Meer waardering en één CAO: ‘Als er niks verandert, gaan wij het verliezen’ Ronald ter Hoeven, directeur Sportservice Ede, ziet dat medewerkers in de zwembranche zich steeds minder gewaardeerd voelen en vindt dat een zorgelijke ontwikkeling. “Als we de kwaliteit in onze branche willen borgen, moeten we zorgvuldiger omgaan met ons menselijk kapitaal. Te beginnen bij betere arbeidsvoorwaarden.” Het was volgens hem de afgelopen jaren een ratrace van steeds maar goedkoper exploiteren, maar er zit een grens aan. “Er moet nu iets gebeuren, werkgevers en werknemers in de zwembranche moeten gezamenlijk stappen zetten om het tij te keren.” Ook in zijn eigen zwembad De Peppel merkte Ter Hoeven het ongenoegen en maakte zich daarom hard voor betere arbeidsvoorwaarden. “Onze medewerkers vallen onder de cao zwembaden en voelen zich niet voldoende gewaardeerd, daarom belonen wij de zwembadmedewerkes nu al boven de cao. Ik neem het gevoel van de medewerkers echt ter harte, ons personeel is enorm waardevol en daar moeten zij ook naar worden beloond. Enige tijd geleden zijn wij daarom met de gemeente in gesprek gegaan om te kijken naar een betere beloning. Gelukkig stond de gemeente hier heel positief tegenover en zien zij ook het belang en de urgentie.” Daarnaast ziet Ter Hoeven dat het ook cruciaal is dat mensen arbeidsperspectief hebben.” Omdat wij werken met twee verschillende cao’s, cao zwembaden en de cao sport, merken wij dat het lastiger is voor mensen om intern door te groeien. Maar om mensen te binden, is dit wel noodzakelijk. Ik heb echt respect voor collega’s die 40 jaar fulltime zwemonderwijzer of toezichthouder zijn, het is een loodzware baan. Maar dit kunnen wij niet van medewerkers verwachten en dus moet je perspectief kunnen bieden. Als je werkt met één cao
24
ZWEMBADBRANCHE
heb je meer mogelijkheden.” Ter Hoeven benadrukt ook dat de jongvolwassenen precies weten waaruit zij kunnen kiezen als het gaat om loon, waardering en doorgroeimogelijkheden. “Als er dus niks verandert, gaan wij het verliezen. Reden ook dat wij willen overstappen op een gezamenlijke cao, zo kunnen wij mensen meer uitdaging en afwisseling bieden en langer binden aan onze organisatie.” Een ontwikkeling die Ter Hoeven graag ook in de gehele zwembranche zou willen terugzien. “Er bestaan in de zwembranche diverse cao’s en dit werkt niet mee in het aantrekken en vasthouden van personeel. Dat is echt onbestaanbaar en moeten we niet willen.” Ter Hoeven realiseert zich dat dit financiële consequenties heeft, maar dat mag nu geen struikelblok zijn. “Natuurlijk kost het geld, maar we hebben ook gezien waar het toe leidt als wij blijven drukken op de exploitatiekosten. Het afgelopen coronajaar was het voor ons meer dan duidelijk, als we als branche kwaliteit willen blijven leveren en onze verantwoordelijkheid willen nemen voor de zwemveiligheid en vitaliteit van Nederland, dan moeten we stappen zetten. In de jaren 70 zijn er veel zwembaden gebouwd en hebben wij een enorme instroom gehad aan personeel, nu deze generatie uitstroomt moeten we zorgen voor een nieuwe instroom.” Ter Hoeven hoopt dat werkgevers en werknemers hierin gezamenlijk optrekken. “We moeten naar een betere waardering en één cao. Natuurlijk gaat dit niet van de ene op de andere dag, maar ik denk wel dat het kan als partijen met elkaar constructief het gesprek aangaan.” Daarnaast vindt Ter Hoeven dat wij als branche ook zeker niet moeten schuwen om de prijzen te verhogen. “Ik geloof niet dat dit op veel weerstand zal stuiten, mensen zijn echt wel bereid om te betalen voor kwaliteit. Natuurlijk moet zwemmen wel voor iedereen toegankelijk blijven. De vangnetten bij onder meer gemeenten en het jeugdfonds sport en cultuur zijn daarbij cruciaal, niemand mag buiten de boot vallen. Maar uiteindelijk zijn betere arbeidsvoorwaarden in het belang van ons allemaal, personeel én bezoekers.”
