UNIVERS Tilburgs Universiteitsblad - 29 november 1991 - jaargang 29 - nummer 13
Letterenfaculteit moet af van ^neo-corporatistisch' bestuur De Faculteit der Letteren moet haar op 'neocorporatistische' leest geschoeide bestuurssysteem doorbreken en ze moet zelf de verantwoordelijkheid voor het ondenA/ijs op zich nemen, in plaats van die te laten liggen bij de werkverbanden. Verder moet, zeker in de propedeuse, de alfa-tak van de faculteit meer aan bod komen. Dat zijn de belangrijkste conclusies die de commissie Adriaansens-Teunissen trekt in het 'Rapport Vernieuwing Letterenfaculteit'. Directe aanleiding voor het rapport is de discussiedag van de faculteit op 10 juni van dit jaar. Op die dag concludeerden de aanwezigen dat er een aantal klemmende problemen bestaan binnen de faculteit. Prof. dr. H. Adriaansens (als socioloog verbonden aan de Rijksuniversiteit Utrecfit) en F. Teunissen (Centrum voorwetenschap en Levensbeschouwing, voorheen secretaris van de faculteit) kregen de opdracht de faculteit door te lichten en suggesties voor verbetering te doen. 'Nu de faculteit tien jaar bestaat en de experimentele fase voorbij is, is het tijd om eens kritisch naar het eigen functioneren te kijken. De commissie houdt ons een spiegel voor", aldus faculteitssecretaris Ch. Thoolen. De commissie documenteerde zich en sprak met de belangrijkste betrokkenen binnen en buiten de faculteit. Op grond daarvan constateerde ze dat er drie knelpunten zijn: de lage en dalende instroom van studenten, de groeiende onzekerheid over het profiel van de faculteit en verslechterende verhoudingen binnen de facultaire gemeenschap. Het aantal studenten dat zich inschrijft is eigenlijk al vanaf het begin problematisch geweest. Met name de financiering van de faculteit komt
daardoor onder druk. Wat het profiel betreft constateert de commissie 'een hoog opgespeelde tegenstelling tussen toepassingsgerichtheid en fundamentele wetenschappelijkheid' en een 'disbalans tussen taal-en literatuunwetenschap', en binnen de literatuurwetenschap een 'disbalans tussen het alfa- en gamma-accent'. Die laatste tegenstelling heet in het faculteitsjargon de tegenstelling tussen de binnenkant van het boek (theorie en geschiedenis van de literatuur) en de buitenkant ervan (marketing en sociologie van het boek). Met betrekking tot de onderiinge verhoudingen spreekt de commissie over werkverbanden als 'autarkische eenheden', over een 'eilandencultuur' en een 'neo-corporatistisch' bestuur of een bestuur volgens een 'SERconstructie'. De faculteit bestaat uit slechts één vakgroep, en ze gaat er prat op dat dat een garantie Is vooreen grote flexibiliteit. Die ene vakgroep is echter naar onderzoeksgebieden onden/erdeeld in zes werkverbanden, die In grote mate autonoom functioneren. Omdat de faculteit naar consensus in de gelederen streeft, zijn steeds alle werkverbanden vertegenwoordigd in de faculteitsraad en de verschillende commissies. De werkverbanden kijken met
enigszins scheve ogen naar elkaar omdat de weri<druk hierdoor (zowel wat bestuur als wat onderwijs betreft) niet evenredig verdeeld zou zijn, aldus het rapport. De commissie Adriaansen-Teunissen legt dan ook vooral de bijl aan de wortel van de werkverbandenstructuur. Ze stelt dat die staictuur goed voldoet voor het onderzoek (aan evaluatie van het onderzoek gaat de commissie overigens voorbij), maar niet voor ondenwijs en bestuur. De commissie bepleit daarom dat de faculteitsraad zelf de verantwoordelijkheid voor het ondenwijs neemt en ze pleit voor een 'normale' bestuursstructuur.
BREDE STAM Op het ondenwijsgebied stelt de commissie verder voor om de propedeuse te verbreden. De propedeuse moet meer aansluiten bij de verwachtingen van aspirant Letterenstudenten. Daarom moet het aandeel van 'typische alfa-vakken' toenemen: bij voorbeeld literatuurgeschiedenis, maatschappijgeschiedenis en hedendaagse literatuur. De commissie veronderstelt dat de belangstelling en uiteindelijk de keuze van studenten voortaalkundige vakken in de loop van de studie vanzelf komt. Ook in de doctoraalfase zou de verkokering en specialisering moeten worden teruggedrongen. Er zou een brede 'stam' van ongeveer vijftig procent van het studieaanbod moeten zijn waarin de gemeenschappelijkheid van de faculteit tot uiting komt. Na verioop van tijd zou de student dan kunnen kiezen voor een beperkt aantal takken'. Op die manier kan ook het profiel van de faculteit duidelijker worden. De letterenfaculteit presen-
Nieuwe plek voor KUB-U
Groenenborrel 1941
Knelpunten op de woningmarkt voor studenten. 'Zit je net 2 jaar op je kamer, dan word je verzocht op te hoepelen.'
Olof in verzet Tilburgse studenten onder het regime van de Duitse bezetting
6/7 Dies(1) Prof. Berghman over armoede in Nederiand
Dies (2) Koetjes en Calf op de verjaardag van KUB
12
teert zich dan als meer dan een bundeling van onderzoeksterreinen. Het faculteitsbestuur reageert ingehouden positief op deze 'spiegel'. Decaan prof. dr. L. Noordman: 'Het rapport is een nuttig instrument om verder mee te gaan. Het ligt in de lijn van de discussies die we momenteel voeren in de faculteit.' Het kiezen voor meer alfa in de propedeuse ziet hij als geen probleem: 'Het grijpt terug op de allereerste filosofie van deze faculteit. Ook toen lag de nadruk op literatuur. In de loop der jaren zijn de verschillende accenten, meer of minder bewust enigszins verschoven. Het is goed om daar nu bij stil te staan.' Volgens Secretaris Thoolen is een verschuiving van de verantwoordelijkheid van de werlwertönden naar de faculteit als geheel 'opzich nietzo heel erg ingrijpend. Nu bepalen de werkverbanden in
afstudeerprogramma's welke cursussen worden aangeboden. De ondenwijscommissie heeft nu een marginaal toetsende rol. Volgens de commissie moet die rol veel inhoudelijk bepalender worden. De onderwijscommissie doet dan bijvoortieeldvaker een beroep op de werkverbanden beroep om bepaalde cursussen te geven.' Ook tegen het loslaten van de vertegenwoordiging van de werkverbanden in de facultaire gremia hebben Noordman en Thoolen geen overwegende problemen. Ze benadrukken echter dat daarmee niet het consensus-model overboord moet worden gegooid. Thoolen: 'In een kleine faculteit blijft het van belang dat besluiten genomen worden met een groot draagvlak. Ik zou niet willen dat in deze faculteit gewerkt zou worden vanuit tegenstellingen.' (KB)
Reacties van faculteiten gepeild
Strategiediscussie gaat vooraf aan verdeling van geld 'Bestuurders kunnen wel met modellen werken maar moeten rekening houden met de rechtspositie van de mensen op de werkvloer' Dit zegt drs. Cees de Graaf, secretaris van de sociale faculteit naar aanleiding van de discussie rond het intern verdeelmodel. Dit debat wordt nu eerst voorafgegaan door een 'strategiedicussie'.
De U van kunstenaar Berkulin, die vijf jaar dienst deed als blilcvanger, fietsenstalling of struikelblok, is verplaatst naar het gazon voor de Koninginne-ingang van de KUB. Een nieuw kunstwerk, dat er in het kader van de één-procentsregeling komt wordt echter niet gesitueerd op de plek van de voormalige U. Deze viermeter hoge stalen sculptuur, die ontworpen is door de Tilburger Ron van de Veen, zal verrijzen op de overgang tussen gebouw C en de gebouwen P en S. Het zal een 'onbestemde vorm' krijgen aldus bouwmeester Robert Hijmans. Het zal worden gemaakt van 'een oude scheepshuid'. Hijmans- 'Het het geen Are de Triomphe. Je kunt er wel onder door lopen.'
De verdeling van de centen over de verschillende faculteiten is al gedurende ruime tijd onderiievig aan kritiek. Er moet nu een nieuwe verdeelsleutel komen die de criteria vaststelt op basis waarvan de faculteiten gefinancierd worden. Enkele maanden geleden zijn de minister en de instellingen van hoger onderwijs het eens geworden over een nieuwe bekostigingssystematiek. Gevolg hiervan is dat er tussen de faculteiten - de universiteiten zullen even veel geld als in het verieden ontvangen financiële verschuivingen zullen optreden. Het Tilburgs college liet uitrekenen wat de gevolgen zouden zijn van een nieuw extern bekostigingsmodel voor de verdeling van de pecunia: venwachting is dat op de KUB met name de drie kleine faculteiten (letteren, socia-
le wetenschappen en wijsbegeerte) er op achteruit gaan. De economen en juristen zien hun budgetten stijgen. Inmiddels hebben de diverse faculteiten een bijdrage geleverd op de discussie rond het intern verdeelmodel. Al in april kwamen de economen met de nota Krijgt de melkkoe genoeg te eten? waarin ze stelden dat de faculteit best wel bereid is om andere faculteiten financieel te ondersteunen, maar dat er ook grenzen zijn aan dat beleid. 'In de huidige situatie kan echterniet meer overeen bescheiden ondersteuning gesproken worden. Daarmee brengt de KUB zichzelf in gevaar door haar belangrijkste inkomstenbron te verwaariozen', aldus de melkkoenota. Vervolg op pagina 5