Tilburgs
Hogeschoolblad
jaargang 1
nummer 9
Redactie: H. B. Kramer W. G. Boerboom R. S. F.J. M van der Lugt Redactie-adres: Hogeschoollaan
22 5,
Tilburg
oktober 1964
P. J. J. M. van Overveld J. E. E. de Smit J. H. Weitenberg J. J. M. de Bont (Hoofd Bureau
Senaat)
Overdrachtsrede Prof. dr C. F. Scheffer „Het is duidelijk, dat de groentijd, mede in verband met de democratisering van het academisch onderwijs, op de duur in zijn oude vorm niet meer te handhaven zal zijn. Toch zouden wij het betreuren, indien met de afschaffing of aanpassing ervan ook de positieve kanten van een introductictijd teloor zouden £aan. Tot die positieve kanten behoort ons inziens onder meer het leggen van de grondslagen voor het zich eigen maken van een academische stijl. Dat enkele symptomen van stijlloosheid, welke wij in de studentenwereld hebben moeten constateren, louter en alleen hun oorzaak vinden in een verslapte groentijd. willen wij niet zeggen, maar een goed geplande en geleide introductietijd kan veel bijbrengen, dat voor de stijl van de toekomstige academicus van belang kan zijn. Wij menen geenszins, dat hierbij dient vastgehouden te worden aan versleten vormen en mores. Ook de stijl is aan verandering onderhevig". Met deze woorden formuleerde prof. Scheffer zijn mening over de huidige wijzigingen in de groentijd. Overigens uitte hij zijn tevredenheid over de wijze, waarop de groentijd in het afgelopen studiejaar in Tilburg was verlopen. De studentenorganisaties hadden zich aan de gemaakte afspraken gehouden. Naar aanleiding van de uitbreiding van de hogeschool met een juridische faculteit aan het begin van zijn ambtsperiode in 1963, wees de aftredende rector op het gevaar van desintegratie. Men heeft in Tilburg steeds het voordeel gehad, dat binnen de eigen opleidingen nagenoeg alle wetenschappen een plaats vonden, die zich concentreren op de vraagstukken rond de mens en de maatschappij. Het zou zeer te be-
treuren zijn, indien door de vorming van faculteiten deze unieke situatie niet verder werd benut om te streven naar sythese, hoe moeilijk dat ook kan zijn. ,,Er dient tegen te worden gewaakt, dat de zin en het doel van het samenwonen onder één dak van economie, sociologie en rechten tot een farce wordt." Prof. Scheffer gaf een opsomming van de internationale wetenschappelijke kontakten, door de leden van de Akademische Senaat in het afgelopen jaar onderhouden. In verband daarmee onderstreepte hij het grote belang van dergelijke kontakten. Niet alleen accentueren zij de betrekkelijkheid van het eigen kunnen, zij zijn ook van belang voor de eenwording van Europa en het noodzakelijk naar elkaar toegroeien van het wetenschappelijk onderwijs in de diverse landen. Aan de Tilburgse hogeschool studeerden in het voorbije studiejaar 67 economen en 18 sociologen af. In de nieuwe juridische faculteit deden 11 studenten het eerste deel van het candidaatsexamen, waarvan er 8 slaagden. Er waren vier promoties, alle in de economische wetenschappen. Prof. Scheffer tekende daarbij aan: ,,De voorbereiding tot de promotie eist enorme opofferingen, zowel van de promovendi als van hun vaak zeer jonge gezinnen. Wanneer men niet bereid of in staat is gedurende een lange periode nagenoeg alle vrije tijd aan de studie te besteden, behoeft aan een dissertatie niet te worden gedacht." Tenslotte besteedde de Tilburgse rector ruime aandacht aan de verkorting van de studieduur: ,,De discussie is nog lang niet beëindigd. Wel 1