‘Plezier in zwemmen voor ieder kind’ Gerichte ondersteuning bij motorische achterstanden Voor veel kinderen is leren fietsen, gooien, vangen en zwemmen een relatief moeiteloos proces. Dit geldt niet voor ongeveer tien procent van de kinderen, zij ondervinden meer uitdagingen bij het ontwikkelen van deze vaardigheden. Het gaat dan onder andere om kinderen met een motorische achterstand. Gelukkig kunnen zij met specifieke begeleiding en een gestructureerde aanpak aanzienlijke vooruitgang boeken. Ook als het gaat om het aanleren van zwemvaardigheden. Ter ondersteuning van begeleiders die werken met kinderen met ontwikkelingsachterstanden, zijn er leskaarten ontwikkeld specifiek gericht op het leerproces van zwemmen en met de focus op motoriek en gedrag. Hilde Krajenbrink is als specialist beweeggedrag verbonden aan het Kenniscentrum Sport & Bewegen. Haar doel is om alle kinderen meer en beter te laten bewegen, waarbij zij zich specifiek richt op kinderen met een motorische achterstand. “Ieder kind zou met plezier en zelfvertrouwen moeten kunnen sporten en bewegen zowel op school, in hun vrije tijd als bij een vereniging. Dit is niet alleen goed voor hun motorische vaardigheden en fysieke gezondheid, het is ook belangrijk voor de sociale ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling en mentale gezondheid. Daarnaast blijven kinderen met goede motorische vaardigeden vaak ook op latere leeftijd meer bewegen. Een goede motoriek is dus in veel opzichten belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen.”
Brede motorische ontwikkeling Hilde benadrukt daarbij wel het belang van een brede motorische ontwikkeling. “Gevarieerd bewegen is belangrijk, waarbij het positieve aspect van plezier beleven aan de activiteit niet over het hoofd mag worden gezien. Gelukkig erkennen steeds meer sportbonden dat kinderen op jonge leeftijd niet alleen specifiek voor een bepaalde sport moeten worden getraind. Het ontwikkelen
28
ZWEMBADBRANCHE
van een brede motorische basis draagt uiteindelijk ook bij aan het succes in specifieke sporten.” Ze wijst er tevens op dat er bij sporten en bewegen meer aandacht moet komen voor kinderen met een motorische achterstand. “In de afgelopen 30 jaar is de motoriek bij kinderen afgenomen, mogelijk als gevolg van bewegingsarmoede onder de jeugd. Als je merkt dat kinderen een motorische achterstand hebben, moet je als docent extra alert zijn. Kinderen meer oefentijd geven is dan niet altijd genoeg. Een motorische achterstand vraagt om gerichte begeleiding door het aanbod goed aan te passen aan het niveau van het kind en het kind te blijven motiveren.”
Leskaarten Goed ontwikkelde motorische vaardigheden zijn ook belangrijk voor het leren van zwemvaardigheden. Om te leren zwemmen moeten kinderen bijvoorbeeld in staat zijn om hun armen en benen los van elkaar te bewegen. Voor kinderen met een motorische achterstand is leren zwemmen vaak een uitdaging. Uit onderzoek van het Mulier instituut blijkt dan ook dat kinderen met een ontwikkelingsprobleem gemiddeld meer klokuren nodig hebben om te leren zwemmen