tilburgs hogeschooibiad november 1980 laargang 18 - nummer ii
Na 17 jaar hoogleraarschap
Afscheid van Jeukens Donderdag 30 oktober heeft prof. mr. H. J. M. Jeukens zijn afscheidskollege gehouden. Daarmee is officieel een punt gezet achter zijn zeventienjarige loopbaan als hoogleraar staatsrecht en vergelijkend staatsrecht aan de Juridische Fakulteit te Tilburg. Het mag gezegd, Jeukens' aanwezigheid is niet onopgemerkt gebleven aan deze hogeschool. De manier waarop hij is uitgezwaaid houdt daarmee alleszins gelijke tred. Naar verluidt was het donderdag de derde keer dat Jeukens op min of meer officiële wijze, binnen vrij korte tijd in de bloemetjes is gezet. Zelfs bi) de meest kritische a a n wazige, moest thans echter de gebruikehjke poespas die een akade mische zitting kenmerkt, enige ge nade kunnen vinden Immers, wie het geloven wil of niet, Jeukens was alles behalve een slecht docent, en in de wetenschap heeft hi] zich in de loop der jaren een vaste plaats verworven Dat laatste mag reeds blijken uit zijn afscheidskollege, voor wie de moeite neemt het ter hand te nemen Het een en ander is ook uitvoerig gememoreerd door de verschillende sprekers ter zitting Een facet van Jeukens' docentschap m a g hier m e t onvermeld blijven Jeukens als examinator In dat opzicht is hij n u al een legende geworden a a n de Juridische Fakulteit Het heet, dat wie zakte bij h e m slechts de fout bij zichzelf kon zoeken, een pijnlijke gewaarwording, rechtstreeks volgend uit de heldere en overzichtelijke wijze waarop de kandidaat n a a r zijn Waterloo werd geleid Het voert hier te ver, om de verschil lende sprekers - Van Dijck, rector magnificus, Coopmans, dekaan J u n dische Fakulteit en Konijnenbelt, voorzitter vakgroep staats en administratief recht - a a n het woord te laten Men kan erop vertrouwen dat de toon zonder uitzondering lovend, bewonderend en vriendelijk was, zodat velen die Jeukens vari nabij kennen mets nieuws gehoord hebben en anderen die een andere Jeukens kennen wellicht niet a a n hun trekken gekomen zijn Hetgeen bij zeer velen echter grote indruk heeft gemaakt is Jeukens' afscheidskollege, getiteld ,Grondwetsherzienmg' Een korte samenvatting Men kan er zich over verbazen, dat, in tegenstelling tot zoals gebruikelijk IS bij de parlementaire behandeling van een wet, betreffende de huidige herziemng tot nog toe ,alge
mene beschouwingen over de doel stellingen, de hoofdzaken, het alge mene karakter, de opbouw en de struktuur' van de voorgestelde grondwet m wording ontbreken De techniek van het onderbrengen van de verschillende grondwettelijke onderwerpen in aparte ontwerpen en het daarop afgestemde, gefaseerde mdienings en behandelingsbe leid hebben pas zeer kort geleden een totaalbeeld opgeleverd van het geen de nieuwe grondwet zal behelzen Dat, terwijl het eind van de eerste lezing nadert en het m tweede lezing niet meer mogelijk zal zijn voor de Tweede Kamer om amendementen in te dienen op de wetsvoor stellen tot grondwetswijziging In de leemte, die daarmee is gegeven, tracht Jeukens via een terugblik op
de grote grondwetsherziening van 1848 enige aanknopingspunten te vinden die de huidige in een breder kader kunnen plaatsen Al met al moet worden gekonsta teerd, aldus Jeukens, dat de mhou delijk'e vernieuwing van onze Grondwet uiteindelijk bescheiden moet worden genoemd Daarmee ,is het herschrijven, het schaven van de tekst, wel het belangrijkste as pekt geworden van hetgeen thans geschiedt' Met Thorbecke m 1848, stelt Jeu kens zich de Traag, hoewel thans geen ,schavende letterkundige' voor deze arbeid is ingeschakeld, of niettemin m dat proces van herschrij vmg .begrippen onzichtbaar zijn gemaakt' Jeukens meent van wel Hij neemt tot voorbeeld het eerste artikel van de nieuwe Grondwet, artikel 1 1 , dat als volgt luidt n a de eerste lezing Allen die zich in Nederland bevinden worden m gelijke gevallen gelijk behandeld Diskrimmatie wegens godsdienst, levensovertiugmg, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan' Het cursief gedrukte gedeelte van het artikel werd bij amendement ingevoegd, verkreeg als zodanig van de minister de voorkeur boven een ander amendement (,zoals', voor wegens, e t c ) op taalkundige gron den Jeukens laat zien dat de taal kundige gronden waarop des ministers voorkeur berust m essentie verder strekken en vervagend werken op het te interpreteren b e g n p .diskrimmatie' m artikel 1 1 (Vervolg op pagina 8)
Prof Van Dijck ( r ) foliciteeri de heer en mevrouw (Jet) Jeukens
Van hetzelfde laken een broek, zo luidt de typisch Tilburgse uitdrukking. De mensen hier waren te arm om meteen een heel pak te kopen. Zo'n simpel voorbeeld illustreert dat taal de maatschappelijke positie reflekteert waarin men zich bevindt. Thera van Osch (foto) en Lou Keune leggen aan Winfried Kleinegris uit hoe taal een middel van onderdrukking kan zijn. Vooral wetenschappelijk taalgebruik schrikt de mensen uit de kansarme milieus nog steeds af. „Er is sprake van een kultus. De wetenschappers houden elkaar de hand boven het hoofd. Men citeert elkaar." Zie middenpagina.
Van Agt zou eens op bezoek moeten gaan bij de progressieve amsterdamse ekonomen. Hij zou veel van ze kunnen leren. Bijvoorbeeld: door de staatsuitgaven uit te breiden kun je meer werkgelegenheid scheppen en zo de vakbeweging te vriend houden. Werkgroep Polek heeft de Amsterdammers uitgenodigd voor een debat. Op pagina 2 worden zij voorgesteld.
Vrolijk mag de lezing van Jan de Groot in de cyclus over de grondproblematiek in LatijnsAitierika zeker niet heten. De Groot schetste de historische ontwikkeling van de (even diep inademen) grondtoeëigeningsmechanismen. Lees pag. 5.