De handstand – Gedichten over Teylers Museum

Page 1

de handstand

Fred Pelt      Gedichten over Teylers Museum
INHOUD 7 Vis ziet land 8 Eerste vlucht van oervogel 9 Gesorteerde bonbons 10 Reiger aan waterkant 11 Intercontinentaal gesprek 12 Tekening Armando 13 Landschap 14 Gelogen steen 15 Plaats delict 16 Challenger-expeditie 17 De opwekking van Lazarus 18 Huis aan rivier 21 DE WERKPLAATS IN Ode aan de decorbouwer 28 Mijnheer Hockney gaat uit wandelen 30 De terugkeer van Sven Hedin 32 De tijd van de Reuzensalamanders 34 Geïllustreerde verten 37 Aanwinst 38 Koerierstrip 41 Velden van vuur 44 Ephemeri Vita 45 Mevrouw Röntgen in het museum 46 De laatste dagen van het klimaat, expositie 48 Sluitingstijd 49 Krijtmannen 50 Close encounter in de Ovale Zaal 55 VERWIJZINGEN 60 COLOFON

De gedichten zijn gebaseerd op objecten uit de collectie of ingegeven door gebeurtenissen in relatie tot het museum. Achterin bevindt zich een lijst met verwijzingen. Meer weten over de objecten? Raadpleeg dan de website van Teylers Museum.

in deze poel lag hij bladstil te dorsten naar open water. Niemand was er om hem heen.

Het schemerde. Met zijn laatste wil drukte hij zich omhoog, verroerde de ene vin voor de ander.

Zag voor hij muurvast aan de grond gelopen zich in steen uitdrukte nog een glimp van varens, wolfsklauw.

7 VIS ZIET LAND

volg zijn vlucht, gereconstrueerd uit die wirwar van klauwen botten vleugelgewrichten, een enkele dwarrelende veer.

Hoe hij over de rand van de tak kijkt, de reptielenbek geopend. Versteend van het moeten.

Hoe hij zich in een eerste poging boven de groeve verheft. Leg je oor maar te luisteren.

Hoor het in steen gestorte opfladderen.

8
EERSTE VLUCHT VAN OERVOGEL

GESORTEERDE BONBONS

hij stelde hun hardheid vast. Berekende breukvlakken. Splijtbaarheid. Tekende met ijle lijnen rombische vlakken, hexagonale prisma’s.

Legde hun geometrische natuur bloot.

Zaagde ze volgens nieuw verkregen inzichten, schuurde met monnikengeduld deze bruikbare fictie uit perenhout. Tot ze strak waren. Facetvormig. Modern.

Hoe hij ze presenteerde in een doos, zijn perfect oneetbare periodieke bonbons.

9

‘in Afrika…,’ zei mijn buurman in het trapportaal. Indringend keek hij mij aan. ‘…in Afrika waar de bakermat is van al het leven.

Van onze voorvaderen.’

Ik knikte halfhartig.

‘Daar begint Het!’ Ik haalde mijn schouders op.

‘Kent u de film Close Encounter?’

Mijn pupillen werden groter en hij vatte dat op als een bevestiging.

‘Zo is het precies!’ Een lange pauze volgde. Toen boog hij zich naar mij toe en siste: ‘Ze zijn geland.’

Nu was ik inderdaad één van hen, maar ik hield vast aan mijn rol als buurman. Argwanend bezag hij mij.

En ik voelde het zich in mij oprichten: het helmachtige hoofd, de enorme oogkassen, de vreemde, korte poten waarmee ik mij verhief, stralend in een komeetachtig licht.

Met een verwrongen stem riep ik in het trappenhuis De Heerschappij der Reuzensalamanders uit.

Mijn buurman vluchtte zijn flat binnen.

32 DE TIJD VAN DE REUZENSALAMANDERS

Nog diezelfde avond zwermden wolken lichtgevende insecten boven de stad. Op de heuvels woedden branden en klonken schoten.

’s Ochtends stonden winkelwagentjes langs de stoep. Iedereen haastte zich naar de geplande uitvalswegen.

33

DE LAATSTE DAGEN VAN HET KLIMAAT, EXPOSITIE

de expeditieleden verzamelden zich ’s avonds in mijn appartement. Als een kinderpartijtje zaten we rond de tafel, met onze zelfgemaakte sneeuwbrillen van karton. Om middernacht legde de bergbeklimmer zijn hand op tafel, twee vingers weg.

‘De kou,’ zei hij, ‘dringt dieper de huid in, de warmte trekt zich terug rond de meest vitale delen, ons hart.’

Wij van de werkgroep knikten.

‘Je hart heb je tenminste nog,’ merkte de geoloog op.

Buiten jankten de honden. Iemand raasde een sneeuwscooter door de gang.

’s Nachts woedde de blizzard in de noordelijke regionen van mijn appartement. De grenen vloer vermorzeld door kruiend pakijs en hoe dat klinkt.

In mijn afscheidsbrief tornden we dagenlang tegen de ijswind op.

“Gisteren vielen mijn lippen er af.

Als Duralex glas spatten mijn laatste kussen naar alle kanten uiteen.”

46

En dat ik je miste en de Zuidpool steeds verder afstond van wat ik wilde, waar ik wilde zijn.

Op een morgen vonden we op zaal de gesmolten resten van een diepe ijskern. Een van de wetenschappers trapte als een kind in de eeuwenoude plas. Maar meer van woede om de onbetrouwbare seizoenen van deze tijd.

‘Meltdown,’ mompelde hij.

‘Straks kunnen we alleen nog maar doorgeven wat we missen.’ De kou naderde ons hart.

Zoals enorme flatgebouwen gecontroleerd opgeblazen in zichzelf storten zo naderden wij de rand van de gletsjer. Op de hoogste verdieping stond onze werkgroep voor het raam. Beneden wachtte zwart ijswater.

De laatste dagen van het klimaat braken de bezoekersaantallen alle records (tot vijf voor twaalf doneerden mensen met een warm fuzzy gevoel).

Maar er was geen houden meer aan. Het epicentrum lag overal en lekte steeds meer nageslacht weg.

47

sluit de luiken de vitrines de kasten, ontmantel het licht, bedek het naakt in rood krijt. Vergrendel het topje van de Mont Blanc, verjaag uit het dal van Chamonix een laatste bezoeker. En laat aan de Lek die zonverlichte muur ondergaan op alle monitoren in de meldkamer.

Laat dan als alles en iedereen beveiligd is nog een keer de planken vloer kraken, een fossiele vleugel zich uitslaan in de diepe tijd en de kinderen hun laatste geheim fluisteren in deze duinpan. Laat de bloemen zich dichtvouwen in hun knop en nachtstil leven.

Doe dan – kom op je durft het wel! –doe dan voor alle bewakingscamera’s

de handstand voor het museumpersoneel.

48 SLUITINGSTIJD

sportschoollijven zijn het, ignudi op de pijnbank. Zijn scheppende hand

worstelt hen verder het papier in, verdraait in elke stand hun spieren van rood en zwart krijt.

Ze dansen hun kungfu, weren af in een gekwelde wereld. Een hand drijft hij naar de rand van het blad, een geamputeerde arm zal later een ander worden toegewezen.

Een van hen glijdt van de oever.

Iets wat op een paard lijkt hinnikt in een paar vluchtige lijnen boven alles uit de ruiter.

Verwaaide stemmen, wapengekletter. Op de achtergrond zijn alles en iedereen ontruimende hand.

Ze zouden zich hergroeperen in een hemel. Maar nergens op dit slagveld was een uitgang te bekennen.

49 KRIJTMANNEN
9789462625297 www.waanders.nl
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.