1987 05 15

Page 1

UNIVERS 1987 - jaargang 24 n u m m e r 32

Strengere controle op beursfraude Al deze zomer, in juni of juli, begint de Directie Studiefinanciering in Groningen met het verscherpte controlesyysteem om de gegevens van beursstudenten door te lichten. In de toekomst zal iedere student minstens eenmaal in zijn studie 'door de machine worden gehaald'. Per jaar zal de Directie een derde van het totale bestand doorwerken. Daarnaast gaat Groningen door met het nemen van steekproeven, zoals dat ook in het oude syysteem al het geval was. Alleen in de gevallen waarin sprake is van 'opzettelijk frauderen' wordt de officier van justitie ingelicht. Beleidsmedewerker Rob Molenaar van de Directie garandeert dat iedere student aan de beurt komt. Volgens hem zal de Afdeling Interne Controle die klus wel aankunnen en zijn daar geen extra krachten voor nodig. 'Het hangt er maar vanaf hoeveel automatiseringskracht je er op zet.' Ambtenaren in Groningen hebben in de nieuwe Wet op de Studiefinanciering de bevoegdheid gekregen om de gegevens die studenten opgeven na te trekken aan de hand van bestanden van onder andere de sociale diens, de gemeente en de belastingen. Van studenten die nu onder de nieuwe regeling vallen worden alle gegevens bekeken, ook van voorgaande jaren. De totale

studief)eriode wordt dus nagescreend, ook van studenten die dit jaar afstuderen. In het vorige stelsel werd aan de hand van steekproeven slechts 10 procent van het totale studentenbestand gecontroleerd en werd alleen gekeken naar het lopende studiejaar. Van fraude is sprake wanneer studenten opgeven uitA'onend te zijn terwijl ze thuis wonen. Ook het verzwijgen van bijverdiensten valt onder de 'beursfraude'. Overigens komen vervolgingen tegen studenten niet vaak voor. Volgens Groningen worden gemiddeld per jaar 'slechts enkele tientallen' studenten daadwerkelijk vervolgd. J.P./UP

Bik krijgt eigen propedeuse De raad van de Economische faculteit heeft op 7 mei besloten dat de bovenbouwstudie Bestuuriijke Informatiekunde met ingang van het nieuwe collegejaar een eigen propedeuse zal krijgen. De faculteit hoopt met die nieuwe zelfstandige studierichting in staat te zijn de bestuuriijke informatiekunde beter te profileren bij middelbare scholieren. Op den duur

verwacht men zeker een toename van studenten. Op dit ogenblik studeren er ongeveer 135 'Bikkers' aan de Katholieke Universiteit Brabant. De nieuwe propedeuse volgt in grote lijnen de propedeuse economie, maar worot aangevuld met toegespitste vakken als Inleiding Informatica, Inleiding Informatiesystemen en Computerboekhouden. Met deze aanpassingen hoopt men vooral de kwaliteit van onderwijs en onderzoek te versterken en beter te voldoen aan de eisen van de markt. _ -

Uitslag verkiezingen uitgesteld De bekendmaking van de resultaten van de KUB-verkiezingen zal niet doorgaan op vrijdag 15 mei zoals eerder gepland, maar wellicht op maandag 18 mei, om 14 uur. Officieel Is er dus nog niets bekend, maar officieus kan worden gesteld dat de studenten fiscalisten met 1 zetel hun intrede doen in de raad. Bij het wetenschappelijk personeel in de URaad zou Onafhankelijk Appèl een zetel veriiezen aan PLM, terwijl bij het niet-wetenschappelijk personeel PLM een zetel moet inleveren ten voordele van Breed Front.

9

Individualisering van het onderwijsaanbod is broodnodig, aldus VSNUvoorzitter P. van der Schans tijdens het congres Hoger Onderwijs vorige week op de KUB.

3

SIgnatiiin-

8

Taalverlies Twee onderzoekers van de vakgroep Taal en Minderheden op zoek naar verloren stukjes taal.

De K van KUB versterken, dat wil het Stichtingsbestuur van de Katholieke Universiteit Brabant blijkens een voorlopige notitie.

Tweefasenstructuur alleen kwantitatief een succes

Maar twaalf procent stroomt door naar tweede fase De tweefasenstructuur heeft de gemiddelde studieduur aan de universiteiten verl<ort van 7,4 jaar tot 5,5a 6jaar. De efficiency van tiet onderwijs is daardoor sinds 1982 sterk vergroot. Andere belangrijke doelstellingen van de in dat jaar ingevoerde wet tweefasenstructuur zijn echter niet bereikt: Het studierendement is niet met de beoogde tien procent verhoogd. De studiedruk voor studenten is groter geworden. Er bestaan gerede twijfels over de kwaliteit van de afgestudeerden. En slechts zeer weinig studenten stromen door naar de tweede fase. Dat concluderen onderzoekers uit Twente en Amsterdam in de in opdracht van het ministerie van onderwijs verrichte evaluatiestudie naar de tweefasenstructuur, die tijdens het ministerschap van dr. A. Pais in 1981 tot stand kwam. De evaluatie verschijnt deze week. Het onderzoek is verricht onder redactie van prof. dr. F.A. van Vught, directeur van het Centrum voor Studies van het Hoger Ondenwijsbeleid (CSHOB) in Enschede, en prof. dr. A.M.L. van Wieringen, hoogleraar onderwijsbeleid aan de Universiteit van Amsterdam en betrokken bij de Stichting Centrum voor Onderwijsonderzoek (SCO). De studie toont aan dat behalve een verkorting van de studieduur - hoofdzakelijk het gevolg van de in de wet ingevoerde beperking van de inschrijvingsduur tot zes jaar - de doelstellingen niet zijn bereikt. Van de beoogde verhoging van het studierendement in zowel de propaedeuse als de doctorale studiefase met 10 procent (tot resp. 80 en 70 procent) is niets terechtgekomen. Volgens de onderzoekers liggen die cijfers niet hoger dan 70, resp. 60 è 65 procent. Zij noemen dat eerder een te optimistische dan te pessimistische schatting.

Ook de nagestreefde verhoging van het aantal studenten dat de bul in de nominale studietijd haalt is ver achtergebleven bij de verwachtingen. Was het in de nota Hoger Onderwijs voor Velen, die aan de wet tweefasenstructuur voorafging, nog de bedoeling om dit percentage te verhogen tot 40, in werkelijkheid studeert slechts één op elke tien studenten zonder vertraging af. Ook de doorstroming naar de tweede fase is aan de lage kant. Aanvankelijk zou tenminste 40 procent van de studenten in aanmerking komen voor de tweede fase, zo verklaarde Pais in 1981. Minister drs. W . J . Deetman had daar in zijn Beiaardnota uit 1984 voorzichtigsheidshalve al 30 procent van gemaakt, maa r ook dat wordt lang niet gehaald. Slechts 19 van de 100 studenten stromen door. Worden de medische opleidingen, waarin nagenoeg alle studenten ook de tweede fase volgen, daar van afgetrokken dan resteert slechts 12 procent. De onderzoekers concluderen dan ook dat de tweede faseopleidingen, aanvankelijk een belangrijk element in de wet, 'in feite grotendeels zijn verdwenen'. De verkorting van de studieduur van voor-

heen (meestal) vijf jaar tot vier jaar is in veel studierichtingen gepaard gegaan met het schrapfjen van bijvakken en het verkorten van de tijd voor practica, scripties en stages. Desondanks is de studiedruk toch gestegen. In veel gevallen moeten bijvoorbeeld per studieuur meer pagina's worden verwerkt dan vroeger. Veel studierichtingen geven meer colleges en de vakanties zijn korter. Bij maar liefst de helft van alle ondervraagde studierichtingen is de feitelijke studielast zwaarder dan de norm van 1700 uur, zo blijkt uit de steekproef van 116 studierichtingen aan alle dertien universiteiten. Door de hoge studiedruk zullen veel studenten de maximale inschrijvingsduur van zes jaar nodig hebben om de studie tot een goed einde te brengen, zo verwachten de onderzoekers. Gelukkig zijn de studiefinanciering en de regeling inschrijvings- en studieduur zo slecht op elkaar afgestemd dat studenten daarvan 'creatief' gebruik maken om de studieduur te verlengen. Een jaar geleden (mei 1986) had 50 procent van de in 1982 begonnen eerste fasestudenten in de alfa-richtingen een achterstand van minstens twee jaar op het studieprogramma en maar liefst negentig procent had een achterstand van ten minste één jaar. Voor de gamma-richtingen lagen die percentages op 21 en 74, en in de beta-studies een half jaar geleden (november 1986) op 9 en 92. Volgens Van Vught en Van Wieringen moet worden onderzocht of, bij het ontbreken van voldoende tweede-fase-opleidingen, de vierjarige cursusduur voor alle studieprogramma's op den duur gehandhaafd kan blijven. Omdat nog maar weinig tweetasenstudenten zijn afgestudeerd houden de onderzoekers een slag om de arm bij de be-

oordeling van de kwaliteit van afgestudeerden. Gesprekken met deskundigen van de universiteiten en het bedrijfsleven geven echter aan dat de wetenschappelijke vaardigheden van de afgestudeerden over de hele linie zijn gedaald. Bij de alfaopleidingen is ook het kennisniveau lager dan voorheen. Wel blijkt de beroepsgerichtheid te zijn toegenomen. Volgens de evaluatiestudie is een voortgezet onderzoek nodig naar de kwaliteit van de Nederlandse doctorandussen, ook omdat internationaal veel onduidelijkheid bestaat over de waarde van de in ons land behaalde diploma's. De onderzoekers wijten het achterblijven van de weri<elijkheid bij de doelstellingen van de wet voor een deel aan de overheid. Die was vooral geïnteresseerd in de verhoging van de doelmatigheid (rendementen, studieduur) en gaf daar duidelijke richtlijnen voor. Maar de integratie met het HBO, de verbetering van de studiebegeleiding en de gewenste toename van de (horizontale en verticale) differentiatie en daarmee van de flexibiliteit in de studierichtingen moesten het zonder zulke regels doen. Niettemin zijn ook door de universiteiten weinig initiatieven getoond om de eenzijdige aandacht voor de kwantiteit te doorbreken. De onderzoekers zijn van mening dat de overheid de instellingen alsnog moet prikkelen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De toch al geringe aandacht hiervoor is nog eens extra afgenomen door de invoering van de voorwaardelijke financiering, die in dezelfde jaren tot stand is gekomen. Volgens de onderzoekers is daardoor de aandacht voor het onderwijs ondergeschikt geworden aan die voor het onderzoek. B.B./UP


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
1987 05 15 by Redactie Univers - Issuu