Tulpia nr. 12, Voorjaar 2009

Page 80

serie - In het voetspoor van de prachtlievende

De schaduw van de Sultan In de tweede aflevering van de serie over zijn reis in het voetspoor van sultan Süleyman (1520-1566) voert journalist Henk Boom ons mee naar Bosnië-Herzegovina. De sultan was daar nooit maar zijn schaduw is er nog steeds zichtbaar.

‘K

Door Henk Boom

anuni sultan Süleyman is, voor zover we weten, nooit in Bosnië-Herzegovina geweest. Toch zijn hier zijn sporen het meest zichtbaar. Sinds dit deel van de Balkan in 1463 werd veroverd door het leger van sultan Mehmed II, bijgenaamd de veroveraar, (een titel die hij overhield aan de inname van Constantinopel in 1453) is Bosnië-Herzegovina het Balkanland met de meeste moslims. In die vroege tijd werden twee moskeeën gebouwd die voorbestemd leken te zijn voor een nominatie op de wereldmonumentenlijst van de UNESCO. Jammer alleen dat Servische en Kroatische nationalisten in Bosnië-Herzegovina in de jaren 1992-1995 het islamitisch verleden radicaal en op gewelddadige wijze probeerden uit te wissen. Dat lukte in Foça, een stadje dat nu in de Republiek Srpska ligt, het zelfstandige Servische deel van Bosnië-Herzegovina. Ooit lag Foça aan de handelsroute van Ragusa (Dubrovnik) naar Sofia en Constantinopel. De markt had regionale faam dankzij de veelheid aan producten die er te koop werd aangeboden. Rond 1550 werd hier de Aladza-moskee gebouwd. Volgens kenners was het de mooiste moskee van de Balkan uitgevoerd in de zogenoemde decoratieve stijl van de vier bloemmotieven: de tulp, de hyacint, de wilde roos en de kardamon., maar als ik op een terras met bierdrinkende Serviërs vraag waar ik de restanten van die moskee kan vinden, word ik aangekeken of ik een spion van de profeet ben. Ik moet het doen met de berichten over de moskee die na de vuile oorlog in omloop werden gebracht. Dan

80

Tulpia • ja argang 04 • nr 12

blijkt dat het gebouw in mei 1992 door het leger van de toenmalige Servische president Milosevic werd opgeblazen. Bulldozers maakten een einde aan de begraafplaats. Op het geëgaliseerde terrein kwam een busstation. De naam van de stad werd onmiddellijk na deze etnische schoonmaakactie veranderd van Foça in Srbinje, hetgeen zoveel wil zeggen als ‘gezuiverd’. Daags na mijn bezoek aan Foça rijd ik langs de rivier de Dri-

na naar Višegrad. De Drina is daar zo breed dat grootvizier Sokollu Mehmed Pasha, die uit Bosnië kwam, een opdracht gaf aan Mimar Sinan, de hofarchitect van Süleyman. Hij moest een brug bouwen op de verbindingsroute tussen Bosnië en Servië en andere delen van het Osmaanse imperium. In zijn fascinerende roman De brug over de Drina voert Nobelprijswinnaar Ivo Andrić mij mee naar de lange, veelbewogen geschiedenis van deze 179 meter lange stenen brug, ‘een zeldzame structuur van unieke schoonheid zoals vele rijkere en drukkere steden niet bezitten.’Als ik op een zomerse namiddag over de brug loop, ben ik vrijwel alleen. Geen minaret te zien. Wel torens van een orthodoxe kerk, een teken dat de Serviërs ook hier de dienst uitmaken. Op de door Andrić zo uitvoerig beschreven kapia, de uitbouw op het midden van de brug, heerst absolute stilte. Het is een schril contrast met de dramatische momenten uit het verleden. Toen werden op die plek voorbijgangers onthoofd. Een wanhopige bruid sprong vanaf de kapia


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.