Tilburg
HUIS-AAN-HUIS Huis-aan-huis Tilburg Voorjaarseditie is een uitgave van Uitgeverij Em. de Jong in Baarle Nassau. Deze uitgave wordt in heel Tilburg verspreid in een oplage van ruim 65.000 exemplaren.
Over de maan, klonterige perendrupjes, stikken aan het kruis en weer gezond opstaan TRUCK TOUR TILBURG KLAAR VOOR DE 29E EDITIE
DAG VAN DE FILOSOFIE: ZATERDAG 16 APRIL
DINSDAG 26 APRIL: TILBURG ZINGT!
H.S.C. BLUE LIONS TILBURG
Vrolijk
Dat kerstfeest is nog wel duidelijk: vaste prik op 25 december met zijn allen op kraamvisite in het stalletje. Kerstboom, kaarsjes, lekker eten, cadeautjes en in het ergste geval de welbespraakte kerstman met een stel smakelijke rendieren. Ho, ho, ho. Een week later vuurwerk met champagne en oliebollen. Driekoningen heeft ook een vaste datum: 6 januari. Hier en daar gaan er nog wel eens kinderen als de drie koningen verkleed, zingend en om snoep bedelend langs de deuren. Maar de volgende feesten zijn niet aan de zonnestand gebonden. Carnaval is ieder jaar op een andere datum, omdat het paasfeest ook geen vaste datum heeft. Kerstmis hangt samen met de terugkeer van de zon. Maar Pasen is ook afhankelijk van de maan. Op het concilie van Nicea (325) besloten de rooms-katholieke bisschoppen Pasen te vieren op de zondag na de eerste volle maan in de lente. Omdat de lente op 21 maart begint, valt Pasen dus nooit voor die datum. De laatste datum waarop Pasen kan vallen is
25 april. Dus afhankelijk van zon en maan. Alle feestdagen die daaraan gekoppeld zijn schuiven dus mee en hebben ook ieder jaar een andere datum. Carnaval is aan Pasen gekoppeld (niet andersom). Altijd 40 dagen voor Pasen, de zogenaamde vastentijd. Jezus’ geboorte noch zijn dood zijn in welke burgerlijke stand dan ook te vinden. De vastentijd wordt geopend door Aswoensdag en daarmee is de paastijd eigenlijk al begonnen.
De priester strooit as op je hoofd, om je te duidelijk te maken dat het leven eindig is en je braaf moet leven. En effe geen carnaval, ja? Als kind vond ik de vastentijd wel een leuke tijd. Snoepjes die ik her en der van aardige winkeliers, tantes en buurvrouwen kreeg, stopte ik snel in een trommeltje. Een voorraadje aanleggen vond ik leuk. Soms denk ik dat ik door een eekhoorn verwekt ben. Soms werd het zo’n kleverige klont. Vooral als je van die plakkerige snoepjes had als tumtummetjes en die kleverige, keiharde perendrupjes. Daarvan sprongen je vullingen spontaan uit je kiezen en terloops namen ze ook nog een stukje tand mee. (vervolg op pag. 42)