Lift B2 nieuwe editie 2021 voorbeeldhoofdstuk

Page 1

2

IN

T

VA

N

F

I

©

L

Economie & organisatie B-stroom KathOndVla


VA

© N IN


2

IN

T

VA

N

F

I

©

L

De consument in de samenleving


Starten met Lift Welkom bij Lift. We leggen graag even uit hoe je met dit leerpakket aan de slag gaat.

1 OP WEG MET LIFT Het leerwerkboek bestaat uit vier themabundels en ICT-fiches. Elke themabundel is op dezelfde manier opgebouwd.

IN

2

In totaal zul je vier thema’s doorlopen: de consument, de onderneming, de overheid en de ondernemingszin (ondernemend project). Elke themabundel start met een Themapagina.

T F

STEP-IN 1

I

ONDERNEMINGEN VROEGER EN VANDAAG

N

L

landbouwer

transportfirma

chipsfabrikant groothandel kleinhandel consument

Noteer twee voorbeelden van groothandelaars en twee kleinhandelaars van chips.

een groothandel:

b

een kleinhandel:

a

groothandelaars:

b

kleinhandelaars:

Action 1— Keuze tussen een bedrijfskolom van een tijdschrift en van sportschoenen

Kies, afhankelijk van je interesse, de oefening met het tijdschrift of met de sportschoenen. Duid je keuze aan.

Optie2 Sportschoenen a

Zet de schakels in de productieweg van sportschoenen in de juiste volgorde. De grondstof is rubber.

b

Omkader de bedrijfskolom.

klant – schoenzolenfabrikant – Decathlon – rubberfabrikant – schoenenfabrikant – Nike

Optie 1 Tijdschrift a

Zet de schakels in de productieweg van een tijdschrift in de juiste volgorde. De grondstof is hout.

b

Omkader de bedrijfskolom.

dagbladhandel – klant – papierfabriek – drukkerij – boomkweker – boekengroothandel – houtzagerij

7

Action 2— Bedrijfskolom van

Bij sommige opdrachten kun je kiezen uit twee Opties. Je kiest op basis van je interesse.

1

In deze action ga je aan de slag om een bedrijfskolom te ontwerpen van een zelf gekozen product. Vul de titel van de action aan met de naam van het product.

2

Duid aan of je de bedrijfskolom wilt samenstellen op basis van:

Tip:

12

Kies een eenvoudig product waarvan de verschillende stappen van de bedrijfskolom niet te complex zijn, bijvoorbeeld: een jeansbroek, kaas, brood, chocolade of appelsap.

berichten of korte zinnen. Gebruik ICT-fiche_P_10. afbeeldingen. Gebruik ICT-fiche_P_08. beeldfragmenten. Gebruik ICT-fiche_P_15.

LEVEL 1 THEMA 2

STARTEN MET LIFT 2

a

3

Bewaar het resultaat in je portfolio.

LEVEL 1

4

THEMA 2

Noteer een synoniem voor:

LEVEL 1

3

10/03/2021 11:14

THEMA 2

Zoek op internet het verschil tussen een groothandel en een kleinhandel. Noteer het verschil hieronder in eigen woorden.

©

2

4

LIFT_T2_L1.indd 4

Je doorloopt per thema verschillende Levels, waarbij je telkens een centrale onderzoeksvraag beantwoordt. Je verkent de onderzoeksvraag aan de hand van verschillende opdrachten, onder de noemer Explore.

Bekijk aandachtig de onderstaande afbeelding.

opkoper van aardappelen

THEMA 2

VA Explore 1— Wat is een bedrijfskolom?

STEP-IN

De onderneming in de samenleving

Elk thema begint met een Step-in. Daar maak je kennis met de rode draad doorheen het thema.

1

De onderstaande infographic stelt ondernemingen voor. Op deze bladzijde zie je de ondernemingen van vroeger en vandaag. Op de rechterbladzijde staan de ondernemingen van de toekomst. Noteer vijf belangrijke verschillen.

13


Explore 6— Kies je voor binnenlands of buitenlands?

Na elke To the point staat een overzichtelijke mindmap van de verworven leerstof.

Werk in groepjes van maximum zeven personen. Kies een voorzitter die de discussie in goede banen leidt en ervoor zorgt dat iedereen voldoende aan het woord komt. a b

De verworven leerstof is gebundeld in To the point. Daarin staat wat je moet onthouden uit het level.

Bespreek klassikaal waarom je binnenlandse producten in plaats van buitenlandse producten zou kopen. Denk daarbij aan de voordelen. Bespreek klassikaal waarom je buitenlandse producten zou kopen in plaats van binnenlandse producten. Denk daarbij aan de voordelen van het kopen van buitenlandse producten.

TO THE POINT Producten kunnen afkomstig zijn uit het binnenland en dus in België geproduceerd of geteeld worden, maar ze kunnen ook geproduceerd worden in en getransporteerd worden vanuit het buitenland. Wanneer je producten koopt, kun je je dan ook afvragen of ze Belgisch, lokaal of internationaal zijn. Wanneer je producten koopt die in België geproduceerd of geteeld worden, dan draag je bij aan extra werkgelegenheid in België. Koop je producten uit het buitenland, dan hebben de inwoners van het oorsprongsland werk dankzij de productie van hun exportgoederen. Wanneer je producten koopt die in België geproduceerd worden, dan zorg je ervoor dat er geen transportmiddelen moeten ingezet worden om die producten naar België te vervoeren. Dat beïnvloedt de mobiliteit positief en het is beter voor het milieu want minder vrachtwagens, produceren ook minder CO2-uitstoot.

47

LIFT_T1_L2.indd 47

10/03/2021 11:20

Action 3— Project: Exportgoederen van verschillende landen

1

Je weet intussen welke landen naar België exporteren. Zoek de top vijf van exportproducten van een land naar keuze.

2

Werk per twee. Kies een land uit deze lijst en zoek zijn typische en bekende exportproducten.

LEVEL 2 48

LIFT_T1_L2.indd 48

10/03/2021 11:20

Nu is het tijd om je verworven kennis in te oefenen aan de hand van verschillende Actions.

Nederland – Groot-Brittannië – Frankrijk – Marokko – Turkije – Griekenland – Italië – de Verenigde Staten – Duitsland – Polen – Zweden – Spanje – Irak – Iran – Denemarken – Rusland – China – India – Vietnam – Brazilië a b

THEMA 1

LEVEL 2

Het kan voordelig zijn om producten in het buitenland te kopen. Dat komt enerzijds doordat er daar lagere btw-percentages of minder accijnzen aangerekend worden, anderzijds door een zwakkere munteenheid of valuta in dat bepaalde land. De munteenheid wordt bepaald door de wisselkoers.

THEMA 1

Vaak verplaatsen bedrijven hun productie naar lageloonlanden. Ze moeten de werknemers daar minder loon betalen en kunnen dus goedkoper produceren. Maar de werkomstandigheden zijn er vaak slecht en de lonen zijn er laag. Ngo’s (niet- of nongouvernementele organisaties) proberen dat te veranderen door die informatie in het nieuws te brengen.

IN

© Botond Horvath / Shutterstock.com

BREAKING NEWS

Maak met die gegevens een infographic met Canva. Gebruik ICT-fiche_C_01. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio

INFOGRAPHIC EXPORTPRODUCTEN Score —

Vermelding exportproducten

Vermelding bron

Vermelding land

Gebruik van afbeeldingen en toepasselijke kleur in de infographic

Max

Opmerkingen

Schikking van gegevens infographic

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Bewaar het bestand in je portfolio. Maak een map voor elk thema en een submap voor elk level en geef die de naam ‘Thema_X_Level_Y’. Geef het bestand een duidelijke naam zoals ‘Breaking_News’.

CHECKLIST

JA 1

Ik kan veranderingen in de bevolking in de samenleving toelichten.

2

Ik kan de problemen in de natuur toelichten.

3

Ik kan toelichten hoe de behoefte van de consument beïnvloed wordt door toenemende heterogeniteit in de samenleving.

4

Ik kan toelichten hoe de behoefte van de consument beïnvloed wordt door bewustwording van ecologie en duurzaamheid.

5

Ik kan mijn eigen mening onderbouwen.

KAN BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL

©

Je hebt de afgelopen weken de relatie tussen overheid en de samenleving bestudeerd. Je hebt gemerkt dat de bezorgdheid voor de mens een belangrijk aandachtspunt voor de overheid is. Bedenk zelf een maatregel die de overheid kan nemen om te komen tot een meer duurzame maatschappij.

Werk per twee. Je zult die maatregel voorstellen aan de hand van een poster. Gebruik daarvoor eventueel de ICT-fiches van Canva of powerpoint. Je stelt samen met je klasgenoot de maatregel voor tijdens een posterbeurs. Bewaar de poster in je portfolio. Je mag trots zijn op je werk.

De ICT-fiches helpen je om met een tekstverwerker, een rekenblad of een presentatiepakket aan de slag te gaan; infographics te creëren, foto’s en video’s te monteren en online samen te werken. Je vindt de fiches online. STEP-UP

c d

THEMA 3

a b

31

30

2

T F I L

ICT-fiches

STARTEN MET LIFT

Elk thema sluit af met een Step-up die je uitdaagt om je kennis toe te passen in een grotere opdracht.

STEP-UP

THEMA 1

Elk level eindigt met een Checklist. Het is een hulpmiddel om te beoordelen of je de doelen van dat level onder de knie hebt.

50

LEVEL 1

THEMA 1

LEVEL 2

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

Aan het einde van elk level sta je stil bij de actualiteit omtrent de inhoud van dat level in de rubriek Breaking news. Bij het onlinelesmateriaal vind je de bijhorende artikels of filmpjes om de opdracht uit te voeren.

VA

TOTAAL

N

EVALUATIEFICHE

1

3


2 HANDIG VOOR ONDERWEG In elk thema vind je dezelfde hulpmiddelen.

Explore 4— Wat is de ideale verkoopprijs? 1

PRIJS

Ga naar het onlinelesmateriaal, bestudeer de ontdekplaat en verken de marketingtool Prijs. Gebruik daarvoor het werkblaadje.

PRIJSSTRATEGIE

Doorheen het thema vind je de belangrijkste zaken op een rijtje in de rode kenniskaders.

Elke onderneming hanteert een eigen prijsstrategie. Sommige willen de goedkoopste zijn, andere hanteren hoge prijzen omdat ze een hoge prijs willen linken aan een hoge kwaliteit.

Explore 1— Marketingmix — what?? 2 1

Lees de definitie en markeer de kernwoorden.

Vergelijk de prijzen van deze producten. a b

Voeg in de laatste kolom een supermarkt naar keuze toe. Surf naar de websites van Aldi, Colruyt, Delhaize, Albert Heyn en van de gekozen supermarkt. Noteer de prijzen per kilo / liter van de producten uit de eerste kolom. Wanneer er meerdere merken zijn opgenomen in het assortiment, noteer je de prijs van het goedkoopste merk.

MARKETING

IN

c

Moeilijke woorden worden uitgelegd in een begrippenkader. Die woorden COLRUYT DELHAIZE vallen extra op ALDI door de stippellijn.

Marketing is: –

onderzoek doen naar de behoeften van mensen;

die behoeften vertalen in goederen en diensten;

een geschikte strategie ontwikkelen om de verkoop van die goederen en diensten te stimuleren.

ALBERT HEYN

1 liter halfvolle melk (brik) Niet alleen ondernemingen maken gebruik van marketing om hun doelen te bereiken. Combineer de onderneming, de organisatie of de persoon met zijn of haar doel.

7

een hogeschool

8

een bioscoop

2

E

solidariteit

3

studenten aantrekken

F

in de finale geraken

G

winst maken

H

leden werven

Dat inkomen vervangt het normale inkomen. bv. pensioen, werkloosheidsuitkering

welvaart

Welvaart is de mate waarin de behoeften van de mens kunnen bevredigd worden met het budget dat hij heeft.

4

Niet alleen de juiste promotievorm, maar ook het medium (middel) voor de verspreiding van de

reclameboodschap is belangrijk. 1 liter vloeibaar 1 Nu is het aan jou! De volgende actions wasmiddel a Via welke media zou je in de volgende gevallen reclame maken? Zet een kruisje in de juiste je om klassikaal een (gekleurde begeleiden was) kolom en / of vul de laatste kolom in. project tot een goed einde te brengen. b Bedenk een goed argument voor jouw keuze. Ze helpen je om de volgende Steve Jobs, Elon Musk, Marc Coucke, Bill Forum Gates, Jeff Bezos, Marc Zuckerberg of Sergio Herman te worden. Een hoge prijs betekent ook een hoge kwaliteit. Hoe denk jij daarover?

Solidariteit betekent dat je je verbonden of verantwoordelijk voelt voor anderen. bv. solidariteit tussen rijk en arm, gezond en ziek ...

vervangingsinkomen

3

Action 1— Aan de slag

geld inzamelen voor een goed doel

5

6

7

2

8

30

Verken een aantal vormen die je ondernemend project kan aannemen: het opzetten van een pop-uponderneming, Het nieuwste model van de organisatie van een solidariteitsactie, BMW een project rond gezonde voeding (zoals een gezond ontbijt voor alle leerlingen van de school), een cultureel evenement, een technische realisatie, Adidas een actie rond duurzaamheid.

THEMA 3

LEVEL 2

VA

1

D

21

10/03/2021 11:51

LEVEL 3

LIFT_T3_L2.indd 21

THEMA 2

In de Good to know-kaders staan handige tips of weetjes bij de uitvoering van de opdrachten.

Snowboardvakantie Kies een project waarvoor je enthousiast bent, waarvoor je de handen uit de mouwen wilt steken, waarin je de nodige energie wilt steken.

21

Boek over drones

Action 2— Nodig een (jonge) zelfstandig ondernemer uit

In een Forum voer je in groepjes of met de hele klas een gesprek over een bepaalde stelling. Het is de bedoeling dat je luistert naar elkaars mening en leert hoe anderen denken, maar ook dat je je eigen mening leert onderbouwen met argumenten.

1

Forum Nodig een zelfstandig ondernemer uit om te horen hoe het is om ondernemer te zijn. Vind jij reclame weggesmeten geld? Laat jij je erdoor beïnvloeden? Zoek een zelfstandig ondernemer in je eigen omgeving. Misschien is een van je leraars of een oud-leerling van je school een zelfstandig ondernemer, al dan niet in bijberoep. b Als je geen zelfstandig ondernemer vindt, dan kun je de filmpjes van de twee zelfstandig ondernemers uit de Step-in herbekijken. a

THEMA 4

De volgende iconen helpen je ook nog een eind op weg: LEVEL 3

©

Good to know

Je vindt online extra (ondersteunend) materiaal. THEMA 2

STARTEN MET LIFT

Het beeldfragment dat hierbij hoort, vind je online.

4

LEVEL 1

de overheid

1 liter bruiswater

ANDERE

een tennisclub

6

mensen bewust maken van het gevaar van vuurwerk

AFFICHE

5

C

Het sociaal vangnet betekent dat de overheid mensen die niet kunnen gaan werken of van wie het inkomen onvoldoende is om een normaal leven te leiden, een aanvullend inkomen of vervangingsinkomen geeft. bv. een ziekte-uitkering, werkloosheidsuitkering …

N

een tv-zender

kijkers trekken

LEVEL 3

4

sociaal vangnet

AFBEELDING

B

INTERNET

een deelnemer aan Belgium’s Got Talent

VERKLARING

Wanneer het inkomen van iemand onvoldoende is, dan geeft de overheid een aanvullend inkomen. bv. kindergeld (nieuwe naam = groeipakket)

BIOSCOOP

3

BEGRIP aanvullend inkomen

Je vindt die woorden ook op het einde van elk level en bij het onlinelesmateriaal in het Beeldwoordenboek.

Wil jij graag je eigen zaak oprichten? Waarom (niet)? 1 kg zelfrijzende bloem

KRANT

een politieke partij

Forum

DOEL

de verkiezingen winnen

TIJDSCHRIFT

2

A

TV

Beeldwoordenboek Level 2

Rode Neuzen Dag

RADIO

ONDERNEMING, ORGANISATIE, PERSOON 1

200 g melkchocolade

THEMA 2

2

Het luisterfragment dat hierbij hoort, vind je online.

© Allen.G /Shutterstock.com

30

Je vindt online een ontdekplaat. Je moet iets bewaren in je portfolio. Je oefent je ICT-vaardigheden.

7


HET ONLINELEERPLATFORM BIJ LIFT

Leerstof kun je inoefenen op jouw niveau.

IN

Je kunt vrij oefenen of de leraar kan opdrachten voor jou klaarzetten.

Hier vind je de opdrachten die de leraar voor jou heeft klaargezet.

N

Hier kan de leraar toetsen en taken voor jou klaarzetten.

VA

Benieuwd hoe ver je al staat met je oefeningen en opdrachten? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

Hier vind je het lesmateriaal per hoofdstuk (onder andere videobestanden, instructiefiches en instructiefilmpjes).

STARTEN MET LIFT

©

Ga ook hier aan de slag met ontdekplaten en de bijhorende werkblaadjes.

5


THEMA

1

IN

-

©

VA

N

De consument in de samenleving


STEP-UP

LEVEL

Wat zijn de gevolgen van technologische ontwikkelingen en digitalisering voor onze maatschappij?

N

3

IN

Vergelijking van de situatie van de consument vroeger en nu

LEVEL

©

LEVEL

1

p. 56

Waarom voor binnenlandse of buitenlandse producten kiezen?

p. 33

Welke maatschappelijke trends beïnvloeden de consument?

p. 9

STEP-IN

p. 8

VA

2

p. 79


STEP-IN 1

Je hoort het de oudere generaties wel eens zeggen: ‘Vroeger was alles anders.’ Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het interview en beantwoord de vragen.

Forum

VA

N

IN

Is alles beter dan 40 jaar geleden?

In dit thema doorloop je drie levels. Elk level biedt je een stukje kennis dat je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren. Daarin ontwerp je een video, een infographic of een presentatie waarin je de situatie van de huidige consument vergelijkt met die van de consumenten vroeger. Je presenteert daarna de opdracht voor de klas.

THEMA 1

STEP-IN

©

2

8


LEVEL 1 Welke maatschappelijke trends beïnvloeden de consument?

1

Lees de inleidende tekst.

IN

INTRO

Je hoort en leest vaak op sociale media, in kranten en tijdschriften dat jij tot generatie Z behoort. Behoor jij dan tot de laatste generatie? En wat is dat precies generatie Z?

Je kunt je wel inbeelden dat er heel wat verschillen zijn tussen de generaties. Welke verschillen op het vlak van comfort zijn er tussen generatie Z en generatie X? Denk bijvoorbeeld aan het wooncomfort van je grootouders. Bespreek klassikaal.

3

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe beïnvloeden trends in de samenleving ons aankoopgedrag?

THEMA 1

2

LEVEL 1

©

VA

N

Een generatie bestaat uit mensen die in eenzelfde periode geboren zijn en gemeenschappelijke kenmerken hebben. De meest recente generaties zijn generatie X, generatie Y en generatie Z. Tot generatie X behoort al wie geboren is tussen 1956 en 1970. Mensen geboren tussen 1982 en 1996 vormen generatie Y. Zij worden ook de millennials genoemd. Wie geboren is tussen 1996 en 2015 maakt deel uit van generatie Z. Op dit moment wordt generatie alfa geboren. Hun geboortejaar ligt tussen 2016 en 2030. Uiteraard zijn die generaties niet perfect afgebakend.

9


Explore 1— Welke veranderingen in de bevolking zijn er in onze samenleving?

1

In je omgeving heb je vaak te maken met veranderingen. Voor je een aantal van die veranderingen bestudeert, verken je de begrippen. Combineer het begrip met de juiste omschrijving. De afbeelding kan je daarbij helpen. OMSCHRIJVING Dat betekent dat een persoon van het ene land naar het andere land verhuist.

2

Dat verwijst naar hoe een gezin is samengesteld of hoeveel mensen er in een huis of appartement wonen.

3

Dat geeft aan hoelang een persoon uit een bepaalde categorie gemiddeld leeft.

4

Dat geeft de groei van stedelijke gebieden aan doordat mensen van het platteland naar de stad verhuizen.

5

Dat woord geeft aan dat de bevolking steeds ouder wordt en dat de groep oudere mensen binnen de totale bevolking groter wordt.

N

IN

1

ting

h Levensverwac

B

Vergrijzing

VA

A

BEGRIP

Migratie

©

D

ing

E

delijk Verste

© fpolat69 / Shutterstock.com

THEMA 1

LEVEL 1

2

10

Bestudeer hoe de levensverwachting en vergrijzing evolueren. a

Wat is de titel van grafiek 1?

b

Wat is de titel van grafiek 2?

C

Huishoude

n


d

Bekijk grafiek 1.

Hoeveel 65-plussers waren er in het jaar 2000?

Hoeveel 65-plussers zullen er in het jaar 2033 zijn?

Bekijk grafiek 2.

Hoeveel procent van de totale bevolking was in het jaar 2000 ouder dan 65?

Hoeveel procent van de totale bevolking zal in het jaar 2033 ouder zijn dan 65?

IN

c

VA

N

Grafiek 1: Aantal 65-plussers (Vlaams Gewest)

Bron: 2000-2017: waarnemingen, Statbel; 2017-2027: vooruitzichten, Statistiek Vlaanderen

THEMA 1

LEVEL 1

©

Grafiek 2: Percentage 65-plussers

Bron: 2000-2017: waarnemingen, Statbel; 2017-2027: vooruitzichten, Statistiek Vlaanderen

11


Vergrijzing Uit grafiek 1 en 2 kun je afleiden, dat het aantal 65-plussers toeneemt. Als er meer oudere mensen zijn en bijkomen, heet dat vergrijzing.

Bekijk grafiek 3.

Wat was de levensverwachting van mannen en vrouwen in 1991?

Wat zal de levensverwachting van vrouwen zijn in 2061? En van mannen?

©

VA

N

Grafiek 3: Levensverwachting

IN

e

Bron: 1991-2017: waarnemingen, RR-Statbel en berekeningen FPB; 2018-2070: Demografische vooruitzichten 2018-2070, FPB-Statbel, op plan.be

THEMA 1

LEVEL 1

Levensverwachting

12

Uit grafiek 3 kun je afleiden dat mensen steeds ouder worden. De levensverwachting stijgt. Dat komt voornamelijk door een betere gezondheid, gezondheidszorg en voeding.


Bestudeer nu de trend in migratie. a

Bekijk de blauwe lijn. Die stelt de immigratie voor. Wat is immigratie? Markeer.

Immigratie betekent dat mensen vanuit het buitenland naar België verhuizen. Immigratie betekent dat Belgen naar het buitenland verhuizen.

b c

Markeer. De blauwe lijn is voornamelijk stijgend, dalend of gelijkblijvend. Hoeveel mensen (ongeveer) kwamen ons land binnen in het jaar 2000?

d

Hoeveel mensen kwamen ons land binnen in het jaar 2018?

VA

N

Grafiek 4: Immigratie naar België

IN

3

Bron: Statbel

Migratie

Je merkt al dat de samenleving heterogeen is samengesteld. Een heterogene samenleving is heel verschillend en bestaat uit verschillende groepen mensen: ouderen en jongeren, Belgen en niet-Belgen, gezinnen met één persoon en gezinnen met meerdere personen…

THEMA 1

Heterogene samenleving

LEVEL 1

©

In ons land is er een toename van de migratie: de beweging van mensen die naar, uit of binnen een land verhuizen. Er zijn de afgelopen jaren steeds meer mensen in ons land komen wonen. Als mensen naar ons land verhuizen heet dat immigratie. Als mensen uit ons land verhuizen heet dat emigratie.

13


Explore 2— Welke invloed heeft die heterogene samenleving op het aankoopgedrag?

1

In de vorige Explore heb je geleerd dat er steeds meer en meer oudere mensen zijn en dat mensen steeds ouder worden. a b

Welk effect heeft dat op het aankoopgedrag? Bekijk daarvoor de afbeeldingen en de tekst. Zeg nu of de stellingen juist of fout zijn.

Winkels zullen meer scooters voor ouderen verkopen. Er zullen minder rusthuizen nodig zijn.

N

Senioren hebben behoefte aan activiteiten na hun pensioen, zoals seniorenaerobics en uitgaansmogelijkheden speciaal voor hun leeftijd.

VA

De vergrijzingsgolf, die rond 2030 een hoogtepunt zal bereiken, plaatst onze samenleving voor grote uitdagingen. Het aantal ouderen dat (intensieve) zorg nodig zal hebben, zal sterk toenemen, maar het huidige model botst op limieten. Er dreigt plaatsgebrek in onze rusthuizen, terwijl er ook een personeelstekort is. Hoe zal de woonzorgsector daar het komende decennium op inspelen?

THEMA 1

LEVEL 1

©

Bron: hbvl.be, 2020-01-04

14

2

FOUT

IN

JUIST

ETS

KOOP JE TICK

Lees de tekst op de volgende bladzijde. Welk effect kan de migratie hebben op het aankoopgedrag in het algemeen?


De Belgische bevolking wordt almaar diverser. Ongeveer 21,5 procent van de Vlamingen had in 2016 een migratieachtergrond. Van hen heeft de helft zijn roots in Europa en de helft erbuiten. Moslims vormen een grote groep niet-Europese migranten. Ze waren in 2015 met minstens 5,9 procent van de Vlamingen. De overgrote meerderheid bestaat uit Turken en Marokkanen. Daar spelen Belgische bedrijven, en zeker voedingsbedrijven, op in. 84 procent van de Vlamingen met Marokkaanse roots en 74 procent van de Turkse Vlamingen zegt altijd halal te eten.

IN

Naar: tijd.be, 2019-05-16

Explore 3— Met welke uitdagingen in de natuur heeft onze aarde te kampen?

Onze planeet staat voor grote uitdagingen. Ga naar het onlinelesmateriaal en bestudeer voorlopig enkel de afbeeldingen op de ontdekplaat. Welke vier problemen zie je? Noteer ze bij de juiste uitdaging.

2

Werk in vier groepen. Elke groep krijgt één uitdaging en beantwoordt de vragen. Uitdaging 1

Bestudeer grafiek 5 met de temperatuur in België tussen het jaar 1833 en 2020.

VA

a

N

1

Hoeveel was de gemiddelde temperatuur ongeveer in 1833?

Hoeveel was de gemiddelde temperatuur ongeveer in 2020?

Bron: klimaat.be

THEMA 1

LEVEL 1

©

Grafiek 5: Gemiddelde temperatuur in Ukkel tussen 1833 en 2020

15


b

Bestudeer de tabel met de tien warmste en de tien koudste jaren.

Wanneer waren de tien warmste jaren?

Wanneer waren de tien koudste jaren?

GEMIDDELDE TEMPERATUUR IN °C

TIEN KOUDSTE JAREN

GEMIDDELDE TEMPERATUUR IN °C

2014

11,95

1879

7,02

2018

11,92

1855

7,43

2011

11,64

1888

7,52

2019

11,54

1887

7,56

2007

11,54

1838

7,63

2017 1989

11,40

1845

7,74

11,32

1860

7,76

11,31

1864

7,78

11,31

1871

7,81

11,25

1870

8,05

VA

2015

N

2006

IN

TIEN WARMSTE JAREN

2002

Bron: klimaat.be

c

Wat is de grootste oorzaak van de opwarming van de aarde?

d

Hoe kun jij als consument ervoor zorgen dat er minder uitstoot is? Vink aan. Het openbaar vervoer gebruiken naar school of werk Vaker de auto gebruiken Korte verplaatsingen met de fiets doen Korte verplaatsingen te voet doen Verre reizen met het vliegtuig maken Minder vlees eten Reizen met een bus of een trein Veel producten kopen zodat er meer geproduceerd wordt

THEMA 1

LEVEL 1

©

16


Uitdaging 2 a

De landen in het donkerrood zullen in het jaar 2040 het grootste watertekort hebben. Welke landen zijn dat? Gebruik het internet. 1 2 3 4

IN

5

Grafiek 6: Landen met het grootste watertekort in 2040

4

1

N

3

5

VA

2

Bron: rtlnieuws.nl, 2016-08-25 – © World Resources Institute

Zoals je ziet, is er wellicht binnenkort watertekort in België. Wat kunnen jij en je ouders als consument daaraan doen? Markeer.

REGE NWA TER OPVA NGEN VOOR DE TU IN

DE AUTO MET EEN EMMER WATER WASSEN

DE TUIN NIET VERHARDEN ZODAT HET REGENWATER IN DE GROND KAN DRINGEN

IN DE ZO MER WEKELIJ KS HET GRAS BE SPROEIE N

EEN D ESPAREN B R E WAT N E P O TOILET K

MET UTO DE A LANG UINS DE T SEN WAS

EEN Z WEMB AD AANS CHAFF EN

KORTER DOUCHEN

LEVEL 1

LANG DOUCHEN ZO T IL JE W

THEMA 1

©

b

17


Uitdaging 3 a

Bekijk de infographic en de legende. Welke grondstoffen zitten er in jouw smartphone?

Glas en keramiek: 34,00 % Kunststof: 41,00 % Koper: 13,00 % Zink, ijzer, tin, lood en nikkel: 11,60 % Bron: goodplanet.be

b

IN

Edelmetalen zoals goud en zilver: 0,40 %

Bestudeer de volgende afbeelding. Tot welk jaar is er nog voorraad op aarde van … zink:

lood:

zilver:

koper:

goud:

VA

N

Grafiek 7: Geboren in 2010: Hoeveel is er over voor mij?

©

Bron: vlaanderen-circulair.be

THEMA 1

LEVEL 1

Good to know

18

Je ziet dat er minder grondstoffen voorradig zijn. Natuurlijk worden die grondstoffen niet alleen voor smartphones gebruikt, maar ook voor andere producten zoals laptops, auto’s …


c

Bekijk de volgende grafiek. Hoe kun jij als consument grondstoffen besparen?

Grafiek 8: Recyclage versus meer putten graven

IN

50 000 gsm’s

= 3 ton elektronisch schroot = 1 kg goud

= 10 kg zilver

= 400 kg koper

= 400 g palladium

Bron: futureexploration.net en Boliden Sustainability Report op vlaanderen-circulair.be

N

Uitdaging 4 Bestudeer de volgende afbeelding over de vermindering van zeeafval. Hoeveel plastic drijft er in de oceanen?

VA

a

Waarom is dat gevaarlijk voor de dieren in de oceanen?

c

Waarom is het plastic in de oceanen gevaarlijk voor de mensen?

©

b

LEVEL 1

Wat kun jij als consument daaraan doen?

THEMA 1

d

19


IN N VA

©

Bron: www.europarl.europa.eu, 2018-10-12

THEMA 1

LEVEL 1

Good to know

20

Nieuwe ICT-toepassingen zorgen voor efficiëntere en milieuvriendelijke processen, maar ICT is wereldwijd ook goed voor 20 % van het energieverbruik. Bovendien verhoogt ICT de vraag naar zeldzame aardmetalen en materialen.


TO THE POINT Een aantal trends kenmerken onze samenleving. OMSCHRIJVING TREND

GEVOLGEN

Stijgende levensverwachting en toename vergrijzing Die 65-plussers zijn nog fit en hebben nood aan ontspanningsmogelijkheden aangepast aan hun leeftijd. Daardoor worden er vaker reizen en festivals georganiseerd speciaal voor hen.

IN

Mensen worden steeds ouder door een betere gezondheid en gezondheidszorg. Er zijn meer en meer 65-plussers in België.

Migratie

Dat zijn vaak andere culturen en dus stemmen winkels en ondernemingen hun producten op hen af door bijvoorbeeld halalvlees aan te bieden.

N

Wereldwijd verplaatsen mensen zich. Zo zijn er steeds meer mensen afkomstig van buiten België die in België komen wonen.

Onze aarde heeft te kampen met verschillende problemen of uitdagingen. OMSCHRIJVING UITDAGING

MOGELIJKE OPLOSSINGEN

VA

Opwarming klimaat, klimaatverandering

De aarde warmt op door een hoge CO2uitstoot. De gemiddelde temperatuur stijgt elk jaar.

Minder CO2-uitstoot door minder productie, meer hergebruik van producten, minder verkeer, milieuvriendelijk vervoer.

Grondstoffentekort of grondstoffenschaarste

©

De grondstoffen op aarde geraken op omdat we met veel mensen zijn en veel consumeren of kopen.

Producten recycleren.

Waterschaarste

Door de opwarming van de aarde verdampt veel water en is er op veel plaatsen een watertekort.

Zuinig zijn met water op alle vlakken.

Alternatieven zoeken zoals papieren zakjes in plaats van plastic zakjes.

THEMA 1

We gebruiken veel plastic voor onze verpakkingen en producten. Veel daarvan komt in de oceaan terecht en via de vissen in de mens.

LEVEL 1

Plastic afval

21


22

THEMA 1

LEVEL 1

VA

© N IN


Action 1— Andere veranderingen in de samenstelling van de bevolking

1

Lees de tekst over de veranderingen in de grootte van de huishoudens. a

Markeer: groen of het aantal huishoudens stijgt of daalt; geel of het aantal eenpersoonshuishoudens stijgt of daalt.

IN

VA

N

Wanneer we kijken naar de trends in de samenlevingsvormen en wanneer we rekening houden met de evoluties van de bevolking en de leeftijdsstructuur ervan, zien we dat het aantal huishoudens stijgt van 4,9 miljoen in 2017 tot 6 miljoen in 2070. De gemiddelde grootte van de huishoudens daalt van 2,29 in 2017 tot 2,17 in 2070. Het aandeel van eenpersoonshuishoudens stijgt aanzienlijk (van 34 % in 2017 tot 42 % in 2070), hoofdzakelijk als gevolg van de vergrijzing maar ook door de evolutie in de samenlevingsvormen. Door de hogere leeftijd waarop personen samenwonen of huwen en de toename van het aantal koppels die uit elkaar gaan, stijgt het aantal eenoudergezinnen en eenpersoonshuishoudens binnen de bevolking op arbeidsleeftijd.

Bekijk de onderstaande afbeeldingen. Hoe beïnvloedt de stijging van de eenpersoonshuishoudens het aankoopgedrag?

THEMA 1

LEVEL 1

©

b

23


2

Bestudeer de trend in de verstedelijking. a b c

Hoeveel procent van de wereldbevolking zal in 2025 in een stedelijke omgeving wonen? Markeer groen. Hoeveel procent van de wereldbevolking zal in 2050 in een stedelijke omgeving wonen. Markeer geel. Hoeveel mensen wonen er op aarde? Gebruik het internet.

IN

Wereldwijd verhuizen 1,3 miljoen mensen per week naar een stad. Dat is al bijna vijftig jaar zo. Die trek naar de stad heeft ervoor gezorgd dat nu meer dan de helft van de wereldbevolking in een

stedelijke omgeving woont. In 2025 zal dat naar verwachting 58 % zijn en in 2050 meer dan 66 % van de wereldbevolking.

De verschillen tussen landen en continenten zijn groot. In 2015 zijn Noord- en Latijns-Amerika het meest verstedelijkt waarbij rond de 80 % van de bevolking in steden woont. Europa en Oceanië volgen met ongeveer 70 %, terwijl Azië en Afrika voor respectievelijk 48 en 40 % verstedelijkt

zijn. De laatste twee zijn echter bezig met een inhaalbeweging. In de komende jaren zullen er

daardoor vooral in opkomende economieën steeds meer en grotere steden bijkomen. Azië, en

met name China, steekt er in dat opzicht bovenuit. In 2025 zullen 46 van de tweehonderd grootste

N

steden ter wereld zich in China bevinden. Bron: Verenigde Naties

VA

Action 2— Project

Je wilt je klasgenoten op de hoogte brengen van de water- en / of grondstoffenschaarste en hen tips geven om het probleem aan te pakken. Hoe zul je dat doen? Vink aan. met een video met een affiche

STAPPENPLAN Video

©

Stap 1: Werk per drie.

Stap 2: Zoek in het leerwerkboek en op de ontdekplaat een aantal cijfers. Stap 3: Zoek een aantal afbeeldingen via Google. Je kunt die tijdens je filmpje op de achtergrond tonen of projecteren. Stap 4: Maak een tekst met wat je gaat zeggen op de video.

THEMA 1

LEVEL 1

Bijvoorbeeld:

24

Wij zijn Mila en Elena van het tweede jaar en we willen jullie op de hoogte brengen van …

Op deze afbeelding of grafiek zien jullie …

Het wordt hoog tijd dat we hier met zijn allen iets aan doen.

Dit zijn onze tips voor jou …

Stap 5: Gebruik ICT-fiche_M_01 om de video te maken.


STAPPENPLAN Affiche Stap 1: Werk per twee. Stap 2: Kies of je een affiche over waterschaarste of over grondstoffenschaarste maakt. Stap 3: Zoek in het leerwerkboek en op de ontdekplaat een aantal cijfers. Stap 4: Zoek een aantal afbeeldingen via Google. Stap 5: Bedenk tips voor je klasgenoten. Noteer ze in kernwoorden of in korte zinnen.

EVALUATIEFICHE

IN

Stap 6: Maak je affiche. Gebruik ICT-fiche_C_01.

BEWUSTMAKING WATER- EN / OF GRONDSTOFFENSCHAARSTE Affiche

Score

— Noodzakelijke vermeldingen aanwezig

Opmerkingen

N

— Juiste keuze sjabloon of vorm affiche

Max

— Ordelijke weergave van de gegevens (lay-out, afbeeldingen, schikking) — Gebruik cijfermateriaal

VA

— Algemene indruk (professioneel, duidelijk, mooi) — Niet te druk Video

— Duidelijke beelden en foto’s — Duidelijke weergave van de boodschap

©

— Originaliteit en creativiteit — Gebruik cijfermateriaal — Algemene indruk (professioneel, duidelijk, mooi)

THEMA 1

LEVEL 1

TOTAAL

25


Action 3— Interpretatie van grafieken 1

Bekijk aandachtig grafiek 9. Wat zie je?

VA

Bron: VN

N

IN

Grafiek 9: Afnemend groeitempo van de wereldbevolking

2

Bekijk aandachtig grafiek 10. a

Hoeveel procent van de wereldbevolking leefde in het jaar 1800 in een stad?

©

minder dan 10 % tussen 20 en 30 % ongeveer 55 % ongeveer 80 % ongeveer 90 %

b

minder dan 10 % tussen 20 en 30 % ongeveer 55 % ongeveer 80 % ongeveer 90 %

LEVEL 1 THEMA 1 26

Hoeveel procent van de wereldbevolking leefde in het jaar 2016 in een stad?

c

Waar wonen mensen die niet in de stad leven?


IN

Grafiek 10: Verstedelijking over de laatste 500 jaar. Aandeel van de totale bevolking in stedelijke gebieden.

N

Bron: ourworldindata.org

Action 4— Klimaat en verstedelijking

VA

Je hebt intussen al iets geleerd over het klimaat alsook over verstedelijking. In deze action wordt het verband tussen beide uitgelegd. Lees de tekst over de klimaatverandering en de stijging van het zeeniveau. Op welke manier zal stedenbouw rekening moeten houden met klimaatveranderingen? Bespreek klassikaal.

© IrinaK / Shutterstock.com

THEMA 1

LEVEL 1

©

a b

27


Klimaatverandering en stijging zeeniveau zullen de vorm van steden veranderen klimaatverandering zorgt voor extreme weerfenomenen: orkanen, tornado’s, bosbranden en extreme droogte.

IN Planners realiseren zich dat ze op een andere manier moeten bouwen en meer doordringbare bestrating en groen in de vorm van parken, vijvers en groene daken moeten gebruiken.

N

Vaak denken we bij klimaatverandering aan langetermijneffecten: warmere temperaturen en stijgende zeeniveaus zullen de omgeving veranderen en de beschaving hervormen. De stedelijke omgeving is vooral kwetsbaar omdat de helft van de mensheid op 1 % van het land woont en steden ontstonden in de buurt van waterwegen en oceanen. Terwijl gebieden, bedreigd door een stijging van het zeewaterniveau, slechts 2 % van het landoppervlak op aarde voorstellen, gaat het om 13 % van de stedelijke bevolking op aarde en 21 % van de stedelijke bevolking in ontwikkelingslanden.

Die gebeurtenissen hebben grote gevolgen voor stedelijke patronen. Stedelijke planners moeten hun traditionele aanpak aanpassen omdat die overstromingen verergeren. De overgrote meerderheid van de stedelijke voetafdruk – gebouwen, wegen, parkeerplaatsen – gebruiken ondoordringbare materialen waardoor het water niet door de grond kan geabsorbeerd worden.

THEMA 1

LEVEL 1

©

VA

Klimaatverandering heeft nu al reële effecten die een uitdaging zijn voor stedelijke planning. Jakarta zinkt snel en kan in minder dan tien jaar onder water liggen. Kaapstad in Zuid-Afrika wordt misschien de eerste grote stad die zonder water komt te zitten. De

28

Vertaald van: Ernst & Young, Megatrends 2018, © 2018 EYGM Limited


Action 5— Uitdagingen voor de natuur

N

IN

Bekijk de afbeeldingen. Welk probleem waarmee de aarde te kampen heeft, zie je?

Action 6— Trend in de maatschappij

THEMA 1

LEVEL 1

©

VA

Bekijk de afbeeldingen. Over welke trend in de maatschappij gaat het? Noteer.

29


BREAKING NEWS Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Bewaar het bestand in je portfolio. Maak een map voor elk thema en een submap voor elk level en geef die de naam ‘Thema_X_Level_Y’. Geef het bestand een duidelijke naam zoals ‘Breaking_News’.

CHECKLIST

IN

1

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

Ik kan veranderingen in de bevolking in de samenleving toelichten.

2

Ik kan de problemen in de natuur toelichten.

3

Ik kan toelichten hoe de behoefte van de consument beïnvloed wordt door toenemende heterogeniteit in de samenleving.

VA

N

1

4

Ik kan toelichten hoe de behoefte van de consument beïnvloed wordt door bewustwording van ecologie en duurzaamheid.

5

Ik kan mijn eigen mening onderbouwen.

© LEVEL 1 THEMA 1 30

KAN BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL


Beeldwoordenboek Level 1 BEGRIP

VERKLARING Het grondstoffentekort is het tekort aan grondstoffen doordat we reeds veel grondstoffen uit de aarde opgebruikt hebben en onze consumptie van grondstoffen de aanwezigheid ervan op aarde overschrijdt.

heterogene samenleving

De heterogene samenleving bestaat uit veel verschillende groepen, zoals ouderen en jongeren, Belgen met en zonder migratieachtergrond, traditionele gezinnen, nieuw samengestelde gezinnen of eenpersoonshuishoudens.

huishouden

Huishouden verwijst naar hoe een gezin is samengesteld of hoeveel mensen er in een huis of appartement wonen.

levensverwachting

De levensverwachting geeft aan hoelang een persoon uit een bepaalde categorie gemiddeld leeft.

THEMA 1

De klimaatverandering is de verandering van het gemiddelde weer of klimaat over een lange periode.

©

klimaatveranderingen

BEELDWOORDENBOEK

VA

N

IN

grondstoffentekort

AFBEELDING

31


BEGRIP migratie

VERKLARING

AFBEELDING

Migratie is de beweging van mensen die naar, van of binnen een land verhuizen. Als mensen naar ons land verhuizen heet dat immigratie. Als mensen uit ons land verhuizen heet dat emigratie.

IN

© Janossy Gergely / Shutterstock.com

De vergrijzing is een term die aangeeft, dat de bevolking steeds ouder wordt en dat de groep oudere mensen binnen de totale bevolking groter wordt.

verstede­ lijking

Verstedelijking geeft de groei van stedelijke gebieden aan door de trek van het platteland naar de stad.

VA

N

vergrijzing

Waterschaarste is het tekort aan g ­ rondwater in bepaalde gebieden of tijdens bepaalde droge periodes.

THEMA 1

BEELDWOORDENBOEK

©

water­ schaarste

32

© Mark Fisher / Shutterstock.com


LEVEL 2 Waarom voor binnenlandse of buitenlandse producten kiezen?

N

Je bent in de winkel om fruit voor je gezin te kopen. Bekijk het uitgestalde fruit.

a

Welk fruit komt uit ons land?

b

Welk fruit komt uit andere landen?

VA

1

IN

INTRO

Ga ervan uit dat jouw gezin alle fruitsoorten lust. Wat beïnvloedt er dan jouw keuze? Zou je eerder Belgische of toch liever exotische vruchten, zoals mango en passievrucht, kopen? Bespreek klassikaal.

3

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

©

2

Welke impact heeft onze keuze voor binnenlandse of buitenlandse producten op de economie en de maatschappij?

LEVEL 2

In welke deelvragen kun je die onderzoeksvraag opsplitsen?

THEMA 1

4

33


Explore 1— Welke producten komen uit België? Niet alle producten die we consumeren, worden in België gekweekt, geteeld of geproduceerd. Ga naar het onlinelesmateriaal en ontdek in de powerpoint welke producten wel in België geproduceerd worden. a

d

Welke voedingswaren worden er ook in België geproduceerd? Markeer.

N

IN

b c

Maak van die producten een schematische voorstelling met een tekstverwerker. Gebruik de ICT-fiches van tekstverwerker. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio. Noteer nogmaals de productcategorieën die in België geproduceerd worden.

prei

komkommer anana

mandarijen

ol itteko

eloen

w

appe

s

waterm

VA

lsiene

n

tomaten

appelen

tonijn

sardienen

nanen

ba

en)

THEMA 1

LEVEL 2

©

(kipp pluimvee

34

aardappele

n

framboze

zalm

witloof

kiwi‘s

c

nce onfere

n

(peer)

mang

o


Good to know

© Lynch Shannon / Shutterstock.com

© Charles01 - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, commons.wikimedia.org

Speculoospasta van Lotus Bakeries

VA

N

De Burj Khalifa, ontworpen en gebouwd door Besix

IN

Ook dit is van Belgische makelij:

Bioscoopprojectoren van Barco

THEMA 1

LEVEL 2

©

Belgische blauwe hardsteen

35


Explore 2— Welke nadelen zijn er wanneer je producten uit het buitenland aankoopt?

Wat zijn de nadelen wanneer je producten uit het buitenland aankoopt? Onderzoek. Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje. Wat zegt men over de scheepvaart?

b

Bestudeer de grafiek en beantwoord de vragen.

IN

a

Wat zie je op grafiek 1? Toon aan met een voorbeeld.

Welke nadelen brengt zoveel export met zich mee volgens jou?

N

1

THEMA 1

LEVEL 2

©

VA

Grafiek 1: World Fruit Map

36

transport van bananen transport van appelen transport van druiven transport van citrusvruchten zoals appelsienen totaal aantal vers fruit

Bron: research.rabobank.com


Lees de teksten over Van Hool en Bekaert, twee Belgische ondernemingen. Beantwoord de vragen.

Wat produceren Van Hool en Bekaert? Gebruik het internet.

Beide bedrijven hebben een deel van hun productie naar het buitenland verlegd. Waarom is dat voor België nadelig?

Omcirkel Macedonië, Tsjechië en Slovakije op de kaart.

IN

c

VA

N

281 banen op de tocht bij Bekaert

In maart 2019 besloot Bekaert enkele van zijn activiteiten te verhuizen naar Tsjechië en Slovakije omwille van de lagere loonkosten. Daardoor zullen er in België 281 jobs verdwijnen. Naar: debouwkroniek.be, 2019-03-28

Van Hool bouwt meer bussen in Macedonië dan in België

© Bjorn Keith / Shutterstock.com

THEMA 1

Naar: tijd.be, 2019-07-10

LEVEL 2

©

De hoofdzetel van het Belgische busbedrijf Van Hool bevindt zich in Lier. In 2014 opende Van Hool een productievestiging in Macedonië. In Skopje, de hoofdstad van Macedonië, werken er inmiddels 1 350 mensen en rolden er 725 voertuigen van de band. Dat is bijna dubbel zoveel als in Lier waar in 2017 nog 200 banen verdwenen.

37


d

Lees de tekst en bestudeer grafiek 2. Welk voordeel hebben de landen die naar België exporteren?

IN

Grafiek 2: Extreme armoede van 1800 tot vandaag

VA

N

Bevolkingsaandeel dat van minder dan twee euro per dag leeft

Naar: Gapminder, based on Bourguignon and Morrisson World Bank & our World In Data

In de afgelopen 20 jaar is het deel van de wereldbevolking dat in extreme armoede leeft, bijna gehalveerd. In 1997 leefde zowel in India als in China 42 procent van de bevolking in extreme armoede. In India daalde dat percentage tot 12 % en in China tot 0,7 %.

THEMA 1

LEVEL 2

©

Miljarden mensen zijn consumenten op en producenten voor de wereldmarkt geworden. Door zijn lage lonen kon China veel buitenlandse bedrijven aantrekken. Daardoor werd China het grootste productieland van de wereld.

38


Explore 3— Welke voordelen biedt lokaal aankopen voor het milieu?

Wat betekent lokaal aankopen?

2

Geef enkele voorbeelden van lokaal aankopen.

3

Welke voordelen heeft lokaal aankopen?

VA

N

IN

1

Explore 4— Hebben de ontwikkelingslanden voordeel van de productie van de internationale bedrijven?

De afgelopen tientallen jaren hebben veel bedrijven uit de Verenigde Staten en West-Europa hun productie naar lageloonlanden zoals China, India, Bangladesh, Vietnam of Indonesië verhuisd. Dat deden ze om kosten te besparen en zo meer winst te maken. De Westerse bedrijven zorgden er weliswaar voor werkgelegenheid maar toch had het ook zijn schaduwzijde.

©

1

Werk in twee groepen. Elke groep bekijkt het toegewezen filmpje en lost de vragen op.

a

Wat gebeurde er in 2013 in Bangladesh?

LEVEL 2

Groep 1: Waarom blijven we T-shirts van twee euro kopen?

THEMA 1

2

39


b

Zijn de stellingen juist of fout? Kruis aan. JUIST

FOUT

De veiligheid van de gebouwen is de jaren na de ramp verbeterd. De lonen zijn gestegen. De mensen hebben inspraak over veiligheid.

c

IN

Er is nu een systeem waardoor je een uitkering krijgt als je ziek bent.

Hoeveel verdient een kind dat werkt per maand in Bangladesh? Kruis aan.

tussen 50,00 en 80,00 euro per maand tussen 100,00 en 120,00 euro tussen 120,00 euro en 150,00 euro meer dan 150,00 euro

a

N

Groep 2: Tienermeisjes in de kledingindustrie

In welk land zijn meer dan 100 000 meisjes slachtoffer van moderne slavernij? Kruis aan.

VA

India China Vietnam

b

Hoeveel uren werken die meisjes (tussen 12 en 18 jaar) per week?

Zijn de stellingen juist of fout? Kruis aan.

©

c

20 uren 40 uren 60 uren 80 uren

Ze werkten voor hun bruidsschat. Ze kregen vaak maar een deel van hun loon uitbetaald.

THEMA 1

LEVEL 2

Ze moesten nooit overwerken.

40

Ze moesten vaak twaalf uur per dag werken. Ze werden uitgescholden. Ze werden wakker gemaakt om te werken.

JUIST

FOUT


3

Test eens. Waar is jouw kleding gemaakt? Kijk naar het label van je kledij.

Organisaties zoals de Schone Kleren Campagne en Oxfam proberen aan die problemen iets te doen. Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje. Wat doet Oxfam?

b

Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje. Wat doet de Schone Kleren Campagne (SKC)?

c

Oxfam en SKC zijn ngo’s. Wat is een ngo?

IN

a

VA

N

4

Waar vind je veel Oxfamproducten?

e

Hoeveel vrijwilligers zijn er bij Oxfam?

© ricochet64 / Shutterstock.com

Een andere ngo is China Labor Watch. Zoek op internet wat zij doet.

Geef enkele voorbeelden van ngo’s.

7

Ga naar het onlinelesmateriaal en zoek in het pdf-document wat jij kunt doen.

THEMA 1

6

LEVEL 2

©

5

d

41


Explore 5— Zijn identieke producten overal even duur? Welke munteenheid of valuta gebruiken ze in de volgende landen? LAND

2

MUNTEENHEID

LAND

Duitsland

Spanje

Verenigde Staten

Denemarken

Zwitserland

China

Japan

Brazilië

Vergelijk de prijzen van de volgende producten. Wat valt je op?

ZWITSERLAND

VA

N

NEDERLAND

THEMA 1

LEVEL 2

©

VERENIGDE STATEN

42

MUNTEENHEID

IN

1

BELGIË


BELGIË

N

IN

VERENIGDE STATEN

VA

WISSELKOERS

Het prijsverschil heeft onder andere te maken met de wisselkoers van de munteenheden.

De wisselkoers drukt uit hoeveel een munt in een andere munt waard is.

3

Stel dat de wisselkoers van de euro ten opzichte van de US-dollar de volgende is:

©

1,00 euro = 1,20 US-dollar. Wat betekent dat?

Reken de prijzen van de bovenstaande make-uptafel om van Zwitserse frank en US-dollar naar euro. Wat is de wisselkoers van de euro ten opzichte van de Zwitserse frank en de US-dollar? 1,00 euro

=

Zwitserse frank (CHF)

1,00 Zwitserse frank (CHF) =

euro

1,00 euro

=

US-dollar

1,00 US-dollar

=

euro

LEVEL 2

a

THEMA 1

4

43


Good to know STAPPENPLAN Stel dat 1,00 euro = 1,20 US-dollar. Hoeveel euro is dan 20,00 US-dollar? US-DOLLAR

EURO

1,20

1

Stap 1: Gegeven

Stap 2: Herleiden naar 1

: 1,20

IN

: 1,20 1,20 : 1,20 = 1,00

1 : 1,20 =

* 20

Stap 3: Herleiden naar gevraagde

* 20

1 * 20 = 20,00

* 20 =

STAPPENPLAN Stel dat 1,00 US-dollar = 0,81 euro. Hoeveel US-dollar is dan 10,00 euro? US-DOLLAR

N

EURO Stap 1: Gegeven

0,81

1

: 0,81

Stap 2: Herleiden naar 1

VA

0,81 : 0,81 = 1,00

Stap 3: Herleiden naar gevraagde

c

THEMA 1

LEVEL 2

5

44

1 : 0,81 =

* 10

1 * 10 = 10,00

* 10 * 10 =

Pas de regel van drie toe om de prijs van USD in euro om te zetten.

©

b

: 0,81

Voeg die formule in het rekenblad in. Gebruik ICT-fiche_R_24 voor de correcte werkwijze. USA

=

euro

Nederland

=

euro

België

=

euro

Zwitserland =

euro

Op het ticket van H&M staan er twee prijzen. In welke munteenheid staat de bovenste prijs?


Er bestaan onlinetools en apps om de wisselkoers te berekenen. Welk zoekbegrip tik je in om zo een onlinetool te vinden? Controleer daarna met behulp van zo een tool of jouw berekeningen bij benadering kloppen.

7

Lees deze artikels en noteer waarom de Belgen hun producten in het buitenland aankopen.

N

IN

6

Daar waar Nederlanders vroeger als

het kon even in België gingen tanken

VA

omdat de dieselprijzen daar een

stuk lager waren, komen Belgen nu

juist in Nederland tanken omdat de dieselprijs er lager is.

Zo betaal je in het Zeeuwse

Kapellebrug, net op de grens met

Vlaanderen, aan de pomp 1,19 euro voor een liter diesel. Aan de

©

Belgische kant van de grens betaal je zeker zes cent meer, aldus Het

Belgen trekken meer en meer naar het buitenland om wijn en sterke drank in te slaan. Dat blijkt uit een bevraging bij duizend Belgen. Een recente studie van het onderzoeksbureau GfK wees al uit dat Belgische gezinnen in 2018 bijna de helft meer wijn en tot bijna driemaal zoveel sterkedrank in de buurlanden kochten dan in 2014. Frankrijk (47 procent) en Luxemburg (51 procent) zijn de populairste bestemmingen. Het zijn bovendien niet alleen de Belgen die dicht bij de grens wonen die in het buitenland hun wijnen en sterkedrank kopen. Een kwart van alle inwoners van Antwerpen, Brussel en Vlaams-Brabant gaat geregeld alcohol kopen in het buitenland. Bron: standaard.be, 2019-03-11

THEMA 1

Bron: telegraaf.nl, 2018-03-27

LEVEL 2

Laatste Nieuws.

45


Explore 6— Kies je voor binnenlands of buitenlands? Werk in groepjes van maximaal zeven personen. Kies een voorzitter die de discussie in goede banen leidt en ervoor zorgt dat iedereen voldoende aan het woord komt. a

THEMA 1

LEVEL 2

©

VA

N

IN

b

Bespreek klassikaal waarom je binnenlandse producten in plaats van buitenlandse producten zou kopen. Denk daarbij aan de voordelen van de aankoop van binnenlandse producten. Bespreek klassikaal waarom je buitenlandse producten in plaats van binnenlandse producten zou kopen. Denk daarbij aan de voordelen van de aankoop van buitenlandse producten.

46


TO THE POINT Producten kunnen afkomstig zijn uit het binnenland en dus in België geproduceerd of geteeld worden, maar ze kunnen ook geproduceerd worden in en getransporteerd worden vanuit het buitenland. Wanneer je producten koopt, kun je je dan ook afvragen of ze Belgisch, lokaal of internationaal zijn.

IN

Wanneer je producten koopt die in België geproduceerd of geteeld worden, dan draag je bij aan extra werkgelegenheid in België. Koop je producten uit het buitenland, dan hebben de inwoners van het oorsprongsland werk dankzij de productie van hun exportgoederen.

VA

N

Wanneer je producten koopt die in België geproduceerd worden, dan zorg je ervoor dat er geen transportmiddelen moeten ingezet worden om die producten naar België te vervoeren. Dat beïnvloedt de mobiliteit positief en het is beter voor het milieu want minder vrachtwagens, produceren ook minder CO2-uitstoot.

© Botond Horvath / Shutterstock.com

Vaak verplaatsen bedrijven hun productie naar lageloonlanden. Ze moeten de werknemers daar minder loon betalen en kunnen dus goedkoper produceren. Maar de werk­omstandigheden zijn er vaak slecht en de lonen zijn er laag. Ngo’s (niet- of nongouvernementele organisaties) proberen dat te veranderen door die informatie in het nieuws te brengen.

THEMA 1

LEVEL 2

©

Het kan voordelig zijn om producten in het buitenland te kopen. Dat komt enerzijds doordat er daar lagere btw-percentages of minder accijnzen aangerekend worden, anderzijds door een zwakkere munteenheid of valuta in dat bepaalde land. De munteenheid wordt bepaald door de wisselkoers.

47


48

THEMA 1

LEVEL 2

VA

© N IN


Action 1— Samengevat: Is het ethisch wat bedrijven in het buitenland doen?

Vat het artikel samen (in tien tot twintig regels) in een tekstverwerker. Lees je graag, kies dan het artikel ‘Je weet zelf ook wel dat er iets niet pluis is met een T-shirt van 3 euro’. Lees je minder graag, kies dan het artikel ‘Chinese fabrieksarbeider vangt leed van zware werk in poëzie’.

2

Wat kun je uit grafiek 3 afleiden over de kosten van een T-shirt dat in Afrika geproduceerd wordt?

IN

1

VA

N

Grafiek 3: Uitsplitsing van de kosten van een T-shirt van drie euro

Bron: Mo* & Fair Wear Foundation, 2015-04-21

Forum

THEMA 1

LEVEL 2

©

Hoe kun jij rekening houden met de slechte werkomstandigheden van de arbeiders uit de teksten?

49


Action 2— Grafieken van import en export van België 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er de top tien van klanten en leveranciers van België en een overzicht van de producten die in België het meest geëxporteerd en geïmporteerd worden. Zet die informatie in een grafiek met behulp van een rekenblad.

2

Maak nu zelfstandig de grafieken. Gebruik de stappenplannen en ICT-fiche_R_30 en het onlinefilmpje.

d

Maak een staafdiagram met de top tien klanten van België en hun exportwaarde. Maak een staafdiagram met de top tien leveranciers van België en hun importwaarde. Maak een kolomgrafiek met de top vijf van Belgische exportproducten en de waarde van de export. Maak een kolomgrafiek met de top vijf van meest geïmporteerde producten en de waarde van de import ervan.

STAPPENPLAN Staafdiagram Stap 1: Selecteer de tabel in het rekenblad.

IN

a b c

Voorbeeld staafdiagram

N

Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Invoegen’.

VA

Stap 3: Kies in de rubriek ‘Grafieken’ het staafdiagram.

STAPPENPLAN Kolomgrafiek

Stap 1: Selecteer de tabel in het rekenblad.

Voorbeeld kolomgrafiek

Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Invoegen’.

©

Stap 3: Kies in de rubriek ‘Grafieken’ de kolomgrafiek.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 1

LEVEL 2

3

50

© Angelina Dimitrova / Shutterstock.com


Action 3— Project: Exportgoederen van verschillende landen

1

Je weet intussen welke landen naar België exporteren. Zoek de top vijf van exportproducten van een land naar keuze.

2

Werk per twee. Kies een land uit deze lijst en zoek zijn typische en bekende exportproducten.

a b

IN

Nederland – Groot-Brittannië – Frankrijk – Marokko – Turkije – Griekenland – Italië – de Verenigde Staten – Duitsland – Polen – Zweden – Spanje – Irak – Iran – Denemarken – Rusland – China – India – Vietnam – Brazilië Maak met die gegevens een infographic met Canva. Gebruik ICT-fiche_C_01. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio

EVALUATIEFICHE

N

INFOGRAPHIC EXPORTPRODUCTEN Score

Vermelding exportproducten

Vermelding bron

Vermelding land

Gebruik van afbeeldingen en toepasselijke kleur in de infographic

Schikking van gegevens infographic

Opmerkingen

VA

Max

THEMA 1

LEVEL 2

©

TOTAAL

51


Action 4— Waar economie en aardrijkskunde elkaar kruisen Zoek op welke landen de euro als munteenheid gebruiken. Die landen vormen de eurozone of in het Engels Euro area.

2

In dit level zijn verschillende landen aan bod gekomen waaronder China, Vietnam en nog veel meer. Duid de landen die aan bod gekomen zijn, aan op een wereldkaart. Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een filmpje om je op weg te helpen. a b

c

IN

1

Zoek een afbeelding van een lege wereldkaart. Importeer die afbeelding in een tekstverwerker. Klik op ‘Invoegen’ en selecteer de afbeelding die je gedownload hebt. Selecteer de afbeelding in je tekstverwerker en plaats de afbeelding naar de achtergrond. Ga naar ‘Invoegen’ en voeg een vorm toe om de landen aan te duiden. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

Je gaat op vakantie naar de Verenigde Staten. Je wilt 2 000,00 euro meenemen. Stel dat dit de wisselkoers is: 1,00 euro = 1,30 US-dollar. Hoeveel US-dollar neem je dan mee? Noteer je berekening.

VA

1

N

Action 5— Wisselkoersen

2

Je gaat naar London en wilt bij de bank 1 000,00 euro omzetten naar Britse pond (=GBP). Stel dat dit de wisselkoers is: 1,00 Britse pond = 1,11 euro. Hoeveel Britse pond is 1 000,00 euro?

©

STAPPENPLAN

Stap 1: Gegeven

THEMA 1

LEVEL 2

Stap 2: Herleiden naar 1

52

EURO

BRITSE POND

1,11

1 : 1,11

1,11 : 1,11 = 1,00 * 1 000

Stap 3: Herleiden naar gevraagde

1 * 1 000 = 1 000,00

: 1:

= * 1 000 * 1 000 =


3

Je gaat naar Zweden waar de munteenheid de Zweedse kroon is. Je wilt bij de bank 1 500,00 euro omzetten naar Zweedse kroon. Stel dat dit de wisselkoers is: 1,00 euro = 10,05 Zweedse kroon. Hoeveel Zweedse kroon is 1 000,00 euro?

STAPPENPLAN ZWEEDSE KROON

1,00

10,05

IN

Stap 1: Gegeven

EURO

* 1 500

Stap 2: Herleiden naar gevraagde

1 * 1 500 = 1 000,00

* 1 500 =

Je gaat naar Canada waar de munteenheid de Canadese dollar (CAD) is. Je wilt bij de bank 3 000,00 euro omzetten naar Canadese dollar. Stel dat dit de wisselkoers is: 0,64 euro = 1,00 Canadese dollar. Hoeveel Canadese dollar is 3 000,00 euro?

STAPPENPLAN

EURO

BRITSE POND

0,64

1,00

VA

Stap 1: Gegeven

N

4

* 1 500

Stap 2: Herleiden naar 1

Stap 3: Herleiden naar gevraagde

: 0,64

0,64 : 0,64 = 1,00

: 1:

* 3 000

1 * 3 000 = 3 000,00

= * 3 000 * 3 000 =

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 1

1

LEVEL 2

©

BREAKING NEWS

53


CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan Belgische producten opnoemen.

2

Ik kan de nadelen van het kopen van producten in het buitenland toelichten.

3

Ik kan voordelen toelichten van het lokaal aankopen van producten.

4

Ik kan reflecteren over de aankoop van binnenlandse en buitenlandse producten.

5

Ik kan de impact van de aankoop van producten in het buitenland op de economie toelichten.

6

Ik kan mijn eigen mening onderbouwen.

7

Ik kan een infographic ontwerpen.

8

Ik kan een presentatie maken.

VA

N

IN

1

© LEVEL 2 THEMA 1 54

KAN BETER


Beeldwoordenboek Level 2 BEGRIP

VERKLARING De eurozone bestaat uit de landen die de euro als officiële munteenheid hebben.

lageloonlanden

De lageloonlanden zijn landen waar het loon van arbeiders zeer laag is.

IN

eurozone

AFBEELDING

Lokaal aankopen doe je wanneer je producten aankoopt, die in het eigen land geproduceerd of geteeld worden.

ngo

De ngo (niet- of non-gouvernementele organisatie) is onafhankelijk van de overheid. Ze richt zich op een maatschappelijk belang, zoals bevorderen van milieubescherming, gezondheid, ontwikkelingswerk of mensenrechten.

wisselkoers

De wisselkoers is de waarde van een munt van een land uitgedrukt in de waarde van de munt van een ander land.

© tanuha2001 / Shutterstock.com

© 360b / Shutterstock.com

BEELDWOORDENBOEK

De munteenheid is de geldeenheid of de munt waarmee je in een land kunt betalen.

©

munteenheid of valuta

THEMA 1

VA

lokaal aankopen

N

© De Visu / Shutterstock.com

55


LEVEL 3

Bekijk de bovenstaande afbeeldingen. Wat zie je?

©

1

2

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

THEMA 1

LEVEL 3

Wat zijn de gevolgen van technologische ontwikkelingen en digitalisering voor onze maatschappij?

56

© ThomasDeco / Shutterstock.com

NU

VA

N

© urbanbuzz / Shutterstock.com

VROEGER

© urbanbuzz / Shutterstock.com

INTRO

IN

Wat zijn de gevolgen van technologische ontwikkelingen en digitalisering voor onze maatschappij?


Explore 1— Welke technologische ontwikkelingen beïnvloeden ons dagelijks leven?

Technologische vernieuwing

N © Alexande

73)

New Samsung Galaxy Z (2020)

LEVEL 3

gsm (19

THEMA 1

©

De eerste

De iMac (2018)

© charnsitr / Shutterstock.com

VA

)

computer (1984

De eerste Mac-

© Krisda / Shutterstock.com

Bekijk de voorbeelden. Brainstorm klassikaal over de bestaande technologische snufjes. Noteer ongeveer vijftien ideeën. terstock.com r Kirch / Shut

1

IN

Technologische vernieuwing is de productie van nieuwe producten en machines die de oudere versie van die producten en machines verbeteren. Soms zijn het ook nieuwe uitvindingen die meer mogelijkheden creëren of ervoor zorgen dat alles sneller gaat.

57


Ga op zoek naar de recentste technologische vernieuwingen. a b

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk er het filmpje met enkele technologische innovaties. Zoek op internet nog andere technologische innovaties, snufjes en ontwikkelingen. Welke zoektermen geef je in?

c

Welke technologische ontwikkelingen ben je voornamelijk tegengekomen?

IN

2

N

Explore 2— Zorgen die technologische ontwikkelingen voor kansen of voor bedreigingen?

VA

Lees de artikels op de volgende bladzijde. Vink jouw mening over de beschreven technologische vernieuwing aan en licht jouw keuze kort toe. ARTIKEL 1

ARTIKEL 2

een must

een must

wenselijk, maar niet nodig

wenselijk, maar niet nodig

te vergaand

te vergaand

THEMA 1

LEVEL 3

©

Toelichting:

58

Toelichting:

ARTIKEL 3

ARTIKEL 4

een must

een must

wenselijk, maar niet nodig

wenselijk, maar niet nodig

te vergaand

te vergaand

Toelichting:

Toelichting:


ARTIKEL 5

ARTIKEL 6

een must

een must

wenselijk, maar niet nodig

wenselijk, maar niet nodig

te vergaand

te vergaand Toelichting:

ARTIKEL 7

ARTIKEL 8

een must

een must

wenselijk, maar niet nodig te vergaand

een must

wenselijk, maar niet nodig te vergaand

Toelichting:

N

Toelichting:

ARTIKEL 9

IN

Toelichting:

ARTIKEL 10 een must wenselijk, maar niet nodig

te vergaand

te vergaand

VA

wenselijk, maar niet nodig

Toelichting:

Toelichting:

1

©

Belgische klanten van Bol.com kunnen hun bestelling sinds juni 2019 nog sneller in handen krijgen. De Nederlandse webshop levert sommige producten sindsdien ook in ons land op dezelfde dag als waarop ze besteld werden, en het bedrijf begint met leveringen op zondag.

Naar: Het nieuwsblad, 2019-06-19

© Jarretera / Shutterstock.com

THEMA 1

Wist je dat Amazon in de VS ook binnen de twee uur levert met een drone? Die service heet Amazon Prime Now.

LEVEL 3

In Nederland konden bepaalde bestellingen bij Bol.com een tijdje geleden al op dezelfde dag geleverd worden. Het gaat dan om producten die de webwinkel zelf aanbiedt. Vanaf juni 2019 gold die supersnelle levering ook in België. Bol.com werkt daarvoor samen met Bpost.

59


2

3

Medewerkers van Google luisteren naar opnames die gemaakt zijn met de slimme Google Home-luidsprekers en via de Google Assistent-app op smartphones. Wereldwijd, ook in België en Nederland, luisteren mensen naar die opnames om de zoekmachine slimmer te maken. VRT NWS kon ruim 1 000

IN

© James W Copeland / Shutterstock.com

‘Alexa, zet eens vier pakken halfvolle melk op de boodschappenlijst!’ ‘Siri, hoe warm wordt

het morgen?’ Miljoenen mensen hebben een ‘slimme’ luidspreker in huis en gebruiken

die om snel een antwoord te krijgen op heel gewone vragen of om er allerlei opdrachten

aan te geven. De bekendste slimme speakers die verbonden zijn aan het internet, zijn de

die meestal bewust werden ingesproken.

Google Home, Apple HomePod, de Sonos

Maar vaak krijgen de medewerkers ook

One en de Echo van Amazon.

N

fragmenten beluisteren. Het gaat om stukjes

dingen te horen die onbewust werden

Amazon blijkt nu wereldwijd duizenden

persoonlijke informatie.

werknemers in dienst te hebben die de

Bron: vrt.be, 2019-07-10

hele dag luisteren naar opnames die de

VA

opgenomen, soms met gevoelige of

4

THEMA 1

LEVEL 3

©

Het is perfect denkbaar dat tv-zenders zoals we die nu kennen, in de toekomst niet meer zullen bestaan. Dankzij video on demand, Netflix, Amazon Prime, Disney+ en Apple TV Plus zullen we minder naar tv kijken, maar meer naar pakketten (series, films, kids …) waarin we geïnteresseerd zijn.

60

Echo-luidsprekers voortdurend maken bij zowat 100 miljoen klanten die zo’n slimme speaker hebben gekocht. Dat personeel zou tewerkgesteld zijn in grote kantoren in de VS, Costa Rica, India en Roemenië. Bron: vrt.be, 2019-04-11


6

© JCDH / Shutterstock.com

iRobot, fabrikant van zelfrijdende stofzuigers, wil de gegevens die het toestel opslaat tijdens zijn ritjes door uw huis, verkopen aan technologiegiganten als Amazon of Google.

‘Dat kunnen wapens van terreur zijn, wapens die dictators en terroristen gebruiken tegen onschuldige burgers, en wapens die gehackt kunnen worden om zich op ongewenste wijze te gedragen’, waarschuwen ze verder. ‘Als die doos van Pandora eenmaal geopend is, wordt het moeilijk ze te sluiten.’ De ondernemers roepen de Verenigde Naties daarom op snel in actie te komen en ‘een manier te vinden om ons allemaal te beschermen tegen die gevaren’.

VA

N

Dankzij verschillende sensoren en een lageresolutiecamera maken de Roomba-stofzuigers van iRobot een uiterst gedetailleerde kaart van de verschillende ruimtes in uw woning. In de eerste plaats diende dat om het apparaat slimmer te maken, maar die informatie kan ook geld opbrengen. Na honderden rondjes door uw huis, weet de robotstofzuiger bijvoorbeeld perfect waar je meestal je pantoffels laat rondslingeren. Maar hij zou ook aan Google of Amazon kunnen laten weten of een zetel van drie meter breed wel of niet in je zithoek past. Kwestie van advertenties op maat te kunnen aanbieden.

In een open brief waarschuwen 116 technologie-experten uit 26 landen dat dodelijke autonome wapens, zogenaamde ‘killer robots’, na buskruit en kernwapens, een derde revolutie in oorlogsvoering dreigen te veroorzaken. ‘Als ze eenmaal zijn ontwikkeld, zullen ze leiden tot gewapende conflicten op een ongeziene schaal en met een snelheid die voor mensen moeilijk te bevatten is’, aldus de specialisten.

IN

5

© Usa-Pyon / Shutterstock.com Bron: vrt.be, 2017-08-21

©

Bron: hln.be, 2017-07-26

Naar: want.nl, 2019-07-17

THEMA 1

Elon Musk is bezig met de productie van een chip die onze hersenen moet bewaren en verbeteren. De ingebrachte kleine chip moet het mogelijk maken om technologie te besturen zonder ook maar een hand uit te steken.

LEVEL 3

7

61


8 We kunnen wel zeggen dat er op dit moment een DNA-revolutie aan de gang is. ‘In Cyprus en California zijn er al ziekenhuizen die je aanbieden om het geslacht en de oogkleur van je kind te kiezen. Je kunt er dus naartoe gaan en zeggen: ‘Doe mij een dochter met blauwe ogen’. © JCDH / Shutterstock.com

IN

Willen wij als samenleving toestaan dat ouders het geslacht, de haar- en oogkleur van hun kind gaan kiezen? Dat is een vraag waar wij nu al antwoord op moeten gaan vinden. DNA-manipulatie wordt in de toekomst technisch steeds makkelijker en de kans bestaat dat we over tien jaar voor bepaalde zware ziektes genetische

9

manipulatie gaan inzetten. De wetgeving loopt hopeloos achter en daarom zijn wij voor sommige vragen al te laat en daarom moeten we gaan kijken naar de vragen die nu nog voor ons liggen.

Naar: nporadio1.nl, 2019-01-11

N

10

VA

Overal in China hangen camera’s. Wie een overtreding begaat, wordt opgemerkt.

© Dedy Pramu / Shutterstock.com

THEMA 1

LEVEL 3

©

Wanneer je je schoenen of kleding wilt verkopen, kun je op een rommelmarkt gaan staan. Om meer mensen te bereiken, kun je ook online verkopen. Je neemt een foto van je schoenen of je kleding en biedt ze via de Vinted-app online aan.

62

Toen in april vorig jaar op een druk kruispunt camera’s werden geïnstalleerd om illegale overstekers in enkele minuten te identificeren, daalde volgens de politie het aantal doorrood-lopers van honderd per uur naar tachtig per dag. Zij werden immers met hun foto, naam en een deel van hun ID-nummer op een groot scherm afgebeeld en ze kregen een boete. Ineens bleken de voetgangers zich toch te kunnen beheersen. Op het bierfestival van Qingdao werden vorig jaar 25 voortvluchtige criminelen in de kraag gevat, onder wie de leider van een prostitutienetwerk die al tien jaar door de politie werd gezocht. En op het treinstation van Zhengzhou, waar agenten begin dit jaar brillen met gezichtsherkenning kregen toegemeten, werden volgens de lokale autoriteiten in een week zeven criminelen ingerekend. En in Shenzhen betrapten de kruispuntcamera’s in de eerste maand al 3 600 overtreders. Bron: trouw.nl, 2018-09-15


Explore 3— Hoe beïnvloedt digitalisering ons dagelijks leven?

Digitalisering

Wat leid je af uit deze grafiek 1?

VA

1

N

IN

Digitalisering is de overgang van informatie naar een digitale vorm, dat wil zeggen naar een vorm die elektronische apparaten zoals computers kunnen gebruiken.

Bron: ICT-enquête huishoudens en individuen (2013), FOD Economie - AD Statistiek - Statistics Belgium

THEMA 1

LEVEL 3

©

Grafiek 1: Individuen die de laatste twaalf maanden online bestelden

63


Bestudeer deze afbeeldingen. Op welke manieren beïnvloedt digitalisering ons dagelijks leven?

THEMA 1

LEVEL 3

©

VA

N

© Serov Aleksei / Shutterstock.com

IN

2

64


THEMA 1

LEVEL 3

VA

© N © JuliusKielaitis

IN

/ Shutterstock.c om

leuke job gezien

65


Explore 4— Welke gevaren schuilen er in de digitalisering? 1

Bekijk in de tabel welke problemen of gevaren de ICT-revolutie en de bijhorende digitalisering de laatste jaren hebben veroorzaakt. a b c

Bespreek klassikaal wie die problemen thuis al heeft meegemaakt. Hoe heb je het opgelost? Hoe kun je het in de toekomst vermijden?

IN

Tabel 1: Beveiligingsproblemen bij privégebruik van het internet

EU 28

(in %) Minstens een van de vier onderstaande problemen

Internetgebruikers

Virus of andere infectie op de computer Misbruik van persoonlijke informatie verstuurd via het internet of andere schending van de privacy Verlies van geld door phishing of pharming* Verlies van geld door fraude met de kredietkaart

De toegang van kinderen tot websites voor volwassenen of contact met potentieel gevaarlijke personen

BE

Internetgebruikers

Vrouwen

29

32

26

21

20

22

17

3

3

3

3

2

9

10

7

1

1

1

1

:

:

:

:

N

*phishing: ontvangen van frauduleuze berichten; pharming: omleiden naar nepsites die vragen om persoonlijke informatie

Bron: ICT-enquête huishoudens en individuen (2015), Eurostat.

2

Een ander probleem dat opduikt in de snel veranderende tijden is de digitale kloof. Bekijk de onderstaande afbeelding. Wat is de digitale kloof?

THEMA 1

LEVEL 3

©

VA

a

66

Mannen

25


b

Bestudeer deze tabel. Bij welke groep mensen is de digitale kloof het grootst? Markeer de drie groepen.

IN

Tabel 2: Percentage individuen die nog nooit het internet gebruikten (in % van het totaal van elke groep)

Bron: ICT-enquête huishoudens en individuen (2015), FOD Economie – AD Statistiek – Statistics Belgium.

N

Welk gevaar of welke gevaren kun je uit de volgende teksten afleiden? Kunnen die ook voordelen bieden?

©

Dilara en haar mama winkelen graag in Wijnegem - Shop Eat Enjoy. Daar gebruiken ze de app van het winkelcentrum om snel de winkels te vinden. Meteen krijgt ze een e-mail van Torfs, haar favoriete schoenenwinkel, met een korting op Adidas-sneakers. Enkele minuten later krijgt haar mama een mail waarin Nespresso haar eraan herinnert dat ze lang geen nieuwe koffie besteld heeft. Nauwelijks een uur later, informeert Hunkemöller hen over de actie van die dag: 2 stuks kopen, 3e gratis.

Hoe kan dat?

Dankzij het wifi- of gps-signaal weten hun favoriete winkels dat ze in de buurt zijn. Met location based marketing sturen reclamemakers promoties en aanbiedingen naar de geïnteresseerden die zich in de buurt van de winkels bevinden. Als Dilara en haar mama de app toestemming gegeven hebben om de locatie te gebruiken, dan krijgen ze dus hyperlokale advertenties.

Heb je het nog nooit gemerkt? Je surft op Google, Zalando of Torfs op zoek naar nieuwe schoenen of kledij. Even later ga je naar Facebook en daar krijg je meteen reclame van schoenen van Zalando. Cookies houden bij op welke websites je zoal geweest bent. Facebook gebruikt dan die gegevens om gerichte reclameboodschappen te tonen.

LEVEL 3

Location Based marketing

THEMA 1

VA

3

67


Explore 5— Hoe kunnen we omgaan met fake news? Bekijk aandachtig de foto en de posts. Op 23 mei 2017 ontplofte een bom tijdens het concert van Ariana Grande in Manchester, Groot-Brittannië. Er vielen 22 doden. Als snel verscheen er op het internet een foto van Ariana Grande met blauwe plekken waarbij vermeld werd dat de superster tijdens de bomaanslag gewond raakt. Dat bleek niet waar te zijn. De foto was immers van opnames ‘Scream Queens’.

VA

N

IN

1

2

Tegenwoordig kan iedereen nieuwsberichten maken en publiceren op onder andere blogs en sociale media. Daarom is het belangrijk om nieuwsberichten steeds kritisch te bekijken. Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk er de filmpjes. Duid de juiste antwoorden aan. a

Wat is fake news?

©

Dat is nieuws gemaakt wordt door de website ‘Fake’. Dat is nepnieuws, verzonnen nieuws. Dat komt voor in kranten, video’s, sociale media … Dat is wanneer er weinig nieuws is omdat er niets gebeurt in de wereld.

b

Waarom wordt nepnieuws gemaakt?

THEMA 1

LEVEL 3

Google maakt zo’n nieuws. Mensen verdienen er geld mee. De makers krijgen geld als je er op klikt. Het zorgt voor wat leuk nieuws tussen al het slechte nieuws.

68

c

Wat zijn de gevaren van nepnieuws? Er zijn geen gevaren. Als je er te hard mee moet lachen, kun je in het ziekenhuis belanden. Mensen kunnen in paniek geraken. Mensen kunnen verkeerde beslissingen nemen.


Ontdek op deze affiche hoe je kunt nagaan of een nieuwsbron betrouwbaar is. Bespreek klassikaal.

©

VA

N

IN

3

THEMA 1

LEVEL 3

Bron: Mediawijs

69


Explore 6— Welke gevolgen hebben al die technologische en digitale trends voor de maatschappij?

Good to know

1

IN

De effecten van innovatie zijn moeilijk in te schatten. Nieuwe technologie is niet per definitie een doorbraaktechnologie. Vaak kan pas later worden bepaald welk effect een technologie heeft gehad voor de samenleving, zelfs als het populaire technologie is.

Stel dat men de pakketbezorgers die in hun busjes van DHL, UPS, bpost, de pakjes van onder andere Coolblue en Zalando afleveren, vervangt door drones en dat men vrachtwagenchauffeurs door zelfrijdende vrachtwagens vervangt. Markeer: a b

de voordelen in het groen, de nadelen in het rood.

N

Meer pro ductivite it, omdat dag en na vrachtwa cht kunn gens en rijden . n e s r e g r etbezo voor pakk geen werk urs enchauffe g a tw h c minder a r v Chauffeu milieuvervuiling rs hebbe rs n minder in chauffeu e z lo k r e komen. W kkig. der gelu zijn min

VA

minder files

2

Bekijk aandachtig de afbeeldingen van nieuwe technologische ontwikkelingen. Lees de voordelen en de nadelen van die technologische ontwikkelingen. Combineer. VOOR- EN NADELEN

Vaccins maken uit planten of dieren

THEMA 1

LEVEL 3

©

A

70

B

Blijven produceren zonder ophouden

C

Mooie luchtfoto’s maken

D

God spelen, door je ‘kind samen te stellen’

E

Banenverlies voor heel wat mensen

F

Voorkomen dat ziektes worden doorgegeven van ouder op kind

G

Virussen maken en gebruiken als wapen

H

Gebruiken om een bom te gooien


VOORDEEL

NADEEL

VOORDEEL

NADEEL

N

BIOTECHNOLOGIE

IN

DRONES

DNA-TECHNOLOGIE

VA

ROBOTS IN FABRIEKEN VOORDEEL

VOORDEEL

NADEEL

De vraag is natuurlijk of iedereen evenveel in de voortgebrachte rijkdom zal delen? Veronderstel dat een winkelbediende die de rekken aanvult of aan de kassa staat, vervangen wordt door een robot. a

Welke nadelen brengt dat voor de winkelbediende?

©

3

NADEEL

LEVEL 3

Wie heeft daar dan wel baat bij?

THEMA 1

b

71


Good to know

TO THE POINT

IN

Dat elke technologische sprong voor meer producten en diensten die ons het leven makkelijker maken, zorgt, is een geruststellende gedachte. Er is geen reden om aan te nemen dat we morgen armer worden ten gevolge van de digitalisering, robotisering of de doorbraak van artificiële intelligentie. Ook met de werkgelegenheid lijkt het wel goed te komen. Jobs verdwijnen, maar er komen andere voor in de plaats.

De laatste jaren volgen de technologische vernieuwingen elkaar snel op. Internet of things, virtual reality, fitnesstrackers, smartwatches, zelfrijdende auto’s ... ze maken allemaal ons leven makkelijker.

N

Voordelen van technologische vernieuwingen — De productie in de ondernemingen is sneller en hoger. — Mensen kunnen sneller werken en de machines verlichten het werk voor de mensen. — De bedrijven kunnen sneller leveren. — De vernieuwingen maken het dagelijkse leven makkelijker. — Er komen nieuwe jobs bij.

VA

Nadelen technologische vernieuwingen — Een aantal jobs gaat verloren. — Mensen spelen voor god door DNA-revolutie.

Digitalisering Dat is de overgang van informatie naar een digitale vorm, dat wil zeggen in een vorm die elektronische apparaten zoals computers kunnen gebruiken.

©

Voordelen digitalisering — Snelheid neemt toe zoals mailen en online winkelen — Gemak

THEMA 1

LEVEL 3

Nadelen digitalisering — Fake news — Digitale kloof: niet iedereen heeft toegang tot digitale middelen of kan er goed mee overweg — Gevaren van virussen en phishing

72


73

THEMA 1

LEVEL 3

VA

© N IN


Action 1— Zijn kranten en tijdschriften interessant? Ga naar de bibliotheek en zoek in kranten en tijdschriften artikels over technologische ontwikkelingen en digitalisering.

e f

Scan die tekst in met een scanner of een app. Zorg ervoor dat je hem als leesbare tekst inscant. Markeer de kernwoorden en sla het document als pdf op. Zoek via Gopress minstens twee onlineartikels over technologische nieuwtjes en digitalisering. Van het eerste artikel selecteer je de tekst en kopieer je die naar een document. Dat kan in Office of in de cloud zijn. Het tweede artikel sla je op als pdf. Maak van twee artikels een schematische samenvatting. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

a b c d

Action 2— Spiegeltje, spiegeltje aan de wand …

Welke voordelen zie je voor de mens en de samenleving?

VA

a

N

Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje. Lees ook de onderstaande tekst en beantwoord de vragen.

b

Welke nadelen kunnen er volgens jou opduiken?

In de nabije toekomst …

THEMA 1

LEVEL 3

©

Parisa ontwaakt in London met de geur van wafels, vers van de 3D-printer in de keuken. Haar virtuele assistent, Diana, zegt goedemorgen en vertelt haar dat het buiten koud is. Diana zegt Parisa dat ze een trui heeft gekocht die Parisa de dag voordien aan het bewonderen was en dat een drone de trui net geleverd heeft.

74


Nadat Parisa aangekleed is, komt haar chauffeurloze taxi aan. Onderweg naar haar werk geniet Parisa van een virtual reality-gesprek met haar man die op dat moment in het buitenland verblijft.

IN

Wanneer Parisa op haar gedeelde werkplek aankomt, wordt ze op de hoogte gebracht van drie ondernemingen die met haar willen samenwerken. Een van de aanvragen kwam uit China en werd automatisch vertaald dankzij artificiële intelligentie. Op weg naar huis verwittigt haar geïmplanteerde chip haar virtuele assistent, Diana, dat haar cholesterol te hoog is. Diana laat haar weten dat ze meteen een afspraak met een virtuele dokter heeft gemaakt en dat ze haar menu preventief heeft aangepast.

Wanneer Parisa later die avond naar bed gaat, speelt Diana een rustgevend achtergrondmuziekje. Terwijl Parisa slaapt, plant Diana haar volgende vakantie.

N

Technologie zal toekomstige consumenten bijstaan in alle aspecten van hun leven.

Action 3— Edubox

Ga via het onlinelesmateriaal naar de interactieve video van de VRT over nepnieuws.

2

Download de bijhorende werkbundel en beantwoord de vragen.

VA

1

BREAKING NEWS

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

©

1

LEVEL 3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 1

3

75


CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan voorbeelden opnoemen van nieuwe technologische ontwikkelingen.

2

Ik kan voorbeelden opnoemen van ­digitalisering in het dagelijks leven.

3

Ik kan de nadelen en voordelen van ­digitalisering toelichten.

4

Ik kan toelichten op welke manier ­technologie en digitalisering een impact hebben op het aankoopgedrag.

5

Ik kan echt nieuws van fake nieuws onderscheiden.

6

Ik kan het effect van technologie en ­digitalisering op de maatschappij toelichten.

7

Ik kan mijn eigen mening onderbouwen.

VA

N

IN

1

8

Ik kan online in een document samenwerken.

9

Ik kan een infographic ontwerpen.

© LEVEL 3 THEMA 1 76

KAN BETER


Beeldwoordenboek Level 3 BEGRIP

VERKLARING Artificiële intelligentie is de verzamelnaam voor de technologieën die machines een zekere vorm van menselijke intelligentie verschaffen.

blog

De blog is een persoonlijke website met verhalen over het leven van de schrijver. Het is een soort openbaar onlinedagboek waarmee de schrijver de lezers meerdere malen per week op de hoogte houdt.

digitale kloof

De digitale kloof verwijst naar het feit dat er een groep is die wel makkelijk toegang heeft tot en kan werken met ICT, en zij die dat niet kunnen.

VA

N

IN

artificiële intelligentie

AFBEELDING

De digitalisering is het proces dat analoge gegevens en data, zoals boeken, foto’s en processen omzet naar gegevens die op een computer verwerkt worden.

©

Fake news of nepnieuws is nieuws dat verzonnen is. Het kan zowel in de vorm van video’s als artikels zijn. BEELDWOORDENBOEK

fake news of nepnieuws

THEMA 1

digitalisering

77


BEGRIP

VERKLARING De ICT-revolutie is de opmars van computers, gsm’s en digitalisering.

innovatie

Innovatie is vernieuwing.

location based marketing

Location based marketing betekent dat bedrijven dankzij jouw smartphone­signalen, kunnen traceren waar jij bent. Ze sturen je vervolgens persoonlijke reclame.

robotisering

Robotisering is het proces waarbij robots taken van mensen overnemen.

sociale media

De sociale media zijn het geheel van onlineplatformen waarop mensen rechtstreeks met elkaar kunnen praten en data, zoals video’s en foto’s, uitwisselen.

THEMA 1

BEELDWOORDENBOEK

©

VA

N

IN

ICT-revolutie

78

technologische vernieuwing

AFBEELDING

De technologische vernieuwing bestaat uit nieuwigheden op het vlak van technologie.


STEP-UP Je hebt de afgelopen weken de consument in de maatschappij bestudeerd. Schets afsluitend de evolutie in de mogelijkheden voor de consument, door de consument van vroeger en nu te vergelijken. – – –

Binnenlandse vs buitenlandse producten Technologische nieuwigheden Digitalisering

IN

Tip:

a

Werk alleen of per twee.

b

Kies een van deze drie opties om de evolutie te presenteren. Leg uit waarom je die optie kiest. Gebruik daarvoor de ICT-fiches van Moovly, Canva of powerpoint.

N

Video, omdat

VA

Infographic, omdat

Presentatie, omdat

Stel je werk aan de klas voor.

©

c

LEVEL 3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 1

d

79


VA

© N IN


2

IN

T

VA

N

F

I

©

L

De onderneming in de samenleving


THEMA

IN

2

©

VA

N

De onderneming in de samenleving


STEP-UP

p. 226

LEVEL

Hoe gebruik je algoritmisch denken in een economische context?

p. 218

LEVEL

Hoe verloopt het verkoopproces in een onderneming?

p. 199

LEVEL

Hoe verloopt het aankoopproces in een onderneming?

p. 166

LEVEL

Hoe halen bedrijven informatie uit digitale data?

p. 151

LEVEL

Wanneer maakt een onderneming winst of verlies?

p. 133

Is een job als verkoop-, magazijnof onthaalmedewerker iets voor jou?

p. 107

12 11

10 9

N

8

IN

Stappenplan ontwerpen om winst en verlies in te schatten

LEVEL

7

LEVEL

Wat is logistiek?

p. 88

LEVEL

Welke winkelvormen en branches bestaan er in de retail?

p. 74

LEVEL

Hoe speelt een onderneming in op maatschappelijke trends?

p. 56

LEVEL

Hoe probeert een onderneming succesvol te zijn?

p. 25

Welke bedrijfssectoren zijn er?

p. 18

©

VA

6 5

4 3

LEVEL

2

LEVEL

1

Welke weg leggen goederen en diensten af voor ze bij de consument komen?

p. 6

STEP-IN

p. 4


STEP-IN e onderstaande infographic stelt ondernemingen voor. Op deze bladzijde zie je de D ondernemingen van vroeger en vandaag. Op de rechterbladzijde staan de ondernemingen van de toekomst. Noteer vijf belangrijke verschillen.

IN

1

THEMA 2

STEP-IN

©

VA

N

ONDERNEMINGEN VROEGER EN VANDAAG

4


In dit thema doorloop je twaalf levels. Elk level biedt je een stukje kennis die je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren. Daarin ontwerp je een stappenplan om na te gaan of een ondernemer winst of verlies maakt.

THEMA 2

2

STEP-IN

©

VA

N

IN

ONDERNEMING VAN DE TOEKOMST

5


LEVEL 1

INTRO

Saar gaat minstens twee keer per maand met haar beste vriendinnen Noor en Ischa naar de bioscoop. Daar hoort een grote zak chips en een beker Coca-Cola bij, al vraagt ze zich wel af hoe de zakken chips in de winkel van de bioscoop terechtkomen. Heb jij enig idee?

VA

N

1

IN

Welke weg leggen goederen of diensten af voor ze bij de consument komen?

2

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

THEMA 2

LEVEL 1

©

Welke weg leggen goederen of diensten af voor ze bij de consument komen?

6


Explore 1— Wat is een bedrijfskolom? 1

Bekijk aandachtig de onderstaande afbeelding. landbouwer opkoper van aardappelen

transportfirma

groothandel kleinhandel consument

Zoek op internet het verschil tussen een groothandel en een kleinhandel. Noteer het verschil hieronder in eigen woorden.

VA

N

2

IN

chipsfabrikant

3

a

een groothandel:

b

een kleinhandel:

Noteer twee voorbeelden van groothandelaars en twee kleinhandelaars van chips. a

groothandelaars:

b

kleinhandelaars:

THEMA 2

LEVEL 1

©

4

Noteer een synoniem voor:

7


5

Lees de definitie van een bedrijfskolom. Omkader daarna bij vraag 1 de onderdelen die deel uitmaken van de bedrijfskolom van chips. BEDRIJFSKOLOM EN CONSUMENT

Een bedrijfskolom is een schematisch overzicht van alle stappen die een goed of dienst doorloopt. Het schema start bij de producent van grondstoffen en eindigt zodra het eindproduct of de dienst aan de consument wordt aangeboden. Bij iedere stap wordt er waarde aan het goed of aan de dienst toegevoegd. De consument

IN

wordt ook weergegeven in de bedrijfskolom, maar maakt er geen onderdeel van uit, omdat de consument zelf geen waarde meer toevoegt aan het product.

Enkel de bedrijven die eigenaar worden van het product, maken deel uit van de bedrijfskolom.

Logistieke bedrijven, zoals transportbedrijven, worden meestal geen eigenaar van het product maar verlenen enkel een dienst (het transport) aan een andere onderneming. Daardoor maken ook zij geen deel uit van de bedrijfskolom.

N

Explore 2— Hoe ziet de toekomst van de fysieke winkel eruit?

Je kunt steeds meer goederen en diensten via het internet kopen op een online platform. Dat alles heeft invloed op de toekomst van de fysieke winkel.

THEMA 2

LEVEL 1

©

VA

1

8

© Jarretera / Shutterstock.com


Good to know De Belgische e-commercemarkt groeit snel. Belgen besteden online het meest aan reizen en uitstapjes. Ook de onlineaankoop van speelgoed en producten voor gezondheid en schoonheid zitten in de lift. Voor grotere en duurdere aankopen gebruikt de Belg zijn ­laptop of desktop. Kleinere online aankopen worden steeds vaker op de smartphone

2

IN

gedaan.

Brainstorm in twee groepen. Elke groep voert de opdracht van zijn thema uit. Ga naar het ­onlinelesmateriaal en gebruik de de ICT-fiche_C_01, fiche_S_01 of de ICT-fiches van ­powerpoint. Duid aan hoe je het resultaat zult voorstellen. THEMA De fysieke winkels

Groep 2

Onlineplatform

Verzamel de voordelen van fysieke winkels

N

Groep 1

OPDRACHT

een infographic een storyboard een powerpoint een infographic een storyboard een powerpoint

VA

Verzamel de voordelen van onlinewinkels

RESULTAAT VOORSTELLEN MET:

Forum

THEMA 2

LEVEL 1

©

Is een fysieke winkel volgens jou nog nodig?

9


Explore 3— Hoe proberen ondernemingen in te spelen op de wensen van de consument?

Door producten te personaliseren met bijvoorbeeld de naam of een eigen tekst, zorgen ­winkeliers voor een uniek product en een bijzondere beleving bij de klant. Winkeliers hopen dan ook dat de klanten omwille van die beleving terugkomen. Welke producten kun je zoal personaliseren?

IN

1

VA

N

Personalisatie is geen optie. Het is een must.

2

Bij onder andere Adidas en Nike is het mogelijk om sportschoenen of sportkleding helemaal volgens je eigen voorkeur samen te stellen. Bij Oakley kan dat voor zonnebrillen. Kies een van die drie bedrijven en test het uit. Duid aan wie je kiest.

©

a

© ricochet64 / Shutterstock.com

THEMA 2

LEVEL 1

b c

10

© Rose Carson / Shutterstock.com

© Rose Carson / Shutterstock. com

Surf naar de website, stel een product volgens jouw eigen wensen samen. Bewaar een schermafdruk van het eindresultaat in je portfolio.


1

Kies je voor de korte of de lange keten? Werk per twee. Zoek de voordelen van de korte keten voor de consument, de producent en de planeet. Gebruik de ICT-fiches voor online samenwerken. a b

2

IN

Explore 4— Kies je voor de korte of de lange keten?

Bekijk het filmpje over de korte keten. Verwerk de voordelen van de korte keten in een onlinedocument.

Surf naar rechtvanbijdeboer.be. Noteer twee verkooppunten uit jouw buurt.

N

VA

TO THE POINT

De bedrijfskolom is een schematische voorstelling van alle stappen die een product of dienst moet doorlopen. Het schema start bij de producent van grondstoffen en eindigt zodra het eindproduct of de dienst aan de consument wordt aangeboden. Elke schakel voegt waarde aan het goed of de dienst toe. Zo wordt dat goed of die dienst almaar beter geschikt voor gebruik door de consument. Die consument voegt geen waarde meer toe en maakt dus geen deel uit van de bedrijfskolom. Bepaalde ondernemingen, zoals transportfirma’s, werken ook met de goederen, maar toch behoren zij niet tot de bedrijfskolom omdat ze geen eigenaar zijn van de goederen of diensten.

THEMA 2

LEVEL 1

©

De consument koopt zijn goederen en diensten niet enkel meer in de fysieke winkel, maar hij koopt steeds vaker op onlineplatformen zoals bol.com of Zalando.

11


12

LEVEL 1

VA

©

Bedrijfskolom

Welke weg leggen goederen en diensten af voor ze bij de consument komen?

Winkelvormen

IN

prijs

THEMA 2 ► LEVEL 1 ► MINDMAP

Een website waarop een verkoper een product of dienst te koop aanbiedt.

pr

Gebouw waar een verkoper tweedehandse of nieuwe artikelen te koop aanbiedt.

N

Een schematisch overzicht van alle stappen die een goed of dienst doorloopt van grondstof tot bij de consument.

Onlineplatformen

Fysieke winkel

Mindmap Thema 2 – Level 1 – Ingevuld

THEMA 2


Action 1— Keuze tussen een bedrijfskolom van een tijdschrift en van sportschoenen

Kies, afhankelijk van je interesse, de oefening met het tijdschrift of met de sportschoenen. Duid je keuze aan.

Optie 1 Tijdschrift Zet de schakels in de productieweg van een tijdschrift in de juiste volgorde. De grondstof is hout.

IN

a

dagbladhandel – klant – papierfabriek – drukkerij – boomkweker – boekengroothandel – houtzagerij b

Omkader de bedrijfskolom.

VA

N

THEMA 2

LEVEL 1

©

13


Optie2 Sportschoenen a

Zet de schakels in de productieweg van sportschoenen in de juiste volgorde. De grondstof is rubber. klant – schoenzolenfabrikant – Decathlon – rubberfabrikant – schoenenfabrikant – Nike

b

Omkader de bedrijfskolom.

IN

VA

N

Action 2— Bedrijfskolom van

In deze action ga je aan de slag om een bedrijfskolom te ontwerpen van een zelfgekozen product. Vul de titel van de action aan met de naam van het product.

©

1

Tip:

THEMA 2

LEVEL 1

2

14

Kies een eenvoudig product waarvan de verschillende stappen van de bedrijfskolom niet te complex zijn, bijvoorbeeld: een jeansbroek, kaas, brood, chocolade of appelsap.

Duid aan of je de bedrijfskolom wilt samenstellen op basis van: berichten of korte zinnen. Gebruik ICT-fiche_P_10. afbeeldingen. Gebruik ICT-fiche_P_08. beeldfragmenten. Gebruik ICT-fiche_P_15.

3

Bewaar het resultaat in je portfolio en geef het bestand een duidelijke naam.


BREAKING NEWS Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Bewaar het bestand in je portfolio. Maak een map voor elk thema en een submap voor elk level en geef die de naam ‘Thema_X_Level_Y’. Geef het bestand een duidelijke naam zoals ‘Breaking_News’.

CHECKLIST

IN

1

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan de weg van een goed of een dienst tot bij de klant illustreren.

2

Ik kan een bedrijfskolom voor een goed of dienst samenstellen.

3

Ik kan het verschil tussen een groot- en kleinhandel toelichten.

4

Ik kan de voordelen van een online­­platform ten opzichte van een fysieke winkel toelichten.

5

Ik kan de voordelen van een korte keten ten opzichte van een lange keten toelichten.

6

Ik kan resultaten van een opdracht in een infographic weergeven.

7

Ik kan resultaten van een opdracht met een tekstverwerker verwerken.

8

Ik kan resultaten van een opdracht in afbeeldingen verwerken.

9

Ik kan resultaten van een opdracht in beeldfragmenten verwerken.

©

VA

N

1

10 Ik kan online samenwerken aan een document.

LEVEL 1

KAN BETER

THEMA 2

JA

15


Beeldwoordenboek Level 1 De bedrijfskolom is een schematisch overzicht van alle stappen die een product of dienst doorloopt. Het schema start bij de producent van grondstoffen en eindigt zodra het eindproduct of de dienst aan de consument wordt aangeboden.

AFBEELDING

aardappelkwekerij  chipsfabrikant  supermarkt

IN

bedrijfskolom

VERKLARING

CHIPS

BEGRIP

consument

Een consument koopt goederen of diensten, maar heeft niet de bedoeling die te verkopen of te verwerken voor de verkoop.

detailhandel of klein­ handel of retailer

Een detailhandel verkoopt goederen aan consumenten (particulieren).

fysieke winkel

Een fysieke winkel is, in tegenstelling tot een onlineplatform, een gebouw waar de verkoper tweedehandse of nieuwe artikelen aanbiedt aan klanten.

©

VA

N

consument

THEMA 2

LEVEL 1

groothandel of grossier

16

Een groothandel is een onderneming die grote partijen inkoopt bij een of meerdere producenten om die in kleinere hoeveelheden aan andere ondernemingen door te verkopen.


BEGRIP

VERKLARING De korte keten is de kortste weg tussen producent en consument. Bv. Een fruitkweker die appels aanbiedt in zijn eigen winkel of automaat.

lange keten

Bij een lange keten worden de producten niet rechtstreeks aan de consument verkocht maar zijn er tussenschakels zoals een groothandel, een kleinhandel …

Een onlineplatform of webwinkel is een website waarop producten of diensten verkocht worden.

THEMA 2

LEVEL 1

©

VA

N

online­ platform

Je vindt de infographic van de lange keten in Explore 4.

IN

korte keten

AFBEELDING

17


LEVEL 2 Welke bedrijfssectoren zijn er? INTRO

IN

Welke ondernemingen uit deze collage horen volgens jou bij elkaar? Bespreek klassikaal.

B

C

D

E

F

N

A

VA

1

H

J

K

THEMA 2

LEVEL 2

©

G

18

2

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Welke bedrijfssectoren zijn er in België?

I


Explore 1— Hoe worden ondernemingen ingedeeld in sectoren?

1

Zoek op internet een omschrijving van de sectoren en noteer ze in eigen woorden. a

De primaire sector:

b

IN

De secundaire sector:

c

De tertiaire sector:

d

De quartaire sector:

2

N

Plaats de ondernemingen uit de Intro in de juiste sector. SECUNDAIRE SECTOR

VA

PRIMAIRE SECTOR

TERTIAIRE SECTOR

QUARTAIRE SECTOR

Explore 2— Tot welke bedrijfssectoren behoren de ondernemingen?

BEDRIJFSSECTOR

©

Naast de indeling van ondernemingen in de primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector kun je ondernemingen ook onderbrengen in bedrijfssectoren. Een bedrijfssector omvat een aantal ondernemingen die hetzelfde soort goederen en / of diensten voortbrengen.

Werk in groepjes van drie of vier. Ga naar het onlinelesmateriaal en lees de spelregels. Zoek indien nodig de activiteit van een onderneming op internet op.

THEMA 2

a b c

LEVEL 2

Om de verschillende bedrijfssectoren te leren kennen, speel je een dominospel.

19


TO THE POINT Bedrijven worden enerzijds in de primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector en anderzijds in bedrijfssectoren ingedeeld.

IN

De primaire sector is de economische sector die grondstoffen en voedsel levert die dan in de secundaire sector verwerkt worden. Tot de primaire sector behoren de landbouw, de jacht, de visserij en de delfstoffenwinning, zoals een zandgroeve, steenkoolmijn of zoutmijn. De secundaire sector is de economische sector met alle bedrijven (fabrieken) die de grondstoffen van de primaire sector verwerken. De producten van die bedrijven worden meestal door de tertiaire sector aan de consument doorverkocht.

N

De tertiaire sector is de economische sector waarin bedrijven (winkels) met de verkoop van hun goederen of diensten winst willen maken.

Tot de quartaire sector behoren bedrijven en organisaties die niet als doel hebben om winst te maken. Ze leveren een niet-commerciële dienstverlening, zoals defensie (leger), onderwijs, zorg (bijvoorbeeld ziekenhuizen, rusthuizen …) of openbare orde (politie). Die diensten dragen bij tot het welzijn van de mensen.

THEMA 2

LEVEL 2

©

VA

Een bedrijfssector bestaat uit bedrijven die hetzelfde soort goederen en / of diensten ­voortbrengen. Belangrijke bedrijfssectoren zijn bouw, horeca en toerisme, chemie, metaal, textiel, groot- en kleinhandel, logistiek, transport, technologie en de gezondheidszorg.

20


21

THEMA 2

LEVEL 2

VA

© N IN


Action 1— Tot welke sector behoren deze ondernemingen? Plaats de ondernemingen bij de juiste sector. Gebruik het internet als je de activiteit van de ­onderneming niet weet.

IN

verzekeringsmaatschappij Baloise – kinderdagverblijf De Pagadder – bosbouwbedrijf Van der Velden – kapsalon Carré – bouwonderneming Maes – transportbedrijf Essers – landbouwbedrijf Vandriessche – brandweer Londerzeel – fietsenfabriek Cycletech – rusthuis Avondrood – schoenenproducent Ambiorix – visserij Desmit

SECUNDAIRE SECTOR

TERTIAIRE SECTOR

QUARTAIRE SECTOR

N

PRIMAIRE SECTOR

Action 2— Kwartetspel

VA

Om dit thema verder te verkennen, speel je in groepjes een kwartetspel. Lees vooraf aandachtig de spelregels.   SPELREGELS

1 De kaarten worden geschud en onder de spelers verdeeld.

©

2 De jongste speler begint door aan een willekeurige andere speler een andere kaart te vragen van hetzelfde kwartet. Als de gevraagde speler die kaart heeft, moet hij die geven en mag de vragende speler opnieuw vragen. Als de gevraagde speler de kaart niet heeft, mag hij op zijn beurt een kaart vragen. 3 Wie een kaart vraagt, moet zelf al minstens een kaart uit dat kwartet bezitten.

THEMA 2

LEVEL 2

4 Als een speler de vier kaarten van een kwartet heeft, maakt hij dat bekend en legt het kwartet op tafel. Hij moet ook aangeven wat de ondernemingen van het kwartet gemeenschappelijk hebben. Wanneer dat fout is, moet hij het kwartet omgekeerd in het midden van de tafel leggen.

22

5 De speler die op het eind van het spel (als niemand nog losse kaarten heeft) de meeste kwartetten heeft, is de winnaar.


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

KAN BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan ondernemingen indelen in de primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector.

2

Ik kan ondernemingen indelen in bedrijfssectoren.

THEMA 2

LEVEL 2

©

VA

N

1

23


Beeldwoordenboek Level 2 BEGRIP

VERKLARING Een bedrijfssector omvat een aantal verwante ondernemingen die dezelfde soort producten en / of diensten voortbrengen of aanbieden.

primaire sector

De primaire sector bevat de onder­nemingen die grondstoffen en voedsel leveren. Bv. een landbouwer, een visser, een zandgroeve …

quartaire sector

De quartaire sector bevat de dienstverlening die niet tot doel heeft winst te maken. Bv. defensie (leger), onderwijs, ­zorgsector, openbare orde (politie) …

VA

N

IN

bedrijfssector

De secundaire sector bevat de ondernemingen of fabrieken die de grondstoffen van de ­primaire sector verwerken. Bv. een autofabriek, een kaasfabriek ….

©

secundaire sector

THEMA 2

LEVEL 2

tertiaire sector

24

AFBEELDING

De tertiaire sector bevat bedrijven die met de verkoop van hun goederen of diensten winst willen maken. Bv. een schoenenwinkel (goed), een kapsalon (dienst) …


LEVEL 3 Hoe probeert een onderneming succesvol te zijn?

Het kampeermateriaal van jouw jeugdvereniging heeft afgelopen zomer veel schade opgelopen door een storm. De leiding wil geld inzamelen om nieuw kampeermateriaal te kopen en stelt twee acties voor: een sponsorlooptocht of een multiculturele lunch.

©

VA

N

1

IN

INTRO

2

In dit level vul je zelf de mindmap in. Zo beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Wat zet een onderneming in om succesvol te zijn en om met anderen te kunnen concurreren?

LEVEL 3

b

Werk per twee. Kies een van beide acties en bedenk hoe jullie van die actie een groot succes kunnen maken. Neem eerst ICT-fiche_MM_01 door. Maak daarna een digitale mindmap van jullie hersenspinsels.

THEMA 2

a

25


Explore 1— Marketingmix — what?? 1

Lees de definitie van marketing en markeer in elke zin de kernwoorden. MARKETING

Marketing is: onderzoek doen naar de behoeften van mensen;

die behoeften vertalen in goederen en diensten;

een geschikte strategie ontwikkelen om de verkoop van die

IN

goederen en diensten te stimuleren.

2

Niet alleen ondernemingen maken gebruik van marketing om hun doelen te bereiken. Combineer de onderneming, de organisatie of de persoon met zijn of haar doel. ONDERNEMING, ORGANISATIE, PERSOON Rode Neuzen Dag

2

een politieke partij

A B

4

een tv-zender

D

5

een tennisclub

E studenten aantrekken

6

de overheid

F

in de finale geraken

7

een hogeschool

G

winst maken

8

een bioscoop

H

leden werven

VA

C mensen bewust maken van het gevaar van vuurwerk

© LEVEL 3

THEMA 2

kijkers trekken

3 een deelnemer aan Belgium’s Got Talent

1

26

de verkiezingen winnen

N

1

DOEL

2

3

4

geld inzamelen voor een goed doel

5

6

7

8


3

Een van je beste vrienden is volgende week jarig. Je bent uitgenodigd op zijn verjaardagsfeest. Daarom ben je dringend op zoek naar een geschikt cadeautje. Waarmee houd je rekening bij de keuze en de aankoop van het geschenk?

IN

MARKETINGMIX

Om van de onderneming een succes te maken, moet ze rekening

N

houden met de factoren die het keuze- / aankoopgedrag van

consumenten beïnvloeden. Daarom zet ze een combinatie van verschillende instrumenten in, de marketingmix. Die bestaat traditioneel uit de 6 P’s: product, prijs, plaats, promotie, presentatie

VA

en personeel.

PRODUCT

PERSONEEL

PRIJS

6 P’s

©

PRESENTATIE

PLAATS

PROMOTIE

THEMA 2

LEVEL 3

Ga naar de mindmap aan het eind van het hoofdstuk. Bekijk wat je na deze explore al kan invullen.

27


Explore 2— Wat is het ideale product voor je doelgroep? 1

Ga naar het onlinelesmateriaal, bestudeer de ontdekplaat en verken de marketingtool Product. Gebruik daarvoor het werkblaadje.

2

Bekijk de vakantieaanbiedingen (producten) en de mogelijke kopers (doelgroepen). Combineer de vakantie met de doelgroep. VAKANTIE 1

VAKANTIE 2

VAKANTIE 3

VAKANTIE 4

IN

a

PRODUCTEN

DOELGROEPEN

A

N

© Alliance Images / Shutterstock.com

1

VA

2

3

© LEVEL 3 THEMA 2

b

B

C

4

28

PRODUCT

Waarom biedt een reisbureau verschillende vakantietypes aan, denk je?

D


c

Noteer in kernwoorden enkele kenmerken van de doelgroep.

A

B

C

D

IN

Explore 3— Hoe breed en diep moet het assortiment zijn? 1

Bestudeer de ontdekplaat en omschrijf het begrip assortiment in eigen woorden. Lukt dat niet meteen, bestudeer dan de ontdekplaat opnieuw.

2

Surf naar de website van TUI. Vul de begrippen breedte en diepte in op de juiste plaats in de onderstaande tabel. Vul de tabel aan met extra bestemmingen.

N

a b

VAN HET ASSORTIMENT

WEEKENDJES WEG

Turkije

Egypte

©

VAN HET ASSORTIMENT

Spanje

CITY­TRIPS

CRUISES Verenigde Arabische Emiraten Canarische eilanden Egypte

Grieken­land

THEMA 2

Portugal

SKIVAKANTIES

LEVEL 3

AUTOVAKANTIES

VA

VLIEGVAKANTIES

Ga naar de mindmap aan het eind van het hoofdstuk. Bekijk wat je na deze explore al kan invullen.

29


Explore 4— Wat is de ideale verkoopprijs? 1

PRIJS

Ga naar het onlinelesmateriaal, bestudeer de ontdekplaat en verken de marketingtool Prijs. Gebruik daarvoor het werkblaadje.

PRIJSSTRATEGIE

Vergelijk de prijzen van deze producten. a b c

Voeg in de laatste kolom een supermarkt naar keuze toe. Surf naar de websites van Aldi, Colruyt, Delhaize, Albert Heijn en van de gekozen supermarkt. Noteer de prijzen per kilo / liter van de producten uit de eerste kolom. Wanneer er meerdere merken zijn opgenomen in het assortiment, noteer je de prijs van het goedkoopste merk.

N

2

IN

Elke onderneming hanteert een eigen prijsstrategie. Sommige willen de goedkoopste zijn, andere hanteren hoge prijzen, omdat ze een hoge prijs willen linken aan een hoge kwaliteit.

ALDI

DELHAIZE

ALBERT HEIJN

VA

1 liter halfvolle melk (brik)

COLRUYT

200 g melkchocolade

1 kg zelfrijzende bloem

©

1 liter bruiswater

THEMA 2

LEVEL 3

1 liter vloeibaar wasmiddel (gekleurde was)

30

Forum Een hoge prijs betekent ook een hoge kwaliteit. Hoe denk jij daarover?


Explore 5— Wat is de ideale plaats om een onderneming te vestigen?

1

PLAATS

Ga naar het onlinelesmateriaal, bestudeer de ontdekplaat en verken de marketingtool Plaats. Gebruik daarvoor het werkblaadje. PLAATS

De plaats van een vestiging is een heel belangrijk instrument in de

IN

marketingmix. De onderneming moet uitzoeken waar en hoe haar klanten hun aankopen doen.

2

Waar zou je de volgende ondernemingen vestigen en waarom?

N

1

VA

2

©

3

© Lester Balajadia / Shutterstock.com

THEMA 2

LEVEL 3

4

31


5

IN

6

Ga naar de mindmap aan het eind van het hoofdstuk. Bekijk wat je na deze explore al kan invullen.

N

Explore 6— Welke promotie voer je om van je

onderneming een succes te maken?

Ga naar het onlinelesmateriaal, bestudeer de ontdekplaat en verken de marketingtool Promotie. Gebruik daarvoor het werkblaadje.

VA

1

PROMOTIE

PROMOTIE

©

Met promotie breng je het goed of de dienst onder de aandacht van consumenten. Dit om de verkoop te stimuleren. Maar hoe je dat doet, dat is een andere zaak. Er zijn zoveel promotievormen waaruit je kan kiezen, zoals, tv-reclame, radiospots, affiches ....

THEMA 2

LEVEL 3

2

32

Werk per twee. Hoe zouden jullie promotie maken als jullie een winkel in sportartikelen zouden hebben? Noteer in een mindmap.

Promotie­ vormen sport­winkel


DIRECT MAIL Direct mail is promotiemateriaal dat een onderneming rechtstreeks naar mogelijke klanten verstuurt via mail.

3

Waarom is direct mail als promotievorm de laatste jaren zo populair geworden?

Forum

IN

VA

N

Vind jij reclame weggesmeten geld? Laat jij je erdoor beïnvloeden?

THEMA 2

LEVEL 3

©

© Allen.G /Shutterstock.com

33


Explore 7— Hoe kan de inrichting van de winkel de

PRESENTATIE

verkoop stimuleren?

1

Ga naar het onlinelesmateriaal, bestudeer de ontdekplaat en verken de marketingtool Presentatie. Gebruik daarvoor het werkblaadje.

2

Bekijk het filmpje en noteer vijf trucjes in de presentatie van IKEA die mensen aanzetten om iets te kopen.

IN

VA

N

© Michael Go

rdon / Shutte

rstock.com

© thebigland / Shutterstock.com

©

Explore 8— Hoe zet je de juiste persoon op de juiste job? 1

Ga naar het onlinelesmateriaal, bestudeer de ontdekplaat en verken de marketingtool Personeel. Gebruik daarvoor het werkblaadje.

THEMA 2

LEVEL 3

Good to know

34

Goed personeel is het visitekaartje van je winkel.

PERSONEEL


2

In jobadvertenties zoeken bedrijven personeel. Je vindt hier drie jobadvertenties waarin de competenties staan die noodzakelijk zijn om de job goed te kunnen uitvoeren. a b

Bestudeer de jobadvertenties. Noteer de jobtitel bij de juiste jobadvertentie. kassamedewerker – magazijnmedewerker Euro Shoe Group – verkoper Proximus

Wie zoeken we?

IN

“Ben jij de persoon die we zoeken?”

Iemand die:

Dankzij je inlevingsvermogen win je

∙ de bestellingen van de klanten op een correcte manier klaarzet in het magazijn;

vlotjes het vertrouwen van klanten. Je

ontdekt snel hun behoeften en kunt hen de gepaste oplossing voorstellen.

∙ nauwkeurig werkt met aandacht voor veiligheid, orde en netheid;

Je loopt over van energie en maakt met plezier deel uit van een team waarin de

∙ ervoor zorgt dat de chauffeurs tijdig kunnen vertrekken met de bestellingen;

collega’s elkaar helpen en bijdragen aan een toffe sfeer.

∙ bereid is om in een wisselend ploegensysteem (6.00 – 14.00 u.; 14.00 – 22.00 u.) te werken;

N

Samen met je collega’s zet je ideeën om in concrete acties die de shop en

het team beter doen draaien. Je hebt passie voor al wat nieuw is en werkt

∙ houdt van afwisselende taken en zin heeft voor initiatief;

dan ook graag met onze digitale tools die je ondersteunen met informatie

∙ niet terugdeinst voor fysieke arbeid;

VA

over de klant, zijn bestellingen, nieuwigheden en promoties ...

∙ goed zelfstandig en in team kan werken.

Je bent bereid om ook in het weekend te werken.

We zijn op zoek naar iemand op wie onze klant kan rekenen, letterlijk en figuurlijk

Ga naar de mindmap aan het eind van het hoofdstuk. Bekijk wat je na deze explore al kan invullen.

THEMA 2

– Je bent uiterst betrouwbaar. – Je komt steeds met een glimlach voor de dag bij elke klant, ook als het even wat minder meezit. – Je hebt een sterk logisch redeneervermogen. – Je bent van het principe ‘klant is koning’. – Je bent een vlot, spontaan persoon. – Je houdt de inkom en kassazone netjes en opgeruimd. – Je zorgt ervoor dat de uitstallingen in de omgeving van de kassa aantrekkelijk ogen doorheen de dag.

LEVEL 3

©

35


Explore 9— Wat is het verschil tussen de 6 P’s en de 4 C’s? Ga naar het onlinelesmateriaal, bestudeer de ontdekplaat en ontdek wat de verschuiving van de 6 P’s naar de 4 C’s inhoudt. Gebruik daarvoor het werkblaadje.

PRODUCT

PRIJS

CUSTOMER SOLUTION (oplossing voor de consument)

2

COSTS (kosten)

PLAATS

PROMOTIE

IN

1

CONVENIENCE

COMMUNICATION

(gemak)

(communicatie)

Welke C zet een ondernemer in de kijker wanneer hij de volgende acties onderneemt?

De klant kan het parkeerticket aan de kassa laten inscannen zodat hij de parking gratis kan verlaten. De webshop is door verschillende personen getest op gebruiks­ vriendelijkheid zodat een bestelling heel snel geplaatst kan worden.

VA

ACTIE

N

WELKE C?

Een hotelgast kan op de Facebookpagina van het hotel een review posten.

De doe-het-zelfzaak heeft een YouTubefilmpje gemaakt zodat de klant snel ziet hoe hij de aangekochte machine moet gebruiken.

De klant die een bepaald product via de webshop heeft besteld, kan een leveringsadres dicht bij huis kiezen, zo kan hij zijn verplaatsingskosten beperken.

Een producent van tablets heeft een enquête gedaan om precies te achterhalen wat de consument van een dergelijk toestel verwacht.

De klantendienst is in het weekend bereikbaar zodat de consumenten er ook dan met hun vragen terechtkunnen.

Een producent heeft voor een bepaalde klant een rolstoel ontworpen op maat van de behoeften van die klant.

De kapperszaak heeft haar openingsuren verlengd tot 20.00 uur.

THEMA 2

LEVEL 3

©

36

Ga naar de mindmap aan het eind van het hoofdstuk. Bekijk wat je na deze explore al kan invullen.


TO THE POINT Marketing is onderzoek doen naar de behoeften van mensen, het vertalen van die behoeften in producten en diensten en het ontwikkelen van een geschikte strategie om de verkoop van die producten en diensten te stimuleren.

PERSONEEL

PRIJS 6 P’s

IN

De marketingmix is een combinatie van verschillende instrumenten die een onderneming, een organisatie of een individu inzet om zijn doelen te bereiken. Traditioneel bestaat die mix uit de 6 P’s: product, prijs, plaats, promotie, presentatie en personeel. Elk van de 6 P’s is belangrijk maar soms focust een onderneming zich meer op de ene of de andere P.

PRODUCT

PRESENTATIE

PLAATS

PROMOTIE

VA

N

— Product: Het goed of de dienst moet voldoen aan de wensen en de behoeften van de consument. Daarbij speelt niet alleen het product op zich een rol maar ook de ­verpakking, de kwaliteit, de service, de garantie, de merknaam en het ontwerp. — Prijs: Dat gaat over hoeveel er voor het goed of de dienst gevraagd wordt. De ­verkoopprijs speelt een rol maar ook bijvoorbeeld de kortingen die aangeboden worden en de bijkomende kosten voor de levering van het product. — Plaats: Dat instrument beschrijft de keuze van de vestigingsplaats. — Promotie: Daarbij gaat het over hoe en via welke media het goed of de dienst onder de aandacht van consumenten gebracht wordt om de verkoop te stimuleren. — Presentatie: Dat instrument beschrijft hoe het goed of de dienst aan de consument gepresenteerd wordt, waar de producten zich in de winkel bevinden … — Personeel is een heel belangrijke factor. Niet iedereen is geschikt voor een bepaalde job. Het komt erop aan om de juiste persoon voor een bepaalde taak te vinden. In de loop der tijd is de marketing veranderd. Zo staan de ondernemingen en de p ­ roducten niet meer centraal, maar wel de individuele consument en zijn welzijn. Bij die verandering hoort dus ook een andere invulling van de marketingmix. De m ­ arketinginstrumenten heten nu de 4 C’s.

THEMA 2

LEVEL 3

©

— Customer solution (oplossing voor de consument): Er wordt gedacht CUSTOMER vanuit de consument. Waarom is dit SOLUTION product of deze dienst een oplossing COSTS (oplossing voor de voor de consument? (kosten) consument) — Costs (kosten): Daarbij gaat het niet alleen meer om de prijs van het ­product of de dienst, maar ook om alles wat het de ­consument verder kost. Wat kost het de consument om bij de ­winkel te komen? Heeft het product of de dienst vervelende gevolgen voor het ­dagelijkse leven, bijvoorbeeld heel veel verpakking?

37


IN

— Convenience (gemak): De moderne consument wil vooral gemak. Het aanbod is groot en de tijd van de consument is kostbaar. Als een klant CONVENIENCE COMMUNICATION veel moeite moet doen om aan een (gemak) (communicatie) goed of dienst te komen, haakt hij snel af. — Communication (communicatie): In de nieuwe marketingmix gaat het niet alleen om het promoten van het product of de dienst. De klant wil inspraak. Klanten moeten genoeg informatie kunnen vinden (bij voorkeur online), gemakkelijk klachten kunnen indienen en op een laagdrempelige wijze contact kunnen zoeken.

THEMA 2

LEVEL 3

©

VA

N

Samengevat is de marketingmix als volgt veranderd: — Product wordt consumentenoplossing. — Prijs wordt kosten voor de consument. — Plaats wordt gemak van de klant. — Promotie wordt communicatie.

38


39

THEMA 2

LEVEL 3

VA

© N IN


40

THEMA 2

LEVEL 3

VA

© N IN


41

THEMA 2

LEVEL 3

Begrip?

Mindmap 3 – Thema 2 – Level 3 – Leeg

Marketing tool

PLAATS

PRIJS

Bv.

Indirect

Direct

Bv.

Bv.

Bv.

IN

Distributiekanalen

Factoren die de vestigingsplaats bepalen

N

Prijsstrategie

VA

©


42

THEMA 2

LEVEL 3

VA

© N IN


43

THEMA 2

LEVEL 3

VA

© N IN


Action 1— Welk assortiment biedt

aan?

1

Je leraar geeft je een kaartje met de naam van een onderneming. Vul de naam aan in de titel van deze action.

2

Surf naar de website van die onderneming.

3

Stel het assortiment van die onderneming in de breedte en diepte voor in een overzichtelijke tabel. Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een sjabloon dat je als vertrekpunt kunt gebruiken. Noem twee concurrenten van jouw onderneming.

IN

a

Is het assortiment van jouw onderneming gelijkaardig aan het assortiment van beide concurrenten? Indien ja, toon aan met een aantal voorbeelden.

c

Wijkt het assortiment van jouw onderneming af van dat van beide concurrenten? Indien ja, toon aan met een aantal voorbeelden.

d

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

VA

N

b

Action 2— Gaan de supermarkten elkaar te lijf met scherpe prijzen?

1

Lees het artikel over de komst van supermarktketen Jumbo en beantwoord de vragen. Welke supermarkt in Pelt heeft de meeste last van de komst van Jumbo in Pelt?

©

a

THEMA 2

LEVEL 3

b

44

Mag Jumbo zich de supermarkt met gegarandeerd de laagste prijzen noemen?


Colruyt moet slechts ‘paar tientallen’ prijzen aanpassen na opening Jumbo in Pelt ‘Gegarandeerd de laagste prijzen’, zegt de Nederlandse supermarktketen Jumbo. Wie een product elders goedkoper vindt – en het is geen tijdelijke promotie – krijgt het product als dank gratis mee naar huis. Maar niet te juichen.

IN

Belgische koopjesjagers hoeven nog

© emka74 / Shutterstock.com

Colruyt stuurde een dag na de opening tien prijzenopnemers naar Jumbo, en nog

eens tien naar de omliggende supermarkten. Uit de eerste vaststellingen blijkt dat Jumbo maar voor een ‘paar tientallen artikelen’ goedkoper was. Colruyt paste prompt zijn prijzen aan in de vestigingen in Pelt en Lommel. Het gaat onder

meer om speculoospasta, Coca-Cola light en Côte d’Or. Maar net zo goed zijn er

producten waar Jumbo duurder is, stipt Colruyt aan. Dreft-vaatwastabletten zijn twintig procent duurder bij Jumbo, net als een halfliterflesje Lipton Ice Tea. Het Nieuwsblad deed diezelfde dag ook een test en kocht 35 producten bij Jumbo

N

en vier omliggende supermarkten. Jumbo bleek op het moment van de aankoop respectievelijk 3,5 en 5 procent goedkoper dan Colruyt en Albert Heijn. Delhaize en Carrefour waren voor de aangekochte producten ruim 20 procent duurder dan Jumbo.

VA

Naar: standaard.be, november 2019

2

Behalve Colruyt, Albert Heijn, Delhaize en Carrefour, welke supermarkten hebben nog een vestiging in Pelt? Gebruik het internet.

Action 3— Hoe promoot je een nieuwe frisdrank? Ontleed de onderstaande cartoon met behulp van de KIAM-methode: kijken, interpreteren, actualiseren en mening.

THEMA 2

LEVEL 3

©

1

45


STAPPENPLAN

– Wat zie je op de cartoon?

– Welke tekst zie je?

Stap 2: Interpreteren

IN

Stap 1: Kijken

Waarover gaat die cartoon volgens jou? Wat wil de cartoonist zeggen?

Stap 3: Actualiseren

Stap 4: Mening

N

Kwam het onderwerp onlangs nog in het nieuws? Leg kort uit.

Wat is jouw mening? Ga je akkoord met de boodschap van de cartoonist?

Werk in groepjes. Elke groep moet een nieuw product promoten.

VA

2

Beschrijf om welk nieuw product het gaat.

b

Beschrijf bondig jullie doelpubliek.

c

Maak per groep een reclamefilmpje van maximum een minuut om het nieuwe product in de kijker te plaatsen. Wees creatief, maar zorg er ook voor dat het aanslaat bij je doelpubliek! Gebruik ICT-fiche_M_01 als ondersteuning bij het maken van het filmpje. Maak ook een bijhorende affiche om het product te promoten. Gebruik ICT-fiche_C_01 om de reclameaffiche te ontwerpen. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

©

a

d

THEMA 2

LEVEL 3

e

46


Action 4— Welke marketingmix hoort bij welke onderneming?

Een onderneming moet aandacht besteden aan elk van de 6 P’s, maar sommige ondernemingen hebben meer aandacht voor een of meerdere P’s. a b

Lees de marketingmix van een aantal ondernemingen. Welke marketingmix hoort bij welke onderneming?

c

IN

Gucci – Colruyt – Porsche-garage – Center Parcs – IKEA – Apple – Coca-Cola Noteer telkens waarom je die onderneming aan de marketingmix toewijst. MARKETINGMIXINSTRUMENT

ONDERNEMING

PRODUCT

PRIJS

PERSONEEL

ARGUMENT

6 P’s

PLAATS

N

PRESENTATIE

PROMOTIE

VA

PRODUCT

PERSONEEL

PRIJS

6 P’s

PLAATS

PRESENTATIE

PROMOTIE

PROMOTIE

PRIJS

6 P’s

PRESENTATIE

PLAATS

LEVEL 3

PERSONEEL

THEMA 2

©

PRODUCT

47


MARKETINGMIXINSTRUMENT

ONDERNEMING

ARGUMENT

PRODUCT

PERSONEEL

PRIJS 6 P’s

PRESENTATIE

PLAATS

PROMOTIE

IN

PRODUCT

PERSONEEL

PRIJS 6 P’s

PRESENTATIE

PLAATS

PROMOTIE

N

PRODUCT PERSONEEL

PRIJS

VA

6 P’s PRESENTATIE

PLAATS

PROMOTIE

PRODUCT

PRIJS

©

PERSONEEL

6 P’s

PRESENTATIE

THEMA 2

LEVEL 3

PROMOTIE

48

PLAATS


Action 5— Hoe verleidt een supermarkt haar klanten? Onderzoek in groepjes van drie of vier personen hoe een supermarkt haar klanten probeert te verleiden en maak daarvan een presentatie. Noteer de naam van de supermarkt die jullie gaan bezoeken.

b

Bekijk deze tabel aandachtig. Zo weten jullie meteen waarop jullie moeten letten bij het bezoek. Zorg dat jullie alle vragen kunnen beantwoorden. Schrijf in de eerste kolom op welke P van de marketingmix de vraag betrekking heeft. P

VRAGEN

Hoe vlot is de supermarkt te bereiken?

Waar vind je wat op de plattegrond (vlees, groente en fruit, diepvriesproducten, dranken, suiker, bloem, magazines, speelgoed, verzorgingsproducten, kassa)? Waarom?

Welke voor- of nadelen heeft de ligging van de supermarkt?

Waar bevinden zich de producten die in promotie staan? Waarom? Hoe breed is het assortiment van de supermarkt? Hoe schat je de prijzen van de supermarkt in (hoger dan gemiddeld, gemiddeld of lager dan gemiddeld)?

VA

N

c

IN

a

Hoe diep is het assortiment?

Hoe is de prijs van de producten op ooghoogte in vergelijking met de producten op het onderste rek? Waarom?

Welke huismerken heeft de winkel?

Waar is de supermarkt gelegen?

Biedt de supermarkt veel merkproducten aan?

Vraag aan de zaakvoerder of je enkele foto’s voor je onderzoeksverslag mag maken. Maak een verslag waarin je het antwoord op de vragen uit de tabel verwerkt. Noteer welke presentatievorm jouw groepje kiest (tekst, presentatie, fotocollage ... ).

f

Maak in een onlinetoepassing een taakverdeling en een tijdschema zodat jullie er tegelijk aan kunnen werken. Hou daarbij rekening met de talenten van de leden van jullie groepje. In de eerste kolom noteer je wie wat opneemt. In de tweede kolom noteer je de deadlines. In de derde kolom neem je een afvinklijst op. Gebruik ICT-fiche_T_15.

THEMA 2

d e

LEVEL 3

©

49


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan het resultaat van een brainstorm in een mindmap weergeven.

2

Ik kan het begrip marketing en marketingmix toelichten.

3

Ik kan het begrip doelgroep met een voorbeeld illustreren.

4

Ik kan het begrip assortiment in eigen woorden omschrijven.

VA

N

1

5

Ik kan de begrippen diepte en breedte van het assortiment met een voorbeeld toelichten.

6

Ik kan gericht zoeken in onlinedatabanken.

7

Ik kan mijn eigen mening onderbouwen.

8

Ik kan de marketingtool ‘prijs’ toelichten aan de hand van een voorbeeld.

9

Ik kan toelichten welke criteria een onderneming het best gebruikt bij de keuze van de vestigingsplaats.

© LEVEL 3 THEMA 2 50

KAN BETER

10 Ik kan het belang van de presentatie van producten duiden aan de hand van voorbeelden.

11 Ik kan het belang van de juiste persoon voor de juiste job toelichten aan de hand van voorbeelden.


JA

KAN BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL

13 Ik kan een reclamefilmpje maken.

14 Ik kan een affiche maken om een product te promoten.

15 Ik kan online samenwerken aan een document.

THEMA 2

LEVEL 3

©

VA

N

16 Ik kan een tabel aanmaken met een tekstverwerker.

IN

12 Ik kan de 4 C’s toelichten aan de hand van voorbeelden.

51


Beeldwoordenboek Level 3 BEGRIP

VERKLARING Het assortiment is de verzameling van producten of diensten die een onder­neming aanbiedt voor de verkoop.

breedte van het assortiment

De breedte van het assortiment geeft het aantal verschillende product­groepen aan.

communi­ cation (communicatie)

In de nieuwe marketingmix gaat het niet alleen om het promoten van het product of de dienst. Klanten moeten genoeg informatie (het liefst online) kunnen vinden, gemakkelijk klachten kunnen indienen en op een gemakkelijke manier contact kunnen opnemen.

VA

N

IN

assortiment

De moderne consument wil vooral gemak. Als een klant veel moeite moet doen om aan een goed of dienst te komen, haakt hij snel af.

©

convenience (gemak)

THEMA 2

LEVEL 3

costs (kosten)

52

AFBEELDING

Bij costs gaat het niet alleen om de prijs van het product of de dienst, maar ook om alles wat het de consument extra kost: Wat kost het de consument om bij de winkel te komen? Heeft het product of de dienst vervelende gevolgen voor het dagelijks leven zoals heel veel verpakking?


BEGRIP

VERKLARING Daarbij wordt er gedacht vanuit de consument: Waarom is dit product of deze dienst een oplossing voor de consument?

diepte van het assortiment

De diepte van het assortiment is het gemiddeld aantal producten en productvarianten binnen een bepaalde productgroep.

direct mail

Direct mail is promotiemateriaal dat een onderneming rechtstreeks naar mogelijke klanten verstuurd via mail. Een goedkope manier van promotie.

VA

N

IN

customer solution (consument)

AFBEELDING

De doelgroep is een specifieke groep mensen die een organisatie of instelling wil bereiken met een bepaald aanbod.

©

doelgroep

LEVEL 3

Marketing doet onderzoek naar de behoefte van mensen, vertaalt die behoeften in producten en diensten, en ontwikkelt een geschikte strategie met als doel om de verkoop van die producten en diensten te stimuleren.

THEMA 2

marketing

53


BEGRIP

AFBEELDING

De marketingmix is een combinatie van instrumenten die een onderneming inzet om rekening te houden met en in te spelen op het keuze- en aankoop­gedrag van consumenten. Het helpt een onderneming om succesvol te zijn. Traditioneel worden vaak de 6 P’s gebruikt: product, prijs, plaats, promotie, presentatie en personeel.

PRODUCT PERSONEEL

PRIJS 6 P’s

PRESENTATIE

PLAATS

PROMOTIE

IN

marketingmix

VERKLARING

Personeel is een heel belangrijke factor, het visitekaartje van je winkel. Niet iedereen is geschikt voor een bepaalde job. Het komt erop aan om de juiste persoon voor een bepaalde taak te vinden.

plaats

Dat instrument omschrijft de verschillende factoren die bepalen wat de ideale vestigingsplaats is.

VERNIEUWDE IKEA PAKT VERKEERSPROBLEMEN AAN

VA

N

personeel

Dat instrument beschrijft hoe het goed of de dienst aan de consument gepresenteerd wordt, waar de producten zich in de winkel bevinden …

prijs(strategie)

Dat gaat over het bedrag dat voor het goed of de dienst gevraagd wordt. Daarbij speelt niet alleen de prijs op het prijslabel een rol, maar ook de geboden kortingen. Elke ondernemer hanteert een eigen prijsstrategie. Sommigen willen zich profileren als de goedkoopste. Anderen hanteren juist hoge prijzen, omdat ze de prijs willen linken aan hoge kwaliteit.

THEMA 2

LEVEL 3

©

presentatie

54

© Vytautas Kielaitis / Shutterstock.com

SMART-TV 32 inch € 299,95


BEGRIP

SERVICE   • • • • • • • •

Betaalmogelijkheden Leveringsmogelijkheden Click & collect Geschenkbon Planning Montage Retour Recyclage

Promotie gaat over hoe het goed of de dienst onder de aandacht van consumenten gebracht wordt om de verkoop te stimuleren. Hiervoor zijn verschillende promotievormen te gebruiken, zoals tv-reclame, radiospots, tijdschriften, affiches, direct mails ...

THEMA 2

LEVEL 3

©

VA

N

promotie

Dat zijn de goederen of diensten die een onderneming aanbiedt. Niet alleen het product op zich speelt een rol maar ook bijvoorbeeld de verpakking, de kwaliteit, de service, de garantie, merknaam en het ontwerp.

AFBEELDING

IN

product

VERKLARING

55


2

LEVEL 4 Hoe speelt een onderneming in op maatschappelijke trends?

1

IN

INTRO In de maatschappij zijn er telkens weer nieuwe trends. a b

erk in twee groepen. Groep 1 bekijkt het filmpje met de gevestigde ondernemer, W groep 2 met de jonge starter. Noteer het onderwerp van jouw groep en in kernwoorden de belangrijkste trends.

Onderwerp:

c

Verwerk je resultaten in een online gemeenschappelijk bestand.

©

VA

N

2

In het vorige thema heb je onderzocht hoe de behoeften van de consument door de jaren heen zijn veranderd. In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

THEMA 2

LEVEL 4

Hoe speelt een onderneming in op maatschappelijke trends?

56


Explore 1— Hoe gaan ondernemingen om met de circulaire economie?

1

Bestudeer infographic 1.

2

Leg de begrippen lineaire economie, hergebruikeconomie en circulaire economie uit aan de hand van de infographic. In de lineaire economie …

b

In de hergebruikeconomie …

IN

a

c

N

In de circulaire economie …

VA

©

Infographic 1: Lineaire economie, hergebruikeconomie en circulaire economie

THEMA 2

LEVEL 4

Bron: rijksoverheid.nl

57


Werk in drie groepen aan de toegewezen opdracht. Duid aan hoe je het resultaat zult voorstellen. GAAT AAN DE SLAG MET:

OPDRACHT

Groep 1

Net-Works

Bekijk het filmpje. Wat is de kernactiviteit van de onderneming? Omschrijf op welke manier de onderneming meewerkt aan de circulaire economie.

Optie 1: een infographic Optie 2: een beeldfragment

Groep 2

Pelican House

Bestudeer de website gerrardst.nl. Wat is de kernactiviteit van de onderneming? Omschrijf op welke manier de onderneming meewerkt aan de circulaire economie.

Optie 1: een infographic Optie 2: een presentatie

Groep 3

Coolrec

Bekijk het filmpje. Wat is de kernactiviteit van de onderneming? Omschrijf op welke manier de onderneming meewerkt aan de circulaire economie.

Optie 1: een infographic Optie 2: een beeldfragment

N VA

© LEVEL 4 THEMA 2 58

VERWERKT HET RESULTAAT IN:

IN

3


Explore 2— Hoe past de deeleconomie in de groeiende

1

N

IN

aandacht voor duurzaamheid?

De deeleconomie of sharing economy is in. Initiatieven daaromtrent schieten als paddenstoelen uit de grond. Werk per twee. Kies samen een van deze initiatieven. Duid jullie keuze aan.   goederen ruilen en delen

voedsel ruilen / delen

VA

a

delen en ruilen op reis

THEMA 2

LEVEL 4

©

gedeelde mobiliteit

gedeeld wonen

59


b c

Voor het uitrollen van een initiatief van de deeleconomie worden vaak websites gebruikt. Surf naar de verschillende websites. Combineer nadien het initiatief uit de linkerkolom met de website uit de rechterkolom.

IN

2

Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van het Netwerk Bewust Verbruiken. Beantwoord deze vragen in een onlinedocument. Welke goederen en / of diensten worden in jullie gekozen initiatief gedeeld of geruild? Omschrijf bondig het concept aan de hand van tekst of afbeeldingen. Wil het initiatief een bepaalde doelgroep bereiken? Zo ja, welke? Waarom past dit initiatief binnen het streven naar duurzaamheid?

INITIATIEF

ONLINEPLATFORM

1 Gereedschap delen

A hulaaloop.com

2 Gedeelde mobiliteit

B thuisafgehaald.be

3 Delen en ruilen op reis

C tournevie.be

4 Gedeelde werkruimtes

D velo-antwerpen.be E acospace.be

N

5 Voedsel ruilen en delen 6 Kinderkledingabonnement

1

3

4

THEMA 2

LEVEL 4

©

VA

2

F gocampr.com

60

5

6


Explore 3— Welke trends zijn populair in de retail? 1

Lees de onderstaande artikels in verband met trends in de retail.

2

Markeer in elk artikel de trend.

Combiwinkels veroveren België

N

IN

Steeds meer handelaars combineren twee – soms erg verschillende – activiteiten. Het gaat bijvoorbeeld om de combinatie van een koffiebar en een boekenwinkel, een kapsalon-café of een krantenwinkel die speelgoed verkoopt. Andere opmerkelijke voorbeelden zijn een bar met © maoyunping / Shutterstock.com fietsbenodigdheden en een tuincentrum dat streekproducten verkoopt. Een van de eerste initiatieven van die aard in ons land was de Wasbar, een wassalon waar je kunt lunchen, werken of iets drinken tijdens het wachten. Naar: nl.metrotime.be, 2015-02-16

VA

Ikea opent mysterieuze pop-upwinkel in hartje Leuven

De Zweedse meubelgigant IKEA gaat een pop-upwinkell openen in hartje Leuven. ‘Naast onze grote winkels en webshop zijn we steeds op zoek naar nieuwe manieren om onze klanten te bereiken. We onderzoeken momenteel een alternatieve IKEA-ervaring in hartje leuven.’

© Luluxmy / Shutterstock.com

©

De timing en de locatie doen vermoeden dat het om een citycentrestore zal gaan. Dat is een nieuw concept gericht op stadsbewoners. In Parijs ging al zo’n kleinere stads-IKEA open. Die winkels bieden producten voor het stedelijke leven.

THEMA 2

LEVEL 4

Bron: nieuwsblad.be, 2019-08-14

61


Omnichannel is in!

IN

Meer en meer ondernemingen gaan voor omnichannel. Een klant wil product X van bedrijf Y kopen. Hij ziet het product voor het eerst op Facebook en klikt op de advertentie. Daardoor belandt hij bij de actuele voorraad in de webshop waar hij zelf kan aangeven of hij het thuis laat bezorgen, of in de winkel ophaalt. Omdat de bezorging wat lang op zich laat wachten, vraagt de klant via de chat op de website wanneer hij het product kan verwachten. Als het product eenmaal in de winkel voor hem klaarligt, ontvangt hij een sms. Nadat hij het product heeft opgehaald, ontvangt hij de bon per mail. Naar: marketingfacts.nl

3

Combineer het begrip met de juiste omschrijving.

BESCHRIJVING

N

BEGRIP

A De klant gebruikt heel veel kanalen die op elkaar zijn afgestemd en bepaalt zelf welk kanaal het best bij zijn vraag past.

2 pop-upwinkel

B Een winkel die producten aanbiedt die niet tot het standaardaanbod behoren.

VA

1 combiwinkel

3 omnichannel

1

THEMA 2

LEVEL 4

©

62

C Een winkel die slechts tijdelijk open is.

2

3


Explore 4— Op welke manier beïnvloedt de aandacht van de consument voor duurzaamheid en ecologie het aanbod van de winkels?

Door de aandacht van de consument voor duurzaamheid en ecologie breiden supermarkten hun assortiment uit met onder andere bioproducten en fairtradeproducten. Kies samen met je buur een van de onderstaande winkels. Duid je keuze aan.

b

© defotoberg / Shutterstock.com

© DutchMen / Shutterstock.com

N

© Pavel Kapysh / Shutterstock.com

IN

a

Surf naar de onlineshop van de gekozen supermarkt en noteer in de tabel vijf voorbeelden van bio- of fairtradeproducten en de prijs van die producten. PRIJS PER STUK

THEMA 2

LEVEL 4

©

VA

PRODUCTOMSCHRIJVING

63


Explore 5— Hoe spelen ondernemingen in op de versnelde

technologische ontwikkelingen en digitalisering?

Lees de artikels. Markeer: a b

de voordelen van technologische ontwikkelingen en digitalisering in het groen; de nadelen van technologische ontwikkelingen en digitalisering in het rood.

IN

Cashloos wordt de norm De afgelopen jaren heeft er ontzettend veel innovatie plaatsgevonden in de wereld van het verkoopproces en betalingen.

De eerste en – wellicht belangrijkste – trend is de overgang naar cashloos betalen. Er is steeds minder cashgeld in omloop. Dat komt door de ontwikkeling van allerlei mobiele apps (Google Pay, Payconiq …) die cashloos betalen mogelijk maken.

N

De ontwikkeling van scan-and-go zelfbedieningswinkels is een tweede trend. Zelfbediening is natuurlijk geen nieuw concept in de retail, maar de recente ontwikkelingen zijn toch van een andere orde. In de Go store van Amazon kunnen klanten uit de rekken nemen wat ze nodig hebben en vervolgens zonder te betalen buiten wandelen. Via een virtueel winkelmandje worden hun aankopen geregistreerd en de betaling gebeurt a ­ utomatisch met hun Amazonaccount.

gevoelige gegevens in verkeerde handen vallen, zijn er dan ook richtlijnen en normen uitgevaardigd, denk maar aan GDPR.

VA

Apps zoals Apple Pay en Google Pay lijken in de eerste plaats handig voor de consument, maar ook de handelaar kan er zijn voordeel mee doen. Je kunt een smartphone immers gebruiken als een alles-in-éénbetaalterminal. Die smartphoneterminal kan betalingen verwerken via QR-codes, betaalkaarten, contactloze betalingen vanaf de smartphone van de klant.

Er is natuurlijk ook een keerzijde aan de digitalisering van het betalingsverkeer. Cybercriminaliteit neemt zeer snel toe en vormt een grote bedreiging. Om de consument voldoende te beschermen en te verhinderen dat

De ontwikkelingen op digitaal gebied stapelen zich snel op. Zoals het betalen met horloges, armbanden en ringen, de zogeheten wearables. Naar: retaildetail.be, 2019-04-28

THEMA 2

LEVEL 4

©

Door onze nieuwe bestelapp ­bezorgen we nu 10 % meer

64

Met 350 zitplaatsen geldt Tang Dynastie als een van de grootste Aziatische restaurants. ‘De app zorgt voor veel extra gemak’, zegt Tang. ‘Niet alleen voor onze klanten die zo eenvoudig de juiste gerechten kunnen doorgeven, maar ook voor onszelf. Iedere keer telefonisch een bestelling afhandelen kost tijd. Bovendien heb je zo meer kans dat er fouten gemaakt worden. Dan krijgt een klant gerecht A bezorgd, terwijl hij gerecht

B had besteld. En dat wil je als restaurant natuurlijk niet.’ Ook administratief is het voor Tang eenvoudiger geworden. Bestellingen via de app worden standaard via iDEAL afgerekend en zo neemt de hoeveelheid contant geld die het bedrijf moet verwerken af. Bezorgers hoeven daardoor bovendien niet meer met wisselgeld in de weer. Naar: rabobank.nl


TO THE POINT In de lineaire economie worden grondstoffen verwerkt tot een product dat na gebruik weggegooid wordt. Vaak moet je betalen om ervan af te geraken.

IN

In de hergebruikeconomie worden grondstoffen verwerkt tot een product dat na gebruik gedeeltelijk wordt gerecycleerd om weer verwerkt te worden tot een product. Er blijft wel restafval. Met de deeleconomie of sharing economy verandert de manier van produceren en consumeren: je leent goederen in plaats van ze te kopen, je deelt een woonruimte, transportmiddelen of gereedschap. Je biedt jouw kennis en ervaring aan in ruil voor die van iemand anders. Goederen worden tweedehands verkocht. Dankzij de deeleconomie ontstaat er een milieuvriendelijkere en duurzamere productie en consumptie.

N

Er is ook de tendens van de versnelde technologische ontwikkelingen en digitalisering. Dat kan gaan van orderverwerking en productie tot betaling.

VA

De retailsector is voortdurend in beweging. Zo zijn trends in de retail zoals combiwinkels, pop-upstores en omnichannel heel populair.

THEMA 2

LEVEL 4

©

In een circulaire economie worden grondstoffen ook verwerkt tot een product. Het wordt hersteld, geüpgraded, uit elkaar gehaald, omgevormd tot een nieuw product of tweedehands verkocht. De materialen zijn volledig recycleerbaar of afbreekbaar.

65


66

LEVEL 4

VA

©

E-commerce

Versnelde technologische ontwikkelingen en digitalisering

Alternatieve betaalmogelijkheden

Hoe spelen ondernemingen in op maatschappelijke trends?

Mindmap Thema 2 – Level 4 – Ingevuld

THEMA 2

N Fairtradeproducten

Bioproducten

Deeleconomie

Circulaire economie

Omnichannel

IN

Aandacht voor ecologie en duurzaamheid

Trends in de retail

Pop-upstores

Combiwinkels


Action 1— Hoe verklaar je het succes van de kringloopwinkel?

1

Lees het artikel over kringloopwinkels en beantwoord de vragen. a

Waarom kennen de kringloopwinkels zo’n groot succes?

b

IN

Op welke manier heeft de kringloopwinkel ook een sociaal doel?

N

De kringloopwinkel wordt alleen maar populairder De opmars van de kringloopwinkels lijkt

niet te stoppen. Het publiek wordt steeds breder en de omzet stijgt. Het succes is

VA

niet alleen een commercieel, maar ook een sociaal succes.

allang niet meer muf. De zaken gaan

Die zijn niet alleen in de mode, het

goed. Winkelpanden worden omgetoverd

publiek kan het ook waarderen dat

tot ware showrooms en er wordt een

daardoor geen producten onterecht

breed publiek aangesproken.

worden weggegooid.

Er zijn meerdere verklaringen voor

Naast dit commerciële succes blijven

het commerciële succes. Enerzijds is

de winkels ook sociale ondernemingen.

er door toegenomen armoede behoefte

Ze zorgen voor arbeidsplaatsen voor

aan goedkopere kwaliteitsproducten.

mensen die minder kansen hebben op de

Anderzijds is het helemaal in de mode

arbeidsmarkt. Daarnaast werken ze ook

om te shoppen bij de kringloopwinkel.

met veel vrijwillige medewerkers voor

Het winkelaanbod bestaat vaak uit

wie het werken in de winkel soms veel

populaire oudere, vintage producten.

betekent. Naar: eenvandaag.avrotros.nl, 2018-05-10

Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van de kringwinkel. Noteer het adres van een vestiging binnen een straal van tien kilometer van jouw woonplaats.

LEVEL 4

© 2

© Robinotof / Shutterstock.com

THEMA 2

In de meeste kringloopwinkels ruikt het

67


Action 2— Hoe past Zalando de circulaire economie toe in zijn winkelconcept?

Lees het artikel over Zalando en zijn nieuwe winkelconcept en beantwoord deze vragen. Op welke manier wijkt de fysieke winkel Zircle af van het Zalandoconcept?

b

Toon aan dat het concept van Zircle een voorbeeld van circulaire economie is.

IN

a

VA

N

Zalando opent allereerste tweedehandswinkel

© Zalando SE

©

De modewebwinkel Zalando is gestart met de verkoop van tweedehandskleding in een fysieke winkel: Zircle, een samenvoegsel van Zalando en circulaire economie.

THEMA 2

LEVEL 4

Zalando experimenteert met het openen van een fysieke winkel om gedragen kleding een tweede leven te geven. De eerste locatie met tweedehandskleding is gelegen in het Alexa Shopping Center in de Duitse hoofdstad Berlijn en focust op vrouwenkleding. De kleren worden

68

er verkocht aan prijzen tussen drie en zeven euro. Zalando wil met het experiment zijn duurzaamheidsimago opkrikken en wil bijdragen aan een circulaire modecyclus. Het nieuwe concept voorkomt ook dat kleding snel weggegooid of vernietigd wordt – een probleem waar de gigant zelf mee verantwoordelijk voor is. Zalando wil ook zo ‘nieuwe’ klanten bereiken.

Naar: standaard.be, 2019-08-23


Action 3— Hoe draagt een app bij tot een duurzamere maatschappij?

Technologie en digitalisatie kunnen ook ingezet worden om een aantal duurzame ontwikkelings­ doelen (SDG’s) te realiseren. Werk in twee groepen met de toegewezen app. Bestudeer het concept van de app. Stel het concept voor aan de andere groep. Spreek af op welke manier jullie het concept zullen presenteren. Noteer het hier:

c d

Bewaar het resultaat in je portfolio en geef het bestand een duidelijke naam. Omcirkel welk(e) SDG(‘s) er met jullie app gerealiseerd kunnen worden.

VA

N

IN

a b

THEMA 2

LEVEL 4

©

Bron: United/Nations

69


Action 4— Hoe spelen winkeliers in op de aandacht van de consument voor duurzaamheid en ecologie?

Hoe speelt de winkelier in op: het verbod op plastic zakjes voor eenmalig gebruik in de winkel?

b

het recycleren van frituurolie?

c

het verminderen van zwerfvuil?

d

het verminderen van de CO2-uitstoot van de vrachtwagens van leveranciers?

e

het inschakelen van mensen met een beperking in de arbeidsmarkt?

VA

N

IN

a

het wegwerken van kansarmoede?

THEMA 2

LEVEL 4

©

f

70


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan het verschil tussen de lineaire en de circulaire economie en de hergebruik­ economie omschrijven.

2

Ik kan voorbeelden geven van circulaire economie.

3

Ik kan het concept van deeleconomie omschrijven.

4

Ik kan omschrijven welke invloed de aandacht van de consument voor duurzaamheid en ecologie heeft voor een onderneming.

5

Ik kan na het lezen van een artikel omschrijven welke impact de snelle ­technologische ontwikkelingen en ­digitalisering hebben voor een onderneming.

6

Ik kan gericht zoeken in een onlinedatabank.

7

Ik kan het resultaat van een opdracht weergeven in een online gemeen­ schappelijk bestand.

8

Ik kan het resultaat van een opdracht in een infographic weergeven.

9

Ik kan het resultaat van een opdracht in een collage van afbeeldingen weergeven.

©

VA

N

1

LEVEL 4

KAN BETER

THEMA 2

JA

10 Ik kan het resultaat van een opdracht in een beeldfragment weergeven.

71


Beeldwoordenboek Level 4 BEGRIP

VERKLARING In een circulaire economie worden grondstoffen ook verwerkt tot producten maar ze worden hersteld, hebben een hoge tweedehandswaarde, zijn upgradebaar, kunnen makkelijk omgevormd worden tot nieuwe producten, de materialen zijn volledig recycleerbaar of afbreekbaar.

combiwinkel

Dat is een winkel die producten aanbiedt die niet tot het standaardaanbod behoren. bv. een boekenwinkel die koffie aanbiedt, een kapsalon-café

deel­ economie of sharing economy

In de deeleconomie delen, ruilen of huren consumenten goederen in plaats van ze te kopen. bv. een kinderfiets omruilen voor een groter model wanneer de kinderen ouder worden, een boormachine huren in plaats van te kopen.

hergebruik­ economie

In de hergebruikeconomie worden grondstoffen verwerkt tot een product dat na gebruik gedeeltelijk gerecycleerd wordt tot een nieuw product. Er blijft restafval.

THEMA 2 72

In een lineaire economie worden grondstoffen omgezet in producten die na verbruik worden vernietigd.

AFVAL

LEVEL 4

lineaire economie

GRONDSTOF

©

VA

N

IN

circulaire economie

AFBEELDING

NEMEN

PRODUCEREN

WEGGOOIEN


VERKLARING

omnichannel

Omnichannel betekent dat de winkel veel kanalen gebruikt om te communiceren. De klant kiest zelf welk kanaal het best bij zijn vraag past. bv. De klant bestelt de schoenen op de webshop van Torfs en laat ze leveren in de fysieke winkel van Torfs.

pop-upwinkel

Dat is een winkel die slechts tijdelijk bestaat.

AFBEELDING

IN

BEGRIP

THEMA 2

LEVEL 4

©

VA

N

© Razvan Iosif / Shutterstock.com

73


2

LEVEL 5 Welke winkelvormen en branches bestaan er in de retail? Focus

1

1

Hoe zien de logistieke en retail eruit?

IN

INTRO

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk de filmpjes. Vul de tabel aan met de antwoorden op de onderstaande vragen. Focus 1.1 | Welke organisatievormen onderscheid je binnen de

N

Bekijk de filmpjes bij het onlinelesmateriaal.

a b

1 Noteer alle moeilijke woorden. Bespreek ze met je leerkracht. Hoe heet de onderneming? Is dat een groothandel of een kleinhandel? Markeer. Denk daarbij aan wat je in Level 1 geleerd hebt. Wie zijn de klanten van de onderneming?

VA

c

FILM 1

ONDERNEMING

2 Wie zijn de klanten van de ondernemingen uit de filmpjes? Vul de tabel aan. GROOTKLEINBELANGRIJKSTE HANDEL HANDEL KLANTEN Filmpje Naam onderneming Belangrijkste klanten

2

©

3

4

THEMA 2

LEVEL 5

5

74

1 2 3 4 5

Wat ga je leReN?

Je leert:

handel indelen in groothandel en detailhandel.

winkels indelen in branches.

winkels indelen in winkelvormen. het assortiment van winkels omschrijven in de breedte en in de diepte.

een mindmap maken.

2

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: M&C_Retail 3.indb 5

Welke winkelvormen en branches bestaan er in de retail?

Re t a


Explore 1— Kun je de retail indelen in branches? BRANCHE

Een branche is een verzameling van alle bedrijven die dezelfde soort producten of diensten aanbieden.

sportartikelen

persoonlijke verzorging

speelgoed

kantoorhandel

doe-het-zelf

N

Tot welke branche(s) behoren deze winkels? Noteer in de tabel en geef een tweede voorbeeld.

©

ANDER VOORBEELD

LEVEL 5

BRANCHE

VA

WINKEL

THEMA 2

2

voeding

multimedia

tuincentra boeken en papierwaren

elektro

mode ontspanning en vrije tijd

interieur en decoratie

IN

Bekijk de onderstaande woordenwolk met de belangrijkste branches binnen de retail.

supermarkt

1

75


WINKEL

BRANCHE

IN

N

76

VA

© THEMA 2

LEVEL 5

© ricochet64 / Shutterstock.com

ANDER VOORBEELD


Explore 2— Wat zijn de belangrijkste winkelvormen in de retail?

Lees de omschrijvingen van de belangrijkste winkelvormen. a b

Duid in elke omschrijving de kernwoorden aan. Noteer de juiste winkelvorm bij elke omschrijving. Kies uit:

c

IN

ambulante handel – discounter – e-commerce – hypermarkt – m-commerce – outletstore – speciaalzaak – supermarkt

Aan het eind van dit leerwerkboek vind je een blad met afbeeldingen van verschillende ­winkelvormen. Knip die uit. Kleef de juiste foto bij de winkelvorm. OMSCHRIJVING

WINKELVORM

A

In deze winkelvorm neem je de producten zelf uit de rekken. Er is een ruime keuze aan voedingsmiddelen. Daarnaast vind je er ook enkele non-foodartikelen, zoals schoolgerief, kleding en huishoudartikelen. Bij bepaalde afdelingen, bijvoorbeeld vers vlees, charcuterie en kazen, word je soms wel persoonlijk bediend. Je betaalt aan de uitgang bij een goed opgeleide kassier Er wordt veel aandacht besteed aan reclame. Er zijn dikwijls acties, want de concurrentie is groot. De winkels zijn makkelijk bereikbaar en hebben genoeg parkeerplaatsen.

B

C

LEVEL 5

Dit is een kleinere winkel met een beperkt assortiment. De service is beperkt en de prijzen zijn laag. De winkel is heel sober ingericht. De presentatie van de producten is niet belangrijk. Je betaalt aan de kassa.

THEMA 2

©

VA

N

Deze winkel legt zich toe op de verkoop van een productgroep of richt zich tot een bepaalde consumentengroep. Als je er iets koopt, word je persoonlijk bediend door de verkoper. Die verkoper bezit een grote kennis van de ­producten die hij aanbiedt. Je kunt er rekenen op deskundig advies en een goede service. Je betaalt aan de toonbank in de winkel.

77


OMSCHRIJVING

WINKELVORM D

IN

Dit is een zeer grote winkel aan de rand van de stad. Het assortiment is er breed en diep. Je kunt er je wekelijkse boodschappen doen, maar je kunt er ook een tv-toestel of een fiets kopen.

E

Bij deze winkelvorm worden producten van bekende merken tegen lagere prijzen verkocht. Vaak gaat het om de verkoop van ‘oudere’ collecties of restpartijen.

F

Dit is een winkelvorm waarbij je de producten of diensten koopt op internet. Je surft naar een website en bekijkt daar het assortiment. Met een klik doe je het product in je winkelwagen om het te bestellen. Je kunt de bestelling afhalen in een Kiala-punt, in het bedrijf zelf of thuis laten leveren. Betalen doe je via onlinebankieren. Als je de bestelling afhaalt, kun je soms ook contant betalen. Synoniemen voor deze winkelvorm zijn ook onlinewinkel of webwinkel.

G

Bij deze winkelvorm kun je een product bestellen via een draadloos medium, zoals een smartphone, bijvoorbeeld door middel van een QR-code of marketing op basis van lokatie (location based marketing).

H

THEMA 2

LEVEL 5

©

VA

N

Bij deze winkelvorm verplaatst de verkoper zich naar de klanten. Er bestaan verschillende vormen. — Leurhandel: De verkoper gaat van deur tot deur en probeert te verkopen. — Verkoop aan huis: De winkelier (bv. de bakker of de melkboer) bezoekt zijn eigen klanten aan huis. — Markthandel: Op vaste tijdstippen of voor feesten (bv. een kerstmarkt) biedt de verkoper zijn ­producten aan op een openbare plaats. — Huisdemonstratie of partyverkoop: Je nodigt thuis een groepje mensen uit om een demonstratie bij te wonen. Na de demonstratie kunnen de producten worden gekocht.

78


TO THE POINT Je kunt de retail op verschillende manieren indelen.

IN

Volgens de doelgroep Een groothandelaar of grossist verkoopt zijn goederen meestal in grote hoeveelheden aan andere ondernemingen / kleinhandelaars. Een kleinhandelaar daarentegen verkoopt zijn goederen meestal in kleine hoeveelheden aan particulieren. Die particulieren noem je ook consumenten.

Volgens het assortiment Alle winkels die dezelfde categorie van producten of diensten aanbieden, behoren tot een bepaalde branche. Er bestaan heel wat branches, zoals mode, voeding, persoonlijke verzorging, interieur en decoratie, sport, elektro …

N

Volgens de winkelvorm Sommige winkels zijn gespecialiseerd in een bepaalde assortimentsgroep, andere winkels bieden artikelen uit verschillende assortimentsgroepen aan.

THEMA 2

LEVEL 5

©

VA

— De speciaalzaak legt zich toe op de verkoop van een assortimentsgroep of richt zich tot een consumentengroep. In een speciaalzaak word je persoonlijk bediend. De winkelier en de bediende bezitten een grote vakkennis. Ze geven je een deskundig advies. De klant betaalt aan de toonbank in de winkel. Je kunt er rekenen op een goede service, ook na verkoop. — De discounter positioneert zich nadrukkelijk als winkel met lage prijzen. Om dat te bereiken zijn het assortiment en de service beperkt en zijn de winkels sober ingericht. Bekende merken kun je er niet (altijd) kopen. — De outletstore verkoopt producten van bekende merken tegen lagere prijzen. Het gaat dan vaak om de verkoop van ‘oudere’ collecties of restpartijen. — De supermarkt is een zelfbedieningswinkel. Je vindt er vooral voedingsmiddelen en een beperkt assortiment van non-foodartikelen. Bij sommige afdelingen, bijvoorbeeld vers vlees, word je wel bediend. Je betaalt aan de uitgang. — De hypermarkt is een heel grote winkel aan de rand van de stad. Hij heeft een breed en diep assortiment in food en non-food. Het is een zelfbedieningswinkel. Je betaalt ook hier aan de uitgang.

79


— Bij de ambulante handel verplaatst de verkoper zich om de klanten te vinden. Vormen van ambulante handel zijn:

Leurhandel: De verkoper gaat van deur tot deur. Verkoop aan huis: De winkelier (bv. de bakker of de melkboer) bezoekt zijn klanten thuis. Markthandel: Op vaste tijdstippen of voor feesten wordt er een markt gehouden op een openbare plaats. Huisdemonstratie of partyverkoop: Je nodigt thuis een groepje mensen uit om een ­demonstratie bij te wonen. De aanwezigen kunnen na de demonstratie de artikelen kopen.

IN

THEMA 2

LEVEL 5

©

VA

N

— E-commerce: Je koopt via het internet. De betaling gebeurt meestal per kredietkaart of debetkaart. — M-commerce: Je kunt een product bestellen via een draadloos medium, zoals een smartphone.

80


81

THEMA 2

LEVEL 5

Werkt voor eigen rekening.

Wat?

Zelfstandige

Wat zijn de motieven om een onderneming te starten?

Werknemer

Wie?

Waarom?

Houden van zelfstandigheid

Bediende

Arbeider

Begrip

Een werknemer die vooral handenarbeid levert en daarvoor een loon ontvangt.

Werkt voor een werkgever en ontvangt daarvoor een vergoeding.

Kunstenaar

Vrij beroep

Verkoopt goederen en diensten om winst te maken. Bv. eigenaar schoenenwinkel

Levert intellectuele diensten en mag dat beroep uitoefenen op basis van studies en wetgeving. Bv. huisarts

Verricht een prestatie waarbij geen of slechts toevallig goederen worden geleverd. Bv. schoenmaker

IN Ambachtsman

Ondernemer

Niet bang voor onzeker inkomen

Houden van creativiteit

Een werknemer die vooral hoofdarbeid levert en daarvoor een salaris ontvangt.

N

Bereid tot verantwoordelijkheid

VA

©

Mindmap Thema 2 – Level 3 – Ingevuld


Action 1— Hoe deel je de retail in winkelvormen in? Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt daar een kwartet. Tijdens het spel oefen je om de retail in winkelvormen in te delen. a

IN

b

Speel in groepjes van minimum vier spelers. Lees eerst de spelregels.

© T.W. van Urk / Shutterstock.com

N

Action 2— Welke winkels vind je zoal per branche?

Werk per twee een digitale trip (een tripline) uit langs tien winkels die tot jullie toegewezen branche behoren. Gebruik het onderstaande stappenplan. Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een korte handleiding van het programma Tripline. Stel je digitale trip voor aan de klas.

VA

a b c

STAPPENPLAN

Stap 1: Zoek tien winkels (naam en adres) uit jullie branche. Die winkels moeten in een straal van tien kilometer rond de school liggen.

Stap 2: Surf naar tripline.net. Maak een account aan. Stap 3: Maak een nieuwe map aan.

Stap 4: Geef de naam van jouw branche in als kaartnaam. Als hoofdlocatie vul je de gemeente / stad van jouw school in.

©

Stap 5: Werk een logische route uit langs de winkels van jullie keuze.

THEMA 2

LEVEL 5

Stap 6: Voeg een foto of het logo van de winkels toe.

82


Action 3— Werkplekleren om branches en winkelvormen te leren kennen

1

Branches leer je het best kennen door op pad te gaan in de winkelstraat. Werk in groepjes van drie. Elke leerling kiest een van deze drie rollen: verslaggever, fotograaf of tijdbewaker.

2

Elk groepje krijgt vier branches toegewezen. Noteer de vier branches en zoek voor elke branche een winkel.

IN

a

BRANCHE

2

3

4

N

b

1

WINKELNAAM

Vervolledig voor elke winkel een fiche.

Als je die gegevens niet aan de buitenkant van de winkel vindt, dan moet je even binnen navragen.

VA

Tip:

adres:

telefoonnummer:

mailadres:

website:

adres:

telefoonnummer:

mailadres:

website:

LEVEL 5

©

WINKEL 2:

THEMA 2

WINKEL 1:

83


adres:

telefoonnummer:

mailadres:

website:

WINKEL 4: adres:

telefoonnummer:

mailadres:

website:

Fotografeer de gevel of de etalage van de winkel. Zorg ervoor dat de naam of het logo van de winkel zichtbaar is. Verzamel informatie over het assortiment van de winkel. Noteer minstens vijf productgroepen met telkens vijf voorbeelden. Vraag aan de winkelier of je foto’s mag maken om het assortiment te illustreren. Noteer nadien de informatie in een overzichtelijke tabel.

VA

d

N

c

IN

WINKEL 3:

3

Wanneer je terug op school bent, verwerk je alle informatie in een presentatie. Zorg voor een titeldia en inhoudsopgave. Vermeld de gegevens van de vier winkels en de branche waartoe ze behoren. Voeg foto’s toe van elke winkel en zorg voor een gepaste achtergrond. Gebruik de ICT-fiches van powerpoint. Vervangen door: Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 2

LEVEL 5

©

a b c d e

84

Welkom bij Madelieve


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

KAN BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan het verschil tussen een groot- en kleinhandel omschrijven.

2

Ik kan van een bepaald verkooppunt ­bepalen of het een kleinhandel en / of groothandel is.

3

Ik kan een verkooppunt situeren in een branche.

4

Ik kan eigen voorbeelden van verkoop­ punten van een bepaalde branche geven.

5

Ik kan van een verkooppunt aangeven tot welke winkelvorm dat behoort.

6

Ik kan zelf voorbeelden van bepaalde winkelvormen geven.

7

Ik kan het resultaat van een onderzoek verwerken in een presentatie.

THEMA 2

LEVEL 5

©

VA

N

1

85


Beeldwoordenboek Level 5 BEGRIP

AFBEELDING

Bij die winkelvorm verplaatst de verkoper zich naar de klant. bv. de huisdemonstratie van Tupperware of de verkoop aan huis van Bofrost

IN

ambulante handel

VERKLARING

© Vytautas Kielaitis / Shutterstock.com

Een branche bestaat uit bedrijven die aan een bepaalde groep goederen of diensten aanbieden. Bv. de branche horeca

N

branche

© Electric Egg / Shutterstock.com

Een discounter is een winkel met een beperkt assortiment. De service is beperkt maar de prijzen zijn laag.

VA

discounter

E-commerce is een winkelvorm waarbij de klanten producten of diensten kopen door te surfen naar een webshop.

THEMA 2

LEVEL 5

©

e-commerce

86

© Alexandros Michailidis

© Piotr Swat / Shutterstock.com


BEGRIP hypermarkt

VERKLARING

AFBEELDING

Een hypermarkt is een zeer grote winkel aan de rand van de stad. Er is een breed en diep assortiment. De klant kan er zijn wekelijkse boodschappen doen maar bijvoorbeeld ook een fiets of tv-toestel kopen.

IN

© Alexandros Michailidis

M-commerce is een winkelvorm waarbij de klanten producten bestellen via een draadloos medium, zoals een smartphone.

outletstore

Een outletstore is een winkelvorm die producten van bekende merken verkoopt tegen lagere prijzen. Vaak gaat het hierbij om de verkoop van ‘oudere’ collecties of restpartijen.

VA

N

m-commerce

Een speciaalzaak legt zich toe op de verkoop van een productgroep of richt zicht tot een bepaalde consumentengroep. bv. kaaswinkel, winkel voor kinderkleding

supermarkt

In die winkelvorm neem je de producten meestal uit de rekken. Je vindt er hoofdzakelijk voedingsmiddelen maar ook non-foodartikelen zoals school­gerief en poetsmiddelen.

©

speciaalzaak

THEMA 2

LEVEL 5

© defotoberg / Shutterstock.com

87


2

LEVEL 6 Wat is logistiek? INTRO Jullie of jullie ouders hebben wellicht al eens iets besteld op bol.com, Coolblue of een andere webshop. Bestudeer de onderstaande afbeelding van een bestelling bij bol.com en beantwoord de vragen. a

Wat bestelt de klant?

b

Is het artikel op voorraad?

IN

1

Wanneer wordt het artikel geleverd? Hoe weet je dat?

©

VA

N

c

THEMA 2

LEVEL 6

2

88

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe ziet logistiek en de logistieke keten eruit?


Explore 1— Hoe gaan de goederen van bedrijf naar bedrijf in de bedrijfskolom?

In Level 1 werd de bedrijfskolom voorgesteld. Wat weet je nog over de bedrijfskolom? Bespreek klassikaal.

2

Wanneer je de onderstaande bedrijfskolom van chips bekijkt, dan vraag je je wellicht af hoe de aardappelen van de opkoper naar de chipsfabrikant gaan of hoe de chips in de winkelrekken terechtkomen. Hoe gebeurt dat volgens jou?

landbouwer opkoper van aardappelen chipsfabrikant groothandel

IN

1

bedrijfskolom

consument

Welke transportmiddelen voor goederentransport ken je?

VA

3

N

kleinhandel

Onder andere Elon Musk is zijn bezig met een nieuwe manier van t­ ransport voor mensen: de Hyperloop. Daarin wordt een ‘wagen’ in een luchtledige buis getransporteerd tegen 1 000 kilometer per uur.

LEVEL 6

Voor gas en olie wordt er nog een ander transportmiddel gebruikt, namelijk pijpleidingen.

(c) LunaseeStudios / Shutterstock.com

THEMA 2

©

Good to know

89


4

De logistieke keten is nauw verbonden met de bedrijfskolom. De bedrijfskolom staat in de blauwe vakjes, de logistieke keten in de groene vakjes. Uit welke elementen bestaat de logistieke keten?

OPKOPER AARDAPPELEN LANDBOUWER

PLANNING EN TRANSPORT

PLANNING EN TRANSPORT

IN

MAGAZIJN OPKOPER

CHIPSFABRIKANT

MAGAZIJN FABRIKANT

GROOTHANDEL KLEINHANDEL

PLANNING EN TRANSPORT

PLANNING EN TRANSPORT

THEMA 2

LEVEL 6

©

VA

N

MAGAZIJN GROOTHANDEL

90


Explore 2— Hoe ziet de goederenstroom in een magazijn

eruit?

1

In de vorige explore heb je al geleerd dat goederen in een magazijn worden opgeslagen. Misschien ben je nog nooit in een echt magazijn geweest, maar wellicht heb je thuis ook een soort magazijn. a

Welk magazijn heb je thuis?

IN

b

Waarom is een extra voorraad handig? Geef enkele voorbeelden.

Wat doe je wanneer je toiletpapier of drinken op is in je voorraadkast?

d

Wat doe je wanneer je cornflakes wilt eten en de melk in de koelkast is op?

In een bedrijfsmagazijn worden goederen opgeslagen totdat een ander bedrijf of een klant die nodig heeft. Bekijk de onderstaande voorbeelden. Bedenk nog andere voorbeelden.

©

VA

2

N

c

In het magazijn staan goederen klaar om vervoerd te worden naar de winkels.

Volkswagens staan klaar voor transport naar de Volkswagen-dealers.

THEMA 2

In een magazijn worden goederen bewaard of opgeslagen. Maar ze moeten daar ook aankomen en vertrekken. Net zoals bij jouw thuis in de keuken en de ­voorraadkast of berging.

LEVEL 6

Good to know

91


3

De goederenstroom kent vier processen in een magazijn: het ontvangstproces, opslagproces, orderpickproces en het opstuurproces. Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk de filmpjes van het distributiecentrum van Scania in Opglabbeek. Bij Scania in Opglabbeek vind je alle onderdelen van de vrachtwagens en bussen van Scania. Er liggen meer dan 100 000 verschillende onderdelen van een vrachtwagen opgeslagen. Vanuit Opglabbeek vertrekken de onderdelen naar Scania-garages over heel de wereld. Proces 1 – Ontvangstproces: Ontvangen van goederen. Bekijk het filmpje. Vul daarna de tekst aan.

De

komt aan op de receiving. De logistiek bediende

begroet en vraagt de

De bediende controleert de

De chauffeur wordt over de

De chauffeur rijdt in de

De losploeg krijgt de labels en

IN

a

.

in het computersysteem.

als de documenten klaar zijn. Het gaat

voor op de palletten.

.

ze op een tafel in het

N

magazijn.

Op elk label staan de artikelcode, de

van het artikel, de

picklocatie en het leveranciersnummer. De goederen worden gelost met de

De logistiek medewerker gaat de labels

VA

en binnengereden.

.

De logistiek medewerker vergelijkt de laatste

cijfers met

het label op de pallet en op het label dat opgeklopt moet worden.

Proces 2 – Opslagproces: Opslaan van goederen. Bekijk het filmpje. Vul daarna de tekst aan.

De goederen worden opgeslagen.

De

De reachtruckchauffeur scant de

De

©

b

De artikelen worden dan voorgesorteerd op een wachtlocatie.

chauffeur neemt de goederen van de wachtlocatie.

.

geeft aan waar de pallet in het magazijn moet

­opgeslagen worden.

De reachtruckchauffeur rijdt naar de locatie in het magazijn. Hij plaatst de pallet in het

THEMA 2

LEVEL 6

magazijn en

92

.

Hij kan ook een

Hij moet de zelfgekozen locatie dan wel registreren in het

De goederen voor de 10-zone moeten eerst worden ze opgeslagen kunnen worden.

locatie kiezen en de pallet daar plaatsen.

. voor


Proces 3 – Orderpickproces: Orderpicken van goederen. Bekijk het filmpje. Vul daarna de tekst aan.

De goederen worden gepickt / verzameld in de 10-zone. Daar liggen artikelen tot 15 kg.

De verantwoordelijke print voor elke picker een

De picker krijgt de picklabels en neemt een hoge orderpicker.

Hij gaat een lege

De orderpicker legt een interne routing af. Dat is de weg die hij in het magazijn aflegt.

De picker controleert de locatie en vergelijkt de

af.

halen.

met de

IN

c

op de pallet.

Hij neemt het artikel en bevestigt het

aan het artikel.

Dan gaat hij naar het volgende artikel en verzamelt het juiste aantal.

De picker gaat terug naar de zone met de pc om de job af te rapporteren.

Er worden een

Het

De pallet wordt eventueel nog opgevuld met

en

geprint.

wordt aan de buitenkant opgeklopt.

om schade te

Daarna wordt de pallet op de wachtlocatie gezet, klaar om naar de klant te verzenden.

Proces 4 – Opstuurproces: Opsturen van goederen. Bekijk het filmpje. Vul daarna de tekst aan.

VA

De goederen worden klaargezet voor verzending en de goederen worden geladen.

We zijn in de shipping. Dat is de zone waar de goederen verstuurd worden.

De afvoerder heeft de palletten klaargezet.

De route of het land kun je aflezen van de

In de shippingzone worden het

label van de

aan het plafond. op de pallet en ook het

gescand.

De palletten worden dus voorgesorteerd per land of per route.

De chauffeur komt aan en laat weten dat hij goederen komt laden.

De chauffeur parkeert de vrachtwagen en er wordt een

©

geplaatst.

De vloer van de vrachtwagen wordt gecontroleerd.

De lader scant het

en de

aan

De lading wordt eventueel nog extra vastgezet met

of

spanriemen.

De chauffeur ontvangt uiteindelijk de

.

LEVEL 6

de poort.

THEMA 2

d

N

voorkomen.

93


Explore 3— Welke nieuwe technologieën gebruikt de logistiek?

Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk de filmpjes. Beantwoord na elk filmpje de vraag. a

Beschrijf in je eigen woorden hoe voicepicking werkt.

IN

b

Wat is het verschil tussen voicepicking en orderpicking met een ‘bril’.

N

VA

Explore 4— Wat is track and trace? 1

Wat betekenen de Engelse woorden track and trace?

Wanneer je iets online bestelt, wil je graag weten wanneer ze het pakket zullen leveren. Tegenwoordig kun je een levering goed volgen. Bekijk de volgende afbeeldingen. Wat leer je eruit?

THEMA 2

LEVEL 6

©

2

94


IN 3

N

Wat is het voordeel van track and trace voor de klant?

VA

4

Wat is het voordeel van track and trace voor de onderneming of de pakjesbezorger?

©

Explore 5— Wat is logistiek?

Je hebt nu al verschillende elementen gezien die met logistiek te maken hebben. Maar wat is logistiek nu precies? Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje. Geef een omschrijving van logistiek.

LEVEL 6

THEMA 2

a b

95


Explore 6— Wat is duurzame logistiek? 1

Er worden meer en meer goederen online besteld. Daardoor rijden er meer bestelwagens en vrachtwagens rond die files en vervuiling veroorzaken. a b

Lees deze tekst. Hoe kunnen vervuiling en files vermeden worden? Markeer de kernwoorden in de tekst.

N

IN

Een mogelijke oplossing zou kunnen zijn om aan de rand van de steden met hubs te werken. Dat zijn magazijnen waar grotere vrachtwagens de goederen die naar de binnenstad moeten, uitladen. Daar worden de goederen dan overgezet op kleinere, bij voorkeur elektrische bestelwagens. Er moet rekening mee gehouden worden dat de goederen in de busjes goed worden samengesteld zodat er geen overbodige kilometers gereden moeten worden. De overheid kan het gebruik van elektrische voertuigen in de steden stimuleren. Naar: logistiek.nl

Waarom worden er maar weinig elektrische bestelwagens ingezet voor goederentransport in de stad? Lees deze tekst.

VA

2

Overschakeling op elektrisch vervoer vergt een

behoorlijke investering. Het duurt lang voordat een bedrijf de aankoop van een elektrische wagen terugverdiend heeft. Zo lang, dat vervoerders die stap nog niet kunnen zetten zonder financiële hulp van de overheden. Voordelen van de gemeenten kunnen

©

helpen, maar maken het prijsverschil niet goed.

Daarom moet de CO2-uitstotende logistiek minder

aantrekkelijk worden. En dit is een rol weggelegd voor de nationale en Europese overheid.

THEMA 2

LEVEL 6

Naar: logistiek010.nl

96


Good to know

3

IN

Op dit moment lopen er al verschillende testprojecten om met elektrische bestelwagens goederen in steden rond te brengen. In Rotterdam gaat het om pakket- en koerierdiensten en om gebundelde winkelbevoorrading, levering van horeca met drank. In Milaan gebeurt de distributie van medicijnen met elektrische voertuigen. In Lissabon gebeurt de ­postbezorging en het ophalen van parkeergeld elektrisch. En ook in Madrid en Stockholm lopen gelijkaardige projecten.

Omschrijf het begrip ‘duurzame logistiek’ in eigen woorden.

1

N

Explore 7— Hoe belangrijk is logistiek voor Vlaanderen? Bekijk deze afbeeldingen van Vlaanderen en van België. Wat stel je vast?

THEMA 2

Bron: flandersinvestmentandtrade.com

LEVEL 6

©

VA

97


Spoorlijnen in België

Bron: wikipedia.be

2

IN

snelwegen N-wegen N-wegen rivieren

Bon: Michiel1972 - CC BY-SA 3.0 - commons.wikimedia.org

Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje. Beantwoord de vragen. a

Welke transportmogelijkheden kun je in België gebruiken?

Wat zijn de voordelen van transport per spoor?

Wat zijn de vier belangrijkste havens in Vlaanderen?

VA

c

N

b

d

Wat zijn de drie belangrijkste luchthavens in Vlaanderen?

e

Welke sterke troeven heeft Vlaanderen op het vlak van werknemers?

©

Good to know

THEMA 2

LEVEL 6

België heeft een goede ligging. Vanuit de haven van Antwerpen kunnen g­oederen eenvoudig naar Noord-Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Nederland en nog verder in Europa getransporteerd worden.

98


3

Bestudeer de volgende tabel. a

Zijn de havens belangrijk voor ons land?

b

Waarom?

Tabel 1: Directe en indirecte tewerkstelling in de havens in België 2017

Indirecte tewerkstelling havens Totale tewerkstelling havens

128 961 233 573

THEMA 2

LEVEL 6

©

VA

N

Bron: Nationale Bank België

104 612

IN

Directe tewerkstelling havens

99


TO THE POINT

IN

De bedrijfskolom is het overzicht van alle stappen die een product doorloopt van grondstof tot afgewerkt product. In de logistieke keten staan ook de opslag van de goederen en de planning van het transport, zodat alles tijdig op zijn bestemming geraakt. Transport kan gebeuren op meerdere manieren: over de weg, het spoor, op het water of door de lucht. Magazijnen dienen om voorraden op te slaan. Dankzij die extra voorraad kunnen klanten de goederen krijgen wanneer ze die nodig hebben. Bij de goederenstroom in een magazijn komen er vier processen aan bod.

N

— Bij het ontvangstproces worden de goederen in het magazijn ontvangen en gecontroleerd. — Bij het opslagproces worden de goederen in het magazijn opgeslagen in rekken of op de grond. — Bij het orderpickproces worden de goederen verzameld omdat klanten een bestelling geplaatst hebben. — Bij het opstuurproces worden de goederen verzonden naar de klant.

VA

Om goederen te verzamelen worden allerhande nieuwe technologieën gebruikt. Zo is er voicepicking: de orderpicker krijgt via een hoofdtelefoon de opdracht om artikelen in het magazijn te verzamelen. Goederen die onderweg zijn naar de klant, kunnen door middel van track and trace gevolgd worden. Zo weet de klant waar het pakje zich bevindt. Doordat er meer en meer goederen online besteld worden, rijden er ook meer bestel­ wagens en vrachtwagens rond. Daarom is duurzame logistiek zeer belangrijk. Een eerste element van duurzame logistiek is dat elektrische voertuigen de goederen transporteren. Een tweede element is dat men goederen bundelt zodat de bestelwagens zo weinig mogelijk weg moeten afleggen.

THEMA 2

LEVEL 6

©

Logistiek is voor Vlaanderen en België zeer belangrijk. België heeft dankzij de autosnelwegen, waterwegen, spoorwegen en zijn lucht- en zeehavens een heel goede infrastructuur. Het is een belangrijke sector voor ons land, want hij zorgt voor heel veel jobs. Logistiek betekent dat je op het juiste moment, op de juiste plaats, de exacte hoeveelheid van de gevraagde goederen hebt en dat tegen zo laag mogelijke kosten.

100


101

THEMA 2

LEVEL 6

VA

© N IN


Action 1— De logistiek van de friet en van Nike

2

Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje. a

Beschrijf de verschillende stappen die aan bod komen. Doe dat aan de hand van een schema. Gebruik een tekstverwerker of een ander programma.

b

Bewaar het schema in je portfolio.

IN

1

Bij Nike in Laakdal worden schoenen, kledij en accessoires opgeslagen. Van daaruit vertrekken de producten naar de winkels. Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje. a

Beschrijf de verschillende stappen die in het magazijn aan bod komen. Doe dat aan de hand van een schema. Gebruik een tekstverwerker of een ander programma.

b

Bewaar het schema in je portfolio.

N

Action 2— De infrastructuur in België

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een blinde kaart van België. Duid aan op de kaart: de E-wegen E17, E19, E314, E313, E34, E411, de zeehavens van Antwerpen, Gent, Oostende, Zeebrugge, de luchthavens Zaventem, Luik, Antwerpen, Oostende.

b

Bewaar de kaart in je portfolio.

VA

a

Action 3— Een affiche over logistiek

©

Ontwerp een affiche over logistiek. De affiche moet een beeld geven van wat logistiek inhoudt.

THEMA 2

LEVEL 6

Tip:

102

— Wees creatief. Gebruik veel foto’s en kernwoorden — Je kunt het onlineprogramma Canva gebruiken. Gebruik de ICT-fiches van Canva.


Action 4— Logistiek en jouw project We herhalen hier nog even de definitie van logistiek.

Logistiek

Hoe kom je te weten hoeveel voorraad je nodig hebt?

2

Heb je al enquêtes afgenomen of onderzoek gedaan? Noteer dan een schatting van de hoeveelheid producten die je wellicht nodig hebt.

VA

N

1

IN

Logistiek betekent dat je op het juiste moment, op de juiste plaats, de exacte hoeveelheid van de gevraagde goederen hebt en dat tegen zo laag mogelijke kosten. Dat betekent dat je ook voor voldoende voorraad van je grondstoffen om een ­product te produceren moet zorgen of voor een voorraad van je afgewerkte ­producten om het aan je klanten te kunnen aanbieden.

Good to know

THEMA 2

LEVEL 6

©

Ook bij de aankoop van producten of grondstoffen, kun je nadenken over duurzaamheid. Als je bijvoorbeeld wafels wilt bakken, neem je het best meteen alle benodigdheden direct mee uit de winkel.

103


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan het begrip logistiek toelichten.

2

Ik kan het begrip logistieke keten toelichten.

3

Ik kan de processen in een magazijn toelichten.

4

Ik kan het nut van track and trace omschrijven.

5

Ik kan duurzame logistiek omschrijven.

6

Ik kan het belang van logistiek voor Vlaanderen en België toelichten.

7

Ik kan een affiche ontwerpen.

VA

N

1

© LEVEL 6 THEMA 2 104

KAN BETER


Beeldwoordenboek Level 6 BEGRIP

AFBEELDING

Duurzame logistiek is het gebruik van onder andere elektrisch vervoer voor distributie van goederen.

IN

duurzame logistiek

VERKLARING

© DutchMen / Shutterstock.com

Dat zijn de verschillende stappen die een product doorloopt in een magazijn.

logistiek

Logistiek betekent op het juiste moment, op de juiste plaats, de exacte hoeveelheid van de gevraagde goederen hebben en dat tegen zo laag mogelijke kosten.

VA

N

goederenstroom

De logistieke keten bestaat uit de opslag van de goederen en de planning van het transport zodat alles tijdig van leverancier naar klant geraakt.

©

logistieke keten

LEVEL 6

Dat is de ruimte waar goederen tijdelijk worden opgeslagen totdat ze in het productieproces gebruikt worden (bv. zand) of totdat ze naar de klant verstuurd worden (bv. laptops).

THEMA 2

magazijn

105


BEGRIP

VERKLARING Het ontvangstproces heeft plaats bij aankomst van de goederen in het magazijn. Een werknemer neemt de goederen aan en controleert ze.

opslagproces

Het opslagproces bestaat uit het opslaan van de goederen op de grond of in de rekken in het magazijn.

opsturen

Dat is het proces in het magazijn waar goederen in een vrachtwagen geladen worden en naar de klant verstuurd worden.

orderpickproces

Het orderprickproces heeft plaats in het magazijn op het moment dat een klantenorder binnenkomt. Dan ver­zamelt men de goederen of haalt ze op in de rekken.

track and trace

Track and trace is een technologie die ervoor zorgt dat de klant of eigenaar zijn pakje kan volgen.

©

VA

N

IN

ontvangstproces

THEMA 2

LEVEL 6

voice picking

106

AFBEELDING

Dat is een manier waarbij de orderverzamelaars in het magazijn via een koptelefoon de opdracht krijgen om goederen in het magazijn te verzamelen.


2

LEVEL 7 Is een job als verkoop-, magazijn- of onthaalmedewerker iets voor jou?

1

IN

INTRO Ontleed de onderstaande cartoon met behulp van de KIAM-methode: kijken, interpreteren, actualiseren en mening. STAPPENPLAN

Stap 1: Kijken: Wat stelt de afbeelding in zijn geheel voor?

N

– Wat stellen de verschillende radertjes voor?

VA

– Wat is er belangrijk in een raderwerk?

Stap 2: Interpreteren: Waarover gaat die cartoon volgens jou? Wat wil de cartoonist zeggen?

Stap 3: Actualiseren: Kwam het onderwerp onlangs nog in het nieuws? Leg kort uit.

©

Stap 4: Mening: Wat is jouw mening? Ga je akkoord met de boodschap van de cartoonist?

Is de job van verkoopmedewerker, magazijnmedewerker of onthaalmedewerker iets voor jou?

LEVEL 7

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

THEMA 2

2

107


Explore 1— Welke taken voeren werknemers in een supermarkt uit?

Bekijk de afbeelding van de supermarkt. Er zijn veel mensen aan het werk. Noteer het beroep in de onderstaande tabel. Kies uit:

VA

N

IN

filiaalmanager – kassier – aanvuller – verkoper

THEMA 2

LEVEL 7

©

BEROEP

A

108

B

C

D


Explore 2— Wat zijn de taken van een verkoopmedewerker? Als je een winkel binnenkomt, vind je het heel normaal dat alle artikelen uitgestald staan en dat je snel geholpen wordt. Verschillende mensen dragen daartoe bij. a b 2

Lees het verhaal van Nathalie. Noteer de belangrijkste taken van de verkoopmedewerkers in de tabel.

Op al die vragen zoek je nu een antwoord in het verhaal van Nathalie. Lees het verhaal.

IN

1

BEROEP

TAAK

verkoper

aanvuller

kassier

N

Toen ik zestien was, had ik nog geen plannen om verkoopster te worden. Ik wilde wel een beroep waarin ik veel contact met mensen zou hebben en daarom besloot ik de richting Retail te volgen. Na dat zesde jaar volgde ik nog een zevende jaar Winkelbeheer en etalage.

VA

Ik ben zeven jaar geleden afgestudeerd. De vakantie was pas begonnen toen mijn moeder in de stad een advertentie zag hangen aan het uitstalraam van een supermarkt. De supermarkt was nog in opbouw en zocht heel veel werknemers.

THEMA 2

Als retailmedewerker staat het helpen van klanten centraal, maar daarnaast krijg ik ook heel wat andere deeltaken. Daarom vind je in jobadvertenties (vacatures) ook andere benamingen voor mijn job, zoals aanvuller, kassier of verkoper. Naast de verkoop behoren immers ook het controleren van de binnenkomende goederen, het opslaan van die goederen en de merchandising – dat is alles wat te maken heeft met het presenteren van de artikelen – tot mijn taak. Regelmatig moet ik ook bijspringen aan de kassa.

LEVEL 7

©

Ik solliciteerde onmiddellijk voor de job van verkoopmedewerker en werd diezelfde week nog uitgenodigd voor een gesprek. Het gesprek was heel positief en ‘s avonds kreeg ik al bericht dat ik mocht starten in die functie.

109


IN

Mijn werk is heel gevarieerd. Ik ben met de klanten bezig, maar daarnaast krijg ik ook regelmatig een extra opleiding. Binnenkort volg ik een training om met het nieuwe kassasysteem om te gaan en een training over de professionele aanpak van klachten. We stimuleren elkaar om goed samen te werken, zo zorgen we voor een aangename sfeer in de winkel.

Als ik nu terugdenk aan mijn schooltijd heb ik veel gehad aan de verkoopgesprekken, de praktijklessen en aan de stage. Praktijkervaring is de beste leerschool.

Explore 3— Wat verwacht een werkgever van een 1

N

verkoopmedewerker?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk de twee filmpjes. Noteer tien taken van een verkoopmedewerker.

VA

©

2

Wat betekent het begrip attitude? Zoek het woord in een woordenboek op. Omschrijf het begrip in je eigen woorden.

THEMA 2

LEVEL 7

110


3

Wat betekent het begrip vaardigheid? Zoek het woord in een woordenboek op. Omschrijf het begrip in je eigen woorden.

a

Noem vijf vaardigheden die een retailmedewerker onder de knie moet hebben?

N

spontaan

vlot

VA

ordelijk teamgericht klantvriendelijk nauwkeurig

flexibel

In de woordenwolk hieronder staan de belangrijkste attitudes die een werkgever van een retailmedewerker verwacht. Verwerk deze opdracht met een tekstverwerker met het onderstaande stappenplan. Neem eerst de ICT-fiches van tekstverwerker door.

discreet

b

IN

STAPPENPLAN

©

Stap 1: Geef je document de titel ‘Attitudes_van_een_verkoopmedewerker’. Geef de titel lettergrootte 16. Gebruik voor het document lettertype Times New Roman.

Stap 2: Neem de attitudes over in een tekstverwerker. Gebruik een opsommingsteken voor elke attitude. Stap 3: Noteer achter elke attitude een concreet voorbeeld. Stap 4: Schrijf je naam in de koptekst en de datum in de voettekst.

THEMA 2

LEVEL 7

Stap 5: Bewaar het bestand in je portfolio onder de naam ‘Attitudes_van_een_verkoopmedewerker’.

111


Explore 4— Heb jij de nodige vaardigheden voor een kassier? Hoeveel munten en / of biljetten moet een kassier minimaal gebruiken om de klant gepast terug te geven?

Stijn Bertels koopt een ijsje van 3,75 euro. Hij betaalt met een biljet van 5,00 euro.

N

De vader van Juline koopt een printer van 115,00 euro. Hij betaalt met een biljet van 100,00 en een biljet van 50,00 euro.

IN

Pieter Devriendt koopt een computerspel van 25,95 euro. Hij betaalt met een biljet van 50,00 euro.

VA

Explore 5— Hoe informeer je de klanten over de plaats van een artikel?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Download het grondplan van Krea met de winkelafdelingen en artikelgroepen. Druk het grondplan af.

2

Een leerling – de retailmedewerker – trekt een kaartje uit de doos met afdelingen en een kaartje uit de doos met artikelgroepen. De klant bevindt zich op de plaats die op het afdelingen­ kaartje staat en gaat op zoek naar het artikel.

3

De retailmedewerker legt aan de andere leerlingen van de klas – de klanten – de weg naar het artikel uit. Gebruik het grondplan.

©

1

THEMA 2

LEVEL 7

Tip:

112

Maak gebruik van deze zinnen: – Heeft u een grondplan van de winkel? – Ik toon u de afdeling op het grondplan. – U loopt langs … – U neemt de … gang rechts / links. – Volg de … pictogrammen / bordjes / kleuren. – Ga rechtdoor … – Bij de speelhoek / het ballenbad / de shop / de schoenkasten gaat u naar links / rechts. – Aan uw linker-/rechterkant vindt u … – Recht voor u ziet u …


Explore 6— Is een job als verkoopmedewerker iets voor jou? Doe de onlinetest en ontdek of een job als verkoopmedewerker iets voor jou is.

b c d

Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van VDAB. Vul in het zoekveld ‘Ontdek of een specifiek beroep bij je past’ ‘verkoopmedewerker’ in. Vul de test in. Druk de ingevulde test en je score af. Bewaar de test in je portfolio.

IN

a

Explore 7— Wat zijn de kerntaken van een onthaalmedewerker?

Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk het filmpje.

2

Wat zijn volgens jou de kerntaken van een onthaalmedewerker. Markeer ze.

N

1

VA

bezoekers naar de vergaderruimte begeleiden koerierdiensten bestellen

goederen verzendklaar maken

parkeerplaats reserveren

inlichtingen verstrekken aan bezoekers badges klaarleggen voor de bezoekers facturen opstellen bezoekers ontvangen agenda beheren

©

personeel aanwerven

bezoekers registreren

facturen boeken

LEVEL 7

de telefooncentrale bedienen

THEMA 2

vergaderzalen klaarzetten

lichtkranten maken om bezoekers te verwelkomen

113


Explore 8— Hoe belangrijk is de eerste indruk? 1

Herbekijk het beroepenfilmpje. Hoe geeft Sabine de bezoekers het gevoel dat ze welkom zijn?

2

IN

Lees het volgende onthaalgesprek. Beantwoord daarna de vragen. a

Welke fouten maakt Danny tijdens het gesprek?

Hoe zou jij dit aangepakt hebben?

VA

N

b

Laurent Huyghe meldt zich aan bij de ontvangstbalie van M&C voor zijn ­sollicitatiegesprek met Sigrid Luijten. Danny Opdebeeck ontvangt hem. Tijdens de verwelkoming brengt Inge Franken fotokopieën. Danny: Goedemorgen meneer, kan ik u helpen? Laurent: Ik heb een afspraak met Sigrid Luijten. Danny:

Wat is de reden van uw bezoek?

©

Laurent: Ik kom solliciteren naar de functie van onthaalmedewerker.

THEMA 2

LEVEL 7

Inge: Danny, hier zijn de fotokopieën die je gevraagd hebt. Waar mag ik ze leggen?

114

Danny: Leg ze daar maar neer, Inge. Zeg, heb je er ook aan gedacht om de krant voor mij opzij te leggen? Inge: Ja, de reclamebon voor die strandvakantie staat erin, hoor! Wil je echt naar Alanya gaan? Daar is het voor mij veel te warm op dat moment van het jaar.


Danny: Voor mij niet, hoor! Hoe warmer, hoe beter. Maar ik moet nu verderwerken. Tot straks. Meneer, wie mag ik aanmelden? Laurent:

Laurent Huyghe.

Danny:

Een ogenblik alstublieft.

Danny verwittigt Sigrid dat de sollicitant aangekomen is.

Laurent:

IN

Danny: Mevrouw Luijten verwacht u. Is dit uw eerste sollicitatie als onthaalmedewerker? Ja, ik ben pas afgestudeerd.

Danny: Je weet toch dat je mij gaat vervangen tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis? Ik moet namelijk geopereerd worden aan mijn meniscus. Doet u maar goed uw best, want er zijn nog twee kandidaten. Maar ik zal u laten gaan. U neemt hier de trap naar de eerste ­ erdieping. Het kantoor van mevrouw Luijten bevindt zich aan het v einde van de gang links. Veel succes. Dank u wel!

N

Laurent:

Explore 9— Wie is de meest geschikte kandidaat voor de

VA

functie van onthaalmedewerker?

Sigrid Luijten, de bedrijfsleider van M&C, is op zoek naar een tijdelijke vervanger voor Danny Opdebeeck, de onthaalmedewerker. Het interimkantoor heeft drie kandidaten aanbevolen. a

b

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er de profielen van de drie kandidaten. Lees ze grondig door. Welke kandidaat is volgens jou het meest geschikt als onthaalmedewerker? Waarom?

©

Explore 10— Hoe begeleid je een bezoeker snel en correct?

Werk per twee. Ieder duo moet de weg naar een bepaalde plaats uitleggen. Leerling A beschrijft de weg. Leerling B beoordeelt of de opdracht correct werd uitgevoerd en of de bezoeker vlot en efficiënt zijn bestemming bereikt.

THEMA 2

a b

LEVEL 7

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er het grondplan van M&C. Download het grondplan en druk het af.

115


EVALUATIEFICHE ROUTE BESCHRIJVEN Score

Max

Opmerkingen

— Opdracht vooraf goed gelezen — Route vooraf bedacht — Bezoeker efficiënt begeleid

IN

TOTAAL

Explore 11— Is een job als onthaalmedewerker iets voor jou? Doe de onlinetest en ontdek of je klantvriendelijk genoeg bent om onthaalmedewerker te worden. Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van Zaleco. Vul de test in. Druk de ingevulde test en je score af. Bewaar de test in je portfolio.

N

a b c

Explore 12— Wat zijn de taken van een magazijnmedewerker

VA

en een heftruckchauffeur?

Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk de beroepenfilmpjes. Noteer de taken van een magazijnmedewerker en een heftruckchauffeur.

©

THEMA 2

LEVEL 7

116


Explore 13— Welke attitudes en vaardigheden heb je nodig voor logistieke beroepen?

a b

Plaats het beroep boven de beroepsfiche. Markeer: de vaardigheden in het groen; de attitudes in het rood.

A

IN

Lees de beroepsfiches van magazijnmedewerker en heftruckchauffeur. Ze bevatten de vaardig­ heden en attitudes die je nodig hebt voor elk van beide beroepen.

B

Je verplaatst goederen met behulp van een heftruck. Je stapelt, ontstapelt, laadt en lost goederen. Voor het bijhouden van die handelingen en van verplaatsingen van goederen wordt er steeds meer gebruikgemaakt van de computer. Je werkt alleen of in groep. Je kunt op verschillende locaties werken, bijvoorbeeld op kades, in magazijnen, productieruimtes of koelruimtes. Je werkt heel ordelijk en nauwkeurig en leeft de veiligheidsnormen strikt na. Afhankelijk van de locatie werk je overdag, in een twee- of drieploegenstelsel of volcontinu. Een specifieke opleiding is vereist, eventueel via bijscholing. Veel bedrijven vragen vooraf een attest voor het rijden met een heftruck.

THEMA 2

LEVEL 7

©

VA

N

Je staat in voor de ontvangst, de opslag, de voorbereiding en het distributieklaar maken van goederen. Je kijkt de lading na en verzamelt de orders. Je hebt geregeld contact met interne en externe klanten en leveranciers. Je werkt op de computer via specifieke computerprogramma’s voor magazijnbeheer. Je werkt in een magazijn bij distributeurs of concessiehouders, in opslagplaatsen of op de kade. Je werkt alleen of in ploegverband. Om het laden en lossen te vergemakkelijken gebruik je machines. In sommige gevallen moet je manueel zaken verplaatsen. Het komt voor dat je moet werken met gevaarlijke goederen en stoffen. Er is geen specifieke opleiding. De job wordt geleerd op de werkplek. Een attest van heftruckbestuurder is een pluspunt.

117


Explore 14— Is een job als magazijnmedewerker iets voor jou?

Doe de onlinetest en ontdek of een job als ­magazijnmedewerker iets voor jou is.

b c d

Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van VDAB. Vul in het zoekveld ‘Ontdek of een specifiek beroep bij je past’ ‘magazijnmedewerker’ in. Vul de test in. Druk de ingevulde test en je score af. Bewaar de test in je portfolio.

TO THE POINT

IN

a

VA

N

Er bestaan verschillende benamingen voor de jobs in een winkel, maar de taken zijn min of meer dezelfde. Je kunt alles terugbrengen tot enkele basisfuncties. De belangrijkste taak van de verkoop- of retail­ medewerker is de verkoop zelf. Hij zorgt ook voor vlotte aanvullingen en de presentatie van de ­artikelen, en werkt soms aan de kassa. Die deelfuncties vind je in een vacature (jobadvertentie) terug als: verkoper, aanvuller en kassier. Een verkoopmedewerker moet klantvriendelijk, flexibel, nauwkeurig, ordelijk, spontaan, teamgericht en vlot zijn.

©

De onthaalmedewerker is voor een bezoeker of een (mogelijke) klant het eerste aanspreekpunt binnen een bedrijf of een organisatie. Een goed klantenonthaal is dus heel belangrijk. Het geeft de bezoeker een eerste indruk en zegt veel over het bedrijf of de organisatie. Een vriendelijke onthaalmedewerker is dan ook een essentiële schakel in ieder bedrijf. Als hij de klant op een goede manier ontvangt, dan zullen ongetwijfeld meerdere gesprekken of bezoeken volgen.

THEMA 2

LEVEL 7

Bovenop het onthaal en de registratie van bezoekers moet de onthaalmedewerker ook de telefooncentrale bedienen en doorschakelen wanneer dat nodig is. Soms controleert of klasseert hij ook documenten en reserveert indien nodig parkeerplaatsen en behandelt hij de post.

118

Van een onthaalmedewerker wordt verwacht dat hij klantvriendelijk, flexibel en polyvalent is. Een ­verzorgd voorkomen en voldoende inlevings­ vermogen zijn belangrijk.


In de logistiek komen verschillende beroepen voor. Een magazijnmedewerker (of magazijnier) voert allerhande taken uit in het magazijn zoals: — goederen lossen en controleren, — goederen opslaan en verzamelen, — goederen opsturen naar de klant.

IN

Een heftruckchauffeur moet: — goederen uit de vrachtwagen lossen of inladen, — goederen vervoeren doorheen het magazijn.

Voor zowel de magazijnmedewerker als heftruckchauffeur zijn deze attitudes belangrijk: — nauwkeurigheid: Hij hecht belang aan kwaliteit en past de regels strikt toe. — flexibiliteit: Hij kan zich aanpassen aan veranderende omstandigheden. — stressbestendigheid: Hij blijft rustig wanneer het moeilijk gaat of wanneer het druk is. — veiligheid: Hij past de veiligheidsregels correct toe. In een magazijn rijden immers veel machines rond en een ongeluk is snel gebeurd.

THEMA 2

LEVEL 7

©

VA

N

Tot slot zijn er een aantal vaardigheden noodzakelijk. Dit zijn enkele voorbeelden. — Hij spreekt goed Nederlands. — Hij kan met een computer overweg. — Hij kan een heftruck besturen en bezit dus een heftruckrijbewijs. Dat is vaak een vereiste.

119


120

THEMA 2

LEVEL 7

VA

© N IN


Action 1— Hoe ziet een jobadvertentie voor de retail eruit? Zoek drie jobadvertenties voor een job in de verkoop. Beantwoord voor elke jobadvertentie deze vragen. a b c d 2

Welke functie wordt er aangeboden? Welke taken behoren tot die functie? Welke kennis of vaardigheden moet je minstens hebben om in aanmerking te komen? Aan welke attitudes hecht de werkgever veel belang?

IN

1

Verwerk deze opdracht met een tekstverwerker aan de hand van het volgende stappenplan. STAPPENPLAN

Stap 1: Open in je tekstverwerker een bestand. Bewaar het in je portfolio onder de naam ‘Jobadvertenties in de retail’. Geef de titel KOP 1 als opmaakstijl. Gebruik ICT-fiche_T_11.

Stap 2: Voeg drie subtitels of ondertitels toe, met name ‘Jobadvertentie 1’, ‘Jobadvertentie 2’ en ’Jobadvertentie 3’. Geef de subtitels KOP 2 als opmaakstijl. Gebruik ICT-fiche_T_11.

N

Stap 3: Voeg onder elke subtitel een tabel met twee kolommen en vier rijen toe. Gebruik ICT-fiche_T_15. Stap 4: Voeg de eerste kolom samen zodat je slechts een rij hebt in de eerste kolom en vier rijen in de tweede kolom. Gebruik ICT-fiche_T_20. Stap 5: Kopieer en plak elke jobadvertentie in de eerste kolom van elke tabel.

VA

Stap 6: Kies voor elke tabel hetzelfde lettertype, bijvoorbeeld Arial, puntgrootte 11. Gebruik ICT-fiche_T_03.

Stap 7: Noteer de antwoorden op de vier vragen in de tweede kolom van elke tabel. Voor elke vraag en bijhorend antwoord gebruik je een rij in de tweede kolom. Zorg voor een ordelijke lay-out. Stap 8: Schrijf je naam in de koptekst en de datum in de voettekst. Gebruik ICT-fiche_T_13.

THEMA 2

LEVEL 7

©

Stap 9: Controleer voor het afsluiten of je je bestand hebt opgeslagen. Dan weet je zeker dat het in je portfolio staat.

121


Action 2— Hoe geef je wisselgeld terug? Geef zo weinig mogelijk biljetten en muntstukken als wisselgeld terug. In de tabel zie je op welke manier het wisselgeld werd teruggegeven. a b

Is de teruggave juist – met het minimale aantal munten – of fout? Verbeter de foute teruggave in een andere kleur.

WISSEL­ GELD

0,05 EURO

0,40 euro

0,10 EURO 4

0,30 euro

IN

GEBRUIKTE MUNTSTUKKEN 0,20 EURO

1

4,60 euro

1

1,00 EURO

1

2

1

1

0,85 euro

1

1

1

1

N

1

VA

2,00 EURO

1

0,75 euro

© LEVEL 7 THEMA 2 122

0,50 EURO

2

JUIST

FOUT


Action 3— Hoe informeer je de klanten over de plaats van een artikel?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er het grondplan van Decathlon met daarop vier soorten sportschoenen in verschillende afdelingen. Download dat winkelplan en druk het af. Maak gebruik van deze zinnen:

KLANT — Excuseer, kunt me vertellen waar ik … kan vinden? — Ik zoek … — Goedendag, ik ben op zoek naar … — In welke afdeling kan ik … vinden?

RETAILMEDEWERKER

IN

Tip:

— — — — —

N

— —

— —

Werk per twee. Schrijf met je buur de route uit van het onthaal naar de mountainbikeschoenen.

VA

a

Heeft u een grondplan van de winkel? Ik toon u de afdeling op het grondplan. U loopt langs … U gaat de … gang rechts / links in. Volg de … pictogrammen / bordjes / kleuren. Ga rechtdoor. Bij de speelhoek / het ballenbad / de shop / de schoenkasten gaat u naar links / rechts … Aan uw linker-/rechterkant vindt u … Recht voor u ziet u …

b

Werk alleen. Schrijf de route uit van de mountainebikeschoenen naar de voetbalschoenen.

c

THEMA 2

LEVEL 7

©

d

Wijs de klant mondeling de weg vanaf de voetbalschoenen tot aan de zwemvliezen. Gebruik het plan van Decathlon. Met een vierde klant oefen je het toelichten van de winkelindeling aan de hand van het grondplan in. Loods de klant van de zwemvliezen naar de tennisschoenen.

123


Action 4— Welke sollicitanten hebben de juiste kwaliteiten voor een onthaalmedewerker?

Tijdens een sollicitatiegesprek voor de functie van onthaalmedewerker doen een aantal kandidaten de volgende uitspraken. Noteer bij elke uitspraak of de kandidaat de juiste kwaliteit heeft. Leg telkens uit waarom je dat antwoord kiest. UITSPRAAK

POSITIEF / NEGATIEF

Ik kan gemakkelijk iets uitleggen.

Voor mij is het belangrijk dat het een nine-to-fivejob is omdat ik kinderen heb.

Ik durf vreemde talen te spreken, ook al ben ik daar niet zo sterk in.

IN

a b

N

VA

Ik kan niet goed met computers werken en ik hou er ook niet van.

Op rustige momenten kan ik privézaken regelen, zoals een afspraak maken bij de tandarts.

THEMA 2

LEVEL 7

©

Ik word niet snel van mijn stuk gebracht.

124

Ik kan niet goed omgaan met kritiek.

Ik besteed weinig aandacht aan mijn kleding. Als ik mijn job maar goed doe.


Action 5— Hoe lees je een jobadvertentie uit de logistieke sector?

Lees de jobadvertenties voor een aantal logistieke beroepen. Noteer in de tabel: a b c

de logistieke job, de voornaamste taken, de vermelde attitudes en vaardigheden.

1 Gezocht: Logistiek medewerker Je staat in voor: – de controle van de kwaliteit en de

Job:

Taken:

N

hoeveelheid van de producten bij binnenkomst in het magazijn, – het lossen van de vrachtwagens, – de orde en de netheid in het magazijn.

IN

1

We verwachten: – enige ervaring als magazijnier,

Attitudes:

Vereiste studies: – geen specifieke studievereisten – talenkennis: Frans, Engels, Nederlands en Duits

VA

– bereidheid om gerichte opleidingen te volgen, – een rijbewijs B (C / CE is een pluspunt) en een heftruckrijbewijs, – een positieve instelling, – ordelijkheid, – flexibiliteit.

Vaardigheden:

THEMA 2

LEVEL 7

©

We bieden: – een contract van onbepaalde duur, – een voltijdse job, – een hospitalisatieverzekering, – een goede verloning, – veel afwisseling, – mogelijkheid tot het volgen van opleiding.

125


2

“Wij zoeken een magazijnier!” Als magazijnier ontvang je de goederen en sla je ze op. Je verzamelt de bestellingen en maakt ze klaar.

Job:

Taken:

Je hebt geregeld contact met klanten en leveranciers.

Het is belangrijk dat je goed kunt samenwerken, zowel

met mensen binnen het bedrijf als daarbuiten.

magazijnbeheer werken. Enige ervaring als ­magazijnier

is gewenst.

IN

Je kunt met bepaalde computerprogramma’s voor

Attitudes:

Vereiste studies: – 3e graad Office en logistics assistant bso – 3e graad Retail en logistics assistant bso – Bij voorkeur: Specialisatiejaar 7 Logistiek bso – een goede talenkennis van het Nederlands – minstens twee jaar ervaring – een rijbewijs type: B Verwacht: – zelfstandig kunnen werken

– nauwkeurig kunnen werken – zin voor netheid

Vaardigheden:

N

– flexibel qua werkuren

– een heftruckrijbewijs.

THEMA 2

LEVEL 7

©

VA

126


3

Job:

Ben jij de logistiek medewerker die we zoeken?

Taken:

We verwachten van jou: hoogstens een diploma hoger secundair beroep.

IN

Jouw takenpakket: Je werkt samen met een ploeg vrijwilligers onder leiding van een begeleider. Je staat in voor de vlotte aanvoer van goederen (groenten, fruit, zuivel, brood …) o.a. vanuit de Mechelse Veiling, voedselbank Brussel (gelegen in Anderlecht) en lokale leveranciers uit het Leuvense die we verkopen in de sociale kruidenier of verwerken in het sociaal restaurant. Je zorgt voor een ordelijke opslag van deze goederen. Je garandeert ook een vlotte afvalverwerking. Je hebt een collega die met je meerijdt als convoyeur (laden en lossen).

VA

N

Jouw profiel: ∙ rijbewijs B en enkele jaren rijervaring ∙ basiskennis Nederlands ∙ klantvriendelijk ∙ teamspeler ∙ fysiek fit (veel til- en hefwerk) ∙ discreet, hoffelijk en eerlijk ∙ Je kunt vlot omgaan met collega’s en klanten. ∙ Je steekt graag de handen uit de mouwen en wilt graag bijleren. ∙ Je kunt gevarieerd werk aan en ziet niet op tegen die afwisseling. ∙ Gezonde voeding en armoede interesseren je.

Attitudes:

Vaardigheden:

Vereiste studies ∙ Diploma secundair onderwijs ∙ Talenkennis: Nederlands ∙ Werkervaring: beperkt ∙ Rijbewijs: B

Verklaar deze woorden en geef telkens een voorbeeld uit de logistiek. De bovenstaande job­ advertenties kunnen je daarbij helpen.

©

2

flexibiliteit:

LEVEL 7

THEMA 2

a

127


b

een positieve instelling:

c

kwaliteit van de producten:

d

een afwisselende functie:

IN

e

N

Goede verloning:

Zoek nog twee jobadvertenties voor een logistieke job die je interesseert. Druk die af en voeg ze toe aan je portfolio.

VA

3

Action 6— Werkplekleren om de job van verkoop-, magazijnen onthaalmedewerker beter te leren kennen

Een job leer je het best kennen door die te doen en aan de lijve te leren ondervinden. Duid aan welke medewerker je graag een dag zou volgen.

©

a

THEMA 2

LEVEL 7

b

128

een verkoopmedewerker

een onthaalmedewerker

een magazijnmedewerker

Noteer de naam en het adres van de onderneming waar je meeloopt met een van de werknemers.


c d e f g

BREAKING NEWS

IN

Verzamel informatie over de taken van de medewerker. Illustreer eventueel met foto’s maar vraag eerst of je foto’s mag nemen. Vraag de medewerker naar de top drie van vaardigheden die belangrijk zijn voor het uitvoeren van de job. Vraag eveneens naar de top drie van attitudes die de werkgever verwacht van de job die de medewerker moet uitvoeren Wanneer je terug op school bent, verwerk je alle verzamelde informatie in een overzichtelijk document. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

N

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan een cartoon interpreteren aan de hand van de KIAM-methode.

2

Ik kan informatie uit een tekst, een filmfragment, een jobadvertentie … halen.

3

Ik kan de taken van een verkoopmedewerker toelichten.

4

Ik kan de kennis en vaardigheden van een verkoopmedewerker toelichten.

©

1

5

Ik kan de nodige attitudes van een verkoopmedewerker toelichten.

6

Ik kan de klant informeren over de plaats van een artikel in de winkel.

7

Ik kan een klant snel teruggeven bij een betaling aan de kassa.

8

Ik kan op een efficiënte manier informatie opzoeken op internet.

LEVEL 7

KAN BETER

THEMA 2

VA

JA

129


JA 9

KAN BETER

Ik kan een tekst een bepaald lettertype en een bepaalde lettergrootte geven.

11 Ik kan een kop- en voettekst toevoegen aan een document.

12 Ik kan een tabel toevoegen in een tekst.

13 Ik kan cellen van een tabel samenvoegen.

13 Ik kan de taken van een onthaal­ medewerker toelichten.

IN

16 Ik kan de taken van een magazijn­ medewerker toelichten.

17 Ik kan de kennis en vaardigheden van een magazijnmedewerker toelichten.

VA

N

© LEVEL 7

15 Ik kan de nodige attitudes van een ­onthaalmedewerker toelichten.

18 Ik kan de nodige attitudes van een ­magazijnmedewerker toelichten.

THEMA 2

10 Ik kan ingestelde stijlen gebruiken.

14 Ik kan de kennis en vaardigheden van een onthaalmedewerker toelichten.

130

EXTRA OEFENMATERIAAL


Beeldwoordenboek Level 7 BEGRIP

VERKLARING Die werknemer vult in de winkels de rekken aan.

attitude

Dat is een eigenschap die je bezit. Het geeft aan hoe je bent en beschrijft je houding in bepaalde situaties. Bv. enthousiast

heftruckchauffeur

Die werknemer lost goederen uit een vrachtwagen of laadt ze erin. Hij ­vervoert ook met een heftruck de goederen in het magazijn.

VA

N

IN

aanvuller

AFBEELDING

Die werknemer rekent de producten van de klanten af.

©

kassier

LEVEL 7

Die werknemer controleert de ­goederen wanneer ze in het ­­magazijn aankomen, verzamelt ­goederen wanneer een klant een bestelling plaatst en zorgt voor de ­verzending naar de klant.

THEMA 2

magazijn­ medewerker

131


VERKLARING

onthaal­ medewerker

Die werknemer onthaalt en registreert bezoekers, bedient de telefoon­centrale, klasseert vaak ook documenten en verwerkt de inkomende en uitgaande post.

vaardigheid

Een vaardigheid is iets wat je kunt. Het geeft aan dat je bekwaam bent om een bepaalde handeling of taak uit te voeren. Bv. snel en correct kunnen afrekenen aan de kassa

vacature of jobadvertentie

Een advertentie op een website of een krant waarin gezocht wordt naar een bepaald personeelslid bijvoorbeeld een magazijnier

verkoper

Die werknemer helpt de klant om een bepaald product te vinden of geeft uitleg over een bepaald product.

Gezocht: Logistiek medewerker

N

VA

© LEVEL 7 THEMA 2 132

AFBEELDING

IN

BEGRIP


LEVEL 8 Wanneer maakt een onderneming winst of verlies?

In level 3 heb je al gebrainstormd over een actie om geld in te zamelen voor nieuw kampeermateriaal. Deze twee voorstellen liggen op tafel: een multiculturele avond of een sponsorloop.

VA

N

1

IN

INTRO

a

Werk per twee. Welke actie zal het meeste geld opbrengen?

b

Waarom denk je dat? Noteer minstens drie argumenten.

©

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

LEVEL 8

Wanneer maakt een onderneming / organisatie winst of verlies?

THEMA 2

2

133


Explore 1— Wat zijn de kosten en opbrengsten van een plantenshop?

KOST EN OPBRENGST

Een opbrengst is het geld dat je ontvangt voor de verkoop van goederen of de levering van diensten. Een kost is het geld dat je moet betalen voor het gebruik van een

IN

goed of dienst om iets te produceren of te verkopen.

Lees de tekst over Fleur en Dries en markeer: de kosten in het rood, de opbrengsten in het groen.

Fleur en Dries, een jong koppel, hebben het aangedurfd, een plantenshop op te starten. Hun zaak is gespecialiseerd in het kweken van Japanse hulst, een alternatief voor de buxusplant die zwaar te lijden had onder de buxusrups. Omdat de verkoop van Japanse hulst erg afhankelijk is van het seizoen, kunnen Fleur en Dries niet in elk seizoen evenveel verkopen. Daarom verkopen ze enerzijds planten in kuipen (pot) en anderzijds scheuten. De planten in kuipen worden meestal het hele jaar door verkocht. De scheuten verkopen vooral in de lente en de herfst vlot. De verkoopprijs van een plant met kuip bedraagt 14,00 euro. De gemiddelde verkoopprijs van een scheut bedraagt 2,25 euro. De scheuten en de planten voor de kuipen worden door Fleur en Dries zelf gekweekt. De aankoopkost per stek bedraagt 1,00 euro. De pot waarin de plant wordt verkocht, kost 2,00 euro per stuk. Omdat Fleur en Dries nieuw zijn in de omgeving, willen ze zich graag bekendmaken. Ze voorzien daarvoor een reclamebudget van 9 500,00 euro. Daarvan investeren ze 6 000,00 euro in reclame bij het opstarten van de zaak (begin november). Het resterende bedrag besteden ze in de lente om de planten te promoten.

THEMA 2

LEVEL 8

©

VA

N

a b

134


Het jaarlijkse onderhoud van de serres bedraagt 3 000,00 euro. De verzekeringspremie van de serres en de machines bedraagt jaarlijks 1 800,00 euro. Verder betalen ze jaarlijks voor: – telefoon: € 700,00 – kantoorbenodigdheden: € 300,00 – boekhouder: € 520,00 – drukwerk: € 1 550,00

IN

Ook aan de elektriciteit gaat er elk jaar een groot budget op: – verlichting: € 375,00 – drijfkracht: € 1 200,00 Tot slot is het waterverbruik voor de bevloeiing in de serres een grote uitgavenpost, jaarlijks 3 200,00 euro.

Zoek in een woordenboek of op internet de betekenis van de begrippen afzet en omzet. Noteer de betekenis in je eigen woorden. a

de afzet

b

de omzet

VA

1

N

Explore 2— Hoe bereken je de omzet?

2

Hoe wordt de omzet berekend? Noteer hier de wiskundige formule.

3

Lees deze info over de afzet van Fleur en Dries.

Breng de afzet in kaart door de tabel aan te vullen.

Wat de afzet betreft weten Fleur en Dries dat ze tijdens de herfst ongeveer 2 500 scheuten kunnen verkopen. Ook tijdens de lente worden nog scheuten verkocht, maar dan zijn dat er nog maar een 660-tal. De planten in kuipen worden tijdens drie seizoenen verkocht: lente, zomer en herfst. De lente is het beste seizoen. Dan zouden Fleur en Dries 3 500 planten kunnen verkopen. In de zomer is de verkoop iets minder, dan zou het om 2 500 planten gaan. Tijdens de herfst zouden dat er nog 1 500 zijn. De plant wordt altijd in een pot verkocht.

THEMA 2

LEVEL 8

©

a

135


AANTAL SCHEUTEN Winter

Lente

Zomer

Herfst

IN

b

AANTAL PLANTEN IN KUIP

Bereken de omzet per seizoen en per jaar met een rekenblad door het stappenplan te volgen. Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er het basisbestand. Gebruik de ICT-fiches voor rekenblad. STAPPENPLAN

N

Stap 1: Voeg deze cellen samen: B1 tot en met D1; E1 tot en met G1. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_14. Stap 2: Geef deze cellen de juiste opvulkleur: A1 tot en met H2; B7 tot en met C7; E7 tot en met F7. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_13.

VA

Stap 3: Geef alle cellen van de tabel een blauwe celrand. Gebruik daarvoor ICTfiche_R_13. De tabel zou er nu zo uit moeten zien:

SCHEUTEN

VERKOOP­ PRIJS

OMZET

VERKOOP­ PRIJS

AANTAL

TOTALE OMZET

OMZET

Winter

Lente

Zomer

Herfst

Totaal (jaar)

© LEVEL 8 THEMA 2 136

AANTAL

PLANTEN IN KUIP

Stap 4: Noteer de getallen volgens de NBN-normen: Gebruik een spatie als scheidingsteken na de duizendtallen, noteer het euroteken voor het getal en schrijf twee decimalen. Gebruik ICT-fiche_R_06.

Stap 5: Vul de verkoopprijs van de scheuten en de planten in kuip in door gebruik te maken van de vulgreep. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_17. Stap 6: Vul de afzet in.


Stap 7: Bereken de omzet per seizoen door een formule te gebruiken. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_24. Stap 8: Een formule begint altijd met een =-teken. Noteer de formule voor cel D3: Stap 9: Bereken de totale omzet per seizoen door een formule te gebruiken. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_24. Noteer de formule voor cel H3: Stap 10: Bereken de totale omzet per jaar door een functie te gebruiken. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_24.

IN

Noteer de functie die je gebruikt hebt in cel D7:

Explore 3— Welke kosten moet je in rekening brengen? HANDELSGOED

In de eerste plaats zijn er de kosten die je maakt als je de goederen aankoopt, ook wel handelsgoederen genoemd, deze koop je

Bereken de aankoopkosten met een rekenblad door het stappenplan te volgen. Ga naar het online­lesmateriaal. Je vindt er het basisbestand. Gebruik de ICT-fiches voor rekenblad. Denk eraan dat ze zowel voor de scheuten als de kuipplanten stekken aankopen.

VA

1

N

bijvoorbeeld bij de groothandel.

STAPPENPLAN

Stap 1: Voeg deze cellen samen: B1 tot en met D1 en E1 tot en met G1. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_14.

Stap 2: Geef deze cellen de juiste opvulkleur: A1 tot en met H2; B7 tot en met C7; E7 tot en met F7. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_13. Stap 3: Geef alle cellen van de tabel een blauwe celrand. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_13. De tabel zou er nu zo uit moeten zien:

AANKOOP­ PRIJS

AANKOOP­ KOSTEN

AANTAL

KUIPEN

AANKOOP­ PRIJS

TOTALE AANKOOPKOSTEN

AANKOOP­ KOSTEN

AANTAL

Winter

Lente

Zomer

Herfst

Totaal (jaar)

LEVEL 8

STEKKEN

THEMA 2

©

137


Stap 4: Noteer de getallen volgens de NBN-normen: Gebruik een spatie als scheidingsteken na de duizendtallen, noteer het euroteken voor het getal en schrijf twee decimalen. Gebruik ICT-fiche_R_07. Stap 5: Vul de aankoopprijs van de stekken en de kuipen in door gebruik te maken van de vulgreep. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_10. Stap 6: Vul de aantallen in. Stap 7: Bereken de aankoopkosten per seizoen door een formule te gebruiken. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_24. Stap 8: Een formule begint altijd met een =-teken.

IN

Noteer de formule voor cel D3:

Stap 9: Bereken de totale aankoopkosten per seizoen door een formule te gebruiken. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_24. Noteer de formule voor cel H3:

Stap 10: Bereken de totale aankoopkosten per jaar door een functie te gebruiken. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_24. Noteer de functie die je gebruikt hebt in cel D7:

Daarbovenop zijn er ook de kosten die van belang zijn voor de goede werking van de onder­ neming. Dat kunnen geleverde diensten zijn zoals het onderhoud van de serres of de levering van elektriciteit. a

N

2

Bereken de andere kosten door de onderstaande tabel in te vullen. RUBRIEK

VA

Reclame

BEDRAG

Elektriciteit

Verzekeringen

Onderhoud

Telefoonkosten

Bureelbenodigdheden

Boekhouder

Drukwerk

Water

Totaal

© LEVEL 8 THEMA 2 138

b

Bereken de totale kosten (totale aankoopkosten + andere kosten) voor de plantenshop.


Explore 4— Hoe bereken je het resultaat van een onderneming?

1

Welke formule gebruik je om het resultaat van een onderneming te berekenen?

2

Markeer het juiste antwoord. Er is sprake van winst wanneer de opbrengsten groter / kleiner zijn dan de kosten.

b

Een onderneming lijdt verlies wanneer de opbrengsten groter / kleiner zijn dan de kosten

IN

a

3

Bereken het resultaat van de plantenshop.

4

Maakt de plantenshop winst of verlies? Waaruit leid je dat af?

N

Explore 5— Hoe krijg je snel een beeld van de omzet van Gifts?

VA

Gifts verkoopt geschenkartikelen. Bereken de omzet. Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er het basisbestand en de filmpjes. Gebruik de ICT-fiches van rekenblad. STAPPENPLAN

Stap 1: Open het bestand Omzet_Gifts.xlsx met daarin de afzet en de eenheidsprijs van november.

Stap 2: Bereken de omzet in kolom E door een gepaste formule te gebruiken. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_24. Tip:

Een formule begint altijd met een =-teken.

Noteer de formule van cel E2:

©

Stap 3: Gebruik een gepaste formule om de totale omzet in cel E22 te berekenen. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_24. Noteer de formule voor cel E22:

Stap 4: Bereken de minimumomzet in cel E23. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_24. Noteer de formule voor cel E23:

Stap 5: Bereken de maximale omzet in cel E24. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_24.

Noteer de formule voor cel E25:

THEMA 2

Stap 6: Bereken de gemiddelde omzet in cel E25. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_24.

LEVEL 8

Noteer de formule voor cel E24:

139


Explore 6— Hoe evolueert de afzet van Gift? Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er het bestand Afzet_Gifts.xlsx met de afzet per productcategorie voor 2018, 2019 en 2020. Welke soort grafiek gebruik je om de evolutie van de afzet per productcategorie voor te stellen?

b

Waarom kies je dat grafiektype?

c

Neem ICT-fiche_R_28 door en bekijk het bijhorende filmpje. Stel daarna de afzet per productcategorie in een grafiek voor. Plaats de grafiek op een nieuw blad. Voeg de grafiektitel ‘Evolutie van de afzet per productcategorie’ toe.

IN

a

N

TO THE POINT

VA

De afzet is het aantal verkochte producten in een bepaalde periode. De omzet of opbrengst is het geldbedrag dat je krijgt bij het verkopen van de goederen of het leveren van diensten. De omzet bereken je door de verkoopprijs (p) te vermenigvuldigen met de afzet (q).

Een kost is het geld dat je moet betalen voor het gebruik van een product of dienst om iets te produceren of te verkopen. De goederen die je hiervoor aankoopt om later te verkopen met winst, heten handelsgoederen.

THEMA 2

LEVEL 8

©

Het resultaat van een onderneming wordt berekend door de opbrengsten te verminderen met de kosten. Zijn de opbrengsten groter dan de kosten dan is er winst. Zijn de opbrengsten kleiner dan de kosten dan is er verlies.

140


141

THEMA 2

LEVEL 8

VA

© N IN


Action 1— Wat zijn de kosten en opbrengsten van een dierenhotel?

Werk per twee. Noteer vier voorbeelden van opbrengsten van het dierenhotel. Tip:

Noteer tien voorbeelden van kosten die het uitbaten van een dierenhotel met zich meebrengt.

THEMA 2

LEVEL 8

©

VA

b

Zoek inspiratie op websites van bestaande dierenhotels.

N

a

IN

Thorben heeft enkele jaren in een dierenspeciaal­ zaak gewerkt. Hij vond dat het tijd was om een nieuwe uitdaging aan te gaan en wil een dieren­ hotel beginnen. Hij is een echte dierenliefhebber en vond niet gemakkelijk onderdak voor zijn golden retriever wanneer hij zelf op reis wilde gaan.

142


Action 2— Kost of opbrengst? Zijn deze verrichtingen van Sportswear een kost of een opbrengst? Duid aan. SPORTSWEAR

KOST

OPBRENGST

… verkoopt trainingspakken aan voetbalclub F.C. Plein.

IN

… betaalt maandelijks interest op de lening van de firmawagen.

… ontvangt de elektriciteitsfactuur voor de maand januari.

… plaatst een publiciteitsadvertentie in een regionale krant. … verkoopt vijf voetballen aan basisschool De Linde. ... betaalt de maandelijkse huur voor het magazijn. … koopt voetbalschoenen bij Reebok Europe.

N

… ontvangt interest op de zichtrekening.

… betaalt de jaarlijkse premie van de autoverzekering van de firmawagen.

VA

… ontvangt een korting van leverancier Nike omdat de betaling van de factuur binnen vijf dagen gebeurde.

Action 3— Kun je van websites ontwerpen, je droomjob maken?

Lees de tekst over Jasmien en Stijn. Markeer: a b

de kosten in het rood, de opbrengsten in het groen.

THEMA 2

Jasmien Degroot en haar vriend Stijn Martens zijn pas afgestudeerd als webdesigners. Zij willen van hun hobby hun beroep maken en hebben samen Design2Joy opgericht. De onderneming zal webapplicaties en websites ontwerpen.

LEVEL 8

©

1

143


THEMA 2

LEVEL 8

©

VA

N

IN

Om de kosten zo laag mogelijk te houden, blijven ze het eerste jaar in de studentenstudio die ze sowieso al huurden. De huurprijs van hun studio bedraagt 300,00 euro per maand. Voor het tweede jaar willen ze een bediende in dienst nemen waardoor zij gedwongen zijn een kleine woning met kantoorruimte te huren. De maandelijkse huurprijs schatten ze op 750,00 euro. De jaarlijkse loonkost van die bediende bedraagt 50 000,00 euro. Gedurende het eerste jaar blijft de omzet wellicht beperkt tot zo’n 75 000,00 euro. Voor het tweede jaar rekenen ze op een omzet van 250 000,00 euro. Omdat dat hun enige inkomen is, zullen Jasmien en Stijn zich elk een ­bezoldiging uitkeren van 25 000,00 euro in het eerste jaar, en van 62 500,00 euro in het tweede jaar. Verder houden ze rekening met: — publiciteit bij de start van hun onderneming: € 1 500,00 — elektriciteit, gas, water: € 1 000,00 (jaar 1) € 3 000,00 (jaar 2) — huur van de informatica-uitrusting: € 2 500,00 (per jaar) — verzekeringen: € 1 350,00 (jaar 1) € 2 450,00 (jaar 2) — telefoon: € 2 500,00 (jaar 1) € 2 900,00 (jaar 2) — factuur van de boekhouder: € 2 000,00 (jaar 1) € 2 500,00 (jaar 2) — kantoormateriaal: € 2 750,00 (jaar 1) € 2 250,00 (jaar 2) — diversen: € 2 000,00 (jaar 1) € 2 500,00 (jaar 2) Om de oprichting te financieren hebben ze een lening aangegaan op drie jaar, waarvoor in het eerste jaar 750,00 euro interest betaald wordt, en in het tweede jaar 500,00 euro.

144


2

Bereken het resultaat van Design2Joy. Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er het basis­ bestand en de bijhorende filmpjes. Gebruik de ICT-fiches van rekenblad. a

Bewaar het basisbestand in je portfolio. Pas het basisontwerp aan volgens het stappenplan zodat het er als volgt uitziet: STAPPENPLAN Stap 1: Pas de breedte van kolom A aan  35 (ICT-fiche_R_16). Stap 2: Pas de breedte van kolom B en C aan  12 (ICT-fiche_R_16). Stap 3: Pas de arcering van rij 1 – 4 – 6 – 20 – 22 en 23 aan (ICT-fiche_R_13).

IN

Stap 4: Zorg ervoor dat de tekst van rij 1 – 6 en 22 de juiste kleur krijgt (ICT-fiche_R_13). Stap 5: De tekst van rij 1 – 4 – 6 – 20 – 22 en 23 moet vetjes zijn (ICT-fiche_R_13). Stap 6: Breng de nodige randen aan (ICT-fiche_R_13). OPBRENGSTEN

Totaal

KOSTEN

JAAR 1

VA

JAAR 2

Totaal

RESULTAAT

Totaal

JAAR 1

JAAR2

Vul de tabel in.

©

b

JAAR 2

N

JAAR 1

STAPPENPLAN Stap 1: In kolom A vul je de rubrieken van de opbrengsten en kosten in. Stap 2: Verwijder overbodige rijen.

THEMA 2

Stap 4: Bereken de totalen van de kosten en de opbrengsten aan de hand van een formule. (ICT-fiche_R_24).

LEVEL 8

Stap 3: Vul in kolom B en C de bedragen in. Zorg ervoor dat de het scheidingsteken voor de duizendtallen een spatie is. De bedragen moeten automatisch twee decimalen hebben (ICT-fiche_R_07).

145


Noteer de formule voor:

– het totaal van de kosten van jaar 1: – het totaal van de opbrengsten van jaar 1: Stap 5: Bereken het resultaat in cel B21 en C21. Noteer de formule voor: – B21: – C21:

IN

Stap 6: Controleer voor het afsluiten of je je bestand hebt opgeslagen. Dan weet je zeker dat het in je portfolio staat.

Action 4— Kun jij het resultaat van Campeerservice berekenen?

N

Lees aandachtig het vraagstuk en bereken het resultaat van onderneming Campeerservice.

VA

Campeerservice verkoopt tenten en in het bijzonder tenten voor bergbeklimmers. De onderneming koopt de tenten aan voor 250,00 euro en verkoopt de tenten voor 385,00 euro. Jaarlijks verkopen ze 1 500 tenten. De andere kosten bedragen 120 000,00 euro.

a

Bereken de omzet van Campeerservice.

b

Bereken de jaarlijkse aankoopkosten.

Bereken de totale kosten voor Campeerservice.

©

c

d

Bereken het resultaat van de onderneming.

e

Maakt ze winst of verlies? Waaruit leid je dat af?

THEMA 2

LEVEL 8

146


Action 5— Hoe krijg je zicht op de omzet van Sportswear?

a

de totale omzet:

b

de grootste omzet:

c

de kleinste omzet:

d

de gemiddelde omzet per jaar:

Noteer telkens de gebruikte functie voor 2016.

IN

Bereken de omzetcijfers van Sportswear. Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er het basisbestand. Gebruik de ICT-fiches voor rekenblad. Gebruik de gepaste functie. Bereken:

sportswear

N

Action 6— Hoe is de omzet van Sportswear over de

verschillende sportcategorieën verdeeld?

VA

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er het bestand Omzet per sportcategorie.xlsx. Welke soort grafiek gebruik je om de evolutie van de omzet per productcategorie voor te stellen?

b

Waarom kies je dat grafiektype?

c

Stel de verdeling van de omzet per productcategorie in een grafiek voor. Gebruik ICT-fiche_R_31. Plaats de grafiek op een nieuw blad. Noteer de grafiektitel ‘Omzet per sportcategorie’. Geef de percentages per categorie weer.

THEMA 2

sportswear

LEVEL 8

©

a

147


Action 7— Hoe stel je de evolutie van de omzet van Sportswear grafisch voor?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er het bestand ‘evolutie_omzet_sportswear.xlsx’. Welk soort grafiek gebruik je om de evolutie van de omzet per productcategorie voor te stellen?

b

Waarom kies je dat grafiektype?

c

Stel de evolutie van de omzet per product­categorie in een grafiek voor. Gebruik ICT-fiche_R_30 en volgende. Plaats de grafiek op een nieuw blad. Noteer de grafiektitel ‘Evolutie omzet per sportcategorie’

IN

a

N

sportswear

BREAKING NEWS

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 2

LEVEL 8

©

VA

1

148


CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

KAN BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan het begrip opbrengsten toepassen op een voorbeeld.

2

Ik kan het verschil tussen afzet en omzet omschrijven.

3

Ik kan de omzet berekenen in een concreet voorbeeld.

4

Ik kan het begrip kosten toepassen op een voorbeeld.

5

Ik kan omschrijven hoe het resultaat wordt berekend.

6

Ik kan omschrijven wanneer een onder­ neming winst of verlies maakt.

7

Ik kan de winst of het verlies in een concrete situatie berekenen.

8

Ik kan de vulgreep toepassen.

9

Ik kan een tabel functioneel opmaken (randen, arceringen, uitlijnen, cellen samenvoegen).

10 Ik kan de gegevens in een tabel de juiste getallennotaties geven (getal, percentage, valuta, datum).

11 Ik kan data grafisch weergeven.

12 Ik kan het meest geschikte grafiektype kiezen voor een situatie.

13 Ik kan de formules som, gemiddelde, minimum, maximum toepassen.

LEVEL 8 THEMA 2

©

VA

N

IN

1

149


Beeldwoordenboek Level 8 BEGRIP afzet

VERKLARING

AFBEELDING

De afzet is het aantal verkochte eenheden in een periode.

BROODJE

Dat zijn de goederen die een ondernemer aankoopt om die met winst te verkopen. Bv. truien in een kledingwinkel

kost

Een kost is het geld dat je moet betalen voor het gebruik van een product of dienst om iets te produceren of te verkopen.

Gezond

75

Kaas

60

Kip

70

Zalmsalade

55

IN

handels­ goederen

AFZET

(verkochte stuks)

KOSTEN BROODJESZAAK

ingrediënten (broodjes, salade, tomaten, beleg …) verpakking

huur gebouw elektriciteit

N

verwarming water

Een opbrengst is het geld dat je ontvangt voor de verkoop van goederen of de levering van diensten.

(verkochte stuks)

VERKOOPPRIJS PER STUK

Gezond

75

3,00

225,00

Kaas

60

3,50

210,00

Kip

70

3,70

259,00

Zalmsalade

55

4,30

236,50

BROODJE

VA

omzet of opbrengst

Het resultaat van een onderneming wordt berekend door de opbrengsten te verminderen met de kosten.

verlies

Verlies betekent dat er meer kosten zijn dan opbrengsten.

©

resultaat

THEMA 2

LEVEL 8

winst

150

Winst betekent dat je meer opbrengsten hebben dat kosten.

AFZET

(in euro)

OMZET / OPBRENGST (in euro)


LEVEL 9 Hoe halen bedrijven informatie uit digitale data?

1

IN

INTRO Ondernemingen zijn voortdurend bezig om data van onder andere hun klanten te verzamelen. Dankzij die data kunnen ze zo goed mogelijk inspelen op de behoeften van de klanten. a b

©

VA

N

c

Bedenk zoveel mogelijk manieren waarop ondernemingen die data kunnen verzamelen. Maak een woordenwolk met alle antwoorden. Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een aantal tools waarmee je een woordenwolk kunt maken. Bewaar de woordenwolk in je portfolio.

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

LEVEL 9

Hoe halen bedrijven informatie uit (digitale) data?

THEMA 2

2

151


Explore 1— Wat is het verschil tussen data en informatie? VERSCHIL TUSSEN DATA EN INFORMATIE

Data of gegevens kunnen symbolen, getallen, tekens, grafieken, woorden … zijn. Er is pas sprake van informatie als er aan die gegevens een bepaalde betekenis gegeven wordt.

IN

Leg de begrippen data en informatie uit aan de hand van het onderstaande voorbeeld. Markeer het juiste antwoord. a

De grafiek zelf levert data of gegevens / informatie.

b

De interpretatie en de conclusie zijn data of gegevens / informatie.

Infographic 1: Seizoensspreiding van de overnachtingen in Vlaanderen

VA

N

Toerisme aan de kust en in de Vlaamse regio’s is erg seizoensgebonden, de bezetting in de kunststeden is eerder stabiel doorheen het jaar. Aan de kust vindt 35 % van alle overnachtingen plaats in de maanden juli en augustus, in de Vlaamse regio’s is dat 29 %. In de kunststeden zijn de twee zomermaanden goed voor 19 % van het jaartotaal. Vooral in de wintermaanden is het verblijftoerisme aan zee beperkt, terwijl in de Vlaamse regio’s wel nog redelijk wat overnachtingen plaatsvinden. Het is een uitdaging voor de toeristische sector om ook aan de kust en in de Vlaamse regio’s voor een meer stabiele omzet en tewerkstelling te zorgen.

Seizoensspreiding van de overnachtingen in Vlaanderen

1 800 000

152

1 400 000 1 200 000 KUNSTSTEDEN

1 000 000 800 000 600 000

VLAAMSE REGIO’S

400 000

KUST

200 000

Bron: toerismevlaanderen.be

dec

nov

okt

sept

aug

jul

jun

mei

apr

mrt

feb

0 jan

THEMA 2

LEVEL 9

©

1 600 000


Explore 2— Hoe kunnen gegevens gemanipuleerd worden? De verkoopafdeling van een onderneming stelde de gegevens in verband met de evolutie van de afzet van een bepaald product voor in de onderstaande grafieken. Werk samen met je buur. Spreek af wie welke grafiek bestudeert. Welke conclusie kun je trekken over de evolutie van de afzet van jouw grafiek?

Grafiek 1:

Grafiek 2:

IN

a b

c

Leg de twee conclusies naast elkaar. Wat stel je vast?

d

Hoe komt het dat dezelfde data tot een andere interpretatie leiden?

THEMA 2

LEVEL 9

©

VA

N

Infographic 2: Afzet (in stuks)

153


N

IN

Infographic 3: Afzet (in stuks)

Explore 3— Welke tools gebruiken ondernemingen om data

VA

te verzamelen?

Bekijk de onderstaande afbeeldingen van tools die een onderneming kan gebruiken om data te verzamelen. a

Noteer naast de letter de naam van de tool. Kies uit: experimenten – callcenter – locatiebepaling – surfgedrag – digitale klantenkaart (app) – identiteitskaart – klantenkaart

Noteer in de rechterkolom de data die de onderneming met de tool kan verzamelen.

©

b

A

TOOL

VERZAMELDE DATA

THEMA 2

LEVEL 9

154


TOOL B

VERZAMELDE DATA

C

IN

N

D

F

LEVEL 9

©

E

THEMA 2

VA

155


TOOL G

VERZAMELDE DATA

IN

Explore 4— Hoe zetten de ondernemingen cookies in om data te verzamelen?

Doe thuis of op school de volgende test.

Ga op zoek naar een specifiek product op Zalando, bol.com, Coolblue …

VA

a

N

1

©

© Jarretera /

Shutterstock

.com

© Jarretera / Shutter

THEMA 2

LEVEL 9

© nitpicker / Shutterstock.com

156

b

Surf even later naar Google of Facebook. Wat merk je?

stock.com


2

Elke website maakt gebruik van cookies. a

Heb jij deze melding al op het scherm van je laptop of pc gezien?

Deze website maakt gebruik van cookies om de best mogelijke ervaring te bieden. AKKOORD

MEER LEZEN

IN

b

Lees deze tekst in verband met de werking van cookies als achtergrondinformatie voor de volgende opdracht.

VA

N

Op deze site worden cookies gebruikt om informatie op te slaan. Een cookie is een eenvoudig, klein bestandje dat met de pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op de harde schijf van uw computer wordt opgeslagen. De daarin opgeslagen informatie kan tijdens het bezoek, of bij een volgend bezoek weer naar onze servers teruggestuurd worden. De cookies zijn noodzakelijk om deze site te laten functioneren. De meeste websites gebruiken cookies. We maken gebruik van diensten van derde partijen, die ook cookies plaatsen (bijvoorbeeld Google Analytics voor het analyseren van het gebruik van de website). Door op OK te klikken, geeft u aan akkoord te gaan met het plaatsen van deze cookies. Zie onze privacypolicy voor meer informatie.

Er bestaan verschillende soorten cookies. Combineer de soort cookies uit de linkerkolom met de juiste functie uit de rechterkolom.

1

Functionele cookies

A Deze cookies bevatten de persoonlijke gegevens van de bezoeker van de site en hiermee zijn marketingmix gaan verfijnen en verbeteren om meer te kunnen verkopen.

2

Analyserende cookies

B Deze cookies zijn noodzakelijk voor de goede werking/ het goed functioneren van de website.

3

Marketing­ cookies

C Dankzij deze cookies kan de ondernemer het algemeen gebruik van de website meten en analyseren.

1

2

3

LEVEL 9

FUNCTIE

THEMA 2

SOORT COOKIE

©

c

OK

157


Explore 5— Waarom manipuleren ondernemingen foto’s en filmpjes?

Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk er de twee filmpjes. Beantwoord deze vragen. Noem vier trucs die de adverteerder toepast.

VA

N

IN

a

Wat is het doel van die manipulatie?

THEMA 2

LEVEL 9

©

b

158


TO THE POINT Er is een verschil tussen de begrippen data (of gegevens) en informatie. Data of gegevens kunnen symbolen, getallen, tekens, grafieken, woorden … zijn. Als je die data of gegevens interpreteert en er een betekenis aan geeft, worden ze informatie.

IN

Gebruik deze tips om kwalitatieve informatie uit gegevens te halen: — Selecteer alleen data die een toegevoegde waarde hebben. Het komt er niet op aan zoveel mogelijk data te verzamelen. — Ga na of de data bewerkt zijn. Bewerkte data zijn niet altijd betrouwbaar. — Controleer de betrouwbaarheid van de bronnen door bijvoorbeeld een tweede bron te raadplegen.

Data kunnen interessante informatie opleveren voor ondernemingen. Ze verzamelen daarom die data via tools zoals digitale klantenkaarten, surfgedrag, identiteitskaarten, het gebruik van apps, cookies, locatiebepaling, experimenten …

N

Heel wat aspecten bepalen hoe en of een beeld bij de consument binnenkomt. Makers van beeldmateriaal werken er hard aan om het gewenste effect op de kijker te hebben. Een reclamebord met bewegend beeld, bijvoorbeeld, zal zeker gezien worden. Als je een object van onderen fotografeert, lijkt het groter. Maar het kan ook subtieler. Met manipulatie stellen ze de werkelijkheid mooier voor dan die is.

THEMA 2

LEVEL 9

©

VA

Bepaalde kleuren roepen emoties op waardoor je nauwelijks beseft dat je mening of gevoel beïnvloed wordt. Als consument is het belangrijk om steeds bedacht te zijn op die beïnvloeding.

159


160

THEMA 2

LEVEL 9

VA

© N IN


Action 1— Hoe proberen ondernemingen bezoekers van hun website te overtuigen om cookies te aanvaarden?

Bekijk deze schermafdrukken over het accepteren van cookies. Van welke onderneming is de schermafdruk? Hoe overtuigt de onderneming de bezoeker om de cookies te accepteren. Onderneming:

IN

a b

Cookies helpen ons om jou jobs aan te bieden die écht bij jou passen.

N

Om je zoektocht naar een job of een kandidaat te vergemakkelijken en je persoonlijke aanbevelingen te kunnen geven, gebruikt ASAP cookies (zie onze cookie policy). Klik akkoord om verder te gaan of klik hier om je cookie-instellingen te bepalen. Opgelet: sommige functies op de website zullen niet werken als je cookies uitzet.

VA

Akkoord.

Onderneming:

Wij maken gebruik van cookies.

©

Deze website maakt gebruik van cookies en vergelijkbare technologieën. Ik ga ermee akkoord dat bedrijven behorend tot Roularta Media Group en vertrouwde partners, gebruikersprofielen genereren voor het aanpassen van de website aan de gebruiker, voor marktonderzoek en voor reclame. De gegenereerde gegevens kunnen ook met derden worden gedeeld. Gedetailleerde informatie, ook over het recht om toestemming

Meer informatie en instellingen

✓  Ja, ik accepteer cookies.

THEMA 2

LEVEL 9

in te trekken, is te vinden in het privacybeleid van de website. Show vendors

161


Action 2— Hoe zet een onderneming data in het bedrijfsproces in?

Bestudeer deze mail van winkelketen ZEB en beantwoord de vragen. Welke gegevens heeft ZEB verzameld? Op welke manier?

b

Hoe zet ZEB die data in?

VA

N

PROFICIAT FLEUR

IN

a

©

Het is vandaag jouw dag en daarom geven we jou een extra verjaardagscadeautje voor je volgende aankoop bij ZEB! Ga met deze mail naar jouw favoriete ZEB store vóór 20 oktober en krijg 10 euro korting bij aankoop van minimum 50 euro. Shop je op ZEB.be?

THEMA 2

LEVEL 9

Vul tijdens de betaalprocedure de volgende code in bij het veld ‘cadeaubon’: Vkl1910191185639

162


Action 3— Hoe komt een beeld of video bij jou binnen? Zoek een foto of een video die jou aanspreekt. Vorm dan een groepje met je buur en bespreek beide beelden aan de hand van deze vragen. a b c d e f g 2

Wat doet het beeld met jouw gevoel, en hoe komt dat? Staat het beeld stil of is het bewegend? Is het onbewerkt of juist gemanipuleerd? Staat het beeld op zichzelf of is het deel van een groter geheel? Zie je het afgebeelde van dichtbij of van veraf, van onder of boven? Ben je bekend met het onderwerp, of is het helemaal nieuw? Wie maakte het beeld en met welk doel?

Bewaar de foto of de video in je portfolio.

IN

1

Action 4— Hoe betrouwbaar zijn reviews van een hotel? Noteer hieronder je favoriete vakantiebestemming.

N

1

2

Zoek op internet een hotel dat jou aanspreekt.

Noteer de naam en het adres van dat hotel.

VA

a

Lees twee reviews over dat hotel. Is die feedback volgens jou betrouwbaar? Waarom (niet)?

THEMA 2

LEVEL 9

©

b

163


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

2

Ik kan een aantal tools opsommen waarmee ondernemingen data verzamelen.

3

Ik kan illustreren dat bedrijven en instellingen informatie halen uit beschikbare digitale data.

4

Ik kan illustreren hoe bedrijven en instellingen de verkregen informatie na het analyseren van de data inzetten om hun bedrijfsprocessen, producten of dienstverlening aan te passen.

5

Ik kan met voorbeelden illustreren dat data of informatie niet altijd betrouwbaar zijn.

6

Ik kan de werking van cookies omschrijven.

7

Ik kan mijn eigen mening onderbouwen.

VA

N

Ik kan het verschil tussen data en informatie illustreren aan de hand van een voorbeeld.

© LEVEL 9 THEMA 2

EXTRA OEFENMATERIAAL

1

8

164

KAN BETER

Ik kan het resultaat van een brainstorm in een mindmap weergeven.


Beeldwoordenboek Level 9 BEGRIP

VERKLARING

AFBEELDING

Analyserende cookies helpen de ondernemer het algemeen gebruik van de website te meten en te analyseren.

cookie

Een cookie is een hoeveelheid data die een server naar de browser stuurt. Die data wordenAction 2— opgeslagen en bij een volgend bezoek naar de server teruggestuurd. Zo kan de server de browser opnieuw herkennen en bijhouden wat de gebruiker, of feitelijk de webbrowser, in het verleden heeft gedaan.

IN

analyserende cookies

Hoe proberen ondernemingen bezoekers van hun website te overtuigen om cookies te aanvaarden?

Bekijk deze schermafdrukken over het accepteren van cookies. a

Van welke onderneming is de schermafdruk?

b

Hoe overtuigt de onderneming de bezoeker om de cookies te accepteren. Onderneming: Interimkantoor ASAP

Door de cookies te accepteren, wordt de zoektocht van de bezoeker van de website gemakkelijker en zijn de aanbevelingen persoonlijker.

Data of gegevens zijn symbolen, getallen, tekens, grafieken, woorden … waaraan nog geen betekenis gegeven is.

Cookies helpen ons om jou jobs aan te bieden die écht bij jou passen.

N

data of gegevens

Om je zoektocht naar een job of een kandidaat te vergemakkelijken en je persoonlijke aanbevelingen te kunnen geven, gebruikt ASAP cookies (zie onze cookie policy). Klik akkoord om verder te gaan of klik hier om je cookie-instellingen te bepalen. Opgelet: sommige functies op de website zullen niet werken als je cookies uitzet.

Akkoord.

Onderneming: Roularta Media Group

De Roularta Media Group geeft aan dat ze deze cookies nodig hebben voor het

VA

aanpassen van de website aan de gebruiker, voor marktonderzoek en reclame.

Dat zijn gegevens waaraan een bepaalde betekenis gegeven is.

©

informatie

manipulatie

Wij maken gebruik van cookies.

Dat zijn noodzakelijke cookies die ervoor zorgen, dat de website goed functioneert.

Deze website maakt gebruik van cookies en vergelijkbare technologieën. Ik ga ermee akkoord dat bedrijven behorend tot Roularta Media Group en vertrouwde partners, gebruikersprofielen genereren voor het aanpassen van de website aan de gebruiker, voor marktonderzoek en voor reclame. De gegenereerde gegevens kunnen ook met derden worden gedeeld. Gedetailleerde informatie, ook over het recht om toestemming in te trekken, is te vinden in het privacybeleid van de website. Show vendors

Ja, ik accepteer cookies.

LEVEL 8

Meer informatie en instellingen

THEMA 2

functionele cookies

118

LIFT_T2_L8.indd 118

Bij manipulatie wordt de werkelijkheid mooier voorgesteld dan die is. Dit kan met het fotoshoppen van foto’s of het manipuleren van kleuren. Hiermee willen ze klanten aanzetten tot kopen.

06/05/2020 08:50

Action 2— Hoe proberen ondernemingen bezoekers van hun website te overtuigen om cookies te aanvaarden?

Bekijk deze schermafdrukken over het accepteren van cookies. a

Van welke onderneming is de schermafdruk?

b

Hoe overtuigt de onderneming de bezoeker om de cookies te accepteren. Onderneming: Interimkantoor ASAP

site gemakkelijker en zijn de aanbevelingen persoonlijker.

Marketingcookies bevatten de persoonlijke gegevens van de bezoeker van een site. Daarmee kan een onderneming haar marketingmix verfijnen zodat de verkoopcijfers toenemen.

Cookies helpen ons om jou jobs aan te bieden die écht bij jou passen. Om je zoektocht naar een job of een kandidaat te vergemakkelijken en je persoonlijke aanbevelingen te kunnen geven, gebruikt ASAP cookies (zie onze cookie policy). Klik akkoord om verder te gaan of klik hier om je cookie-instellingen te bepalen. Opgelet: sommige functies op de website zullen niet werken als je cookies uitzet.

Akkoord.

Onderneming: Roularta Media Group

De Roularta Media Group geeft aan dat ze deze cookies nodig hebben voor het aanpassen van de website aan de gebruiker, voor marktonderzoek en reclame.

THEMA 2

marketingcookies

LEVEL 9

Door de cookies te accepteren, wordt de zoektocht van de bezoeker van de web-

165


2

LEVEL

10

Hoe verloopt het aankoopproces in een onderneming?

Je hebt wellicht al eens iets online besteld. a

Hoe hebben jullie dat ervaren? Bespreek klassikaal.

b

Wat doe je wanneer je een product wilt kopen dat je bij meerdere onlinewinkels kunt kopen?

b

Wanneer je een verkoper of webshop gekozen hebt, wat is dan de volgende stap?

c

N

1

IN

INTRO

Meestal krijg je na je bestelling de volgende reacties. Waarvoor dienen deze berichten?

VA

THEMA 2

LEVEL 10

©

166


2

Wat is een pakbon? Bekijk de onderstaande afbeelding.

Afzender: Dreambaby nv Edingensesteenweg 196 1500 HALLE 20XX-03-27 20XX-03-20

Verzendkost:

€ 0,00

Pakketnr 0000371209

Artikelnr

Omschrijving

Aantal

Gewicht

Prijs/stuk

780542

Dreambee Hoeslaken Essentials – katoen wit

1

0,23

€ 5,95

721472

Taf Toys Knuffelboekje Clip-On Pram Book

1

0,10

€ 14,95

VA

0000371209

N

Datum levering: Datum bestelling:

IN

PAKBON

Dreamland nv - Edingensesteenweg 196 - 1500 HALLE – Tel. 02 363 55 56 – Fax 02 363 56 58 www.colruyt.be – RPR Brussel – BTW 0448.746.645 – BNP Paribas Fortis: 293-0416500-19

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

©

3

THEMA 2

LEVEL 10

Hoe zien de belangrijkste documenten in het aankoopproces eruit?

167


Explore 1— Hoe ziet ons spilbedrijf eruit? 1

Voor je het aankoopproces leert kennen, maak je kennis met het bedrijf dat in dit level centraal staat. Bekijk de schermafdrukken van de website. a

Hoe heet het spilbedrijf?

Wat verkoopt het bedrijf?

c

Wat is het adres van dit bedrijf?

THEMA 2

LEVEL 10

©

VA

N

IN

b

168


169

THEMA 2

LEVEL 10

VA

© N IN


In de volgende lijst vind je een overzicht van enkele klanten en leveranciers van M&C.

VA

N

IN

2

a

Wat is een klant?

Wat is een leverancier?

©

b

THEMA 2

LEVEL 10

170


Good to know

IN

Wie of wat is een klant? Wanneer de bakker bij jou in de buurt meubelen nodig heeft, dan kan hij die bijvoorbeeld bij IKEA halen. Wanneer jij een nieuwe kamer nodig hebt, dan kun jij ook je meubelen kopen bij IKEA. Dus zowel de bakker als jij zijn klanten van IKEA en omgekeerd, IKEA levert (of verkoopt) aan de bakker, maar ook aan jou.

Organogram

In een onderneming werken natuurlijk meerdere mensen. Die mensen worden voorgesteld in een organogram. Een organogram stelt de mensen voor die in een onderneming werken en geeft ook aan wie baas is over welke personen.

N

Directeur Sigrid Luijten

Management assistant Anke Plessers

Bediende onthaal Danny Opdebeeck

VA

Administratief bediende Inge Franken

Hoofd aankoop Isabella Puzzola

Aankoper Matthias Smets

©

Aankoper Frank Lenaerts

Hoofd boekhouding Hilde Severens

Facturatie Priscilla Meekers

We zitten in dit level op de aankoopafdeling. Bekijk een deel uit het organogram van M&C en ­beantwoord de vragen. Ga naar het onlinelesmateriaal om het volledige organogram te zien. a

Wie staat aan het hoofd van de onderneming M&C?

b

Wie is de verantwoordelijke van de aankoopafdeling?

LEVEL 10

THEMA 2

3

171


c

Wie werkt er onder die verantwoordelijke?

d

Wie werkt er op het secretariaat van de onderneming?

e

Wie werkt er op de boekhouding? Enkel de voornamen zijn voldoende.

IN

Explore 2— Hoe verloopt het aankoopproces in een onderneming?

Het aankoopproces in een onderneming verloopt in verschillende stappen.

Lees de volgende situaties. Plaats de verschillende stappen van het aankoopproces in de juiste volgorde. 1

A

2

3

4

VA

Isabella Puzzola (hoofd van de aankoopafdeling) heeft de drie offertes grondig met elkaar vergeleken. De

­prijzen waren vergelijkbaar. De service na verkoop van een van de leveranciers was echter opvallend beter.

©

B

Twee dagen nadat de bestelling is geplaatst, wordt de kopieermachine geleverd en geïnstalleerd. Anke Plessers en haar twee medewerkers, Inge Franken en Danny Opdebeeck, krijgen een heel uitgebreide toelichting van de leverancier. Op die manier kunnen ze het toestel onmid-

THEMA 2

LEVEL 10

dellijk bedienen. Sigrid is heel tevreden over die service

172

5

N

a b

en tekent de leveringsbon dan ook zonder problemen af.

6

7


C Omdat de oude kopieermachine voortdurend ­vastloopt en niet meer hersteld kan worden, geeft Sigrid aan Isabella de opdracht om de bestelling telefonisch te plaatsen. Isabella vraagt wel aan de leverancier om een schriftelijke orderbevestiging te bezorgen, zodat alle

D

IN

afspraken en details op papier staan.

Drie dagen nadat de kopieermachine is geleverd,

E

N

­ontvangt M&C de factuur via de post.

Drie leveranciers reageren op de prijsaanvraag van M&C. Twee van hen sturen een offerte met de

VA

post. De derde leverancier stuurt een verkoper langs. Die laat een catalogus met een prijslijst achter.

F

Nadat Hilde Severens (hoofd van de boekhouding)

de factuur heeft gecontroleerd, geeft ze Jef ­Hoydonks de opdracht om de factuur te betalen via een

©

­overschrijving.

eerst met Anke Plessers, de management assistant, welke functies zo’n machine moet hebben. Nadien vraagt Sigrid de aankoopafdeling een prijsaanvraag op te stellen waarin precies staat welk a ­ pparaat de firma nodig heeft. De afdeling administratie verstuurt de prijsaanvraag naar verschillende ­mogelijke leveranciers.

THEMA 2

Sigrid Luijten wil een nieuwe kopieermachine aankopen voor de afdeling administratie. Ze overloopt

LEVEL 10

G

173


Explore 3— Uit welke stappen bestaat het aankoopproces? 1

Vul naast elke fase van het aankoopproces de naam van het handelsdocument in dat in die stap gebruikt wordt. Kies uit: factuur – leveringsbon of pakbon – offerte – bestelbon – prijsaanvraag – orderbevestiging

De verkoper of leverancier informeert de koper over de prijs en de verkoopsvoorwaarden.

IN

De koper informeert naar de prijs en de verkoopsvoorwaarden van het product dat of de dienst die hij wil kopen.

N

De koper vergelijkt de verschillende offertes. Op basis van die offertes ziet hij welke leverancier de beste voorwaarden biedt, en kan hij een bestelling plaatsen.

Bij een mondelinge bestelling vraagt de koper het best een schriftelijke bevestiging van de bestelling aan.

VA

Op een afgesproken plaats en tijdstip worden de goederen of diensten geleverd. De koper controleert of de juiste goederen werden geleverd en of de goederen in goede staat zijn.

THEMA 2

LEVEL 10

©

De verkoper bezorgt een factuur aan de koper waarin hij vraagt om het geleverde product te betalen.

174


2

Je kunt dat proces ook nog op een andere manier schematisch voorstellen. Noteer bij elke pijl de naam van het handelsdocument.

KLANT:

Good to know

N

IN

VERKOPER OF LEVERANCIER

VA

In dit level is M&C de koper. M&C plaatst een bestelling bij een ander bedrijf.

3

Noteer in het schema dat M&C de klant is.

Explore 4— Hoe ziet een leveringsbon of pakbon eruit? 1

Bestudeer de volgende leveringsbon. Noteer de letter van het onderdeel op de leveringsbon.

©

A titel leveringsbon

E nummer van de bestelbon

B naam verkoper / leverancier

F datum van de leveringsbon

C adres verkoper / leverancier

G omschrijving van de bestelling

D naam en adres klant

a

LEVEL 10

Beantwoord de vragen over de leveringsbon. Wat bestelt de klant?

THEMA 2

2

175


b

Wanneer krijgt de klant een leveringsbon?

c

Waarvoor dient een leveringsbon?

d

Waarom moet de klant de leveringsbon ondertekenen?

IN

N

THEMA 2

LEVEL 10

©

VA

176


Explore 5— Hoe ziet een factuur eruit? Bestudeer de volgende factuur. Noteer de letter van het onderdeel op de factuur. A titel factuur

G nummer van de factuur

B naam verkoper / leverancier

H datum van de factuur

C adres verkoper / leverancier

I

omschrijving van de bestelling

D naam en adres klant

J

vervaldag van de factuur

IN

1

E btw-percentage en btw-bedrag

K totaalbedrag van de factuur

F btw-nummer of ondernemingsnummer verkoper / leverancier

N

VA

©

THEMA 2

LEVEL 10

177


2

Wanneer je een factuur krijgt, moet je controleren of de goederen die op de factuur staan, overeenkomen met de goederen op de leveringsbon. a

Vergelijk de factuur met de leveringsbon. Klopt alles?

Waarom is het belangrijk om dat te controleren?

3

Beantwoord de vragen over de factuur. a

Wat is de datum van de factuur?

Wanneer is de vervaldag van de factuur?

c

N

b

IN

b

Wat betekent die datum?

THEMA 2

LEVEL 10

©

VA

178


Explore 6— Wat is btw? 1

Waarvan is btw de afkorting? Gebruik het internet.

2

Wat betekent dat?

IN

Een voorbeeld: De waarde van het brood bij de bakker is 1,89 euro. Dat lijkt een raar bed rag, maar dat is de kostprijs van de ingrediënten plu s een beetje winst voor de bakker. Op die 1,89 euro betaalt de klan t 6 % btw. Daardoor kost een brood 2,00 eur o.

Voor wie is die btw?

Good to know

N

3

6%

12 %

21 %

LEVEL 10

0%

THEMA 2

©

VA

In België gelden verschillende btw-tarieven. – 0 %: Op dag- en weekbladen die minstens 48 keer per jaar verschijnen. – 6 %: Op levensnoodzakelijke producten, zoals brood, water, groenten en planten. – 12 %: Op steenkool, margarine, sociale woningen en restaurantdiensten. – 21 %: Op alle andere producten, zoals tv’s, auto’s en kleding.

179


4

Welk btw-tarief wordt er aangerekend? Zet een kruisje bij het juiste btw-tarief. Gebruik indien nodig het internet. 0%

6%

12 %

21 %

THEMA 2

LEVEL 10

©

VA

N

IN

GOED / DIENST

180


Explore 7— Wat betekent exclusief en inclusief btw? 1

Sigrid Luijten, de baas van M&C bestelt visitekaartjes. Op de website van leverancier Smileprint vindt ze dat 800 visite­kaartjes 163,80 euro kosten, exclusief btw. a

Waar staat dat op de factuur bij Explore 5?

Wat betekent ‘exclusief btw’?

c

Wat betekent dan ‘inclusief btw’?

d

Hoeveel is het bedrag inclusief btw op de aankoopfactuur van Explore 5?

Hieronder vind je telkens bedragen zonder of exclusief btw. Welke formule moet je gebruiken om het bedrag inclusief btw te berekenen?

Bereken met je zakrekenmachine of met een rekenblad telkens het btw-bedrag en het bedrag inclusief btw. BEDRAG ZONDER BTW

BTWPERCENTAGE

BEDRAG INCLUSIEF BTW

BTW-BEDRAG

6%

€ 200,00

6%

€ 124,00

6%

€ 100,00

12 %

€ 50,00

12 %

€ 100,00

21 %

€ 200,00

21 %

€ 265,00

21 %

€ 20,00

0%

€ 1 284,00

21 %

©

€ 100,00

LEVEL 10

VA

b

THEMA 2

a

N

2

IN

b

181


Explore 8— Hoe bereken je de btw op een factuur? 1

Noteer eerst nog eens de definitie van btw.

Bestudeer de bedragen onderaan de factuur. Er staat alleen een btw-percentage van 21 %. Beantwoord deze vragen. a

Wat is de waarde van de goederen op de factuur ?

b

Hoeveel bedraagt de btw?

c

IN

2

Op welk bedrag wordt de btw berekend? Hoe heet dat bedrag?

VA

N

3

Bereken nu zelf de btw met je rekenmachine.

©

Btw-berekening

Met deze formule reken je de btw op een factuur na:

maatstaf van heffing _________________    ​​      ​ ​ * btw-percentage

THEMA 2

LEVEL 10

100

182

.


TO THE POINT

STAPPENPLAN

IN

Vooraleer een klant een product ontvangt, doorloopt hij het aankoopproces dat uit meerdere stappen bestaat. In grote bedrijven zijn er dan ook vaak meerdere mensen en afdelingen bij dat aankoopproces betrokken of bestaat er een aankoopafdeling. Een schematische voorstelling van de mensen die in een bedrijf werken en hun afdelingen, vind je in het organogram.

Stap 2: Offerte

N

Stap 1: Prijsaanvraag De koper of de klant neemt meestal het initiatief en vraagt mondeling (bijvoorbeeld in de winkel of telefonisch) of schriftelijk (via de website of e-mail) informatie aan voor een duidelijk omschreven product of dienst. In de prijsaanvraag vraagt hij niet alleen naar de prijs, maar ook naar de verkoopsvoorwaarden (zoals de leveringstermijn, betalingstermijn, kortingen, aangerekende kosten, kwaliteit, service).

VA

– De leverancier of de verkoper bezorgt de koper of klant de gevraagde informatie. Ook dat kan mondeling (bijvoorbeeld in de winkel) of schriftelijk (een offerte per mail of per post) gebeuren. Een offerte per brief komt aan op het secretariaat of de administratie van de onderneming. Die staat in voor de postverdeling in het bedrijf, het ontvangen van klanten en telefoons.

– In de offerte staan de leveringsvoorwaarden met de leveringstermijn en eventuele transportkosten.

Stap 3: Bestelling Wanneer de klant besloten heeft, plaatst hij een bestelling. Dat doet hij telefonisch of per mail, in de webshop of met een ­document, de bestelbon.

THEMA 2

Stap 5: Leveringsbon De levering van de goederen en van de leveringsbon gebeurt op een overeengekomen tijdstip en plaats. Het is heel belangrijk dat de koper de levering goed controleert voor hij de leveringsbon aftekent. Door zijn handtekening te zetten verklaart de klant dat hij alle goederen die vermeld staan op het document in goede staat heeft ontvangen.

LEVEL 10

©

Stap 4: Orderbevestiging Vaak stuurt de leverancier of de verkoper een bevestiging dat hij de bestelling ontvangen heeft. Dat is de orderbevestiging.

183


Stap 6: Factuur De laatste stap in het aankoopproces is de ontvangst van de factuur. Dat kan gelijktijdig met of enkele dagen na de levering zijn. Ook hier is het belangrijk dat de koper de bestelbon, de orderbevestiging, de leveringsbon en de factuur met elkaar vergelijkt.

maatstaf van heffing _________________    ​​      ​ ​ * btw-percentage 100

IN

De koper of de klant moet narekenen of de factuur correct berekend is. De verkoper kan altijd een fout maken. De formule om de btw na te rekenen is:

Btw staat voor belasting over de toegevoegde waarde. Het is de belasting die je als ­consument betaalt op de waarde die een onderneming creëert.

N

In België gelden verschillende btw-tarieven. — 0 %: Op dag- en weekbladen die minstens 48 keer per jaar verschijnen. — 6 %: Op levensnoodzakelijke producten, zoals brood, water, groenten en planten betaal je 6 % btw. — 12 %: Op steenkool, margarine, sociale woningen en restaurantdiensten wordt er 12 % berekend. — 21 %: Op alle andere producten, zoals tv’s, auto’s en kleding, betaal je 21 % btw.

THEMA 2

LEVEL 10

©

VA

De prijsaanvraag, prijsofferte, bestelbon, orderbevestiging, leveringsbon, factuur zijn allemaal handelsdocumenten. Bij een bedrijf is het uiteindelijk de boekhoudafdeling die de factuur van de leverancier betaalt.

184


185

THEMA 2

LEVEL 10

VA

© N IN


Action 1— Leveringsbonnen Bestudeer de volgende leveringsbonnen. Noteer de letter van het onderdeel op de leveringsbon. A titel leveringsbon

E nummer van de bestelbon

B naam verkoper / leverancier

F datum van de leveringsbon

C adres verkoper / leverancier

G omschrijving van de bestelling

D naam en adres klant 2

IN

1

Beantwoord de vragen over leveringsbon 1. a

Welke naam gebruikt men hier voor leveringsbon?

b

Wie is de klant?

c

N

Wie is de leverancier?

d

Hoeveel wegen de bestelde goederen?

VA

e

Wat betekent 2 collo? Zoek het begrip colli (enkelvoud van collo) eventueel op, op het internet.

1

©

THEMA 2

LEVEL 10

186


3

Beantwoord de vragen over de leveringsbon 2. a

Wie is de klant?

b

Wie is de leverancier?

c

Hoeveel wegen de bestelde goederen? .

d

IN

Uit hoeveel pakjes bestaat de bestelling?

2

N

VA

THEMA 2

LEVEL 10

©

187


Action 2— Aankoopfacturen Bestudeer de volgende factuur. a

A

titel factuur

G

nummer van de factuur

B

naam verkoper / leverancier

H

datum van de factuur

C

adres verkoper / leverancier

D

naam en adres klant

E

btw-percentage en btw-bedrag

F

btw-nummer of ondernemingsnummer verkoper / leverancier

I

omschrijving van de bestelling

J

vervaldag van de factuur

K

totaalbedrag van de factuur

Komen de producten en de aantallen op de factuur overeen met de vrachtbrief uit Action 1? Toon dit aan met de volgende tabel. Vul ook de nummers van de documenten aan.

N

b

Noteer de letter van het onderdeel op de factuur.

IN

1

AANTAL OP VRACHTBRIEFNUMMER

PRODUCTEN

VA

c

AANTAL OP FACTUURNUMMER

Er staat op de factuur ‘Leveringsvoorwaarden Af fabriek’. Wat betekent dat volgens jou? Gebruik indien nodig het internet.

©

Tip:

d

Kijk naar de berekening van de factuur. Misschien helpt die jou.

Hoeveel bedraagt het btw-percentage?

THEMA 2

LEVEL 10

188

e

Hoeveel bedraagt het btw-bedrag?


Bureauland Menenstraat 25 8500 KORTRIJK Tel. +32 056 35 00 37 IBAN BE39 3104 5214 9119 BTW BE 403 566 025

info@bureauland.com www.bureauland.com

Datum

FACTUUR

Factuurnummer F-0123

20xx-11-02

Vervaldag 20xx-12-01

Omschrijving

Art. ref.

Aantal

Costa Pencil potlood hout Striper

1080.61 1409.44 1109.50

6% 21 %

600 600 600

EP

Totaal

€ 0,11 € 0,02 € 0,04

€ 66,00 € 12,00 € 24,00

Brutoprijs Handelskorting Vervoerskosten Subtotaal

30

6%

Fin. Korting 0,0 % Mvh € 0,00

€ 152,00

Btw

VA

Korting-%

Btw-% 21% 21% 21%

21 % € 102,00

Totaal € 102,00

€ 50,00 € 152,00

€ 50,00 € 152,00

€ 31,92

€ 31,92

€ 183,92

€ 183,92

Te betalen Voor de algemene verkoopsvoorwaarden: zie keerzij de

Bestudeer de volgende factuur.

Komen de producten en de aantallen op de factuur overeen met de vrachtbrief uit Action 1? Toon dit aan met de volgende tabel. Vul ook de nummers van de documenten aan. AANTAL OP VRACHTBRIEFNUMMER

PRODUCTEN

Er staat op de factuur ‘Leveringsvoorwaarde franco huis’. Wat betekent dat volgens jou? Gebruik indien nodig het internet.

Tip:

Kijk naar de berekening van de factuur. Misschien helpt die jou.

LEVEL 10

b

AANTAL OP FACTUURNUMMER

THEMA 2

a

©

2

N

Leveringsvoorwaarde: Af fabriek Betalingsvoorwaarde: dagen na datum factuur

Btw-nummer klant BE 0465 672 452

Klantcode K/045

IN

M&C Veldstraat 94 9000 GENT

189


c

Hoeveel bedraagt het btw-percentage?

d

Hoeveel bedraagt het btw-bedrag?

Herbereken de factuur. Totaal goederen:

Btw-percentage:

Btw-bedrag:

THEMA 2

LEVEL 10

©

VA

N

Totaal bedrag inclusief btw:

IN

e

190


Action 3— Btw uitrekenen met een zakrekenmachine of rekenblad

1

Bereken in de voorlaatste kolom het btw-bedrag.

2

Bereken in de laatste kolom het bedrag inclusief btw. BTWPERCENTAGE

BEDRAG INCLUSIEF BTW

BTW-BEDRAG

IN

BEDRAG ZONDER BTW

6%

€ 298,40

6%

€ 190,39

6%

€ 1 009,18

12 %

€ 503,97

12 %

€ 2 098,27

21 %

€ 207,65

21 %

€ 22 065,00

21 %

€ 280,26

0%

VA

N

€ 123,22

21 %

THEMA 2

LEVEL 10

©

€ 10 294,30

191


Action 4— Zijn de facturen correct? Controleer de volgende factuur. a

Noteer jouw berekening. Totaal goederen in euro:

Btw-percentage:

Btw-bedrag:

Totaal bedrag inclusief btw: b

Wat is de datum van de factuur?

c

IN

1

Wanneer moet deze factuur ten laatste betaald worden?

THEMA 2

LEVEL 10

©

VA

N

192


2

Bestudeer de volgende leveringsbon en factuur. a

Komen de factuur en de leveringsbon overeen?

Noteer hieronder de correcte berekening van de factuur. Totaal goederen:

Btw-percentage:

Btw-bedrag:

Totaal bedrag inclusief btw: c

Wanneer werden de goederen geleverd? Waar lees je dat?

Wat is de datum van de factuur?

e

N

d

IN

b

Wanneer is de vervaldag van de factuur?

THEMA 2

LEVEL 10

©

VA

193


IN N VA

© THEMA 2

LEVEL 10

3

194

Verder oefenen? Ga naar

.


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

KAN BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan de stappen in het aankoopproces toelichten.

2

Ik kan een leveringsbon interpreteren.

3

Ik kan een factuur lezen en begrijpen.

4

Ik kan de btw op een factuur berekenen.

5

Ik kan het begrip leveringsbon toelichten.

6

Ik kan het begrip factuur toelichten.

7

Ik kan het begrip maatstaf van heffing toelichten.

8

Ik kan het begrip btw toelichten.

THEMA 2

LEVEL 10

©

VA

N

1

195


Beeldwoordenboek Level 10 BEGRIP

VERKLARING Dat is in een bedrijf de afdeling die de aankopen voor het bedrijf doet.

administratie

Dat is in een bedrijf de afdeling die de telefoons aanneemt, de post verwerkt en documenten registreert en bewaart.

bestelbon

De bestelbon is een document dat je invult om je bestelling te plaatsen.

bestelling

Wanneer een klant een keuze voor een dienst of product heeft gemaakt, plaatst hij een bestelling. Dat kan telefonisch, per mail, in de webshop of met een document, de bestelbon.

N

IN

aankoop­ afdeling

AFBEELDING

VA

Je vindt een voorbeeld van een bestelbon bij Explore 3.

Dat is in een bedrijf de afdeling die de facturen betaalt en die alle inkomsten en uitgaven bijhoudt.

©

boekhouding

THEMA 2

LEVEL 10

btw

196

Belasting over de toegevoegde waarde. Dat is belasting die je betaalt wanneer je goederen of diensten aankoopt.

6% btw


BEGRIP

VERKLARING

AFBEELDING

De factuur wordt opgesteld door de verkoper en wordt bezorgd aan de koper met de vraag om geleverde producten of diensten te betalen. Op de factuur staat wat en hoeveel er geleverd werd en aan wie hij moet betalen.

Je vindt drie voorbeelden van facturen in Action 2.

handels­ documenten

Dat zijn documenten, zoals de bestelbon, de factuur, de leveringsbon …

Je vindt voorbeelden van handelsdocumenten in Explore 3 (bestelbon), Explore 4 en Action 1 (leveringsbon / pakbon) en Action 2 en 4 (factuur).

klant

Dat zijn de personen of bedrijven die bij een bedrijf iets aankopen.

leverancier

Een leverancier is meestal een bedrijf dat goederen of diensten levert aan mensen of andere bedrijven.

Je vindt voorbeelden van een leveringsbon in Explore 4 en Action 1.

leveringsvoorwaarden

De leveringsvoorwaarden bevatten de levertermijn en de eventuele kosten die worden aangerekend voor de levering of het transport.

2.2 Leveringstermijn Leveringstermijn op de bestelbon geldt als aanduiding en verbindt de verkoper niet. De koper kan in geen geval de ontbinding van de overeenkomst, noch schadevergoeding vorderen bij niet naleving van de leveringstermijn. De levertijden zijn exclusief transporttijd vanaf ons centraal distributiecentrum. De gemiddelde levertijd bedraagt een tot twee werkdagen.

LEVEL 10

Dat document zit bij de geleverde goederen en somt de inhoud van de goederen op.

©

leveringsbon

THEMA 2

VA

N

IN

factuur

197


BEGRIP offerte

VERKLARING Een offerte is een handelsdocument tussen de verkoper en de koper. De verkoper of leverancier geeft in dat document meer informatie over de prijs, de verkoopsvoorwaarden, de levertijd … van een product of een dienst. Meestal doet de verkoper dat nadat de klant een prijsaanvraag ingediend heeft.

AFBEELDING Offerte Geachte mevrouw Wij bevestigen de ontvangst van uw prijsaanvraag. Wij danken u alvast voor uw interesse in ons bedrijf. U kunt de volgende voorwaarden genieten: prijs: 2 x 85,00 EUR excl. 21 % btw; levering: 10 dagen na bestelling - franco aan huis; betaling: 15 dagen na factuurdatum.

IN

Voor verdere inlichtingen staan we steeds tot uw dienst. U kunt er ook op rekenen dat ...

De orderbevestiging bevestigt dat de leverancier de bestelling ontvangen heeft.

organogram

Dat is een schematische tekening van welke mensen in een onderneming werken en wie de baas is over wie.

prijsaanvraag

In een prijsaanvraag vraagt de klant naar de prijzen van producten, de leveringsvoorwaarden en de verkoopsvoorwaarden.

Je vindt een voorbeeld van een orderbevestiging in de Intro.

VA

N

order­ bevestiging

Dat is in een bedrijf de afdeling die de telefoons aanneemt, de post verwerkt en de mensen ontvangt.

©

secretariaat

THEMA 2

LEVEL 10

verkoopsvoorwaarden

198

De verkoopsvoorwaarden bevatten onder andere de eventuele kortingen, de betalingstermijn en informatie over het al dan niet terugsturen van de goederen.

1 Verkoopsvoorwaarden 1.1 Prijzen Alle prijzen zijn netto per stuk, exclusief 21 % btw. 1.2 Betaling Zonder specifieke schriftelijke overeenkomst worden alle goederen tegen terugbetaling verstuurd. De geleverde goederen blijven eigendom van de verkoper tot de volledige betaling van de gefactureerde waarde.


2

LEVEL

11

Hoe verloopt het verkoopproces in een onderneming?

1

IN

INTRO In het vorige level heb je kennisgemaakt met de onderneming M&C. Wie werkt er allemaal op de verkoopafdeling? Bekijk een stukje van het organogram van M&C. a

Wie staat aan het hoofd van de verkoopafdeling?

b

Geef de voornamen van de verkopers.

c

Wat doet een verkoopafdeling in een bedrijf?

Administratief bediende Inge Franken

VA

Management assistant Anke Plessers

N

Directeur Sigrid Luijten

Bediende onthaal Danny Opdebeeck

Hoofd verkoop Giordano Colla

Commercieel medewerker binnendienst Femke Baetens

1e verkoper Anita Van den Driessche

Verkoopster Yasmine Engelen

Verkoopster Ilse Peeters

Verkoopster Inez Ortega

©

2

Wie zijn de mogelijke klanten? Geef voorbeelden voor het spilbedrijf.

3

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe verloopt het verkoopproces in een onderneming?

THEMA 2

LEVEL 11

199


Explore 1— Hoe goed kun jij rekenen? Een verkoper moet goed kunnen hoofdrekenen. Reken de volgende bewerkingen uit je hoofd. 32 + 48 =

9+7=

19 – 6 =

123 + 124 =

28 + 46 =

289 – 76 =

IN

a

98 – 32 =

187 – 99 =

37 + 54 =

345 + 453 =

76 – 28 =

876 – 127 =

97 – 48 =

654 + 231 =

56 + 66 =

987 – 399 =

4x9=

9:3=

21 : 3 =

15 x 3 =

72 : 2 =

21 x 4 = 9x8= 32 x 2 = 28 x 3 =

48 : 4 = 54 : 6 = 96 : 3 = 28 : 7 = 76 : 4 =

VA

33 x 4 =

N

7x6=

b

Los de vragen op.

Hoeveel vakjes staan er in het grote vierkant?

Hoeveel vierkantjes zijn er ingekleurd?

THEMA 2

LEVEL 11

©

200

Hoeveel procent van de vierkantjes is er ingekleurd?

c

Hoe bereken je het percentage van een bedrag of een getal?

d

Bereken het percentage van een bedrag.

0 % van 1 500 =

12 % van 8 700 =

6 % van 2 300 =

21 % van 12 000=

6 % van 500 =

21 % van 432,54 =

12 % van 10,40 =

21 % van 876,22 =


Explore 2— Uit welke stappen bestaat het verkoopproces? 1

Het is de taak van een verkoper om de klant te informeren en zijn bestellingen af te handelen. Vul naast elke fase van het verkoopproces de naam van het handelsdocument in dat in die stap gebruikt wordt. Kies uit:

KLANT

N

VERKOPER OF LEVERANCIER

IN

factuur – leveringsbon of pakbon – reclame – offerte – bestelbon – prijsaanvraag – orderbevestiging

VA

Good to know

©

In dit level is M&C de verkoper of de leverancier. M&C verkoopt aan klanten. Dat kunnen andere bedrijven of particulieren zijn.

LEVEL 11

Noteer in het schema hierboven dat M&C nu de verkoper is.

THEMA 2

2

201


Explore 3— Hoe ziet een bestelbon eruit? 1

Op welke manieren kan een klant een bestelling plaatsen?

Good to know

VA

N

IN

Als verkoper is het makkelijk om niet alleen een webshop te hebben, maar ook een kant-en-klare bestelbon die de klanten in de winkel kunnen invullen of die je hen via mail kunt sturen.

2

Bestudeer de volgende bestelbon.

Wat zijn de verkoopsvoorwaarden?

©

a

THEMA 2

LEVEL 11

202


b

Noteer de letter van het onderdeel op de bestelbon. titel bestelbon

F

nummer van de bestelbon

B

naam verkoper

G

datum van de bestelbon

C

adres verkoper / leverancier

H

omschrijving van de bestelling

D

btw-nummer of ondernemingsnummer verkoper

I

aantal bestelde stuks

E

naam en adres klant

J

verkoopsvoorwaarden

IN

A

VA

N

©

THEMA 2

LEVEL 11

203


Explore 4— Hoe maak je een bestelbon in een rekenblad? 1

Ontwerp zelf een bestelbon. Baseer je op het voorbeeld uit Explore 3. Gebruik het onderstaande stappenplan en de ICT-fiches van rekenblad als je wat ondersteuning wilt.

STAPPENPLAN Stap 1: Open een werkmap in een rekenblad. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_01. Bewaar die werkmap in je portfolio onder de naam ‘Bestelbon’ gevolgd door je naam. – Kolom A en K: 2,33 tekens – Kolom B tot en met E: 8,00 tekens – Kolom F tot en met J: 13 tekens

IN

Stap 2: Geef de kolommen de juiste breedte. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_16.

Stap 3: Geef alle rijen van 1 tot 60 de hoogte 15 pt, met uitzondering van rij 2. Die moet 42,75 pt hoog zijn. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_15. Stap 4: Ga naar het onlinelesmateriaal en download het logo van M&C. Plaats dat in de linkerbovenhoek.

Stap 5: Maak de titel op. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_05, fiche_R_11, fiche_R_12 en fiche_R_14. – Voeg de cellen H2 tot en met J2 samen.

N

– Voer de tekst ‘Bestelbon’ in met de volgende opmaak: lettertype Arial Black, lettergrootte 28, bedrijfskleur (= blauw), vet en gecentreerd. Stap 6: Voeg de adresgegevens toe. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_05 en fiche_R_11. – Plaats in de cellen F4 tot en met F9 de volgende tekst: 

M&C nv

Veldstraat 94

9000 GENT

tel. + 32 9 233 79 32

fax + 32 9 223 79 51

 info@mandc.be

VA

– Gebruik voor ‘M&C nv’ lettertype Arial en lettergrootte 12. Zet die tekst in het vet en in de bedrijfskleur (= blauw). – De andere contactgegevens geef je lettertype Arial, lettergrootte 10 en de bedrijfskleur.

Stap 7: Voeg de bedrijfsgegevens toe. Gebruik daartoe ICT-fiche_R_05 en fiche_R_11.

©

– In de cellen I4 tot met I7 zet je de volgende tekst:

Btw BE 0465.672.452

RPR GENT

IBAN BE20 3200 6835 4556

BIC BBRUBEBB

THEMA 2

LEVEL 11

– Gebruik voor die cellen lettertype Arial, lettergrootte 10 en de bedrijfskleur (blauw).

204


Stap 8: Vul standaard klantgegevens in. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_05, fiche_R_11 en fiche_R_12 – In de cellen G12 tot en met G14 geef je de volgende tekst in:

 Naam klant

 Contactpersoon

 Adres klant

– Gebruik voor die cellen lettertype Arial, lettergrootte 10 en de bedrijfskleur (blauw). Zet de tekst vetjes en lijn rechts uit.

IN

Stap 9: Maak de invulvakken voor de klantgegevens. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_11, fiche_R_12 en fiche_R_14

– In de cellen I12 tot en met J16 vul je achteraf de klantgegevens in. Voeg daarom de cellen I12 en J12 samen. – De inhoud van die samengevoegde cellen geef je lettertype Arial en lettergrootte 10, en lijn je links uit. – Kopieer die opmaak naar I13 en J13, I14 en J14, I15 en J15, I16 en J16.

Stap 10: Geef de klantengegevens een dikke kaderrand. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_13.

Stap 11: Btw-nummer, bestelbonnummer en klantnummer: gebruik daarvoor ICT-fiche_R_05, fiche_R_11, fiche_R_12, fiche_R_13 en fiche_R_14

N

– Geef de rijen 19 en 20 de volgende inhoud:

VA

– Geef de titels van de kolommen lettertype Arial, lettergrootte 10 en een witte tekstkleur. Zet ze vetjes en gecentreerd. – Geef de cellen van de titels een arcering in de kleur van het bedrijf. – Geef de inhoud van de kolommen lettertype Arial en lettergrootte 10. Stap 12: Omschrijving goederen: gebruik daarvoor ICT-fiche_R_05, fiche_R_11, fiche_R_12, fiche_R_13 en fiche_R_14

THEMA 2

LEVEL 11

©

– Geef de rijen 28 tot en met 41 de volgende inhoud:

205


– Gebruik voor de titels van de kolommen lettertype Arial, lettergrootte 10 en een witte tekstkleur. Zet ze vetjes en gecentreerd. De cellen van de titels geef je een arcering in de bedrijfskleur. – Voor de titels van de kolommen zul je cellen moeten samenvoegen. – De inhoud van de kolommen G, I en J lijn je rechts uit. – De prijzen moeten overal twee decimalen krijgen. Stap 13: Geef de cellen van stap 12 een dikke rand waar nodig. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_13. Stap 14: Algemene verkoopsvoorwaarden en contactgegevens: Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_05. – Zet in cel 43 de tekst ‘Algemene verkoopsvoorwaarden: zie ommezijde’.

IN

– Geef cel 45 de inhoud ‘Neem bij vragen over deze offerte contact op met Femke Baetens, tel. + 32 9 233 79 34, femke.baetens@mandc.be’. Stap 15: Geef het eerste werkblad de naam Bestelbon. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_02.

Stap 16: Controleer voor het afsluiten of je je bestand hebt opgeslagen. Dan weet je zeker dat het in je portfolio staat.

Explore 5— Hoe ziet een verkoopfactuur eruit? In dit level leer je enkel de bestelbon en de factuur kennen.

2

Beantwoord de volgende vragen over de factuur. a

N

1

Waarvoor dient een factuurnummer?

VA

b

Staat er op elke factuur een btw-nummer?

c

Is er een verschil tussen subtotaal en maatstaf van heffing?

Waarom is er een vervaldag?

©

d

THEMA 2

LEVEL 11

206


Bestudeer de volgende factuur en duid de volgende onderdelen aan op de factuur: A

titel factuur

G

datum van de factuur

B

naam verkoper

H

omschrijving van de bestelling

C

adres verkoper / leverancier

I

vervaldag van de factuur

D

naam en adres klant

J

btw-percentage en btw-bedrag

E

btw-nummer of ondernemingsnummer verkoper

K

totaalbedrag van de factuur

F

nummer van de factuur

L

verkoopsvoorwaarden

IN

3

N

VA

LEVEL 11

THEMA 2

©

207


Explore 6— Hoe bereken je een verkoopfactuur? Bij het aankoopproces heb je al geleerd hoe je een factuur moet narekenen. Vervolledig de volgende verkoopfacturen.

THEMA 2

LEVEL 11

©

VA

N

IN

1

208


THEMA 2

LEVEL 11

VA

© N IN

2

209


TO THE POINT Ook het verkoopproces gebeurt in verschillende stappen. STAPPENPLAN Stap 1: Reclame In een verkoopproces maken bedrijven meestal eerst reclame zodat geïnteresseerde klanten het bedrijf leren kennen.

IN

Stap 2: Prijsaanvraag Klanten die interesse hebben, sturen een prijsaanvraag. Daarin vragen ze niet alleen de prijs aan van de producten maar ook de levertermijn. Er wordt tegenwoordig meer en meer online besteld en dan wordt er niet altijd een prijsaanvraag gestuurd.

Stap 3: Offerte Als er een prijsaanvraag binnenkomt, maakt de verkoper een offerte op en geeft hij toelichting over de prijzen, de eventuele kortingen, de levertermijnen ...

N

Stap 4: Bestelling Daarna volgt een bestelling van de klant. Dat kan door middel van een document dat per post of mail verstuurd wordt. Tegenwoordig gebruiken klanten ook vaker een gewoon mailtje of de webshop.

VA

Stap 5: Orderbevestiging De verkoper stuurt een orderbevestiging om te laten weten dat hij de bestelling ontvangen heeft. Wanneer de klant een onlinebestelling plaatst, krijgt hij vaak meteen via mail een antwoord. Ook dat is een orderbevestiging. Stap 6: Leveringsbon Een leveringsbon zit bij de geleverde artikelen. Zo kan de klant controleren wat er geleverd is.

THEMA 2

LEVEL 11

©

Stap 7: Factuur Tot slot stelt de verkoper de factuur op. Die moet steeds zeer volledig en correct opgesteld worden.

210


211

THEMA 2

LEVEL 11

VA

© N IN


Action 1— Facturen uitrekenen Bereken het factuurbedrag door de facturen in te vullen.

THEMA 2

LEVEL 11

©

VA

N

IN

1

212


THEMA 2

LEVEL 11

VA

© N IN

2

213


Action 2— Facturen vervolledigen 1

Vervolledig onderstaande facturen van M&C voor drie klanten.

Factuur 1

K001 AXA-verzekeringen Congresstraat 20 1000 Brussel BE 413 619 875

VF-20xx-0313 Datum: 20xx-03-10 Vervaldatum: 20xx-04-10 Orderbevestiging: OBV20xx-0207

BESTELDE ARTIKELEN 2261.10 MiniSweets Aantal: 1 000 Eenheidsprijs: 0,54 euro Btw-percentage: 6 %

THEMA 2

LEVEL 11

©

VA

N

1

GEGEVENS FACTUUR

IN

KLANTGEGEVENS

214


Factuur 2 KLANTGEGEVENS

5425.01 Handsfree zaklamp Aantal: 50 Eenheidsprijs: 3,09 euro Btw-percentage: 21 %

THEMA 2

LEVEL 11

©

VA

N

2

VF-20xx-0314 Datum: 20xx-03-12 Vervaldatum: 20xx-04-12 Orderbevestiging: OBV20xx-0208

BESTELDE ARTIKELEN

IN

K003 Hotel Belfort C Hoogpoort 63 9000 GENT BE 869 763 069

GEGEVENS FACTUUR

215


Factuur 3 KLANTGEGEVENS K010 Garage Fransen Lintbaan 26 9000 GENT BE 429 466 906

GEGEVENS FACTUUR VF-20xx-0315 Datum: 20xx-03-14 Vervaldatum: 20xx-04-14 Orderbevestiging: OBV20xx-0209

7779.98 Detroit laptoptas Aantal: 30 Eenheidsprijs: 10,75 euro Btw-percentage: 21 %

THEMA 2

LEVEL 11

©

VA

N

IN

3

BESTELDE ARTIKELEN

216

2

Verder oefenen? Ga naar

.


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

KAN BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan de stappen in het verkoopproces toelichten.

2

Ik kan een bestelbon opstellen.

3

Ik kan een verkoopfactuur opstellen.

4

Ik kan het factuurbedrag berekenen.

VA

N

1

Beeldwoordenboek Level 11 BEGRIP

AFBEELDING

Dat is iemand die niet namens een bedrijf zaken doet, maar voor zichzelf.

©

particulier

VERKLARING

LEVEL 11

Dat is de persoon die of het bedrijf dat goederen verkoopt of diensten levert aan de klant.

THEMA 2

verkoper

217


LEVEL

12

Hoe gebruik je algoritmisch denken in een economische context?

De jongste leerling van de klas krijgt een tangram. Die leerling staat vooraan in de klas, met de rug naar de klasgenoten. Hij geeft mondeling instructies om een tangramfiguur te leggen die hij van de leerkracht heeft gekregen. Hij mag niets tonen of uitbeelden. De instructies moeten dus heel gedetailleerd zijn. Vergelijk de gelegde tangramfiguren met de opgegeven figuur.

b

Vond je de oefening gemakkelijk? Waarom (niet)?

c

Noteer drie tips om snel tot een goed resultaat te komen.

N

a

©

VA

1

IN

INTRO

2

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

THEMA 2

LEVEL 12

Hoe kun je algoritmisch denken inzetten om een probleem in een economische context op te lossen.

218


Explore 1— Hoe los je een probleem op? Een probleem pak je best in stappen aan. Ga naar het onlinelesmateriaal, bestudeer de ontdekplaat en ontdek de inhoud van de verschillende stappen aan de hand van een werkblaadje. a

Benoem de verschillende stappen in de tabel.

b

STAP

1

2

3

4

IN

NUMMER

Welke stappen uit het stappenplan worden hieronder beschreven?

N

ONDERDEEL

STAP(PEN)

Een klant in een supermarkt is op zoek naar een bepaald product. De verkoopster legt uit waar hij het product kan terugvinden.

VA

Een restaurant wil een website laten maken. De webdesigner zoekt samen met de restauranthouder welke informatie de klanten op de site moeten vinden.

Explore 2— Welke stappen moet ik volgen om een probleem op te lossen?

probleemdefinitie – probleemanalyse – algoritme – testen

STAP

Je bespreekt met je vrienden welk soort film je wilt zien en hoe laat jullie naar de film willen gaan.

Je geeft de soort film en de datum in.

Je wilt samen met je vrienden naar de bioscoop.

De app van de bioscoop geeft de nodige informatie over hoe je die app moet gebruiken.

LEVEL 12

ONDERDEEL

THEMA 2

©

Je wilt vanavond met je vrienden naar de bioscoop en je wilt weten welke films wanneer worden gespeeld. Zet bij elke onderdeel de juiste stap.

219


Explore 3— Hoe belangrijk is de volgorde van het algoritme? Om tot het gewenste resultaat te komen, is het belangrijk dat je de stappen van het algoritme een voor een uitvoert. Plaats de stappen in de juiste volgorde zodat de betaling met een bankkaart correct wordt uitgevoerd. STAP

VOLGORDE

De handelaar geeft het bedrag in.

IN

De handelaar geeft jou het betalingsbewijs.

Het scherm toont de boodschap dat de betaling in orde is.

Je controleert het bedrag op het scherm.

Je neemt je kaart terug.

Je steekt je kaart in de terminal.

Je tikt je pincode in en bevestigt met ‘OK’.

N

Je pincode, de geldigheid van je kaart en de uitgavenlimiet worden gecontroleerd.

VA

Explore 4— Hoe wijs je klanten de weg naar een bepaalde afdeling?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er het grondplan van IKEA met de winkelafdelingen en artikelgroepen. Download dat grondplan en druk het af. Een leerling trekt een kaartje uit de doos met de gezochte afdelingen en een kaartje uit de doos met de vertrekplaats. De leerling legt aan de hand van het grondplan de weg uit naar de gezochte afdeling. De andere leerlingen controleren of de instructies hen naar de juiste afdeling leiden.

©

a

b

THEMA 2

LEVEL 12

c

220

© Prachana Thong-on / Shutterstock.com


TO THE POINT Elke dag moet je problemen oplossen. Het is belangrijk dat je bedenkt welke stappen je moet zetten om dat probleem op te lossen en dat je die stappen in de juiste volgorde uitvoert om tot het gewenste resultaat te komen. De opeenvolging van stappen vormen een algoritme. Stappenplan bij het computationeel denken

Welk resultaat wil je bereiken?

IN

Wat is de vraag of het probleem?

Stap 2: Probleemanalyse – Je onderzoekt de vraag of het probleem verder. Wat is er gegeven?

Wat moet er ingevoerd worden?

Hoe verwerk je dat?

Wat moet de uitvoer zijn?

GEGEVENS CONTROLEREN GEGEVENS CORRECT

BET AL

Moet het probleem nog opgesplitst worden in deelproblemen?

BETALEN

Moet je voor die deelproblemen ook een stappenplan opstellen?

BETALING CONTROLEREN

VA

Stap 4: Test

Leidt het stappenplan tot het juiste resultaat?

BETALING AFGEROND

THEMA 2

LEVEL 12

©

GEG E

G NIET AFG IN

N

Stap 3: Algoritme

GEGEVENS INVULLEN

NIET C NS O VE

WINKELWAGEN

OND ER

Voorbeeld: Afhandeling onlinebestelling

ECT RR

Stap 1: Probleemdefinitie

221


222

THEMA 2

LEVEL 12

VA

© N IN


Action 1— Hoe kom je tot het juiste resultaat? Een supermarkt wil haar klanten als extra service een recept voor chocomousse aanbieden. Plaats de instructies in de juiste volgorde zodat dit recept tot een lekker dessert kan leiden. Vraag eventueel hulp aan je ouders indien je nog weinig kookervaring hebt. STAP

IN

Breek de chocolade in kleine stukjes in een steelpan.

VOLGORDE

Klop in een kom de room op totdat hij stijf is.

Koop eerst alle ingrediënten: 100 gram pure chocolade, 50 milliliter room (30 %), 4 eitjes, 20 gram suiker, 30 gram boter

Zet de benodigdheden klaar: twee kommen, een weegschaal, klopper en mixer.

Smelt de boter en de chocolade op een laag vuurtje of in de microgolfoven.

N

Klop het eiwit samen met de suiker in een andere kom op. Het eiwit moet stijf geklopt zijn.

Voeg de opgeklopte room toe aan het mengsel en meng voorzichtig tot een mooi geheel.

VA

Voeg de eigelen bij het chocolademengsel en roer tot de chocolade en de eigelen goed gemengd zijn.

Voeg het opgeklopte eiwit toe aan het chocolademengsel en meng goed met de klopper.

Action 2— Hoe breng je een bezoeker naar de juiste plaats?

Wie zoekt er zijn op weg op jullie school?

b

Werk in duo’s. Vraag een grondplan van de school en bestudeer het grondig. De leraar geeft elk duo een vertrekpunt en een eindbestemming. De ene leerling beschrijft de route. De andere leerling volgt mee en controleert of dat de beste route is.

THEMA 2

a

LEVEL 12

©

Onthaalbedienden vind je overal: in bedrijven, ziekenhuizen, gemeentehuizen en zelfs in je eigen school.

223


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan de verschillende stappen van computationeel denken toelichten.

2

Ik kan de verschillende stappen van computationeel denken toepassen op een probleem.

3

Ik kan de stappen van een algoritme in de juiste volgorde plaatsen om tot het gewenste resultaat te komen.

4

Ik kan een algoritme opstellen voor een bepaald probleem.

VA

N

1

© LEVEL 12 THEMA 2 224

KAN BETER


Beeldwoordenboek Level 12 BEGRIP

VERKLARING Dat is een reeks stappen die je in een bepaalde volgorde moet zetten om een probleem op te lossen of een taak uit te voeren.

computationeel denken

Dat is het oplossen van (complexe) problemen.

probleem

Een probleem is een situatie waarin je wel weet wat je doel is, maar niet weet hoe je dat doel kunt bereiken.

Betalen met een bankkaart met chip • De klant steekt kaart in de terminal. • De handelaar geeft het bedrag in. • De klant controleert het bedrag. • De klant tikt pincode in en drukt ‘OK’. • Controle van pincode, geldigheid en uitgavenlimiet kaart. • Bevestiging dat de betaling in orde is. • De klant neemt de kaart terug. • De handelaar geeft het betalingsbewijs.

VA

N

IN

algoritme

AFBEELDING

Dat is de uitkomst van iets.

THEMA 2

LEVEL 12

©

resultaat

225


STEP-UP Je hebt de afgelopen weken de onderneming in de maatschappij bestudeerd. In het laatste level heb je geleerd dat je bij het oplossen van problemen best een algoritme of een stappenplan volgt. Stel een stappenplan op om na te gaan of een onderneming winst of verlies maakt.

IN

Werk alleen of per twee. Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een document met de verschillende stappen. Knip de stroken uit. Leg ze in de juiste volgorde. Maak een foto van je stroken. Bewaar de foto in je portfolio. Geef het bestand een duidelijke naam.

THEMA 2

STEP-UP

©

VA

N

a b c d e f

226


IN

KNIPBLAADJE Thema 2 – Level 5 – Explore 2

VA

© Piotr Swat / Shutterstock.com

N

© defotoberg / Shutterstock.com

©

© Alexandros Michailidis / Shutterstock.com

© Vytautas Kielaitis / Shutterstock.com

© Alexandros Michailidis / Shutterstock.com


VA

© N IN


2

IN

T

VA

N

F

I

©

L

De overheid en de samenleving


THEMA

IN

3

©

VA

N

De overheid en de samenleving


STEP-UP

LEVEL

Hoe zorgen belastingen voor inkomsten voor de overheid?

N

3

IN

Posterbeurs met overheidsmaatregelen voor een duurzamere maatschappij

LEVEL

©

VA

2

Hoe draagt de overheid bij tot de welvaart en het welzijn van de burgers?

LEVEL

1

p. 31

p. 23

p. 13

Welke rol speelt de overheid in onze maatschappij?

p. 5

STEP-IN

p. 4


STEP-IN 1

Noteer het juiste begrip onder de logo’s en afbeeldingen. Kies uit:

© Imladris / Shutterstock.com

THEMA 3

STEP-IN

©

VA

N

© Alexandros Michailidis / Shutterstock.com

IN

burgemeester – De Lijn – NMBS – politie – Postbedrijf van België – provincie – De Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie – Vlaanderen

4

2

In dit thema doorloop je drie levels. Elk level biedt je een stukje kennis die je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren. Daarin bedenk je per twee een overheidsmaatregel om de maatschappij duurzamer te maken. Je stelt die maatregel voor tijdens een posterbeurs.


LEVEL 1 Welke rol speelt de overheid in onze maatschappij?

1

IN

INTRO Lees de onderstaande krantenkoppen. Ze geven je een idee welke rol de overheid speelt in onze maatschappij. Gebruik indien nodig het internet. Markeer de overheidsinstantie in elke krantenkop:  gemeenten en steden groen,  Vlaanderen blauw,  provincies rood,  België geel.

1

2

Vlaams minister van Onderwijs wil meer geld voor kleuterscholen

N

De gemeenteraad van Westerlo zet het licht op groen voor de uitbreiding van de bibliotheek

4

3

VA

De provincie Vlaams-Brabant lanceert de Gamebike, een bakfiets boordevol spelmateriaal en klimaatvriendelijke ideeën voor speel- en leefstraten of buurtfeesten

5

De federaal minister van Volksgezondheid: ‘Geneesmiddel voor behandeling zeldzame spierziekte vanaf

Stad en provincie sluiten overeenkomst: twee belangrijke fietsverbindingen in Sint-Niklaas krijgen bewegwijzering

6 Vlaams minister van Cultuur investeert 2,7 miljoen euro in Limburgse culturele centra

september terugbetaald.’

©

7

Antwerpse provincieraad bouwt sportcentrum Peerdsbos om tot een G-sportcentrum. Mensen met een handicap kunnen genieten van aangepaste infrastructuur.

8 Federaal minister van Mobiliteit investeert 5,3 miljard in modernisering van stations, nieuwe treinstellen en betere spoorlijnen

2

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Welke rol speelt de overheid in onze maatschappij?

THEMA 3

Achttien Limburgse jeugdverblijven krijgen van Vlaams minister van Toerisme 354 094 euro om hun verblijf moderner, gezinsvriendelijker en brandveiliger te maken voor een breder publiek

LEVEL 1

9

5


Explore 1— Onderzoek welke rol de overheid speelt in onze maatschappij

Ga naar het onlinelesmateriaal, bestudeer de ontdekplaat en het bijhorende werkblaadje. a b

Werk in drie groepen. Ontdek de bevoegdheden / taken van het beleidsniveau dat aan jouw groep is toegewezen. Duid het beleidsniveau van jouw groep aan.

GEMEENTEN EN STEDEN

VLAANDEREN

Stel nu de groepen zo samen, dat er in elk groepje iemand van elk overheidsniveau zit. a b

Lees in het dagboek van Imane welke rol de overheid speelt in haar leven. Noteer nadien in de linkerkolom van de tabel met welke diensten van de overheid Imane in aanraking komt. Noteer in de rechterkolom van de tabel of dat een bevoegdheid is voor de gemeenten en steden, Vlaanderen of België. Gebruik indien nodig het internet.

VA

c

THEMA 3

LEVEL 1

©

TAAK OF BEVOEGDHEID

6

BELGIË

N

2

IN

1

OVERHEIDSNIVEAU


n Imane …

Een dag in het leven va

THEMA 3

LEVEL 1

©

VA

N

IN

ens de les . Gisteren hebben we tijd he uc do re ke lek n ee Gelukkig Ik sta op en neem 07.00 uur eral vanzelfsprekend is. ov t nie ter wa d en om str geleerd dat proper t geval. mmer is dat in ons land wel he uit naar het nieuwe nu brievenbus want ik kijk de ar na en ev el sn p Ik loo 07.30 uur rift Girlz. van mijn favoriete tijdsch Mijn mama ergert zich bus naar school halen. de et mo ik nt wa n jte n vinden. Snel ontbi 07.40 uur van De Lijn weer niet ka nt me ne on ab jn mi ik t aan het feit da zie ik de papa weg naar de bushalte Op ij. kb vla e alt sh bu gemeente en Gelukkig is de 07.55 uur de groendienst van de bij rkt we Hij a. liss Me van mijn vriendin ijke speeltuin aan het buurt van de gemeentel de in es rkj pe en em blo is de net mijn bus. verzorgen. Ik haal nog l. ’s Morgens en op het de buurt van de schoo in uk dr nd tte tze on er Het is we de schoolpoort 08.20 uur politie het verkeer aan de elt reg g lda oo sch einde van de l komen, veilig kunnen met de fiets naar schoo zodat de leerlingen die oversteken. t meer door ntie gaan de lessen nie ka sva ku kro de ds Sin en De schoolbel gaat. uw. Het is nog altijd ev 08.30 uur een splinternieuw gebo in ar ma sen as rkl ine in conta wennen. met de klas naar een ke dag want we gaan Vandaag is het een leu toneelvoorstelling. soldaten. Ze beveiligen um patrouilleren enkele ntr ce l ree ltu cu t he or Vlak vo nslagen. tegen terroristische aa drukbezochte plaatsen hem wat gezelschap bij mijn opa langs om ik ga e uz pa ag dd mi enkele jaren Tijdens de 12.00 uur kenhuis. Mijn oma is al zie t he uit ug ter t ne is t hij gebruik te houden. Hij goed te been is, maak t nie hij ien ez ng aa en geleden gestorven n huis levert. MW die maaltijden aa OC t he n va t ns die n ee van t gekregen om een boek hebben we de opdrach s nd rla t de Ne k va t he Voor lijke bibliotheek om he 13.30 uur even langs bij de stede rst ee ik ga m aro Da . te lezen boek uit te lenen. voor onze deur. n de brandweerwagen va ik rik sch , om isk thu Wanneer ik ennest te verwijderen. 14.30 uur een maar om een wesp Gelukkig staat die er all om samen duldig aan het wachten ge on je tijd n ee al is Mijn zusje Rabia entelijk zwembad. Ze 16.00 uur rtrekken naar het geme ve te j mi en ma ma t me toegankelijk voor was het zwembad niet toe nu t To el. sto rol n zit in ee tot het zwembad zelf de ingang , de toegang zijn nu ar ma rs ke rui rolstoelgeb andersvaliden. gankelijk gemaakt voor en de kleedkamers toe boven om mijn Na het eten ga ik naar 18.00 uur pa roept nog even huiswerk te maken. Pa de vuilniszakken dat ik niet mag vergeten deze week mijn buiten te zetten. Het is beurt om dat te doen.

7


TO THE POINT In België zijn er veel overheidsinstellingen die elk een rol spelen op een bepaald niveau. Bij de overheid hebben we verschillende beleidsniveaus met elk hun eigen bevoegdheid en diensten. Gemeenten en steden

N

IN

Vlaanderen

Vlaanderen speelt dan weer een belangrijke rol op het vlak van onder andere leefmilieu, werkgelegenheid (VDAB) en onderwijs.

Provincies

België

THEMA 3

LEVEL 1

©

VA

Gemeenten en steden zorgen onder andere voor de ordehandhaving (politie), noodhulp (brandweer) en welzijn (OCMW) binnen de eigen gemeente of stad.

8

Provinciebesturen voeren een eigen beleid binnen de grenzen van de provincie, zoals het beheer van natuurgebieden, provinciedomeinen en fietsroutes.

De Belgische overheid is dan weer bevoegd voor onder andere justitie (rechtbanken), defensie (leger) en overheidsbedrijven (bijvoorbeeld NMBS).


9

THEMA 3

LEVEL 1

VA

© N IN


Action 1— Welke rol speelt de overheid in onze maatschappij?

Noteer de bevoegdheid of taak van de overheid onder de afbeelding of de krantenkop. Kies uit:

IN

afvalverwerking – brandweer – cultuur / bibliotheek – defensie / leger – gezondheidszorg – justitie / gevangenissen – onderwijs – openbaar vervoer – openbare orde / politie – openbare werken – postbedeling

A

C

B

De huidige gevangenis van Antwerpen wordt vervangen door een nieuwe gevangenis van 440 plaatsen in de buurt van het nieuwe gerechtsgebouw

E

VA

D

N

© Roman Yanushevsky / Shutterstock.com

F Aan de Warande in Turnhout is het officiële startschot gegeven voor de bouw van de nieuwe bibliotheek

© Alexandros Michailidis / Shutterstock.com

G

©

Minister van Gezondheidszorg past de terugbetaling van een medicijn tegen huidka nker aan

THEMA 3

LEVEL 1

I

10

J

H Soldaten worden verder ingezet op straat omwille van de aanhoudende terreurdreiging

K

Post komt binnenkort nog maar twee keer per week, tenzij u duurdere zegel koopt

© S-F / Shutterstock.com


BREAKING NEWS Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Bewaar het bestand in je portfolio. Maak een map voor elk thema en een submap voor elk level en geef die bijvoorbeeld de naam ‘Thema_2_Level_1’. Geef het bestand een duidelijke naam zoals ‘Breaking_News’.

CHECKLIST

IN

1

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

Ik kan aan de hand van voorbeelden aantonen welke rol de overheid heeft in de samenleving.

2

Ik kan informatie uit teksten, grafieken … halen.

EXTRA OEFENMATERIAAL

THEMA 3

LEVEL 1

©

VA

N

1

KAN BETER

11


Beeldwoordenboek Level 1 VERKLARING

beleidsniveau

Een beleidsniveau is bijvoorbeeld de Vlaamse overheid, de provincies, de gemeenten en steden. Elk niveau heeft eigen bevoegdheden of taken. bv. Een gemeente is enkel bevoegd binnen de gemeentegrenzen.

bevoegdheid

Een bevoegdheid is het recht om een bepaalde handeling / taak uit te voeren. bv. Vlaanderen is bevoegd om beslissingen te nemen over onderwijs maar niet over defensie of leger.

dienst

Een dienst is een prestatie die iemand levert voor een ander. Diensten zijn niet tastbaar en kun je dus niet vastnemen. bv. huisvuilophaling, onderwijs, postbedeling ….

N

VA

© LEVEL 1 THEMA 3 12

AFBEELDING

IN

BEGRIP


LEVEL 2

INTRO

2

Zoek de betekenis van de begrippen welvaart en welzijn op internet. Omschrijf in eigen woorden. a

welvaart:

b

welzijn:

N

1

IN

Hoe draagt de overheid bij tot de welvaart en het welzijn van de burgers?

Wat past er bij de afbeelding: welvaart of welzijn?

Noteer het begrip onder de afbeelding. Waarom past het begrip bij die afbeelding? Motiveer je keuze.

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe draagt de overheid bij tot de welvaart en het welzijn van haar burgers?

THEMA 3

3

LEVEL 2

©

VA

a b

13


Explore 1— Wat is het sociale vangnet van de overheid? 1

Het socialezekerheidsstelsel in België probeert iedereen in België een leefbaar inkomen te geven. Bekijk de twee filmpjes over het sociaal vangnet en beantwoord de vragen. a b

Wie financiert de sociale zekerheid in België? Noteer de antwoorden in het schema. Wat betekent het begrip solidariteit?

Er is solidariteit tussen verschillende groepen van personen. Vul de onderstaande tekst verder aan. Kies uit:

VA

c

N

IN

Solidariteit betekent Wie het financieel beter heeft, helpt mensen die het financieel minder goed hebben.

pensioenen – werkloosheidsuitkeringen – zieken

De werkenden zijn solidair met de werklozen, want de werkenden betalen belastingen om de werklozen een

te geven.

Jongeren zijn solidair met de ouderen, want jongeren die werken betalen de van de ouderen die niet meer werken.

Gezonde mensen zijn solidair met

, want zij betalen net zo veel

©

voor de zorg als de mensen die ziek zijn.

Good to know Een van de belangrijkste doelstellingen van de overheid is, om te zorgen voor de welvaart en het welzijn van haar burgers. Dat betekent dat de burgers een leefbaar inkomen

THEMA 3

LEVEL 2

hebben en ‘zich goed voelen’.

14


Markeer in de krantenartikels de aanvullende inkomens of de vervangingsinkomens.

IN

2

RSZ

B

N

A

Eefje is 40 jaar en woont met haar

voor om de medicatie tegen

dochter van 9 in een bescheiden

alzheimer niet langer terug te

huisje. Tot ze ziek werd, had ze

betalen. ‘Ze werkt onvoldoende.’

een vrij goede baan. Ondanks de

Bron: standaard.be, 2019-10-14

invaliditeitsuitkering en het kindergeld

VA

Artsen en ziekenfondsen stellen

kwam ze in de armoede terecht. Naar: gripvzw.be, 2018-04-10

C

Bij de vakbonden wordt er heel hard gewerkt om de ruim een miljoen

D

werknemers die tijdelijk werkloos zijn

Jonge moeder verliest voet na

als gevolg van het coronavirus, zo snel

arbeidsongeval: asfalteringsbedrijf

mogelijk hun werkloosheidsuitkering

krijgt boete van 48 000 euro

uit te betalen.

Bron: nieuwsblad.be, 2019-10-24

Zo’n 1,2 miljoen Belgen hebben een pensioen dat lager ligt dan 1 500 euro netto per maand. Het gaat om zowat de helft van alle gepensioneerden in ons land. Bron: standaard.be, 2020-01-02

F Door de nieuwe wetgeving in verband met het groeipakket kunnen kinderen die vorig jaar een of beide ouders verloren tot een paar honderd euro per maand minder ontvangen. Bron: hln.be, 2020-02-03

LEVEL 2

E

THEMA 3

©

Naar: nieuwsblad.be, 2020-03-27

15


3

Welke bijdragen behoren tot het aanvullend inkomen en welke tot het vervangingsinkomen? Zet de voorbeelden in de juiste kolom. Kies uit: kindergeld – werkloosheidsuitkering – rustpensioen – invaliditeitsuitkering – ziekte-uitkering – vakantiegeld

VERVANGINGSINKOMEN

IN

AANVULLEND INKOMEN

Explore 2— Welke uitgaven heeft de overheid? De krant De Tijd onderzocht waaraan de overheid haar geld uitgeeft. Bestudeer de onderstaande grafiek aandachtig. Noteer de top drie van de uitgavenposten van de overheid.

VA

a b

N

1

Grafiek 1: Waar gaat het geld van de overheid naartoe? Pensioenen

Gezondheidszorg

Ziekte en arbeidsongeschiktheid

Kinderbijslag-groeipakket Werkloosheid

Subsidies aan bedrijven

©

Interest op leningen Mobiliteit Veiligheid Milieubescherming Onderwijs

Administratie Defensie Cultuur Sport

THEMA 3

LEVEL 2

Sociale woningbouw

16

Religie/godsdiensten Andere 0.00 %

Naar: tijd.be

5.00 %

10.00 %

15.00 %

20.00 %

25.00 %


2

Vul de tabel aan met voorbeelden uit je eigen leefomgeving. Bekijk eventueel opnieuw de ontdekplaat uit Level 1, Explore 1 voor inspiratie. UITGAVENPOST gezondheidszorg

VOORBEELD

onderwijs

mobiliteit

veiligheid

milieubescherming

IN

N

cultuur

sport

THEMA 3

LEVEL 2

©

VA

17


TO THE POINT

IN

Een van de belangrijkste doelstellingen van de overheid is zorgen voor welvaart en welzijn van haar burgers. Niet iedereen heeft het geluk een job te hebben. Sommige mensen zijn gedurende een bepaalde periode in hun leven werkloos. Anderen werken wel, maar kunnen met hun inkomen niet of nauwelijks rondkomen.

THEMA 3

LEVEL 2

©

VA

N

Gelukkig bestaat er in België zoiets als een sociaal vangnet en heerst er veel solidariteit. Het socialezekerheidsstelsel in België probeert ervoor te zorgen dat iedereen in België een leefbaar inkomen heeft. De sociale zekerheid betaalt de burgers daarom een aanvullend inkomen, zoals vakantiegeld of een groeipakket of een vervangingsinkomen, zoals een invaliditeitsuitkering, rustpensioen of werkloosheidsuitkering.

18


19

THEMA 3

LEVEL 2

VA

© N IN


Action 1— Aanvullend inkomen of vervangingsinkomen? 1

Duid met een kruisje aan in de onderstaande tabel of het om een aanvullend of een vervangingsinkomen gaat. AANVULLEND INKOMEN

VERVANGINGSINKOMEN

invaliditeitsuitkering pensioen vakantiegeld werkloosheidsuitkering ziekte-uitkering

Van welk aanvullend inkomen of vervangingsinkomen kunnen de onderstaande personen genieten?

A

N

2

IN

groeipakket

VA

B

THEMA 3

LEVEL 2

©

C

20

E

D


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

Ik kan aan de hand van voorbeelden illustreren hoe de overheid bijdraagt tot de welvaart en het welzijn van zijn burgers.

2

Ik kan voorbeelden geven van een aanvullend inkomen of een vervangingsinkomen.

3

Ik kan het aanvullend inkomen of vervangingsinkomen waarover bepaalde groepen beschikken, benoemen.

4

Ik kan informatie uit teksten, grafieken … halen.

EXTRA OEFENMATERIAAL

THEMA 3

LEVEL 2

©

VA

N

1

KAN BETER

21


Beeldwoordenboek Level 2 BEGRIP

VERKLARING Wanneer het inkomen van iemand onvoldoende is, dan geeft de overheid een aanvullend inkomen. bv. kindergeld (nieuwe naam = groeipakket)

sociaal vangnet

Het sociaal vangnet betekent dat de overheid mensen die niet kunnen gaan werken of van wie het inkomen onvoldoende is om een normaal leven te leiden, een aanvullend inkomen of vervangingsinkomen geeft. bv. een ziekte-uitkering, werkloosheidsuitkering …

solidariteit

Solidariteit betekent dat je je verbonden of verantwoordelijk voelt voor anderen. bv. solidariteit tussen rijk en arm, gezond en ziek ...

VA

N

IN

aanvullend inkomen

AFBEELDING

Dat inkomen vervangt het normale inkomen. bv. pensioen, werkloosheidsuitkering

welvaart

Welvaart is de mate waarin de behoeften van de mens kunnen bevredigd worden met het budget dat hij heeft.

©

vervangingsinkomen

THEMA 3

LEVEL 2

welzijn

22

Welzijn betekent zich goed voelen, het welbevinden.

ziel lichaam geest


LEVEL 3 Hoe zorgen belastingen voor inkomsten voor de overheid? Vraag eens aan je ouders of grootouders waaraan het begrip belastingen hen doet denken. Vul de antwoorden in op de mindmap.

N

1

IN

INTRO

©

VA

belastingen

Hoe zorgen belastingen voor inkomsten voor de overheid?

LEVEL 3

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

THEMA 3

2

23


Explore 1— Hoe komt de overheid aan haar inkomsten? De overheid int verschillende soorten belastingen, zodat ze over inkomsten beschikt om de uitgaven te betalen. Combineer de belasting met de omschrijving. BELASTING

OMSCHRIJVING A Een belasting om het gebruik van bepaalde goederen (bv. sigaretten, benzine en alcohol) af te remmen, omdat ze schadelijk zijn voor de gezondheid of voor het milieu.

2 personenbelasting

B Een belasting die de overheid heft op de verkoop van goederen (zoals brood, frisdrank ...) en diensten (zoals een kappersbeurt, ticket voor de bioscoop ...).

3 accijnzen

C Een belasting die een bestuurder van een gemotoriseerd voertuig (auto, moto …) betaalt, wanneer hij de openbare weg gebruikt.

4 verkeersbelasting

D Een belasting die geheven wordt op de inkomens van gezinnen.

N

2

3

4

VA

1

IN

1 btw

Explore 2— Welke belastingen betalen gezinnen? Werk in vijf groepen. Elke groep werkt met het toegewezen gezin. Bestudeer de uitgaven van jouw gezin. Noteer de belastingen die jouw gezin moet betalen.

©

a b

Gezin:

THEMA 3

LEVEL 3

Soorten belastingen:

24


TO THE POINT Net zoals jongeren, gezinnen en ondernemingen, moet ook de overheid inkomsten hebben om haar uitgaven te kunnen betalen. Een belangrijke inkomstenbron van de overheid zijn belastingen. Een aantal voorbeelden van belastingen zijn: btw

verkeersbelasting

personenbelasting

accijnzen

afvalbelasting

belasting op de zuivering van het oppervlaktewater

THEMA 3

LEVEL 3

©

VA

N

IN

25


26

THEMA 3

LEVEL 3

VA

© N IN


Action 1— Hoe beheert de overheid haar budget? Net zoals jongeren en gezinnen moet ook de overheid haar budget beheren. Leg de volgende begrippen op de juiste plaats in de weegschaal.

N

IN

btw – groeipakket – personenbelasting – accijnzen – terugbetaling medicijnen – lonen politieagenten – verkeersbelasting – wegenwerken

UITGAVEN

THEMA 3

LEVEL 3

©

VA

INKOMSTEN

27


Action 2— Niet iedereen is blij met belastingen Ontleed de onderstaande cartoon met behulp van de KIAM-methode: kijken, interpreteren, a ­ ctualiseren en mening. STAPPENPLAN Stap 1: Kijken – Welke personen zie je op de cartoon?

– Hoe kijken de personages?

– Welke tekst zie je?

Stap 2: Interpreteren

IN

Waarover gaat die cartoon volgens jou? Wat wil de cartoonist zeggen?

N

Stap 3: Actualiseren

Kwam het onderwerp onlangs nog in het nieuws? Leg kort uit.

VA

Tip:

Neem eerst de rubriek Breaking news door.

Stap 4: Mening

Wat is jouw mening? Ga je akkoord met de boodschap van de cartoonist?

THEMA 3

LEVEL 3

©

28


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op in een tekstverwerker.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst. JA

Ik kan aan de hand van voorbeelden illustreren dat belastingen voor inkomsten voor de overheid zorgen.

2

Ik kan voorbeelden geven van belastingen.

3

Ik kan informatie uit teksten, cartoons of afbeeldingen halen.

EXTRA OEFENMATERIAAL

THEMA 3

LEVEL 3

©

VA

N

1

KAN BETER

29


Beeldwoordenboek Level 3 BEGRIP

VERKLARING Accijnzen zijn een belasting om het gebruik van bepaalde goederen af te remmen, omdat ze schadelijk zijn voor de gezondheid of voor het milieu. bv. sigaretten, benzine en alcohol

btw

Btw of belasting over de toegevoegde waarde is een belasting die de overheid heft op de verkoop van goederen en diensten.

inkomsten

Dat is geld dat je ontvangt. In dit level gaat het over geld dat de overheid ontvangt in de vorm van onder andere btw en belastingen.

N

VA

© LEVEL 3 THEMA 3 30

Dat is een belasting die je betaalt wanneer je als bestuurder van een gemotoriseerd voertuig (auto, moto …) de openbare weg gebruikt.

w

verkeers­ belasting

21% bt

Een belasting die geheven wordt op de inkomens van gezinnen.

12 % btw

personen­ belasting

6 % b tw

IN

accijnzen

AFBEELDING


STEP-UP Je hebt de afgelopen weken de relatie tussen overheid en de samenleving bestudeerd. Je hebt gemerkt dat de bezorgdheid voor de mens een belangrijk aandachtspunt voor de overheid is. Bedenk zelf een maatregel die de overheid kan nemen om te komen tot een meer duurzame maatschappij.

THEMA 3

STEP-UP

©

VA

N

c d

Werk per twee. Je zult die maatregel voorstellen aan de hand van een poster. Gebruik daarvoor eventueel de ICT-fiches van Canva of powerpoint. Je stelt samen met je klasgenoot de maatregel voor tijdens een posterbeurs. Bewaar de poster in je portfolio en geef het bestand een duidelijke naam.

IN

a b

31


VA

© N IN


2

IN

T

VA

N

F

I

©

L

Ondernemend project


THEMA

IN

4

©

VA

N

Ondernemend project


IN

STEP-UP

N

Evaluatie ondernemend project

LEVEL

©

VA

1

Hoe breng je een ondernemend project tot een goed einde?

STEP-IN

p. 33

p. 5

p. 4


STEP-IN Een onderneming of project op poten zetten is niet enkel voor volwassenen. Het filmpje van deze twee jonge ondernemers is daar een mooi bewijs van. 1

Lees eerst deze achtergrondinformatie.

IN

Michiel startte zijn onderneming op in 2014. Hij was toen 25 jaar oud. Zoals elke jonge ondernemer moest hij klein starten en begon hij websites te maken vanuit de zetel van zijn ouders.

VA

N

Dorina voelde het al kriebelen om te ondernemen toen ze nog aan het studeren was. In haar laatste jaar aan de universiteit startte ze in Genk haar eigen kledingzaak op. Aangezien ze van Grieks-Italiaanse afkomst is, haalde ze ook haar kleren daar.

Bekijk de filmpjes. a

Wat vind je interessant aan het verhaal van Michiel?

b

Wat vind je interessant aan het verhaal van Dorina?

THEMA 4

STEP-IN

©

2

4


LEVEL 1 Hoe breng je een ondernemend project tot een goed einde?

IN

INTRO Ondernemen is belangrijk voor de maatschappij. Indien niemand ondernemend zou zijn, waren er geen bedrijven, werden er geen organisaties voor het goede doel opgericht, waren er geen uitvindingen, zoals medicijnen, het wiel, elektriciteit … Ondernemen betekent de handen uit de mouwen steken en initiatief nemen om een project op poten te zetten.

2

Bekijk deze collage. Zo krijg je een idee van hoe gevarieerd ondernemen kan zijn.

Artistiek: de organisatie van een tentoonstelling

3

p de speelp openen o emeente u p o p n e :e at van je g Economisch winkelstra e d in f o plaats

In dit level zet je deze onderzoeksvraag in de praktijk om: Welke stappen zet je om een ondernemend project tot een goed einde te brengen?

LEVEL 1

Sportief: e en fietsmarat sportevenement, zo hon op sch als een ool

THEMA 4

©

e week, Sociaal: warmst g Rode Neuzen Da

Maatschappelijk of humanitair: een geldinzameling naar aanleiding van een ramp © Gimas / Shutterstock.com

© BELGA

VA

N

1

5


Explore 1— Welke ondernemer ga jij achterna? Het belangrijkste van ondernemerschap is de persoon die met zijn talenten, troeven, sterke en zwakke punten het project tot een goed einde brengt. Deze personen zijn daar een mooi voorbeeld van. Lees aandachtig het parcours dat zij hebben afgelegd om hun doel te bereiken. Steve Jobs richtte op 3 januari 1977 samen met Steve Wozniak en Ronald Wayne, Apple Computer op. In 1985 verliet Jobs Apple nadat de raad van bestuur hem verbood nog een leidinggevende functie te bekleden binnen Apple. Hij startte toen het computerbedrijf NeXT op. Na een overname van NeXT door Apple werd Jobs in de zomer van 1997 tijdelijk CEO van Apple. Steve Jobs werd raadgever bij Apple. In 1998 werd de iMac gelanceerd. Met die nieuwe personal computer slaagde Steve Jobs erin Apple weer financieel sterk te maken. De echte doorbraak voor Apple kwam in 2001 met de lancering van de iPod en iTunes. Die mp3-spelers luidden een nieuw tijdperk voor Apple in. In 2007 veranderde Steve Jobs de wereld door zijn legendarische introductie van de Iphone.

IN

a

N

© Anton_Ivanov / Shutterstock.com

Bron: wikipedia.org

©

VA

In 1995 richtten Elon Musk en zijn broer het internetbedrijf Zip2 op. Het bedrijf ontwikkelde een onlinestadsgids voor onder andere kranten. Zip2 werd overgenomen voor 307 miljoen Amerikaanse dollar waarvan Musk 22 miljoen US-dollar ontving. In maart 1999 richtte Elon Musk X.com op, een onlinebetaalplatform. Hij investeerde er tien miljoen US-dollar in. Een jaar later werd dit betaalplatform samengevoegd met PayPal. PayPal werd in oktober 2002 door Ebay overgenomen, voor anderhalf miljard dollar, waarvan Musk 165 miljoen US-dollar ontving. Met 100 miljoen Amerikaanse dollar van zijn eerdere verkopen richtte Musk in juni 2002 SpaceX op. Tesla Motors werd in juli 2003 opgericht door Martin Eberhard en Marc Tarpenning. Beide mannen hadden een actieve rol in de vroege ontwikkeling van het bedrijf, voordat Elon Musk betrokken werd bij het bedrijf. Musk was tot in detail betrokken bij het ontwerp van de Tesla Roadster, maar was minder betrokken bij de dagelijkse gang van zaken. Tijdens de financiële crisis van 2008 voelde Musk zich genoodzaakt het leiderschap van Tesla over te nemen als algemeen directeur.

THEMA 4

LEVEL 1

© Kathy Hutchings / Shutterstock.com

6

b

Bron: wikipedia.org

Omschrijf ondernemerschap in je eigen woorden.

persoonlijk antwoord


Forum Wil jij graag je eigen zaak oprichten? Waarom (niet)?

IN

Action 1— Aan de slag Nu is het aan jou! De volgende actions begeleiden je om klassikaal een project tot een goed einde te brengen. Ze helpen je om de volgende Steve Jobs, Elon Musk, Marc Coucke, Bill Gates, Jeff Bezos, Marc Zuckerberg of Sergio Herman te worden.

2

Verken een aantal vormen die je ondernemend project kan aannemen: het opzetten van een pop-uponderneming, de organisatie van een solidariteitsactie, zoals een geldinzamelactie voor het goede doel, een project rond gezonde voeding, zoals een gezond ontbijt voor alle leerlingen van de school, een cultureel evenement, zoals een tentoonstelling van jullie kunstwerken, een technische realisatie, zoals het ontwerpen, maken en verkopen van vogelkastjes, een actie rond duurzaamheid.

VA

N

1

Good to know

©

Kies een project waarvoor je enthousiast bent, waarvoor je de handen uit de mouwen wilt steken, waarin je de nodige energie wilt steken.

Action 2— Nodig een (jonge) zelfstandig ondernemer uit

a b

Zoek een zelfstandig ondernemer in je eigen omgeving. Misschien is een van je leraars of een oud-leerling van je school een zelfstandig ondernemer, al dan niet in bijberoep. Als je geen zelfstandig ondernemer vindt, dan kun je de filmpjes van de twee zelfstandig ondernemers uit de Step-in herbekijken.

LEVEL 1

Nodig een zelfstandig ondernemer uit om te horen hoe het is om ondernemer te zijn.

THEMA 4

1

7


Bereid het interview met de ondernemer voor. a

Bekijk de vragen die je kunt stellen. Welke zaak heeft u opgericht? Wat biedt u aan? Welke (karakter)eigenschappen zijn er volgens u nodig om als zelfstandige te beginnen? Welke kennis heeft een beginnend ondernemer nodig? Wie of wat kan u helpen, wanneer u een probleem heeft? Welke nadelen kunnen iemand afschrikken om een onderneming op te starten? Wat zijn de voordelen of leuke aspecten van het ondernemerschap? Hoe gaat u op zoek naar klanten? Hoe weet u wat uw klanten willen?

b

Bedenk nog een drietal nieuwe vragen.

IN

2

Verwerk de antwoorden van het interview achteraf met een tekstverwerker.

N

3

Action 3— Ben jij de volgende Elon Musk of

VA

Marc Zuckerberg?

1

Welke eigenschappen, zoals kennis en attitudes, moet een ondernemer hebben?

Een ondernemer moet gemotiveerd, enthousiast, klantgericht en een doorzetter zijn. Daarnaast moet hij zelfvertrouwen en inzicht hebben. Ook vakkennis over en inzicht in het type onderneming of project zijn belangrijk.

2

Doe de onlinetest en ontdek jouw ondernemersvaardigheden. a

Welke score heb je behaald?

©

b

Wat zijn je sterke punten volgens de test?

THEMA 4

LEVEL 1

8

c

Wat zijn je zwakke punten volgens de test?


Action 4— Vind jij het gat in de markt? 1

Een ondernemer heeft meestal een droom, een idee, die hij graag wil realiseren. Hij is op zoek naar het gat in de markt. a

Noteer in eigen woorden wat een gat in de markt is.

Een gat in de markt is een nieuw product of een nieuwe dienst waar nog niemand aan gedacht heeft, maar waarnaar er wel vraag is. Het product of de dienst zal

b

IN

dus hoogstwaarschijnlijk goed verkopen.

Hoe kan een onderneming een gat in de markt ontdekken?

De onderneming onderzoekt welke problemen mensen hebben, en of die oplossing in de vorm van een product of dienst vernieuwend kan zijn. c

Welke vragen kan een onderneming stellen om dat gat in de markt te ontdekken?

Wat missen de consumenten?

N

Waar hebben ze nood aan? Wat kan hun leven gemakkelijker maken?

Voor jullie klasproject is het niet noodzakelijk om een product te verkopen. Je mag bijvoorbeeld ook met je klas een evenement of een actie voor een goed doel op poten zetten. a

Bespreek klassikaal wat je van deze ideeën vindt. Een pop-uponderneming in de winkelstraat van de gemeente van de school, omdat er verschillende panden leegstaan Een verkoopstand op de wekelijkse markt Een verkoopstand gedurende een of meerdere dagen op school Een gezond ontbijt voor je klas, jouw jaar of zelfs voor de hele school Een nocturne (een avondevenement) waarop leerlingen hun kunstwerken presenteren aan de ouders en leraren Een modeshow in samenwerking met een kledingzaak uit de buurt De productie en verkoop van een nieuw innovatief product dat jullie zelf kunnen produceren De organisatie van een sportevenement op school De organisatie van een lesmarathon op school

THEMA 4

LEVEL 1

©

VA

2

9


Good to know Wees je ervan bewust dat ook je prestaties in de loop van het project geëvalueerd en beoordeeld worden. Ga alvast naar het onlinelesmateriaal van de Step-up. Je vindt er de evaluatiecriteria. Zo weet je waar je aandacht aan kunt besteden.

Als je een product of dienst wilt aanbieden, dan moet je daar goed over nadenken. Je kunt dat doen aan de hand van probleemsituaties waarvoor je oplossingen bedenkt. Wil je een evenement of actie organiseren, dan moet je nadenken over de aanpak daarvan. a

b

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een aantal probleemsituaties of mogelijke thema’s om over te brainstormen. Wil je iets organiseren, brainstorm dan over de evenementen of acties die hierboven staan. Voer het denkproces uit.

STAPPENPLAN

N

3

Noteer wat je gekozen hebt: een product, een dienst of de organisatie van een evenement of actie.

IN

b

VA

Stap 1: Werk in groepen. – Elke groep krijgt een probleemsituatie op een A4-blad of digitaal via bijvoorbeeld Google Docs. – Bedenk gedurende tien minuten zoveel mogelijk oplossingen voor dat probleem of bedenk ideeën rond dat thema. Noteer alle ideeën op post-its op het A4-blad, ook de ideeën die niet meteen haalbaar lijken.

©

Stap 2: Geef het blad door en brainstorm over een nieuwe situatie. – Elke groep overloopt zijn nieuwe situatie en de oplossingen van het vorige groepje en doet zo nieuwe ideeën op. – Zoek gedurende tien minuten naar nieuwe oplossingen en noteer ze. Stap 3: Geef het blad weer door en brainstorm over een nieuwe situatie. – Overloop de mogelijke oplossingen voor dat probleem. – Dit keer zoek en noteer je gedurende vijf minuten nieuwe oplossingen.

THEMA 4

LEVEL 1

Stap 4: Blijf die werkvolgorde herhalen tot elke groep elke situatie bestudeerd heeft.

10

Stap 5: Overloop de ideeën op elk blad. – Kleef de ideeën op het bord of projecteer ze via de computer. – Selecteer de haalbare ideeën tot je er maximum zeven overhoudt. Haal de onbruikbare ideeën weg. Stap 6: Kom tot een besluit. – Kies iets waar de hele klas achter staat. – Noteer je definitieve project hier. Dat is ook de kernactiviteit van je onderneming of project.


Action 5— Wie worden je klanten? Nu moet je bepalen aan wie je wilt verkopen. Je zult dus de doelgroep van je onderneming of evenement bepalen. a

Dit zijn een aantal vragen die je jezelf kunt stellen over je doelgroep: Ligt de focus op mannen, op vrouwen, op gepensioneerden, gezinnen, jongeren … ? Bevindt je doelgroep zich in het hele land, een bepaalde provincie of de eigen school?

b

Ook opleiding, woonplaats, geloof en sociaal-economische achtergrond van je doelgroep zijn aspecten waarover je moet nadenken. Bepaal zo specifiek mogelijk de wensen van de doelgroep. Als je meerdere doelgroepen in gedachten hebt, orden ze dan van meest belangrijk (1) naar minst belangrijk (5).

IN

1

Noteer jouw doelgroep(en) en geef ook aan hoe belangrijk elke doelgroep voor jouw project is.

THEMA 4

LEVEL 1

©

VA

2

N

Bijvoorbeeld: Doelgroep: 60-plussers Omschrijving: Mensen tussen 60 en 80 jaar. Omgeving: Regio Gent Belangrijkheid: 2

11


Action 6— Wie doet wat? Nu je je doelgroep bepaald hebt, kun je je project uitwerken. Maar niemand kan alles alleen doen, dus moet je de taken verdelen. Een goede samenwerking zorgt voor het beste resultaat.

2

Je kunt kiezen uit twee opties om de taken te verdelen. Kies optie 1 als je graag wat ondersteuning wilt. Kies optie 2 als je liever een uitdaging wilt.

N

IN

1

Optie 1 Vijf vaste functies

VA

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er vijf functies met hun taakomschrijving. Er staat wat je voor die functie moet kennen en kunnen en welke attitude belangrijk is. Bestudeer de functies goed. Denk na over je sterke punten en je zwakke punten en noteer ze hier. Sterke punten:

©

Zwakke punten:

Noteer waarom je een bepaalde functie kiest.

Bespreek die keuze met de leraar.

THEMA 4

LEVEL 1

12


Optie 2 CLIM-rollen

Noteer wat jouw taken zijn en tegen wanneer je die voorbereid moet hebben. Zo verlies je niets uit het oog. Naarmate het project vordert, kun je jouw taken aanvullen. NAAM LEERLING(EN)

TAAKOMSCHRIJVING

DEADLINE

THEMA 4

LEVEL 1

©

VA

3

N

IN

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er de CLIM-rollen uit Mens en samenleving. Bestudeer de CLIM-rollen. Noteer de rol die jij opneemt.

13


Action 7— Wie zal dat betalen? Om met een onderneming te starten, heb je geld nodig om producten en grondstoffen te kopen. De vraag is natuurlijk waar je dat geld zult halen. Je kunt op twee manieren een startkapitaal bekomen. a

Je leent een bepaald bedrag van de school of van de leraar.

IN

Good to know Een lening is nooit kosteloos. Je geeft het geld altijd met intrest terug. Zo kun je bijvoorbeeld afspreken dat, wanneer je 100 euro leent, je op het einde van het project 5 % intrest betaalt en dus 105 euro terugbetaalt.

VA

N

PAS OP! GELD LENEN KOST OOK GELD!

Je geeft aandelen met een bepaalde waarde – vijf of tien euro – uit. Een aandeel is een bewijs dat je voor een stuk eigenaar bent van de onderneming. Elke leerling kan zelf een aandeel kopen. Zo ben je voor een stuk eigenaar van de ­onderneming. Daarnaast kun je ook aandelen aan ouders, familie of vrienden verkopen. Geef hen in ruil een aandeelhoudersbewijs. Gebruik het onderstaande voorbeeld als inspiratie en maak zelf een aandeel met een tekstverwerker. Stel een tabel op met een overzicht op van de aandeelhouders. Keer aan het einde van het project een deel van de winst aan de aandeelhouders uit.

THEMA 4

LEVEL 1

©

b

14


IN

Action 8— Even detective spelen aan de hand van een klantonderzoek

Je moet weten wat je toekomstige klanten van je verwachten. Denk na wie je klant is, bekijk de volgende voorbeelden en vul aan wie de klanten zijn. Wanneer je een tentoonstelling wilt organiseren, zijn je klanten.

b

Wanneer je een gezond ontbijt voor alle tweedejaars op je school organiseert, dan zijn de

leerlingen

je

je klanten.

Wanneer je een fietsmarathon organiseert, dan zijn de klanten.

VA

c

2

bezoekers

a

N

1

deelnemers

je

Een product, dienst of project heeft pas succes als je product, dienst of idee beantwoordt aan de behoeften en wensen van de doelgroep. Om een goed beeld van die doelgroep te krijgen, doe je een marktonderzoek. Hoe zou jij dat aanpakken?

persoonlijk antwoord

©

Good to know

THEMA 4

LEVEL 1

Een marktonderzoek betekent dat je vraagt aan je mogelijke klanten wat ze graag hebben, hoeveel ze zouden willen betalen en wat ze van jouw onderneming verwachten.

15


Volg het stappenplan om een klantonderzoek te doen in de vorm van een enquête.

STAPPENPLAN Klantonderzoek

IN

3

Stap 1: Bepaal de doelgroep van de enquête. – Bepaal wie je wilt bevragen. Noteer hier de doelgroep die je in Action 5 beschreven hebt.

Hoeveel mensen wil je bevragen? Hoe meer mensen je bevraagt, hoe duidelijker en beter de resultaten voor de doelgroep zijn.

Bespreek hoe, waar en wanneer je de enquêtes zult afnemen.

VA

N

Good to know

THEMA 4

LEVEL 1

©

Je kunt de vragenlijst ook digitaal afnemen via Google Formulieren.

16


Stap 2: Stel de enquête op. – Bepaal wat je te weten wilt komen met de vragenlijst. Omschrijf het kort.

IN

Good to know

N

Probeer het volgende te weten te komen: – Zijn je klanten afhankelijk van een bepaald seizoen of een bepaalde trend? – Vinden je klanten dienstverlening belangrijk? Bijvoorbeeld: Willen ze dat je alles inpakt? Willen ze dat je aan huis levert? – Zijn ze trouw aan een bepaald merk? Bijvoorbeeld: kopen ze altijd hetzelfde merk shampoo? – Hoeveel zijn ze van plan uit te geven aan jouw product, dienst of project?

– Bedenk in groepjes de mogelijke vragen voor de enquête. – Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er voorbeeldvragen. Houd steeds rekening met de verwerking. Soms is het beter om gesloten vragen te stellen, zoals meerkeuzevragen, aanduiding op een schaal of ja-neevragen. – Noteer minstens tien vragen.

VA

©

THEMA 4

LEVEL 1

17


Stap 3: Neem de enquête af. – Je kunt de enquête op verschillende manieren afnemen: schriftelijk, mondeling, via het leerplatform van de school, Google Formulieren … – Noteer hoe je de enquêtes afneemt.

Stap 4: Verwerk de resultaten. – Maak eerst een tabeloverzicht van de resultaten en daarna een grafiek. Gebruik indien nodig de ICT-fiches van rekenblad.

N

IN

Stap 5: Formuleer besluiten. – Noteer het besluit van je onderzoek.

Action 9— Even detective spelen aan de hand van een

VA

concurrentieonderzoek

De kans is zeer groot dat je concurrenten hebt. Daarom is het belangrijk dat je je concurrenten leert kennen. Je doet dat onderzoek om eruit te leren, maar ook om hun zwakke punten te ontdekken. Op die punten kun jij anticiperen en het zelf meteen beter doen. Geef daarvan een voorbeeld.

2

Bekijk deze voorbeelden van concurrentie.

©

1

a

b

THEMA 4

LEVEL 1

c

18

Als je op de speelplaats een pop-up organiseert en ontbijtkoeken verkoopt, dan zijn de bakkerijen en supermarkten in de buurt je concurrenten. Als je een marathon voor het goede doel organiseert, dan zijn andere initiatieven voor het goede doel je concurrent. Een andere klas of een jeugdbeweging kan bijvoorbeeld geld inzamelen door een carwash te organiseren voor datzelfde doel. Als je een avondvoorstelling met kunstwerken van leerlingen organiseert, dan is de kunstacademie of het museum uit de buurt je concurrent.


3

Noteer al je concurrenten.

4

Volg het stappenplan om je concurrenten te analyseren.

STAPPENPLAN

IN

Stap 1: Schrijf de belangrijkste concurrenten op en noteer ook waarom je die kiest.

N

Stap 2: Vul voor elke concurrent deze fiche in. Werk in een onlinetoepassing zodat je er samen aan kunt werken. Gebruik daarvoor ICT-fiche_OSGD_06 of fiche_OSOD_05. – Wat is het assortiment van de concurrent? – Wie is de doelgroep van mijn concurrent? – Wat zijn de prijzen van mijn concurrent? – Welke service biedt mijn concurrent? – Wat zijn de sterke en zwakke punten van mijn concurrent? FICHE CONCURRENT

Assortiment concurrent

VA

Doelgroep concurrent Prijzen

Service

Sterke punten

THEMA 4

LEVEL 1

©

Zwakke punten

19


Stap 3: Kom tot een besluit. – Maak een overzicht van je concurrentieonderzoek. – Ga na waarin elke concurrent beter of veel beter is dan jou (+ of ++) of net slechter of veel slechter (- of - -) is dan jou. CONCURRENT

CONCURRENT

CONCURRENT

CONCURRENT

Assortiment Service Marketing

IN

Prijs

Action 10— Wees anders dan de anderen

N

Welke logo’s herken je op deze afbeelding? Bespreek klassikaal.

VA

1

© Bashigo / Shutterstock.com

Voor je project heb je een naam, een logo en een slogan nodig. De naam heeft vaak te maken met je product, dienst, evenement of actie, dus die zoek je eerst. Dan pas zoek je een slogan en een logo.

©

2

THEMA 4

LEVEL 1

a

20

Om de naam te bedenken, gebruik je weer de brainstormmethode. Dat kan in groepjes of klassikaal. De ideeën kunnen op het bord, op een blad papier of digitaal en online genoteerd worden.


Good to know Kies een korte, krachtige naam. Houd het simpel en enthousiast. Grappig mag, maar moet niet. Vermijd dat de naam na een jaar al verouderd is. Kies iets tijdsloos. Vraag feedback aan vrienden, ouders of familie.

b

Voor de slogan en het logo werk je in twee groepen. Een groepje ontwerpt het logo, het andere groepje bedenkt de slogan. Surf even op het internet. Je vindt er een aantal interessante programma’s om logo’s te ontwerpen.

Good to know

Kies een eenvoudig logo. Mensen moeten het makkelijk kunnen schetsen. Vermijd dat het logo na een jaar al verouderd is. Kies iets tijdloos. Zorg dat het logo uniek is. Kies een logo dat past bij de stijl, het imago en de uitstraling van het project.

N

– – – –

IN

– – – – –

VA

Action 11— Leveranciers 1

Om producten of grondstoffen aan te kopen, heb je leveranciers nodig. Surf op internet en zoek via Google of goudengids.be drie mogelijke leveranciers.

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een brief die je kunt versturen naar de leveranciers om een prijsaanvraag te doen. Je kunt de brief ook gebruiken als ondersteuning bij een telefonische prijsaanvraag. Vergelijk op basis van die info de sterke en zwakke punten van verschillende leveranciers.

THEMA 4

LEVEL 1

©

2

21


Good to know

3

IN

Waar houd je rekening mee bij een prijsaanvraag? – Kijk niet alleen naar de leverancier met de laagste prijs, maar ook naar de leverancier die snel kan leveren, of die bereid is overschot terug te nemen. – Vraag aan de leverancier ook of je ‘in consignatie’ kunt kopen. Dat betekent dat hij de niet-verkochte artikels terugneemt. Die artikels moeten meestal pas betaald worden na de verkoop ervan.

Maak met een tekstverwerker een tabeloverzicht op om de leveranciers te vergelijken. LEVERANCIER

Prijs

LEVERANCIER

LEVERANCIER

Service

N

Leversnelheid

Betaalvoorwaarden

VA

Action 12— It’s all in the mix: Product 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een leidraad om je marketingmix uit te werken.

PRODUCT

THEMA 4

LEVEL 1

©

PERSONEEL

22

PRIJS

6 P’s PRESENTATIE PROMOTIE

PLAATS

PRODUCT


Beantwoord deze vragen over jouw product in het document dat je vindt bij het onlinelesmateriaal. Houd daarbij rekening met wat je geleerd hebt in het klant- en concurrentieonderzoek. a b c d e f

Welke producten of welke dienst bied je aan? Welke specifieke kenmerken heeft het product, de dienst of het project? Voldoet jouw product, dienst of project aan de behoeften van de consument? Welke verpakking voorzie je? Denk je ook aan duurzaamheid? Voorzie je ook service en / of garantie?

Good to know

IN

2

Denk ook aan de voorraad waarmee je wilt starten, dat wil zeggen bedenk hoeveel stuks van je product je op voorhand aankoopt.

Noteer hier (of in een rekenblad of een tekstverwerker) een overzicht van je assortiment in de breedte en diepte of omschrijf je project. Bij het onlinelesmateriaal vind je een voorbeeld van het assortiment in breedte en diepte.

VA

N

3

Action 13— It’s all in the mix: Plaats – kanalen

PLAATS

Waar – via welke kanalen – wil je jouw product, dienst of evenement aanbieden? Beantwoord daartoe deze vragen. a

Waar wil je je producten verkopen? Waar heeft jouw evenement plaats?

©

b

Wil je ook online verkopen? En indien ja, hoe wil je dat doen?

Zijn er aan die locatie kosten verbonden, zoals standgeld op de markt, huur …

LEVEL 1

THEMA 4

c

23


Action 14— It’s all in the mix: Promotie

PROMOTIE

De manier waarop je promotie maakt, hangt van de doelgroep af. Vormen 60-plussers je doelgroep, dan gebruik je een krantje of een flyer. Vormen jongeren je doelgroep, dan is Instagram een goede optie. Houd er rekening mee dat het even duurt tot iedereen jouw Instagrampagina kent. Indien jullie op school Smartschool gebruiken, kun je ook via Smartschool reclame maken. Denk eerst over deze vragen na. Verloopt je reclamecampagne digitaal of op papier? Ontwerp je een website en / of Facebookpagina? Licht je je product of dienst ook op andere sociale media, zoals Instagram of YouTube, toe? Gebruik je een influencer? Kost die promotie geld? Hoe lok je de mensen naar je stand, project of winkeltje?

b

Kom tot een besluit en noteer hoe je promotie zult voeren.

N

IN

a

Good to know

VA

Veronderstel dat je melkproducten wilt verkopen, dan kun je reclame maken door iemand te laten rondlopen verkleed als koe.

Action 15— It’s all in the mix: Presentatie en personeel

Om goed te verkopen of om mensen naar jouw evenement te lokken, moet je de aandacht van je klanten trekken. De presentatie van je verkoopstand of van de activiteit is dus heel belangrijk. Geef een voorbeeld van een aantrekkelijke presentatie.

©

1

een mooie winkeletalage, ballonnen,

THEMA 4

LEVEL 1

een banner, aantrekkelijke affiches ...

24

a

Denk eerst over deze vragen na. Hoe wil je het product of evenement presenteren? Hoe zal je verkoopstand, winkel of evenementenlocatie eruitzien?

PRESENTATIE

PERSONEEL


b

Noteer op basis van jouw antwoorden de benodigdheden voor jouw presentatie.

2

IN

Niet iedereen kan goed verkopen. Een goede verkoper moet mensen durven aanspreken, het product goed kennen en noem maar op. a

Denk eerst over deze vragen na. Wie zal het product verkopen? Zijn er specifieke verkopers? Of verkoopt iedereen? Heb je nood aan verkooptips?

b

Noteer jouw antwoorden.

VA

N

Action 16— It’s all in the mix: Prijs

PRIJS

Je moet ook de prijs berekenen en bepalen voor het product, de dienst of de deelname aan het evenement. Daarvoor moet je eerst alle kosten weten. Dat zul je in Action 18 doen. Stel je de volgende vragen: Ga je, na de prijsberekening, kiezen voor een lage prijs om veel klanten te overtuigen om je product te kopen of aan je evenement deel te nemen of ga je een hoge prijs vragen om aan te geven dat je kwaliteit biedt? Ga je kortingen geven? Indien ja, in welk geval? Op bepaalde momenten, zoals een happy hour, of bij de aankoop van een grote hoeveelheid? Is jouw prijs hoger of lager dan de prijs van de concurrent(en)? Of is hij hetzelfde?

©

a

Kom tot een besluit en noteer hoe jij de prijs wilt zetten.

LEVEL 1

THEMA 4

b

25


Good to know

IN

Wanneer je een project of een evenement plant, dan kun je over deze vragen nadenken. – Wat is het doel van het project? – Wie kan eraan deelnemen? – Wanneer vindt het project plaats? – Moet er voor het project betaald worden? – Welke prijs vraag je aan de deelnemers? – Verstuur je uitnodigingen? – Hoe maak je reclame? – Welke kosten brengt het project met zich mee? – Heb je leveranciers nodig?

N

Action 17— Mensen en middelen

©

VA

Je zult niet alleen hulp van je collega’s en andere mensen nodig hebben, maar ook nog middelen. Maak een lijstje van de middelen die nodig zijn voor je project. Denk bijvoorbeeld aan een laptop, een camera, een marktkraampje, een kassa ...

THEMA 4

LEVEL 1

Good to know

26

Als het project op school of in je gemeente plaatsheeft, moet je aan de directie of het gemeentebestuur toelating vragen. Doe dat tijdig, niet wanneer je al weken aan het voorbereiden bent.


Action 18— Schatting kosten en opbrengsten, winst 1

Onderzoek hoe de kostenstructuur in jouw bedrijf of voor jouw project in elkaar zit. Nu je de voorgaande actions zorgvuldig voorbereid hebt, is het eenvoudig om de belangrijkste kosten van je bedrijf of je project te bepalen. a

Vervolledig de tabel met de kosten. TOTAALBEDRAG

IN

BENAMING KOST

Breng de tabel over in een rekenblad. Bereken de totale kost per eenheid. Gebruik ICT-fiche_R_25.

VA

b c

N

TOTAALBEDRAG KOSTEN

Kosten bepaalde bedrijfsmiddelen misschien iets te veel? Noteer hoe je op bepaalde middelen kunt besparen.

THEMA 4

LEVEL 1

©

2

27


3

Bekijk nu de omzet. Daarvoor moet je eerst de verkoopprijs kennen. Bereken aan de hand van het onderstaande schema de verkoopprijs. Vertrek vanuit de kost per eenheid. (kost per eenheid) * winstpercentage + (kost per eenheid)

Bijvoorbeeld: Kost per eenheid:

Winstpercentage: 20 %

Winstpercentage:

4

N

3,00 * 20 % + 3,00 euro = 3,60 euro

IN

Kost per eenheid: 3,00 euro

Om de omzet in kaart te brengen heb je niet alleen de verkoopprijs nodig, maar ook een schatting van de opbrengst van je project. Je moet dus voor elk product schatten hoeveel stuks je zult verkopen (afzet). Dat aantal vermenigvuldig je met de verkoopprijs.

VA

a

GESCHATTE AFZET (= AANTAL STUKS)

GESCHATTE OMZET (= AFZET * VERKOOPPRIJS)

Product, dienst, deelnameprijs 1

©

Product, dienst, deelnameprijs 2

THEMA 4

LEVEL 1

b

28

Breng die tabellen over naar een rekenblad en bereken voor al je producten de geschatte opbrengst.


Action 19— Strategische partners Misschien kun je ook samenwerken met interessante partners om beter te zijn dan je concurrenten. Geef een voorbeeld van dergelijke partners.

Leerlingen van een andere basisoptie kunnen bijvoorbeeld een mooi schilderij maken voor je verkoopstand of producten maken in hout of metaal om te verkopen. Mensen van het gemeentebestuur kunnen helpen om een pand te zoeken.

IN

Leveranciers kunnen je goede voorwaarden aanbieden. Werknemers van Vlajo of Unizo kunnen je advies geven. Ouders kunnen raad geven.

Good to know

N

Wanneer een bedrijf je strategische partner wordt, dan moet ook dat bedrijf baat hebben bij de samenwerking.

VA

Action 20— Pitch

PITCH

Een pitch is een video waarin je kort je project voorstelt.

Je project is afgerond. Maak een pitch met je smartphone of laptop, een camera of een tablet. De pitch moet zeker deze gegevens bevatten: de naam van het project, de pop-up, de onderneming of het evenement, het doel, een beschrijving van het product, de dienst of het evenement, argumenten waarom de mensen voor jou zouden moeten kiezen, een krachtige slagzin die blijft hangen als afsluiter.

©

1

2

Zorg voor een leuke achtergrond wanneer je filmt. Vermijd storende geluiden. Oefen de tekst minstens vijf keer in alvorens je start. Ga vooraf na hoe er gefilmd moet worden.

Bekijk de pitch klassikaal.

THEMA 4

– – – –

LEVEL 1

Good to know

29


Action 21— The moment of truth Je bent nu goed voorbereid om je project uit te voeren. Nog enkele tips. Tip:

Zorg voor voldoende voorraad. Denk aan je verkoopstand of etalage. Denk na hoe je mensen naar je stand wilt lokken. Denk aan wisselgeld. Denk aan een taakverdeling.

Voer je project nu uit.

THEMA 4

LEVEL 1

©

VA

N

2

— — — — —

IN

1

30


Beeldwoordenboek Level 4 BEGRIP

VERKLARING Een aandeel is een bewijs dat je voor een stuk eigenaar bent van de onderneming.

bedrijfs­ middelen

Dat zijn middelen die een onderneming nodig heeft om te kunnen werken, zoals machines, computers …

doelgroep

Dat is een specifieke groep mensen die een onderneming wil bereiken of bedienen met zijn product- of dienstenaanbod.

Dat is een product dat of een dienst die nog niet aangeboden wordt en wellicht goed zal verkopen omdat veel consumenten er behoefte aan hebben.

KLANT­ BEHOEFTE

©

gat in de markt

H JU ET PR IST OD E UC T

VA

N

IN

aandeel

AFBEELDING

LEVEL 1

Goederen die je in consignatie koopt, moeten pas betaald worden wanneer je ze effectief verkocht hebt.

THEMA 4

in consignatie

31


BEGRIP

VERKLARING Dat is een korte presentatie van een idee of een product om dat idee of product te verkopen.

prijsaanvraag

Dat is een brief of e-mail naar een leverancier waarin je de prijzen en de bijkomende kosten van een product opvraagt.

voorraad

Dat is de hoeveelheid goederen die je in je winkel hebt om aan de klanten te verkopen.

THEMA 4

LEVEL 1

©

VA

N

IN

pitch

32

AFBEELDING


STEP-UP Het is belangrijk na te gaan wat goed en wat minder goed verliep. Je bekijkt het project op zich, maar je evalueert ook je eigen bijdrage. De volgende vragen kunnen je helpen. Beantwoord deze open vragen. Hoe is het project volgens jou gelopen?

Wat was jouw inbreng tijdens dit project?

Waar ben je trots op?

Wat zou je anders doen?

Welke fouten heb jij gemaakt?

IN

VA

a

N

1

Wat heb je over jezelf geleerd?

Wie ben jij tijdens dit project? Denk aan je taak, je rol …

Wat zou je veranderen aan het concept van dit project?

Hoeveel tijd spendeerde je ongeveer na je schooluren aan dit project? (dagen, uren, minuten)

THEMA 4

STEP-UP

©

33


Geef jezelf als volgt een score: 1 is de laagste score, 10 is de hoogste score. Ben jij flexibel? (0 ik ben helemaal niet flexibel – 10 ik ben zeer flexibel) 1

6

7

8

9

10

2

3

4

5

6

7

8

9

10

2

3

4

2

3

4

10

5

6

7

8

9

10

2

3

4

5

6

7

8

9

10

2

3

4

5

6

7

8

9

10

5

6

7

8

9

10

5

6

7

8

9

10

7

8

9

10

8

9

10

VA 34

9

2

3

4

2

3

4

Onderneem je actie om problemen op te lossen?

© THEMA 4

STEP-UP

8

Reageer je gepast en klantvriendelijk? 1

7

Hanteer je een goed werktempo? 1

6

Lever je kwalitatief werk af? 1

5

Werk je precies en zorgvuldig? 1

5

Ben jij hulpvaardig en attent voor andere leerlingen? 1

4

Communiceer jij goed en met iedereen? 1

3

Ben jij gedreven? 1

2

IN

N

b

1

2

3

4

5

6

Geef jezelf een score voor inzet (niet tijdens de schooluren). 1

2

3

4

5

6

7


c

Evalueer je klasgenoten! Noteer steeds een naam. Wie is het meest flexibel? Wie is het meest gedreven? Wie communiceert het meest en het duidelijkst over de opdrachten?

Wie werkt het meest nauwkeurig? Wie werkt het meest kwalitatief? Wie kan er het best beslissen? Wie is het meest klantvriendelijk? Wie lost de problemen steeds op?

IN

Op wie kun je altijd rekenen?

N

Wie heeft het hardst gewerkt voor dit project?

Wie heeft een leidersrol op zich genomen?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er evaluatiecriteria waarmee je rekening kunt houden.

THEMA 4

STEP-UP

©

VA

2

35


VA

© N IN


2

IN

T

VA

N

F

I

©

L

ICT-fiches


IN

5

©

VA

N

ICT-fiches


INHOUDSTAFEL Rekenblad Fiche_R_01 Wat zie je wanneer je een rekenblad opent?

5

Fiche_R_02 Wat is het verschil tussen een werkblad en een werkmap?

6

Fiche_R_03 Wat is het verschil tussen een rij, een kolom en een cel? Fiche_R_04 Wat is een bereik? Fiche_R_05 Hoe geef je gegevens op een efficiënte manier in?

9

IN

Fiche_R_06 Hoe zorg je ervoor dat getallen volgens de NBN-normen worden weergegeven?

7

Fiche_R_07 Hoe voorzie je een getal volgens de NBN-normen van een valutateken?

12

Hoe zorg je ervoor dat een datum volgens de NBN-normen wordt weergegeven? Fiche_R_08 Fiche_R_09 Hoe voorzie je een getal van een procentteken volgens de NBN-normen? Fiche_R_10 Hoe kun je de gegevens op een doelgerichte manier doorvoeren?

13

Fiche_R_11 Hoe wijzig je de tekstopmaak in een cel?

14

Fiche_R_12 Hoe wijzig je de uitlijning van de inhoud van een cel?

15

Fiche_R_13 Hoe voorzie je een cel van de gevraagde opmaak?

17

Fiche_R_14 Hoe voeg je cellen samen?

20 21

Fiche_R_16 Hoe geef je een kolom de juiste breedte?

23

N

Fiche_R_15 Hoe geef je een rij de juiste hoogte? Fiche_R_17 Hoe kopieer je een opmaak?

25

Fiche_R_18 Hoe stel je een voorwaardelijke opmaak in? Fiche_R_19 Hoe kun je gegevens sorteren?

Fiche_R_20 Hoe stel je de juiste marges in?

Fiche_R_21 Hoe stel je een kop- en voettekst in?

VA

Fiche_R_22 Hoe voeg je een paginanummering toe? Fiche_R_23 Hoe pas je afdrukinstellingen aan? Fiche_R_24 Hoe stel je een formule op?

26

Fiche_R_25 Hoe bereken je de som van verschillende getallen op een efficiënte manier?

28

Fiche_R_26 Hoe gebruik je de functies maximum, minimum en gemiddelde? Fiche_R_27 Hoe voer je formules door via ‘Functie invoegen’? Fiche_R_28 Hoe maak je een spreidingsdiagram van een enkele curve op?

30

Fiche_R_29 Hoe maak je een spreidingsgrafiek van twee curves op? Fiche_R_30 Hoe maak je een kolomgrafiek of staafdiagram?

33

Fiche_R_31 Hoe maak je een cirkeldiagram?

37

©

Powerpoint Fiche_P_01

Wat zijn de basisregels voor een goede presentatie?

Fiche_P_02

Hoe begin je aan een presentatie?

Fiche_P_03

Hoe gebruik je een thema of een stijl?

Fiche_P_04

Hoe pas je de achtergrond van een dia aan?

Fiche_P_05

Hoe voeg je dia’s toe en hoe pas je de dia-indeling aan?

Fiche_P_06

Hoe pas je met ‘diamodel’ de vormgeving van alle dia’s aan?

Fiche_P_07

Hoe voeg je tekst toe?

Fiche_P_08

Hoe voeg je afbeeldingen toe en hoe pas je ze aan?

41

Fiche_P_09

Hoe voeg je SmartArt toe?

44

Fiche_P_10

Hoe voeg je een organogram toe en hoe pas je het aan?

46

Fiche_P_11

Hoe voeg je een tabel in en hoe pas je ze aan?


Fiche_P_12

Hoe voeg je WordArt toe?

Fiche_P_13

Hoe voeg je een schermafdruk toe?

50

Fiche_P_14

Hoe voeg je een geluidsfragment toe?

52

Fiche_P_15

Hoe voeg je een videofragment toe?

54

Fiche_P_16

Hoe gebruik je hyperlinks?

Fiche_P_17

Hoe voeg je een animatie toe?

55

Fiche_P_18

Hoe pas je een diaovergang toe?

57

Fiche_P_19

Hoe sla je je presentatie als bestand, video of pdf op?

Fiche_P_20

Hoe druk je een presentatie af?

Fiche_P_21

Hoe speel je een presentatie af?

IN

58

Word Fiche_T_01

Welke opmaakniveaus zijn er?

Fiche_T_02

Hoe selecteer je een of meerdere tekens?

Fiche_T_03 Hoe ken je de juiste tekenopmaak toe aan een stuk tekst?

60

Fiche_T_04 Hoe kopieer je tekenopmaak?

Fiche_T_05 Hoe selecteer je een of meerdere alinea’s?

Fiche_T_06 Hoe voorzie je een alinea van opsommingstekens of nummering?

61

N

Fiche_T_07 Wat is het verschil tussen alinea- en regelafstand? Fiche_T_08 Hoe stel je de marges van een pagina in?

Fiche_T_09 Hoe bepaal je de afdrukstand van een pagina? Fiche_T_10 Hoe voeg je een sectie-einde in?

Fiche_T_11 Hoe pas je een bestaande stijl toe?

63

VA

Fiche_T_12 Hoe voeg je een paginanummer toe?

Fiche_T_13 Hoe voeg je een kop- en voettekst toe?

64

Fiche_T_14 Hoe gebruik je spellingscontrole?

Fiche_T_15 Hoe voeg je een tabel in een document in?

65

Fiche_T_16 Hoe voeg je een kolom of rij toe in een tabel?

66

Fiche_T_17 Hoe verwijder je een kolom of rij uit een tabel? Fiche_T_18 Hoe pas je de kolombreedte of rijhoogte aan?

67

Fiche_T_19 Hoe verdeel je kolommen of rijen gelijkmatig? Fiche_T_20 Hoe voeg je cellen samen?

69

Fiche_T_21 Hoe splits je een cel?

Fiche_T_22 Hoe lijn je de inhoud van een cel uit? 70

Fiche_T_24 Hoe voeg je afbeeldingen toe aan een document?

72

©

Fiche_T_23 Hoe geef je cellen een bepaalde rand?

Fiche_T_25 Hoe maak je een afbeelding gericht op? Fiche_T_26 Hoe kun je een afbeelding deskundig positioneren?

Fiche_T_27 Hoe voeg je afvinkvakjes toe aan een tekst?

Canva Mindmap Moovly Online samenwerken Storyboard

74


Rekenblad Fiche_R_01 Wat zie je wanneer je een rekenblad opent? Een rekenblad was oorspronkelijk een document om tabellen met berekeningen op te stellen. De huidige rekenbladprogramma’s zoals Ms Excel kunnen echter veel meer. Zo kun je gegevens ordenen, sorteren, groeperen en bewerken, grafieken maken …

IN ZOOMREGELAAR

PAGINAWEERGAVES

SCROLLBALKEN

REKENBLAD THEMA 5

WERKBLADEN

STATUSBALK WERKBLAD­ NAVIGATIE

RIJEN

FORMULEBALK NAAMVAK

WERKBALK ‘SNELLE TOEGANG’

©

LINT

TITELBALK

VA

N

KOLOMMEN

Wanneer je Ms Excel opent, zie je deze gebruikersinterface of werkomgeving:

5


Fiche_R_02 Wat is het verschil tussen een werkblad en een werkmap?

De werkmap is het bestand waarin je werkt en waarin je je gegevens opslaat. Een werkmap kan uit meerdere werkbladen bestaan. In een werkblad kun je gegevens weergeven en analyseren. Je kunt met de gegevens

IN

berekeningen uitvoeren en noem maar op.

Een nieuwe werkmap bevat slechts een werkblad. Wanneer je met de rechtermuisknop op een tabblad klikt,

VA

N

zie je het volgende snel- of contextmenu:

©

Een werkmap sla je op onder een bepaalde naam, maar je kunt ook elk werkblad een eigen naam geven.

THEMA 5

REKENBLAD

In een werkmap kun je:

6

werkbladen invoegen door op het tabblad met het sterretje of Shift+F11 te klikken,

werkbladen verwijderen,

de naam van een werkblad wijzigen,

werkbladen verplaatsen,

werkbladen kopiëren,

een werkblad beveiligen zodat niemand de gegevens kan wijzigen, verplaatsen, verwijderen … ,

een tabkleur wijzigen,

een werkblad verbergen,

een verborgen werkblad zichtbaar maken.


Fiche_R_05 Hoe geef je gegevens op een efficiënte manier in?

STAPPENPLAN Stap 1: Klik op de juiste cel en typ de gegevens in de cel. De ingetypte gegevens verschijnen in de

N

IN

formulebalk.

Stap 2: Klik op de entertoets om te bevestigen. De cursor verplaatst zich een cel naar beneden in dezelfde kolom.

Ms Excel beschouwt elke invoer van letters, eventueel gecombineerd met cijfers, spaties en / of speciale tekens als tekst. Cijfers, eventueel gecombineerd met een plusteken, een minteken, ronde haakjes, een

VA

komma, een punt of een procentteken beschouwt Ms Excel als numerieke waarde. Hoe kun je snel doorheen een werkblad navigeren? DOEL

WERKWIJZE

Begin of einde van een bereik

Druk op de ctrl-toets + de pijltjestoets.

Uiterst linkse en bovenste cel waarin zich gegevens

Druk op de ctrl-toets + hometoets.

bevinden

©

Uiterst rechtse en onderste cel waarin zich

Druk op de ctrl-toets + endtoets.

Druk op het pijltje omhoog of omlaag.

Een kolom naar links of rechts

Druk op het pijltje links of rechts.

THEMA 5

Een rij omhoog of omlaag

REKENBLAD

gegevens bevinden

7


Je kunt ook vlug naar een bepaalde cel navigeren door: het celadres in het naamvak in te typen en op de enter te klikken of

op de F5-toets de klikken, het celadres in het dialoogvenster in te typen en op ‘OK’ te klikken.

THEMA 5

REKENBLAD

©

VA

N

IN

8


Fiche_R_06 Hoe zorg je ervoor dat getallen volgens de NBN-normen worden weergegeven?

NBN-norm – Getallen Voor getallen gelden de volgende NBN-normen: Het decimaalteken is een komma, bijvoorbeeld 15,89.

Het scheidingsteken tussen duizendtallen is een spatie, bijvoorbeeld 15 987.

Getallen die uit meer dan vier cijfers bestaan, worden (om het lezen ervan te vergemak-

IN

kelijken) gegroepeerd per drie cijfers, bijvoorbeeld 2 356 879. Dat geldt ook voor de getallen na de komma, bijvoorbeeld 3,569 987 25.

N

Standaard respecteert Ms Excel die NBN-normen niet, zoals je hieronder ziet.

THEMA 5

REKENBLAD

©

VA

Aan de hand van dit stappenplan kun je de notatie van de getallen aanpassen.

9


STAPPENPLAN Stap 1: Selecteer de getallen waarvan je de notatie wilt aanpassen.

VA

N

IN

Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Start’, open in de rubriek ‘Getal’ de keuzelijst. Je ziet het volgende scherm:

Stap 3: Klik op ‘Meer getalnotaties’.

Een snellere werkwijze is: Selecteer de cellen waarvan je de notatie wilt aanpassen, klik op de rechtermuisknop en kies ‘Celeigenschappen’.

THEMA 5

REKENBLAD

©

In beide gevallen zie je dit scherm:

10


N

IN

Stap 4: Klik op ‘Aangepast’.

In sommige oudere versies van Office staat er het volgende: #.##0.

VA

Dat is geen correcte getalnotatie want het scheidingsteken tussen de duizendtallen moet een spatie zijn. Bovendien staan er in de geselecteerde cellen getallen met meer dan vier cijfers. In het invulvak typ je: # ### ##0.

THEMA 5

REKENBLAD

©

Stap 5: Bevestig met ‘OK’. De getallen worden nu wel volgens de NBN-normen weergegeven, nl.

11


Fiche_R_07 Hoe voorzie je een getal volgens de NBNnormen van een valutateken?

NBN-norm – Valuta Volgens de NBN-normen kun je valuta op deze drie manieren noteren: Je plaatst het valutateken voor het getal, bijvoorbeeld € 15,89.

Je schrijft de afkorting EUR in hoofdletters achter het getal, bijvoorbeeld 15,89 EUR.

Je schrijft het woord euro zonder hoofdletters achter het getal, bijvoorbeeld 15,89 euro.

IN

Om het valutateken volgens de NBN-normen bij een bedrag te noteren, ga je als volgt te werk: STAPPENPLAN

Stap 1: Selecteer de cel(len) die je van een valutateken wilt voorzien.

THEMA 5

REKENBLAD

©

VA

N

Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Start’, open in de rubriek ‘Getal’ de keuzelijst. Je krijgt dan het volgende scherm:

12

Klik hier op ‘Valuta’. Je ziet dat het valutateken volgens de NBN-normen is toegevoegd.


Fiche_R_10 Hoe kun je de gegevens op een doelgerichte manier doorvoeren?

Met Ms Excel kun je met de vulgreep snel en makkelijk een lijst maken. Stel dat je een beurtrol moet opstellen voor de dagelijkse opruimbeurt van de klas, dan moet je de dagen van de week een voor een invullen.

N

IN

De lijst zou er als volgt kunnen uitzien:

Je verkrijgt het bovenstaande resultaat sneller als je als volgt te werk gaat: STAPPENPLAN

Stap 1: Typ in cel A2 de tekst maandag.

VA

Stap 2: In de rechterbenedenhoek van cel A2 verschijnt er een klein zwart vierkantje, de vulgreep. Wanneer je je muis op de vulgreep zet, verandert het witte kruisje in een zwart kruisje.

Stap 3: Sleep de vulgreep naar beneden. De dagen van de week worden automatisch aangevuld. De vulgreep is niet alleen handig voor het doorvoeren van weekdagen, maanden, tijdstippen maar

Nadien sleep je de vulgreep van cel A1 naar beneden. Om in kolom B snel het veelvoud van vijf weer te geven, typ je in cel B1 het getal 5 en in cel B2 het getal 10. Selecteer cel B1 en cel B2, sleep nadien de vulgreep van cel B2 naar beneden.

THEMA 5

Om op een snelle manier kolom A met het cijfer 5 te vullen, typ je enkel in cel A1 het cijfer 5 in.

REKENBLAD

©

ook voor het doorvoeren van getallenreeksen.

13


Fiche_R_11 Hoe wijzig je de tekstopmaak in een cel?

STAPPENPLAN Stap 1: Selecteer de cel of de cellen.

IN

1 Hoe kun je het lettertype en de lettergrootte wijzigen?

Stap 2: Maak gebruik van de keuzelijsten. Wanneer je met de muisaanwijzer over de verschillende letter­

types en tekengroottes schuift, verschijnt er automatisch een voorbeeld in het werkblad. Klik op het

N

lettertype en / of de tekengrootte wanneer het resultaat je bevalt.

VA

2 Hoe geef je de inhoud de juiste tekstkleur?

Naast het lettertype en de tekengrootte kun je ook de kleur van de tekst kiezen. Ga naar het tabblad ‘Start’, kies de rubriek ‘Lettertype’ en klik de keuzelijst open. Als je daar je gading niet vindt, klik dan op ‘Meer kleuren’

THEMA 5

REKENBLAD

©

om een andere nuance te kiezen. Je ziet achtereenvolgens deze vensters:

14


Fiche_R_12 Hoe wijzig je de uitlijning van de inhoud van

IN

een cel?

In het tabblad ‘Start’ staat naast de rubriek ‘Lettertype’, de rubriek ‘Uitlijning’.

De eerste drie symbolen zijn ‘Boven uitlijnen, Midden uitlijnen en Onder uitlijnen’. Je

gebruikt ze om de tekst verticaal uit te lijnen. Afhankelijk van de hoogte van de rij, lijn je de tekst boven, midden of onderaan de cel uit.

Daaronder staan de symbolen voor ‘Links uitlijnen, Centreren en Rechts uitlijnen’ die je

N

gebruikt om de tekst horizontaal in de cel uit te lijnen.

Ernaast staan de symbolen om de inspringing van de tekst te vergroten of te verkleinen.

VA

Daarnaast heb je een knop met een keuzelijst waar je heel wat extra mogelijkheden vindt. Zo kun je de tekst linksom en rechtsom draaien, verticaal plaatsen, omhoog of omlaag draaien en wanneer dat nog niet

THEMA 5

REKENBLAD

©

volstaat, klik dan op ‘Celuitlijning opmaken’ en je krijgt dit scherm:

15


IN N

Door met de pijl te werken, kun je de tekst de gewenste helling geven.

Wanneer je tekst intypt in een cel die langer is dan de breedte van de cel, loopt de tekst over naar de aangrenzende cel zolang die geen gegevens bevat. Wanneer die aangrenzende cel wel gegevens bevat, worden

VA

de gegevens van de eerste cel niet volledig weergegeven in je werkblad. Om dat op te lossen kun je de kolombreedte aanpassen of de knop ‘Terugloop’ gebruiken.

THEMA 5

REKENBLAD

©

‘Terugloop’ plaatst de tekst over meerdere regels waardoor alle tekst weer zichtbaar is.

16


Fiche_R_13 Hoe voorzie je een cel van de gevraagde opmaak?

STAPPENPLAN

IN

1 Hoe geef je een cel een celrand?

Stap 1: Selecteer de cel(len) die je wilt omranden.

Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Start’, klik in de rubriek ‘Lettertype’ op de knop ‘Randen’. Je krijgt dan dit

THEMA 5

REKENBLAD

©

VA

N

scherm.

17


Stap 3: Selecteer de gewenste rand. Je kunt ook zelf een rand maken wanneer de gedefinieerde randstijlen

N

IN

niet aan je wensen voldoen. Klik daarvoor op ‘Meer randen …’.

VA

Stap 4: In het dialoogvenster kun je de stijl, de kleur en de plaatsing van de rand bepalen. Wanneer alles is ingesteld, bevestig je met ‘OK’.

Als je geen celranden gebruikt, maar de rasterlijnen van het werkblad toch wilt weergeven op afgedrukte pagina’s, vink je op het tabblad ‘Pagina-indeling’ onder de rubriek ‘Werkbladopties’ het

THEMA 5

REKENBLAD

©

selectievakje ‘Afdrukken’ aan.

18


STAPPENPLAN Stap 1: Selecteer de cel(len) die je wilt opvullen.

IN

2 Hoe kan ik de cel een opvulkleur geven?

VA

N

Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Start’, klik in de rubriek ‘Lettertype’ op het pijltje naast de knop ‘Opvulkleur’.

Stap 3: Kies een achtergrondkleur voor de cel. Als je met de cursor boven een kleur beweegt dan zie je onmiddellijk het effect ervan op de geselecteerde cel. Vind je de kleur die je zoekt, niet, klik dan op

THEMA 5

REKENBLAD

©

meer kleuren.

19


IN

Fiche_R_14 Hoe voeg je cellen samen?

N

Wanneer je kolom C – D – E en F een andere titel wilt geven, bijvoorbeeld Adresgegevens, zul je de cellen C1, D1, E1 en F1 moeten samenvoegen. Dat doe je als volgt: STAPPENPLAN

Stap 1: Selecteer de cellen die je wilt samenvoegen.

VA

Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Start’, klik in de rubriek ‘Uitlijning’ op de knop ‘Samenvoegen en centreren’.

Omdat de cellen die je wilt samenvoegen al een inhoud hebben, krijg je de bovenstaande melding.

©

Ms Excel behoudt de inhoud van de cel linksboven. In dat geval Straat.

THEMA 5

REKENBLAD

Stap 3: Je kunt de inhoud en de uitlijning achteraf makkelijk aanpassen.

20


Fiche_R_15 Hoe geef je een rij de juiste hoogte? Soms is het nuttig om de standaardrijhoogte te wijzigen om zo de inhoud van de cellen volledig te tonen of om het werkblad overzichtelijker te maken. Je kunt dat op verschillende manieren doen.

STAPPENPLAN

IN

1 Hoe gebruik je de muisaanwijzer om de hoogte van een rij aan te passen? Stap 1: Selecteer – uiterst links op je beeldscherm – een rijkop of meerdere rijkoppen gelijktijdig door er met ingedrukte linkermuisknop over te slepen. Je ziet dat de muiswijzer verandert in een zwarte naar

N

rechts wijzende pijl.

Stap 2: Plaats de muisaanwijzer op de onderste lijn van de onderste rijkop. De muisaanwijzer verandert in

VA

een zwarte dubbele pijl.

Stap 3: Sleep met ingedrukte linkermuisknop de onderste lijn van de onderste rijkop naar beneden, tot je de

THEMA 5

REKENBLAD

©

gewenste rijhoogte bereikt. Tijdens het slepen verschijnt een infolabel met de actuele rijhoogte.

21


2 Hoe pas je de rijhoogte aan met het dialoogvenster rijhoogte? STAPPENPLAN Stap 1: Ga naar het tabblad ‘Start’.

VA

N

IN

Stap 2: Klik in de rubriek ‘Cellen’ op de knop ‘Opmaak’ en op de menuoptie ‘Rijhoogte’.

Stap 3: Het dialoogvenster ‘Rijhoogte’ wordt geopend. Je kunt er de gewenste hoogte in punten ingeven.

THEMA 5

REKENBLAD

©

Standaard staat die op 15 ptn.

22


Fiche_R_16 Hoe geef je een kolom de juiste breedte? Het aanpassen van de kolombreedte aan de inhoud van de cellen bevordert de leesbaarheid van een werkblad. Je past de kolombreedte op dezelfde manier aan als de rijhoogte.

STAPPENPLAN

IN

1 Hoe pas je de kolombreedte aan met de muisaanwijzer? Stap 1: Plaats de muisaanwijzer in de kolomkop helemaal bovenaan het werkblad en dat precies op de

VA

N

scheidingslijn tussen twee kolommen. Je ziet dat de muisaanwijzer in een dubbele pijl verandert.

Stap 2: Druk de linkermuisknop in en sleep de scheidingslijn naar de gewenste kolombreedte. Tijdens het

THEMA 5

REKENBLAD

©

slepen verschijnt een infolabel met de actuele kolombreedte.

23


2 Hoe pas je de kolombreedte aan via het dialoogvenster kolombreedte? STAPPENPLAN Stap 1: Klik op het tabblad ‘Start’.

VA

N

IN

Stap 2: Klik in de rubriek ‘Cellen’ op de knop ‘Opmaak’ en op de menuoptie ‘Kolombreedte’.

Stap 3: Het dialoogvenster ‘Kolombreedte’ wordt geopend. Je kunt er de gewenste breedte in punten

THEMA 5

REKENBLAD

©

ingeven. Standaard staat die op 8,43 ptn.

24


IN

Fiche_R_17 Hoe kopieer je een opmaak?

Je kunt eenvoudig de opmaak van een cel kopiëren en plakken naar andere cellen. STAPPENPLAN

Stap 1: Selecteer de cel waarvan je de opmaak wilt kopiëren.

Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Start’, klik in de rubriek ‘Klembord’ op de knop ‘Opmaak kopiëren / plakken’.

THEMA 5

REKENBLAD

©

VA

N

Stap 3: Selecteer de cellen die je dezelfde opmaak wenst te geven.

25


Fiche_R_24 Hoe stel je een formule op?

1 Hoe stel je een formule op? Om berekeningen te maken, kun je in Ms Excel gebruikmaken van formules. Om formules op te bouwen, gebruik je de volgende operatoren: VOORBEELD

Optellen (+)

25+5

Aftrekken (-)

25-5

Vermenigvuldigen (*)

25*5

Delen (/)

25/5

IN

OPERATOR

Net zoals in wiskunde is er voor de bewerkingen in Ms Excel ook een bepaalde volgorde afgesproken: vermenigvuldigen en delen

optellen en aftrekken

N

Daarbij geldt nog steeds: altijd eerst de bewerking tussen de haakjes berekenen. Een formule in Ms Excel

VA

begint steeds met het isgelijkteken (=).

Voor het berekenen van de resultaten in kolom D ga je als volgt te werk: STAPPENPLAN

Stap 1: Klik in de cel waar het resultaat moet komen, bijvoorbeeld D2.

©

Stap 2: Typ het isgelijkteken (=).

Stap 3: Typ de rest van de formule.

Tip:

Voor cel D2 is dat =B2+C2.

Je maakt best zoveel mogelijk gebruik van celverwijzingen. Dat heeft als voordeel dat je de

THEMA 5

REKENBLAD

26

formule niet telkens moet aanpassen wanneer de inhoud van de cellen wijzigen. In plaats van de celverwijzing in te typen, kun je ook op de betrokken cellen klikken. Typ in D2 het isgelijkteken, klik op cel B2, typ het plusteken in, klik op cel C2.

Stap 4: Om de bewerking te beëindigen, klik je op de entertoets.


2 Hoe kopieer je formules?

Zet de muis op de vulgreep.

Houd de linkermuisknop ingedrukt.

Sleep naar beneden.

THEMA 5

REKENBLAD

©

VA

N

IN

Om formules te kopiëren, kun je gebruikmaken van de vulgreep.

27


Fiche_R_25 Hoe bereken je de som van verschillende

IN

getallen op een efficiënte manier?

N

Om in cel A11 de som van de tien getallen te maken, zou je in cel A11 de volgende formule moeten intypen: =A1+A2+A3+A4+A5+A6+A7+A8+A9+A10. Dat is misschien nog haalbaar maar wat als het om honderd getallen gaat? Je kunt het best de somfunctie gebruiken. STAPPENPLAN

Stap 1: Klik op de cel waar je de som wilt weergeven, in dat geval A11.

VA

Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Start’. Klik in de rubriek ‘Bewerken’ op de somfunctie. Selecteer de cijfers of getallen die je wilt optellen.

THEMA 5

REKENBLAD

©

28


Klik in de rubriek ‘Bewerken’ op de somfunctie en kies het somteken.

Het totaal (de som) komt onder de selectie te staan.

VA

N

IN

THEMA 5

REKENBLAD

©

Stap 3: Druk op de entertoets.

29


Fiche_R_28 Hoe maak je een spreidingsdiagram van een enkele curve op?

1 Hoe teken je een curve aan de hand van een spreidingsdiagram? STAPPENPLAN

VA

N

IN

Stap 1: Om een grafiek te maken, selecteer je eerst de gegevens.

THEMA 5

REKENBLAD

©

Stap 2: Ga in het lint naar het tabblad ‘Invoegen’.

30


Stap 3: Kies in de rubriek ‘Grafieken’ het gewenste type. Om een vraag- en aanbodcurve te maken, gebruik je

IN

een spreidingsgrafiek.

Je ziet meteen het resultaat. Je kunt de opmaak van de grafiek zoals de kleuren, de legende en de assen nog

THEMA 5

REKENBLAD

©

VA

N

opmaken en aanpassen.

31


2 Hoe benoem je de assen en geef je de grafiek een titel? STAPPENPLAN

VA

N

IN

Stap 1: Klik in het tabblad ‘Grafiekontwerp’ op ‘Grafiekelement toevoegen’ en vervolgens op ‘Astitels’.

THEMA 5

REKENBLAD

©

Stap 2: Geef de benaming van de titel in.

32


Fiche_R_30 Hoe maak je een kolomgrafiek of staafdiagram?

1 Een kolomgrafiek of staafdiagram opstellen STAPPENPLAN

IN

Stap 1: Selecteer de gegevens voor je grafiek.

N

Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Invoegen’ en klik in de rubriek ‘Grafieken’ op ‘Aanbevolen grafieken’ of op het

THEMA 5

REKENBLAD

©

VA

juiste grafiektype als je weet welke type je wilt ontwerpen.

33


IN N

THEMA 5

REKENBLAD

©

VA

Je krijgt dan dit resultaat.

34


2 Een kolomgrafiek of staafdiagram aanpassen Je moet de assen nog benoemen en de grafiek een titel geven. Ga daarvoor als volgt te werk: STAPPENPLAN Stap 1: Klik op de grafiek. Stap 2: Er is nu een nieuw, contextueel tabblad, ‘Grafiekontwerp’. Kies daarin voor ‘Grafiekelement toevoegen’.

THEMA 5

REKENBLAD

©

VA

N

IN

Je kunt nu de assen benoemen en de grafiek een titel geven.

35


THEMA 5

REKENBLAD

©

VA

N

IN

Een staafdiagram zal er zo uitzien.

36


Fiche_R_31 Hoe maak je een cirkeldiagram?

1 Een cirkeldiagram opstellen STAPPENPLAN

IN

Stap 1: Selecteer de gegevens waarvan je de grafiek wilt maken.

Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Invoegen’. Kies in de rubriek ‘Grafieken’ ‘Het cirkeldiagram’. Dat kan 2D of 3D

THEMA 5

REKENBLAD

©

VA

N

zijn.

37


THEMA 5

REKENBLAD

VA

© N

3D

38

IN

2D


2 Gegevenslabels voor een cirkeldiagram toevoegen Je kunt nu ook de waarden toevoegen aan het cirkeldiagram. Stap 1: Klik op de grafiek. Stap 2: Er is nu een nieuw, contextueel tabblad, ‘Grafiekontwerp’. Kies achtereenvolgens ‘Grafiekelement

Als je de procentuele verdeling wilt zien, klik dan op ‘Meer opties voor gegevenslabels’.

Vink vervolgens ‘Percentage’ aan en ‘Waarde’ af.

THEMA 5

De waarden worden er nu bij vermeld.

REKENBLAD

©

VA

N

IN

toevoegen’ en ‘Gegevenslabels’.

39


THEMA 5

REKENBLAD

VA

© N

40

IN


Powerpoint Fiche_P_08

Hoe voeg je afbeeldingen toe en hoe pas je ze aan?

IN

1 Hoe voeg je een afbeelding toe? Methode 1 STAPPENPLAN

N

Stap 1: Ga naar de dia. Klik in het aanduidingsvak op het icoon ‘Afbeeldingen’.

Stap 2: De verkenner wordt geopend. Zoek de afbeelding en selecteer die door erop te dubbelklikken of door er een maal op te klikken en dan ‘Openen’ te selecteren.

VA

Stap 3: Sleep de foto’s naar de juiste plaats. Pas de grootte aan door de hoeken te verslepen.

Methode 2

Stap 1: Ga in het lint naar het tabblad ‘Invoegen’.

©

Stap 2: Kies ‘Afbeeldingen’.

ICT-FICHES

POWERPOINT

Stap 3: De verkenner wordt geopend. Zoek de afbeelding, selecteer ze en voeg ze in.

41


2 Hoe pas je de grootte van een afbeelding aan? STAPPENPLAN Stap 1: Klik met je rechtermuisknop op de afbeelding. Stap 2: Selecteer ‘Grootte en positie’ in het dropdownmenu. Je ziet nu de hoogte en breedte van de

VA

N

IN

afbeelding.

Stap 3: Pas de afbeelding aan door op de pijltjes te klikken of door de afmeting te typen. Je kunt ook de stijl

ICT-FICHES

POWERPOINT

©

of de vorm van je afbeelding aanpassen, een randje of een kader toevoegen …

42


3 Hoe pas je de afbeeldingsstijl aan? STAPPENPLAN Stap 1: Selecteer de afbeelding.

IN

Stap 2: In het lint verschijnt een nieuw, contextueel tabblad, ‘Afbeeldingsopmaak’.

Stap 3: Kies een afbeeldingsstijl. Zorg er wel voor dat je afbeeldingen allemaal dezelfde stijl hebben.

Stap 4: In de rubriek ‘Afbeeldingsstijlen’ kun je ook een rand toevoegen (‘Afbeeldingsrand’) of een effect

POWERPOINT ICT-FICHES

©

VA

N

toevoegen (‘Afbeeldingseffecten’).

43


Fiche_P_09

Hoe voeg je SmartArt toe?

Door middel van SmartArt kun je objecten aan je presentatie toevoegen. Methode 1 STAPPENPLAN Stap 1: Ga in het lint naar het tabblad ‘Invoegen’. Kies de rubriek ‘Illustraties’ en selecteer ‘SmartArt’.

ICT-FICHES

POWERPOINT

©

VA

N

IN

Stap 2: Kies het type graphic.

44


Methode 2 STAPPENPLAN

Stap 2: Kies het type graphic.

IN

Stap 1: Klik in het aanduidingsvak op het icoon ‘SmartArt’.

POWERPOINT ICT-FICHES

©

VA

N

Het type ‘Hiërarchie’ kun je gebruiken om een organogram toe te voegen aan je presentatie.

45


Fiche_P_10

Hoe voeg je een organogram toe en hoe pas je het aan?

Wanneer je met SmartArt een organogram hebt ingevoegd, kun je de structuur ervan aanpassen en tekst toevoegen. Je kunt het best eerst de structuur aanpassen en daarna de tekst toevoegen.

STAPPENPLAN

VA

N

Stap 1: Selecteer een tekstvenster.

IN

1 Hoe pas je de structuur van een organogram aan?

ICT-FICHES

POWERPOINT

©

Stap 2: In het lint verschijnt een nieuw tabblad, ‘SmartArt-ontwerp’.

46


Stap 3: In de rubriek ‘Graphic maken’, kun je selecteren waar je de vorm wilt toevoegen: erna, ervoor,

IN

erboven of eronder. Je kunt ook een ‘Assistent’ toevoegen.

Stap 4: Indien je een vorm wilt verwijderen, selecteer je die en druk je op delete.

N

STARTSITUATIE

VA

VORM ERNA INVOEGEN

POWERPOINT ICT-FICHES

©

VORM ERVOOR INVOEGEN

47


VORM ERONDER INVOEGEN

IN

VORM ERBOVEN INVOEGEN

VA

N

ASSISTENT TOEVOEGEN

2 Hoe voeg je tekst toe in je organogram?

STAPPENPLAN

Stap 1: Selecteer het tekstvenster.

Stap 2: Typ de tekst. De grootte wordt automatisch aangepast. Je kunt ook de stijl en de kleuren van je

ICT-FICHES

POWERPOINT

©

organogram aanpassen.

48


3 Hoe pas je de stijl van je SmartArt (Organogram) aan? STAPPENPLAN

IN

Stap 1: Dubbelklik op je SmartArt-afbeelding, in dit geval op je organogram.

VA

N

Stap 2: Ga in het lint naar het tabblad ‘SmartArt-ontwerp’ en kies in de rubriek ‘SmartArt-stijlen’ je stijl.

POWERPOINT ICT-FICHES

©

Stap 3: Klik in diezelfde rubriek op ‘Kleuren wijzigen’ als je de kleuren wilt aanpassen.

49


Fiche_P_12

Hoe voeg je WordArt toe?

STAPPENPLAN

N

IN

Stap 1: Ga in het lint naar het tabblad ‘Invoegen’. Kies in de rubriek ‘Tekst’ voor ‘WordArt’.

Stap 2: In het lint verschijnt een nieuw tabblad ‘Vormindeling’. Daar kun je de stijl nog verder aanpassen.

VA

Kies in de rubriek ‘Stijlen voor WordArt’ voor ‘Teksteffecten’.

Stap 3: In het tabblad ‘Vormindeling’ kun je in de rubriek ‘Vormstijlen’ op het pijltje klikken voor een nieuw

ICT-FICHES

POWERPOINT

©

dialoogvenster. Daar vind je nog meer opties om de vorm op te maken.

50


Stap 4: Je kunt je WordArt makkelijk verslepen naar de gewenste plaats. Je kunt de grootte aanpassen door de hoeken van het tekstvak te verschuiven. Wees in een professionele presentatie spaarzaam met WordArt.

POWERPOINT ICT-FICHES

©

VA

N

IN

Tip:

51


Fiche_P_14

Hoe voeg je een geluidsfragment toe?

Je kunt een geluidsfragment aan je presentatie toevoegen. Dat is handig wanneer je bijvoorbeeld een presentatie automatisch laat afspelen.

1 Hoe voeg je een geluidsfragment toe? STAPPENPLAN

IN

Stap 1: Ga in het lint naar het tabblad ‘Invoegen’. Kies in de rubriek ‘Media’ voor ‘Audio’.

VA

N

Stap 2: De verkenner wordt geopend. Zoek het audiobestand en selecteer het door erop te dubbelklikken.

Stap 3: Op je dia verschijnt er een luidsprekericoon. Selecteer dat.

©

Stap 4: In het lint verschijnen er twee nieuwe tabbladen, ‘Audio-indeling’ en ‘Afspelen’. Kies ‘Afspelen’ om

ICT-FICHES

POWERPOINT

de instellingen aan te passen.

52


2 Wat kun je allemaal instellen?

IN

In de rubriek ‘Audio-opties’ van het tabblad ‘Afspelen’ zijn onder andere de volgende instellingen mogelijk: Je kunt het volume van het audiofragment instellen.

Je kunt bepalen wanneer het geluid begint te spelen: in klikvolgorde, automatisch of wanneer erop wordt geklikt.

Je kunt het luidsprekericoon verbergen terwijl je presentatie afspeelt.

N

In de rubriek ‘Bewerken’ van het tabblad ‘Afspelen’ zijn onder andere de volgende instellingen mogelijk: Je kunt de muziek laten in- en uitfaden zodat de muziek zachtjes begint en stopt.

Je kunt de ‘Audio bijsnijden’. In dat geval verschijnt het onderstaande pop-upvenster.

VA

ICT-FICHES

POWERPOINT

Controleer op voorhand dat je het geluidsfragment op de computer kunt afspelen.

©

Tip:

53


Fiche_P_15

Hoe voeg je een videofragment toe?

STAPPENPLAN Stap 1: Ga in het lint naar het tabblad ‘Invoegen’. Kies in de rubriek ‘Media’ voor ‘Video’ of klik in het aandui-

IN

dingsvak op het ‘Mediaclipicoon’.

Stap 2: Zoek op je computer naar de filmpclip en klik op ‘OK’.

Stap 3: De verkenner wordt geopend. Zoek het videofragment en selecteer dat door erop te dubbelklikken. Stap 4: In het lint verschijnen twee nieuwe tabbladen, ‘Video-indeling’ en ‘Afspelen’. In het tabblad

‘Afspelen’ kun de instellingen aanpassen, zoals de duur van het fragment, je kunt in- en uitfaden,

je kunt aangeven wanneer het fragment moet starten … Je kunt ook aangeven of het beeld op het

VA

N

volledige scherm moet afgespeeld worden …

Controleer op voorhand dat je het videofragment op de computer kunt afspelen.

ICT-FICHES

POWERPOINT

©

Tip:

54


Fiche_P_17

Hoe voeg je een animatie toe?

1 Hoe pas je animatie toe op tekst of op een afbeelding? STAPPENPLAN Stap 1: Selecteer de tekst.

IN

Stap 2: Ga in het lint naar het tabblad ‘Animaties’.

POWERPOINT ICT-FICHES

©

VA

N

Stap 3: Kies de manier waarop je animatie moet verschijnen.

55


2 Wat kun je instellen? STAPPENPLAN Stap 1: Wanneer je een animatie hebt toegevoegd, klik je in het tabblad ‘Animaties’ op de rubriek

IN

‘Geavanceerde animatie’ op ‘Deelvenster Animatie’.

Stap 2: Klik in het ‘Animatiedeelvenster’ op het pijltje rechts van de tekst met de animatie. Er verschijnt een

N

dropdownmenu.

Stap 3: Selecteer wanneer de animatie moet starten: Bij klik, Met vorige of Na vorige. –

Je kunt de volgorde van de animaties makkelijk wijzigen door in het ‘Animatiedeelvenster’ de geanimeerde elementen naar de juiste plaats te slepen.

Je kunt het ook zo instellen dat de animatie om de paar seconden automatisch verschijnt.

VA

3 Hoe voeg je tijdsinstellingen voor animaties toe?

STAPPENPLAN

Stap 1: Selecteer het element waaraan je animatie wilt toevoegen. Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Animaties’ en voeg de animatie toe aan het element.

ICT-FICHES

POWERPOINT

©

Stap 3: Pas in de rubriek ‘Tijdsinstellingen’ de tijdsinstelling voor de animatie aan.

56


Fiche_P_18

Hoe pas je een diaovergang toe?

STAPPENPLAN Stap 1: Selecteer de dia waarop je een overgang wilt toepassen.

IN

Stap 2: Ga in het lint naar het tabblad ‘Overgangen’ en selecteer de overgang die jou het meest geschikt lijkt.

Stap 3: In de rubriek ‘Overgang naar deze dia’ kun je ook nog ‘Effectopties’ instellen: Moet de dia vanaf links, rechts, onder, boven … verschijnen.

Tip:

Gebruik voor alle dia’s dezelfde overgang.

Je kunt ook geluid toevoegen aan je overgang, maar dat raden we af voor presentaties die je voor school maakt.

Wanneer je je presentatie wilt laten afspelen, bijvoorbeeld tijdens informatieavond of op

N

een beurs, dan kun je een tijdsinstelling gebruiken. Voorzie in dat geval voldoende tijd

POWERPOINT ICT-FICHES

©

VA

tussen twee overgangen zodat de bezoekers de dia’s kunnen lezen.

57


Fiche_P_21

Hoe speel je een presentatie af?

1 Hoe start je je diavoorstelling? Om je diavoorstelling te starten, zijn er drie mogelijkheden: 1 Je drukt op de sneltoets F5.

IN

2 Je klikt rechtsonderaan in je statusbalk op het icoon van het projectiescherm.

3 Ga in het lint naar het tabblad ‘Diavoorstelling’. Kies in de rubriek ‘Diavoorstelling starten’ of je ‘Vanaf begin’ of ‘Vanaf huidige dia’ wilt starten.

STAPPENPLAN

N

2 Hoe laat je je presentatie automatisch afspelen? Stap 1: Ga in het lint naar het tabblad ‘Diavoorstelling’.

ICT-FICHES

POWERPOINT

©

VA

Stap 2: Klik in de rubriek ‘Instellen’ op ‘Diavoorstelling instellen’.

58


N

IN

Stap 3: Kies in het pop-upvenster voor ‘Bekeken in kiosk (volledig scherm)’.

Stap 4: Kies in datzelfde pop-upvenster voor ‘Tijdsinstelling gebruiken’. Bevestig met ‘OK’. Stap 5: Ga in het lint naar het tabblad ‘Overgangen’ en geef in de rubriek ‘Tijdsinstellingen’ in na hoeveel tijd de volgende dia moet verschijnen.

VA

Stap 6: Klik op ‘Overal toepassen’.

POWERPOINT ICT-FICHES

©

Stap 7: Druk op F5.

59


Tekstverwerker Fiche_T_03

Hoe ken je de juiste tekenopmaak toe aan een stuk tekst?

STAPPENPLAN Stap 1: Selecteer de tekens die je wilt opmaken.

IN

Stap 2: Ga in het lint naar het tabblad ‘Start’. Kies de rubriek ‘Lettertype’

LETTERTYPE VERGROTEN / VERKLEINEN LETTERGROOTTE

HOOFDLETTERS / KLEINE LETTERS

ALLE OPMAAK WISSEN

LETTERTYPE

N

VET

TEKSTKLEUR DIALOOGVENSTER LETTERTYPE

CURSIEF

SUPERSCRIPT

ONDERSTREPEN

VA

SUBSCRIPT

TEKSTMARKERINGSKLEUR TEKSTEFFECTEN

DOORHALEN

Je kunt je tekst op heel wat manieren opmaken:

het lettertype wijzigen (Arial, Calibri, Verdana …),

de grootte (in punten) aanpassen,

tekst vet / cursief zetten, onderstrepen, doorstrepen, getallen in subscript / superscript zetten,

de tekstkleur of een markeringskleur instellen.

©

Om verkeerd gebruik van hoofdletters en kleine letters te corrigeren, kies je de juiste optie bij de knop

ICT-FICHES

TEKSTVERWERKER

‘Hoofdlettergebruik’.

60


Fiche_T_06

Hoe voorzie je een alinea van opsommingstekens of nummering?

STAPPENPLAN Stap 1: Selecteer de alinea(‘s) die je wilt opmaken.

Stap 3: Kies de lijst die je wilt. – Opsommingstekens – Nummering –

Lijst met meerdere niveaus

IN

Stap 2: Ga in het lint naar het tabblad ‘Start’. Kies de rubriek ‘Alinea’.

Stap 4: Klik op het pijltje naar beneden, rechts naast jouw lijst. Je ziet dan een vervolglijst met nog meer –

N

mogelijkheden.

Klik je bijvoorbeeld op dat pijltje naast ‘Genummerde lijst’, dan verschijnt de ‘Bibliotheek

TEKSTVERWERKER ICT-FICHES

©

VA

Nummering’ met heel veel soorten.

61


Good to know Volgens de NBN-normen mag er geen punt of haakje na het opsommingsteken staan. Je kunt dat instellen door ‘Nieuwe nummeropmaak definiëren’ te selecteren. Je krijgt dan

VA

N

IN

het onderstaande scherm waar je het puntje of het haakje kunt verwijderen.

ICT-FICHES

TEKSTVERWERKER

©

62


Fiche_T_11

Hoe pas je een bestaande stijl toe?

STAPPENPLAN Stap 1: Selecteer de tekst waarop je de stijl wilt toepassen.

TEKSTVERWERKER ICT-FICHES

©

VA

N

IN

Stap 2: Ga in het tabblad ‘Start’ naar de rubriek ‘Stijlen’ en kies een stijl.

63


Fiche_T_13

Hoe voeg je een kop- en voettekst toe?

Als je boven of onder aan het document een afbeelding of tekst wilt weergeven, moet je een kop- of voettekst toevoegen. STAPPENPLAN Stap 1: Ga in het lint naar het tabblad ‘Invoegen’.

IN

Stap 2: Klik in de rubriek ‘Koptekst en voettekst’ op ‘Koptekst’ of ‘Voettekst’.

ICT-FICHES

TEKSTVERWERKER

©

VA

N

Stap 3: Bepaal de plaats en de verdere opmaak van die kop- of voettekst.

64

Stap 4: Typ de kop- of voettekst. Stap 5: Klik op ‘Kop- en voettekst sluiten’ om de kop- of voettekst in te voeren en terug te keren naar het document.


Fiche_T_15

Hoe voeg je een tabel in een document in?

Om gegevens overzichtelijk weer te geven, kun je ze in een tabel plaatsen. Een tabel bestaat uit rijen en kolommen die op hun beurt uit cellen bestaan. KOLOM

REGISTRATIE BEZOEKERS NAAM BEZOEKER

FIRMA

RIJ

CONTACT­

INTERNE

PERSOON

TEL.

LOKAAL

TIJD

IN

DATUM

CEL

STAPPENPLAN

N

Om een tabel in te voegen ga je als volgt te werk.

Stap 1: Ga naar het tabblad ‘Invoegen’ en kies in de rubriek ‘Tabellen’ ‘Tabel’. Stap 2: Terwijl je je muisaanwijzer over de vakjes beweegt om het aantal kolommen (maximaal tien) en het

Stap 3: Heb je het juiste aantal rijen en kolommen bereikt, klik dan op de linkermuisknop.

TEKSTVERWERKER ICT-FICHES

©

VA

aantal rijen (maximaal acht) te selecteren, zie je meteen een voorbeeld in het document.

65


Fiche_T_16

Hoe voeg je een kolom of rij toe in een tabel?

STAPPENPLAN Stap 1: Plaats de muisaanwijzer in de rij waar je een rij (boven of onder) wilt invoegen.

VA

N

IN

Stap 2: Klik op de rechtermuisknop. Er verschijnt een dropdownmenu.

Stap 3: Selecteer ‘Invoegen’. Je hebt nu de keuze om een kolom links / rechts of een rij boven / onder in te

ICT-FICHES

TEKSTVERWERKER

©

voegen.

66


Fiche_T_18

Hoe pas je de kolombreedte of rijhoogte aan?

De kolombreedte en rijhoogte kun je op drie verschillende manieren aanpassen. Methode 1

Met de muisaanwijzer

STAPPENPLAN Stap 1: Plaats de muisaanwijzer op de rand tussen twee kolommen of rijen. De muisaanwijzer verandert in een tweekoppig pijltje.

Methode 2

IN

Stap 2: Houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep tot je de gewenste breedte of hoogte hebt bereikt.

Met de knoppen ‘Tabelrijhoogte’ en ‘Tabelkolombreedte’

STAPPENPLAN

Stap 1: Plaats de muisaanwijzer in de cel waarvan je de rijhoogte of de kolombreedte wilt aanpassen.

VA

N

Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Indeling’ en kies de rubriek ‘Celformaat’.

Stap 3: Voer handmatig een rijbreedte / kolomhoogte in het bijbehorende vak in. Je kunt ook gebruikmaken

TEKSTVERWERKER ICT-FICHES

©

van de pijltjes naar boven of naar onder.

67


Methode 3

Met ‘AutoAanpassen’

STAPPENPLAN

Stap 2: Je kunt kiezen uit drie mogelijkheden.

IN

Stap 1: Ga naar het tabblad ‘Indeling’. Klik in de rubriek ‘Celformaat’ op de knop ‘AutoAanpassen’.

AutoAanpassen aan inhoud: De breedte of de hoogte wordt automatisch aangepast aan de inhoud

AutoAanpassen aan venster: De breedte wordt automatisch aangepast aan de breedte van het

Vaste kolombreedte: De kolommen krijgen een vaste vooropgestelde kolombreedte.

ICT-FICHES

TEKSTVERWERKER

©

VA

venster.

N

van de cellen.

68


Fiche_T_20

Hoe voeg je cellen samen?

Stap 1: Selecteer de cellen die je wilt samenvoegen.

IN

Stap 2: Ga naar het tabblad ‘Indeling’ en klik in de rubriek ‘Samenvoegen’ op de knop ‘Cellen samenvoegen’.

TEKSTVERWERKER ICT-FICHES

©

VA

N

Je kunt alle cellen samenvoegen, zolang ze maar naast elkaar liggen.

69


Fiche_T_23

Hoe geef je cellen een bepaalde rand?

Met de vooraf gedefinieerde randstijlen voeg je snel een rand toe rond een cel of een cellenbereik. STAPPENPLAN Stap 1: Selecteer de cel(len) waaraan je een rand wilt toevoegen. Stap 2: Ga naar het contextuele tabblad ‘Tabelontwerp’ en klik op het pijltje onder de knop ‘Randen’.

©

VA

N

IN

Je ziet het onderstaande scherm.

ICT-FICHES

TEKSTVERWERKER

Stap 3: Klik op een van de gedefinieerde randstijlen.

70


Als die gedefinieerde randstijlen niet geschikt zijn, dan kun je nog verder aanpassen.

VA

N

IN

Stap 4: Klik op ‘Randen en arceringen …’

Stap 5: Bepaal in het dialoogvenster de stijl, de kleur en de plaatsing van de rand.

TEKSTVERWERKER ICT-FICHES

©

Stap 6: Wanneer je alles hebt ingesteld, klik je op ‘OK’.

71


Fiche_T_24

Hoe voeg je afbeeldingen toe aan een document?

Een afbeelding aan een document toevoegen kan een meerwaarde bieden. Dat kan een eigen afbeelding zijn of een illustratie die de software zelf voorziet. STAPPENPLAN

IN

Stap 1: Ga naar het tabblad ‘Invoegen’ en klik in de rubriek ‘Illustraties’ op de knop ‘Afbeeldingen’.

Stap 2: Klik op de knop ‘Afbeelding’ om naar de locatie van je afbeelding te bladeren.

N

– Klik op de knop ‘Onlineafbeeldingen’ om online te zoeken naar afbeeldingen. Je kunt zoeken op

ICT-FICHES

TEKSTVERWERKER

©

VA

thema, grootte, type …

72


73

ICT-FICHES

TEKSTVERWERKER

VA

© N IN


Fiche_T_26

Hoe kun je een afbeelding deskundig positioneren?

STAPPENPLAN Stap 1: Selecteer de afbeelding die je wilt positioneren en klik op de rechtermuisknop. Stap 2: Klik op ‘Tekstterugloop’. Het onderstaande venster verschijnt. –

Terwijl je met je muisaanwijzer over de verschillende mogelijkheden gaat, zie je via ‘Live voorbeeld’

ICT-FICHES

TEKSTVERWERKER

©

VA

N

IN

het mogelijke resultaat. Selecteer een optie.

74


Klik op ‘Grootte en positie…’ voor een alternatieve manier om de afbeelding te positioneren. In dat geval zie je het onderstaande dialoogvenster. Klik op het tabblad ‘Tekstterugloop’ voor de

TEKSTVERWERKER ICT-FICHES

©

VA

N

IN

mogelijkheden

75


VA

© N IN


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.