Tulpia nr. 21, Voorjaar 2011.

Page 30

TULPIA 4 door Tuncay Çinibulak

Mevlâna: ontworteling, liefde en de weg naar god De organisatie voor vrede en veiligheid van de Verenigde Naties, UNESCO, heeft 2007 tot het “Jaar van Mevlâna” uitgeroepen. Dit naar aanleiding van de 800ste verjaardag van de Turks-Perzische filosoof, dichter en mysticus Mevlâna. Een biografische schets.

E

euwenlang was de Perzische dichter en mysticus Jalal al-Din Rumi (1207-1273), oftewel Mevlâna, alleen in het Midden-Oosten en Azië bekend. Maar nu heeft ook het westen hem ontdekt als een van de allergrootste literaire en spirituele persoonlijkheden die de wereld ooit gekend heeft. Zijn werken worden vrijwel in alle talen vertaald en hij krijgt een betere plek in de leer van soefisme. Hij is al op jonge leeftijd ontheemd van zijn geboorteplaats, waardoor hij van plaats tot plaats moest trekken. Vanwege zijn humanistische en mystieke filosofie is hij gemeengoed geworden van vele volkeren en vereerd als het rasechte kind uit eigen bodem. Jalal al-Din Rumi, die in het westen Rumi wordt genoemd en in Turkije Mevlâna (“onze heer”), werd geboren in Balkh op 30 september 1207. Balkh, gelegen in het huidige Afghanistan, was destijds onderdeel van het Perzische rijk. Zijn eigen naam was Mohammed met de titel Jalal al-Din ofwel heer. Vanaf de 15de eeuw werd hij Mawlâwi genoemd, afgeleid van zijn titel Mulla-yirum (de geleerde meester van Anatolië). Sinds de 19de eeuw is zijn bekendheid in het westen gestadig gegroeid. Hier gebruikt men zijn naam Rumi, afkomstig van het Romeinse Anatolië. Zijn vader Mohammed ibn Hussain Khatibi, beter bekend als Baha’ al-Din Walad was een uitstekende soefi­meester. Vanaf 1210 verlaat 30 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

de familie en een groep volgelingen van zijn vader de geboortestreek en trok naar het westen. Zeer waarschijnlijk was dat onder invloed van het dreigende gevaar van de Mongolen die met hun leider Djhengis Khan Perzië waren binnengevallen en daar een verschrikkelijke slachting onder de bevolking aanrichtten. Op deze tocht verbleef de groep regelmatig voor langere tijd in een bepaalde stad. De eerste stad was Nayshapur. Hier ontmoette Jalal al-Din de grote Perzische dichter Farid al-Din’Attar. Daarna trokken zij naar Bagdad, waar zij zeer gerespecteerd werden en veel theologen en soefi’s ontmoetten. Via Mekka gingen ze naar Syrië waar ze een aantal jaar bleven wonen en waar Jalal al-Din klassieke Arabische dichtkunst schijnt te hebben gestudeerd. Daarna trokken zij naar Anatolië, waarschijnlijk op uitnodiging van de Seltsjoekse sultans. In eerste instantie vestigden zij zich in Karaman (Centraal-Turkije), waar de moeder van Mevlâna in 1225 overleed. Hier trouwde de achttienjarige Mevlâna en werd zijn eerste zoon geboren. Een paar jaar later trok de familie naar de plaats Konya, eveneens in Turkije, waar men zich definitief vestigde. Konya, dat ook voorkomt in de Bijbel, in het boek Handelingen van de apostelen, was in die jaren een vredige thuishaven in de islamitische wereld, die geteisterd werd door de invasie van de Mongolen. Konya en omgeving was het


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.