Charlotte Hoedemaekers, Netwerk Lokaal Sportbeleid Vlaanderen
De afgelopen tien jaar sloten 19 zwembaden in Vlaanderen hun deuren. Ook tijdelijke sluitingen bij gebrek aan voldoende toezichthouders komen steeds vaker voor. Wat wel doorgaat is het schoolzwemmen, maar ook dat staat steeds meer onder druk. Charlotte Hoedemaekers, projectmedewerker bij Netwerk Lokaal Sportbeleid Vlaanderen, praat ons bij over alle ontwikkelingen aan de andere kant van de grens. “We moeten van elkaar leren.”
Net als in ons land werden in Vlaanderen vorig jaar zwembaden, bezoekers en wegblijvers gevraagd naar hun ervaringen. De aandachtsgebieden waren vergelijkbaar, al was er ook ruimte voor eigen accenten. De uitkomsten van het Vlaamse publieksonderzoek zijn gebaseerd op 77 deelnemende zwembaden en waren volgens Hoedemaekers verhelderend. “We hebben nu harde benchmark cijfers in handen.” Onlangs werden de kengetallen en conclusies ook besproken met de Vereniging Sport en Gemeenten, de tegenhanger van Netwerk Lokaal Sportbeleid Vlaanderen. “We delen de zorg over de bereikbaarheid van zwembaden.”
Zwemcultuur In Vlaanderen vertoont de sportinfrastructuur al jaren een stijgende lijn, met de zwembaden als dissonant. In de afgelopen twee jaar werden maar liefst zes baden gesloten. De oorzaken zijn volgens Hoedemaekers terug te voeren op drie grote ontwikkelingen: de energietransitie, inflatie en stijgende
16
ZWEMBADBRANCHE
personeelskosten. Met als gevolg dat de afstand voor veel Vlamingen naar het zwembad groter is geworden. Nog een kengetal dat tot de verbeelding spreekt, afgezet tegen 625 publieke zwembaden in ons land telt Vlaanderen slechts 160 publieke zwembaden. “De zwemcultuur is in Nederland dieper geworteld. Ter vergelijking: het zwemmen in open water is in Vlaanderen verboden, behalve op plekken waar dat expliciet wordt toegestaan.” Hoedemaekers ziet wel een positieve ontwikkeling. “Er wordt gesproken over een versoepeling van dat verbod.” Het dalend aantal baden in Vlaanderen is voor Netwerk Lokaal Sportbeleid een punt van zorg. Het tekort aan redders (lifeguards) is zo mogelijk nog nijpender. “Het ligt niet zozeer aan de instroom voor de opleidingen. Maar veel van de opgeleide redders maken er niet hun hoofdberoep van. Ze zetten hun vaardigheden in voor bijvoorbeeld de eigen zwemclub en daar blijft het dan vaak bij.” De wetgeving inzake het toezicht in de zwembaden is in Vlaanderen tenminste zo streng als in Nederland.