De complete Indianenreeks 3 - Eer

Hans G. Kresse

Eer De gierenjagers De prijs van de vrijheid De eer van een krijger De lokroep van Quivera

Indianenreeks

ISBN 978-90-343-0845-0

Indianenreeks De complete serie deel 3

De complete serie deel 3

Eer

Hans G. Kresse werd beroemd met zijn Eric de Noorman, maar van jongs af aan lag zijn hart bij de Noord-Amerikaanse indianen. In zijn meer dan 50 jaar durende carrière zou hij regelmatig strips over indianen maken, met als hoogtepunt de ook internationaal zeer succesvolle Indianenreeks, waar hij negen delen van maakte. Het tiende bleef door zijn overlijden onvoltooid. In de drie delen van deze bundeling zijn deze verhalen heruitgegeven, telkens aangevuld met een uitgebreid dossier over de auteur en zijn werk.

Eer

Hans G. Kresse

Indianenreeks De complete serie 3

Eer

Quivera Hans Kresses ̒Unvollendete

̦

Na deel 9, De eer van een krijger, bleef het jaren lang stil rond De Indianenreeks. Dit deel was in 1982 verschenen, drie jaar na deel 8 en in haast getekend, maar een nieuw deel bleef uit. Pas in 1989 deed Hans Kresse een poging de serie voort te zetten. Waarom hij dit besluit nam, is niet helemaal duidelijk.

De periode in de eerste helft van de jaren tachtig was voor hem een heel enerverende tijd. Zijn huwelijk met An Zandstra liep spaak, zeer tegen zijn eigen wil. Hij kampte met ernstige oogproblemen en hij was uiterst ontevreden over de manier waarop Uitgeverij Casterman De Indianen-

L Naar aanleiding van het overlijden van Hans Kresse plaatste

reeks in de markt zette. De verwerking van al deze pro-

uitgeverij Casterman deze advertentie in Trouw.

blemen kostte tijd en dus waren de jaren tachtig niet zijn meest productieve periode.

hierover in een brief aan Marten Toonder, die met enige

Maar waarom Hans Kresse begin 1989 nu juist De

reserve reageerde. Toonder stelde dat Kresses problemen

Indianenreeks weer opvatte, blijft onduidelijk, want er

hem enigszins vreemd voorkwamen, omdat Casterman

waren in die tijd genoeg zaken die hem druk bezig hiel-

toch lang een goede naam had gehad en als een betrouw-

den. Hij maakte nog steeds geschilderde illustraties voor

bare uitgeverij gold.

Donald Duck, hij schreef zijn enige boek zonder illustraties,

Wat was er aan de hand? Kresse vond dat hij zonder

De kleine heldin, hij was bezig een nieuw verhaal van Eric

voorschot niet kon werken – anders had hij geen inkomen

de Noorman op te zetten voor Uitgeverij Panda, hij maakte

- maar het voorschot dat hij van Casterman kreeg, be-

een gemoderniseerde versie van de oude Eric-tekststrips

schouwde hij als absoluut ontoereikend. Hij rekende Toon-

De geschiedenis van Bor Khan en Svitjold’s offer voor Sjors

der in boven vermelde brief voor dat hij per plaat van De

en Sjimmie Stripblad en er waren plannen voor een heel

Indianenreeks slechts 72,- ontving voor tekst, tekeningen

nieuwe strip, Dzjengis Khan, voor Uitgeverij Lombard. Hans

en inkleuring. En hoewel dit alleen het voorschot betrof en

Kresse zat zich op dat moment dus niet echt te vervelen.

niet de totaalafrekening, vond hij dit een schertsbedrag.

Hoe dan ook, hij kreeg kennelijk toch weer de geest;

“Dus ben ik walgend met dat verhaal gestopt. Maar deze hele

misschien was het zijn oude liefde voor de Indianen die

vermaledijde on-relatie had me wel zó geërgerd, dat ik weken

hem er toe aanzette toch nog te beginnen aan deel 10 van

lang geen potlood meer op papier kon zetten. Een mini-de-

De Indianenreeks, dat de werktitel De bruid van de morgen-

pressie zogezegd.”

ster meekreeg. Zoals in de inleiding van het vorige deel van

Hoe kwam Hans Kresse tot deze, inderdaad schame-

De Integrale Indianenreeks al vrij uitgebreid is verteld, ver-

le paginaprijs? In een brief van februari 1988 werd door

liep het werk aan dit verhaal voor Hans Kresse op onbevre-

Casterman een aanvulling op het contract van maart 1986

digende wijze. Hij ergerde zich zodanig aan de in zijn ogen

betreffende deel 10 van De Indianenreeks voorgesteld.

onredelijke houding van uitgeverij Casterman dat hij het

Kresse kreeg een voorschot van 1500,- bij ondertekening

bijltje er halverwege bij neergooide. Hij deed zijn beklag

van het contract (bovenop het bedrag van 800,- dat hij al gekregen had voor het tekenen van het eerste contract betreffende deel 10 in maart 1986); verder 2.000,- bij inle-

\ Eerste versie van plaat 1 van Quivera.

5

L Eerste, maar verworpen, versie van Anua’s droom op plaat 11.

vering van 18 platen in inkt waarvan 2 in kleur, 2.000,- bij

72,- per pagina. Hij refereert hiermee waarschijnlijk aan

inlevering van 35 platen in inkt en nog eens 3.000 bij in

de eerste versie van het contract, dat van 25 maart 1986.

levering van alle ingekleurde platen. Verder werd vastge-

Hierin gaat het om veel lagere voorschotten, namelijk

legd dat het verhaal in Eppo zal worden voorgepubliceerd,

800,- vooraf en 1.000,- bij het inleveren van de tekenin-

en dat alle delen van De Indianenreeks opnieuw zullen

gen en nog eens 1.000,- bij inlevering van de kleurenpa-

worden uitgebracht in een nieuwe formule – of zoals Marc

gina’s. Als we met deze bedragen aan het rekenen slaan,

Jongbloet, Kresses contactman bij Casterman, het uitdrukt:

komen we er nog niet helemaal uit, maar dan zitten we

‘in een fris kleedje’. Wel wordt er voor deel 10 een deadline

wel meer in Kresses richting. Toch blijft het vreemd dat hij

gesteld van 31 december 1988.

half 1989 niet verwijst naar de aanvulling op het contract,

Opgeteld komt deze bedragen neer op 9.300,-, dus

dat hij bijna anderhalf jaar eerder gekregen heeft. Mis-

voor de 46 pagina’s die het verhaal zal gaan tellen betekent

schien spelen hier oudere ressentimenten tegen Casterman

dit een voorschot van ruim 200,- per pagina. Toch heeft

een rol, die hem nu beletten de zaak in het juiste perspec-

Kresse het in zijn brief aan Toonder van augustus 1989 over

tief te zien.

6

De gierenjagers

15

HA!

HAHAHA!

Laten we gaan, Panterdoder. Dit is een plek des doods; het is niet goed hier te zijn!

Maar de gele steentjes dan?

We moeten ze vinden, Kalf!

Nou, ze zijn verdwenen, hoor! En de aanvoerder van deze bandietenbende – die ene met ’n lap voor zijn oog, Aguirre, of hoe hij heten mag – is óók weg.

Hij heeft het, wat ik je brom!

Die is er met jouw goud vandoor, Panterdoder!

17

We hebben alles doorzocht, maar…

Sporen zoeken.

Hé!

Waar ga je heen?

Is ’t niet veel beter om mij…

Is er wat? Heb ik iets geks gezegd, huh?

Hier!

Een duidelijk spoor!

Wij willen niet, dat jij de gele steentjesziekte weer krijgt*.

Vlakbij deze dode Harige Man vond ik mijn pijlkoker: zonder het zakje goud. Het spoor van de gouddief moet daar nog te vinden zijn… En dan ga ik hem na!

Ik ga nu, broeder.

Groet de grote zwarte hoofdman van mij, Kalf; hij zal begrijpen waarom…

Lopend zeker.

Néé zeg…

Gaat-ie er wérkelijk lopend achteraan?

Lopend?? Haha, da’s te gek! Lópend achter een paard aan…

Je krijgt hem nooit! …En je goud óók niet!

Gekkenwerk!

Ik moet de kerel nog tegenkomen die harder loopt dan een paard. Haha!

Je moet niet meer aan dat goud denken, Mes-tih-soh; dat is… Beter voor je gezondheid! Vergeet het!

•Lees: “De zang van de prairiewolven”, “De welp en de wolf”.

18

Waarom laat je ’t mij niet even opknappen? Kleine moeite, hoor!

“Vergeet ‘t”, hè?

Bah! Of je zo’n mooie zak goud zomaar kan vergé-é-éten…

Wees gerust, Mes-tih-soh; Panterdoder krijgt de gouddief wel te pakken!

Ts; schiet ik wat mee op! Huh, zeg… ’t Ziet er niet best uit met dat joch…

Dat moeten! El Lobo wil, hij worden beter! Klein vriendje sterven, dan El Lobo véél verdriet!

Mag niet!

Zal de dappere Welp leven, zwarte vriend?*

Hoh! Dáárover beschikt Levengever, niet jij, zwartmens!

Laat je niks wijsmaken, niño; dat joch haalt de avond niet meer; bereid je dáár maar op voor!

Kan handje-helpen!

Met genees-kruiden en oude toverspreuken!

Ja, maar…

Jouw woorden zijn slechte invloed! Jij hebben boze kracht, Mesties! Weg jij, zwarte-kunst-man!

Mes-tih-soh!

Wacht!

Luister!

• Lees: “De welp en de wolf”.

19

Grrr!

Ik heb m’n buik vol van die… Die nikker! La-me-metrust! Ik ga…

Ik ga weg!

Hans G. Kresse

Eer De gierenjagers De prijs van de vrijheid De eer van een krijger De lokroep van Quivera

Indianenreeks

ISBN 978-90-343-0845-0

Indianenreeks De complete serie deel 3

De complete serie deel 3

Eer

Hans G. Kresse werd beroemd met zijn Eric de Noorman, maar van jongs af aan lag zijn hart bij de Noord-Amerikaanse indianen. In zijn meer dan 50 jaar durende carrière zou hij regelmatig strips over indianen maken, met als hoogtepunt de ook internationaal zeer succesvolle Indianenreeks, waar hij negen delen van maakte. Het tiende bleef door zijn overlijden onvoltooid. In de drie delen van deze bundeling zijn deze verhalen heruitgegeven, telkens aangevuld met een uitgebreid dossier over de auteur en zijn werk.

Eer