U i 11 f £ J I \ » ^ Tilburgs Universiteitsblad 30 november 1990jaargang 28 nummer 13
Einde klantvriendelijke stuf i De 'klantvriendelijke benadering' van beursstu denten is voorbij. Minister Ritzen vindt dat stu denten moeten kunnen bewijzen dat zij niet bij hun ouders wonen, voordat aan hen een (hogere) basisbeurs voor uitwonenden wordt verstrekt. Ook moeten studenten kunnen aantonen dat zij hun eigen ziektekostenverzekering betalen, voordat daarvoor een vergoeding wordt gegeven. Samen met verscherpte controles, verwacht Ritzen hiervan een be Jangrijlce vermindering van het gi gantische aantal onterechte uitga ven aan studiefinanciering. In een brief aan de Tweede Kamer kon digt minister Ritzen aan dat hij bin nenkort een wetsvoorstel zal indie nen, waarin studenten verplrcht worden om vooraf bewijsstukken te overleggen omtrent hun uitwo nendheid en hun ziektekostenver zekering. De bewindsman wil hiermee voor komen dat de Groningse Informa tiseringsbank telkens opnieuw be dragen uitkeert die later, na con trole«:ties, weer teruggevorderd moeten worden. Aan welke be wijsstukken de bewindsman denkt vrordt niet vermeld, maar waar schijnlijk gaat het om uittreksels uit fiet be^lkingsregister kopieën van polisen. Het idee voor deze wetsvoorstellen is Ritzen aan de hand gedaan door zijn eigen accountantsdienst. Deze had in september geweigerd om een onderdeel van de financiële verantwoording over 1989 van het ministerie van onderwijs goed te keuren. Het ging om ten on rechte gedane betalingen aan stu diefinanciering voor een bedrag van bijna 220 miljoen gulden. Volgens de accountantsdienst heb ben deze onjuiste uitgaven betrek king op ontbrekende of verzwegen gegevens omtrent het eigen inko
I men van studenten (57 miljoen I gulden), uitwonendheid (29 mil I joen), ziektekosten (15 miljoen). Onvoldoende controle door de In formatiseringsbank van inschrij vingsgegevens en aanvraagformu lieren voor studiefinanciering wa ren goed voor de resterende 118 miljoen gulden. Daarnaast is onge veer 14 miljoen gulden ten on rechte niet ingevorderd aan wette lijke rente over achterstallige stu dieschulden. De accountantsdienst heeft de mi nister daarom aanbevolen wat minder 'klantvriendelijk' te zijn in verband met de studiefinanciering door het aantal controles uit te breiden en door vooraf meer be wijsmateriaal te vragen. Tot het verscherpen van de controles is minister Ritzen inmiddels al over gegaan. Beursstudenten zijn al on dervraagd over hun ziektekosten en binnenkort geschiedt hetzelfde omtrent uitwonendheid. Nog dit jaar of begin volgend jaar wil Rit zen het inkomen van studenten over het jaar 1988 laten controle ren. Eveneens is de Informatise ringsbank een controle gestart op tussentijdse studiebeëindiging. Ook aan de inning van studie schulden wordt meer aandacht be steed. Exstudenten met een direct inbare kortlopende schuld hebben een sommatie gekregen. Exstu denten met langlopende schulden kregen een betalingsherinnering.
Per 1 januari aanstaande zullen de eerste dwangbevelen en dagvaar dingen worden geproduceerd. Minister Ritzen schrijft de Kamer dat hij van de ingezette hardere benadering verwacht, dat de onte rechte uitgaven van de Informati seringsbank al in 1990 substan tieel zullen zijn verminderd. (JD/HOP)
2
Brief uit Hanoi
3
Gesprek met de toekomstige rec tor L. de l<lerk
Samenwerking tussen Nederlandse en Vlaamse bedrijven en Universiteiten. (Foto: to ren Gentse universiteits bibliotheek)
BIT en de smalle paden
Prof. De Klerk wordt nieuwe rector Het Stichtingsbestuur van de KUB heeft prof. dr. L.F.W. de Klerk, hoogleraar Functieleer, Onder wijspsychologie en Ergonomie, met ingang van een juli 1991 benoemd als rectormagnificus. Hij is de eerste nietkatholieke rector in de geschiede nis van de universiteit. Dat is vorige week donderdag be kendgemaakt, nadat de universi teitsraad in een besloten vergade ring instemde met de benoeming. De Klerk volgt de huidige rector prof.dr. R.A. de Moor op, die acht jaar het rectoraatschap vervulde. Prof. Len de Klerk (52) werd in fe bruari 1974 benoemd tot hoogle raar in de Onderwijspsychologie aan de toenmalige totholieke Ho geschool Tilburg. Hij was van 1981 tot 1983 dekaan van de subfaculteit Psychologie en bracht van 1988 tot medio 1990 als be windvoerder orde op zaken bij de filosofen. In de procedure die voorafging aan de Isenoeming kwam de naam van De Klerk meerdere ma len voor op de adviezen van colle gahoogleraren aan het C ollege van Dekanen. Ook het College van Bestuur en het Presidium van de universiteitsraad zouden De Klerk
in eerdere peilingen gesteund heb ben. Hoewel de universiteitsraad una niem de benoeming van De Klerk steunde, had de fractie Breed Front aanvankelijk enige reserves. De kritiek van de fractie is ingege ven door De Klerk's optreden tij dens het bewindvoerderschap bij de filosofen. Fractievoorzitter dr. G. Evers desgevraagd: 'Dat werd niet door iedereen eenstemmig met gejutjel ontvangen en heeft bij delen van de medewerkers aan de universiteit wat negatieve weerklank gevonden. Wij hadden wat nxieite met zo'n persoon als rector.' De kritiek was voor de frac tie evenwel geen reden om zteh te gen de benoeming te keren. 'Voor ons is het belangrijk dat de opvol ger van De Moor een persoon is met wie we in de toekomst con structief kunnen samenwerken', aldus Evers. Prof. De Kleric behaalde in 1962
het doctoraal Psychologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht, was twee jaar medewerker bij het Instituut voor Zintuigfysiologie en was tot 1973 wetenschappelijk medewer ker in de experimentele psycholo gie en psychologische statistiek aan de Rijksuniversiteit Leiden, waar hij in 1968 promoveerde. Hij is medeoprichter en directeur van een laboratorium voor experimen tele gedragsstudie en werd in 1973 benoemd tot lector in de methodenleer aan de Universiteit van Amsterdam. (GR) Zie ook pagina 3 een gesprek met de nieuwe rector
Verveling en frustratie in Belgische leger onderzocht In de Portrettenzaal van de KUB werden afgelo pen woensdag de resultaten bekendgemaakt van een onderzoek door de Wetenschapswinkel naar de leef en werkomstandigheden van Belgische dienstplichtige militairen. In samenwerking met de naar Nederland uitgeweken Werkgroep Belgi sche Deserteurs had de Wetenschapswinkel 900 dienstplichtigen geënquêteerd naar hun ervarin gen in het leger. Harry Boumeester van de Weten schapswinkel schetste een schrij nend beeld van de positie van de Belgische dienstplk;htigen. Uit het onderzoek 'Een leger van onvrede' bleek dat bijna de helft van de geënquêteerden zeer ontevreden was met de weri<omstandigheclen. Die ontevredenheid kwam vooral door de lage soldij (soms niet meer dan honderd gulden per maand), de geringe mogelijkheid tot pro motie en de slechte aansluiting van het wetk in het leger op de studie. Ook vond achtenveertig procent de bestaande hulpverle riing met uitzondering van de mi litaire arts onvoldoende. Prof.dr. L van Outrive uit Brussel, lid van de socialistische fractie van het Europees Pariement, sprak van 'hemeltergende' en Middeleeuwse toestanden in het leger van onze zuidertxjren. Het tuchtrecht kan
bijvoorbeeld geen antwoord for muleren op het desertieprobleem. 'Bij herhaalde desertie staat een maximum gevangenisstraf van twee jaar. Met mensen in de ge vangenis te stoppen los je echter niets op. Hun problemen worden alleen maar groter. Er zouden meer alternatieven moeten ko men.' De Europariementariër legde een link naar andere Europese landen, zoals Frankrijk, Spanje en Grieken land, waar de positie van de dienstplichtigen eveneens niet bijs ter is. Het Europariement zou bij uitbreiding van de bevoegdheden in toekomst op dit punt meer kun nen doen. Van Outrive legde vooral de nadruk op het dichten van de kloof tussen maatschappij en krijgsmacht. 'Het leger rrKjet gedemocratiseerd, of zelfs gedemi litariseerd worden al klinkt dat
misschien tegenstrijdig.' Zowel Van Outrive als de Belgi sche deserteur Johan Lenvain slo ten zich aan bij de aanbevelingen in het onderzoek. Zo zou een offi ciële onafhankelijke vakbond de belangen van dienstplichtigen moeten verdedigen (zoals in Ne deriand), fiet tuchtrecht minder 'in quisitioneel' van karakter, terwijl bij de selectie van het lagere kader meer gelet moet worden op 'so ciale vaardigheden'. Een meer nut tige invulling van de diensttijd zou den de frustraties en verveling bij de dienstplichtigen kunnen doen afnemen. Waarom België op veel van deze punten aanzienlijk negatiever scoort dan Nedertand, verklaarden Van Outrive en Lenvain onder an dere uit het conservatieve karakter van de legerteiding, die zich keert ■tegen elke verandering. Bovendien kent België de laatste jaren een centrumrechtse regering. De 'Gla dioaffaire' zou volgens de Euro pariementariër mooi als 'breekijzer' kunnen dienen, om op dit gebied maatregelen te nemen. 'Ik hoop dan ook dat er een pariementaire onderzoekscommissie komt. Vele zaken zijn in België met elkaar ver weven.' (SM) Zie ook pagina 7
Belgische deserteur Lenvain.