1972 05 05

Page 1

iwmjyii

tilburgs hogeschoolblad jaargang 9 - nr. 1 7 - 5 mei 1972 tweewekelijks verschijnend officieel orgaan van de katholieke hogeschool tilburg - redaktie: gerard van den heuvel - vaste medewerkers: cees brinkhuizen en frans godfroy - redaktleasslstente: angela lodder - adviseur: g. noe - akwisltle: a. j . brekelmans - fotograaf: persburo rien siers, tilburg cartoonist: willem franken - druk: grafische kunstinrichting j . j . a. van der wee nv, tilburg - kopij: het volgend nummer van het thb verschijnt op 19 mei, de inzendtermijn van alle kopij voor dit nummer sluit op 12 mei om 11.00 uur. redaktie-adres: hogeschoollaan 225, tilburg, telefoon 69111, toestel 2277, kamer psy 114.

Differentiatie in opleidingsdoelstelling Rapport van de ontwikkelingsgroep sociaie fakuiteit In een interview in het THB van iets meer dan een jaar geleden zette prof. dr. J. A. Stalpers, voorzitter van de subfakulteit sociaal-kidturele wetenschappen, de noodzaak uiteen van een agogische oriëntatie voor de sociologische opleiding in zijn totaliteit. Bij die gelegenheid kondigde hij tevens a a n dat een werkgroep was geformeerd die zich zou buigen over de vraagstukken die met deze „nieuwe" oriëntatie samenhangen. Na een jaar onderzoek en formuleren van wenselijkheden is deze werkgroep, „ontwikkelingsgroep" genoemd, met een rapport gekomen, waarover de nieuwe fakulteitsraad (helaas zonder studenten!) zich moet gaan uitspreken. Een van de belangrijkste voorstellen die door de ontwikkelingsgroep worden gedaan houdt een differentiatie in van de opleidingen die de sub-fakulteit zou kunnen verzorgen. Om tegemoet te komen aan de verwachtingen die de samenleving in haar verschillende geledingen terecht heeft, aldus het rapport, ten aanzien van de universiteit én om tegehjkertijd verschillende typen van studenten tegemoet te komen in h u n belangstelling worden drie typen opleidingen gesuggereerd: • een opleiding tot wetenschappelijk onderzoeker, waarin wetenschap en wetenschappelijke ontwikkeling centraal staan; • een praktijkopleiding, waarmee de toekomstige beroepsbeoefenaars m staat moeten worden gesteld in te gnjpen in de maatschappelijke werkelijkheid en in de relaties tussen personen, waarbij dit ingrijpen mede bepaald dient te worden door inzicht in de werkelijkheid en in de gevolgen van mogelijke ingrepen daarm; hierbij wordt gedacht aan planologen, organisatiedeskundigen, deskundigen m de samenwerkingsopbouw enzovoort; • op de derde plaats is gedacht aan een vrije opleiding ten behoeve van beroepen die eerder een meer algemeen onenterende en vormende universitaire studie verlangen en m a a r in beperkte mate specifieke wetenschappelijke vaardigheden; als voorbeelden worden hier genoemd: direktiesekretarissen, bestuursfunktionarissen, journalisten en dergelijke. Wanneer er n u sprake is van een agogische oriëntatie in deze opleidingen dan wordt daarmee niet be-

doeld dat de „agologie" als vak wordt beoefend, m a a r dat de hele opleiding erop is gericht de studenten te oefenen en in staat te stellen tot het geven van sociaal wetenschappelijke analyses, verklaringen en prognose met betrekking tot de werkelijkheid; tot een wetenschappelijk objektief denken, en tot een maatschappelijk geëngageerd denken en handelen.

Aangepaste didaktiek Dit uitgangspunt heeft rechtstreeks

tot gevolg gehad dat de werkgroep zich ook heeft gebogen over de wijze waarop de kennis en vaardigheden worden aangeboden, alsook de wijze waarop het hele studieprogramma zou moeten worden gestruktureerd. (Daarbij is al rekening gehouden met de mogelijkheid dat de wet-Posthumus wordt ingevoerd; een tamelijk eenvoudige ingreep zou een aanpassing a a n nieuwe wettelijke voorschriften mogelijk maken.) In de toekomst komt er voor de sociologen een gemeenschappelijke propedeuse waarin, n a a r wordt verwacht, ook algemene wetenschapsleer zal worden ingebouwd. N a de propedeuse volgen dan twee meer onderscheiden programma's waarin voor de wetenschappelijke oriëntatie de methoden en technieken van onderzoek meer centraal staan, terwijl voor de professionele opleiding een aantal thematisch opgezette kursussen (door middel van projektgroepen) zullen worden doorlopen. De doktoraalfase kenmerkt zich in het ene geval door het doen van wetenschappelijk onderzoek, terwijl in de professionele richting „action research" de voornaamste aandacht zal krijgen. (Deze twee benamingen van het onderzoek willen natuurlijk niet zeggen dat de ene vorm van onderzoek niet-wetenschappelijk zou zijn of andersom, m a a r deze termen geven meer a a n het verschil in de

Rapport ontwikkelingsgroep In de subfakulteitsvergadering van 6 april jl. is besloten het rapport van de ontwikkelingsgroep in eerste instantie in de vakgroepen te bespreken. De resultaten hiervan kunnen ingebracht worden in een diskussiebij eenkomst van het hele wetenschappelijke korps. Voor belangstellende studenten is het rapport verkrijgbaar bij het bureau van de subfaJculteit. Ook met de studenten wordt op korte termijn een diskussiebijeenkomst georganiseerd. De nieuwe subfakulteitsraad is het aangewezen orgaan om n a de diskussies te beslissen of en op welke wijze het rapport moet worden uitgewerkt en in praktijk gebracht.

gebruikte onderzoeksmethoden.) Het gehele programma is voorts opgebouwd uit afgeronde kursussen van beperkte duur en beperkte doelstelling, zodat elke student op elk moment tamelijk nauwkeurig weet (vervolg op pagina 6)

Uitslag verkiezingen fakulteitsraden Er is wederom aanleiding tot „evaluatie": ditmaal van de demokratisering, want een opkomst van 574 kiezers geeft te denken. Achttien v a n hen droegen niet tot het resultaat bij, omdat h u n stembiljetten ongeldig werden verklaard. Voor sommigen bleek het ten opzichte van vorig jaar verduidelijkte stembiljet ook n u nog te moeiUjk. In de kiesdistrikten Cl (studenten ekonomie) en (34 (studenten rechten) werd het vereiste quorum niet gehaald (respektievelijk 14 % en 13 % opkomst), als gevolg waarvan het aantal beschikbare zetels moest worden gekort. Voor beide distrikten resteren drie zetels. De opkomstpercentages in de overige kiesdistrikten luiden als volgt: A l 75 %, A2 78 %, B2 77 %, B3 80 %, C3 63 %.

De uitslag van de verkiezingen in de onderscheiden distrikten luidt als volgt (de namen zijn opgenomen in volgorde van voorkeurspercentages; de namen die tussen haakjes zijn geplaatst zijn die van de kandidaten die niet verkozen zijn):

Al (wetenschappelijk pers. ekonomie) Bosman, Maagdenberg, Bems, Van de Klundert, De Vries, Neeleman, De Jong, Van Hulst, Meulendijks, Van de Kerkhof (Boerboom, Messelink,

in dit nummer o.a.: Teach-in 26*apnl (p. 2} Promotie R. Lapré (p. 4) TEF-enquête (p. 5) Jubileum D Kolen (p. 5) Kontaktgroep Belangenbehartiging (P 6)

(vervolg op pagina 8) verschijnt tweewekelijks t h b 17 - 5 mei 1972


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.