^
tilburgs hogeschoolblad
a 62277)
jaargang 12 - nr. 6 - 1 november 1974 ^\
_^^^^^^^^^^^^[
in dit nummer:
20 15 uur 1 P m t e r en liet zo naak! u door Zuid-
Troebelen rond werkgroep Konfessionaliteit (p. 2) Gemeente stopt studentensubsidie (p. 2) Voorstel herprogrammering rechtenstudie (p. 3) MCNV voor elf man naar Tilburg (p. 3) Promotieprocedure moet op de helling (p. 4) Theologen-bul nu erkend (p. 5) Kritiek op Rood Front (p. 6) Selektle-staaltje van De Groot (p. 7) Typefout kost duizend gulden (p. 7) Examinatoren van politieke selektie beschuldigd (p. 9) Psychologisch lab definitief drooggelegd (p. 10)
20 30 uur W a s t e of tit produktie ot DOor t, 21 00 uur )BER lur
^
vanaf H 30 istmarktlje lek. TOBER hooi, bi] de >elicliting h
Staatssekretaris Klein Is socialistisch bewindsman
jkommune O 30 u u r an dr D l m i n k over li a m a diskuss KTOBER hooi, bi] des )elichting 1
j^atssekretaris dr. G. Klein is in Sn arbeidersgezin geboren, behaalh.et diploma HBS-B en studeerde ia als werkstudent wis- en nalurkunde. Na zijn studies werkte heer Klein bij de NV Philips. In werd hij hoogleraar in de ^ e k rtechniek aan de TH in Delft. Uitlek kreeg dr. Ger Klein profiel een van de woordvoerders van leuw-Iinks binnen de PvdA. Als jvolger van minister De Brauw telt staatssekretaris dr. Klein nu een Haagse kantoorflat a a n de lorbeckelaan. Zijn werkkamer geeft tzicht op de duinen en de zee.
de ochtend te, vele volkt hooi, aula 1] eenkomst dr W F * r Volksrepubr en achteral toelichting
ngen
GESCHOOl óór de a ï China MUSEUM vroeger en ii
de korte tijd van zijn funktie als ^„aatssekretaris, belast met het wetenschappelijk onderwijs, heeft dr.
getrokken. Dr. Klein noemt zich een demokratisch socialist en zei in het weekblad „De Groene" (3 april 1974) van zichzelf, dat hij gelooft „in revolutionair denken, m a a r niet in revolutionaire aktie". In het toen al zieltogende dagblad „De Tijd" m a a k t kolumnist Philip van Tijn zich in april jl. vrolijk over Kleins progressieve verleden en de grote kritiek die er met n a m e ter linkerzijde op zijn beleid was losgekomen. Van Tijn konstateert, dat dr. Klein „hard op weg is één van de meest kontrover-
siële bewindslieden uit dit kabinet te worden". Uitgesproken negatief oordeelde drs. J. V. d. Berg in „NRC-Handelsblad" van 20 juli 1974 over dr. Klein. Hij schreef toen: „Staatssekretaris Klein blijkt een pijnlijke misser. ledere parlementaire diskussie met hem is een tragi-komedie". Ondanks alle kritiek gelooft de optimist dr. Klein als staatssekretaris een bijdrage te kunnen leveren a a n de realisering van een meer socialis-
tische maatschappij. Daarover spra ken wij met hem. Is het mogelijk om vanaf uw plaats bij te dragen aan het realiseren van een socialistische onderwijspolitiek, gelet op de politieke verhoudingen m Nederland? N o u , . . . ik heb in mijn Nieuw-Linkstijd eens gezegd: Kijk lui, als de maatschappij die ons voor ogen staat vorm krijgt, dan ben ik ervan overtuigd dat de goede christen-demokraten zeggen, dat ze nu eindelijk de goede christen-demokratische maatschappij hebben. En dat geldt ook voor de goede liberalen en goede sociaal-demokraten. Het gaat dan namelijk om een maatschappij en daarbinnen om een onderwijsbeleid waardoor de ontplooiing van het in dividu zodanig plaats kan vinden, dat men zich als individu ook in dienstbaarheid a a n de gemeenschap volop kan ontwikkelen. In onze ogen (vervolg op pagina 2)
Klein liandhaaft Meerjarennota
rSTSTlCHIlM t tekeningen e
Tilburgs bestuur niet pessimistisch
a n recent
worden aflH 30 woorden il mmer f l,-~ ^ 1 lües onder » " ' 1 I EN
G0EDK|
es en rapp»! i. Bellen 041K"
^C: „Klein een pijnlijke misser'
Klein al meermalen tegen veel aren ingestreken. Veel kontroverses ezen er rond zijn beleid inzake de tudentenbeperkende maatregelen loting, numerus fixus), de kollegeeldproblematiek, de affaire-Daudt de onderwij sherstrukturering. or AlgemeneJ |edelijk gunstig ontvangen werd eedejaars m Jeins nota over de studiefinancieie. F. Kense H ^ng. Kort daarvóór h a d de staats1242 - 3975 ^kretaiis zijn plan tot invoering van en akademicibelasting schielijk indoktoraalstnj 5werk m ontj en verrichte»! in studie, ' n krijgen VBB reizen naar ( Schrijf voorj tie naar ''t GravenhageJ
Het overleg van 21 oktober tussen de WO-instellingen en de staatssekretaris over de financiële meerjarenplannen heeft voor de KH nauwelijks konkrete toezeggingen opgeleverd Het Kollege van Bestuur, dat n a a r aanleiding van de Meerjarennota voor Tilburg de alarmklok had geluid, liet n a het overleg in Den Haag tegenover de Hogeschoolraad slechts summier iets los over de afloop. Drs. J. B. Verster, voorzitter van het Kollege van Bestuur, verwoordde het standpunt van Klein als volgt: „De kleine instellingen kunnen op een harmonische uitbouw rekenen en er is geen sprake van dat zij moeten verdwijnen ten behoeve van de grote. Er is géén streven naar mammoetinstellingen en de meerjarenplannen laten de positie van Brabant binnen de landelijke middelen onverlet." Klein heeft erkend, dat de kwantitatieve onderbouwing van de plannen verbeterd moet worden en ook dat het beleid uiteindelijk op kwalitatieve overwegingen moet berusten. Toch werd - zoals verwacht - noch de nota, noch de konklusie ervan ingetrokken. Wel werd afgesproken, dat de instellingen via de Akademische Raad aan
een verbetering van de verdeelsleutels zullen werken en dat daarover vóór juni een advies wordt uitgebracht.
„Alles nog open" In een eerste reaktie tegenover het Nieuwsblad van het Zuiden verklaarde drs. Verster niet i)essimistisch uit Den Haag teruggekeerd te zijn. „In theorie zijn alle mogelijkheden opengelaten. Het gesprek is in een goede sfeer verlopen, maar er is niet met klinkende munt betaald." De Hogeschoolraad kreeg van het bestuur niet te horen of de uitgangspunten voor een integraal wo-beleid voldoende aan de orde zijn geweest. De r a a d had het bestuur uitdrukkelijk de bevoegdheid gegeven uit het overleg te treden wanneer dit niet het geval zou zijn. Op 7 november zal het Kollege van Bestuur de r a a d nader informeren en verdere stappen voorstellen. Om nu al wat meer te weten te komen moest het THB elders te rade gaan. Mr. W. P. Heere, lid van de Utrechtse delegatie, die de Universiteitsraad aldaar uitvoerig informeerde, ver-
klaarde tegenover ons, dat „Tilburg braaf zijn best heeft gedaan. En steeds wanneer Klein een beetje moe werd van de Tilburgse argumenten, kwam er ook nog wel steun van Rotterdam. De KH-delegatie hield een nogal statistisch betoog, dat voor de meeste aanwezigen volledig de mist inging en niet meer opleverde dan de toezegging van Klein, dat Tilburg nog best een keer mag komen praten, hoewel hij niet ziet dat daar veel uitkomt." Ook in een nota aan de Utrechtse Universiteitsraad wordt gesteld, dat „een hardnekkig gevecht van Tilburg en Rotterdam om aan personeelsvermindering te ontkomen, naast een totale verwarring rond negatieve nullasten en reduktiefaktoren slechts een toezegging voor een nader gesprek opleverde."
Buitenspel Onze kollega's van de Gemeenschappelijke Universitaire Persdienst meldden, n a gesprekken met verschillende delegaties, dat Tilburg bij de hele diskussie in feite buitenspel stond. „Er was wel begrip voor de Tilburgse (vervolg op pagina 9) t h b 6 - 1 november 1974 verschijnt tweewekelijks