Tulpia nr. 12, Voorjaar 2009

Page 31

Wij zijn allen Ottomanen Het contact tussen moslims en christenen als strijd tussen goed en kwaad is een mythe, meent Michiel Leezenberg. Hoe Europa werd gevormd door intensieve contacten met de islamitische wereld.

D

e islam is, anders dan het christendom, met het zwaard verspreid, zo wil een wijdverbreide mythe. Een andere mythe wil dat de islamitische wereld helemaal geen geschiedenis kent, maar slechts een onveranderlijke combinatie van geloofsijver en onderdrukking van ongelovigen. Deze visie is van een aantrekkelijke eenvoud: ze stelt de contacten tussen christenen en moslims voor als een simpele strijd tussen goed en kwaad. Maar klopt ze? Die vraag kun je slechts beantwoorden op basis van gedegen en gedetailleerd onderzoek. In zijn even omvangrijke als spannende boek “De grote Arabische veroveringen” probeert de Britse historicus Hugh Kennedy voor een groter publiek duidelijk te maken wat we nu precies op basis van de bestaande bronnen kunnen concluderen. De Arabischislamitische expansie in de 7de en 8ste eeuw, schrijft hij, was een gebeurtenis van wereldhistorisch belang. Ooggetuigen, zowel christenen als moslims, zagen dit succes als een teken van de wil van God; Kennedy verklaart de Arabische successen vooral als het resultaat van een aantal betrekkelijk toevallige factoren. Zo waren de twee machtigste rijken van deze tijd, het christelijke Byzantium en het Perzische Sassaniedenrijk, verzwakt

Door Michiel Leezenberg

door onderlinge langdurige oorlogen en interne spanningen. Ook eisten de Arabieren van de onderworpen bevolkingsgroepen slechts politieke loyaliteit en het betalen van belastingen. Die relatief lichte voorwaarden werden door velen als een verlichting of zelfs bevrijding van de Byzantijnse of Perzische overheersing ervaren. Ook maakt Kennedy aannemelijk dat de vroege moslims meer werden gedreven door verlangen naar buit dan naar bekeerlingen. De Koran riep ze wel op tot veroveringen, maar niet tot de massale, laat staan gedwongen, bekering van christenen en joden. Integendeel, veelal ontmoedigden ze bekeringen actief, omdat niet-moslims meer belastingen moesten betalen. Het zou drie volle eeuwen duren voor een meerderheid van de lokale bevolking moslim was. Het interessantste hoofdstuk van De grote Arabische veroveringen laat de stemmen van de overwonnenen horen. Daarbij ontbreken natuurlijk niet de stereotiepe voorstellingen van de Arabieren als bloeddorstige barbaren, maar even sterk zijn positiever geluiden waarin de veroveraars worden gezien als een instrument van God, en zelfs als een verbetering ten opzichte van de Byzantijnen. Kennedy’s verhaal, dat loopt tot 750,

Tulpia • ja argang 04 • nr 12

31


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.