accent
Blok Leerdomein Blokduur
Woordpakket 3 Spelling 1 week
LEERINHOUD
MEDIA
Doffe klinker in achtervoegsels ig en ige
- werkschrift - schrijflei - oefenschrift - schrijfvoorschrift - software - stappenblok - wandplaten met ei-woorden - twee kaarten met ig en ige
LESBLOK A TERUGBLIK Schrijflei (oefenschrift of via mondeling spellen) Dicteer de volgende woorden uit woordpakket 1 en 2: ze reizen (ei-lied, ei-plaat of ei-brief), de geweren (verenkelings- of verdubbelingsregel), een glimlach (meestal g, maar enkele uitzonderingen, zoals hier) BORDSCHEMA haastig onrustig moedig toevallig stevig
verdrietig zenuwachtig droevig aandachtig mistig
grappig verkondig(en) ongelukkig bezig
zonnige vorige gelukkige hevige
onschuldige prettige rustige
ige-woorden ig-woorden We noemen die woorden rustig(e)-woorden. We schrijven ze net als rustig(e). PRESENTATIE/ORIテ起TATIE Lees voor. Het was een zonnige morgen. Enkele moedige ridders reden haastig door het bergachtige, griezelige landschap naar de heilige berg. Ze waren op zoek naar een geheimzinnige schat. De ridders waren nieuwsgierig, maar ook wat angstig. De paarden leken onrustig, maar klommen toch behendig omhoog. Ze moesten opletten voor de giftige doornen van stekelige planten. Na een lange tocht kwamen de hongerige en dorstige ridders boven. Het werd al schemerig en de ridders waren verdrietig, want ze dachten dat ze de schat nooit zouden vinden. Toen zagen ze toevallig een opening in de rotsen. Voorzichtig gingen ze de vochtige, akelige grot binnen. Een fel, hevig licht verblindde hen. Op een stevig blok hout stond de schat. Het was een prachtig gezicht. Zenuwachtig namen ze het kistje. Nu moesten ze nog veilig terugkeren. Pas dan zouden ze gelukkig zijn. Onderwijsleergesprek na het beluisteren van de tekst Wat valt er op? (veel ig-woorden) Lees nu de zinnen met de vet gedrukte ig(e)-woorden voor en laat de leerlingen pakketwoorden op de schrijflei noteren. Schrijf de woorden op het bord in twee kolommen, een met ig-woorden en een met ige-woorden. Laat de kinderen de andere woorden zelf in de juiste kolom rubriceren. Spellingweter Kom samen met de leerlingen tot een besluit. Welke moeilijkheid leren wij vandaag? (woorden met het achtervoegsel ig en ige. We noemen ze rustig(e)-woorden. We schrijven de woorden net als rustig(e); ig(e) schrijf je altijd ig(e).) Lees samen aandachtig de spellingweter.
LESBLOK B (automatisering) Suggesties klassikaal-interactieve oefeningen Geef elke leerling twee kaarten (een kaartje met ig en een kaartje met ige). Zeg enkele rustig(e)-woorden en de leerlingen steken het juiste woordkaartje omhoog. Suggesties begeleidende (verlengde) instructie Bij twijfel laat je de zwakke spellers de spellingweter met de rustig(e)-woorden naast zich leggen.
Tijd voor Taal accent - Spelling - Handleiding 4
Woordpakket 3
37