Cursor 18 - jaargang 58 / year 58

Page 1

18 26 May 2016 | year 58

@tuecursor @TUeCursor_news Biweekly TU/e Magazine

|

www.cursor.tue.nl

|

tuecursor

|

@tuecursor @TUeCursor_news

22 | I nto the deep end: Should you learn how to swim? Now that you live in one of the most watery places on Earth, is it time for you to learn? “It is never too late.”

6

TU/e and UvT professor

Intensieve samenwerking voor Data Science

12

Hands free driving

Invoegen en afslaan met losse handjes

14

Excellent people in the ‘war for talent’

Nieuw beleid wetenschappelijk personeel

magic of 18 The membranes

Filteren en zuiveren met membranen


2 | Vooraf

CURTOON

26 mei 2016

Colofon Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Monique van de Ven (online)

Medewerkers Angela Daley Tiny Poppe

Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke

Coverbeeld Rien Meulman

Opmaak Natasha Franc

Vertalingen Susie Day Benjamin Ruijsenaars

Bomen en bos

Exodus

Toen ik gisterochtend mijn mailbox opende, kreeg ik het onderwerp voor deze editorial zomaar in de schoot geworpen. Met gepaste trots kondigde Han Koning s, een groep van vooraanstaande hoofdredac teur Nederlandse bedrijven en organisaties in de publieke sector de oprichting van de Eindhoven Startup Alliance aan. Die gaat startup-accelerator HighTechXL steunen bij het creëren van minimaal twintig snelgroeiende hardware-bedrijven voor 2020. Er komt een incubatieruimte voor ‘early-stage’ startups en het gaat in nauwe samenwerking met Bright Move, ons eigen incubator-initiatief dat we samen runnen met de BOM en Brainport Development. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik slaak tegenwoordig bij dit soort berichten eerst even een zuchtje van vertwijfeling. Waar moet ik dit initiatief nu weer plaatsen in het woud der broedmachines voor jonge en potentieel succesvolle startups? Dat overzicht ben ik goeddeels kwijt. Het lijkt wel of die broedmachines het met elkaar doen, want ze schieten als paddenstoelen uit de grond onder de hoede van moederkloek Neelie Kroes. Kroes haakt overigens per 1 juli af als startup-ambassadeur van Nederland en geeft het stokje over aan prins Constantijn, de jongste zoon van Beatrix en Claus. Kijk, in die man heb ik vertrouwen, want hij heeft een band met de meest succesvolle startup die Nederland ooit heeft gekend en die nog altijd floreert: de BV Oranje, die in de zestiende eeuw van wal stak onder leiding van Willem de Zwijger.

De TU/e stopt met de ondersteuning van religieuze verenigingen, Judith van Gaal gaat alleen nog geloof op individueel niveau ondersteunen - door bijvoorbeeld een bezinningsruimte ter beschikking te stellen. Kortom; geen huisvesting en geld meer voor die verenigingen. Reden? We zijn een seculiere universiteit. Tsja. Practice what you preach - in dat opzicht is de keus verdedigbaar. Maar dat het voor een grote (>80 leden) en actieve vereniging als Ichthus zo rauw op het dak komt vallen - dat is op z’n zachtst gezegd erg jammer. Steeds hebben ze te horen gekregen dat de selectie op basis van criteria als ledenaantal en persoonlijke vorming zou plaatsvinden. Als je dan als vereniging plots verneemt dat het om je geloofsovertuiging gaat, dan mag je best boos zijn. Dat zijn ze niet, wél teleurgesteld. Lees het complete nieuwsbericht op cursor.tue.nl.

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad prof.mr.dr. Jan Smits (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Willem van Hoorn Lucas Otten (studentlid) Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

Clmn

Een promotie van niks

In Groningen mag men gaan experimenteren met promotiestudenten. Deze quasi-promovendi worden bursaal aangesteld voor 1.700 euro netto per maand, zonder verdere arbeidsvoorwaarden zoals AOW. ‘Eindelijk, mogen we nog langer student zijn’, moeten ze daar in het noorden gedacht hebben. Terwijl je geniet van een ‘riante beurs’, kun je dus dagelijks om half twaalf komen aankakken met je brakke bakkes en al meurend naar Bavaria plaatsnemen aan je bureau. Natuurlijk, nu romantiseer ik de boel een beetje, want aan promoveren an sich kleven al genoeg sociale stigma’s. Zelfs mét pensioenopbouw moet ik me op feestjes verantwoorden over mijn promotietraject, waarbij er dikwijls getwijfeld wordt of ik serieus werk doe. Zelfs als Marijke Helwegen naast me, voor geld zou staan te hoelahoepen, zou men zich nog steeds afvragen of ik wel een echte baan heb. Desalniettemin noemt de RUG louter positieve redenen voor het verder uitkleden van een promotieplek, met als ultieme holle frase: “Dit is geen bezuiniging, maar een investering in kwaliteit.” Dit doet me erg denken

aan de invoering van het leenstelsel, die positief gespind werd als onderwijsherinvestering, maar Alain Star nu een nadelige bezuiniging voor bij Human ke, promovendus -Technolog y Interactio (aanstaande) studenten lijkt te zijn. n De RUG zal baat hebben bij meer onderzoekers. Het is echter de vraag of beter gevulde kantoren voordelig zullen uitpakken voor de (quasi-)promovendi zelf. De academische wereld loopt over van de promovendi, terwijl er geen vaste banen voor nieuwbakken doctoren bij komen. Promotiestudenten zijn hiermee een nieuw smaakje in een uitpuilende vitrine van goedkoop-betaald onderzoek. De studenten zelf zullen moordende concurrentie ervaren, te meer omdat ze een doctorsgraad kunnen halen zonder broodnodige ervaring op te doen, zoals onderwijstaken. Juist in dit geval zouden fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden het minste zijn wat je mag verwachten.


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TU/e stopt met ondersteuning religieuze verenigingen

Theta-roeister niet naar Rio: “Machteloos en verdrietig”

Religieuze verenigingen krijgen geen huisvesting en financiële middelen meer van de universiteit. De TU/e wil op basis van haar ‘seculiere inslag’ alleen nog individuen ondersteunen in hun geloofsuitingen. Directe aanleiding om naar de facilitering te kijken is de verhuizing van verenigingen naar Potentiaal, waar onvoldoende ruimtes zijn voor alle verenigingen. Collegelid Jo van Ham stelt dat de TU/e ook weer niet wil uitdragen een openbare of neutrale universiteit te zijn. “We gaan geen geloofsuitingen verbieden en we gaan het individu wel ondersteunen met ruimtes. We hebben nu de Stilteruimte in Matrix en we willen daarnaast een levens­ beschouwelijke ruimte creëren, waar bijvoorbeeld discussies kunnen plaatsvinden.” Die ruimte komt mogelijk in Potentiaal.

De Olympische droom van Bouwkundestudente en roeister Lisa Scheenaard is voor nu voorbij. De vijfde plaats van de Thêtaan en haar roeipartner Marloes Oldenburg tijdens de finale van het Olympisch kwalificatietoernooi dinsdag was niet voldoende voor een ticket naar Rio. “Gewoon heel verdrietig.” Zo vat Scheenaard haar emoties op de ochtend na het Olympisch kwalificatietoernooi samen. De roeister zegt zich de komende tijd te willen gaan beraden op haar plannen en ambities. “Maar eerst wil ik even mijn hoofd leegmaken. Ik moet mezelf gaan afvragen of ik me er überhaupt toe kan zetten om nog vier jaar (met het oog op de volgende Olympische Zomerspelen in Tokio, red.) door te zetten.”

Spacebox residents air concerns about new Aurora homes Some of the spacebox residents on the TU/e campus have voiced objections to their planned new homes in Aurora, the residential tower is built behind Traverse. Among other things, their concerns relate to the higher rent, the lack of clarity about rental agreements, and the planned number of washing machines and dryers in the building. Accommodation provider Vestide knows their views and says they are being taken seriously. On April 16, at the invitation of Vestide, prospective residents were able to take a look inside Aurora, where a few homes were already furnished. The visit generated plenty to talk about within the Facebook group for spacebox residents (almost 100 members). The future monthly rent was one hot topic: in some cases, depending on the type of housing and entitlement to housing benefit, an increase of 200 euros is on the cards.

20 Werktuigbouwkundestudenten deden vorige week mee aan de 2e editie van de workshop vuurspuwen van het E.W.D. Hephaestus (god van het vuur in de Griekse mythologie). De 3 leden die alles op poten hebben gezet, hadden 25 liter olie ingeslagen, waarvan er 15 zijn gebruikt. De olie zat in 5-liter jerrycans en werd overgeschonken in lege bierflesjes. De workshop duurde 3 uur, waarvan zeker 1,5 uur opging aan veiligheidsvoorschriften en oefenen met water. Uiteindelijk slaagden de deelnemers erin om vuurvlammen te creëren die 1 tot 2 meter de lucht in gingen - met pieken tot 4 meter. (JvG) Fire-eating mechanical engineers 20 Mechanical Engineering students took part in the 2nd

edition of the fire-eating workshop, organized by chapter E.W.D. Hephaestus (the god of fire in the Greek mythology). The three organizers bought 25 liters of oil, of which 15 were used. The oil was canned in 5 liter jerrycans and was poured in empty beer bottles. The workshop lasted for 3 hours. At least 1,5 hours were reserved for explaining the safety regulations and practicing with water. In the end the participants managed to create flames up until 4 meters high.

Besparing op notebookregeling gaat richting onderwijs

More news on page 5 and www.cursor. tue.nl/en

Een Vidi-beurs voor de TU/e TU/e-onderzoeker Rob Maaskant heeft een Vidi-beurs gekregen voor ‘het unificeren van millimetergolf antennes en chips’. De TU Delft is koploper met tien beurzen. Van de in totaal 572 aanvragen voor een beurs werden er maar 87 toegekend. De kans op een beurs was kleiner dan vorig jaar. Rob Maaskant is de enige TU/e’er die deze ronde deze beurs krijgt van onderzoeksfinancier NWO. De beschrijving van zijn onderzoek op de NWO-site luidt als volgt: “In dit onderzoek zullen antennes draadloos worden aangesloten op chips en bovendien worden geïntegreerd in een enkele behuizing. Dit is een mijlpaal voor geïntegreerde millimetergolfsystemen in het algemeen en voor vermogensefficiënte en laagverliezende antennesystemen in het bijzonder.”

Met een herziening van de notebookregeling bespaart de TU/e de komende collegejaren 180.000 euro per jaar. Dit studiejaar steekt de universiteit nog 770.000 euro in de regeling. De besparing wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van het onderwijs en in de vernieuwing van onderwijsvoorzieningen, laat het College van Bestuur weten. “De focus zal nog nadrukkelijker komen te liggen op de bachelor”, vertelde collegevoorzitter Jan Mengelers maandag in de U-raads­ vergadering. Dat betekent onder meer dat de regeling niet meer zal worden aangeboden aan eerstejaars schakel- en masterstudenten.

Vuurspuwende werktuigbouwkundigen


4 | Mens & Mening

ALGEMEEN Dienst Personeel en Organisatie | Employabilityfonds: vergroot je inzetbaarheid op de arbeidsmarkt Wil jij een opleiding of training volgen die buiten de scope van je huidige functie valt, maar erop is gericht om je positie op de arbeidsmarkt duurzaam te verbeteren? Mogelijk kun je voor de financiering gebruik maken van het Employabi­ lityfonds. Kijk voor meer informatie op de intranetpagina’s van DPO of informeer bij je HR-adviseur. Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Promoties Donderdag 26 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. B.J.D. Vermulst (EE) Promotor: prof.dr. E.A. Lomonova MSc Voorzitter: prof.dr. A.G. Tijhuis Titel proefschrift: “Scalable Multi-Port Active-Bridge Converters On generic modeling and control of multi-port active-bridge converters and the quad active-bridge ac-dc converter” Maandag 30 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. R.J.B. Vanwersch (IE & IS) Promotoren: prof.dr.ir. P.W.P.J. Grefen en prof.dr.ir. H.A. Reijers Voorzitter: prof.dr. I.E.J. Heynderickx Titel proefschrift: “Rethinking care processes: Does anybody have an idea?” Dinsdag 31 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie D. Dogon MSc (W) Promotoren: prof.dr. M.E.Z. Golombok en prof.dr.ir. J.J.H. Brouwers Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Particle flow in fractures”

Dinsdag 31 mei, 16:00 uur, CZ5: promotie J.M. Parraga Quiroga MSc (BMT) Promotor: prof.dr. K. Ito Voorzitter: prof.dr. P.A.J. Hilbers Titel proefschrift: “Towards predicting chondroprotective capabilities of meniscus prostheses” Woensdag 1 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie Y.A.F. Padmadinata MSc (IE & IS) Promotoren: prof.dr.ir. G.P.J. Verbong en prof.dr.ir. R.P.J.M. Raven Voorzitter: prof.dr. I.E.J. Heynderickx Titel proefschrift: “Transition in Action: Non-linearity, Multiplicity, Materiality in Indonesian Biofuel Villages” Woensdag 1 juni, 16:00 uur, CZ5: promotie A.J. Standing MSc (TN) Promotor: prof.dr. E.P.A.M. Bakkers Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Nanowire Solar Water Splitting” Donderdag 2 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie G. Spina MSc (EE) Promotoren: prof.dr. R.M. Aarts en prof.dr. E.F.M. Wouters Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “Daily-life training and monitoring methodologies for chronic obstructive pulmonary disease patients” Maandag 6 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie B. Van Ninhuijs MSc (EE) Promotor: prof.dr. E.A. Lomonova MSc Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “Integration of Magnetic Gravity Compensation and Spherical Actuation for Robotic Applications A Novel Actuator Concept Towards a Smart ArmSupport System”

26 mei 2016

UNIVERSITEITSBERICHTEN

Intreerede professor Tuinier Vrijdag 3 juni, 16:00 uur, BZ: intreerede prof.dr.ir. R. Tuinier (ST) - hl Voorzitter: prof.dr.ir. F.P.T. Baaijens Titel: “Over de Fysische Chemie: Onderwijs, Onderzoek en Overheid”

Dinsdag 7 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie E. Fernandez MSc (ST) Promotor: prof.dr.ir. M. van Sint Annaland Voorzitter: prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Titel proefschrift: “Palladium-based supported membranes for membrane reactors for hydrogen production” Woensdag 8 juni, 16:00 uur, CZ4: promotie S. Lan MSc (W) Promotoren: prof.dr.ir. A.A. van Steenhoven en prof.dr. H.A. Zondag Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Grain-scale analysis of thermochemical heat storage materials” Maandag 6 juni, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. D.J.M. Trienekens (TN) Promotoren: prof.dr. U.M. Ebert en prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Voorzitter: prof.dr. H.J.H. Clercx Titel proefschrift: “Experiments on streamer interaction with dielectric surfaces” Intreerede professor Wörtche Vrijdag 27 mei, 16:00 uur, BZ: intreerede prof.dr. H.J. Wörtche (EE) - dhl Voorzitter: prof.dr.ir. F.P.T. Baaijens Titel: “Miniaturized Explorers”

DIVERSEN

Lost but not found In het Hoofdgebouw op vloer 7, vlak bij de secretaressekamer van Harma Koops, hingen drie dingen, waarvan niemand schijnt te weten waar ze gebleven zijn 1. Een vitrine met statistiekvoorwerpen en -boekjes; onder meer een pot kralen en een schepje voor het nemen van steekproeven. 2. Twee koperen plaquettes, met oorkonden ter ere van prof. Hugo Hamaker; die hadden betrekking op kwaliteitscontrole. Wie weet waar deze zaken gebleven zijn na de ontruiming van het Hoofdgebouw? Je kunt een mail sturen naar cursor@tue.nl. Fred W. Steutel

geschiedenis, zijn ook van harte uitgenodigd mee te dingen naar de prijs. Het IISG heeft een geldprijs van 1.500 euro beschikbaar gesteld voor de winnende scriptie. De uiterste inleverdatum is 12 september 2016. Voor meer info zie: https://socialhistory.org/nl/nieuws/ oproep-volkskrant-iisg-scriptieprijsvoor-geschiedenis-2016. FarmHack | Hacken bij de boer In juni en juli organiseren we vier hackathons op de boerderij om de grenzen van data en technologie op te zoeken en maatschappelijke opgaven te vertalen in innovatie kansen voor de boer. Ben jij een coder, hacker, developer, boer, planoloog, designer, domeinexpert of creatieve ambtenaar met een passie voor landbouw, voedsel en de wereld om ons heen? Dan zoeken we jou! Voor meer info en aanmelden kijk op: www.FarmHack.nl

Oproep: Volkskrant-IISG Scriptieprijs voor Geschiedenis 2016 De Volkskrant en het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) loven voor de zevende keer de Volkskrant-IISG Scriptieprijs voor Geschiedenis uit. In aanmerking komen masterscripties met een nationaal of internationaal historisch onderwerp die tussen 1 augustus 2015 en 11 september 2016 zijn geschreven en beoordeeld aan een Nederlandse universiteit. Studenten van andere studies dan

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.

In my opinion Social Potential The last trace of our festival, the Dream and Dare pavilion, has disappeared from our campus last week. The location and concept could not have been more perfect: fresh pizza and affordable coffee at the now central but temporary heart of our campus. We, the students, have come there to study in the sun, to meet other students, to have dinner, to follow workshops and of course, to drink a good glass of beer together. Here, I met more students from other departments in the last week than in the entire last month. Unfortunately, Van Moll has moved its pavilion elsewhere, and we will again be left to the mercy of faculty drinks, Spar salads and lukewarm Eurest meals. What will become of us now, and of TU/e’s livable campus? We could again reside to the dark canteen of the MetaForum. We could wait in the endless queue of the Auditorium to get our coffee, or buy a plate of food that may or may not have been standing there for half an hour already. We could again socialize (read: drink beer) at our respectable study/student/sport/culture associations. We, the students, will certainly not be lost. However, we are left with the opportunity to fill this gap we have all been able to get a taste of: a central and affordable meeting place for all students. Luckily for us, there is an alternative in the making. A group of passionate students is trying to create a bar in the old Potentiaal building, much like the former AOR. This bar is to be owned and run by Eindhoven students, and accessible for all. The plan as it is now is to hire people (preferably students) during the day, and have volunteer students occupy the bar in the evenings. At these evenings, drinks will be sold for student prices, during the day coffee and a simple, yet fresh affordable meal are planned to be on the menu. The bar will most certainly be visited by the international students who will come to live in the building, and the culture associations that will move there with the closing of the Bunker. Hopefully many other students will find their way there as well. I hope they will come true to their plans,

Photo | Bart van Overbeeke

and can not wait to spend my first evening there, with a good beer and my long awaited fresh meal, in the company of students from every corner of our university. www.barpotential.nl/ Eva Pabon | student at the Department of the Built Environment


Nieuws | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Leasekoelkast wint Energy Challenge

TU/e maakt comeback in duurzaamheidsranking De TU/e is, na een terugval in 2015, weer gestegen in de duurzaamheidsranglijst van het hoger onderwijs. Eindhoven eindigt achter Wageningen Universiteit tweede van alle hoger onderwijsinstellingen én tweede in het rijtje van universiteiten. De prestatie van Eindhoven werd beloond met een zogenoemd Gouden Certificaat van het studentennetwerk Morgen. Voor de uitreiking van de jaarlijkse ‘SustainaBul’ oordeelt Morgen niet alleen over waterbesparing, duurzame inkoop en afvalreductie van hogescholen en universiteiten; de studenten bekijken ook of aan instellingen onderzoek wordt gedaan naar bijvoorbeeld biodiversiteit en of studenten les krijgen over duurzaamheid.

Olympic Games for coope­ rative driving on public road The first steps to standardize European communication and interaction for automated driving will be taken on 28 and 29 May by the i-GAME project with the Grand Cooperative Driving Challenge 2016 in Helmond. GCDC 2016 is an international cooperative driving competition, combining vehicle automation (self-driving) and the interaction and communication between infrastructure and vehicles of different brands and types. GCDC 2016 is part of the international project i-GAME (Interoperable GCDC AutoMation Experience) supported by the European Commission. See pages 12-13.

Het plan om studentenhuizen te voorzien van een leasekoelkast blijkt een gouden idee. TU/e-studenten Jelle Dikker en Ben van Lier wonnen er met teamgenoot Joep Steffens de Energy Challenge mee, de wedstrijd waarmee het studentenleven binnen tien jaar duurzamer moet worden. Studentenhuisvester Vestide beloofde FridgeLease binnen een jaar te gaan uitproberen. Van woensdag 11 tot vrijdag 13 mei, ook in de avonduren, konden de studenten hun idee uitwerken. Ondertussen kregen ze kans om met elkaar te praten en te leren van presentaties en workshops van onder andere aannemersbedrijf BAM, de gemeente Eindhoven en Vestide.

TU/e to develop 5G technology with European grant A European research project, led by TU/e, will develop wireless technology for 5G, the next generation mobile internet that aims to increase the speed of the current 4G network by a factor of 100. The consortium, which includes telecom companies Ericsson and NXP, has acquired a Marie Curie grant of more than 3 million euros from the Horizon 2020 European funding program. The researchers will focus mainly on a new type of radio antenna that is able to process signals of 30 GHz - which is essential for achieving high data speeds. Today’s 4G antennas are working in a regime below 3 GHz. The researchers will develop an innovative base station in which up to a thousand antennas can cooperate and where a substantial variation in signals is possible.

STORM telt af naar eigen wereldtournee De wereldtournee van TU/e’s elektromotorclub STORM Eindhoven werpt zijn schaduw ver vooruit. Donderdag 12 mei presenteerde het team op de Automotive Campus in Helmond het ontwerp van haar verbeterde motor, waarmee het vanaf half augustus de wereld wil veroveren. De studenten van STORM Eindhoven pakken het groots aan. De tour trekt vanuit Eindhoven richting Istanbul om via Centraal-Azië in China uit te komen. Vanuit Shanghai wordt de overtocht naar Seattle gemaakt, om vervolgens Amerika door te kruisen en uiteindelijk via New York weer in Europa uit te komen. Er is de laatste maanden nog flink aan de motor gesleuteld om de laatste kinderziektes te elimineren en ‘m optimaal aan de start te krijgen.

De mens achter het nieuws De TU/e-contest, de BrainsAward, de Slimmer Leven Challenge. Voldoende wedstrijden in deze periode waarin TU/e’ers hun idee aan de man kunnen brengen. Leroy Tan (23), student Biomedical Engineering, pitchte in de TU/e-contest en won daar met zijn TU/e SensUs Team al drie prijzen. Woensdagavond pitchte hij bij de BrainsAward. Hij staat helemaal achter het concept van T.E.S.T., de sensor die met een enkele bloeddruppel en een app op een smartphone kan vertellen hoe een nierpatiënt eraan toe is.

Waarom ben jij de pitcher?

Leroy Tan

“Als je achter je idee staat, dan breng je het met overtuigingskracht”

“Het leek me een leuke uitdaging en ik wilde me graag in het pitchen bekwamen. Ik had het nooit eerder gedaan en de eerste keer was tijdens een training voor de TU/e-contest. De kunst is om in korte tijd je idee te verkopen. In het begin vond ik het spannend, maar toen ik er eenmaal stond, viel het mee. Als je helemaal achter je idee staat, breng je het beter - met overtuigingskracht. ”

Hoe bereid je je voor? “Zowel voor de BrainsAward als voor de TU/e-contest hebben we een training gehad. Het zijn allebei pitches van twee minuten en wat ik vertel is vergelijkbaar. Op de TU/e heb ik echter een vrij technisch verhaal gehouden en voor de BrainsAward probeer ik het eenvoudiger te vertellen, omdat dat publiek wat breder is. Ik oefen soms thuis en tijdens het rondlopen herhaal ik het verhaal wel eens in mijn hoofd.”

Er zijn meerdere competities in deze periode. Wat vind je daarvan? Voor ons, als het TU/e SensUs Team, is het erg fijn en goed voor de publiciteit. We kunnen ons project op deze manier goed naar buiten brengen. Dat de wedstrijden kort achter elkaar zijn, vind ik totaal niet erg. Met het prijzengeld willen we ons prototype verder maken, dat hopen we in september werkend te hebben.”

Wat vind je zo interessant aan de ontwikkeling van biosensoren? “Ik heb me onder meer aangesloten bij het TU/e SensUs Team omdat het in lijn is met mijn afstudeeronderwerp. Het is bijzonder om het hele proces te zien, van ontwerp tot prototype. Ik vind het mooi als ik eraan kan bijdragen dat ziektes op tijd gedetecteerd worden en patiënten effectiever kunnen worden behandeld.” Interview | Judith van Gaal Foto | Bart van Overbeeke


6 | Gelinkt

De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n dertienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds een aantal van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

26 mei 2016

“Het is belang met el Edwin en Willem-Jan van den Heuvel zijn respectievelijk opleidingsdirecteur van de bachelor Data Science en de master Data Science & Entrepreneurship, die gezamenlijk door de TU/e en Tilburg University worden aangeboden. De nieuwe opleidingen gaan in september van start - de bachelor in Tilburg en Eindhoven, de master in voormalig klooster Mariënburg in Den Bosch. De afgelopen anderhalf jaar hebben de Eindhovense en Tilburgse hoogleraren intensief samengewerkt. Nee, ze zijn geen familie en ze kenden elkaar ook nog niet. Maar na anderhalf jaar van intensieve samenwerking zijn ze een goed duo, vinden ze zelf. De sfeer tijdens het interview is in ieder geval opperbest. Nu de accreditatie voor de gezamenlijke opleidingen rond is, zien ze elkaar wat minder vaak dan voorheen, vertelt Willem-Jan. “We hebben dus de gelegenheid te baat genomen om gezellig bij te praten.” De heren waarderen niet alleen elkaars gezelschap, maar ook elkaars professionele kwaliteiten. Edwin: “Willem-Jan is heel voortvarend; waar ik eerst alles op een rijtje wil hebben, zet hij gewoon zijn ideeën op papier en vraagt meteen feedback. Daar heb ik echt van geleerd.” Ook Willem-Jan, hoogleraar Information Systems in Tilburg, is complimenteus: “Edwin communiceert heel direct en helder. Hij heeft geen verborgen agenda’s, dat is fijn.” De onderlinge verhouding tussen de beide Van den Heuvels weerspiegelt de sfeer binnen het team van docenten, managers en administrateurs van het ‘project’ Data Science, vinden ze. Het opzetten van een gezamenlijke opleiding van twee universiteiten, waarbij van elke universiteit ook nog eens meerdere faculteiten betrokken zijn, is een zeer intensief proces. “Er zijn misschien wel honderd mensen bij betrokken”, vertelt Edwin. “We hebben een aantal bijeenkomsten georganiseerd rond een specifiek thema, waarbij ook ruimte was voor de sociale component. Je bouwt in zo’n proces ook vriendschappen op.” Willem-Jan valt hem bij: “Het is fijn als je relaxt kunt samenwerken; dan is het belangrijk dat je ook af en toe met elkaar kunt lachen.” Voor juni is voor het eerst een grote bijeenkomst gepland waarbij het sociale aspect de boventoon voert. Dat is ook bedoeld als bedankje voor alle mensen die zo hard hebben gewerkt; vaak hebben ze veel vrije tijd moeten opofferen.” De meeste vakken in de nieuwe Data Science-opleidingen worden door twee docenten gegeven, waarvan één uit Tilburg en de ander van de TU/e. De inbreng van de Tilburgse docenten ligt daarbij voornamelijk op juridische, economisch en sociaal-maatschappelijk vlak, terwijl de technische component voornamelijk voor rekening komt voor de TU/e. In het algemeen klikt het tussen de docenten ook goed, zo lijkt het. Edwin: “Dat heeft volgens mij ook veel te maken met het besef dat Data Science breder is dan alleen je eigen vakgebied, en dat je elkaar dus nodig hebt.”

“Data Science is broader than just one field, so we need each other”

Edwin van den Heuvel

Edwin and Willem-Jan van den Heuvel are the respective program directors of the Data Science Bachelor’s and the Data Science and Entrepreneurship Master’s being offered jointly by TU/e and Tilburg University. The new programs will start in September the Bachelor’s in Tilburg and Eindhoven, the Master’s in the former Mariënburg convent in Den Bosch. Over the past 18 months, these professors at Eindhoven and Tilburg have been liaising closely.

No, they are not related and they didn’t know each other beforehand. But after 18 months of close cooperation, they think they make a good team. When asked, the gentlemen say they appreciate not only each other’s company, but also each other’s professional qualities. “Willem-Jan is very dynamic,” says Edwin. “Whereas I like to first get everything straight in my mind, he simply puts his ideas on paper and asks directly for feedback. That’s been a real lesson


Linked | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

grijk dat je ook af en toe lkaar kunt lachen” De voornaamste problemen waar de opleidingsdirecteuren op stuitten, waren organisatorisch van aard. “Het vaste stramien van het Bachelor College was voor ons nieuw; bovendien werken we in Tilburg met semesters in plaats van kwartielen”, zegt Willem-Jan. Toch is besloten om de bachelor Data Science volledig in te passen in het Bachelor College van de TU/e. “Ik vind het een interessant concept”, licht hij toe. “Ik denk dat de filosofie van het Bachelor College ook voor onze universiteit een verrijking vormt.”

“De filosofie van het Bachelor College vormt ook voor onze universiteit een verrijking” Beide hoogleraren hadden al ervaring met het coördineren van een opleiding voordat ze aan de klus Data Science begonnen. Willem-Jan is onder meer lang directeur geweest van de opleiding Bestuurlijke Informatiekunde in Tilburg, vertelt hij. Ook Edwin was aan de universiteit van Groningen - die hij twee jaar geleden verruilde voor de TU/e al verantwoordelijk voor een researchmaster. “Het belangrijkste is dat je ervaring hebt met het leiden van projecten”, vindt laatstgenoemde. “En dat hadden we dus allebei.” De master Data Science and Entrepreneurship krijgt een eigen gebouw, het voormalig klooster Mariënburg in Den Bosch, waar ook een ontwerpersopleiding tot PDEng wordt opgezet en mogelijkheden voor lifelong learning worden gecreëerd. Ook de bachelor Data Science komt te vallen onder de nieuwe Jheronimus Academy of Data Science (JADS), maar de colleges worden gelijkelijk verdeeld over Tilburg en Eindhoven. “Dat vergde natuurlijk extra planning”, zegt Edwin. “Maar het is gelukt om niet op dezelfde dag colleges op beide locaties in te roosteren. In de praktijk zullen studenten twee of drie dagen in Tilburg moeten zijn en de rest van de week in Eindhoven” De Data Science-studenten zijn gelijktijdig ingeschreven aan beide universiteiten en ontvangen ook van beide instellingen een diploma. De afstand zal geen obstakel vormen, verwachten de hoogleraren. Zelf hebben ze ook geen problemen ondervonden - ook niet in de periode dat ze elkaar meerdere keren per week zagen in Tilburg, Eindhoven of Den Bosch. “Je ziet ook dat Tilburgse studenten de TU/e al weten te vinden”, zegt Willem-Jan. “Onlangs gaf ik hier op de TU/e voorlichting over de master en vroeg ik de aanwezige studenten welke bachelor ze hier volgden. Op de voorste rij gingen bij geen enkele studie handen omhoog. Dat bleken al studenten uit Tilburg te zijn.” Interview | Tom Jeltes Foto | Bart van Overbeeke

TU/e: a home away from home for about thirteen thousands of employees and students. The community is a relatively small one, with infinite connections between its members, be they professional or private. In ‘Linked’, community members talk about their mutual relationship and their connection to the university.

for me.” Willem-Jan, Professor of Information Systems at Tilburg, is also complimentary, “Edwin communicates very directly and clearly. He has no hidden agenda, and that’s nice.” They believe their relationship reflects the atmosphere within the team of lecturers, managers and administrators on the Data Science ‘project’. Most courses in the Data Science programs are taught by two lecturers, one from Tilburg,

the other from TU/e. It will fall to the Tilburg lecturers to provide the legal, economic and societal content, while TU/e will be mainly responsible for the technical component. In general, the lecturers seem to be getting along well too. “I think that has a lot to do with the appreciation that Data Science is broader than just one field, so that means we need each other,” says Edwin The Data Science and Entrepreneurship Master’s will have

its own building, the former Mariënburg convent in Den Bosch, where a Professional Doctorate in Engineering program will also be delivered and opportunities for lifelong learning will be created. In addition, the Data Science Bachelor’s will be the responsibility of the Jheronimus Academy of Data Science (JADS), but the lectures will be divided equally between Tilburg and Eindhoven.

Willem-Jan van den Heuvel


8 | Student

Aanschuiven bij

26 mei 2016

Cyclamenstraat 11

Wat is dit voor een huis? In dit huis - het merendeel van de bewoners is lid van de christelijke studentenvereniging Ichtus - leven acht bewoners op christelijke basis samen. Slechts vijf personen schuiven aan tafel in de ruime woonkamer, annex keuken. “We eten, bidden en lezen samen in de Bijbel”, zegt hoofdbewoner David van der Schoor (vijfdejaars Bouwkunde). “Maar we hebben het niet altijd over het geloof hoor, we praten ook over hoe je dag was”, zegt Roos Krösschell, (tweedejaars Scheikundige Technologie) na een kort gebed dat David uitspreekt voorafgaand aan de maaltijd. Volgens Roos zou er best wat meer leven in de brouwerij mogen komen, omdat alle bewoners nogal rustig zijn. David: “We zijn als groep inderdaad niet bepaald uitbundig en extravert, maar we kunnen wel één op één goede gesprekken met elkaar voeren.” Roos: “Vooral als we een ontbijtje maken of zomaar wat voor de tv hangen.” De gastvrijheid blijkt uit de vele matrassen die her en her en der in het huis staan opgeslagen. Paula Uittenbogaard (derdejaars Biomedische Technologie): “Iedereen kan hier blijven slapen na afloop van een bal of feest.” Volgens Marjolein van der Heijde, (derdejaars Logopedie) is dit ook een muzikaal huis. Samen met Roos, die evenals Paula ook piano speelt, zingt zij in de band van Ichtus. David draait als dj regelmatig trance op huisfeesten en stond ook op wat grotere christelijke en Ichthus-feesten en David Kortleven (eerstejaars Technische Informatica) speelt eveneens piano.

Welke tradities, gewoontes of bijzondere huisregels hebben jullie? Naast een jaarlijks huisfeest, regelmatig barbecueën en het jaarlijkse Sinterklaasfeest, roepen ze heel hard, als het eten klaar is: “Eten!” onderaan de trap naar elkaar. “Ook bakken we elk jaar tijdens de Intro samen met de drie andere christelijke huizen in de stad rond de 2.500 pannenkoeken”, vult Paula aan. Iedere bewoner, die na drie jaar zijn kamer moet verlaten om plaats te maken voor een nieuwkomer, laat zijn handafdrukken achter op een muur in het huis, de Wall of fame. “De huisregel zorgt ervoor dat iedereen die graag tussen gelijkgestemden woont en hier aan een studie begint, de kans krijgt om rustig zijn eigen leven op te bouwen”, aldus David. Waar moest je aan wennen in dit huis? Paula verbaasde zich over het feit dat iedereen heel lief met elkaar omgaat. “Bij mij thuis zijn ze veel directer.” Roos kon niet geloven dat David de serie ‘Friends’ niet kende. “Ik heb hem aangeboden alle personages uit te leggen.” David: “Ik zou niet durven.” Roos noemt het een schande. “Want ‘Friends’ is een verrijking van je leven.”

Recept Hamburgers met aardappelen en salade

De kok van dienst, David van der Schoor, had van te voren gewaar­schuwd dat hij vanwege tijdgebrek geen culinair hoogstandje zou gaan verrichten. “We eten een gewone pot, niks bijzonders.” • Verwarm de oven voor op 220 C • Was en snijd een krop ijsbergsla in reepjes en vier tomaten in schijfjes • Als de oven warm genoeg is, schud je drie zakken aardappeltjes op een bakplaat en besprenkel je deze met olijfolie • Maak de honing-mosterd dressing van 3 el. olijfolie, 1 el. rode wijnazijn, 1 el. mosterd en voeg daar vloeibare honing naar smaak aan toe • Hussel de sla, tomaten, rucola en de dressing in een saladeschaal door elkaar • Na tien minuten in de oven, haal je de aardappels er weer uit en voeg je er peper en zout of andere kruiden aan toe • Schud de aardappels om en doe ze weer tien minuten in de oven • Ondertussen bak je de vijf hamburgers eerst op een laag vuur, voeg wat kruiden toe, na een paar keer wentelen, zet je het vuur wat harder en dan zijn ze klaar • Na circa tien minuten zijn de aardappels ook gereed.

Eet smakelijk

Recipe Hamburgers with potatoes and salad

@ Cyclamenstraat 11 Every two weeks Cursor visits a student house in Eindhoven. The cooks reveal their secret recipes and we get to know the house and its residents. This time it’s Dinner @ Ichthus House, Cyclamenstraat 11. What kind of house is this? This house is home to eight students who share a Christian lifestyle; most of them are members of Ichthus, the Christian student association. Only five people sit down to dinner in the spacious kitchen cum living room. “We eat, pray and read the Bible together,” says main tenant David van der Schoor (fifth-year Architecture, Building and Planning). “But our belief isn’t our only topic of conversation, you know. We also talk about how the day went,” says Roos Krösschell, (second-year Chemical Engineering) after a short prayer spoken by David in advance of the meal.

What traditions, customs or special house rules do you have? As well as an annual house party, regular barbecues and the annual St Nicholas party, they all stand at the foot of the stairs and yell “Dinner” when the meal is ready. “And every year during Orientation Week we make about 2500 pancakes with the three other Christian houses in the city,” adds Paula Uittenbogaard (third-year Biomedical Engineering). Every resident has to vacate his or her room after three years to make way for a newcomer and they all leave their handprints on a wall in the house, the Wall of Fame.

Would you and your roommates like to feature in this item? Let us know at cursor@tue.nl

• Preheat the oven to 220 C. • Wash and cut a head of iceberg lettuce in strips and slice four tomatoes. • Once the oven is hot, shake three packets of potatoes out onto a baking tray and sprinkle with olive oil. • Make the honey-mustard dressing using 3 tablespoons of olive oil, 1 tablespoon of red wine vinegar, 1 tablespoon of mustard, and add liquid honey to taste. • Toss the lettuce, tomatoes, rucola together with the dressing in a salad bowl. • After ten minutes take the potatoes out of the oven and add pepper and salt and other herbs. • Shake the potatoes and return them to the oven for another ten minutes. • Meanwhile, on a low heat, start cooking the five hamburgers, add some herbs and turn them over a couple of times. Then turn up the heat and they will be about done. • After about ten minutes the potatoes will also be cooked.

Bon appétit! Interview | Tiny Poppe Photos | Bart van Overbeeke


Student | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

En hoe is het in ...? Florianópolis |

Stagelopen in Brazilië, waar ga je heen dan, Rio de Janeiro of Sao Paulo? Vrijwel iedereen moest ik dan ook uitleggen waar Florianópolis ligt. Florianópolis, of Floripa zoals de mensen hier zeggen, is een stad op een eiland in het zuiden van Brazilië met ongeveer 500.000 inwoners. In Nederland vrij onbekend, maar voor Brazilianen en Argentijnen gezien als het paradijs en de favoriete vakantiebestemming. Een paradijs is het zeker. Ondanks dat er twee keer zoveel mensen wonen als in Eindhoven zijn de natuur en het strand nooit ver weg. Het eiland heeft maar liefst 42 stranden, van afgelegen pareltjes tot gezellige feeststranden. In de weekenden ben ik veel te vinden op het strand of op een universiteitsfeest. Ieder weekend geeft een andere studievereniging een open feest voor minder dan vijftien euro waar tot wel tienduizend studenten op afkomen!

Energia. Een energiek duo heeft met zijn innovatieve oplossingen meerdere contests gewonnen en werkt hard om Braziliaanse huishoudens aan zonnepanelen te krijgen. Het is enorm gaaf om mee te helpen in de ontwikkeling van een prototype naar productie, maar tegelijkertijd merk je in het werk wel hoe de Braziliaanse bureaucratie innovatie belemmert. De startup is jong en vanuit de universiteit van Florianópolis begonnen, wat ervoor zorgt dat ik toch iedere dag tussen de studenten van werktuigbouwkunde in het Boiling lab zit te werken. Ik ontmoet zo veel gezellige labgenoten, leer een beetje Portugees en voel me zo toch vooral student. De tijd vliegt op deze manier en ik denk dat ik de relaxte levensstijl terug in Nederland enorm ga missen. Peter Lathouwers, masterstudent Chemical Engineering & Mechanical Engineering

Helaas wordt het nu langzaamaan winter, maar er blijft genoeg moois te zien en te doen. Mooie wandelingen door de prachtige natuur en, mocht je uitgekeken raken op het eiland, dan vlieg of ‘bus’ je makkelijk naar prachtige plekken als Foz do Iguaçu of Rio de Janeiro. Mijn stage doe ik bij een startup in hybride zonnepanelen, Soluz

Churrasco, Braziliaanse barbecue met masterstudenten Mechanical Engineering.

TU/e students go abroad more and more for their study. Be it for an internship of for doing research. They write in Cursor about all their experiences abroad.

And how are things in ...? Florianopolis | ”An internship in Brazil? Where will you go, Rio de Janeiro or Sao Paulo?” Of course, I had to explain repeatedly where Florianopolis is. Florianopolis, or Floripa as the people here say, is a city of about 500,000 inhabitants on an island in the south of Brazil. Virtually unknown in the Netherlands, but regarded by both Brazilians and Argentines as paradise and a favorite vacation destination.

Praia Mole, een van de beroemdste stranden van het eiland.

Paradise it certainly is. Even though the city’s population is twice that of Eindhoven’s, nature and the beach are never far away. The island has no fewer than 42 beaches, ranging from remote gems to bustling party beaches. At the weekend, I’m often to be found on the beach or at a university party. Every weekend a different study association throws an open-bar party for less than 15 euros that draws as many as 10,000 students! Unfortunately, the winter is slowing setting in. Still, there are enough great things to see and do. Beautiful walks through the spectacular nature and, if you’ve had your fill of the island, you can easily fly or bus to wonderful places like Foz do Iguaçu or Rio de Janeiro. I am doing my internship with a startup in hybrid solar panels, Soluz Energia. Here, an energetic duo has won several competitions with their innovative solutions and is working hard to get Brazilian households to install solar panels. It is so cool to help in the process of moving from a prototype to production, but at the same time it is clear how much their work is impeded by Brazil’s bureaucracy. The startup is young and was started at the city’s university, which explains why I spend every day working in the university’s boiling lab surrounded by engineering students. I am meeting so many friendly lab mates and learning a little Portuguese - I really feel like a student. Time is flying by and I think I will really miss the relaxed lifestyle once I am back in the Netherlands.

De adembenemende watervallen van Iguaçu.

Peter Lathouwers, Master’s student of Chemical Engineering & Mechanical Engineering

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.


10 | Human Interest

? De Vragenbank

26 mei 2016

Ikram Talib (23), masterstudente Structural Design, neemt eerst zo’n tien minuten rustig de vragen door -“je had wel eens mogen zeggen dat er heel wat lastige tussen zitten”. Vervolgens beantwoordt ze de vragen zonder aarzeling. Ook op de vervolgvragen is ze voorbereid: “En nu wil je zeker een voorbeeld horen?”

Wat zou iedereen volgens jou een keer moeten doen?

Ben je het liefst alleen of onder de mensen?

Wat heb je gedaan waar je niet bepaald trots op bent?

Wat is in gesprekken jouw gevoelige snaar?

Kies: al je herinneringen verliezen of nooit nieuwe kunnen maken?

“Zonder ook maar enige ervaring op wintersport gaan. Ik ben in maart een paar dagen in Oostenrijk gaan skiën met collega’s van het ingenieursbureau waar ik werk. Ik ben er vol goede moed naartoe gegaan en daar stond ik dan op m’n ski’s; bovenop een rode piste met een diep dal onder me. Toen had ik zoiets van ‘oh, shit’. Na tien minuten stond ik er nog, de rest was al beneden. Ik ben omgedraaid en met de lift omlaag gegaan naar een makke­ lijkere piste. Later in de week ging het beter. Zo’n uitdaging geeft wel een kick. Dat heb ik wel vaker, dat ik iets doe omdat ik van enthousiasme overloop.”

“Onder de mensen zijn vind ik het allergezelligst. Familie en vrienden zijn vertrouwd, maar ik maak ook gemakkelijk en graag contact met onbekenden - ik kan bijvoorbeeld op een congres met wildvreemden een geweldige dag hebben en heel veel mensen spreken. Ik kan ook goed alleen zijn, maar dat is dan meestal als het moet. Bijvoorbeeld omdat ik moet studeren. En tijd voor een kop koffie met iemand is er altijd.”

“Ik denk best goed na over wat ik doe. Natuurlijk lopen zaken niet altijd zoals je in gedachten hebt, maar dat zie ik eerder als leerpunt dan als iets waarop ik niet zo trots ben. Waar ik dan wel trots op ben? Trots is een groot woord, maar een goede eigenschap van mezelf is dat ik niet snel opgeef. Bijvoorbeeld met mijn studie, die soms best pittig is. Verder ben ik actief bij enkele verenigingen, waarvoor ik activiteiten organiseer. Ik ben heel blij als mensen energie halen uit de activiteit die ik met anderen heb opgezet.”

“Ik heb er moeite mee als mensen ergens een bepaald beeld van hebben en daar niet vanaf te brengen zijn. Dat ze als het ware een monoloog voeren en niet openstaan voor andere argumenten. Ik had het bijvoorbeeld met iemand over de Zwarte Pieten-discussie, waarbij ik begrip kan opbrengen voor beide kanten. Zij kon maar niet begrijpen waarom mensen voor een feest zijn met verschillende gekleurde Pieten. Ik ga in zo’n gesprek de confrontatie aan, maar soms kan het ook zo zijn dat je het erover eens bent dat je het niet met elkaar eens bent.”

“Tsja, als ik dan echt moet kiezen, dan maar mijn herinneringen verliezen. Als je nooit meer nieuwe herinneringen kunt maken, dan is het leven weinig aan. De ergste herinneringen om te verliezen vind ik de tijd die ik met mijn jongere zusjes heb doorgebracht.”

Interview | Judith van Gaal Photo | Bart van Overbeeke

? The Hot Seat

Ikram Talib (23), a Master student of Structural Design, first goes through the questions at her ease for some ten minutes -“you might have told me that there are quite a number of tricky ones”. Subsequently she answers the questions without any hesitation. And she is prepared for the follow-up questions: “And now you want me to give an example, right?”

What do you think everybody should do some time?

Do you prefer to be alone or mix with society?

What have you done that you are not particularly proud of?

What is your sensitive spot in conversations?

Choose: lose all your memories or never be able to make any new ones?

“Go on a skiing holiday without any experience at all. In March I went skiing in Austria for a couple of days with colleagues from the engineering firm where I work. I teamed up in high spirits and there I was on my first day on skis: at the top of a red slope with a deep abyss below. And at that moment I thought ‘oh, hell’. Ten minutes later I was still standing there, when the others had already gone down that slope. I turned round and got into the lift down to find an easier slope. Later that week things went better. Such a challenge does give me a rush.”

“Being out and about is what I find the most convivial. Friends and relatives are trusted, of course, but I also like to make contact with people I don’t know and I do so very easily. At a conference, for instance, I can have a great day with perfect strangers and talk to many people. Although I can also be alone without any trouble, that is usually only when I have to. Like when I have to study. And there is always time to have a cup of coffee with someone.”

“I usually consider very carefully what I do. Naturally things don’t always go the way you had expected, but I see that rather as a learning point than as something I’m not so proud of. What I am proud of, then? Pride is a big word, but one of my strong points is that I don’t give up easily. For example with my study, which is quite difficult at times. Also, I am an active member of several associations, for which I organize activities. It makes me very happy when people derive energy from the activity that I have set up with others.”

“I find it difficult to deal with people who have a certain idea about something and who cannot be persuaded to look at it from a different angle. I was talking to someone about the ‘Zwarte Pieten’ discussion, for instance, in which I can understand the points of view from both sides. She just could not grasp why people should be in favor of a feast involving Pieten of different colors. In conver­sations like that I don’t shirk the confrontation, although occasionally you may get to a point where you agree to disagree.”

“Well, if I really do have to choose, it would be to lose my memories. If you can never make any new memories anymore, life is not really much fun. It would be worst to lose the memories of the time I spent with my younger sisters.”


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren

In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.

Volkomen (on)doorzichtig? Transparantie is een mooi woord met een positieve connotatie - denk aan transparantie in bestuur - het streven inzicht te geven in uitgangs­ punten waarop besluiten worden genomen, en personen die daarin een rol spelen. Gebouwen kunnen ook transparant zijn. Met grote atria en veel glas, zodat daglicht diep het gebouw binnenvalt en een bezoeker in één oogopslag de ruimte kan overzien. Maar we moeten de fysische eigenschap transparantie niet gelijkstellen aan het abstracte

begrip en zeker niet in de valkuil stappen het één als middel te zien om het ander te bereiken. Het lijkt erop dat iemand in Flux dat wel heeft gedaan. Ik stapte laatst de uitnodigende ontvangsthal binnen en genoot van de ruimte, tot mijn oog viel op een spreuk op de glaswand tegenover mij: In a transparent working environment everyone knows what is expected of him or her and what he or she can expect in return. Ik werd overvallen door een gevoel van ongemak en het jaartal 1984

Brain matters

doemde voor mijn geestesoog op. Ben ik de enige die in deze stelling meer een dreigement leest dan een belofte? Daarna trof mij de geweldige tegenstelling die hier vorm gekregen had. In een transparante omgeving weet je namelijk juist niet wat te verwachten. Je hebt geen controle over wat je ziet, hoort, of anderszins meekrijgt, noch heb je controle over wie jou ziet, wie jou hoort, en wie er meekijkt. Concentreren - je aandacht sturen naar waar deze moet zijn en het overige negeren - is essentieel voor

cognitief werk en onze capaciteit ertoe is kwetsbaar en eindig, weten we uit veel onderzoek. Jezelf zo nu en dan niet bekeken weten, blijkt ook van groot belang om je werk goed te kunnen doen en je werkdag gemotiveerd en ontspannen door te kunnen komen. Beschutting geeft je de mogelijkheid je zonder moeite van onnodige prikkels af te schermen en dicht bij jezelf te blijven. Een transparante organisatie kan veel onvrede wegnemen bij medewerkers en studenten, maar een transparante werkplek waarin continu vreemde ogen in je rug

prikken, is in wezen een omgeving vol potentiële afleiding en onveiligheid. Toch liep ik met een glimlach het gebouw uit. De ironie wil namelijk dat deze stelling is afgedrukt op vrijwel ondoorzichtig folie, juist om direct zicht op de werknemers erachter te beperken. Kijk, dat vind ik dan weer mooi.

Yvonne de Kort is hoogleraar Omgevingspsychologie bij Human-Technology Interaction

In every Cursor staff from the human-oriented program Psychology & Technology Cursor will be taking a closer psychological look at students, teachers, labs, technical artifacts, the workplace, the scientific business, campus, education, and websites.

Perfectly (non)transparent? Transparency is a beautiful word with a positive connotation - think of transparency in management the pursuit of providing insight into starting points from which decisions are made, and persons involved in this pursuit. Buildings can be transparent as well. With huge atriums and lots of glazing, allowing daylight to penetrate deep into the building and allowing visitors to survey the area at a glance. However, we should not put the physical property of transparency on a par

with the abstract concept and should certainly avoid the trap of seeing it as a means to achieve the other end. It looks as if someone in Flux has done precisely that. Recently I entered the inviting reception area and enjoyed the space, until my eye was caught by a statement on the glass wall opposite: In a transparent working environment everyone knows what is expected of him or her and what he or she can expect in return. An uneasy feeling came over me and the year 1984 loomed up in my mind’s eye. Am I the only who reads this statement to be a threat rather

than a promise? Afterwards I was struck by the sharp contrast that had been given shape here. After all, it is precisely in a transparent environment that you do not know what to expect. You have no control over what you see, hear, or perceive otherwise, nor do you have any control over who sees you, who hears you, and who is looking over your shoulder. Concentration - focusing your attention on where it should be and ignoring everything else - is essential for cognitive work and our capacity for this is vulnerable and

finite, as we know from extensive research. If you want to do your job properly and get through your working day while maintaining your motivation and a sufficient degree of relaxation, it also proves to be of great importance to know that nobody is watching you. Cover makes it possible to shield yourself effortlessly from unnecessary stimuli and stay in touch with yourself. While a transparent organization can take away a great deal of dissatisfaction from employees and students, a transparent workplace

in which foreign eyes are continuously pricking in your back is actually an environment full of potential distraction and insecurity. Nevertheless I walked out of the building with a smile on my face. For the irony is that this statement has been printed on a virtually opaque film, intended to restrict the direct view of the employees working behind it. You see, to me that is the beauty of it. Yvonne de Kort is Professor of Environmental Psychology at Human-Technology Interaction


12 | Focus

26 mei 2016

Tekst | Han Konings Foto’s | Bart van Overbeeke Het zal een bijzonder schouwspel opleveren: op zondag 29 mei is de A270 tussen Eindhoven en Helmond het strijdtoneel voor zelfrijdende wagens. De autonome voertuigen van negen internationale studententeams nemen het tijdens de Grand Cooperative Driving Challenge tegen elkaar op in drie verschillende verkeersscenario’s. Zo zullen ze automatisch moeten ritsen, gezamenlijk moeten plaatsmaken voor een brandweerwagen of ambulance en automatisch moeten afslaan op een T-splitsing terwijl van beide kanten andere voertuigen de splitsing naderen.

Tijdens de Grand Cooperative Driving Challenge (GCDC) gaan negen teams de strijd met elkaar aan door zo goed mogelijk samen te werken. Dat klinkt als een paradox, maar het is wel het uitgangspunt van de GCDC. Het doel is om het automatiseren van een voertuig - het zelfrijdend maken - optimaal te combineren met de interactie en communicatie tussen andere voertuigen en de omringende infrastructuur. Aan deze internationale wedstrijd doet ook een team mee van studenten van de TU/e en Fontys: het ATeam. Zij betreden de geasfalteerde arena met een Toyota Prius. Wat er allemaal aan apparatuur nodig is om überhaupt een kans te maken, wordt op deze pagina’s toegelicht. Vanzelfsprekend speelt ook de zelf ontwikkelde software een cruciale rol bij het behalen van succes.

Op zaterdag 28 mei is de GCDC van 11.00 - 19.00 uur bij te wonen voor publiek en is er als belangrijk onderdeel van de Dutch Technology Week op de Automotive Campus in Helmond een speciale ‘Hightech Ontdekkingsroute’ met activiteiten voor jong en oud. De eigenlijke wedstrijd vindt plaats op zondag 29 mei van 13.30 - 17.30 uur op de A270 tussen Helmond en Eindhoven. Op 30 en 31 mei is er een tweedaags internationaal congres over dit onderwerp aan de TU/e. http://ateam-eindhoven.nl/ http://www.gcdc.net/nl

De Prius is uitgerust met een mono-camera achter de voorruit. De camera zal samen met de radar gebruikt worden om het Most Important Object (MIO) te detecteren en daar zal de Prius op reageren. Daarnaast detecteert de camera de witte lijnen op de rijweg. Die informatie wordt gebruikt om de auto binnen de rijbaan te houden en bij het wisselen van rijbaan.

Er wordt gebruikgemaakt van de originele radar die al in de Prius is geïnstalleerd en die direct achter het logo op de grill zit. De radar kan tot acht objecten tegelijkertijd detecteren en hiermee kan de relatieve afstand tussen de Prius en de auto’s ervoor gemeten worden.

Met losse han De dSPACE is de centrale computer waarop alle andere componenten, zoals de camera, radar, GPS, WiFi-p module en MOVE-box, zijn aangesloten. Hierop draait de ontwikkelde software met alle algoritmes (zoals de Cooperative Adaptive Cruise Control en de Lane Keeping Controller). Ook alle algoritmes die het mogelijk maken om de drie scenario’s die tijdens de wedstrijd voorbij komen, stap voor stap veilig en correct uit te voeren, zijn hierop geprogrammeerd. Er wordt een dGPS-ontvanger en -antenne gebruikt. Dit staat voor Differential Global Positioning System en is een versterking van het standaard GPS. Daarnaast wordt er ook gebruikgemaakt van een U-blox GPS om beide signalen te verbeteren tot op de centimeter nauwkeurig.


Focus | 13

See for news www.cursor.tue.nl/en

nden ritsen en samenwerken Hands-free merging and cooperating

It will be a strange spectacle: on Sunday May 29 the A270 between Eindhoven and Helmond will become the battleground for Misschien wel het belangrijkste onderdeel: de WiFi-p module van NXP. Stel je de radar, camera en gps voor als de ogen van een zelfrijdende auto. De WiFi-p module fungeert dan als de oren en de mond van een autonoom voertuig. Dankzij deze module is de Prius in staat om berichten zoals acceleratie en positie van andere voertuigen - ook die niet in het directe bereik van bijvoorbeeld de radar of camera zijn - te ontvangen. Daarmee kan de Prius veel eerder en beter reageren op het verkeer dan een menselijke bestuurder zou kunnen doen.

self-driving cars. The driverless vehicles of nine international student teams will compete in

During the Grand Cooperative Driving Challenge (GCDC) nine teams will compete to cooperate as well as possible. This sounds like a paradox, but it is indeed the idea behind the GCDC. The aim is to achieve the optimum combination of vehicle automation - the self-driving aspect - and interaction and communication with other vehicles and the surrounding infrastructure. Participating in this international competition is a team of students from TU/e and Fontys: the A-Team. They will be entering the asphalted arena with a Toyota Prius. The wide array of equipment needed to even have a chance of winning is explained on these pages. Naturally, the software developed by the team plays a vital role in achieving success. In the run-up to the competition on May 29, all the participating teams are still practicing rigorously. “We have a problem with our preparation,” admits Adityen Sudhakaran, team manager of the A-Team and Master’s student of Automotive Technology at TU/e. “We have only one car that is equipped with cooperative driving, so we can’t actually practice with two cars able to communicate with each other.”

three different traffic scenarios during the Grand Cooperative Driving Challenge. They will be required to merge automatically, jointly make way for a fire truck or ambulance, and make a turn automatically at a T-junction while other vehicles approach the junction from both directions.

On Saturday May 28 members of the public can attend the GCDC from 11:00 to 19:00 hrs. On the Automotive Campus in Helmond, as a major feature of Dutch Technology Week, a special High-tech Discovery Route will provide activities for young and old. The competition itself takes place on Sunday May 29 from 13:30 to 17:30 hrs on the A270 between Helmond and Eindhoven. http://ateam-eindhoven.nl/ http://www.gcdc.net/nl

De MOVE-box in het dashboardkastje wordt gebruikt om op een veilige en gesloten manier over de CAN-bus (Controller Area Network) van de Prius te kunnen commu­niceren. Op die manier kan softwarematig de controle over de auto via de dSPACE aangestuurd worden, in plaats van via de originele ECU’s (Electronic Computer Units) van de Prius. De toegangspoort is zo ontwikkeld dat de persoon achter het stuur op elk moment het stuur handmatig kan overnemen, het gaspedaal of het rempedaal kan indrukken om de volledige controle over de Prius weer terug te krijgen. De zwaailichten op het dak van de wagen geven aan wie er in control is: groen: het voertuig rijdt autonoom, rood: de bestuurder heeft de controle overgenomen.


14 | Uitgelicht

26 mei 2016

Nieuw beleid wetenschappelijk personeel:

Om de universiteit aantrekkelijker te maken voor wetenschappelijk toptalent, presenteert de TU/e dit jaar een update van haar beleid voor wetenschappelijk personeel (WP): ‘Excellent people attract excellent people: the next generation’. Centraal staat dat iedere wetenschapper met voldoende kwaliteiten via een ‘ontwikkeltrack’ kan doorgroeien naar een hogere functie.

Excellent people in the war for talent Interviews | Tom Jeltes Illustratie | Marc Weikamp

De universiteit groeit door het toenemend aantal studenten, en tegelijk neemt de (internationale) concurrentie om goed wetenschappe­ lijk personeel toe. Tijd dus voor nieuw beleid om de ‘war for talent’ mee aan te gaan. Eind februari werd het concept van dit nieuwe WP-beleid al besproken in de universiteits­raad­ raadsvergadering. Een belangrijk element hierin is dat iedere nieuwe ud de potentie moet tonen om zich binnen acht jaar te ontwikkelen tot universitair hoofddocent (uhd). Als halverwege dat traject blijkt dat dit einddoel toch niet realistisch is, krijgt de betreffende wetenschapper geen vaste aanstelling aan de TU/e. Die insteek werd in het concept aangeduid als ‘up-or-else’, een term die wellicht associaties oproept met een genadeloze ‘rat race’ om de schaarse vaste aanstellingen. Toch is het nieuwe beleid juist vriendelijker voor het WP dan het huidige beleid, waarin nieuwe ud’s in principe ook al uhd-potentie moeten tonen om aangenomen te worden. ‘Up-or-else’ is volgens rector Frank Baaijens dan ook een verkeerde aanduiding voor het nieuwe systeem. “Ik prefereer de term ‘in-or-else’, aangezien binnen uiterlijk vier jaar wordt besloten of iemand een vaste aanstelling krijgt als ud, of zelfs meteen als uhd”, legt hij uit. “Tijdens het eventuele vervolgtraject naar uhd heeft de werknemer dus al de zekerheid van een vast dienstverband.” Momenteel werkt de TU/e met ‘tenure tracks’ van zes jaar voor een uhd-positie, waarbij dus pas na die volledige periode een vaste

aanstelling wordt verleend. “In de huidige situatie houden we mensen dus zes jaar lang in het ongewisse of ze een vaste aanstelling krijgen. Daarbij is die periode in veel gevallen aan de korte kant”, zegt Baaijens. “In de praktijk hebben mensen gemiddeld zo’n acht jaar nodig om tot het niveau van uhd door te groeien. Om onze nieuwe wetenschappers sneller zekerheid te bieden, hebben we het beslismoment voor een vaste aanstelling dus naar voren geschoven.”

“We willen de druk van de ketel halen met een humaner beleid” Aan wetenschappers die vanuit een aanstelling aan de TU/e - bijvoorbeeld als postdoc- solliciteren naar een ontwikkeltrack tot uhd is de universiteit overigens volgens de cao verplicht om na uiterlijk vier jaar - te meten vanaf de eerste aanstelling als postdoc - een vaste aanstelling te verlenen, of het traject te beëindigen. Voor sollicitanten van buitenaf is een eenmalige tijdelijke aanstelling van langere duur nog wel mogelijk. De veranderde wetgeving op dit gebied heeft volgens Baaijens dan ook geen doorslaggevende rol gespeeld bij de beleidswijziging. “We hadden kunnen kiezen voor een eenmalig tijdelijk contract van bijvoorbeeld tien jaar, maar dat

hebben we bewust niet gedaan. We wilden de situatie voor de jonge wetenschappers juist wat humaner maken en wat druk van de ketel halen.” Mocht binnen vier jaar blijken dat het niveau van universitair hoofddocent onhaalbaar is, dan krijgt de betrokkene nog een jaar om uit te kijken naar een andere werkgever. De universiteit biedt hierbij ondersteuning. In de beleidsnotitie wordt voor deze afvallers onder meer een carrière als docent aan een hogeschool of consultant in het bedrijfsleven als optie genoemd. Diegenen die de eerste schifting overleven, maar tegen de verwachting in niet direct doorgroeien tot het niveau van universitair hoofdocent, beschikken straks over een vaste aanstelling. Zij hoeven volgens rector Baaijens dan ook niet weg, maar kunnen in principe hun carrière als ud aan de TU/e vervolgen. “Eventueel kunnen ze in een later stadium alsnog doorgroeien tot uhd”.

Het formatie­ beginsel wordt losgelaten De nadruk op de persoonlijke ontwikkeling van het wetenschappelijk personeel, waarbij iedereen die over de juiste kwalificaties beschikt in principe in aanmerking komt voor promotie, brengt wel met zich mee dat de universiteit het aloude formatiebeginsel moet

loslaten. Bevordering tot universitair hoofddocent of hoogleraar komt nu vaak pas in zicht als die positie binnen de capaciteitsgroep vacant komt door het vertrek van een collega. In de nieuwe situatie wordt daarentegen een positie gecreëerd voor WP met voldoende kwaliteit, onafhankelijk van het carrièrepad van directe collega’s. Allard Kastelein, docent bij IE&IS, en Boudewijn van Dongen, universitair docent bij Wiskunde & Informatica, tonen zich sceptisch over de haalbaarheid van die constructie. Beiden hebben zitting in de personeelsfractie van de universi­ teitsraad (PUR) en hebben zich in die hoedanigheid in het WP-beleid verdiept. “We hebben positief geadviseerd over de beleidsnotitie, omdat we onvoldoende argumenten tegen de plannen hadden”, zegt Kastelein. “Maar we blijven bezorgd over deze nieuwe koers.”

“Het spel zal hard worden gespeeld” Kastelein denkt dat de verwachtingen simpelweg niet waargemaakt kunnen worden. “Ik voorzie een situatie waarbij binnen een capaciteitsgroep verschillende ud’s zullen moeten concurreren om schaarse uhd-posities, ondanks dat ze in het ontwikkeltraject in principe alleen op hun eigen merites beoordeeld moeten worden. Dat zal leiden

tot teleurstelling en toenemende concurrentie tussen het wetenschappelijk personeel.” Met aantasting van werksfeer tot gevolg, zo vreest hij. “Het spel zal hard gespeeld gaan worden, misschien wel harder dan in het bedrijfsleven.” Van Dongen illustreert waarom het lastig zal zijn om de uitkomst van een ontwikkeltraject puur te baseren op de prestaties van de werknemer. “Bij Wiskunde & Informatica zijn nu tien vacatures voor uhd-ontwikkeltracks in het kader van Data Science. Daar kunnen ze er geen acht van laten afvallen, dan hebben ze een probleem. Wie moet dan het onderwijs verzorgen?” Sowieso vreest hij een tweedeling tussen ud’s in een ontwikkeltraject en collega’s zonder dat perspectief. “Ik ben bang dat een groot deel van het onderwijs op die laatste groep zal worden afgewenteld. Het alternatief is dat de werkdruk onevenredig bij de nieuwe ud’s komt te liggen.” De huidige ud’s kunnen in principe ook een dergelijk ontwikkeltraject ingaan, zegt rector Baaijens. “Dat zal niet iedereen doen, en dat hoeft ook niet. Er is niets mis met een ud die al jaren goed werk levert in die functie, maar in beginsel bieden we ook de zittende ud’s de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen.” De rector voorziet geen problemen met het loslaten van het formatie­ beginsel, zegt hij. “Het vraagt wat meer flexibiliteit in het budget, maar is beslist niet onmogelijk. Aan Amerikaanse universiteiten is

Lees verder op pagina 16 >>


See for news www.cursor.tue.nl/en

Uitgelicht | 15


16 | Uitgelicht

26 mei 2016

Over de interfacultaire commissies is ze positief: “Die zullen zorgen voor meer objectiviteit en uniformiteit. Ik begrijp dat er standaard een paar vrouwelijke leden in komen, zoals dat nu al het geval is in de facultaire commissies. Dat moet echter geen papieren regeltje worden; het komt nu nog regelmatig voor dat de vrouwelijke leden alleen een schriftelijk advies geven, omdat ze niet aanwezig kunnen zijn. Dat is geen goede zaak, maar het is onlosmakelijk verbonden met het feit dat vrouwen nog steeds een kleine minderheid vormen en dus onevenredig worden belast met deze taak.”

dit systeem gemeengoed en ook in Delft hebben ze hiermee al langer ervaring.”

& Organisatie. “Elke faculteit vulde die procedure op eigen wijze in, en dat wilden we veranderen.”

ringsmaatregelen ter bevordering van in- en doorstroom van vrouwe­ lijk wetenschappelijk talent.

Doordat alle nieuwe ud’s in principe doorgroeien, is de verwachting dat het aantal uhd’s ten opzichte van het aantal ud’s zal toenemen. Van Dongen beschreef die situatie in de U-raad als het creëren van een Mexicaans leger - met alleen officieren, en geen soldaten. Baaijens maakt zich hierover geen zorgen. “Het zal ervoor zorgen dat de opbouw van ons wetenschappe­ lijk personeel geleidelijk overgaat van een piramide (met veel ud’s, minder uhd’s en nog minder hoogleraren, TJ) naar een zuilvorm. Dat zie je ook al in Delft, maar daar hebben ze er geen slechte ervaringen mee.”

Daarbij komt dat de scheidslijnen tussen de faculteiten steeds kunstmatiger aanvoelen, door de verschuiving naar meer multidisciplinair onderzoek. Omgekeerd is een faculteit als Bouwkunde opgedeeld in technisch georiënteerde en ontwerp- en managementgerichte groepen. Het plan is daarom om interfacultaire commissies te vormen op vier domeinen: Engineering, Basic Sciences, Architecture & Design, en Management & Technology. Deze interfacultaire commissies zullen uit tien tot vijftien leden bestaan, waarvan telkens een drietal zitting zal nemen in de beoordelingscommissies voor bevordering van wetenschappelijk personeel. De commissie krijgt daarbij ook de taak om feedback te geven aan individuele wetenschappers over hun vorderingen.

“Het is goed dat diversiteitsbeleid meer geïntegreerd wordt in het algemene WP-beleid”, vindt Ageeth Bol. De uhd bij Technische Natuur­ kunde is co-voorzitter van het WISE-netwerk voor vrouwelijk wetenschappelijk personeel van de TU/e. Zelf is ze via een WISEtenure track binnengekomen op de universiteit.

Van Dongen blijft op dit punt sceptisch. “In de Verenigde Staten kunnen afvallers alsnog carrière maken aan mindere universiteit. In Nederland zijn alle universiteiten echter vrijwel van hetzelfde niveau, dus dat maakt die overstap veel moeilijker.”

Beoordeling wetenschappelijk personeel wordt over grenzen facul­teiten getild Een andere belangrijke verandering in het WP-beleid heeft te maken met de beoordeling van wetenschappe­ lijk personeel in ontwikkeltracks. De beslissing over aanstelling of bevordering wordt nu nog genomen door facultaire commissies, vertelt Annemarie Hendriks-Roefs, beleidsadviseur bij Dienst Personeel

De interfacultaire commissies krijgen een relatief permanent karakter, vertelt Hendriks-Roefs: “Doordat de huidige commissies vaak ad hoc worden ingesteld voor een benoeming of beoordeling, is het lastig om ze kennis te laten opbouwen over bijvoorbeeld het objectief beoordelen van kandidaten.” Door commissies bewust te maken van - onder meer - vooroordelen over vrouwen, hoopt de universiteit met deze permanente commissies ook het diversiteitsbeleid te versterken. Om meer vrouwen in de top van de wetenschap te krijgen, financiert de TU/e een twintigtal WISE-tenure tracks, waarmee vrouwen een vaste aanstelling als uhd of hoogleraar kunnen verwerven. Momenteel zijn al deze tracks ingevuld, en het is de bedoeling dat de WISE-tracks plaats zullen maken voor nieuwe stimule­

In tegenstelling tot in de vorige WP-beleidsnotitie uit 2008, worden in het huidige plan geen streef­ cijfers genoemd voor het aandeel vrouwelijk en internationaal wetenschappelijk personeel. Voor het internationaal personeel bestaan geen streefcijfers meer, zo blijkt. “Voor het aandeel vrouwen is dat zeker niet het geval”, weet Bol uit haar overleg met de stuurgroep Talent to the Top. Navraag leert dat voor 2020 de universiteitsbrede streefcijfers liggen op 35 procent vrouwelijke ud’s, 25 procent uhd’s en 20 procent hoogleraren. Per faculteit kan hiervan worden afgeweken, omdat de vertegenwoordiging van vrouwen per vakgebied sterk verschilt.

“Nu is het tijd voor continu beleid op diversiteit” “De WISE-tenure tracks hebben een goede aanjagende functie gehad”, vindt Bol. “Maar het is nu tijd voor een continu beleid. Er is zeker nog extra geld nodig om de streefcijfers te halen, maar ik vind het een moeilijk vraagstuk hoe je dat kunt besteden zonder je te bezondigen aan ernstige positieve discriminatie.”

WISE-co-voorzitter Bol is ook te spreken over de nieuwe termijn van acht jaar voor de ontwikkeltracks naar een uhd-positie. “Dat geeft meer ruimte voor zwangerschapsen ouderschapsverlof en is dus gunstig voor de positie van vrouwen.” Zelf had ze haar bevordering tot uhd al na drieënhalf jaar binnen, vertelt ze. “Maar ik had dan ook al veel ervaring opgedaan in het bedrijfsleven toen ik hier binnenkwam.”

“Het voelt scheef dat je het niet zelf mag afmaken als uhd” Eén van de manieren om de TU/e aantrekkelijker te maken voor wetenschappelijk talent is door het ‘ius promovendi’ toe te kennen aan universitair hoofddocenten. Dat betekent dat de uhd het recht krijgt om als promotor op te treden voor promovendi. Nu moeten uhd’s die een promovendus begeleiden nog op zoek naar een hoogleraar die de formele taak van promotor op zich wil nemen. “We zijn hiervoor nog afhankelijk van een wetswijziging die we in de loop van dit jaar verwachten”, zegt rector Baaijens. De nieuwe wet zou het College van Bestuur de moge­ lijkheid geven om het promotierecht te gunnen aan willekeurige leden van de universiteit, legt hij uit. “Maar ons plan is om het ius promovendi alleen te verlenen aan de functie uhd1, de universitair hoofddocenten op het hoogste niveau.” Universitair hoofdocent Ageeth Bol zou erg blij zijn met het promotie­ recht, zegt ze. “Als uhd voelt het nu scheef dat je wel voor je eigen fondsen zorgt, en de begeleiding van een promovendus op je neemt,

terwijl je het niet mag afmaken. Ze twijfelt er niet aan dat zij en haar collega-uhd’s die verantwoordelijkheid aan zouden kunnen. “Bovendien is er inhoudelijk ook altijd nog de promotiecommissie die meekijkt.” De wetenschappelijke staf (ud, uhd, hoogleraar) wordt voortaan beoordeeld op prestaties in vier domeinen. Daaronder vallen uiteraard onderwijs en onderzoek, maar ook het begrip valorisatie dat wordt omschreven als ‘onder­ scheidend kenmerk in het DNA van de TU/e’. Tot slot wordt de staf afgerekend op organisatie- en managementvaardigheden. Iedere wetenschapper vanaf ud-niveau zal jaarlijks een voorstel moeten doen over zijn of haar prestaties en ambities op elk van deze vier terreinen. Uitgangspunt is dat excellentie op het gebied van onderwijs en onderzoek altijd vereist is. Met name op het niveau van hoogleraar is er meer ruimte om zwaartepunten aan te brengen, door specialisatie in bijvoorbeeld valorisatie of management.

“Ze zijn op zoek naar het schaap met vijf poten” Boudewijn van Dongen en Allard Kastelein van de PUR zijn kritisch over het voortschrijdende eisenpakket waaraan het WP moet voldoen. “In de praktijk komt internationa­ lisering nog bij die vier domeinen”, zegt Van Dongen. “Als je aan de TU/e bent opgeleid, moet je daarna naar het buitenland om kans te maken om ooit terug te mogen keren.” Kastelein: “Ze zijn feitelijk op zoek naar het schaap met vijf poten. Ik vrees dat binnen capaciteitsgroepen taken worden verdeeld om de groep goed te laten functioneren, waarna mensen in de problemen komen doordat ze persoonlijk worden afgerekend op alle domeinen. Het is in mijn ogen maar zeer de vraag of je op alle vlakken ruim voldoende kunt presteren.” Zo’n breed eisenpakket kan wel worden gebruikt als een stok om een hond mee te slaan als er onvoldoende ruimte is om door te groeien, geeft hij toe. “Dat zou heel kwalijk zijn”, vindt Van Dongen. “Je kunt de lat natuurlijk zo hoog leggen dat niemand er meer overheen komt, maar dat zou in strijd zijn met de intentie van dit beleid.”


Zoom in | 17

See for news www.cursor.tue.nl/en

Excellent people in the ‘war for talent’ The university is growing through the increase in the numbers of students, and at the same time the (international) competition for good scientific staff is increasing as well. So it is time for a new policy to engage in the ‘war for talent’. In the new policy it is stated that every new Assistant Professor must demonstrate the potential to advance to the position of Associate Professor within eight years. If it should turn out halfway through that track that this end goal is not realistic after all, the relevant scientist will not be offered a permanent job at TU/e. At present TU/e is working with ‘tenure tracks’ of six years for an Associate Professor position, which implies that a permanent position will only be granted after that full period. “Thus, in the current situation it remains uncertain for people for six years whether they will be given a permanent job. Moreover, in many cases that period proves to be rather short”, as Rector Frank Baaijens indicates. “In practice people need some eight years on average to advance to the level of Associate Professor.” Those who get through the first selection, but who do not develop directly to the level of Associate Professor contrary to expectations, will then still have a permanent position. According to Baaijens they do not have to leave, but they can in principle continue their career at TU/e as Assistant Professor. “Possibly they can still advance to the position of Associate Professor at a later stage”.

The old staff establishment principle must be abandoned The emphasis on the personal development of the scientific staff, whereby anyone who has the proper qualifications is eligible for promotion, does require the university to let go of the old staff establishment principle. As it is now, the promotion to Associate Professor or Full Professor often

comes within sight only if that position within the group falls vacant through the departure of a colleague. In the new situation, on the other hand, a position is created for scientific staff with sufficient quality, independent of the career path of their direct colleagues. Allard Kastelein, a lecturer at IE&IS, and Boudewijn van Dongen, Assistant Professor at Mathematics & Computer Science, are skeptical about the feasibility of that construction. Both hold a seat on the staff group of the University Council (PUR) and in that capacity they have studied the scientific staff policy more closely. “We issued a positive recommendation about the policy memo, because we did not have enough arguments against the plans”, says Kastelein. “Nevertheless we are still concerned about this new course.” Kastelein thinks that it will be simply impossible to fulfil the

expectations. “I foresee a situation in which a number of Assistant Professors within a capacity group will have to compete for scarce Associate Professor positions, despite the fact that during the development track they will in principle need to be assessed exclusively for their own merits. That will lead to disappointment and increasing competition among the scientific staff.” And he is afraid that this will have a negative effect on the working atmosphere. “The game will become rougher, perhaps even more so than in the business community.” The Rector does not anticipate any problems with abandoning the staff establishment principle, he says. “It does call for some more flexibility in the budget, but it is definitely not impossible. At American universities this system is widespread and in Delft they have also had more experience with it.”

In order to enhance the attractiveness of the university for scientific top talents, TU/e will this year present an update of its policy for scientific staff (WP): ‘Excellent people attract excellent people: the next generation’. The central point is that every scientist who possesses sufficient qualities can advance to a higher position via a ‘development track’.

The university hopes to reinforce the policy on diversity as well Another significant change in the scientific staff policy is to do with the assessment of scientific staff in development tracks. Today the decision about appointment or promotion is still made by departmental committees, says Annemarie Hendriks-Roefs, policy adviser at the Service for Personnel & Organization. “Each department used to flesh out that procedure in its own way, and we wanted to change that.” The plan is to form interdepartmental committees in four domains: Engineering, Basic Sciences, Architecture & Design, and Management & Technology. These interdepartmental committees will consist of ten to fifteen members, three of whom will always sit on the assessment committees for promotion of scientific staff. Those committees will also be given the task of giving feedback to individual scientists about their progress. The interdepartmental committees will be granted a relatively permanent nature, Hendriks-Roefs adds: “As the current committees are often set up on an ad hoc basis for an appointment or assessment, it is difficult to allow them to build up knowledge about an objective assessment of candidates, for instance.” By making committees aware of issues such as prejudice against women, the university hopes to strengthen the policy on diversity as well through these permanent committees. In order to get more women in the top of scientific positions, TU/e is funding some twenty WISE-tenure tracks, through which women can acquire a permanent position as Associated Professor or Professor. At present these tracks have already been filled, and the idea is for the WISE-tracks to give way to new incentive measures to promote

the intake and transfer of female scientific talent. One of the ways to make TU/e more attractive for scientific talent is by granting the ‘ius promovendi’ to Associate Professors. This means that they will be entitled to act as supervisor for PhD candidates. Now Associate Professors who supervise PhD candidates still need to look for a Professor who is prepared to shoulder the formal task of supervisor. The scientific staff (Assistant Professor, Associate Professor, Professor) will in the future be assessed for their achievements in four domains. Education and research are two of them, naturally, but another one is the concept of valorization – which is described as ‘distinctive feature in the DNA of TU/e’. Finally the staff is assessed against organizational and management skills. Every scientist of an Assistant Professor level or higher will need to draft a proposal every year regarding their achievements and ambitions for each of those four domains.

“They are expecting the impossible” Boudewijn van Dongen and Allard Kastelein of the PUR are critical of the increasing list of requirements to be met by the scientific staff. Kastelein: “In fact they are expecting the impossible. I’m afraid that tasks will be divided within groups to allow the group to function properly, after which people get into trouble because they are personally held accountable for all domains. In my opinion it remains to be seen whether you can perform very satisfactorily in all fields.” Such an extensive list of requirements can actually be used like any stick to beat a dog if there is not enough room for further development, he admits. “That would be quite amiss indeed”, Van Dongen thinks. “Of course you can raise the bar to a level that nobody can reach, but that would be at odds with the intention of this policy.”


18 | Onderzoek

26 mei 2016

Interview | Tom Jeltes Photos | Bart van Overbeeke

De magie van membranen

De faculteit Scheikundige Technologie heeft een nieuwe onderzoeksgroep: Membrane Materials and Processes. Onder leiding van hoogleraar Kitty Nijmeijer zal deze groep membranen gaan ontwikkelen om kostbare stoffen terug te winnen uit afvalstromen. De uit Twente overgekomen membraandeskundige is nu druk bezig met de inrichting van een gloednieuw laboratorium.

De gang op de begane grond van STO (Helix) staat vol met apparatuur. Werklui leggen de laatste hand aan de vloer van het nieuwe laboratorium van Membrane Materials and Processes (MM/P), de groep die momenteel bij Scheikundige Technologie wordt opgebouwd door membraandeskundige Kitty Nijmeijer. Het lab moet voor de zomervakantie gereed zijn, vertelt ze. De uit Twente overgekomen chemisch technologe is zichtbaar enthousiast over de mogelijkheden die de faculteit ST haar biedt. “Het is fantastisch om een lab precies zo te kunnen inrichten als je zelf wilt”, zegt ze stralend. “De meeste wetenschappers krijgen die kans nooit.” Tot 1 februari gaf Nijmeijer leiding aan de groep Membrane Science & Technology aan de Universiteit Twente, de universiteit waar ze promoveerde en sindsdien altijd als onderzoeker heeft gewerkt. “Bestaande apparatuur vervang je niet zomaar alleen omdat deze net iets minder kan dan je zou willen. Nu kan ik met mijn ervaring uit Twente hier exact de apparatuur laten maken die ik nodig heb voor mijn onderzoek. Dat is echt heerlijk.” Het logo van haar nieuwe groep hangt, provisorisch geprint op een A3, al op de klapdeur naar de gang waar MM/P zetelt. Zelf bedacht, met wat hulp van een TU/e-student Industrial Design, en netjes binnen de huisstijl van de TU/e - zelfs met een slash in de naam. Ook staat er al een vitrinekast met een uitgebreide selectie van de membranen die ze voor haar onderzoek gebruikt. “Ik vind het belangrijk om studenten en bezoekers te kunnen laten zien hoe membranen er uitzien - zeker omdat de kennis over membranen hier aan de TU/e nu nog zeer beperkt is.” Een membraan is een dun vlies, dat sommige stoffen wel doorlaat en andere niet. Ons lichaam bevat er veel: onze longen bijvoorbeeld, of de wand van onze darmen. Elke lichaamscel is zelfs omgeven door een membraan. Deze biologische membranen hebben alle tot doel om selectief stoffen tegen te houden of juist door te laten: ze werken als Holle vezel membraanmodules voor de terugwinning van water uit rookgassen van elektriciteitscentrales.

een filter. Daarnaast kun je ook kunstmatige membranen maken met filterende eigenschappen, vaak van polymeren (plastic). Voor de Universiteit van Nederland verzorgde Nijmeijer vorig jaar een collegereeks waarin ze op toeganke­ lijke wijze diverse toepassingen van membranen belichtte. Haar in het oog springende voorbeelden: nierdialyse (waarbij een membraan afvalstoffen uit bloed verwijdert), het zuiveren van drinkwater (ze dronk slootwater via een membraanrietje), terugwinnen van schoon water uit de rookgassen van elektriciteits­ centrales (technisch mogelijk, maar nog niet op grote schaal toegepast) en het opwekken van elektriciteit op het grensvlak van zout en zoet water (er loopt een proefproject op de Afsluitdijk).

Het bijzondere aan Nijmeijers groep is dat er ook membranen gemáákt worden Het bijzondere aan Nijmeijers groep - voorheen in Twente en nu ook aan de TU/e - is er in de groep zelf membranen gemaakt kunnen worden. “Wereldwijd wordt wel meer onderzoek gedaan aan membranen, maar dat komt vaak neer op het doormeten ervan. Wij gaan een stap verder, en proberen met specifieke materialen en processen de eigenschappen te beïnvloeden, zodanig dat je bepaalde stoffen van elkaar kunt scheiden.” Om dat ook in Eindhoven te kunnen doen, wordt haar lab de komende maanden ingericht met onder meer apparatuur om membranen met een variabele samenstelling en structuur te ‘spinnen’ uit een polymeer­ oplossing. Ook komt er meetapparatuur om onder meer de porie­ grootte, de waterdoorlaatbaarheid en scheidende eigenschappen van de geproduceerde membranen te bepalen. “We laten ook een apparaat maken waarmee we membranen voor de scheiding


Research | 19

See for news www.cursor.tue.nl/en

van gassen kunnen testen, bijvoorbeeld voor de verwijdering van het broeikasgas CO2. Daarmee kunnen we ook koolstofmonoxide en waterstofsulfide meten, dat zijn gevaarlijke stoffen die in veel industriële gasstromen aanwezig zijn en die een grote invloed hebben op de werking van polymeer­ membranen. Voor zover ik weet, zijn wij de eerste in de wereld die dat effect straks goed kunnen meten.”

“We richten ons op het scheiden van afvalstromen en hergebruik van grondstoffen” In Eindhoven zal Nijmeijer zich richten op nieuwe toepassingen van membranen, legt ze uit. “Voor de Universiteit van Nederland heb ik gekozen om bestaande processen toe te lichten, vooral omdat het beeld bestaat dat membraan­ technologie in de kinderschoenen staat en nog maar weinig toepas­ singen heeft. Mijn nieuwe onderzoek aan de TU/e richt zich echter op wetenschappelijk gezien interessantere problemen, met name het scheiden van afvalstromen en het hergebruik van grondstoffen in het kader van de circulaire economie.” Bij veel chemische productie­ processen wordt als het ware het kind met het badwater weggegooid, omdat het nog niet rendabel is om waardevolle stoffen uit de afval­ stroom terug te winnen. Daar valt volgens Nijmeijer nog een wereld

The magic of membranes

The Department of Chemical Engineering and Chemistry has a new research group: Membrane Materials and Processes. Under the guidance of Professor Kitty Nijmeijer this group is going to develop membranes to retrieve precious substances from waste streams. The membrane expert, who has come over from Twente, is now fully occupied with the setup of a brand-new laboratory.

Kitty Nijmeijer met een dwarsdoorsnede van een holle vezel membraanmodule voor waterzuivering (Pentair X-Flow).

te winnen met membranen. “Ik wil kijken hoe we membranen zodanig kunnen aanpassen dat we bepaalde mineralen uit dat water kunnen halen voor hergebruik, of bijvoorbeeld eiwitten kunnen terugwinnen uit stromen in de zuivelindustrie.” Ook wil ze membranen maken om resten van medicijnen en drugs uit het oppervlaktewater te filteren. De concentraties van dergelijke stoffen zijn de afgelopen decennia toegenomen, en deze kleine moleculen glippen vooralsnog

door de membranen van onze waterzuiveringsinstallaties. Als ander voorbeeld noemt de hoogleraar - die de ‘scheidings­ colleges’ zal overnemen van de naar Abu Dhabi vertrokken Maaike Kroon - een project dat meekomt uit Twente. Hierin wordt onderzocht hoe je afvalwater of zeewater kunt gebruiken voor bijvoorbeeld irrigatie. “Dat wordt in de Westerse wereld vaak gedaan met relatief schoon zoet water, maar dat is niet altijd nodig. Wel zou je voor zeewater een

A membrane is a thin film, which does allow some substances to penetrate while blocking others. Our body contains many membranes: our lungs for instance, or the wall of our intestines. Indeed, every cell in our body is surrounded by a membrane. The purpose of all these biological membranes is selectively to block certain substances or to allow them to pass: they work like a filter. Apart from this, you can make artificial membranes that have filtering properties - these are often made of polymers (plastic). What is special about Nijmeijer’s group is that they can make membranes themselves. “Whilst more research is being conducted into membranes worldwide, that often boils down to testing them. We are taking things one step further, trying to influence the properties of membranes by means of specific materials and processes, in such a way that they allow you to separate specific substances.” In order to do so in Eindhoven as well, her lab will in the next few months be fitted with equipment to ’spin’ membranes with a variable composition and structure from a polymer solution. She will also have measuring equipment to determine things like the pore size, the water permeability and the separating properties of the membranes produced. “We are also having a device made that enables us to test membranes for the separation of gases, for instance to remove the greenhouse gas CO2. By means of that device we can also measure carbon monoxide and hydrogen sulfide. These are hazardous substances that are present in many industrial gas flows and that have a great impact on the functioning of polymer membranes. As far as I know, we will be the first ones in the world who will be able to measure that effect well.” In many chemical production processes the baby is thrown out with the bathwater, as it were, because it is not yet profitable to retrieve precious substances from the waste stream. According to Nijmeijer there is a world to be won with membranes in this respect. “I want to see how we can

methode moeten vinden om de balans tussen natrium- en kalium­ zout te veranderen. Zeewater bevat namelijk vooral natrium, terwijl planten juist kalium nodig hebben.” Vooralsnog wordt de wetenschappe­ lijke staf van MM/P gevormd door Nijmeijer en universitair hoofddocent Zandrie Borneman, die eveneens uit Twente is overgekomen. Borneman zal in Eindhoven een aan MM/P gelieerd membraaninstituut opzetten, dat contractonderzoek uitvoert voor het bedrijfsleven.

“Binnenkort beginnen bij ons in de groep twee technici voor de uitvoering daarvan, naast de ondersteuning die ze aan de promovendi en andere onderzoekers zullen geven. Dat levert technici op met veel kennis van zaken die een deel van hun eigen salaris terug­ verdienen. Bovendien houd je zo goed zicht op de behoeften van het bedrijfsleven en de rest van de maatschappij.”

adapt membranes in such a way that we can get certain minerals out of that water for reuse, or how we can retrieve proteins, for example, from streams in the dairy industry.” For the time being the scientific staff of MM/P will be formed by Nijmeijer and Associate Professor Zandrie Borneman, who has also come over from Twente. In Eindhoven Borneman is going to set up a membrane institute affiliated with MM/P, which carries out contract research for the business community. “Before long two technicians will be starting in our group who will carry out that contract research, in addition to supporting PhD candidates and other researchers. That will generate technicians with vast expertise who can recoup part of their own salaries. Besides, in this way you can keep a close eye on the needs of the business community and the rest of society.”


20 | Onderzoek/Research

26 mei 2016

Sluitstuk In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders en promovendi over hun (afstudeer)onderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Brandstof uit nanodraadjes Met nanodraden van galliumfosfide wist de Engelse promovendus Anthony Standing zonlicht om te zetten in een ‘groene’ brandstof. Zijn werk in de groep Photonics and Semiconductor Nanophysics leverde hem dan ook een artikel op in het toonaangevende tijdschrift Nature Communications. De nanodraden waar Anthony Standing mee werkte, waren zo’n honderd nanometer in doorsnede - duizend keer dunner dan een mensenhaar. Die flinterdunne draadjes zijn uitzonderlijk goed in staat om zonlicht om te zetten in elektriciteit, vertelt de Engelsman. “Zeker als je rekening houdt met hoe weinig materiaal je ervoor nodig hebt.” Nu is dat maar goed ook, want de halfgeleider galliumfosfide, waaruit de nanodraden zijn gemaakt, is allesbehalve goedkoop. “Daarom hebben we in onze groep een methode ontwikkeld om de nanodraden los te maken van de ondergrond waarop we ze laten groeien. Zo’n flinterdun plaatje galliumfosfide van tweehonderd micrometer dik en een doorsnede van tien centimeter kost namelijk

al zo’n tweehonderd euro. Die wil je graag kunnen hergebruiken.” Standing kreeg het voor elkaar om veel dunnere nanodraadjes te ‘oogsten’ dan voorheen mogelijk was. Toen hij begon aan zijn onderzoek, werkten de nanodraden nog lang niet zo goed als conventionele zonnepanelen. Sindsdien heeft hij de efficiëntie van de nanodraden echter weten te verduizendvoudigen, zodat ze nu zo’n tien keer beter werken dan conventionele zonne­ panelen. Met zijn nanodraden vestigde hij naar eigen zeggen uiteindelijk een ‘wereldrecord’ waterstofproductie uit zonneenergie met galliumfosfide. “De efficiëntie ligt boven de tachtig procent van het theoretisch maximum”, vertelt Standing. “Dat is uitzonderlijk hoog, zeker als je in ogenschouw neemt dat je voor dit theoretisch maximum het zonnepaneel op het absolute nulpunt van -273 graden zou moeten houden. Dat is uiteraard niet realistisch.” Bovengenoemde resultaten leidden vorige zomer zelfs tot een publicatie in Nature Communications, met Standing eervol als eerste auteur.

Home Stretch Fuel from nanowires By means of nanowires of gallium phosphide the English PhD candidate Anthony Standing managed to convert sunlight into a ‘green’ fuel. His work in the Photonics and Semiconductor Nanophysics group also resulted in an article by his hand in the prominent journal Nature Communications.

The nanowires which Anthony Standing worked with were some one hundred nanometers in diameter - a thousand times thinner than a human hair. Those flimsy wires are exceptionally capable of converting sunlight into electricity, as the Englishman explains. “Especially if you consider how little material you actually need to establish this.” Which is all the better, for the semiconductor gallium phosphide from which the nanowires are made is anything but cheap. “For this reason we developed a method in our group to loosen the nanowires from the base on which we grow them. After all, such a flimsy wafer of gallium phosphide with a thickness of two hundred micro­ meters and with a diameter of ten

Anthony Standing

De resultaten leidden tot een publicatie in Nature Communications Toch eindigt de academische carrière van Standing na zijn promotie. Hij en zijn Nederlandse vrouw, die hij in Cambridge leerde kennen en voor wie hij ooit naar Nederland

kwam, hebben vorige maand een zoontje gekregen. “Mede daarom heb ik geen zin om als postdoc de wereld over te trekken.” De Engelsman heeft hier inmiddels een baan gevonden als consultant voor een bedrijf in conventionele zonne­ panelen. “Uiteraard snap ik ook hoe die panelen werken, en ik heb ervaring met het testen van zonnecellen. Dat kan bijvoorbeeld door er een spanning op te zetten en te kijken naar het licht dat ze dan uitzenden; in ‘reverse mode’ als het ware.”

Standing gelooft in een toekomst voor nanodraden, zegt hij. “Ze hebben veel voordelen, maar ik verwacht wel dat het nog zeker tien jaar zal duren voordat je ze in commerciële zonnecellen kunt aantreffen.”

Tekst | Tom Jeltes Foto | Rien Meulman

In Home Stretch, graduate students and PhD students talk about their thesis. Would you like to feature in this item, let us know at cursor@tue.nl

centimeters easily costs some two hundred euros. You really want to be able to reuse it.” Standing managed to ‘harvest’ far thinner nanowires than was possible before. When he started his research, the nanowires worked nowhere as well as conventional solar panels. Since then, though, he has succeeded in increasing the efficiency of the nanowires by a factor of one thousand, so that they work ten times better now than conventional solar panels. According to him, his nanowires enabled him eventually to establish a ‘world record’ of hydrogen production from solar power by means of gallium phosphide. “The efficiency is above eighty percent of the theoretical maximum”, says Standing. “That is

exceptionally high, especially when you consider that for this theoretical maximum you would have to keep the solar panel at the absolute zero of -273 degrees. Which is not realistic, of course.”

The results led to a publication in Nature Communications Last summer the above results even led to a publication in Nature Communications, where Standing was mentioned honorably as the first author. Nonetheless, Standing’s academic career ends after his PhD. He and his Dutch wife, whom he

met in Cambridge, and for whom he once came to Holland, got a son last month. “Which is another reason why I don’t fancy trotting the globe as a postdoc.” Meanwhile the Englishman has found a job here as a consultant for a company in conventional solar panels. “Of course I also understand how those panels work, and I have experience in testing solar cells. You can do so, for instance, by applying a voltage to them and looking at the light they then emit; in ‘reverse mode’ as it were.” Standing believes in a future for nanowires, he says. “They come with many advantages, though I still expect that it will be at least ten years before you will find them in commercial solar cells.”


Student | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Onderwijsrechter zwaait af

“De positie van studenten is aanzienlijk verzwakt” Interview | Bas Belleman, Hoger Onderwijs Persbureau Illustratie | iStockphoto Na vijfentwintig jaar neemt onderwijsrechter Ben Olivier afscheid. Universiteiten en hogescholen maken het zich veel te makkelijk, vindt hij. “Alles wordt maar op het bordje van de student gegooid.” Zijn werkkamer bevindt zich ergens diep in een labyrint van trappen en gangetjes. Studenten grapten vaak dat ze een punt hoger moesten krijgen voor hun mondelinge tentamen als ze zijn kamer überhaupt konden vinden, vertelt Ben Olivier. Hij kan er nog steeds om lachen. Formeel is hij al met pensioen, maar hij werkt nog altijd als docent staats- en bestuursrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Afgelopen maand nam hij afscheid als rechter van het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs. Hij moest wel, hij werd zeventig. “In de Verenigde Staten kun je tot je dood rechter blijven, maar bij ons is dat anders.” Het is eigenlijk een wonder hoe weinig zaken de rechters van het CBHO moeten behandelen, vindt hij, “als je bedenkt hoeveel beslissingen er elke dag in het hoger onderwijs worden genomen”. Talloze studenten krijgen punten voor hun tentamens en scripties en bijna nooit ontstaat er een serieus conflict. Mocht dat toch gebeuren, dan is het goed gebruik om er een tweede docent naar te laten kijken. En reken maar dat elke vijf secuur wordt nagekeken, zegt Olivier, want je wilt een student liever niet op één punt laten zakken.

Misschien is het inderdaad normaal om vlot te studeren, maar de vraag is: ben je ongeschikt als je dat niet doet? Dat is helemaal niet zeker.”

“Er gebeuren soms vreemde dingen” Opleidingen misbruiken niet alleen het bsa om het studietempo te verhogen. Ze dreigen ook dat tentamenuitslagen vervallen als studenten treuzelen met afstuderen. Er gebeuren soms vreemde dingen, zegt Olivier. “Iemand loopt wat vertraging op en moet op het laatste moment nog twee tentamens doen. Het ene haalt hij en het andere niet. Prompt vervallen al zijn tentamen­ uitslagen, dus óók van het tentamen dat hij pas gisteren gedaan heeft en dat nog niet verouderd kan zijn. Dat is toch heel vreemd?”

“Onderwijs­ instellingen zijn soms zo strikt geworden dat ze de belangen van studenten uit het oog verliezen” vervallen. “Jazeker, ze heeft ook een eigen verantwoordelijkheid. Maar vervolgens kom je bij de vraag: wat staat er tegenover die eigen verantwoordelijkheid van de student? Alles wordt maar op het bordje van de student gegooid. Onderwijsinstellingen maken zich er veel te makkelijk vanaf.” Zo gaat het ook met een ander heikel punt: de herinschrijvingen.

nonchalance als je het niet doet.” Maar goed, als iemand dan in paniek op 2 september bij je instelling aanklopt, moet je hem dan weigeren? De Hogeschool van Amsterdam stelde in een paar rechtszaken dat het onderwijs gehinderd werd door een late inschrijving, maar dat was volgens Olivier onzin. “Als een ouderejaars student zich tot en met 30 augustus mag herinschrijven, kan hij toch niet serieus het onderwijs hinderen als hij twee dagen later is? Soms zegt een college van bestuur: een jaartje studievertraging is niets bijzonders. Maar dat is het wel. Zo’n standpunt hoort een college van bestuur niet in te nemen, vind ik.” Eenvoudig is de belangenafweging lang niet altijd. Zijn meest ingrijpende zaak was die van twee moslima’s die in Rotterdam geneeskunde studeerden en die zich niet wilden laten onderzoeken door mannelijke

Vijfentwintig jaar onderwijsrechter is een lange tijd. Zijn eerste zaak kan Olivier zich niet herinneren, maar wel zijn eerste ‘voorlopige voorziening’. “Een paar studenten van een hotelschool hadden een feestje gevierd en waren aan de zwier gegaan. Ze kwamen aangeschoten bij de receptie van het hotel dat bij hun school hoort. Er stond een studente achter de receptie, die wist niet wat ze moest doen en die heeft hun een kop koffie gegeven. Die koffie ging om en een van de meisjes lachte: gebruik mij maar als zwabber. Dus zij hebben die koffie met dat meisje opgedweild.” Toen zijn ze verwijderd van hun opleiding. Ze zouden het onderwijs hebben verstoord. Olivier dacht er anders over. “Ik vroeg: hoe deden ze dat dan? Je zou net zo goed kunnen zeggen dat ze het onderwijs een dienst hebben bewezen. Die studente achter de receptie leert immers omgaan met dronken hotelgasten. Ik vond verwijdering onevenredig.” Dit speelde vijfentwintig jaar geleden en in de tussentijd zijn studenten niet of nauwelijks veranderd. “Ze zijn nog net zo vervelend als vroeger! Weet je wie er wel veranderd zijn? De ouders. Die zie je steeds vaker in de rechtszaal verschijnen. Ik zeg dan altijd tegen de student die voor me staat: je vader mag alleen iets zeggen met jouw toestemming. Want het is de rechtszaak van de student, niet van de ouder.”

“De onderwijs­ instellingen en de minister zijn met het bsa aan de haal gegaan” Nee, wil je weten waar hij zich wél zorgen over maakt? Dat is het negatief bindend studieadvies, waarmee opleidingen hun zwakkere studenten binnen een jaar kunnen lozen. “De onderwijsinstellingen en de minister zijn ermee aan de haal gegaan. De positie van studenten is aanzienlijk verzwakt. Het was de bedoeling van een bsa om studenten zo snel mogelijk te vertellen of ze ongeschikt zijn. Dan zeg je: hou maar op, ga iets anders doen. Het is dus nadrukkelijk niet de vraag of ze geschikt zijn. Dat is iets heel anders!” En de bsa-norm wordt ook steeds verder verhoogd. Met argusogen kijkt Olivier naar de gang van zaken bij de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar eerstejaars in één klap alle zestig studiepunten moeten behalen. “Ze zeggen daar: nominaal is normaal.

waarin de belangen beter werden afgewogen.” Toen is de zaak niet meer bij het CBHO teruggekomen.

Laatst had hij een interessante zaak. De vraag was: moet je een student niet waarschuwen dat de geldigheidsduur gaat verstrijken? Een meisje vroeg haar diploma aan en toen pas stuurde de opleiding haar een mailtje: al haar tentamens bleken vervallen. “Ze had een waarschuwing moeten krijgen”, vindt Olivier. “Als je na afloop kunt mailen, kun je dat ook iets eerder doen.” Natuurlijk had het meisje kunnen weten dat haar studiepunten zouden

Onderwijsinstellingen zijn soms zo strikt geworden dat ze de belangen van studenten uit het oog verliezen. Olivier begrijpt de ergernis best. “Laten we wel wezen, te laat herinschrijven is echt dom. Een Utrechtse studente zei een keer in een rechtszaak: het is maar een klein foutje. Ik zei: helemaal niet, het is een ongelooflijke blunder. Voor een student is er geen kunst aan: zelfs in een coma op een Spaans strand kun je je vandaag de dag nog inschrijven! Het is echt

medestudenten. Mocht de universi­ teit wel voorschrijven dat het toch moest gebeuren? Allerlei vragen speelden mee: “Hoe verhoudt het onderwijs zich tot de mensenrechten? Wordt het onderwijs inderdaad gehinderd? Het besluit van de universiteit was destijds niet goed gemotiveerd en in Maastricht verleenden ze zo’n ontheffing wel. Wij hebben in het vonnis niet gezegd wat Rotterdam moest doen, maar we vonden wel dat er een nieuw besluit moest worden genomen

Zijn studenten minder zelfstandig dan vroeger? Volgens Olivier valt het wel mee. “Misschien getuigt het van grotere gemakzucht dat studenten dit soort dingen niet meer zelf willen doen.” Maar studeren is nu eenmaal duurder geworden en ouders betalen voor veel studenten een flink deel van de studiekosten. Logisch dat ze de vinger aan de pols willen houden. Dat was vroeger heel anders, weet Olivier nog uit zijn eigen studententijd. “Toen hoefde je na vier jaar geen collegegeld meer te betalen, alleen nog tien gulden inschrijfgeld. Moet je nagaan! Een paar jaar geleden wilden ze nog de langstudeerboete invoeren. Dan moest je juist meer collegegeld betalen als je vertraging opliep.”


22 | Zoom in

26 May 2016

Into the deep end: Should you learn how to swim?

Masood Esfahanian


Zoom in | 23

See for news www.cursor.tue.nl/en

Text | Angela Daley Photos | Rien Meulman In your home country, the ability to swim might not be a skill that everyone acquires. But now that you live in one of the most watery places on Earth, is it time for you to learn? TU/e alumnus Masood Esfahanian (29), from Iran (Department of Mechanical Engineering) is one international who decided it was. “Knowing that everyone here knows how to do it, I thought ‘okay I need to start learning.’ It was always on my mind.”

Water world

With 6,000 kilometers of navigable waterways and about half of the country below sea level, it’s no wonder that the Netherlands has a unique relationship with water. They’ve been fighting it back for at least 1,000 years through a system of dikes and water pumps (those picturesque watermills were the first) and various floods throughout the years - most notably a devastating one in 1953 that killed 1,836 people - have taught the Dutch to be wellprepared for anything their watery landscape might throw at them. It should come as no surprise then that almost without exception, the Dutch learn to swim as children. Learning to swim is not just about gaining a fun skill that’ll make summer vacations more enjoyable, it’s about survival. Dutch kids usually begin quite young - at age 5 or 6 - and progress through several skill stages on their way to acqui­ ring three official swim diplomas;

A, B and C. The vast majority of Dutch children continue through to their B diploma which shows parents and instructors alike that they’ve firmly acquired the necessary skills and strength to swim unattended.

A life-saving skill

For internationals like Iranian Masood Esfahanian, such an emphasis on learning to swim was never a part of his childhood. “We have the Caspian Sea in the north and the Persian Gulf and Gulf of Oman in the south. So, naturally, people in those areas know how to swim. But for people who live in different areas, it really depends. If your family is into it, then you follow their example. But my family didn’t swim, so I didn’t either.” He isn’t alone. Though it’s a difficult statistic to pinpoint, experts believe that approximately 54 percent of the world’s population can’t swim. For instance, in Hong Kong - a city

with 200 islands and 700 kilometers of coastline - local officials estimate that only 20 percent of residents are strong enough swimmers to survive a fall into the water. And according to the International Life Saving Federation, 1.2 million people worldwide drown every year - that’s more than 2 people every minute. The most common victims are children under the age 5 and, surprisingly, young adults (predominately male) between the ages of 20 and 25. Though scary statistics like these aren’t the main reason why Masood decided to learn, he knew it was a skill that would help his life in the Netherlands. “We tend to do group activities in our company and one time one of the guys proposed to go to Aquabest [a water recreation park in Best]. I had to say I can’t join because I don’t know how to swim. And he was like “Really? How can that be!?’”

Taking the Plunge

So you’re an adult and you’re one of the 54 percent who can’t swim. Is it time for you to take the plunge and learn? Luckily, as a TU/e student, that option is open to you at the Student Sport Center Eindhoven (SSC). You can even get your diplomas just like the Dutch. Manon van Lint organizes courses at the center, including swimming lessons for children, women and adult beginners. The center recently began offering diploma swimming

for their adult learners and the first class has already acquired both their A and B diplomas. “We thought that at first it would be only international students but there were also Dutch students. We were surprised. They told us stories like ‘When we were children, we were scared and didn’t learn it.’” Maybe you’re interested in learning how to swim but feel a bit like a fish out of water? Don’t worry. The SSC isn’t expecting to turn you into an Olympic swimming star. Van Lint explains the Dutch philosophy: “We teach swimming differently here in the Netherlands. We teach people the breast stroke because it’s less intensive. They can have their head out of the water so they can do it for hours. Treading water is also for saving yourself because you can do it for a long time. We also teach turning in the water so you can orientate yourself again - so you know immediately where you are and know what to do if you fall into water.” Masood jokes that his lessons began at the very beginning, “I started at: What is water? Even before the beginner’s course there was a guy who would coach us on how to float and how to do strokes. After a while I moved to the beginner’s class. At this point, I was still in the shallow part, not in the deep, learning how to do more continuous strokes. And then I continued onto the

intermediate course and I had to do that three times actually. My weakness was with freestyle. I would go really hard and lose my breath and my energy. They would always tell me to notice that there are no sharks behind me.” Manon van Lint says that both the participants and teachers have enjoyed the process for diploma swimming, “They’ve told us, ‘We liked it very much. It was fun, like a little party.’ And the teachers really like it because the students learn so fast.” She also emphasizes that adult participants should remember they’re not alone, “You don’t have to be embarrassed that you can’t swim. It’s nice to learn it and the diploma is a reward for your hard work. I think it’s also nice that you’ll see that there are some Dutch people who also can’t swim.” Masood echoes this sentiment, “The first step was the most difficult; going to the swimming pool and saying I don’t how to swim and what can I do? As you grow older, you’re sort of embarrassed. But it’s never too late.”

Feeling motivated to dip a toe into the water? Find out more at by checking out the SSC’s swimming schedule here. You can also chat with Manon van Lint at (040) 247 50 02 or via email at m.v.lint@tue.nl.


Overal waar dagelijks in groten getale mensen komen, raken dingen kwijt. Zo ook aan de TU/e. Cursor speurt de hokken en portiersloges af waar deze kwijtgeraakte spullen terechtkomen. We zijn vooral benieuwd naar het verhaal achter deze eenzame kwijtgeraakte wezen, maar hey: we zijn de beroerdste niet. Als rechtmatige eigenaren hun eigendommen herkennen, zorgen wij ervoor dat je het terugkrijgt. Tips? Mail naar cursor@tue.nl

Waar gevonden: receptie Helix Wat is het: ’n gelukspoppetje? Waarom: Ja, ‘waarom?’, that’s the question! Hoe kun je het als rationele TU/e’er in je hoofd halen om te geloven dat een breiwerkje daadwerkelijk invloed uitoefent op het wel of niet hebben van geluk? Then again, wat is de definitie van ‘geluk’? Een rechtgeaarde TU/e’er begint natuurlijk meteen over endorfine, de alfa’s zullen het al snel over Epicurus hebben en een ander over de overwinning van Max Verstappen of de roze trui van Steven Kruijswijk. En hey, we laten iemand natuurlijk in haar waarde (kan me niet voorstellen dat een man dit poppetje bij zich heeft, of zijn we dan stereotype seksistisch bezig?). Als de verliezer van dit poppetje zich blij met dit object voelde, wie zijn wij dan om dat te veroordelen? Ik ken een gast die sinds hij ‘n keer een 9 haalde bij een tentamen terwijl hij een stropdas omhad sindsdien elke dag van zijn leven (zelfs als hij naar het strang ging) een stropdas draagt. Dus, als je de bezitter van dit poppetje bent, spoed je naar Helix (of niet, want het kan natuurlijk zijn dat je per ongeluk overreden bent of lelijk ten val bent gekomen en dus overleden bent omdat je je gelukspoppetje niet meer bij je had…)

Dream and Dare

Zestig jaar bestaat de TU/e in 2016. Zestig jaar vol dagelijkse kleine en grote dromen en uitdagingen voor de mensen die er stude(e)r(d)en en werk(t)en. Cursor haakt graag aan op het ‘Dream & Dare’-lustrumthema van de universiteit met deze rubriek, waarin TU/e’ers zichzelf en elkaar uitdagen met prikkelende opdrachten.

WETH Gretig en massaal feestten studenten eind april mee, toen de TU/e met een gevarieerd driedaags festival haar twaalfde lustrum vierde. Zestig jaar van academische, technologische, wetenschappelijke en studentikoze historie - daar moest op gedronken worden. Wat de aanvankelijke hogeschool en latere universiteit in die zes decennia zoal meemaakte en bereikte, hoe ze groeide en zich ontwikkelde - daarvan hebben de meeste studenten waarschijnlijk nauwelijks enig benul. Ruben Kwant, commissaris externe betrekkingen van de Eindhovense studentenwindsurf­ vereniging WETH, in elk geval niet, zo bekent hij. En dus waren hij en zijn bestuursgenoten er gauw uit: met deze dare wordt geschiedenis herschreven. De uitdaging: ‘Verzamel 6 historische foto’s van de Technische Universiteit/Hogeschool Eindhoven en fotografeer ze in de actuele context’. Digitaal duiken in de oude doos dus. “Ik heb eerder nooit echt naar de geschiedenis van de TU/e gekeken. Ik zou niet weten welk gebouw bijvoorbeeld het oudste is”, aldus Ruben, masterstudent bij Technische Wiskunde. En dus ging de aankomend ingenieur, samen met medebestuurders Jordi Klarenbeek en Juultje Naber, op pad: op zoek naar de actuele, fullcolour versie van de gegoogelde zwartwit kiekjes van weleer. Ze hadden de opdracht overigens niet helemáál begrepen; Cursor hoopte eigenlijk op foto’s ván oude foto’s, gekiekt met het ‘nu’ op de achtergrond. Maar vooruit. De eigenlijke opdracht was misschien trouwens nog wel gemakkelijker geweest - dan hadden de windsurfers mét die afdrukjes van weleer namelijk dat hinderlijke woud aan bomen op de campus een beetje kunnen verbloemen. Was het terrein van de oorspronkelijke hogeschool jarenlang een betrekkelijk kale vlakte waarop beton en steen domineerden, “inmiddels zijn óveral bomen voor geplant”, stelt Ruben vast. En dus waren de gefotografeerde gebouwen veelal snel opgespoord, werd ook de juiste hoek snel gevonden, maar zagen de windsurfers soms letterlijk door de bomen de bouw niet meer.

Hello... world?

Comic | Elles Raaijmakers Inkleuren | Minke Nijenhuis

Markthal Metaforum

HG

Vertigo

Limbopad

Potentiaal

Zoals de universiteit in zestig jaar flink groeide, zo groeide de laatste jaren ook WETH: van een kleine dertig leden twee, drie jaar terug tot zo’n vijftig actieve studerende windsurfers nu. Van de regio Eindhoven moeten deze sportievelingen het voor hun hobby trouwens niet hebben; om hun geliefde strijd met water en wind te kunnen aangaan, moeten flink wat kilometers worden gemaakt, naar bijvoorbeeld het Veerse Meer in Zeeland. “Maar dan kun je net zo goed nog een stukje doorpakken - dan zit je aan de kust.” We blijven nog even in de sportscene: WETH nomineert studenten­ sportkoepel ESSF voor de vólgende dare, als dank voor al haar werk voor de Eindhovense studentensportverenigingen. “Het lijkt me leuk om hen een dare te zien doen.” Nou, dat treft - ons ook!

De spelregels • heb plezier! • breng jezelf of anderen niet in gevaar • maak niets stuk wat niet van jou is • steel niets • fotografeer (en eventueel ook film) alles, want we willen wel bewijs zien! • vervul je uitdaging binnen de gestelde tijd


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.