1991 10 04

Page 1

UNIVERS Tllburgs Universiteitsblad - 4 oktober 1991 - jaargang 29 - nummer 6

College wil part-time hoogleraar Vrouwenstudies Als het aan het college ligt komt er 'vooralsnog' een half-time hoogleraar Vrouwenstudies in plaats van de in het rapport-Van Doorne gesuggereerde fulltime hoogleraarsplaats. Het advies om de werkgroep Vrouwenstudies te reorganiseren neemt het college niet over. Dit staat in tiet voorlopig standpuntvan het College van Bestuur, dat aan de faculteit der sociale wetenschappen, de Voorbereidingsgroep en aan de Bestuurscommissie Emancipatie ter commentaar is gezonden. Het college staat op het standpunt dat Vrouwenstudies/emancipatieonderzoek 'zeer wel past in het palet van aanwezige disciplines binnen onze instelling'. Daarom stelt het voor

om voor de periode van 1992 tot en met 1996 Vrouwenstudies/ emancipatieonderzoek inclusief de aan te trekken part-time hoogleraar te betalen uit het Vernieuwingsfonds. Het onderbrengen van de groep in dit fonds ligt voor de hand omdat vrouwenemancipatie een van de speerpunten in het beleid van de universiteit is, aldus het college in de notitie. De werkgroep (met hoog-

leraar) zou ondergebracht moeten blijven bij de sociale faculteit, die na vijfjaar de financiering moet overnemen. Het advies van Van Doorne om de bestaande werkgroep Vrouwenstudies te reorganiseren vindt tot opluchting van de werkgroep bij het college geen weerklank. Het individuele functioneren van de leden van Vrouwenstudies is niet aan de orde. Dat komt te zijner tijd via de daartoe bestemde functionerings- en beoordelingsgesprekken ter sprake, aldus het college. 'Het is in elk geval al iets', reageert drs. Thérèse van den Heuvel, medewerkster van de werkgroep Vrouwenstudies, op het voorlopig standpunt van het college.

MINIMUM

De groep bepleit al langer het aantrekken van een hoogleraar en is blij dat dit nu wordt gehonoreerd. Minder gelukkig is de groep voor de keuze van een part-time formatieplaats. 'We zijn tevreden dat we een hoogleraar krijgen maar een halve formatieplaats is wel echt het minimum. Beter was het als we een full-time hoogleraar zouden krijgen', aldus Van den Heuvel. Het rapport van Van Doorne bepleit een full-time kracht gezien hettakenpakket van de hoogleraar. Van den Heuvel: 'Ik denk dat met een part-time aanstelling zo iemand wel een ondenwijs- en onderzoeksplan op zal kunnen stellen en ons leiding zou kunnen geven. Maar een 0,5 aanstelling lijkt mij weinig als je er vanuit gaat dat het een uitstralingsfunctie moet hebben naar de hele universiteit en de hoogleraar relaties moet leggen, contacten onderhouden met andere hoogleraren in het land, samenwerkingsverbanden moet opzetten en geld binnenhalen in de tweede en derde geldstroom.' (GR)

tien jaar letterenfaculteit de voorgeschiedenis hoe Tilburg de strijd met Maastricht en Rotterdam won

5

oprecht positief zijn de letterendocenten, maar ook een beetje bezorgd

omzien drie oud-studenten kijken terug

kinderfestivai koetjes & calf openen de jacht op kleuters (foto)

16

en verder extra studiepunten voor activiteiten die je naast je studie ontplooit

3

ondergronds een tocht door de spelonken van de universiteit

12

speltheorie prof. Talman is meer geïnteresseerd in het berekenen van het evenwicht dan in het bestaan ervan

13

vooriceursbehandeiing de promotie van Haijte Wiggers

13

^Visitatiecommissie economie schoot ernstig tekort' Dit schrijft de Inspectie Hoger Ondenwijs in zijn jaarlijkse oordeel over de oordelen (of: meta-evaluatie) van de visitatiecommissies. De commissie rechten - die de studie in diverse plaatsen 'te licht' vond - krijgt het gunstigste oordeel. Ook de rapporten over biologie en wijsbegeerte - waarvan het laatste zware kritiek had op het gebrek aan structuur van de studie - voldoen goed aan de drie gestelde eisen. Ze zijn zorgvuldig opgesteld en bruikbaar voor onderwijsverbetering; bovendien dragen ze bij aan openbare verantwoording over kwaliteit van universitair onden/vijs. Bij de vorige vier visitaties trof de inspectie nog veel kaf aan. Niet elke faculteit werd systematisch op dezelfde punten beoordeeld; bij gebrek aan duidelijke normen of goede analyse bleven oordelen ook veelal in de lucht hangen. Bovendien werd vaak een stijl gehanteerd van 'wie de schoen past, trekke hem aan': een misstand werd vermeld, zonder te zeggen om welke universiteit het ging. Op die manier kwam er weinig terecht van openbare verantwoording. Dus schreef ook minister Ritzen nog eens dat visitaties niet louter een onderonsje mochten blijven. Openbare en vergelijkbare oordelen waren gewenst.

De universiteiten beginnen hun kwaliteitszorg goed op orde te krijgen. Vergeleken met eenjaar eerder gaven de vijf landelijke onden/vijsvisitaties van 1990 systematische en goed onderbouwde oordelen. Alleen de commissie economie schoot ernstig tekort - doordat ze inhoudelijke beoordeling van het onderwijs achten/vege liet. Mildere kritiek geldt voor de visitatie elektrotechniek. Deze kritiek hebben de vijf visitatiecommissies van 1990, die eerder dit jaar rapporteerden, zich kennelijk aangetrokken. Hun rapporten - over economie, biologie, elektrotechniek, rechten en wijsbegeerte - komen er bij de inspectie dan ook veel beter vanaf.

ECONOMIE-ONDERWIJS

Belangrijkste dissonant in het commentaar van de inspectie is economie. Deze visitatie keek alleen naar de organisatie van het onderwijs; tot inhoudelijk oordelen voelde de commissie zich niet geroepen. Haar samenstelling zou daar niet op toegesneden zijn; en met het niveau van het economieonderwijs zou het in ons land toch wel goed zitten. De inspectie vindt dit een grote misser: inhoud, niveau en kwaliteit van het onderwijs - zijn juist 'the heart of the matter'. Wie die aspecten terzijde laat, beantwoordt niet aan de ei-

sen van een fatsoenlijke kwaliteitszorg. Hij doet zelfs 'afbreuk aan de functies van onderwijsverbetering en openbare verantwoording'. Zelfs bij dit strenge oordeel zijn er echter lichtpuntjes. Het werk dat de commissie economie wél deed - de beoordeling van ondenwijsproces en organisatie van het onden/vijs - vindt de inspectie namelijk adequaat, systematisch en zorgvuldig. Voor drs. A. I. Vroeijenstijn van de VSNU, coördinator van de visitaties, is dit reden tot enige relativering. Juist in de organisatie van het ondenwijs valt immers de grootste winst te halen. 'De inhoud is niet de zwakke plek van ons wetenschappelijk onderwijs', vindt hij. En als het echt aan kwaliteit geschort had, was dat volgens Vroeijenstijn ook bij de visitatie economie wel naar boven gekomen. Dat een inhoudelijk oordeel over

niveau en samenstelling van het studieprogramma wel degelijk haalbaar is, bewijzen de andere visitaties. Het minst geldt dat nog voor die bij elektrotechniek, die slechts globale inhoudelijke oordelen geeft. De commissies bij rechten, biologie en wijsbegeerte gaan echter, na een beschouwing over te stellen eisen aan afgestudeerden, goed in op de vraag of de studie inhoudelijk ook naar die 'eindtermen' toewerkt. Juist dat maakt deze visitaties volgens de inspectie waardevol, voor intern gebruik bij ondenwijsverbetering én als openbare verantwoording over de kwaliteit van het onderwijs. Volgens de inspectie zit er al met al schot in de kwaliteitszorg van het universitaire onderwijs. De visitaties vormen nu een 'adequaat functionerend stelsel'. En als pendant daarvan is binnen de universiteiten ook goede voortgang gemaakt met interne ondenwijsevaluaties. Economie en rechten lopen bij dat laatste wat achter, constateert de inspectie aan de hand van de visitatierapporten. Natuurlijk valt er nog wat te verbeteren. De inspectie wil meer gemeenschappelijkheid in de opzet van de visitaties. Zo zou een beschouwing over het aanbod aan afstudeerrichtingen en specia-

lisaties een vast punt moeten worden. Ook een oordeel over de personeelsformatie in relatie met ondenwijstaken, hoort in elke visitatie thuis. Bovendien signaleert de inspectie de behoefte aan betere statistische gegevens over zaken als studierendement; drie van de vijf visitaties kampten immers met onvergelijkbaarheid van doorde faculteiten geleverde data. (FS/HOP)

'Hulde voor de commissie' 'De kritiek snijdt geen hout', laat economendecaan prof. Kapteyn in een eerste reactie weten. Hij is niet de enige die er zo over denkt: 'Alle decanen van de economische faculteiten zijn unaniem van mening dat de kritiek onjuist is'. Volgens Kapteyn is het 'heilloos als ook de inhoud van het economie-onderwijs moet worden beoordeeld'. Die inhoud varieert in Nederland niet echt, 'je krijgt dan langdurige discussies en half ideologische gevechten'. Kapteyn: 'Hulde voor de visitatiecommissie dat ze zich niet in een wespennest gestoken heeft'. (MK)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.