Tilburgs Hogeschoolblad - 17 juni 1983 - jaargang 20 - nummer 34
Wervingsbeleid iiogeschoo/ ter dis/<ussie
'Andere instellingen gaan verder dan Tilburg Kan de Tilburgse Hogeschool overeind blijven in de oplaaiende strijd om de aanstaande studenten? Zoals bekend wordt de spoeling van nieuwkomers alsmaar dunner en zal het studentenaanbod na 1990 zelfs drastisch teruglopen. Hoe beschermt de KHT haar marktaandeel? Daarover is de discussie momenteel in volle gang. Sommigen zetten alles op een solide investering in de kwaliteit van onderwijs en leeromstandigheden. Volgens anderen moet de hogeschool als een koopman met z'n product de boer op. De Tilburgse Hogeschool: Klein, Knus, Kneuterig en Katholiek!! Of, waar liggen de grenzen van een aktief voorlich tingsbeleid. "informatie uit de zusterfacuiteiten ieert dat vooriichting en externe berichtgeving meer en meer wervend, soms zelfs agressief wen/end van aard worden. l\/leeiopen in deze ontwil<l<eling streeft de juridisctie faculteit niet na, maar erkend moet worden dat in voorkomende situaties noodgedwongen in deze benadering moet worden meegegaan. Het is aanbevelenswaardiq nu reeds contact te leggen met anaere instellingen van Wetenschappelijk Onderwijs ten einde fnuikende concurrentie inzake de werving studenten te voorkomen". Deze hartekreet van de juridische faculteit staat te lezen in de voorlichtingsnota van de Tilburgse Hogeschool. Het citaat illustreert perfect de stemming waarin veel onderwijsgevenden, ook in Tilburg, verkeren. De studentenaantallen gaan in de nabije toekomst schrikbarend teruglopen. De strijd om Nachwuchs die in het kleuter- en lager onderwijs al jaren woedt en die nu ook het middelbaar onderwijs in z'n greep houdt, zal zich binnenkort verplaatsen naar het hoger beroepsonderwijs en de universiteiten en hogescholen. Sommige instellingen hebben het zwaard al getrokken. De KHT aarzelt, maar bezint zich wel op mogelijke strategieën. Hoe te voorkomen dat Tilburg de slag om de studentenmarkt zal verliezen? De KHT mocht van de minister uitgroeien naar 7000 studenten. Alleen, waar haal je die straks vandaan? Erger nog: hoe voorkom je dat het huidige aantal van 5000 studenten gaat slinken? Begin dit jaar zette de hogeschool een brainstormingscommissie aan het werk die aan aantal praktische aanbevelingen voor de korte termijn moest bedenken.
Rector van Veldhoven bij de installatie van die commissie: "Kijk, er heerst op dit gebied nogal wat koudwatervrees. De term wervingsbeleid roept allerlei nare associaties op. Er zijn mensen die een strikt onderscheid maken tussen voorlichting en werving. Maar waarom zou je niet mogen proberen het keuzeproces van studenten te beïnvloeden door te wijzen op de goede punten van de KHT? Wij hebben een eindeloze discussie daarover willen voorkomen en gezegd; laten we die hele zaak nu maar werving noemen. (—> Ik denk wel dat we met z'n allen voorzichtig moeten zijn dat we de hogeschool niet als zeeppoeder in de aanbieding gaan doen. Maar dat je iets meer nadruk legt op wat je doet en wat je kunt, kortom op je profilering, daar steekt op zichzelf geen kwaad in, vind ik". Tot driemaal toe hebben bestuurders, voorlichters, decanen en onderwijsgevenden met elkaar rond de tafel gezeten om over de wervingsproblematiek te debatteren. De rector vatte in de vergadering van 21 maart de kwestie nog eens als volgt samen: de KHT doet relatief weinig aan "actieve voorlichting" naar adspirant-studenten en wat men doet is nauwelijks gesystematiseerd. Er is geen goed overzicht van de gebruikte kanalen, tot wie we ons richten, wie is onze doelgroep (studenten, ouders, decanen?) Wie is binnen de KHT verantwoordelijk voor de uitvoering, wat is de preciese inhoud van onze boodschap? Ook deskundigen van buiten werd om hun mening gevraagd. Zij wezen op enkele opvallende manco's in het huidige voorlichtingsbeleid. Zo ontbreekt er op de hogeschool een centraal informatiepunt en is de bestaande studiegids onhanteerbaar, "het materiaal van Tilburg is überhaupt niet te pruimen: moeilijk, droog en onoverzichtelijk". Met welk doel wordt een goede werving opgezet, zo vroeg de brainstormingscommissie zich af. Minimaal om aanstaande studenten te laten weten wat ze in Tilburg komen doen. Maximaal, dat ze staan te trappelen om er te kunnen gaan studeren! En welke middelen staan daarbij ter beschikking? Vooral wat deze laatste vraag betreft blijkt het overleg nog weinig concrete resultaten te hebben opgeleverd. Wel is een groeiend meningsverschil aan het licht getreden tussen de afdelingen Pers en Voorlichting en de Dienst Studentenzaken en Welzijn Klein, knus en katholiek
##
over de agressiviteit waarmee men de beschikbare middelen mag hanteren en over de vraag wie dat dan wel moet gaan doen. Carel van Nahuijs van Studentenzaken waarschuwt voor een too much aan informatie: "Een doelgericht beleid dat er alleen maar op uit is om zoveel mogelijk studenten hier naar toe te halen is uit den boze. Voorlichting betekent voor mij: die informatie verschaffen die voor potentiële studenten relevant is om een zo optimale studiekeuze te kunnen maken. Als die keus op Tilburg valt is dat mooi meegenomen. Bij voorlichting moet het belang van de individuele student voorop staan. In wijder verband is dat ook het belang van de universiteit. Deze hogeschool heeft niets aan studenten die hier niet gemotiveerd terecht komen. Want vroeg of laat krijg je spijtoptanten. Je kunt dus wel aan werving doen, maar dat moet volgens mij een secundair effect zijn van je voorlichtingsbeleid". De decanen van de middelbare scholen zijn, meent van Nahuijs, intussen allergisch geworden voor al die snelle voorlichters die als handelsreizigers met een koffertje onder de arm hun onderwijsinstelling komen aanprijzen. "Laatst kwam ik nog een schooldecaan tegen. Die had in een plastic tas alle brochures en folders verzameld die hem in de weken daarvoor waren toegestuurd. De ene nog mooier dan de andere. Vierkantig, driehoekig, zeskantig, noem maar op. Zout en spiegeltjes! Daar lijkt het bijna op. Wat doe je met die troep? Juist, de prullebak in, want je hebt er niks aan. De verantwoordelijkheid voor de informatieoverdracht ligt bij de aanvrager. De student kan zelf wel bepalen wat hij nodig heeft. Je moet de vraag niet voor zijn. Ik ben als de dood voor die toenemende Inf ormatievervu iling." Dus niet de deuren van de middelbare scholen platlopen, maar wat dan wel? Want, zo stelt van Nahuijs zelf ook, zowel Pers en Voorlichting als de Dienst Studentenzaken zijn medeverantwoordelijk voor het voortbestaan van deze hogeschool. En het is dus best gerechtvaardigd om te bekijken hoe je meer mensen hier heen kunt krijgen. Van Nahuijs gelooft echter niet in de zevenhoekige brochure, hij kiest liever voor een investering in de kwaliteit van de KHT en voor een landelijk gecoördineerde, objectieve voorlichting. "Ik denk dat je studerenden goed moet voorlichten over de keuzes die ze gaan maken. Dat lijkt me op de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de landelijk overheid." Henny Walter van de afdeling Pers en Voorlichting denkt dat niemand bang hoeft te zijn dat de Tilburgse Hogeschool nu op de agressieve toer gaat. Hij pleit hooguit voor een "activering van de voorlichting", vooral in de zuidelijk regio. "Andere universiteiten zijn al veel verder dan Tilburg. Erasmus heeft een keer in Middelburg en Goes een hele Rotterdamse dag georganiseerd. Wij blijven in dat opzicht erg schuchter. Met het argument dat we geen reclame mogen maken. Maar is Rotterdam nou zoveel beter dan Tilburg? Nee, geen spat!"
8/9
De automatisering in de bibiiotheeic maakt het boekenbestand van de hogeschool beter toegankelijk. Van paardekoets tot BMW Een reportage iVlaastricht is een uitdaging voor Tilburg Creativiteit als redmiddel in een tijd van krappere budgetten en teruglopende Studentenaantallen is de samenwerliing met Ciiina op universitair gebied wel in balans? Nieuwe vragen en een commentaar Na iiet pensioen Een aantal oudmedewerkers aan het woord in een bijzondere aflevering van 'Werkwaardig'
Het THB gaat met vakantie. Op 2 september a.s. komt het eerstvolgende nummer uit. Copy voor dat nummer uiterlijk op 25 augustus inleveren. De redaktie wenst iedereen een prettige vakantie. Als tweede argument voor een intensivering van de wervingsaktiviteiten noemt Walter de nieuwe studierichtingen. "Die hebben iets te bieden wat op de academische markt nog niet voorradig was. Zoiets is nieuw, dus daar moet je landelijk mee de boer op. Is dat nou werven? Ja, natuurlijk is dat werven. Je wilt toch studenten l<rijgen voor die nieuwe studierichting? Je kunt wel op je luie kont blijven zitten en afwachten, maar dat is nai'ef"^ "Bovendien", aldus Walter "richten we ons sinds enkele jaren tot een heel nieuwe groep van potentiële studenten. Dat zijn de HBO-ers en de avondstudenten. De middelbare scholier kun je altijd wel via de schooldecanen bereiken. Maar bij de avondstudenten kun je een aktieve werving zeker niet achterwege laten. vervolg pag. 14