iilburgs hogeschoolblad
Maandblad Jaargang 5 oktober 1967
Redactioneel Het Tilburgse Hogeschooiblad gaat met dit nummer haar vijfde jaargang in. De wetenschap, dat de leesbaarheid van het blad in de afgelopen 4 jaren over het algemeen bepaald te wensen overliet, heeft de redactie doen besluiten over te gaan op een groter formaat, hetgeen de lay-outpiogelijkheden aanzienlijk doet toenemen en daarmee de leesbaarheid wellicht zou kunnen vergroten. De redactie is zich er natuurlijk van bewust, dat formaat en presentatie niet alleen-bepalend zijn voor de leesbaarheid; de inhoud is uiteindelijk Van nog groter belang.
Het Hogeschoolblad is bestemd om u informaties, in enge en in ruime zin, te verschaffen over zaken, die voor u, als lid van de hogeschoolgemeenschap, van belang zouden kunnen zijn. Het karakter van het blad verzet zich echter tegen iedere polemiek. Dit legt de redactie vanzelfsprekend beperkingen op ten aanzien van de middelen, die haar ten dienste zouden kunnen staan bij het opwekken van de interesse van de lezers. U kunt er echter verzekerd van zijn, dat zij, binnen het hierboven aangegeven kader, niets zal nalaten om regelmatig een lezenswaardig Tilburgs Hogeschoolblad uit te brengen. Redactie
Opening academisch jaar Op 18 september j.l. droeg prof. dr. H. O. Goldschmidt het rectoraat van de hogeschool over aan prof. dr. R. A. de Moor. Uit de overdrachtsrede, genaamd: ,,Heden en toekomst van de Katholieke Hogeschool", citeren wij: ,,Steeds meer wint de overtuiging veld dat, naast een gedegen studie aan een bepaalde faculteit, integratie van wetenschappen over de faculteitsgrenzen heen de student een meer ruime en juiste kijk geeft op de problemen en oplossingen daarvan. In de werkelijkheid dienen deze problemen zich meestal ook niet zodanig aan dat de oplossing beperkt blijft tot één wetenschapsgebied. In de afgelopen jaren heeft men in Nederland hieraan, speciaal op het gebied van het management in de onderneming, waar een samengaan van technische, economische, sociale en juridische factoren aan de orde is, nogal aandacht besteed. Het is vanzelfsprekend dat, juist gezien de opbouw van de Katholieke Hogeschool, deze integratiegedachte sterk in de belangstelling staat. Een door de senaat daartoe ingestelde commissie heeft als een eerste stap in de richting van deze integratie voorgesteld de oprichting van een Bedrijfskundig Seminarium, waarin docenten, wetenschappelijke medewerkers en studenten uit de drie faculteiten gezamenlijk onder deskundige leiding zouden kunnen werken aan het oplossen van bepaalde problemen." Sprekend over studierendement en studieduur zei prof. Goldschmidt: ,,Naar mijn mening zal het grote aantal studenten en de toenemende roep om vergroting van het studierendement en verkorting van de studieduur een volledig nieuwe aanpak nodig maken. Indien men onderkent, en ook erkent, dat instituten van wetenschappelijk onderwijs én een wetenschappelijk verantwoorde opleiding tot maatschappelijke beroepen moeten bieden én wetenschapsbeoefenaars moeten vormen, dan ligt de nieuwe aanpak voor de maatschappijwetenschappen
1
TH1
oktober 1967