Tijd voor Taal accent - Spelling - Handleiding 6 - Voorbeeldmateriaal

Page 39

accent

Blok Leerdomein Blokduur

Werkwoorden 1 Spelling 1 week

LEERINHOUD

MEDIA

Werkwoorden (tegenwoordige tijd)

- schrijflei - werkschrift - werkwoordschema met ‘nummertjes’ (kopieerblad) - oefenschrift - stappenboek - spellingweters - strategiepictogrammen - wandplaat met werkwoordschema - werkwoordenrap op cd

LESBLOK A TERUGBLIK Schrijflei (of in oefenschrift of via mondeling spellen) Herhaal enkele woorden van vorig jaar. De leerlingen noteren ze op de schrijflei en verwoorden de moeilijkheden. - elektrische: je schrijft een enkele e (verenkelingsregel, regelstrategie), je schrijft een k (onthoud strategie), je schrijft isch (een woord net als Belgisch, hoorstrategie) - Azië: je begint met een hoofdletter omdat het een eigennaam is (regelstrategie), je schrijft het met een trema op de e om tot een correcte uitspraak te komen (regelstrategie) - directeur: je schrijft het met een c, hoewel je een k uitspreekt (onthoudstrategie, een woord net als cola) - oceaan: je schrijft het met een enkele o en e (verenkelingsregel, regelstrategie), je spreekt de c als s uit (onthoudstrategie, een woord net als cent) - opvliegend: je schrijft het met een d, hoewel je een t hoort (opvliegende, verlengingsregel) BORDSCHEMA De zinnen van de leerlingen PRESENTATIE/ORIËNTATIE Overdrijf de moeilijkheidsgraad van het schrijven van werkwoorden niet tegenover je leerlingen. Eigenlijk is het niet zo moeilijk. Voor heel wat persoonsvormen, maar zeker voor de voltooide deelwoorden worden de gewone spellingregels (verlengingsregel, verenkelings- en verdubbelingsregel) toegepast. Het zoeken van een pv. wordt ingeoefend omdat de ervaring leert dat het voor verscheidene leerlingen nog problemen oplevert. Motiveer de leerlingen om het werkwoordschema te gebruiken. Vraag de leerlingen een drietal zinnen te bedenken en hardop te dicteren. Zorg ervoor dat zowel de tegenwoordige als de verleden tijd aan bod komen en dat het verschillende vormen zijn. Zoek de pv. in de zinnen door de ja-neevraag te stellen (de pv. komt vooraan te staan). Plaats de pv. tussen twee streepjes (de leerlingen zijn daarmee vertrouwd, ze zijn dit gewoon van in het vierde en vijfde leerjaar). Duid het onderwerp aan zoals je het gewoon bent. Maak de link met taalsystematiek. De tweeledigheid van de zinnen, onderwerp en gezegde, kun je hier expliciet aan bod laten komen. Laat de leerlingen ook de infinitief en de stam van de persoonsvorm geven. Dat zorgt voor een duidelijke link met het werkwoordschema en brengt de kinderen hopelijk wat meer taalgevoel bij. Laat de leerlingen oefening 1 maken. Verbeter de oefening klassikaal. Besteed daarbij veel aandacht aan het verwoorden van de ja-neevraag. Vraag de leerlingen in welke tijd de zinnen staan. Laat de leerlingen oefening 2 maken. Maak de eerste zin klassikaal, zodat de oefening voor iedereen duidelijk is. Laat de leerlingen oefening 3 maken. Verbeter klassikaal: laat de leerlingen duidelijk de stappen van het werkwoordschema doorlopen. Ze gebruiken het werkwoordschema.

Tijd voor Taal accent - Spelling - Handleiding 6

Werkwoorden 1

39


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.