1979 03 16

Page 1

Langdurig

Hogeschoolraad mag budgetrecht behouden Universiteits- en Hogeschoolraden mogen van de kommissie-Polak hun budgetrecht toch behouden, zij het dat dit essentiële recht belangrijk wordt uitgehold. De raden zouden het ontwikkelingsplan, de begroting en het financiële schema in grote lijnen moeten vaststellen. Hoe de uitgaven vervolgens worden gedaan, is een zaak van het kollege van bestuur, aldus het advies van de kommissie, die 7 maart haar officiële eindrapport heeft gepresenteerd. In het laatste konsept-rapport (waarop het THB-artikel van twee weken geleden was gebaseerd) werd er nog voor gepleit de raden het budgetrecht geheel te ontnemen en hun rol verder terug te dringen tot die van een adviesorgaan. De kommissie heeft dus op het laatste moment een duidelijke ommezwaai gemaakt in de regeling van de verhouding tussen Kolleges van Bestuur en Universiteits- of Hogeschoolraden. In het eindrapport wordt daar eerlijk voor uitgekomen:

„De kommissie wil niet verhelen dat zij pas na lange aarzeling en ook niet zonder zorg tot de hiervoor geformuleerde aanbeveling is gekomen. Overwogen is de bevoegdheden met betrekhing tot het ontwikkelingsplan, het financieel schema en de begroting toe te hennen aan het kollege van bestuur. De wijze waarop de universiteitsraden veelal hebben gefunktioneerd heeft daartoe aanleiding gegeven." Dat uiteindelijk toch de balans is doorgeslagen ten gunste van de raden, baseert de kommissie op de bevoegdheden van de minister (die de begroting moet goedkeuren) en op de resultaten van het meningenonderzoek, waarin een adviserende rol voor de raden duidelijk wordt afgewezen. Ofschoon de koramissie spreekt van het .onverlet laten' van het budgetrecht, wordt dat recht duidelijk uitgehold. De kommissie laat e r geen twijfel over bestaan hoe beperkt dat budgetrecht is: „Bij het vaststellen van de begroting (die wordt ingericht overeenkomstig de ministeriële richtlijnen) machtigt de raad het kollege van bestuur om, ten behoeve van de in de begroting genoemde doelen, uitgaven te doen tot het maximum van de daarvoor vast-

gestelde bedragen. De vraag hoe en met gebruikmaking van welke hriteria het kollege de uitgaven binnen het kader van de vastgestelde begroting verricht, is per definitie een zaak van begrotingsuitvoering, dan wel beheer; beantwoording van die vraag komt dus toe aan het kollege van bestuur." In vergelijking met het laatste konsept-rapport is de mening van de kommissie op nog enkele andere punten aangepast. Zo werd in het konsept ook voor de universiteitsraden een numerieke meerderheid voor het wetenschappelijk personeel aanbevolen. In het eindrapport wordt aanbevolen één zesde van de raad te laten bestaan uit buitenuniversitaire leden (door de minister benoemd), en de meerderheid van de de overige zetels toe te bedelen aan het wetenschappelijk (Vervolg op pagina 5)

Eerste fase mag zes jaar duren Minister Pais streeft ernaar de twee-fasenstruktuur voor het wetenschappelijk onderwijs vóór september 1980 van kracht te doen worden. Studenten die dan hun studie aanvangen mogen niet vijf jaar, zoals in de HOV-nota voldoende werd geacht, maar zes jaar over de eerste studiefase doen, die gebaseerd is op een vierjarig studieprogramma. Dat blijkt uit het voorontwerp van wet dat de kamer deze week heeft ontvangen van de minister. Het wetsvoorstel wil hij op 1 oktober laten volgen. De Tweede K a m e r heeft 7ich eind v o r i g j a a r a l uitgesproken voor de twee-fasen-struktuur, die Pais h a d voorgesteld i n zijn n o t a ,Hoger o n derwijs voor velen'. De n o t a was een a n t w o o r d op de h e r p r o g r a m m e ringsvoorstellen v a n de i n s t e l l i n gen, die p r a k t i s c h allemaal u i t k w a m e n op een studieduur v a n v i j f jaar.

De Kommissie-Polak: Mr. A. J. Vleer, Prof. Mr. J. J. M. van der Ven, Dr. E. J. W. Verwey, Mr. H. N. Dutilh, (daarachter) Drs. H. W. A. L Loevendie, ontbrekend is mevrouw Mr. A. P. Schiltliuis.

De eerste fase van vier jaar is verdeeld in een propedeuse van één jaar en een doctoraalstudie van drie jaar. Het doktoraal getuig(Vervolg op pagina 5)

zieke bejaarden worden in ons land meer en meer In verpleeghuizen verzorgd in plaats van thuis. Werden in 1964 nog slechts 9800 mensen in dergelijke huizen verzorgd in 1977 was dat aantal al gegroeid tot 44.000. Geneesheer-direkteur H. ten Have beschreef in een proefschrift, dat hij enkele weken geleden aan de KHT verdedigde, deze snelle maatschappelijke ontwikkeling toegespitst op de leefwereld binnen zo'n verpleeghuis. Op pagina 3 leest u meer over zijn bevindingen.

Vincennes Na mei 1968 kreeg Parijs een vrije en open universiteit in het bos van Vincennes. Het werd al gauw een bolwrek van maatschappijkritisch onderwijs, ver weg van de brede boulevards waar de straatstenen nogal los zitten. Nu groeien er in dat bos gevaarlijke stadsguerilleros en autonomen aan de bomen dus wil Madame Ie ministre Alice de universiteit naar St. Denis. Pagina 3.

Medailles voor Goddijn, adhesiebetuigingen van links en rechts. En dat allemaal omdat Goddijn meent begrijpelijk over te komen. Dank zij zijn jarenlange ervaring weet hij met de media om te gaan. De media op hun beurt staan op zijn stoep te trappelen want „er zijn weinig deskundigen In Nederland op mijn gebied." Pagina 5.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.