1983 09 09

Page 1

Tilburgs Hogeschoolblad - 9 september 1983 - jaargang 21 - nummer 2

m

Initiatief Tilburgse hoogleraren:

Steunfonds voor onderzoek werkloze academici Een drietal Tilburgse iioogleraren wilier) een steunfonds oprichten om werkloze academici in de gelegenheid te stellen wetenschappelijk onderzoek te verrichten. Gedurende een periode van maximaal vier jaar kunnen werkloze academici financiële en wetenschappelijke steun krijgen bij het verrichten van onderzoek en lof het voorbereiden van een proefschrift, aldus de doelstelling van het fonds. Op donderdag 15 september a.s. wordt het steunfonds 'Wetenschappelijk Onderzoek Werkloze Academici' in aanwezigheid van de voorzitter van het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond, de vice-voorzitter van de Raad van Overleg voor Middelbaar en Hoger Personeel en

de plaatsvervangend directeur-generaal Sociale Zekerheid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gepresenteerd. Aan het plan zijn de namen verbonden van de KHT-hoogleraren prof. H. Adriaansens, prof. H. Peetersen prof. D. Schouten. Het initiatief van de hoogleraren is inmiddels doorgesproken met de betreffende overheidsinstanties. Bovendien kan het fonds al beschikken over een aardig startkapitaaltje, zodat de eerste werkloze academici met ingang van 1984 met een onderzoeksproject van start kunnen gaan. In principe kunnen alle afgestudeerden in een van de geestes- en maatschappijwetenschappen, die als werkloos geregistreerd staan, meedingen naar de f i nanciële en wetenschappelijke steun die het fonds ter beschikking kan stellen. De doelgroep was per 1 juli j . l . maar liefst 5686 mensen groot en groeit nog explosief, hetgeen de vraag oproept of hier niet sprake is van de bekende druppel op de gloeiende plaat. Het is de bedoeling dat de werklozen die voor steunverlening in aanmerking ko-

Rector de Moor bij opening Academisch

men gedurende de contractperiode hun uitkering behouden. Daarover zijn al de nodige afspraken gemaakt met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De financiële ondersteunig van het fonds kan uitsluitend worden gebruikt ter bestrijding van de kosten, die aan de feitelijke opzet en uitvoering van het onderzoek verbonden zijn. De initiatiefnemers zijn van mening dat verschillende aspecten in het wetenschappelijk onderzoek naar de problemen van de hedendaagse samenleving wat onderbelicht blijven. Teveel is er sprake van specialistisch-toegepast onderzoek, onderzoek in termen van actueel sociaal-economisch beleid en partijpolitiek. Te weinig komen aspecten als verandering, normen en waarden, gedrag en mentaliteit in de wetenschappelijke analyses aan bod. De hoogleraren stellen zich dan ook voor dat de onderzoekingen die in het kader van het steunfonds worden opgezet en ondersteund een bijdrage leveren aan een meer evenwichtige bestudering van onze maatschappelijke problemen. \_x.

Overheidsbemoeienis heeft nadelige effecten op hoger onderwijs

De Moor maakte de balans op van vijftien jaar overheidsbemoeienis in het hoger onderwijs. Zijn eindbalans is negatief: toenemende macht van de bureaucratie en tijdverslindende en inefficiënte sturing door de overheid. Van de voorwaardelijke financiering in de huidige vorm verwacht de Moor voor een aantal gebieden van wetenschap dat de goede onderzoekers belemmerd zullen worden en minder goede beschermd. "Mijn conclusie is dat sturing van het hoger onderwijs door de overheid zowel politiek als ambtelijk, over het geheel genomen, geen succes is. Zij kost heel veel tijd en haar effectiviteit is gering, ook wanneer de beleidsdoelen van de overheid niet op hun waarde worden onderzocht, maar als criteria voor de beoordeling van de effectiviteit worden aanvaard. Ik ga verder, de overheidsbemoeienis heeft duidelijk nadelige effecten." Aldus de Moor.

Zouden de universiteiten het zonder overheidsingrijpen dan zelf zoveel beter hebben gedaan? Zo'n vraag veronderstelt dat hoe dan ook het ideaal bereikt kan worden, zegt de Moor. "Kan de overheid daarvoor niet zorgen dan moeten de universiteiten het kunnen." Bij het slot van zijn overzicht haakte de rector ook in op wat hij noemt "het meest recente voorbeeld van bureaucratisering die, naar mijn mening, overwegend disfunctioneel zal blijken", namelijk de gang van zaken rond de voorwaardelijke financiering. Na een opsomming van enkele positieve punten in de nieuwe onderzoeksfinanciering heeft de rector ook enkele ernstige bezwaren. "De minister stelt als eis dat programma's worden ingediend die minstens 5 mensjaren wetenschappelijk personeel inhouden en dat gedurende 5 jaren. Goed gemotiveerde uitzonderingen staat hij toe. Dat is voor veel wetenschappen een absurde eis, voor de alphawetenschappen lijkt de minister dat reeds erkend te hebben. Erkend kan worden dat meer programmering en meer samenwerking nuttig kunnen zijn, maar veel belangrijk onderzoek is het werk van één of van enkele personen. 5 Mensjaren betekent rond 15 personen als het gaat om het normale wetenschappelijk personeel. Wanneer ook 3 promotieassistenten deel uitmaken van de formatie, betekent de eis toch altijd nog 9 personen. vervolg op pag. 8

Het terras bij het restaurant is er voor het nazonnen, maar wegens bezuinigingen ontbreken aan dit zitje enkele tafels en vooral zitbanken. Als er weer geld is worden ze er alsnog bijgeplaatst. Tot dan is het behelpen met geleende stoelen uit het restaurant.

De Moor Een wat oudbakken want vóór de vakantie geregistreerd - interview nnet de (toen nog nieuwe) rector-nnagnificus Prof. dr. R.A. de Moor, dat nog niets aan actualiteit heeft verloren. Ter aanvulling enkele uitspraken van de rector bij de opening van het Acadennisch Jaar.

5

Jaar:

"Ware het mogelijk geweest de hoeveelheid departementale en universitaire mensjaren te tellen die vanaf 1970 in verband met wel en niet geëffectueerde overheidsmaatregelen zijn besteed, en zou de salarissom daarvan de minister ter beschikking kunnen worden gesteld, hij zou zijn financiële problemen voor een belangrijk deel zien opgelost, grapt rector de Moor aan het slot van zijn rede bij de opening van het Academisch Jaar 1983-1984, op maandag 5 september.

8/9

Informatie in de mist De beeldvorming over de effecten van de tweefasen-structuur bij scholieren in zeer negatief.

Deetman voor harde aanpak Onderwijsminister drs. W i m Deetman heeft op de openingsdag van het nieuwe academische jaar, afgelopen maandag, indirect gereageerd op het pamflet van de verenigde rectores magnifici, waarin hij wordt afgeschilderd als de grote regelneef. In de hele wetgeving rond het hoger onderwijs zal ook moeten worden gekeken naar het aspect van deregulering, zei de bewindsman in Nijmegen, waar hij ais gastspreker de openingsplechtigheid aan de katholieke universiteit bijwoonde: 'Dit moet niet opgevat worden als minder verantwoordelijkheid voor de overheid. Wel gaat het erom, dat waar de eigen beleidsruimte van de instellingen doelmatiger kan worden benut, niet de overheid allerlei taken naar zich toe gaat trekken. Noch de versobering bij de overheid, noch de instellingen zijn daarmee gediend... Minister Deetman verwierp de kritiek als zou het onderwijsbeleid van het zittende kabinet niet meer zijn dan een 'kille, visieloze boekhoud-politiek'. Het is gegeven de omstandigheden ten enen male onvermijdelijk orde op zaken te stellen: "Niet langer is het mogelijk of wenselijk dat een zachtaardig pseudoheelmeesterschap wordt gepractiseerd. U weet welk soort wonden zulke medicijnmannen maken,' zo hield de bewindsman zijn gehoor voor. KUN/UP


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.