Tilburgs Hogeschoolblad - 30 november 1984 - jaargang 22 - nummer 14
Raad wil wel 'meewerken'
aan nieuwe
opleiding
Personeelswetenschappen oogst forse kritiek De hogeschoolraad wil meewerken aan de totstandkoming van een experimentele studierichting personeelswetenschappen. De raad meent dat een uiteindelijke inbedding in de faculteit Sociale Wetenschappen is gewenst. Gedurende een aanloopfase en zeker zolang het proces van bestuurlijke integratie van de sociale faculteit nog niet is afgerond zal de nieuwe studierichting echter een plaatsje krijgen binnen de Centrale Interfaculteit. Dat zijn de belangrijkste uitkomsten van het raadsdebat van afgelopen donderdag, dat op W januari a.s. z'n definitieve beslag moet krijgen. Vóór die tijd zal het College van Bestuur op verzoek van de raad het voorstel nog eens grondig herzien. De discussie aan de Tllburgse hogescliool over het voorstel van de commissie-Van Dijclc een nieuwe studierichting op het gebied van de personeelswetenschappen toe te voegen aan het opleidingspakket van de KHT krijgt langzamerhand z'n ontknoping. Al in juni werd het conceptrapport' aan de betrokken faculteiten en het College van Decanen voorgelegd, terwijl ook de subfaculteit Letteren, de bibliothecaris van de hogeschool en de Katholieke Leergangen de gelegenheid kregen te reageren. Ook de commissies van de hogeschoolraad bogen zich al in een vroeg stadium over de plannen - er is hier sprake van de zogenaamde 'lange procedure', die de raad hanteert in zaken van wezenlijk belang. De laatste weken is een nieuw element in de discussie ingebracht. Steeds vaker werd beklemtoond dat de nieuwe studierichting een belangrijke bijdrage zou moeten leveren aan de overlevingskansen van de subfaculteit Sociaal-Culturele Wetenschappen. Personeelswetenschappen voorziet in een duidelijke maatschappelijke behoefte en zal dan
ook wel voldoende werfkracht hebben om per saldo meer studenten naar de KHT- en naar de met een teruglopende belangstelling geplaagde sociale faculteit in het bijzonder - te trekken, zo is de redenering. Afgelopen donderdag kon de raad nog geen echte knopen doorhakken. Wel waren alle fracties het er over eens dat het instellen van" de studierichting én voor het 'maatschappelijk belang' én voor de KHT een goede zaak is. Fundamentele kritiek oogstte de opzet en het studieprogramma van de nieuwe opleiding, terwijl op dit moment ook nog niet duidelijk is of de sociale faculteit bereid is de zaak onder haar hoede te nemen.
57e Dies Natalis
aperitief achteraf heel gemoedelijk aan toe ging, bleef het een karig onderonsje van voornamelijk professoren in toga, bestuurders en koorleden. De hogeschoolgemeenschap had het 'echte' Diesfeest al gehad, eind september, en zoals stoute kinderen die hun versnaperingen te vroeg hebben opgesnoept, lie-
Afgelopen donderdag 22 november werd de Katholieke Hogeschool Tilburg 57 jaar oud. Het feest beperkte zich tot een liturgische viering in de Maranatha-ruimte en een academische zitting in de hogeschoolaula. Alhoewel het er tijdens een
EENZIJDIG Met name de emancipatiecommissie had kritiek op de eenzijdige opzet van de studierichting. "De laatste jaren is de belangstelling voor de positie van vrouwen in bedrijven enorm toegenomen. Aandacht voor het emancipatiebeleid zou een wezenlijk onderdeel moeten zijn van personeelswetenschappen", aldus de
commissie, die ook een aantal aanbevelingen gaf die aan duidelijkheid weinig te wensen overlaten. "In de studie zal inhoudelijk aandacht besteed moeten worden aan de man-vrouw tegenstelling. Dit dient vanuit verschillende invalshoeken te gebeuren en als een rode draad door het hele studieprogramma te lopen". De visie op personeelswetenschappen en wetenschapsbeoefening in het algemeen werd door verschillende fracties als eenzijdig en tendentieus bestempeld. Opmerkingen over 'waardevrijheid', 'managementgerichtheid' en 'distantie van het werknemersbelang' in het rapport van de commissie-Van Dijck waren met name Breed Front-woordvoerder Wim Dijkstra in het verkeerde keelgat geschoten. Dijkstra pleitte voor pluriformiteit bij de opzet van de studierichting. "Je kunt personeelsvraagstukken niet enkel managementgericht bekijken, je hebt te maken met een spanningsveld van belangen". Rector de Moor, die de opmerkingen van inhoudelijke aard liever buiten het debat nog eens grondig wilde doornemen, noemde verschillende argumenten vóór een experimentele studierichting. De keuze voor een experimenteel karakter ligt in de lijn van het Academisch Statuut, aldus de rector. Een multidisciplinaire opleiding als personeelswetenschappen hoort dan ook eigenlijk niet binnen het kader van één bepaalde faculteit thuis. Daar komt bij dat een experimentele studierichting een aantal voordelen heeft boven een vrije richting: aanloopfinanciering, extra wetenschappelijk personeel en een duidelijke eigen identiteit.
8/9
Filosofen buigen zich over reorganisatieplannen.
Tilburgse Universitaire Pers Er zijn plannen voor een KHT-uitgeverij.
7
Open deur bij de theologen.
11
Verbeelding is onmisbaar in het wetenschappelijk onderzoek. Vier sprekers putten hun verbeeldingskracht uit terwille van de club van mr. K.L. Poll. Een verslag.
ten zij het tijdens dit ernstig Diesdeel afweten. Voorganger tijdens de Eucharistieviering was dr. J.C.M. Holman, medewerker van de Theologische Faculteit. De academische zitting werd opgeluisterd door het hogeschoolkoor o.l.v. A.C. Janssen. De zitting zelf werd opgebouwd rond het thema "Paradoxen in de sociale zekerheid", niet alleen vanwege de actualiteit maar ook omdat de hogeschool met een studierichting Sociale Zekerheidswetenschappen startte, aldus inleider rector-magnificus R.A. de Moor. Drie sprekers schetsten de tegenstellingen in de sociale zekerheid. Prof. dr. G.M.J. Veldkamp kwam uit op de contradictie dat net nu de sociale zekerheid zich waar moet maken er stemmen opgaan om de klok terug te draaien. "Er gaan stemmen op om bepaalde vormen van sociale zekerheid om te zetten in bijstand, in - soms de zotheid ten top "verplichte" vrijwillige verzekeringen of gewoon verzekering of in contractuele sociale zekerheid", aldus Veldkamp, die er aan toevoegde dat het niet past bij het rechtskarakter van de sociale zekerheid, dat de overheid naargelang het haar uitkomt nu eens de sociale zekerheid dwingend oplegt en dan weer een stuk van die zekerheid inpikt. Prof. dr. G.M. van Veldhoven ging in op het stelsel als een sociologisch-psycholoGemoedelijk onderonsje tijdens Diesreceptie.
gisch onderzoeksopgave. Hij tekende in zijn lezing de contouren van een onderzoeksprogramma en haalde daaruit één van de kernthema's: 'de verdelingsproblematiek'. Eerst zal het gaan om verdelingseffecten in samenhang met sociale gelijkheid en ongelijkheid. Daarbij zal ook onderzoek volgen naar complementaire voorzieningen en secundaire inkomensoverdrachten zoals huursubsidies en studietoelagen, aldus Van Veldhoven. Tenslotte kwam prof. dr. ir. A. Kapteyn na onderzoek tot de paradoxale vaststelling dat net in tijden van crisis het uitkeringsniveau omhoog moet. "In de politieke praktijk zien we het omgekeerde gebeuren. In perioden van voorspoed pleeg men uitkeringsniveaus extra sterk te verhogen, terwijl in tijden van crisis, wanneer het beroep op de uitkering te groot dreigt te worden, het uitkeringsniveau wordt verlaagd". Dit zou net andersom moeten: burgers moeten de meeste steun krijgen wanneer ze deze het meest nodig hebben. "De verklaring voor deze inconsistent aandoende eigenaardigheden van het beleid, ligt voor een deel in een onvoldoen-' de duidelijke conceptie van bestaanszekerheid. We kunnen bestaansonzekerheid slechts effectief bestrijden als we goed weten wat het is", zo besloot prof. Kapteyn zijn verhaal. - w