'c)s Hocjeschoolblad
1985
jaargang 22
nummer
Tijdelijke fiersciiifddng
College van Bestuur opnieuw drieledig Professor dr. P.A. Verheyen is door het Stichtingsbestuur van de KHT benoemd tot interim-lid van het College van Bestuur. Hij zal in de bestuurlijke top van de hogeschool blijven totdat er een opvolger is gevonden voor de niet-herbenoemde CvBvoorzitter Mr. R. van Straaten. Toen het Stichtingsbestuur afgelopen herfst besloot om college-voorzitter Van Straaten niet voor een tweede ambtstermijn te benoemen had dit gevolgen voor de werkverdeling binnen het College. Het omvangrijke takenpakket van de voorzitter moest voor de duur van de procedure'voor de opvolging verdeeld worden over het resterende CvB-duo: rector prof. R.A- de Moor en het bestuurslid dr. M.C. Rijk. Een dergelijke taakverruiming zou het uitgedunde College echter te zwaar belasten. Daarom werd er gezocht naar een interim-lid. Per
1 januari is professor Verheyen door het Stichtingsbestuur benoemd als lid van het CvB. Verheyen is 53 jaar oud en sinds 1964 hoogleraar aan de KHT waar hij voordien economie studeerde en in 1962 'cum laude' promoveerde. Van 1971 tot 1973 was hij reeds eerder lid van het KHT-college. Prof. de Moor is nu naast rector magnificus ook voorzitter van het CvB. Hij staat voortaan in voor de coĂśrdinatie van het bestuur en krijgt er als opvallendste aandachtsgebied 'Juridische zaken en reglementen' bij. De Moor zal de hogeschool
Groen lictit voor Personeelswetensctiappen De hogeschoolraad zette vorige week het sein op groen voor een nieuwe academische opleiding. Nadat vorig jaar november de instelling experimentele studierichting Personeelswetenschappen door de raad werd tegengehouden, was er nu vanuit die raad geen bezwaar meer tegen de herziene versie van het (tweede concept) voorstel. Het voorstel legt nu meer de nadruk op de studierichting als wetenschappelijke voorbereiding voor het bekleden van maatschappelijke functies en beroepen op het terrein van het personeels- en sociaal beleid. Tevens is
de paragraaf over de doelgroepen van het personeelsbeleid wel omyangrijker. Als Deetman vlug toestemming geeft om met de nieuwe studie te starten kunnen de eerste studenten in september 1985 beginnen met een van de propedeuses (de voorkeur gaat uit naar sociologie) die toegang verlenen tot het doctoraal van de studie Personeelswetenschappen. Een eigen propedeuse of 'eerste jaar' komt er niet. De studierichting wordt multidisciplinair opgezet binnen de Centrale Interfaculteit.
Afgelopan woensdag bracht minister Deetman een werkbezoek aan de Tilburgse Hogeschool. In een recordtempo kreeg de bewindsman een overzicht van de stand van zaken aan de KHT. Tegen het middaguur bracht een groep in lompen gehulde studenten een vals maar uit volle borst gezongen protest aan het adres van de minister ten gehore. De voorzitter van het centraal overleg van de Tilburgse Studenten, Kees Cools (rechts op de foto), overhandigde Deetman een petitie waarin kanttekeningen worden geplaatst bij het W.O.-beleid. Aan het eind van het bezoek ging het gezelschap ook nog naar hetTIAS.
ook vertegenwoordigen in de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU). Deze vereniging van universiteiten komt in de plaats van de Academische Raad, die binnenkort wordt opgeheven. Verheyen neemt uit de vroegere voorzittersportefeuille 'planning, begroting en financiĂŤn', 'administratieve automatisering' en 'bibliotheekbeleid' onder zijn hoede. Gekozen lid Rijk kreeg in 1983 'personeelsbeleid' in zijn portefeuille maar toen deelde hij dat aandachtsgebied met Van Straaten 'als secundum'. Na de recente herschikking is nog alleen Rijk bezig met het concrete personeelsbeleid, maar zoals u weet is het hele college verantwoordelijk voor dat en elk ander beleid. Dat College van Bestuur is nu opnieuw op sterkte, kan nu weer driestemmig zingen maar of het ook mooi zal klinken valt te betwijfelen. Daarvoor is de
Prof. dr. P.A. Verheyen repetitietijd te kort. Als de opvolgingsprocedure vlot loopt is er per 1 april alweer een andere CvB-samensteliing. E.V.
IVA /(rijgt reuzeproject
Focus op taakbelasting van leraren Het IVA, Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek van de Katholieke Hogeschool Tilburg, heeft opdracht gekregen voor een onderzoek naar de taakbelasting van leraren bij het voortgezet onderwijs. De opdracht hiervoor kwam van minister Deetman van Onderwijs en Wetenschappen. De voorbereidende fase van dit reuze-project is al in volle gang. In totaal is een bedrag van f 4,8 min begroot en hiermee is dit het grootste project in de geschiedenis van het IVA. In 1979 werd een Leids onderzoek naar de taakbelasting van leraren in het voortgezet onderwijs wegens politieke redenen stopgezet. Dit leidde tot moties in 1979 in 1981 voor heruitvoering van een soortgelijk onderzoek. Deze moties kwamen van de toenmalige Tweede Kamerleden Ginjaar-Maas en Deetman. Nu Deetman minister is, zet hij zijn motie van destijds om in realiteit en heeft hij alsnog opdracht gegeven voor dit onderzoek. Het enige politieke strijdpunt was nog wie het onderzoek zou mogen uitvoeren. Uiteindelijk bleek het IVA uit te pakken met een breder onderzoeksplan dan het Instituut voor Toegepaste Sociologie te Nijmegen, Team Consult Nederland en Bureau Vis B.V.
Het onderzoek van het IVA kent drie hoofdpunten; leraren, scholen en beleid. Het lerarenonderzoek omvat een inventarisatie van de werkzaamheden van meer dan 10.(XX) leraren bij het voortgezet onderwijs gedurende het schooljaar 1985-1986. Die leraren worden verzocht aan de hand van dagboeken, taken, roosters, vakken, opleiding en ervaring hun taakbelasting aan te geven. Het scholenonderzoek behelst ongeveer dertig gevalstudies. Het derde aandachtsveld van het onderzoek, de beleidsanalyse, is een actieonderzoek. Er wordt niet op de gegevens vooruitgelopen, wel op het beleid. Bij de beleidsanalyse worden ambtenaren van verschillende departementen betrokken, alsmede vertegenwoordigers van de lerarenorganisaties aangesloten bij de Centrales van Overheidspersoneel. De drie genoemde deelonderzoeken staan onder de wetenschappelijke leiding van prof. dr. P.C. Stouthard, prof. dr. C.F.W. de Klerk, beiden van de KHT, prof. dr. E. Marx uit Leiden en prof. dr. Leune uit Rotterdam. Vanuit het IVA werken inclusief studentassistenten negen mensen aan dit onderzoek. Verder zijn nog twee medewerkers van Adviesbureau Vis B.V. en een medewerker van de Sociologische Faculteit bij het onderzoek betrokken. Het project dat tot 1987 zal duren, staat onder leiding van dr. G. Muskens, sectiehoofd van het IVA. B.P.