tilburgs hogeschoolblad - jaargang 8 - nr. 19 - 28 mei 1971
Delegatie van katlioliciteit
Kommissie Schiillebeeckx:
Katholieke universiteit moeite van de onderneming waard De april-aflevering 1971 van de Annalen van het Thijmgenootschap bevatte het rapport van de kommissie-Schillebeeckx van de Katholieke Universiteit Nijmegen, die zich lange tijd gebogen heeft over de vraag of het predikaat „katholiek" in de naam van de Nijmeegse universiteit zou moeten worden gehandhaafd en zo ja, welke gevolgen dat dan zou moeten hebben voor de doelstellingen voor de wetenschapsbeoefening. Nu was ongeveer 45 jaar geleden de uitgangssituatie voor Tilburg praktisch gelijk aan die voor Nijmegen. De vraag is of ook de situatie nü in Tilburg dezelfde is als in Nijmegen en of dus de konklusie van de kommissie-Schillebeeckx door de Katholieke Hogeschool moet worden overgenomen. In het indrukwekkend genuanceerd en rijk gedokumenteerd rapport * verlaat de kommissie als fundering voor een katholieke universiteit dat zoveel mogelijk katholieke studenten in de gelegenheid moeten worden gesteld ,,hoger onderwijs op katholieke grondslag" te volgen (p. 57). Ook wijst de kommissie principieel ,,het konfessionele karakter van de wetenschappen" af. ,,De universiteit (in het algemeen; red.) berust op het beginsel der meer-dimensionaliteit van de waarheid. Mede vanuit allerlei voor- en buiten wetenschappelijke stimulansen ontwikkelt elke wetenschap zich formeel binnen de (overigens steeds verschuivende) grenzen van de eigen methodische benadering en het eigen interpretatiemodel. Elke bevoogding daarin, hetzij vanuit de maatschappij, hetzij vanuit de levensbeschouwing, hetzij vanuit de kerken, is een aantasting van de akademische vrijheid" (...). De kommissie verwerpt dan ook uitdrukkelijk de gedachte van een ,,kerkelijke" of ,,hiërarchieke" universiteit zoals die elders wel voorkomt. Maar wat dan wel?
In feite, aldus de kommissie, bestaat er in onze samenleving een pluralisme van Ievensbeschouwelij ke werkelij kheids-interpretaties. Derhalve kan zelfs de geloofsovertuiging van het unieke karakter van het christendom niet beslissend zijn voor een keuze pro of kontra een christelijke universiteit. „Op het forum van het reflexieve denken (het eigen niveau van de universiteit) volstaat het, dat de gelovigen in de praktijk kunnen aantonen dat het christelijk geloof inderdaad een reële boodschap te brengen heeft die belangrijk is voor mens en maatschappij en dat het een werkelij kheidsinterpretatie geeft die ook op rationele gronden h a a r legitimiteit naast andere interpretaties kan en wil verantwoorden" (p. 51). Het christendom als uitgangspunt of inspiratie van een universiteit beschouwen, kan dan alleen betekenen dat - in tegenstelling tot een andere, al dan niet uitdrukkelijk toegegeven levensoriëntatie en levenspraxis - deze (dat wil zeggen de KUN; red.) universiteit het christelijk geloof (vervolg op pagina 2)
1
D e diskussie omtrent de konfessionaliteit van de Katholieke Hogeschool is de laatste tijd wat verstomd als hij al al ooit in de laatste jaren hevig is geweest. Er is voor zover onze informatie strekt geen kommissie die zich formeel op deze vraag bezint en informeel behoort dit onderwerp zeker niet tot het gesprek van de dag. Wel IS de kwestie al terloops besproken tijdens een vergadering van de technische werkgroep struktuur inzake nieuwe koncept-statuten voor de Katholieke Hogeschool. Ook hier lijkt men wel geneigd om een formulering als ,,onderwiJs in katholieke geest" te laten vallen. Een officiële reaktie op het rapportSchillebeeckx is er niet en wordt voorlopig ook niet verwacht. Wel is men tot de konklusie gekomen dat men zich nader op de konfessionaliteit moet beraden. Dit zou met name in de EHR dienen te gebeuren, waar de konceptstatuten uiteraard aan worden voorgelegd. Nu zitten daar minstens twee moeilijke punten. Een dat Tilburg niet gelijk heeft met Nijmegen: het streven naar een rijksuniversiteit Brabant en een ander dat Tilburg wel gelijk heeft met Nijmegen: het trachten een eigen gezicht te geven aan een instituut dat ,,de moeite van het ondernemen waard is". Wil men deze beide doeleinden
tegelij-
(vervolg op pagina 3) verschijnt tweewekelijks tllb 19 - 28 mei 1971