muze actueel
Overheidsfondsen om follow-up studies uit te voeren bij adolescenten en volwassenen werden niet toegekend.
voor chronische aandoeningen, heelkundige ingrepen en opnames in het ziekenhuis. De groei vóór de puberteit was vergelijkbaar tussen beide groepen. Verder werden er geen klinisch relevante verschillen gevonden tussen beide groepen behalve een hogere bloeddruk in de ICSI-groep. N.a.v. de resultaten bij de 8-jarigen werd uitgebreid onderzoek naar risicofactoren voor hart- en vaatlijden opgestart op de leeftijd van 14 jaar en dit bij 217 eenlingen geboren na ICSI en 223 eenlingen geboren na spontane bevruchting. Aangezien bloeddruk en overgewicht het cardiovasculair risico kunnen beïnvloeden, werd de bloeddruk gemeten, zowel in rust als na een stresstest en werd de lichaamsvetmassa bepaald via het meten van lichaamsomtrekken en huidplooien. De bloeddrukmetingen van de ICSI-meisjes en -jongens
en gebruikt wordt bij volwassenen als marker voor zaadcel-
waren vergelijkbaar met de resultaten in de controlegroep.
productie. De testosteronwaarden in de ICSI-groep waren
ICSI-meisjes vertoonden een verhoogd risico op centrale,
vergelijkbaar met de resultaten in de groep van jongens
onderhuidse en totale obesitas. Bij ICSI-jongens vertoonden
geboren na spontane bevruchting. Voorts werden normale
enkel diegenen die verder pubertair ontwikkeld waren een
waarden van inhibine B bij ICSI-jongens op 8 jaar gevolgd
verhoogd risico op perifere (of onderhuidse) obesitas.
door een verwachte stijging van de waarden op 14 jaar.
De bevindingen van een iets hogere, maar nog altijd normale bloeddruk vóór de puberteit bij ICSI-kinderen en de licht
De resultaten in de kleine groep ICSI-jongens wijzen op een
toegenomen lichaamsvetopstapeling tijdens de puberteit,
normaal reproductief potentieel. Toch kon de vraag naar
vormen op zich geen onmiddellijk gezondheidsrisico. Wel
mogelijke overerving van de verminderde zaadcelkwaliteit
dienen bloeddruk, lichaamsgewicht en -vetverdeling in de
van vader op zoon via ICSI nog niet beantwoord worden.
toekomst opgevolgd te worden.
Het sperma van deze jongens kon immers nog niet onderzocht worden gezien hun jeugdige leeftijd.
ICSI-kinderen hebben vergelijkbare pubertaire ontwikkeling
Verdere opvolging noodzakelijk
Om een eventueel afwijkende seksuele maturatie en/of
De bevindingen in verband met cardiometabole risico’s en
verminderde fertiliteit op te sporen, werd de pubertaire
functie van de testis bij kinderen geboren met behulp van
ontwikkeling geëvalueerd en werd ook bij 231 jongens de
ICSI, werden niet eerder beschreven en moeten bevestigd
hormonale werking van de testis onderzocht. Pubertaire
worden door andere onderzoekers. Voorzichtigheid blijft
ontwikkeling weerspiegelt de voortplantingscapaciteit en
dus geboden wat betreft de interpretatie van deze resulta-
de evaluatie ervan is dus van groot belang voor het inschat-
ten bij de oudste groep ICSI-jongeren wereldwijd, gezien de
ten van de fertiliteit op latere leeftijd. Op 14-jarige leeftijd
beperkte groep kinderen die tot op heden beschreven werd.
was de pubertaire ontwikkeling zowel voor jongens als meisjes vergelijkbaar tussen de ICSI-groep en de controle-
In ieder geval tonen deze resultaten de nood aan van
groep. Borstontwikkeling was wel minder ver gevorderd bij
follow-upstudies waarbij men niet alleen oog mag hebben
ICSI-meisjes in vergelijking met meisjes geboren na spon-
voor de fertiliteit van de ICSI-nakomelingen zelf, maar ook
tane bevruchting.
voor hun gezondheid in het algemeen. Overheidsfondsen om verdere follow-upstudies uit te voeren bij adolescenten
Om het mogelijke risico op testiculaire dysfunctie te onder-
en volwassenen werden echter niet toegekend.
zoeken, werden twee biomarkers gemeten: enerzijds het tes-
Dit onderzoek kwam tot stand in het kader van de docto-
tosteron (het mannelijk geslachtshormoon) en anderzijds het
raatsverhandeling van dr. Florence Belva, verbonden aan
inhibine B, een eiwit dat geproduceerd wordt door de testis
het Centrum voor Medische Genetica van het UZ Brussel.
18 MUZE september 2012