tilburgs hogeschoolblad maandblad - jaargang 5 - juni
Inspraak in opspraak
1968
Redactioneel
teach-ins „ W a a r liggen en tot hoever gaan de bevoegdheden van de diverse geledingen binnen de universiteit?" Dit was een van de centrale thema's op een, op 30 mei j I m de aula van de hogeschool gehouden tech-in over het rapport-Mans De teach-m werd bijgewoond door een aantal hoogleraren, functionarissen van het secretariaat van curatoren, wetenschappelijke en andere medewerkers en ongeveer 200 studenten USN-rapport De rector magnificus Prof Dr R A de M o o r - als lid van de Academische Raad speciaal betrokken bij de voorbereiding van het vraagstuk van de organisatie en bestuursvorm van universiteit en hogeschool, dat in de vergadering van de Academische Raad op 22 juni a s behandeld zal worden - maakte vooraf enkele opmerkingen over de Raad en over het r a p p o r t - M a n s , waarvan hij, zoals hij zei, altijd een tegenstander was geweest Hij leverde felle kritiek op het door de Unie van Studenten te Nijmegen uitgebrachte tegen-rapport ,,Universiteit en O n d e r n e m i n g " , het zogenaamde USN-rapport, dat hij kwalificeerde als ,.bestaande uit halve waarheden en hele onwaarheden, maar op briljante wijze aan elkaar g e s m e e d " ,,ln dit rapport wordt de schijn gewekt, dat de commissie-Maris de universiteit onder de knoet wil brengen van het bedrijfsleven Ook de curatoren worden afgeschilderd als mensen, die de universiteit voor het bedrijfsleven willen gebruiken Dat is onzin In de praktijk zijn de contacten met de industrie volledig vrij en zelf gekozen ZIJ hebben in principe alleen maar tot doel het eigen onderzoek te stimuleren ', aldus Prof de M o o r Medezeggenschap Volgens Prof Stouthardt heeft de Academische Raad te weinig gelegenheid gegeven tot discussie over het rapport-Mans Daarmee heeft ZIJ de schijn van een ,,overrompelingstactiek" op zich geladen Het USN-rapport was ook voor hem een bittere teleurstelling Hij bracht naar voren, dat de studenten zelf de beste behartigers zijn van de studentenbelangen ,,Daarom moeten zij medezeggenschap krijgen waar dat kan, o a by studentenvoorzieningen en tentamen- en examenregelingen Wat de bepaling van het studieprogramma betreft zijn ZIJ met d e s k u n d i g " Prof Alting von Geusau toonde zich een voorstander van studenteninspraak in het studieprogramma ,,De inspraak in de studieprogramma's IS essentieel v o o r de structuur en de werking van de universiteit Een van de fundamentele m o e i i j k h e d e n van de universiteit ligt in de verhouding organisatie-studenten, de student is te veel object van het universitaire apparaat Dit apparaat moet in dienst staan van degenen, die de universiteit kiezen v o o r hun latere ontwikkeling Daarom moeten de diverse geledingen van de universiteit elkaar met alleen aanhoren, maar ook overleg plegen met elkaar en van daaruit bezien, welke functies zo belangrijk zijn, dat iedereen mee beslist" Van studentenzijde werd opgemerkt, dat overleg en inspraak bijzonder mooi zijn, maar dat het centrale punt is wie maakt uit op welke gebieden de studenten mee beslissen Op donderdag 6 juni vond het vervolg van deze teach-m plaats
Het IS onrustig geworden in de altijd zo rustige academische wereld
nederlandse
De directe aanleiding vormen de voorstellen van de door de Academische Raad ingestelde commissie M a n s over de structuur van het w o Naar aanleiding van het r a p p o r t - M a n s werden protesten geuit, meningen luid verkondigd, er werden confrontatie-heanngs gehouden tussen universitaire bestuurders, hoogleraren, wetenschappelijke medewerkers en studenten, en men kwam zelfs tot bezetting van de Amsterdamse Universiteitshal en een poging tot bezetting van het gebouw van de Academische Raad in Den Haag De stroom van op het universitaire leven betrekking hebbende persknipsels vormt van deze activiteiten een zekere graadmeter Sommigen zien de buitenlandse studentenacties en dan met name die in Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië en België, waar eveneens de structuur van het w o in het middelpunt van de universitaire belangstelling staat, als een factor, die mogelijk v o o r Nederland inspirerend is geweest O o k aan onze hogeschool is er een beweging ontstaan in een tijdsbestek van enkele weken werden er twee teach-ins georganiseerd over algemene universitaire structuurproblemen Ook al waren er uit alle geledingen belangstellenden te vinden, toch was over de gehele linie de belangstelling gering Een teleurstellende en misschien zelfs verontrustende zaak Vrede of onvrede met de bestaande situatie zal wel geen reden van afwezigheid geweest zijn, overtuigde voor- of tegenstanders zouden, nu veranderingen in de universitaire structuur op zijn zachtst gezegd overwogen worden, zeker met hebben nagelaten continuering of opheffing van de situatie te propageren Was dan ongeïnteresseerdheid een a l i b i ' Wij hopen van met Is dat echter wel het geval, dan is deze houding zeker met geheel toe te schrijven aan de ongemteresseerden zelf Het huidige universitaire systeem met zijn vrijblijvende communicatiemogelijkheden - een systeem, dat belangstelling voor zaken, die voor de universitaire gemeenschap van essentiële waarde zijn, bepaald met stimuleert zou veeleer als oorzaak kunnen worden aangemerkt Het IS dan met onredelijk erop te wijzen, dat de teach-in mogelijk een vorm IS, die de mate, waarin het systeem zelf aan het bijbrengen van een min of meer ongeïnteresseerde houding debet is, zou kunnen verkleinen Voor het komend academisch jaar is een voortzetting van de reeds gehouden teach-ins gepland __ 1
THB 11
juni 1968
f