betten. Dan moeten de doppen wel op 25 centimeter worden gezet. Theoretisch is de drift nog verder terug te dringen met luchtondersteuning of met de Agrifac ATH-luchtvloeistofdoppen. “Meer aan de orde voor volveldse bespuitingen”, oordeelt Betten.

Middeleninjectie een must Deze Agrifac Condor werkt (nog) met het spuitmiddel in de tank. “Een knelpunt, want je weet vooraf niet hoeveel je nodig hebt en zult dus altijd spuitmiddel in de tank overhouden.” Vanuit dat oogpunt zien de loonwerkers het werken met de drone en via taakkaarten als een betere oplossing. “Dan weet

je exact hoeveel liter je gaat spuiten”, zegt Betten. Voor de ­camera’s ziet hij de optie middeleninjectie voor de toekomst als een must. “Altijd schoon water in de tank, alleen middel in de rondpompende spuitleiding en de mogelijkheid andere middelen bij te injecteren of tegelijkertijd een bemesting toe te passen bij volveldse bespuiting. Denk bijvoorbeeld aan een bespuiting met sporenelementen of bladbemesting.” In het kader van emissiebestrijding betekent dit volgens hem ook schoon water bijvullen zonder kans op emissie, een veel lager waterverbruik en veel minder vaker middel bijvullen. Bij directe injectie vanuit de fust is ook dit bijvullen verleden tijd. “Daar zullen waterschappen blij mee zijn”, aldus de loonwerkers. Agrifac ontwikkelt zelf het injectiesysteem en noemt het SmartDosePlus. Niet alleen injectie is dan mogelijk, ook blijft het rondpompsysteem in werking. De retour gaat niet naar de tank, maar wordt door leiding en pomp rondgepompt. Het rondpompsysteem in alleen de ringleiding ziet Betten ook als sterk punt. “Het is hierdoor niet nodig om de veldspuit stilstaand op druk te brengen alvorens te gaan rijden. Ook is met een ringleiding de kans op verstoppingen nihil, omdat de vloeistof niet stil staat in de leidingen.” Agrifac geeft aan dat deze optie al is uitgewerkt en beschikbaar komt. Productmanager Roelof van ’t Ende van Agrifac benadrukt dat dit niet eenvoudig is, omdat de pomp een groot bereik moet hebben, van injecteren voor de gehele

GRONDIG 7 2018

47


ondernemen met

vaktechniek

boom bij hoge rijsnelheden tot enkele doppen bij lage rijsnelheden. Het is volgens hem een kwestie van tijd voordat ook dit beschikbaar is.

Verder kijken

De kern van de techniek wordt gevormd door deze pulserende magneetkleppen met een extra groot frequentiebereik om een groot afgiftebereik te creëren.

Betten en Thijssen zitten vooral in een veehouderijgebied. Naast ridderzuurbestrijding zien zij ook mogelijkheden om paardenbloemen te bestrijden. Intussen kijken ze verder om de investering rendabel te maken. “Wat denk je van plaatsspecifiek doodspuiten van aardappelgewas op basis van een gewasbestand, bestrijding van bijvoorbeeld kweek, akkermelkdistel en aardappelopslag, in feite elke plaatsspecifieke bestrijding van onkruiden in hoog salderende gewassen”, oppert Betten. Hij voegt daar nog aan toe het voordeel van het toedienen van een lage dosering van een bodemherbicide in combinatie met pleksgewijs een hoge dosering op basis van het organische-stofgehalte of plant-detectie. Roelof van ’t Ende geeft aan dat Agrifac in Australië al succesvol draait met het plaatsspecifiek bestrijden van mierikswortel en wilde ­haver in koolzaad. Betten ziet verder extra inzetmogelijkheden voor het uitrijden van vloeibare meststoffen. Betten ziet de Agrifac als belangrijke schakel in het totaalplaatje, waarbij via detectie en taakkaarten aan onkruidbestrijding en plaatsspecifieke mesttoediening wordt gedaan. Betten werkt hiervoor samen met drone-loonwerker Thijssen voor de taakkaarten. “Camera en taakkaarten voor het aansturen van de spuit zullen naast elkaar gaan draaien.”

Meerjarige contracten “Aan deze technieken zal een flink prijskaartje hangen. Agrifac onderzoekt daarom nu volop de mogelijkheden van langjarige huurcontracten of ‘pay-by-use’.

De Samenwerking rekent in deze proefperiode nagenoeg hetzelfde tarief als voor volvelds spuiten. “In de toekomst willen we toe naar meerjarige contracten met boeren waarin wij de zorg krijgen voor een goede gewasstand, in ons geval vooral gras en maïs”, vertelt Betten. “Deze spuit is een onderdeel in dat contract. Daar horen dan ook heldere meerjarige afspraken bij.” Deze Agrifac verkeert nog in de testfase en is nog niet te koop. Spuiten met een spuit met een honderd procent geregelde plaatsspecifieke afgifte per dop, inclusief middelen­ injectie en automatische spuitboomhoogte, zal een grote

De kern van de techniek: de dophouders met magneetkleppen voor het pulserende spuiten. In dit geval in combinatie met twaalf camera’s, nu nog op voorlopige steuntjes gemonteerd.

investering vergen. Van ‘t Ende geeft aan dat exacte meerprijzen nog niet bekend zijn, maar benadrukt dat Agrifac de drempel van de hoge extra investering ziet en al de mogelijkheden van langjarige huurcontracten of ‘pay-by-use’ voor deze techniek serieus onderzoekt. Met een hectareprijs wil de fabrikant het systeem toegankelijker maken. Betten be­ nadrukt ten slotte dat de nieuwe technieken het imago van de agri- en foodsector ten goede komen. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Gert Vreemann, De Samenwerking, Agrifac

Toolbox Emissiebeperking Dit project van De Samenwerking en Thijssen sluit naadloos aan op de Toolbox Emissiebeperking Naast Nefyto, de Unie van Waterschappen, Agrodis en LTO Nederland heeft ook CUMELA Nederland zich daarbij aangesloten. Met de Toolbox Emissiebeperking willen de betrokken partijen telers en loonwerkers bewust(er) maken van emissieroutes op hun bedrijf en hen handelingsperspectief bieden om de emissie te verminderen. De aangesloten partijen hebben met ondersteuning van CLM informatiekaarten opgesteld met praktische maatregelen om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Ook de emissie vanaf het erf wordt in beeld gebracht en aangepakt met de Erfemissie­scan Gewas­bescherming en het Loket Erfemissie Gewasbescherming. Daarnaast zijn op www.toolboxwater.nl emissiereductieplannen geplaatst. Deze plannen zijn door de toelatingshouders geschreven voor stoffen die vaak ­normoverschrijdend worden aangetroffen. Zij geven hierin aan op welke m ­ anier de industrie zelf de emissie van deze stoffen verder zal verminderen en ze vragen de gebruikers ­serieus werk te maken van de aanwijzingen daarvoor.

48

GRONDIG 7 2018

Deze spuit heeft een rondpompsysteem met ringleiding, maar haalt het middel nog uit de tank. Betten wil toe naar directe middeleninjectie in combinatie met rondpompen en schoon water in de tank. Die techniek is nu in ontwikkeling.


Vredo Agri

Stand nummer 1.02

Vredo VT4556

U bent van harte welkom bij Vredo op de ATH te Biddinghuizen, bezoek onze stand 1.02 !

+31 (0) 488 411 254 info@vredo.com www.vredo.nl

De beste in het veld

CUMELA Kompas Koersen of dobberen? De kengetallenvergelijking CUMELA KOMPAS biedt op dit moment aan ca. 400 ondernemers een heldere blik op de financiële kengetallen van de cumelasector. Deelname aan CUMELA Kompas is onderdeel van uw lidmaatschap. Door het toesturen van uw jaarrekening die vervolgens verwerkt wordt tot een rapportage krijgt u: ✓ Een uitgebreide rapportage met overzichten van de kengetallen van uw bedrijf;

✓ Informatie over de sterke, maar ook over de verbeterpunten van uw bedrijf;

✓ Een anonieme vergelijking van de kengetallen van uw bedrijf met het sectorgemiddelde;

✓ Meer gevoel met de cijfers uit de jaarrekening;

✓ Inzicht in o.a. rendement, arbeidsen machinebenutting en financiële positie;

✓ Goede aanknopingspunten om een haalbare koers uit te stippelen; ✓ En nog veel meer….

Geïnteresseerd? Neem contact op met de infolijn (tel: 033-2474999) of mail naar kengetallen@cumela.nl

NEDERLAND


ondernemen met

vaktechniek

“Aanhangers ook snel op VF- en IF-implementbanden” Gert Timmer, manager OEM, Bohnenkamp Osnabrück Met de nieuwe Alliance VF Flotation-reeks kan voor het eerst zowel de trekker als de aanhanger op een lage banden­spanning worden gezet. Andere merken implementbanden zullen volgen, verwacht Gert Timmer, manager OEM en specialist bij ­Bohnenkamp in het Duitse Osnabrück. Timmer ziet het als een logische vervolgstap op IF- en VF-trekkerbanden en bespeurt onder fabrikanten een snel groeiende belangstelling.

Volgens Gert ­Timmer neemt de bodemdruk met eenderde af door gebruik van VF banden.

50

GRONDIG 7 2018

Gert Timmer valt tijdens ons bezoek meteen met de deur in huis. “Bij de introductie van de eerste IF- en VF-banden was er ook eerst scepsis. Je ziet nu dat IF en VF al de standaard zijn bij zware trekkers. Zo snel is het gegaan. De implementbanden zijn daarbij toen nog vergeten, maar ik verwacht nu een snelle inhaalslag”, zegt hij. Timmer geeft aan dat Alliance hierin met een complete reeks voor Bohnenkamp gelukkig voorop loopt, maar hij verwacht dat andere merken snel zullen volgen. Hij ziet het als een belangrijke stap, waarbij de loonwerker het verschil kan maken. “Het is niet uit te leggen dat we trekkers op bodemvriendelijke lage druk zetten en dan de volgende sporen met de aanhangers met vier bar aandrukken.”

De eerste binnen Even later zijn we op weg naar die band in het enorme magazijn bij het hoofdkantoor van Bohnenkamp in Osnabrück, in totaal circa 100.000 vierkante meter opslagruimte met voor het merendeel agrarische banden. “Om deze band gaat het, de grootste in de nieuwe Alliance 389 Agriflex+ VF-implementserie”, vertelt Timmer terwijl hij er één uit de opslag rolt. “Deze Alliance 750/60R30.5 heeft dankzij VF-technologie tot 15 km/u een draagvermogen van 7,1 ton bij 1,0 bar. Dat is ongeveer een derde meer dan een vergelijkbare traditionele implementband. Een tandemstel kan op 1,0 bar dus ongeveer 28 ton hebben. Bij 40 km/u is de band vrijgegeven voor 5,6 ton per band, dus 22,5 ton per tandemstel.


Op 2,0 bar heb je het maar liefst over ruim tien ton per band tot 25 km/u en 35,6 ton per tandemstel bij 40 km/u.” Dat is overbemeten ruim en nog altijd een winst van circa 2,0 bar ten opzichte van de alom gangbare veilige bandenspanning van circa 4,0 bar die in de praktijk wordt aangehouden voor implementbanden”, aldus Timmer. Hij geeft aan dat er voor het goede resultaat dan eigenlijk wel een luchtdrukwisselvoorziening moet komen. “Gebruikers zullen bij gangbaardere kleinere 22,5- en 26,5-inchmaten niet wegkomen met 1,0 bar bij transportwerk met 40 km/uur. Die gaan naar een veilige 2,0 tot 2,8 bar. Als je dat aanhoudt zonder drukwisselsysteem in het veld zit je te hoog, maar ook dan boek je ten opzichte van de gangbare 4,0 bar toch een forse winst”, stelt Timmer vast. Hij geeft aan dat Alliance nu al zes maten 398 Agriflex+ VF-implementbanden heeft, vanaf de maat 560/60R22.5. “Allemaal 22,5- en 26,5-inch-banden, waarvoor in verhouding van de grootte hetzelfde verhaal geldt. Een 650/55R26.5 VT is bijvoorbeeld vrijgegeven voor een belasting van 5,1 ton bij 1,0 bar en 15 km/u. Naast de trekker naar een bandendrukregelsysteem voor werktuigen is ook een forse stap die moet worden gezet.”

Vanuit de markt Timmer baseert zijn bewering niet alleen vanuit het feit dat Bohnenkamp de Alliances vermarkt. “Wij leveren in Duitsland nagenoeg alle merken, maar dan wel met de nadruk op BKT, Alliance en Nokian”, vertelt hij. We zien ook andere merken in de opslag, zoals Trelleborgs, Vredesteins en zelfs een flinke voorraad van de bekende Michelin 24R20.5-XS-banden. In totaal liggen er zo’n 1,4 miljoen banden in de opslag en worden er per dag zo’n 8000 pikorders verwerkt. Timmer refereert aan de vele fabrikanten van getrokken werktuigen waaraan Bohnenkamp direct voor de eerste montage levert. Dat is zijn werk als hoofd eerste montage OEM (fabrikanten). “Dat varieert van de gangbare bandenmerken tot specifiek volgens eigen wensen op maat en onder eigen merknaam”, aldus Timmer. De speciaal ontwikkelde banden van de spuiten zaaimachinefabrikanten met eigen merknaam zijn hiervan sprekende voorbeelden, maar ook implementbanden voor een fabrikant, voorzien van eigen logo. Samen met fabrikanten, scholen en instituten verricht Bohnenkamp diverse onderzoeken om tot de juiste keuzes te komen. Zo is er voor de Alliance VF-implementband ook het nodige veldonderzoek verricht naar het effect van deze banden. ”Diverse fabrikanten zijn geïnteresseerd en monteren nu al de Alliance-VF implementbanden op hun demomachines om zo beter te presteren”, zegt Timmer. “Daar begint het op te komen.” Timmer geeft aan dat die onderzoeksresultaten in feite heel simpel samen te vatten zijn: een derde minder bodemdruk, dus navenant minder insporing en een lager brandstofverbruik. Hij refereert direct aan een in de praktijk uitgevoerde

voetprintvergelijking. “2200 vierkante centimeter voor de Alliance 380 versus 3600 vierkante centimeter voor de 389 VF bij gelijke last en gelijke bandenspanning”, legt hij uit. Het meest sprekend in dit verband vindt Timmer de snelle acceptatie van VF-cultuurbanden voor spuiten. ”Logisch, want dit is het voertuig waarmee je meermalen door hetzelfde spoor moet, onafhankelijk van de weersomstandigheden. We zien dat een spuitfabrikant na testwerk zijn getrokken en zelfrijdende spuiten nu al standaard levert op IF-banden. Dan gaat het snel.”

Ook zelfrijders Bij zelfrijders zie je volgens Timmer al dezelfde trend. Vanwege de vraag naar een steeds grotere capaciteit is al een flinke slag gemaakt met IF- en VF-banden. Ook deze trend zal zich volgens Timmer doorzetten, waarbij de volgende stap zal zijn om efficiënter en bodemvriendelijker te werken met lichtere machines. Hoe groter en sterker de banden, hoe groter de machines dan kunnen zijn. “Ook daar lopen vanuit ons bedrijf diverse onderzoeksprojecten samen met onder andere BKT en machinefabrikanten om hierin stappen te zetten. Die informatie komt pas vrij als de banden beschikbaar komen. Ook hier gaat echt nog het nodige gebeuren.” Timmer laat doorschemeren dat er voor de grote zelfrijders, zoals mestvoertuigen, een groeiende belangstelling is voor de 1250/50-band. “Met die grootte wordt weer een flinke stap gezet, mits het de fabrikanten lukt de machines binnen de toegestane breedte te houden. Al zijn er ook alternatieven denkbaar in de vorm van dubbele 600-VF-banden of 1000/1050-oplossingen”, vertelt hij. Allemaal hebben ze als doel de machines bodemvriendelijker te maken met behoud van capaciteit. Dat is volgens hem rechtstreeks vergelijkbaar met de stappen die met de zware trekkers van 221 tot 294 kW (300 tot 400 pk) en meer de afgelopen jaren zijn gezet. “Zonder VF zouden die trekkers niet kunnen presteren wat ze nu doen. Die gedachtenstap moet bij aanhangers ook worden gemaakt.” De reacties van sceptici zijn Timmer ook bekend. “Natuurlijk zijn ze duurder, reken zo’n tien tot vijftien procent ten opzichte van de gewone implements in dezelfde maat, maar waar hebben we het over op aanhangers of getrokken werktuigen van een halve ton tot zelfs tonnen in het geval van zelfrijders?”, vraagt hij zich af. Het gaat er volgens Timmer vooral om dat de bekende onderzoeksresultaten, zoals minder bodemverdichting, een lager brandstofverbruik en een grotere oogst, goed worden uitgelegd. “Dan gaat het snel met de intrede van VF-implementbanden, net zoals we gezien hebben met de acceptatie van IF- en VF-technologie op trekkerbanden.” TEKST: Gert Vreemann FOTO: Vreemann, Bohnenkamp

GRONDIG 7 2018

51


ATH Verzilver die stilstaande machine

ondernemen met

vaktechniek

Nederlandse tweedehands is gewild in Oost-Europa Van jong gebruikt tot roestige oldtimer: ‘alles heeft waarde’, is het motto bij Troostwijk Auctions. Sinds het veilen zich heeft verplaatst naar het internet is het gemakkelijker geworden om serieuze kopers te bereiken. We vroegen Stef Hooijman naar de trends en welke machine nu juist goed te verkopen is. Draaide het veilen vroeger vooral om verkoop bij faillissement, tegenwoordig is het veel gebruikelijker om inventaris te veilen. Dat kan zijn bij overname of om flexibeler op tijdelijk werk in te spelen. Zowel mechanisatiebedrijven, loonbedrijven als handelaren laten steeds vaker machines meeveilen, signaleert Stef Hooijman, verantwoordelijk voor de productgroep agrarisch, groen en grondverzet bij Troostwijk Auctions in Amsterdam. Het in 1930 opgerichte bedrijf houdt zich behalve met veilen bezig met waardering en advies en is van oudsher gericht op de zakelijke markt. In juni van dit jaar fuseerde het bedrijf met BVA Auctions in Amersfoort, dat vooral op de consumentenmarkt is gericht. Samen vormen ze nu het grootste online-veilingplatform van Europa. Troostwijk heeft kantoren in achttien landen en organiseert 6700 veilingen per jaar, waarvan ongeveer 170 in de agri-, groen- en grondverzethoek. Ook in september staan er weer drie grote online veilingen op de rol, bij drie loonbedrijven: Kanters, Geerts en De Beijer.

Wat heeft het online brengen van de veiling ­veranderd in de branche? “Heel veel. Wij hebben in Nederland minder een cultuur van veilen dan bijvoorbeeld in Amerika, waar je bij een dealer niet eens terecht kunt met je tweedehands materieel. Wel kennen we van oudsher de executieveilingen, in het plaatselijke dorpscafé. Eerst verkocht je je materieel aan collega’s in de omringende dorpen. Later werd dat de regio en toen heel Nederland, maar pas sinds het online gaan van de veiling kom je rechtstreeks in contact met eindgebruikers over de hele wereld. En die eindgebruiker betaalt de beste prijs.”

Er zijn talloze marktplaatsen op internet waar vraag en aanbod bij elkaar komen. Waar zit jullie meerwaarde? “Wie op zoek gaat, kan alles vinden op het internet. Marktplaats is er groot mee geworden. Maar wat doe je als je als buitenlander meer wilt weten over een machine? Dan blijkt vooral de taal vaak een drempel. En bovendien: kun je de aanbieder vertrouwen? Omdat wij in achttien verschillende landen zitten, kunnen potentiële kopers zich in hun eigen

52

GRONDIG 7 2018

taal bij ons melden met vragen over de kavels waarin ze geïnteresseerd zijn. We hebben als het ware onze achterdeur openstaan in al die landen. Wij hebben direct contact, we hanteren een standaard werkwijze en bewaken de kwaliteit van de informatie. Dat is heel belangrijk, want die boer of loonwerker uit Oost-Europa komt niet naar de kijkdagen. Verder heb je natuurlijk de dynamiek van het veilen zelf. De tijdsdruk en het overbieden komt de handel ten goede.”

Waar zitten de belangrijkste kopers? “Ruim driekwart van de machines die in Nederland worden geveild, gaat de grens over, het merendeel naar Oost-Europa. Op een typische ‘Hollandse’ veiling zijn het de boeren en loonwerkers in landen als Polen, Roemenië en Oekraïne die rechtstreeks meebieden. Grote landbouwlanden dus, met bedrijven die zich snel ontwikkelen en die behoefte hebben aan kwaliteitsmachines. Zij weten dat er in Nederland goed onderhouden materiaal te halen valt. We zijn hier trouw met het geven van beurten en als er een deuk in een spatbord komt, dan zetten we er meteen een nieuwe op. Dat wordt gewaardeerd. Het zijn vooral de specialistische machines die in Nederland blijven. Een driewielige zodenbemester, ­bijvoorbeeld, zal negen van de tien keer in ons land blijven.”

Hoe belangrijk is de staat van het onderhoud. Waar knappen kopers op af? “In principe is er overal een markt voor. Het geeft niet of er ergens een deuk zit, zolang je het als koper maar kunt zien. Je moet het vooral niet mooier voordoen dan het is. Daar hameren wij ook op bij de verkoper. Zit er ergens een defect, zet dat dan duidelijk op de foto en beschrijf wat het is. Voor elke machine, in welke staat dan ook, is een markt. Onlangs hadden we twee wat oudere, zware Fendt-trekkers uit de 900-serie met een opgeblazen motor. Laat je die hier opknappen bij de dealer, dan is dat verhoudingsgewijs veel te duur. Voor een mechanisatiebedrijf in Oost-Europa kan het echter erg aantrekkelijk zijn om flink wat uren in zo’n trekker te stoppen. Dat zijn de kopers die je voor zo’n machine wilt bereiken.”


Stef Hooijman verwacht dat het veilen blijft groeien omdat er veel meer potentiele klanten worden bereikt.

Zijn veel elektronica en moderne motoren dan een voordeel of een nadeel? “Ook daarvoor geldt: overal is een markt voor. In zijn algemeenheid zie je dat Oost-Europa steeds meer behoefte krijgt aan jonger materieel. De eisen die daar worden gesteld, gaan omhoog. Dat betekent dat oudere typen naar landen nog verder weg gaan. Soms kan nieuwe techniek een belemmering zijn; een machine met AdBlue raak je moeilijk kwijt in landen waar ze nog niet zo ver zijn.”

­ artijen gunstig. Je hebt traffic nodig. Ik vergelijk het wel p eens met onze dagelijkse boodschappen: je kunt linksaf naar de kleine buurtsuper of rechtsaf naar die grote supermarkt, met een veel breder assortiment. Meestal valt de keus op die grote supermarkt, om een aantal softe redenen: meer aanbod, leuke aanbiedingen, enzovoorts. Zo werkt het op een veiling ook. Voordeel voor de meeveilers is dat ze ook met één of twee kavels kunnen meedoen. En dat gebeurt volop: loonwerkers, mechanisatiebedrijven en ook handelaren ­maken er gebruik van.”

Hoe belangrijk zijn de kijkdagen nog? “De bezoekersaantallen nemen af. Toch houdt het voor een bepaald koperspubliek een belangrijke functie. Het gaat om sfeer en ambiance, maar ook om de machinist die op de kijkdag nog even haarfijn uitlegt hoe goed zijn machine wel niet was. Wie behalve informatie ook gevoel bij een machine wil hebben, gaat erheen.”

Hoe borgen jullie dat de beschrijvingen kloppen? “Wij rekenen drie weken na het afleveren af met de verkoper. Dat betekent dat een koper drie weken de tijd heeft om zich te melden als er wat aan de hand is. Laatst meldde zich ­bijvoorbeeld een buitenlandse koper met een kapotte versnellingsbak, een gebrek dat niet vermeld stond in de omschrijving. Op dat moment hebben wij het geld nog vast en gaan we met de verkoper in conclaaf. In dit specifieke geval zat hij fout en hebben we een regeling getroffen. We hebben daarin echter zelf ook een verantwoordelijkheid. Wij kijken niet bij elke machine onder de motorkap, maar proberen er samen met de klant wel voor te zorgen dat alle beschrijvingen kloppen.”

Kan iedereen materieel inbrengen bij een veiling en kan een klant bij bedrijfsbeëindiging het meeveilen ook weigeren? “Als de klant dat als nadrukkelijke wens heeft of het gaat om een bijzondere inventaris, dan kan dat. De klant bepaalt. In de meeste gevallen is een combinatieveiling voor alle

Wat kost veilen eigenlijk? “Boven op het bedrag dat de koper betaalt, zetten wij zestien procent; het opgeld. Daar leven wij van. ”

Hoe zorg je dat je de hoogste prijs krijgt? “Wat we doen, is altijd laag beginnen. Bijvoorbeeld tien euro. Natuurlijk heeft dat niets te maken met de werkelijke waarde, maar je wilt zo veel mogelijk mensen prikkelen. Verder is het belangrijk dat de informatie klopt en er goede foto’s zijn. Als je de hele markt van potentiële kopers bereikt, rolt daar ­vanzelf de best mogelijke prijs uit.”

TEKST & FOTO: Egbert Jonkheer

Alles heeft waarde Wie benieuwd is wat een te vaak stilstaande machine waard is, kan zich op AgroTechniek Holland met een aantal foto’s van de machine melden op de stand van Troostwijk. Een foto op een mobiele telefoon, in combinatie met een aantal gegevens zoals leeftijd, draaiuren en bijzonderheden, is voldoende om een eerste indicatie te krijgen van de waarde. Ter plaatse kan zelfs een afspraak worden gemaakt om deze in te brengen op één van de komende veilingen. Volgens Troostwijk zult u versteld staan van de waarde. Bijkomend voordeel: het geld blijft niet in de schuur staan, maar komt beschikbaar voor investeringen die rendabeler zijn.

GRONDIG 7 2018

53


De vooruitgang ervaren.

Liebherr wielladers L 526 - L 546 Brandstofbesparing tot 25 % dankzij Liebherr aandrijflijn met Liebherr-Power-Efficiency (LPE) Hoogste kieplast per ton eigen gewicht, leidend tot maximale efficiency Comfortabel en veilig werken dankzij uitstekend zicht rondom vanuit de cabine

Wynmalen & Hausmann Import N.V. Ressenerbroek 7 6666 MP Heteren Tel.: +31 26 47 90 531 E-mail: info@wynmalenhausmann.nl www.facebook.com/LiebherrConstruction www.wynmalenhausmann.nl


ondernemen met

vaktechniek

ECONOMIE

IN KORT BESTEK Onjuiste indexering gebruikt

Grondig 7 Pagina: 55 Rubriek: Economie Bijzonderheden: Standaard opmaak voor CKA

CUMELA Kompas Analyse: rentabiliteit eigen vermogen tien procent Ontwikkeling rentabiliteitskengetallen 2013-­‐2017 (%) 12,0% 10,0% 8,0% 6,0%

Ik krijg een verlenging van een raamovereenkomst voor maaiwerkzaamheden aangeboden. De opdrachtgever stelt voor om voor de indexering van de nieuwe tarieven de ­Risicoregeling GWW te gebruiken. Voor brandstof en loon worden respectievelijk vijf en twintig procent van de aan­ nemingssom gehanteerd. Klopt dat wel?

Beste aannemer,

4,0% 2,0% 0,0%

Beste Nico,

2017

2016

Rentabiliteit totaal vermogen

2015 Rentabiliteit eigen vermogen

2014

2013

Rente vreemd vermogen

Het rendement op geïnvesteerd eigen vermogen is de afgelopen jaren voor de CUMELA Kompas rentabiliteit vermogen vier tien procent cumelabedrijven flinkAnalyse: gestegen: vaneigen ongeveer procent vijf jaar geleden Het rendement op geïnvesteerd eigen vermogen is de afgelopen jaren voor de cumelabedrijven flink tot tien gestegen: procentvan het afgelopen jaar. Ook op het totaal geïnvesteerd vermogen ongeveer vier procent vijf jaar geleden tot tien procent het afgelopen jaar. Ook op het totaal g eïnvesteerd v ermogen v erbeterde h et r endement: v an 2 ,9 p rocent i n 2 013 n aar 5,7 procent verbeterde het rendement: van 2,9 procent in 2013 naar 5,7 procent in 2017. Het in 2017. Het betere rendement op het geïnvesteerde vermogen is te danken aan de verbeterde betere rendement op Bhet geïnvesteerde vermogen is te danken de verbeterde sectorresultaten. elangrijke oorzaken daarvan zijn de lagere kosten voor daan ieselbrandstof en de dalende rente. Bedrijfskundig adviseur Dieuwer Dieuwer Heins van CUMELA dat bedrijven sectorresultaten. Bedrijfskundig adviseur HeinsAdvies vanvindt CUMELA Advies hiermee een uitstekend rendement halen. “Het betekent dat bedrijven op elke honderd euro die ze vindt datinvesteren bedrijven hiermee een uitstekend rendement halen. “Het betekent dat in het bedrijf een rendement behalen van tien euro. Vergelijk dit met het rendement van 0,3 p rocent o p e en s paarrekening e n j e w eet d at d e g emiddelde o ndernemer z o g oede z aken d oet”, bedrijven op elke honderd euro die ze investeren in het bedrijf een rendement aldus Heins. De cijfers zijn afkomstig uit de kengetallenvergelijking CUMELA Kompas Analyse en zijn behalen gebaseerd van tienop euro. Vergelijk ditbedrijven met het 0,3hebben procent op een de jaarcijfers van 110 die vrendement an 2013 tot en mvan et 2017 deelgenomen. Ad Karelse, adviseur van CUMELA Advies, wijst nog op zo een goede tweede pzaken unt dat odoet”, pvalt. “In spaarrekening enbedrijfskundig je weet dat de gemiddelde ondernemer deze cijfers zien we het effect van de dalende rente. Dat resulteert erin dat bij de bedrijven de rente aldus Heins. cijfers zijnvermogen afkomstig uit van de3,8 kengetallenvergelijking CUMELA op het gDe emiddeld vreemd is gedaald procent in 2013 naar 2,6 procent in 2017. de betere resultaten en de dalende rente is de rentabiliteit van bedrijven het totaal vermogen verbeterd, Kompas Door Analyse en zijn gebaseerd op de jaarcijfers van 110 die van 2013 Dit is natuurlijk wel minder spectaculair dan het gestegen rendement op het eigen vermogen. De tot en met 2017 hebben deelgenomen. rentabiliteit op het totaal vermogen steeg van 3,8 procent in 2013 naar 5,7 procent in 2017. Het grote verschil tussen eigen vermogen en totaal geïnvesteerd vermogen kan Heins eenvoudig verklaren. “Ongeveer twee derde van het vermogen is vreemd vermogen, terwijl ongeveer een derde Ad Karelse, bedrijfskundig van CUMELA Advies, nog op eenvoor tweede eigen vermogen is. Het vadviseur erbeterde resultaat zorgt er dankzij het hwijst efboomeffect echter dat het p het eigen vcijfers ermogen zien toeneemt. at bewijst dat van het aantrekkelijk is om rente. te investeren punt datrendement opvalt. o“In deze we Dhet effect de dalende Datin uitbreiding als het bedrijfsresultaat positief is.” resulteertDe erin dat bij dejaar bedrijven de rente het gemiddeld vreemd vermogen is afgelopen twee is het rendement sterk op toegenomen doordat het bedrijfseconomisch is verbeterd, zo stellen eins procent en Karelse. in “In 2017. 2017 was dat zelfs vier procentpunt beter gedaald resultaat van 3,8sterk procent in 2013 naarH2,6

Door de betere resultaten en de dalende rente is de rentabiliteit van het totaal vermogen verbeterd, Dit is natuurlijk wel minder spectaculair dan het gestegen rendement op het eigen vermogen. De rentabiliteit op het totaal vermogen steeg van 3,8 procent in 2013 naar 5,7 procent in 2017. Het grote verschil tussen eigen vermogen en totaal geïnvesteerd vermogen kan Heins eenvoudig verklaren. “Ongeveer twee derde van het vermogen is vreemd vermogen, terwijl ongeveer een derde eigen vermogen is. Het verbeterde resultaat zorgt er dankzij het hefboomeffect echter voor dat het rendement op het eigen vermogen toeneemt.” De afgelopen twee jaar is het rendement sterk toegenomen doordat het bedrijfseconomisch resultaat sterk is verbeterd, zo stellen Heins en Karelse. “In 2017 was dat zelfs vier procentpunt beter dan in 2013, te danken aan de lagere rente en sinds 2015 de dalende kosten voor brandstof. Vorig jaar kwam daar nog een verbetering van de bruto marge bij.” Of dat dit jaar weer haalbaar is betwijfelen beide adviseurs. “Niet alleen stijgen de kosten voor brandstof, door de droogte staat ook de bruto marge bij de agrarische loonbedrijven onder druk. Dat zal zeker dempend werken.” Wilt u weten hoe uw kengetallen zijn, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELA Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op met één van de bedrijfskundig adviseurs, uw bedrijvenadviseur, de infolijn op (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.

Uw opdrachtgever maakt strikt genomen drie fouten. Aller­ eerst gebruikt hij de Risicoregeling GWW niet zoals deze is be­ doeld. Als in het RAW-bestek artikel 01.04.02 is opgenomen, is deze namelijk bedoeld om voor dit maaiwerk met terug­ werkende kracht de brandstof- en loonkosten te verrekenen. Verder zijn de genoemde percentages voor brandstof en loon voor maaiwerkzaamheden te laag. Ten slotte kan voor infla­ tiecorrectie voor een nieuwe contractperiode jaarlijks gebruik worden gemaakt van de CBS-GWW-index. Die corrigeert wel voor alle kostencomponenten. Mijn advies is om per gefac­ tureerde betalingstermijn het te verrekenen bedrag dat u volgens de risicoregeling achteraf in rekening mag brengen te berekenen. Let op, want het kan ook een terugbetaling be­ tekenen! Bereken de loon- en brandstofkosten conform res­ pectievelijk 01.04.03 en 01.04.04 van de RAW-standaard 2015. Indices Risicoregeling GWW Januari Juli 2016 2016 Loon­ 175,9 178,1 kosten Diesel 196,1 214,6 Bron: CROW

Januari 2017 179,4

Juli 2017 180,9

Januari 2018 184,5

233,9

221,2

242,0

Maak bezwaar tegen de gehanteerde te lage percentages in de Risicoregeling GWW en doe op basis van uw eigen kostprijs een nieuw voorstel. Spreek voor de contractverlenging af dat er jaarlijks een infla­ tiecorrectie plaatsvindt conform de RAW-standaard 01.21.10 op basis van de CBS-GWW-index 42/43. CBS-GWW-index (2010 = 100) Deel­gebied Januari Juli 2016 Januari 2016 2017 42/43 GWW 102,9 105,5 108,2 Bron: CBS

Juli 2017 Januari 2018 106,9 110,3

Meer informatie vindt u op www.crow.nl en statline.cbs.nl.

Nico Willemsen beleidsmedewerker GWW

GRONDIG 7 2018

55


ondernemen met

cumela

CUMELARIA

100 PROCENT GESLAAGDEN OP CLUSIUS Het was zweten voor 23 studenten van het Clusius Collega in Hoorn op 17 juli. Niet vanwege examens, verslagen of repetities, maar vanwege de hitte tijdens de diploma-uitreiking. Aan tien leerlingen werd op die dag het diploma Loonwerk niveau 2 uitgereikt en maar liefst dertien leerlingen namen het diploma Loonwerk niveau 3 in ontvangst. De twee leraren en mentoren, Arend-Jan van Splunter en Rob Gravemaker, spraken de jongens, hun ouders en andere belangstellenden toe met een fotopresentatie en een verhaal over hun carrière op school en op de verschillende stagebedrijven. Naast het welverdiende diploma en de bloemen ontvingen de geslaagden van bedrijvenadviseur Ada Kieft een tas met onder andere informatie over de cumelasector en een exemplaar van het vakblad Grondig. Een aantal van deze leerlingen gaat verder met een vervolgstudie en een aantal van hen heeft inmiddels werk gevonden in de cumelasector.

VERHEIJ BOUWT GASLOOS In Sliedrecht is Verheij deze zomer gestart met de bouw van een nieuw bedrijfspand. Dat is noodzakelijk omdat het bedrijf sinds de bouw van het huidige pand achttien jaar geleden is vervijfvoudigd in omvang. Daar was destijds bij de bouw niet op gerekend en dus komt er nu een nieuw pand. Volgens directeur Dick Verheij straalt dit uit waar het bedrijf voor staat: praktisch en transparant. Het gebouw wordt gebouwd volgens de nieuwste inzichten en is dus gasloos en voorzien van een dak met zonnepanelen. Desondanks krijgt het een uitstraling die past bij de polder, met een mooie centrale ligging op de kavel en van alle kanten goed bereikbaar. Begin juli werd de eerste paal geslagen door algemeen directeur Dick Verheij en zijn jongste zoon Daniel, daarbij gadegeslagen door het personeel, hun partners en kinderen en de familie Verheij.

VOLLE AGENDA EN VOLLE BAK Hoewel veel grondroerders momenteel een volle agenda hebben, was het in juli volle bak bij loonbedrijf Rob Cobben in Geulle. Daar was een voorlichtingsbijeenkomst voor leden en potentiĂŤle leden over de nieuwe Richtlijn zorgvuldig grondroeren en de praktische toepassing daarvan. Doel was vooral om duidelijk te maken dat het natuurlijk nog steeds de graver is die schade veroorzaakt, maar dat de verantwoordelijkheid in de gehele keten ligt, dus ook bij de opdrachtgever, de ontwerper, de netbeheerder en de (hoofd)aannemer. De boodschap aan de aanwezigen was duidelijk: iedereen moet zijn eigen verantwoordelijkheid nemen en daarbij de ander aanspreken op zijn gedrag als dat nodig is. Op die manier kan zorgvuldig worden gegraven en worden stilstand en schades voorkomen. Natuurlijk was CUMELA Verzekeringen ook aanwezig om uit te leggen waarom ook bij de nieuwe richtlijn een goede verzekering van groot belang is om te voorkomen dat een schade (grotendeels) voor eigen rekening van de grondroerder komt. De verzekeraar bood ook een hapje en een drankje aan, zodat er voldoende gelegenheid tot uitwisseling van informatie en contacten voorhanden was.

56

GRONDIG 7 2018


IJSJES VAN STAAD Doosan-dealer Staad verraste zijn klanten deze zomer met gratis ijs, als zij zich tenminste hadden aangemeld voor een bezoek op de Facebookpagina. Gedurende een week trok een ijsteam door het werkgebied om Doosan-gebruikers en anderen op de bouwplaats te voorzien van een lekker verkoelend ijsje. Bij elkaar bezocht het team ongeveer 175 machinisten op 45 locaties. Elke dag was daarbij een andere provincie uit het werkgebied van Staad aan de beurt. Achtereenvolgens werden de provincies Limburg, Noord-Brabant, Zeeland, Gelderland, Overijssel en Flevoland en Flevoland bezocht. Op de Facebook-pagina leverde het veel enthousiaste reacties op en bereikte het bedrijf bijna 52.000 mensen.

ZONNIGE ONDERTEKENING In het heldere zonlicht heeft deze zomer het CUMELA-bestuur van de provincie Brabant de integriteitsverklaring van CUMELA Nederland ondertekend. Met deze ondertekening geven de bestuurders aan dat ze beseffen dat ze met hun functie het sectorbelang dienen en dat deze taak een bijzondere verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Het onderschrijven van de integriteitsverklaring is één van de acties die is voortgevloeid uit de commotie rond de mestfraude. Meer dan de helft van de bestuurders van CUMELA Nederland heeft deze verklaring inmiddels ondertekend. De bestuurders verklaren met het ondertekenen van de verklaring onder andere ‘naar eer en geweten te zullen handelen’, als ondernemer, als bestuurder en als mens. Zo informeren zij CUMELA Nederland wanneer ze een substantiële boete opgelegd krijgen of wanneer een strafrechtelijke verdenking is ontstaan. Ze maken misstanden die ze tegenkomen in de sector bespreekbaar en spannen zich in om deze ten goede te keren. De bestuursleden zijn bereid om leden met advies terzijde te staan. Meer weten over de integriteitsverklaring? Neem contact op met uw bestuur of uw bedrijvenadviseur!

GEKRUID Identiteitsfraude En zo kan het dan ineens gebeuren dat de naam van je bedrijf en die van je medewerkers te grabbel worden gegooid als gevolg van identiteitsfraude. Na de voorjaarsvakantie werden we gebeld door een leverancier van rijplaten met de vraag waar wij zijn rijplaten hadden gelaten. Het bedrijf stond daar die ochtend om ze weer op te halen, maar helaas was er geen enkele plaat aangetroffen. Wij waren enigszins verbaasd, aangezien we doorgaans geen zaken doen met deze leverancier. Maar ja, dachten wij nog, de medewerker die tijdens onze afwezigheid de planning deed, wist dat misschien niet en had zo dit bedrijf ingeschakeld. Het zou kunnen. Dat de platen nu waren verdwenen, was echter wel bijzonder. Navraag bij de medewerker wakkerde onze onrust aan, want hij bleek niets te weten over een bestelling van rijplaten. Met een vervelend onderbuikgevoel belden we het bedrijf terug. Dat vertelde dat de bestelling wel degelijk op naam van één van onze medewerkers was gedaan. Zelf vond de onderneming het ook al wat vreemd, aangezien wij niet eerder zaken met het bedrijf hadden gedaan. Ondertussen was het ons allen wel duidelijk: hier waren foute mensen met de naam van ons bedrijf en die van onze medewerkers aan de haal gegaan. Er volgde een aangifte, heel vervelend allemaal. Vervolgens heb ik voor de zekerheid alle achternamen in berichten op social media van de afgelopen jaren verwijderd, want blijkbaar kan dit niet meer! Binnen een paar weken ontvingen wij van nog twee bedrijven een telefoontje met de vraag of we platen hadden besteld. Het bleek in beide gevallen om dezelfde locatie te gaan. Nou, niet dus! Dit keer was de naam van een andere medewerker gebruikt. Bijzonder! De maat was nu echter vol en gezamenlijk besloten we de politie in te schakelen om te kijken of we tot een set-up konden komen. Gelukkig wilde de politie graag meewerken. In een paar te leveren rijplaten werd track and trace-voorzieningen geplaatst en een paar dagen later werden de platen weer netjes volgens afspraak uitgeleverd op locatie. Nu was het afwachten. De volgende dag was het al raak. De platen werden opgehaald en vervoerd naar een loods. De politie deed een inval en nam de daders na deze heterdaad mee. Gelukkig zijn deze heren gepakt. Het waren bekenden van de politie. Hopelijk is het met deze arrestatie nu afgelopen en kunnen wij ook weer met een gerust hart ergens rijplaten huren. Inmiddels lopen deze heren helaas weer vrij rond; via via weten wij wie het zijn. Onze namen zijn gelukkig echter weer gezuiverd!

Gretha Toering Toering Loon- en Grondverzetbedrijf

GRONDIG 7 2018

57


VAN BUITEN NAAR BINNEN “Opdrachtgevers en opdracht­ nemers zijn uit elkaar gegroeid”

ondernemen met

cumela

Toine Poppelaars, dijkgraaf Waterschap Scheldestromen In hoeverre is CUMELA bekend buiten de sector? Hoe kijken overheden naar de sector? Hoe gaan grote aannemers om met cumelabedrijven? Waarin kan de sector zichzelf nog verbeteren? Daar zoeken we in deze serie een antwoord op. Toine Poppelaars is dijkgraaf bij Waterschap Scheldestromen en bestuurslid van de Unie van Waterschappen. “Voor beide partijen geldt: we moeten elkaar beter leren kennen.” Als dijkgraaf en als bestuurslid van de Unie van Waterschappen bent u erg betrokken bij de ­ ­cumelasector, denk ik?

Onder onze leden heerst echter nog wel eens de gedachte: laat ik maar niet te veel zeuren, anders beland ik onder aan de stapel…

“Ik ken de sector persoonlijk vooral door mijn werk voor de Unie. Als bestuurslid ben ik onder andere verantwoordelijk voor de portefeuille opdrachtgeverschap/inkoop- en aanbesteding en daar komen veel cumelabedrijven voorbij. Ook als het gaat om verkeersbewegingen in het gebied van ons waterschap weten we elkaar over en weer echter te vinden. Scheldestromen is namelijk ook wegbeheerder van 4000 kilometer wegen en fietspaden. We hebben regelmatig contact als het gaat om bijvoorbeeld transportroutes of herinrichting van wegen. Moeten we een 80-kilometerweg afwaarderen naar 60 kilometer? Kunnen we een fietspad aanleggen naast een waterschapsweg of komt dan de verkeersveiligheid in het geding? We kunnen hier zelf wel tellingen uitvoeren om de drukte van het landbouwverkeer te bepalen, maar we horen het ook graag van de sector zelf. De loonwerksector ken ik als een heel diverse sector, met zowel grote ondernemingen als eenmansbedrijven. Vooral bij die kleinere bedrijven is administratief werk niet het sterkste punt. Dat is logisch, maar ook jammer, want daardoor laten ze werk liggen.”

“Zo werkt het niet. Informatie inwinnen van tevoren is prima. Wij zijn gebonden aan wet- en regelgeving en moeten bestekken, afhankelijk van de grootte, meervoudig onderhands, nationaal of zelfs Europees openbaar aanbesteden. Daarom is het juist zo belangrijk om als loonwerker in het eigen gebied extra alert te zijn bij inschrijvingen. Als er een fout wordt gemaakt bij de inschrijving kan het zijn dat uiteindelijk een concurrent uit een ander gebied het werk krijgt. Dat leidt soms tot scheve gezichten.”

U begint het interview al goed. Legt u dat eens uit… “Onze inkopers zien regelmatig inschrijvingen voorbij komen van loonbedrijven die niet voldoen aan de wettelijke eisen. Deze inschrijvingen worden direct terzijde geschoven. We kunnen hier geen uitzondering op maken, want wij zijn vanuit de overheid gebonden aan strikte regelgeving. Ik zou CUMELA Nederland adviseren om hierover eens een cursus of informatiesessie te organiseren. Het is zonde als een lokaal bedrijf het werk niet krijgt door een formele inschrijvingsfout. Daarnaast maken loonbedrijven nauwelijks gebruik van de mogelijkheid om vooraf informatie in te winnen. Bij elk bestek is een nota van inlichtingen beschikbaar en ook kan er worden gebeld voor meer informatie. Misschien is het onbekend of heeft de desbetreffende ondernemer geen tijd, maar door extra informatie in te winnen, kan worden voorkomen dat een inschrijving om een pietluttige reden terzijde wordt geschoven.”

58

GRONDIG 7 2018

Maar selecteert de overheid niet gewoon op de laagste prijs? “We kijken niet alleen naar de prijs. In de huidige wetgeving zijn we als waterschappen verplicht aan te besteden op prijs én kwaliteit. Zaken als dienstverlening, duurzaamheid, innovatie en omgevingsbewustzijn spelen ook een belangrijke rol. Zo is dat laatste voor ons van groot belang. Een ondernemer die het gebied kent, heeft een streepje voor. Wij hebben er baat bij als de opdrachtnemer servicegericht is. Burgers klagen wel eens over bepaalde werkzaamheden of omleidingen. Die klachten komen dan bij ons terecht. Als een loonwerker of aannemer direct met die burger kan communiceren, scheelt dat ons een hoop werk. Het bedrijf zou voor ons het eerste contact naar de burger toe moeten zijn. Gelukkig gebeurt dat in toenemende mate.”

CUMELA Nederland heeft zich onlangs aangeslo­ ten bij een samenwerkingsverband van de Unie van Waterschappen en een aantal brancheorgani­ saties (Samenwerking Waterschaps Werken), die in gezamenlijkheid een visie op het verbeteren van de samenwerking tussen de waterschappen en de be­ drijven in de waterschapsmarkt hebben opgesteld, de Marktvisie. Kunt u uitleggen waar dat over gaat? “Het uitgangspunt in de Marktvisie is ‘Van contract naar contact’. We willen hierin werken aan een professionele manier van opdrachtgever- en opdrachtnemerschap, waaronder het werken


Wie is Toine Poppelaars? Vanuit zijn functie als Statenlid kwam hij in 1999 in Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland. Daar was hij verantwoordelijk voor de terreinen financiën, landbouw, visserij, aquacultuur en infrastructuur. “Ik hield me bezig met landbouwroutes en herinrichting van wegen. Daar kwam ik voor het eerst in contact met CUMELA Nederland. Ik dacht de loonwerkerssector eerst te kunnen scharen onder ZLTO, maar het bleek toch een heel andere sector te zijn.” In 2010 werd Poppelaars dijkgraaf van het waterschap Scheldestromen. Sindsdien is hij onder andere verantwoordelijk voor de portefeuille inkoop- en aan­ bestedingsbeleid. Ook is hij bestuurslid van de Unie van Waterschappen.

aan vertrouwen, maar ook aan een gezonde markt en samenwerking in de keten. Vroeger werden werkzaamheden vooral één op één gegund aan dezelfde groep aannemers en loonwerkers, maar dat kan met de huidige regelgeving niet meer. ­Opdrachtgevers en opdrachtnemers zijn daardoor uit elkaar gegroeid. Het marktvisietraject moet ervoor zorgen dat we ­elkaar weer weten te vinden en te begrijpen.”

andere bedrijf. De overheid zorgt voor te veel papierwerk, ­stellen ze. We moeten er dus niet in doorslaan.”

Is die Marktvisie bedoeld om die kloof te dichten?

Wat kan de sector doen om zich meer te profileren?

“Ja en daarom zijn wij erg blij dat CUMELA zich hierbij heeft aangesloten. De loonwerksector is een belangrijke sector voor ons als waterschappen en dus voor Scheldestromen. Bij alles wat met maaien, onderhoud van waterlopen, baggerwerken en infrastructurele zaken te maken heeft, spelen loonbedrijven een rol. Een ander belangrijk aspect in de Marktvisie is het meten van prestaties en het daarover met elkaar tijdens en na het werk communiceren. Als je weet hoe de ander het wil hebben, kun je daarop beter inspelen. Maar ook: wie goed presteert, heeft de keer erop meer kans om weer te worden uitgenodigd. Omgekeerd geldt dat ook: wie niet goed presteert, heeft minder kans om weer te worden gevraagd.”

“Zelf suggesties aandragen die passen in het kader van duurzaamheid, circulair en social return on investment. Dat levert meer punten op. Een aannemer die het maaisel duurzaam kan afvoeren bijvoorbeeld of die een duurzame, innovatieve werkwijze heeft, krijgt meer punten. Als waterschap kunnen en ­willen wij niet alles vooraf verzinnen. Vanuit de sector zijn innovatieve oplossingen en werkwijzen meer dan welkom. Dat gebeurt nog te weinig. Het kan echter ook aan de bestekken liggen. Die zijn vaak zo strikt geschreven dat de ondernemer niet wordt uitgedaagd om zelf met oplossingen te komen.”

Moet dat meten van prestaties ook niet gelden voor de waterschappen? Geluiden uit het cumelaveld geven aan dat het nog wel eens schort aan de kwaliteit van de bestekken... “Op ons komt ook het nodige af. De nieuwe regelgeving rondom aanbesteden is voor ons ook nog geen gesneden koek. We hebben daar mensen in moeten opleiden en trainen. Wij moeten ook leren en dat kost tijd. Vanuit de rijksoverheid krijgen wij steeds meer regels opgelegd. Laatst zijn we zelfs naar de Tweede Kamer geweest om te laten weten dat ze echt moeten stoppen met nog meer regelgeving. Laat ons aan het werk gaan. De tendens is dat iedereen maar wil dat alles duurzaam, circulair en met social return on investment moet worden uitgevoerd, maar het moet wel werkbaar blijven. Het gebeurt al regelmatig dat aannemers die de keuze hebben tussen inschrijven op een bestek van de overheid of van een ander bedrijf kiezen voor dat

Er liggen voor beide partijen dus uitdagingen. Heeft het te maken met koudwatervrees dat de contacten ver uit elkaar liggen? “Ik denk het niet. Ik noem het liever ‘onbekendheid’. CUMELAleden kunnen gerust zelf bellen met het waterschap om informatie in te winnen en misschien moeten wij meer aan marktconsulatie doen. Voor beide partijen geldt dat we elkaar beter moeten leren kennen, aan elkaar moeten wennen en contacten moeten leggen. We houden in het najaar als waterschap Schelde­stromen wederom een zogeheten marktdag. Daar ontmoeten we onze opdrachtnemers. Het is een informele dag om elkaar beter te leren kennen. Op de eerste editie waren er nog maar weinig loonwerkers aanwezig. Toch zou het van belang zijn als ze erbij zouden zijn. Door elkaar beter te leren kennen en nauwer samen te werken, ontstaat er meer vertrouwen. Daar willen we naar toe.” TEKST & FOTO: Marjolein van Woerkom

GRONDIG 7 2018

59


ondernemen met

cumela

Niet-goedgekeurde voertuigen zijn een risico Toelating van landbouwvoertuigen tot de weg Sinds 2016 moeten alle nieuwe landbouwvoertuigen zijn goedgekeurd voor toelating tot de weg. Als koper of eigenaar dient u hier bij aanschaf goed op te letten. Niet-goedgekeurde landbouwvoertuigen kunnen bij eventuele ongevallen risico’s voor ­eigenaar en leverancier geven. Op AgroTechniek Holland zullen fabrikanten en importeurs van landbouwvoertuigen hun materieel graag laten zien en natuurlijk aan u willen verkopen. Daarbij gaat het niet alleen om wat een machine op het land presteert. Belangrijk is ook dat u veilig met de trekker, kipper of getrokken werktuig over de weg kunt rijden. Wat betreft de voertuigveiligheid ligt hier nu ook een belangrijke verantwoordelijkheid bij de fabrikant, distributeur, importeur of dealer die het landbouwvoertuig aflevert. Door het ontbreken van een dekkend goedkeuringssysteem voor landbouwvoertuigen in Nederland tot 2016 had de ­koper voorheen geen zekerheid of het voertuig voldeed aan de voertuigeisen voor het rijden op de openbare weg. De verantwoordelijkheid voor de voertuigveiligheid lag bij de eigenaar of de bestuurder van het landbouwvoertuig. Een landbouwtrekker, zelfrijdend werktuig of aanhangwagen moet in Nederland voldoen aan de voertuigeisen in de Regeling voertuigen. Nieuwe landbouwvoertuigen of werktuigen bleken hier niet altijd aan te voldoen, maar dat was het probleem van de koper. Daarbij werd door leveranciers regelmatig de uitspraak “Wij maken machines voor op het land en niet voor op de weg” gehanteerd als een machine niet voldeed aan de voertuigeisen voor op de weg.

Europese Verordening 167/2013 Hierin is verandering gekomen door de Europese Verordening 167/2013. Deze regelt onder andere de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouwvoertuigen. Onder landbouwvoertuigen vallen hier landbouw- of bosbouwtrekkers (op wielen en op rupsen), landbouw- of bosbouwaanhangwagens (voor transport) en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken (getrokken werktuigen). Motorrijtuigen met beperkte snelheid, zoals zelfrijdende landbouwwerktuigen

60

GRONDIG 7 2018

en grondverzetmachines, vallen niet er niet onder. De Ver­ ordening 167/2013 is formeel op 1 januari 2016 van kracht geworden. Tot 1 januari 2018 konden landbouwvoertuigen nog onder de oude eisen van de Richtlijn 2003/37/EG op de markt worden gebracht, maar vanaf dit jaar is de nieuwe verordening volledig van kracht en moeten landbouwvoertuigen zijn goedgekeurd voor toelating tot de weg. Een Europese verordening is eigenlijk een Europese wet, die automatisch van kracht wordt in alle lidstaten. Voor bestaande landbouwvoertuigen die al voor 2018 in gebruik zijn ge­nomen, heeft de verordening geen gevolgen.

Regeling voertuigen In de Regeling voertuigen is bepaald dat voertuigen van ­onder meer de categorieën T, C, R en S, moeten zijn goed­ gekeurd voor toelating tot het verkeer op de weg. Categorieën T en C zijn landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen respectievelijk rupsen, categorie R zijn landbouw- of bosbouwaanhangwagens en categorie S zijn verwisselbare getrokken uitrustingsstukken. De goedkeuring kan bestaan uit een EU-typegoedkeuring, een nationale kleine-serie-typegoedkeuring of een individuele goedkeuring.

Goedkeuring Landbouw- of bosbouwvoertuigen die beschikken over een EU-typegoedkeuring voldoen aan de eisen van Verordening 167/2013. Deze EU-typegoedkeuring is geldig in alle EU-lidstaten. Een fabrikant laat dan een bepaald type landbouwtrekker één keer goedkeuren en kan vervolgens alle voer­ tuigen van ditzelfde type in alle EU-landen verkopen en registreren zonder aanvullende keuringen. Voor fabrikanten die grotere aantallen landbouwvoertuigen produceren, ligt een EU-typegoedkeuring het meest voor de hand. Voor voertuigen die in kleine aantallen worden geproduceerd, bijvoorbeeld bepaalde landbouwtrekkers op rupsen, landbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken, volstaat vaak een nationale kleine-serie-­ type­ goedkeuring. Bij nationale goedkeuringen moet het voertuig


Bij elk voertuig moet sinds 1 januari een verklaring voor toelating worden afgegeven.

Nieuwe getrokken werktuigen en ook landbouwaanhangwagens moeten vanaf 2018 zijn goedgekeurd voor het rijden op de weg.

voldoen aan nationale voertuigeisen. De geldigheid van deze nationale goedkeuring is beperkt tot toelating van voertuigen op het grondgebied van de lidstaat. Landbouwvoertuigen met alleen een nationale goedkeuring mogen niet zonder meer in andere landen worden verkocht. Naast de EU-typegoedkeuring of de nationale kleine-serie-typegoedkeuring kan een fabrikant of aanvrager een voertuig individueel laten goedkeuren. Elk voertuig wordt dan afzonderlijk ­getoetst aan de voorschriften.

Certificaat van Overeenstemming De vraag is nu hoe u te weten komt of een landbouwvoertuig is goedgekeurd voor toelating tot de weg. Dit wordt aangetoond door het bij het voertuig behorende Certificaat van Overeenstemming (CvO) of goedkeuringscertificaat. De fabrikant is verplicht om bij elk geproduceerd voertuig dat voldoet aan de typegoedkeuring een CvO af te geven. Dit wordt ook wel Certificate of Conformity (CoC) genoemd. Het CvO is dus het bewijs dat het voertuig een typegoedkeuring heeft. Het CvO dient u bij aankoop van uw voertuigleverancier te krijgen en moet u goed bewaren. Het CvO heeft u ook nodig wanneer u bijvoorbeeld een GV-kenteken wilt aanvragen bij de RDW. Ook staan er bijvoorbeeld een groot aantal technische gegevens op vermeld. Niet alleen op het CvO, maar ook op de constructieplaat van het voertuig zal het typegoedkeuringsnummer worden vermeld.

Individuele goedkeuring Wanneer de fabrikant kiest voor een individuele goedkeuring wordt na het verlenen van de goedkeuring door de

goedkeuringsinstantie een Individueel goedkeuringscertificaat (IGC) afgegeven. In Nederland is de RDW de enige goedkeuringsinstantie die nationale goedkeuringen voor landbouwvoertuigen mag afgeven. De RDW ziet vanaf dit jaar een toename van het aantal aangeboden getrokken landbouwvoertuigen. Er wordt vaak voor individuele goedkeuring gekozen, omdat deze voertuigen vaak worden gefabriceerd volgens de individuele wensen van de koper. Bij aanschaf van individueel goedgekeurde landbouwvoertuigen dient u van de dealer een IGC te ontvangen.

Geen goedkeuring Het blijft in Nederland nog steeds mogelijk om niet-goedgekeurde landbouwvoertuigen te verkopen en te kopen. Er is namelijk geen regi­stra­tie­systeem van landbouwvoertuigen. Hierdoor ontbreekt de koppeling tussen de goedkeuring voor toelating tot de weg en de controle op deze goedkeuring bij registratie van het voertuig. Met een registratiesysteem kunnen alleen goedgekeurde voertuigen worden ingeschreven. Zonder een registratiesysteem kan Nederland de Europees verplichte goedkeuring van landbouwvoertuig niet effectief uitvoeren en dit leidt naast verkeeronveiligheid tot concurrentievervalsing.

worden gedaan naar de toedracht. Als blijkt dat het voertuig geen goedkeuring heeft en bijvoorbeeld nog een hydraulisch eenleidingremsysteem heeft en geen tweeleidingremsysteem, zoals vanaf 2018 verplicht is, kan dit grote gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid van de eigenaar, maar ook voor die van de fabrikant of leverancier. In het ergste geval is er geen dekking door de verzekering. Dit is ook de reden dat veel fabrikanten geen landbouwvoertuigen zonder goedkeuring willen verkopen. Duidelijk is dat vanaf 2016 landbouwvoertuigen, met uitzondering van motorrijtuigen met beperkte snelheid, moeten zijn goedgekeurd voor toelating tot de weg voordat ze op de openbare weg mogen komen. Vraag als bewijs hiervoor bij aankoop om het CvO of IGC. AgroTechniek Holland is een goede gelegenheid om het met fabrikanten en leveranciers over dit onderwerp te hebben. TEKST & FOTO’S: Hero Dijkema

Grondverzet­ machines hoeven geen goedkeuring voor toelating tot de weg, wel gelden hiervoor de voer­tuigeisen van de Regeling voer­ tuigen.

Aansprakelijkheidsrisico Het is zaak dat u vanaf dit jaar goedgekeurde landbouwvoertuigen aanschaft. Doet u dat niet, dan loopt u als eigenaar van niet-goedgekeurde landbouwvoertuigen een risico. Ook de fabrikant of leverancier loopt dit risico. Wanneer het desbetreffende voertuig betrokken raakt bij een ernstig ongeval met zwaar letsel of overlijden tot gevolg, dan zal er uitgebreid onderzoek

GRONDIG 7 2018

61


ondernemen met

cumela

CUMELA.NL

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

RECYCLING EN GROENVERWERKERS MOEILIJK TE VERZEKEREN

INVOERING T-RIJBEWIJS VERBETERT VERKEERSVEILIGHEID Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft de invoering en de effecten van het T-rijbewijs laten onderzoeken en evalueren door ingenieursbureau Royal HaskoningDHV. Het onderzoek richtte zich op de vraag of het T-rijbewijs bijdraagt aan een verbetering van de verkeersveiligheid en welke aanbevelingen er aan rijopleiding en rij­examen kunnen worden gedaan. Belangrijkste conclusie: het T-rijbewijs leidt tot een verbetering van de rijbekwaamheid van bestuurders van (land) bouwvoertuigen. Het accent ligt hierbij op het veilig rijden op de openbare weg. De voertuigbeheersing van de (jeugdige) bestuurders blijkt goed te zijn, maar het verkeersinzicht is onvoldoende. Een ander belangrijk effect van het T-rijbewijs is het grotere bewustzijn bij bestuurders van de risico’s van het rijden met (land)bouwvoertuigen. Verder wordt het T-rijbewijs door partijen (verzekeraars, politie) gezien als een volwaardige rijbewijscategorie. Reden voor de invoering van het T-rijbewijs was dat het aantal dodelijke ongevallen met (land)bouwvoertuigen constant blijft (ongeveer veertien tot zestien dodelijke slachtoffers per jaar), terwijl landelijk het aantal dodelijke verkeersslachtoffers daalde. Daarbij komt dat (land)bouwvoertuigen mogen worden bestuurd vanaf zestien jaar. Dan gaat het om jeugdige bestuurders met minder rijvaardigheid en verkeersinzicht.

VEELGESTELDE VRAGEN OP CUMELA.NL: • Wat is een datalek en wanneer moet ik dit melden bij de Autoriteit ­Persoonsgegevens? •W aaraan besteedt CUMELA mijn contributiegeld? • Ik heb net een nieuwe medewerker aangenomen, maar zie me genoodzaakt hem in de proeftijd alweer te ontslaan. Hoe handel ik dat netjes af? •V al ik als zelfstandige onder de Arbowet? •H oe beloon ik een BBL’er?

62

GRONDIG 7 2018

Media als Het Financiële Dagblad en de NOS luidden de noodklok over de verzekerbaarheid van risicovolle bedrijfsactiviteiten. Ook binnen de cumelasector hebben bedrijven die recyclen of groen versnipperen hier last van. Steeds meer activiteiten gelden als risicovol en deze bedrijven kunnen nauwelijks nog een schade- of aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. Volgens de brancheorganisatie voor financieel adviseurs Adfiz zijn er ook moeilijkheden bij het verzekeren van agrarische bedrijven. CUMELA Verzekeringen sluit als tussenpersoon en volmachtbedrijf bij verzekeraars verzekeringen voor zijn klanten af. Dat wordt voor bepaalde sectoren steeds moeilijker. Volgens Ralph de Hart van CUMELA Verzekeringen zijn er verzekeraars die bijvoorbeeld geen schadeverzekeringen meer afsluiten voor agrarische bedrijven. Ook voor ondernemingen die in recycling doen, wordt het steeds lastiger om zich te verzekeren. Zo is het CUMELA Verzekeringen niet gelukt om voor een klant een nieuwbouwhal met daarin een puinbreker verzekerd te krijgen, terwijl het daarbij ging om een aannemersbedrijf dat goed bekend staat en een ruime voldoende scoort met het schade-risicoprofiel. Bedrijven die actief zijn in enige vorm van recycling of met het onderhoud van openbaar groen krijgen steeds meer last van het probleem van onverzekerbaarheid. De Hart vindt dat de verzekeraars moeten worden gewezen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het thema onverzekerbaarheid staat dan ook hoog op de agenda binnen de verzekeringsbranche. Met verzekeraars, met Adfiz en met onze samen­ werkingspartner Marsh (assurantiemakelaar) werkt CUMELA er hard aan om de risico’s van onze sector verzekerbaar te houden.

GOED NIEUWS VOOR DE WERKGEVER, NU NOG BETER! Op 13 juli 2018 publiceerden wij een CUMELA-exclusief artikel over de aangenomen wet voor het declareren van de door werkgevers betaalde transitievergoeding. Dit was goed nieuws voor de werkgevers. Bij het bestuderen van de uitvoeringsregeling rezen er wel vragen, met name op het verplicht afgeven van een arbeidsovereenkomst bij het declaratieverzoek. In de praktijk is er niet altijd een arbeidsovereenkomst als document beschikbaar, zeker niet als de werknemer al langere tijd in dienst is. Jacqueline Tuinenga, adviseur personeelsmanagement van CUMELA Advies, heeft daarover via VNO-NCW vragen gesteld aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Naar aanleiding van haar vragen is de ontwerpregeling aangepast! Het aantonen van ‘een arbeidsovereenkomst’ is nu vrij. Dit kan dus bijvoorbeeld ook worden aangetoond door een jarenlange loonadministratie. Een belangrijk succes voor CUMELA Nederland. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat door het ontbreken van een schriftelijke arbeidsovereenkomst een werkgever de declaratie zou mislopen.


VOORZITTER Maandelijks op deze plaats een column van één van de voorzitters van CUMELA Nederland. Deze editie Herbert van Regteren voorzitter Jongerenbestuur.

De medaille heeft twee kanten WETHOUDER LAARBEEK RIJDT MEE MET GRASHAKSELAAR Wethouder Ria van der Zanden en beleidsmedewerker Frans Vlemmix van de gemeente Laarbeek zijn op werkbezoek geweest bij Leenders Loonen Grondverzetbedrijf in Mariahout. Cumelaondernemer Freek Leenders had hen daarvoor uitgenodigd. Samen met Leenders stapten de wethouder en haar collega op de hakselaar. De achtergrond van de uitnodiging door Leenders is het overleg dat brancheorganisaties ZLTO Laarbeek en ­CUMELA Nederland met gemeente Laarbeek hebben. Dit overleg staat in het teken van samen veilig gebruik maken van de openbare weg door landbouwverkeer, fietsers en overige verkeersdeelnemers. Wethouder Van der Zanden: “Zelf ervaren geeft een betere en realistischer kijk op de problemen van zowel landbouwverkeer als de overige weggebruikers. Daarnaast is het goed om te zien dat ‘de branche’ serieus bezig is om overlast van landbouwverkeer te beperken en te stroomlijnen. Met goede, begaanbare wegen voor landbouwverkeer in het buitengebied kan namelijk worden voorkomen dat landbouwverkeer door de kernen moet of gebruik moet maken van drukke doorgaande wegen.” [foto: Wethouder]

OOK OP CUMELA.NL: • Subsidieregeling DAW loonwerkbedrijven Gelderland 2018 • CUMELA Nederland sluit aan bij Toolbox Emissiebeperking • Overzicht driftreducerende technieken (DRT) gewijzigd • Private aanvulling op de WW en WGA advertentie

Het is droog in Nederland. Weerrecords sneuvelen, sinds 1976 is het niet meer zo droog geweest. Het is zo droog dat zelfs het onkruid niet meer goed wil groeien en de Zwarte Cross een oase van stoffigheid was. Er worden de komende dagen regenbuien voorspeld, maar dat is op de korte termijn niet voldoende om het neerslagtekort van 300 millimeter (begin augustus) aan te vullen. Je hoort boeren, waterschappen en waterleidingmaatschappijen allemaal de noodklok luiden. Het valt op dat cumelaondernemers in mindere ­tijden vaak met creatieve oplossingen komen. Zo wordt bemestingsapparatuur omgebouwd tot beregeningsmachines en worden dijken besproeid met baggerboten. In deze droge tijden wordt er toch nog omzet gegenereerd. Op deze ­manier leveren CUMELA-leden een bijdrage om de schade te beperken. Ik hoop voor de boeren dat het najaar niet te nat wordt en dat de gewassen met een lage opbrengst met een redelijke inspanning te oogsten zijn. Overigens is het een jaar vol ­tegenstrijdigheden. Waar in de agrarische sector de opbrengsten tegenvallen, is dit niet het geval in de toeristische sector in Nederland. Voor de laatstgenoemde sector in eigen land is dit jaar een enorme opsteker. Door de goede langetermijnvoorspellingen kozen mensen sneller voor een vakantie in eigen land. Zo zie je maar, bij regen of zinderende hitte, het is altijd goed voor iemand. De medaille heeft twee kanten. In deze droge zomer is het jongerenbestuur alweer bezig met de organisatie van onze bijdrage aan de Inspiratiedagen 2019. De uitdagingen die de sector de afgelopen maanden heeft ondervonden, bieden voldoende inspiratie voor een verrassend thema van de wintereditie van de Jongeren­ dagen. We hebben als bestuur besloten om dit jaar weer aan te sluiten bij de Inspiratiedagen. Junior en senior ontmoeten elkaar tijdens het informele programma op dag één en de workshops op dag twee. Door de combinatie met de Inspiratiedagen ontstaan er boeiende gesprekken en nieuwe ­inzichten tussen deelnemers. We verwelkomen je graag in de tweede week van 2019. Wij beloven er weer een mooi programma met een verrassend thema van te maken en hopen je graag te ontmoeten.

Herbert van Regteren Voorzitter jongerenbestuur CUMELA Nederland

GRONDIG 7 2018

63


ondernemen met

cumela

Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl

TOOLBOX Hoe kan de werkgever schade voorkomen? Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting De oorzaak van schade ligt vaak in het gedrag van de veroorzaker. Het is voor een medewerker gemakkelijk om zich te beroepen op omstandigheden, tijdsdruk of wat andere mensen doen of nalaten, maar wat kan een medewerker zelf doen om schade te voorkomen? En hoe hun je hem als werkgever of leidinggevende daarbij ondersteunen?

GOED VOORBEELD DOET VOLGEN Stel jezelf de vraag wat voor een soort bedrijf je wilt zijn en breng dat eenduidig op je medewerkers over. Zorg dat leidinggevenden en senior-medewerkers met je op één lijn zitten. Waarop worden mensen wel of niet aangesproken? Waarvoor geef je complimenten of een beloning? Nieuwe werknemers passen zich razendsnel aan de op de werkvloer geldende gedragsnormen aan en verdienen speciale aan­ dacht. Ze doen wat de baas doet, niet wat de baas zegt. Zorg dus voor een goede inwerkperiode en koppel hen daarbij aan een collega die het juiste voorbeeld geeft.

IS EEN MEDEWERKER TOEGERUST OM SCHADE TE VOORKOMEN? • Heeft hij de kennis en vaardigheden om de werkzaam­ heden goed uit te voeren?

• Is de juiste instructie gegeven en beschikt hij over de juiste informatie en middelen? • Wat is de afspraak als hij er niet (goed) uitkomt en komen beide partijen die afspraken na? • Luister naar je mensen, neem hen serieus en doe iets met hetgeen zij aangeven. • Ga over waargenomen gedrag in gesprek en spreek waardering uit als dat kan.

ZORG DAT U OVERZICHT HEEFT OVER (BIJNA-)SCHADES • Maak een procedure voor het melden van (bijna-)schades en houd je daaraan. • Geef duidelijk aan wat je van medewerkers verwacht bij een schade en zorg dat de juiste middelen voorhanden zijn. • Maak iemand verantwoordelijk voor het registreren en bijhouden van schades. • Probeer verbanden tussen de schades inzichtelijk te maken door oorzaak, veroorzaker, schadedatum, uitge­ voer­de werkzaamheden, project en dergelijke te regi­ streren. • Analyseer met enige regelmaat de schades en roep daarbij eventueel de hulp in van CUMELA.

ZORG DAT MENSEN ELKAAR KUNNEN AANSPREKEN OP WERK EN GEDRAG • Maak schadecijfers inzichtelijk voor medewerkers via het bedrijfsblad of iets dergelijks.

• Organiseer toolbox- en andere personele bijeenkomsten. • Houd individuele gesprekken met medewerkers, bijvoor­ beeld naar aanleiding van een schade.

• Besteed structureel aandacht in functioneringsgesprekken of andere periodieke gesprekken.

Alle toolboxen zijn ook digitaal te gebruiken via de Veilig Vakwerk-dienst. Ga voor meer informatie naar www.veiligvakwerk.nl.

64

GRONDIG 7 2018

Het belangrijkste is dat je consequent bent in het waarderen en belonen van het juiste gedrag en dat je opkomt voor de medewerkers die dergelijk gedrag vertonen, ook en juist als daar weerstand tegen komt. Tolereer geen onveilig gedrag en accepteer aangedragen excuses niet.


Verbond van Verzekeraars

Copyright© CEA 2001

AANRIJDINGSFORMULIER 1. Datum aanrijding

Tijd

2. Locatie:

Plaats: ..............................................

3. Gewonde(n), ook licht gew.

5. Getuigen: naam, adres, tel.

Materiële schade*

andere voertuigen dan A en B

Ja

Nee

ja

nee

Land: ...................... Straat: .............................................. 4.

LEREN DOOR TE ­MELDEN: HELP JE MEE?

Blad 1/2

Nee

Ja

12. TOEDRACHT

VOERTUIG A NAAM: ...................................................................................

A

Voornaam: ..............................................................................

VOERTUIG B

6. Verzekeringnemer/verzekerde (zie verzekeringspolis)

Zet een kruis (X) in elk van de betreffende vlakjes, om de schets te verduidelijken

B

* Doorhalen wat niet van toepasing is

6. Verzekeringnemer/verzekerde (zie verzekeringspolis)

NAAM: ................................................................................... Voornaam: ..............................................................................

1 2

* stond geparkeerd/stond stil * verliet een parkeerplaats/ opende de deur

1 2

Tel. of e-mail:

3

ging parkeren

3

Tel. of e-mail:

7. Voertuig

4

reed weg van een parkeerplaats, een uitrit, een onverharde weg

4

7. Voertuig

Adres: ................................................... Postc.: ....................... Plaats: ................................................... Land: ........................

AANHANGWAGEN

MOTORRIJTUIG

Meld een bedrijfsongeval bij je Stigas-preventie­adviseur. Hij is je adviseur en géén inspecteur. Hij adviseert je en zal zijn bevindingen niet met anderen delen, ook niet met de Inspectie SZW. Aan de hand van een ongevalsana­ lyse kan de Stigas-preventie­ adviseur samen met jou kijken waar maatregelen kunnen worden genomen. Verder kan hij, in overleg met jou, de casus anoniem beschrijven en de ver­ betermaatregelen met de sector delen. Zo kan de hele sector veiliger worden.

............................................................................................................................................................................... ...............................................................................................................................................................................

andere objecten dan voertuigen

Merk, type ..............................................

Adres: ................................................... Postc.: ....................... Plaats: ................................................... Land: ........................

AANHANGWAGEN

MOTORRIJTUIG

5 was bezig een parkeerplaats, een inrit, 5 een onverharde weg op te rijden

Merk, type ..............................................

Kenteken/verz. plaat ..............................................

Kenteken/verz. plaat ..............................................

6

wilde een rotonde oprijden

6

Kenteken/verz. plaat ..............................................

Kenteken/verz. plaat ..............................................

Land van registratie ..............................................

Land van registratie ..............................................

7

reed op een rotonde

7

Land van registratie ..............................................

Land van registratie ..............................................

8

botste op achterzijde, in dezelfde richting en op dezelfde rijstrook rijdend

8

9

reed in dezelfde richting en op een andere rijstrook

9

10

veranderde van rijstrook

10

11

haalde in

11

Adres: ................................................... Postc.: .......................

12

ging rechtsaf

12

Plaats: ................................................... Land: ........................

13

ging linksaf

13

14

reed achteruit

14

8. Verzekeringsmaatschappij (zie verzekeringspolis)

NAAM: ................................................................................... Polisnr.: ................................................................................... Groene kaart nr.: .................................................................... Verzekeringspolis of groene kaart geldig vanaf ...................................... tot ........................................... Agentschap (of tussenpersoon, of makelaar): ............................ NAAM: ...................................................................................

Tel. of e-mail:

Is het voertuig all risks verzekerd? Nee Ja

15

8. Verzekeringsmaatschappij (zie verzekeringspolis)

NAAM: ................................................................................... Polisnr.: ...................................................................................

kwam op een rijbaan bestemd 15 voor het tegemoetkomend verkeer

Groene kaart nr.: .................................................................... Verzekeringspolis of groene kaart geldig vanaf ...................................... tot ........................................... Agentschap (of tussenpersoon, of makelaar): ............................

Een ongevalsonderzoek is gratis voor cumelabedrijven die bij Colland zijn aangesloten.

NAAM: ................................................................................... Adres: ................................................... Postc.: ....................... Plaats: ................................................... Land: ........................ Tel. of e-mail:

Is het voertuig all risks verzekerd? Nee Ja 9. Bestuurder (zie rijbewijs)

9. Bestuurder (zie rijbewijs)

16 kwam van rechts (op een kruising) 16

NAAM: ................................................................................... Voornaam: .............................................................................

17

Geboortedatum: ..................................................................... Adres: ................................................... Postc.: .......................

lette niet op een voorrangsteken of een rood licht

Plaats: ................................................... Land: ........................ Tel. of e-mail:

vermeld het aantal aangekruiste vakjes

17

Te ondertekenen door BEIDE bestuurders

Rijbewijsnr.: ............................................................................

Houdt geen erkenning van aansprakelijkheid in; dient uitsluitend voor het vaststellen van identiteit en feitelijke gegevens; bevordert snelle schadeafhandeling

NAAM: ...................................................................................

“EEN SCHADE KOST MEER DAN JE DENKT!” • Zie de toolbox voor de mede­

Voornaam: ............................................................................. Geboortedatum: ..................................................................... Adres: ................................................... Postc.: ....................... Plaats: ................................................... Land: ........................ Tel. of e-mail: Rijbewijsnr.: ............................................................................

Categorie (A, B, ...): ................................................................ Categorie (A, B, ...): ................................................................ 13. Situatieschets van de aanrijding .13 Geldig tot: ............................................................................... Goed aangeven: 1. wegsituatie - 2. rijrichting van voertuigen A en B - 3. hun positie Geldig tot: ............................................................................... ...................................................................................

...................................................................................

...................................................................................

...................................................................................

...................................................................................

...................................................................................

...................................................................................

...................................................................................

...................................................................................

...................................................................................

aan waar het voertuig het eerst werd geraakt.

...................................................................................

op het moment der botsing - 4. verkeerstekens - 5. straatnamen (of wegen)

10. Geef met een pijl de plaats

...............................................................................................................................................................................

10. Geef met een pijl de plaats

aan waar het voertuig het eerst werd geraakt.

............................................................................................................................................................................... ...............................................................................................................................................................................

aan voertuig A: ................................................................. ................................................................. .................................................................

............................................................................................................................................................................... ...............................................................................................................................................................................

14. Mijn opmerkingen

15.

Handtekening bestuurders

.15

....................................................................................................................

aan voertuig B: ................................................................. ................................................................. .................................................................

14. Mijn opmerkingen ....................................................................................................................

....................................................................................................................

....................................................................................................................

A

....................................................................................................... Politiestempel indien van toepassing Na ondertekening door beide partijen en na scheiding * Indien er materiële schade anders dan aan de voertuigen A of B of aan andere objecten is van de twee formulieren niets meer veranderen * toegebracht, vermeld dan naam, adres, etc. van de eigenaren; gebruik eventueel vak 14, zie boven ....................................................................................................................

11. Zichtbare schade

Let op: waar je ter plaatse voor tekent, kan en mag later niet meer worden ­veranderd en dan wordt het heel lastig om te bewijzen dat het anders is gegaan.

B

....................................................................................................................

Vóór afgifte door eigen verzekerde achterzijde invullen.

versie 02/03

11. Zichtbare schade

werkers. • Imagoschade speelt een steeds grotere rol nu een foto zo is gemaakt en verhalen gemakkelijk kunnen worden verspreid via allerlei kanalen, zoals Facebook en Dumpert. • Als letsel ontstaat bij een medewerker of een ander, of iemand wordt zelfs dood­ gereden, is de psycho­logische impact voor de desbe­ tref­ fende medewerker, zijn colle­ ga’s en uw bedrijf bijzonder groot.

WAT ZIJN UW RISICO’S? Hierbij wat willekeurige schadevoorbeelden die CUMELA Verzekeringen de afgelopen jaren heeft behandeld. • Brandschade loods € 1.500.000,• Fietser onder praalwagen € 400.000,• Ontplofte ligboxenstal na snijbranden boven mestkelder € 180.000,• Spuitschade pioenrozen € 100.000,• Glasvezelkabels onder water € 100.000,-

GRONDIG 7 2018

65


pagina 1 van 1

TOOLBOX Hoe kan de werknemer voorkomen?

ondernemen met

cumela

Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting De oorzaak van schade ligt vaak in het gedrag van de veroorzaker. Het is gemakkelijk om je te beroepen op omstandigheden, tijdsdruk of wat anderen doen of nalaten, maar wat kun jíj doen om schade te voorkomen?

MAAK (BIJNA-)SCHADES BESPREEKBAAR • Meld elke schade direct aan kantoor. • Zorg dat je altijd een aanrijdings- of schadeformulier bij je

WERK MEE AAN EEN OMGEVING WAARIN VEILIGHEID GEWOON IS • Geef zelf het goede voorbeeld in je gedrag, zeker aan

hebt en gebruik het. • Als er een ander bij betrokken is, let dan op wat die opschrijft en teken niet als je het er niet mee eens bent. • Maak zo snel mogelijk met je telefoon foto’s van de situatie en van de schade zelf. • Vertel eerlijk aan je baas wat er is gebeurd. Probeer aan te geven wat anders had gekund. Dat kan in de voorbereiding zitten of in de spullen waarmee je werkt, maar ook in je eigen gedrag. Jouw baas kan wat jij vertelt gebruiken om ervan te leren, via een toolbox of door het nemen van maatregelen. Dan hoeven je collega’s niet hetzelfde mee te maken als jij.

http://budget-services.nl/wp-content/uploads/2016/09/LMRA.png 16-7-2018 nieuwe en jonge collega’s. • Spreek elkaar aan op gedrag of als je ziet dat het werk op een veiliger of betere manier kan. • Wijs elkaar op gevaren en corrigeer elkaar. Wees daarbij niet aanvallend of veroordelend, maar probeer de ander echt te helpen. Accepteer ook van anderen als ze jou aanspreken en probeer ervan te leren.

WEES GECONCENTREERD EN LAAT JE NIET AFLEIDEN • Zorg dat je voldoende uitgerust bent en neem anders rust. • Neem regelmatig pauzes. Ga daarbij ook van je werkplek vandaan, als het kan.

“EEN SCHADE KOST MEER DAN JE DENKT!” Niet alle schade is verzekerd. Als een verzekeraar een schade betaalt, geldt een eigen risico en soms gaat de premie direct omhoog. Bij meerdere ­schades zal een verzekeraar de premie of het eigen risico verhogen en soms de verzekering beëindigen. Nooit verzekerd is: • stilstand van werk, mensen en materieel; • veel papierwerk, dat wel tijd en dus geld kost; • ontevreden opdrachtgevers en ergernis bij iedereen: slecht voor de naam van je bedrijf.

ZWARE ONTPLOFFING In Diemen werd ongemerkt een mof losgetrokken, waarna het gas een weg vond naar een afgesloten ruimte. Bij het openen van de deur volgende een zware ontploffing, met meerdere doden en gewonden als gevolg. Dat wil je niet op je geweten hebben.

66

GRONDIG 7 2018

• Doe één ding tegelijkertijd, dat is vaak al moeilijk genoeg. • Gebruik je telefoon niet tijdens werkzaamheden. • Voorkom haast en laat weten als de planning niet haalbaar is. NEEM JE EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID • Werk je voor een ander, zorg dan dat je de werkinstructie begrijpt.

• Zoek het overleg en stel vragen als je iets niet begrijpt; wees zelf ook aanspreekbaar. • Kijk goed om je heen en blijf zelf nadenken. Doe niets waar je niet achter kunt staan. • Vraag hulp van anderen als dat beter is en help ook anderen als ze erom vragen. • Maak bezwaar of neem contact op met kantoor als het niet gaat zoals jij wilt dat het gaat.

TEKST: Herman Arissen, schade­behandelaar CUMELA Verzekeringen


• • • • • •

ZEER HOGE FLEXING TECHNOLOGIE VOOR DE LANDBOUWTRAILER 30% MEER DRAAGVERMOGEN BIJ NOMINALE BANDENSPANNING (2.8BAR) GELIJK DRAAGVERMOGEN BIJ 30% MINDER BANDENSPANNING GERINGE BODEMVERDICHTING SUPERIEURE INRIJDINGSBESTENDIGHEID DMV STAALGORDELS GESCHIKT VOOR ‘OFF- EN ON ROAD” TOEPASSINGEN Nederland Molcon Interwheels Zwake 5 NL-4451 HH Heinkenszand

DE EERSTE ECHTE KIPPERBAND MET

VF-TECHNOLOGIE!

T: +31 (0) 113 56 95 00 F: +31 (0) 113 56 36 23 E: sales.nl@molconinterwheels.com

www.molconinterwheels.com

BEZOEK ONS OP ATH BIDDINGHUIZEN STAND W8/VELD D W W W . L M C G E N N E P. N L

www.lmcgennep.nl Locatie: Landtech te Veghel

Corridor 9 • 5466 RB Veghel • T: 0413 - 211733

Kent u de meerwaarde van ruggenteelt?

voor een betere bodem Stand D 6.04 T 0546 644 866 | eversagro.nl


ondernemen met

cumela

Houd uw bedrijf op koers Heeft u inzicht in de context van uw organisatie? Inzicht in de context van de organisatie en inzicht in de behoeften van belanghebbenden worden geĂŤist in paragraaf 4 van ISO 9001:2015. Tijdens de audit zal de externe auditor ook vragen naar passende acties die moeten worden genomen in het verlengde van deze contextanalyse. Omdat hierover vaak vragen worden gesteld, bespreken wij hier de achtergronden van deze eisen en hoe daar in de praktijk mee om te gaan.

Vanaf september 2015 geldt de nieuwe versie van de ISO 9000norm. De wereld waarin bedrijven opereren, is ingewikkelder geworden dan die vroeger was. Het gaat niet meer alleen om de ondernemer en zijn klant. Er zijn allerlei andere partijen die belangen hebben en het speelveld waarin wordt ondernomen, verandert snel. De risico’s verbonden aan het uitvoeren van de werkzaamheden zijn groter geworden. Deze omstandigheden kunnen van invloed zijn op de mate waarin bedrijven in staat zijn en blijven om hun klanten van dienst te zijn. Volgens paragraaf 4.1 moet de organisatie externe en interne belangrijke punten (issues) vaststellen die van belang zijn voor haar doel, de strategische richting en de effectiviteit van het kwaliteitsmanagementsysteem. In paragraaf 4.2 staat dat de organisatie moet vaststellen welke belanghebbenden van belang zijn voor het kwaliteitsmanagementsysteem en welke eisen van deze belanghebbenden relevant zijn voor het kwaliteitsmanagementsysteem. Tot slot moet de organisatie de uitkomsten monitoren en beoordelen en passende maatregelen nemen (paragraaf 6).

Wat betekent dat voor het bedrijf? Het is goed om eens met enkele personen te brainstormen en vast te stellen in welk krachtenveld het bedrijf tegenwoordig zaken doet en welke ontwikkelingen eraan komen. Wat gebeurt er om ons heen en in hoeverre heeft dat invloed op ons werk, onze klanten en de doelen die we willen bereiken? Het samenvoegen van bestekken bij opdrachtgevers, de toenemende vraag naar GPS op de machines, de vraag naar concrete aandacht voor duurzaamheid, EMVI, MVO en SROI en de toenemende macht van hoofdaannemers: elke organisatie kan zo een eigen context bepalen. Je zou dit kunnen vastleggen in een matrix met enerzijds externe kansen en bedreigingen en anderzijds interne sterkten en zwakten. Zie het onderstaande voorbeeld van een SWOTanalyse.

68

GRONDIG 7 2018

SWOT-analyse STERKTE

ZWAKTE

Vakmanschap

Kantoorbezetting

Terreinkennis

Automatisering

Specialistisch materieel

Kennis RAW

KANSEN

BEDREIGINGEN

Grotere bestekken

Macht hoofdaannemers

Vraag naar ontzorgen

Boetebedingen Eisen opdrachtgevers

Het kan zijn dat de macht van hoofdaannemers als storend wordt ervaren, terwijl wordt verwacht dat in toenemende mate de hoofdaannemers opdrachtgever zullen worden in plaats van bijvoorbeeld gemeenten. Deze vaststelling kan tot het besluit leiden om iemand in de organisatie te laten bijscholen op het gebied van RAW-systematiek en rechten en plichten in het kader van het aanbestedingsrecht. Belanghebbenden (stakeholders) kunnen invloed hebben op de bedrijfsvoering. Daarbij kan het gaan om omwonenden die een mening hebben over het kappen van bomen, buren die last hebben van het geluid van machines, een agrarisch bedrijf waar machines worden gestald et cetera Met het nadenken over externe en interne factoren en belanghebbenden ontstaat er een beeld van de omgeving van het bedrijf. Aan de hand van dat beeld kan vastgesteld worden welke risico’s er zijn dat het bedrijf moeilijk de afspraken met de klant kan nakomen. Aan de hand van de risico-inschatting is het zaak om maatregelen te nemen en deze ook vast te leggen.


ADVIESPRAKTIJK Compensatie transitie­ vergoeding Tips van de adviseur • Plannen voor het behalen van certificaat CO2-Prestatieladder? ­CUMELA Advies ondersteunt u op praktische wijze. • Kijk op de website www.veiligvakwerk.nl voor de Veilig Vakwerk-app voor digitale werkplekinspectie en digitale toolboxmeeting. Sinds ­begin 2018 zijn deze hulpmiddelen beschikbaar tegen geringe kosten.

Het resultaat Wat levert deze analyse op? Actueel inzicht in de kracht van het bedrijf en de verwachte ontwikkelingen in de markt. Daarmee kunnen gericht sturingsinstrumenten worden ingezet om het bedrijf op de gewenste koers te houden. Door hieraan elk jaar bewust tijd en aandacht te besteden, wordt niet alleen voldaan aan een ISO 9001-eis, maar is er bovendien voor de betrokkenen duidelijk welke koers het bedrijf vaart.

Actualiteiten • Partijen grond samenvoegen mag alleen door bedrijven met certificaat BRL 9335 en erkenning Kwalibo. De controles in het land daarop nemen toe. • Laat door CUMELA Advies de Mestscan uitvoeren, zodat u weet hoe uw mestadministratie ervoor staat. • Hercertificeren voor VCA op basis van de nieuwe norm? Informeer of uw certificeringsinstantie is geaccrediteerd. • Is uw organisatie AVG-proof? Bel met CUMELA of kijk op de CUMELA­ website hoe u kunt voldoen aan de eisen van de nieuwe privacy­ wetgeving. • Nu de arbeidsmarkt krapper wordt, is het belangrijk dat uw personeel tevreden is. Wilt u weten hoe uw personeelszaken ervoor staan? Laat de P&O-scan uitvoeren door CUMELA Advies • Is uw bedrijf op financieel gebied aan het koersen of dobberen? Krijg inzicht door deel te nemen aan CUMELA Kompas Analyse, de ken­ getallenvergelijking van CUMELA Nederland

Het betalen van een transitievergoeding bij ontslag wegens lang­ durige arbeidsongeschiktheid voelt voor veel werkgevers onrechtvaardig. Dat is ook wel begrijpelijk, omdat een groot deel van het loon is doorbetaald tijdens ziekte én er kosten zijn gemaakt voor ­re-integratie. Gelukkig heeft de voormalige regering naar de werkgevers geluisterd en een wetsvoorstel gemaakt met een aangepaste vergoedingsregeling. Werkgevers die werknemers wegens lang­ durige arbeidsongeschiktheid ontslaan en daarom een transitievergoeding verschuldigd zijn, krijgen een compensatie voor het betalen van die vergoeding. Dit wetsvoorstel is op 10 juli 2018 aangenomen. De nieuwe regeling kent de volgende belangrijke uitgangspunten: • Werkgevers ontvangen compensatie voor de betaalde transitie­ vergoeding. • UWV verstrekt de compensatie, inclusief de bijbehorende uit­ voerings­kosten. • De vergoedingsregeling maakt geen onderscheid op basis van de aard van de arbeidsovereenkomst (bepaalde of onbepaalde tijd). • De regeling is toepasselijk bij eenzijdig ontslag (via UWV of kantonrechter) of ontslag in samenspraak (instemming met opzegging of beëindigingsovereenkomst). • De vergoedingsregeling bevat een aantal beperkingen voor de hoogte van de compensatie die de werkgever krijgt. Zo wordt niet meer compensatie verstrekt dan de hoogte van de transitie­ver­ goeding waarop een werknemer recht zou hebben op het ­moment dat de periode van verplichte loondoorbetaling eindigt. Ten tweede bedraagt de compensatie niet meer dan het bedrag van het ­betaalde brutoloon tijdens de ziekte van de werknemer (dus exclusief werkgeverslasten). • Een eventuele periode van een verlengde loondoorbetalingsplicht vanwege een opgelegde loonsanctie wordt niet meegenomen bij de berekening van de hoogte van de compensatie. Al op dit moment kunnen werkgevers inspelen op de verandering die gaat komen. Dat loont, met name omdat de wet terugwerkende kracht zal krijgen tot en met 1 juli 2015. Mocht u hiermee te maken hebben, dan kunt u altijd bij ons terecht voor advies.

Sander van Meer, TEKST: Ad Karelse, adviseur managementsystemen

teamleider Advies en Arbeidsmarkt

GRONDIG 7 2018

69


ondernemen met

cumela

Laat werknemers voor u kiezen Het belang van een goede arbeidsmarktcommunicatie In de huidige krappe arbeidsmarkt hebben kandidaten de luxe om te kiezen tussen verschillende werkgevers. Ze geven de voorkeur aan organisaties met een aansprekende missie en uitdagende projecten. Ze beoordelen het selectie- en wervingsproces kritisch en zullen meer respect hebben voor organisaties die eerlijkzijn in hun arbeidsmarktcommunicatie. Geen gouden bergen beloven en doen wat je zegt, is het motto. Hoe krijg je in deze tijd met moordende concurrentie op de arbeidsmarkt nog de juiste kandidaat in huis. Een belangrijke boodschap is om in elk geval authentiek te zijn. Je ziet wel bedrijven die het proberen: met fraaie vacatureteksten de ­hemel op aarde beloven voor toekomstige werknemers. Als je om je heen van mensen die het bedrijf kennen echter hoort dat ze werknemers gewoon zien als een schakel om geld te verdienen, zal dat niet werken. Met name jongeren prikken genadeloos door onoprechte verkooppraatjes heen. Die trend wordt versterkt doordat ook werkgevers tegenwoordig online-recensies krijgen. Nu loopt dit in de cumelasector nog niet zo’n vaart, maar op websites zoals het Amerikaanse Glassdoor geven werknemers een cijfer aan hun werkgever en vertellen ze over hun arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Wanneer er een te groot verschil is tussen wat organisaties beweren in hun arbeidsmarktcommunicatie en de werkelijkheid worden ze daar onmiddellijk voor afgestraft. Wees dus authentiek en eerlijk. Probeer binnen uw arbeidsmarktcommunicatie de unieke identiteit van uw organisatie over te brengen.

Soepele benadering Doordat het online regelen van allerlei zaken steeds vlotter en gebruiksvriendelijker verloopt, zijn sollicitanten gewend aan een soepele benadering en omgang met een potentiële werkgever. Wanneer ze online solliciteren, verwachten ze dat ook het sollicitatieproces persoonlijk en plezierig is, vanaf het allereerste contactmoment. Dit begint al bij een eerste bezoek aan de website. Het aantal clicks dat vanaf de homepage nodig is om een interessante vacature te vinden, moet zo laag mogelijk zijn. Richt het hele sollicitatieproces daarnaast zo in dat kandidaten een positief beeld krijgen van de organisatie. Reageer snel en wees volstrekt helder over de vervolgstappen. Maak niet alleen gebruik van e-mail, maar bijvoorbeeld ook van WhatsApp of chat(bots). Organisaties zetten steeds vaker beeld en geluid in om nieuwe medewerkers te werven. Dat is verstandig, omdat we nu eenmaal in een visueel tijdperk leven, maar ook omdat de combinatie van tekst en beeld effectiever is. Tekst en beeld spreken verschillende hersenhelften aan, zo blijkt uit onder-

70

GRONDIG 7 2018

zoek. Als je beide combineert, zal een vacature dus langer blijven hangen. Daarbij is het echter wel belangrijk om de ­organisatie echt te laten zien. Maak foto’s van echte medewerkers en schiet realistische video’s van de werkzaam­heden, uiteraard met toestemming van de werknemers.

Welk kanaal past? LinkedIn is met afstand favoriet als wervingskanaal voor Nederlandse recruiters. Hoewel het natuurlijk voor uw bedrijfsprofiel op LinkedIn goed overkomt dat u vanwege uitbreiding op zoek bent naar vakkrachten is het de vraag of u deze werknemers ook daadwerkelijk via dit kanaal zult bereiken. Laagdrempelige sites, zoals Facebook of Instagram, zijn meer passend als u op zoekt bent naar trekkerchauffeurs, machinisten of grondwerkers. Zie ook de praktijkervaring van Loonbedrijf Daamen (kader). Bent u op zoek naar een medewerker op mbo- of hbo-niveau, zoals een calculator/werkvoorbereider of een uitvoerder, dan is LinkedIn een prima medium. En niet onbelangrijk: vergeet de kracht van uw eigen netwerk niet. De meeste werknemers komen nog altijd ‘via via’ aan een nieuwe baan. Hanteer je als bedrijf een duurzaam personeelsbeleid en/of ben je als bedrijf actief om verder te komen met de CO2-Prestatieladder? Een nieuwe generatie medewerkers wil graag werken bij organisaties die werken aan een betere wereld. Binnen die bedrijven willen ze bovendien graag een belangrijke bijdrage leveren, hoe idealistisch dat ook mag klinken. Van vroeger uit waren we gewend dat medewerkers hun carrière begonnen met het uitvoeren van puur operationele taken. Pas als ze hun strepen echt hadden verdiend, mochten ze meepraten en participeren binnen het bedrijf. Een nieuwe generatie medewerkers vertrekt wanneer zij al niet vanaf het allereerste begin mogen meedenken en dit beschouwt de oudere generatie dan ook als verwend en niet loyaal. Het ‘er toe willen doen’ is echter een goede eigenschap, die je op een positieve wijze kunt benaderen. Wanneer organisaties aan die behoefte voldoen, krijgen ze er loyaliteit en gedrevenheid voor terug. Om echt aantrekkelijk te zijn, zal een werkgever een nieuwe werknemer dus vanaf het begin al de kans moeten geven deel te nemen aan uitdagende projecten, naast hun operationele taken.


ARBEIDSMARKTCOMMUNICATIE IN DE PRAKTIJK Anneke Koster, Daamen Grondverzet en Loonbedrijf BV in Kekerdom:

“Vacature geplaatst op Facebook” Binding aan de organisatie In de cumelasector wordt er steeds meer gebruik gemaakt van zzp’ers. Een flexibele schil verkleint de kans dat bedrijven bij economische tegenspoed opeens te maken krijgt met een personeelsoverschot. Bedrijven wijken echter ook noodgedwongen uit naar zzp’ers omdat de arbeidsmarkt op het juiste moment onvoldoende vakkrachten ter beschikking heeft. Het is en blijft belangrijk om ook deze krachten (zzp’ers) zoveel mogelijk aan de organisatie te binden. Dat kan deels door het bieden van een goed tarief, maar ook door het onderhouden van een goede relatie. Geef hen de kans om mee te werken aan innovatieve projecten en maak duidelijke ­afspraken per project. Omdat arbeidsmarktcommunicatie ook over de interne arbeidsmarkt gaat, is niet alleen werving een directe doelstelling, maar ook binding: binding van medewerkers aan het werk én aan de werkgever. Nieuwe medewerkers werven terwijl de achterdeur openstaat, heeft geen zin. Daarnaast vormen de eigen medewerkers de identiteit van de organisatie, die ook het uitgangspunt is voor het aantrekken van nieuw personeel. In de praktijk wordt deze doelstelling vaak weggelaten, maar het is dus van groot belang om energie te steken in het binden en boeien van eigen werknemers aan uw bedrijf.

“De laatste vacature die we hadden, hebben we eerst op Facebook geplaatst. Daar is dit bericht behoorlijk gedeeld en dat heeft ons uiteindelijk een nieuwe medewerker opgeleverd. De werknemer begint per 1 september. Hoewel je kunt zien dat bij sociale media een bericht veel wordt gedeeld en verspreid, komen er toch relatief weinig echte sollicitanten uit voort. In dit geval heb ik de kandidaat zelf gebeld, omdat ik door een vriend van hem werd gebeld van: ‘Benader hem maar eens’. Dit betekent dat social media indirect hebben gezorgd voor een nieuwe werknemer. Verder heb ik gemerkt dat je een oproep in deze branche niet te specifiek moet maken, ofwel: het is belangrijk om niet te veel eisen te stellen. Potentiële kandidaten hebben vaak te weinig zelfkennis om zichzelf goed genoeg te achten voor een functie. Het is dus belangrijk om laagdrempelig te zijn in je communicatie.”

zo’n situatie belangrijker dan ooit. In een krappe arbeidsmarkt is het namelijk een illusie om te denken dat op het moment dat uw organisatie zit te springen om een bepaald type nieuwe medewerker die ook daadwerkelijk beschikbaar is. Maak daarom echt werk van strategische personeelsplanning. Dat doet u door zo precies mogelijk in beeld te krijgen hoe de vraag naar personeel wisselt afhankelijk van de soort opdrachten. Waarvan is de personeelsvraag afhankelijk? Welke functiecategorieën zijn op welke momenten schaars? Hoe ontwikkelt de arbeidsmarkt zich? Strategische personeelsplanning vraagt om een langetermijnvisie en geen ad-hocaanpak om een vacature snel ingevuld te krijgen.

Continuproces In een krappe arbeidsmarkt jagen werkgevers op dezelfde groep vakbekwame medewerkers. Dat maakt het lastig vacatures tijdig te vervullen. Strategische personeelsplanning is in

TEKST: Marie-Jose Lamers FOTO: Grondig

De sfeer op het bedrijf en de manier waarop werknemers worden betrokken in het werk is voor veel sollicitanten belangrijk om voor een bedrijf te kiezen.

GRONDIG 7 2018

71


: S R E P M U B R E K K E TR ! P O R O O V D I E H G I L VEI

rd de o w te g o o h te is op de ju g n ti h c li r e v e d r Eldersloo Doo f van Assen VOF, rij ed nb aa Kr , m . Adrie van Asse n ie z e g r te e b r e trekk Wij rijden nu ook met een trekkerbumper: Boom Agriservices, Dussen

Wellantcollege, rijopleider, Houten

Loonbedrijf van Meurs, Zoeterwoude

John Vesters Rijopleidingen, Boekel

Gebr. Aldenzee, Deurne

Jimmink Kolhorn BV, Barsingerhorn

Loonbedrijf Dekker, Vriezenveen

Van Mourik, Beekbergen

Van Regteren groenvoorzieningen, Ruinen

Loon-, grondverzet- en transportbedrijf Luimstra BV, Surhuizum

Gubbels Agro, Broekland VOF Wilgenburg Loon- en Grondverzetbedrijf, Grootegast Loonbedrijf Kuunders BV, Deurne J. Warmerdam Agrarisch Loonwerk & Grondverzet, Hazerswoude-Rijndijk

Kraanbedrijf van Assem vof, Eldersloo Loon- en grondverzetbedrijf Van de Camp bv, Oss

Tussenstand deelnemers 500 400 378 300 200 121

30

VEILIG

(land)bouwverkeer

Van Vugt VOF, Maren-Kessel Loonbedrijf de With & Zn, Leerdam

Vergroot de veiligheid, rij met een trekkerbumper. CUMELA Nederland ondersteunt de aanschaf van 500 bumpers met een vergoeding van â‚Ź 500,-.

Kijk op www.cumela.nl/trekkerbumpers voor de deelnemende leveranciers en de spelregels en voorwaarden.


ondernemen met

cumela

Grote schade, beperkte aansprakelijkheid Het nut van algemene voorwaarden voor uw bedrijf De meerwaarde van goede algemene voorwaarden werd onlangs opnieuw duidelijk in een zaak die speelde bij het gerechtshof in Den Bosch. Het verbouwen van een loods ging niet goed en nog op de dag van oplevering stortte de loods in. Totale schade: € 177.696,39. En de aannemer? Die hoefde vanwege zijn algemene voorwaarden ‘slechts’ het offertebedrag van € 57.475,- te vergoeden. Opdrachtgever A heeft een landbouw- en loonbedrijf in het zuiden van het land. Hij teelt onder meer aardappelen, die hij opslaat in zijn loods. A is zijn verplaatsbare demontabele drukwand in de loods beu en besluit daarom een vaste drukwand met ventilatie-installatie te laten aanbrengen. Hiervoor schakelt hij aannemer B in, die twee offertes uitbrengt: € 10.285,- voor de keerwand en € 47.190,- voor de ventilatieinstallatie. Op beide offertes wordt in de voetnoot verwezen naar de algemene voorwaarden aan de achterzijde van die offertes. De offertes zijn mondeling aanvaard door A en daardoor onderdeel geworden van de overeenkomst. De aannemer gaat aan het werk en plaatst een keerwand van 4,50 meter hoog. Die is verstevigd en verankerd en steunt op enkele plaatsen tegen de kopgevel van de loods. Op 22 oktober 2012 wordt de keerwand opgeleverd en dezelfde dag nog in gebruik genomen. Gedurende de dag ontstaat er een bolling in de voorgevel ter hoogte van de bovenkant van de keerwand. Nog voor er maatregelen kunnen worden genomen, stort de voorgevel in en neemt die een deel van het dak en de zijgevels mee. De totale schade aan de loods en de kosten van wederopbouw worden begroot op € 177.696,39.

Tip In artikel 11 van de CUMELA-voorwaarden 95-2013 is ook een dergelijke beperking van de aansprakelijkheid opgenomen. Door de voorwaarden vooraf van toepassing te verklaren op bijvoorbeeld een offerte of opdrachtbevestiging én te overhandigen of te e-mailen aan de wederpartij én de wederpartij deze (stilzwijgend) accepteert, kunt ook u een beroep doen op deze beperking.

Opdrachtgever A stelt de aannemer aansprakelijk voor de geleden schade. Hiervoor moet worden getoetst of aannemer B toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van zijn overeenkomst. Het hof laat zich adviseren door experts, die stellen dat de keerwand op zich goed was opgebouwd, maar dat er een probleem zat in de sterkte en stijfheid van de kopgevel waarop de keerwand steunde. Zowel opdrachtgever A als aannemer B heeft hier geen onderzoek naar gedaan. ­Volgens het hof mocht A er echter op vertrouwen dat B, als ingeschakelde aannemer, hiervoor aandacht zou hebben. Het hof concludeert dan ook dat B ten onrechte heeft nagelaten de sterkte en stijfheid van de kopgevel te berekenen en daarom aansprakelijk is voor de schade van A.

Beperking aansprakelijkheid Vervolgens moet de omvang van de schadevergoeding van B aan A worden bepaald. In de algemene voorwaarden op de achterzijde van de offertes heeft B zijn aansprakelijkheid beperkt, namelijk door daarin te stellen dat hij nooit een hogere schadevergoeding verschuldigd zal zijn dan de overeenge­ komen tegenprestatie. Kan B zich hierop beroepen? Daarvoor wordt vereist dat bij het sluiten van de overeenkomst de voorwaarden van toepassing zijn verklaard (check: op de offerte), de wederpartij de voorwaarden heeft kunnen raadplegen (check: op de achterkant van offerte) en de wederpartij heeft ingestemd (check: mondelinge aanvaarding). Aannemer B heeft aan die eisen voldaan en kan zich dus ­beroepen op de beperking van zijn aansprakelijkheid. De ­tegenprestatie bestaat in dit geval uit het aanbrengen van een keerwand met ventilatie-installatie, tezamen geoffreerd voor € 57.475,-. Dit is dan ook het bedrag dat de aannemer moet vergoeden aan A voor de schade die hij heeft geleden door het instorten van de loods.

TEKST: Geralde van de Bunt, adviseur juridische zaken

GRONDIG 7 2018

73


ondernemen met

cumela

BEDRIJVIG

Actualiteiten • De provincie Noord-Brabant start met het netwerk landbouwverkeer. CUMELA is uitgenodigd en levert een bijdrage.

• De relatiebezoeken door bedrijvenadviseurs staan deze zomer onder andere in het teken van de AVG. De leden zijn blij met het bezoek en ervaren hoe ze hiermee aan de slag kunnen. • Marije van Beurden is per 1 september 2018 projectleider trekker­ bumpercampagne en VOMOL. Wilt u ook een project Veilig Omgaan Met Opvallend Landbouwverkeer in uw regio? Neem contact op met Marije. • Goed advies van de bedrijvenadviseur van CUMELA Nederland zorgde ervoor dat schade door mest in een sloot kon worden beperkt. Dat advies was om rechtstreeks contact op te nemen met het waterschap. Adequaat optreden van de opzichter van het waterschap en een loonwerker voorkwam meer schade. • Het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid ZuidHolland maakt een punt van nul verkeersslachtoffers. Gedrag speelt in circa negentig procent van de verkeersongevallen een rol. Over gedrag en landbouwvoertuigen vindt u alles in de e-learning op www.land-bouwverkeer.nl.

NIEUWE LEDEN De afgelopen periode hebben drie bedrijven zich ingeschreven als lid van CUMELA Nederland:

• VAN ANDEL GROEN - GROND - INFRA • AGL HOLTEN • MEERKERK AANTJES VOERTECHNIEK

De juiste openingszin Even een terugblik. Het is april 2018 en ik app mijn team be­ drijvenadviseurs. “Wie wil er op de TKD in Almere staan?” Er wordt snel gereageerd en er is meer dan voldoende animo. De be­ drijvenadviseurs houden van persoonlijk contact, staan open voor een gesprek en hopen op de beurs ook hun ‘eigen’ leden te ontmoeten. Zij houden ervan passerende bezoekers aan te spreken en te informeren en te adviseren over CUMELA Nederland. Een goede beurs met een actieve standbemensing helpt ons namelijk onze naamsbekendheid te vergroten en zichtbaar te zijn. We staan op een beurs om onszelf te ­profileren bij uw klanten. We zijn een professionele, actieve branche­ vereni­ging die de sector ondersteunt bij het professionaliseren van zijn dienstverlening en dat laten we graag zien. Het aller­belangrijkste is natuurlijk dat we u graag ontmoeten op onze beurs. Ik mocht zelf ook naar de TKD, want ook ik houd ervan. Ik ga graag met deze bezoekers in gesprek. Deze gesprekken ­leveren de bezoeker en mij kostbare informatie op. Niet-leden zijn vaak verrast door hetgeen wij als branchevereniging allemaal doen. Leden gaan graag even in gesprek over iets wat er op dat moment speelt. En wij krijgen informatie waarmee we

74

GRONDIG 7 2018

beleid kunnen maken of juist zaken in gang kunnen zetten voor u als lid van CUMELA Nederland. Maar hoe start je nu een gesprek met een nog onbekende persoon? Hoe ga je het gesprek aan met passerende bezoekers? Hoe houd je een bezoeker staande? Een aantal zinnen gebruik ik regelmatig: “Mag ik u wat vragen, ik heb advies nodig en ik denk dat u mij kunt helpen.” “Wat is voor u de belangrijkste reden voor uw bezoek aan deze beurs?” “U ziet er al uit als een lid van CUMELA Nederland, klopt dat?” “Wat is het meest innovatieve wat u op deze beurs heeft ­gezien?” “Wat brengt u hier op deze mooie beurs?” Deze vragen leiden tot boeiende gesprekken. Gesprekken met leden en niet-leden en daar ziet mijn team naar uit. Kom dus naar AgroTechniek Holland in Biddinghuizen, luister naar de openingszin en ga het gesprek aan. Wij ontmoeten u graag! Erna Berends, teamleider bedrijvenadviseurs

ZWAANSHOEK HOLTEN BRANDWIJK


10X4 VOOR HET ZWARE WERK MERCEDES AROCS 4945 - 13L 330KW - laadvermogen 31T

VELDHUIZEN bouwt voor het zware werk een 10x4 met veel reserves. Om voldoende stabiliteit te hebben tijdens het kippen zijn er af fabriek verzwaarde stabilisators gemonteerd en is het tandemstel leverbaar met veren van 36 ton. Voor het maximale wettelijke laadvermogen worden de voorassen geplaatst op 1,81 m en wordt een 10 tons as gemonteerd, zodat het ideale gewicht wordt bereikt van 49 ton. Deze originele MERCEDES as wordt mechanisch aangestuurd vanuit het stuurhuis en ondersteund door de originele MERCEDES stuurcilinder. Hierdoor ontstaat een onderhoudsarm stuursysteem met minimale storingen.

5.06 stand D

Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 |

www.veldhuizen.nl

| info@veldhuizen.nl


UITNODIGING AGROTECHNIEK HOLLAND www.rth.nl

REESINK TECHNISCHE HANDEL

WORDT

?

Reesink Technische Handel B.V. Woudhuizermark 79, NL-7325 AC Apeldoorn T +31 (0)575 59 94 69 E info@rth.reesink.nl W rth.nl

K E O BEZ OP: ONS D 4.12 STAN LD D VE


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.