Cursor 17 - jaargang / year 58

Page 1

17 12 May 2016 | year 58

@tuecursor @TUeCursor_news Biweekly TU/e Magazine

|

www.cursor.tue.nl

|

tuecursor

|

@tuecursor @TUeCursor_news

6 | Van ‘Bunker-speeltuin’ naar statig pand De drie gezelligheidsverenigingen verkassen van de betonnen Bunker naar drie statige herenpanden middenin Eindhoven studentenstad.

8 Dinner @

Is het waar dat in het Oktopushuis alleen friet wordt gegeten?

Jay 12 Blue inside out

Een kijkje in het brein van de drones van Blue Jay

by the 14 Captivated science of wind

Onderzoek naar wind in de stad en bij wielrennen

22 Eet Smakelijk!

Internationals and Food in NL


2 | Vooraf

CURTOON

12 mei 2016

Colofon

Kift om De Keizer

Lucht

Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Monique van de Ven | online

Medewerkers Angela Daley Tiny Poppe

Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke

Coverbeeld Bart van Overbeeke

Opmaak Natasha Franc

Vertalingen Susie Day Benjamin Ruijsenaars

Voor studiekiezers is de cruciale datum van 1 mei inmiddels gepasseerd. Han Koning s, Toekomstige studenten krijgen sinds hoofdredac teur twee jaar het dringende advies zich voor deze datum aan te melden bij de opleiding van hun keuze. Alleen zo zijn ze verzekerd van hun toelatingsrecht. Dat wil niet zeggen dat al die vooraanmelders drie maanden later ook op je campus rondlopen. Ze kunnen zich voor meerdere studies aanmelden. Maar deze nieuwe aanpak zou instellingen een redelijke indicatie moeten geven van wat je aan instroom mag verwachten. De groei van onze vooraanmeldingen - 5,9 procent ten opzichte van een jaar daarvoor - is bescheiden als je die afzet tegen die van Twente (+ 21,7 procent) en Delft (+ 10,2 procent). Rector Frank Baaijens noemt het “beheerst groeien”. Onze opleidingen zijn nog altijd zeer in trek bij grote groepen studiekiezers - met daarbij een groeiend vrouwelijk aandeel, maar de toestroom lijkt minder explosief te zijn dan wellicht gevreesd werd. Of het Twentse groeipercentage bij ons juichend was ontvangen, waag ik te betwijfelen.

Of de nieuwe sociëteit van Demos nu al af is of niet: Monique va de advocaat van de n de Ven naburige bezwaarmaker, vrezend voor overlast door al te frequent feestgedruis, heeft er keizerlijke kak aan. De studentenvereniging nam volgens hem “willens en wetens” een risico door al te gaan verbouwen nog voordat de omgevingsvergunning voor haar nieuwe honk onherroepelijk was verklaard. Demos lijkt er vooralsnog nonchalant onder en denkt er met wat restricties binnen de genoemde vergunning van af te komen. Maar zoals de vereniging het bezwaar van de buur ruim een jaar zorgvuldig onder de pet wist te houden, zo doet ze dat - ogenschijnlijk opgewekt misschien ook wel met haar eventuele zorgen over de consequenties van deze procedure.

Groeien is goed, maar als het meer langs de weg der geleidelijkheid gaat, is niemand daar rouwig om. Dat verschaft het College van Bestuur en de faculteiten meer lucht om de balans tussen onderwijs en onderzoek weer te herstellen.

Hopelijk blijkt het allemaal een twist om des Keizers baard. Ik help het Demos hopen.

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad prof.mr.dr. Jan Smits (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Willem van Hoorn Lucas Otten (studentlid) Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

Clmn

Het scharrelstudentenconcept

Het eerste zonovergoten weekend van 2016 was een feit en jahaa: uitgerekend toen had ESMG Quadrivium haar jaarlijkse zeilweekend op de agenda staan. Roodbruin en uitgewaaid kwamen om en nabij de dertig studentmuzikanten voldaan terug uit Fryslân om opgeladen aan een nieuwe werkweek te beginnen. Inderdaad ging de maandagochtend vol energie van start. Eigenlijk was dit alles behalve voor de hand liggend want zeilweekenden, en zeker die van studentenverenigingen, staan niet bekend om hun rustgevende aard. Zo staan deze voornamelijk zittend en dobberend uitgevoerde uitstapjes ook bij Quadrivium in het teken van suikerbrood, Schultenbräu en korte nachten. Een recept voor scheurbuik en waardeloze maandagochtenden. En dan de relatie tussen zon en terras. Het is ons, vanuit cultureel-meteoro­ logisch opzicht, geboden om buiten te gaan zitten met andere mensen en een glas in de hand wanneer de zon ons toelacht. Gelukkig voor de landelijke productiviteit zijn deze dagen in de minderheid, maar tot deze minderheid behoorde zeker toch ook maandagochtend. Met overtuiging.

Toch was de maandagochtend, ondanks het demotiverend goede weer en een schijnbaar gebrek aan factoren die bijdragen aan concentratie en werkdrift, een bovengemiddeld rendabele. Is de ontbrekende factor hier misschien een heel weekend in de buitenlucht? In Nederland staan, naar Deens voorbeeld, al diverse buitenscholen Renée van Ke die zijn gebaseerd op onderzoek dat studente B menade, ouwkunde heeft uitgewezen dat voortdurend in de buitenlucht zijn gezond is voor een mens. Het zou gedragsproblemen tegenwerken en concentratie-bevorderend zijn om buiten les te krijgen. Tot dit soort behoren voornamelijk lagere scholen en scholen voor speciaal onderwijs, maar in Rotterdam staat ook een middelbare variant waar buiten les wordt gegeven indien het weer het toelaat. Met de klimaatverandering in volle zwang komt de zon alleen maar vaker tevoorschijn. We hebben een prachtig groene campus. Het studenten­ aantal groeit alsmaar door evenals het gemier over ruimtetekort. Kunnen we geen permanente dakterrassen openen bovenop de gebouwen? Wat mooie zitmeubels buiten in het groen? En het maximale uit onze knappe koppen halen.


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Nieuwe soos Demos geopend, TU/e zoekt slimme studenten maar nog even geen grote feesten voor tv-quiz Het nieuwe onderkomen van Demos aan de Keizersgracht 17 is maandag 9 mei geopend. De studentenvereniging mag er echter voorlopig nog geen grote feesten geven. Eerst moet de omgevingsvergunning voor de sociëteit worden aangepast. Dit na bezwaren van Meba Verdi, onroerendgoedverhuurder en eigenaar van het leegstaande pand op nummer 15, die eerder bij de gemeente geen gehoor vond en naar de rechter stapte. De gemeente verleende vorig jaar maart de zogenoemde omgevingsvergunning aan Demos, waarin uiteenlopende toestemmingen op het vlak van onder andere (ver)bouwen, gebruik en milieu zijn samengebracht. Demos werd hierin door de gemeente bestempeld tot maatschappelijke voorziening “met horeca als nevenactiviteit”, aldus Demos-president Robin de Jong. Bij die functie heeft Meba Verdi grote bedenkingen.

De TU/e is op zoek naar drie slimme, competitieve studenten die van een quizje houden en hun universiteit op tv durven vertegenwoordigen tijdens de nieuwe Nationale Universiteitsquiz. De opnames hiervoor zijn half juli in Amsterdam; op 1 juni houdt de TU/e in eigen huis een voorronde. Omroep NTR organiseert de nationale Universiteitsquiz op tv, waarin acht Nederlandse universiteiten op hoog niveau tegen elkaar strijden. De quiz komt in september op televisie, in vijftien afleveringen die iedere werkdag op NPO2 te zien zijn.

More news on page 5 and www.cursor. tue.nl/en

Vier TU/eteams in BrainsAward finale

Zie ook Gelinkt op pagina 6-7.

Controlled growth of TU/e pre-enrollments On May 2nd, the growth of pre-enrollments for the Bachelor’s programs at TU/e stood a little higher than it did the year before: 5.9 percent compared to 4.4 percent. In absolute figures this involves 2,118 prospective students. As yet, the intake for international Bachelor’s, for which admission procedures are now underway, is not included in these figures. In an initial reaction, rector Frank Baaijens says he is pleased that the doubling of TU/e’s intake over recent years appears to be continuing and also that TU/e is managing to keep the growth of that intake controlled. In percentage terms, Computer Science & Engineering (+ 45.1 percent) and Applied Mathematics (+ 44.6 percent) are the strongest climbers at TU/e. Foto | Demos bezwaar

KIC InnoEnergy naar Kennispoort KIC InnoEnergy opende woensdag 11 mei officieel haar nieuwe regiokantoor voor de Benelux in Kennispoort. Op die locatie zetelt sinds vorige maand ook het hoofdkwartier van deze Europese organisatie, die kennisinstellingen en bedrijven faciliteert bij projecten rond duurzame energie. De Eindhovense vestiging van KIC InnoEnergy, met de TU/e als een van de grondleggers, heeft als specialisatie Smart and Efficient Buildings and Cities. In aanvulling op ondersteuning van lokale start-ups levert het kantoor in Eindhoven op dat terrein diensten aan samenwerkingsprojecten tussen bedrijven en kennisinstellingen - vaak om nieuwe vindingen van het lab naar de markt te brengen. Ook zijn vanuit KIC InnoEnergy twee ‘double degree’ masters opgezet, Sense en Select.

De 3e editie van haar Borrel XL hield de Federatie Studieverenigingen Eindhoven op dinsdag 3 mei. De openluchtborrel op het KOE-veld was goed voor 1.000 tot 1.500 bezoekers, die samen 1.900 liter bier (afkomstig uit 38 fusten) wegtikten. Bij de voorbereidingen waren 64 bestuurders van de diverse TU/e-studieverenigingen betrokken. De Borrel XL en voorafgaande Activity XL (een springkussen­ parcours met hindernissen) werden elk door 5 man georganiseerd. Tijdens de zonnige borrel vielen 0 regendruppels. (MvdV)

Extra groot borrelen

Extra large drinks party The 3rd edition of its Borrel XL was held by the Federation of Study Associations Eindhoven on Tuesday, May 3rd. The outdoor drinks party on the KOE field drew between 1,000 and 1,500 visitors, who together put away 1,900 liters of beer (from 38 kegs). Involved in the preparations were 64 board members of the various TU/e study associations. The Borrel XL and preceding Activity XL (a bouncy obstacle course) were each organized by 5 people. The sunny drinking session was interrupted by 0 raindrops. (MvdV)

Photo | Bart van Overbeeke

Een slimme brace, een beacon­ platform, een biosensor en een digitale leeromgeving zijn de vier ideeën van TU/e-studenten die de finale van Brains Award 2016 hebben bereikt. Ze worden, samen met zestien ideeën van studenten van Fontys, het Summa College, SintLucas en de Design Academy, woensdag 25 mei gepresenteerd en beoordeeld in het Muziekgebouw Eindhoven. Behalve de publieksprijs zijn er nog vijf awards te winnen: drie innovatie­ prijzen op onderwijsniveau (mbo, hbo, wo), de Leefbaarheidsprijs van de gemeente Eindhoven en de DDL Duurzaamheidsprijs. De drieduizend euro van elke prijs is bedoeld om de ideeën door te ontwikkelen met hulp van STARTUP/eindhoven, de studenten-incubator van de TU/e.


4 | Universiteitsberichten

ALGEMEEN Dienst Personeel en Organisatie | Employabilityfonds: vergroot je inzetbaarheid op de arbeidsmarkt Wil jij een opleiding of training volgen die buiten de scope van je huidige functie valt, maar erop is gericht om je positie op de arbeidsmarkt duurzaam te verbeteren? Mogelijk kun je voor de financiering gebruik maken van het Employabilityfonds. Kijk voor meer informatie op de intranet­ pagina’s van DPO of informeer bij je HR-adviseur. Technology for Global Development | Lunchtime Lecture Disasters are often seen as a technical challenge, however, it associates with local culture, climate and technology. John Buijs, manager of the Disaster Response Unit, will explain how ZOA comes up with appropriate approaches in terms of social, regional and technical aspects by giving examples in projects that ZOA did over the last 4 years in Haiti, Pakistan, Philippines and Nepal. Coffee and tea will be provided. Date: 18th May, 12:45 pm- 13:30 pm Location: EnergyForum, MetaForum, TU/e Campus Stay updated on the facebook event: www.facebook.com/ events/503002789899945/ Find out more about ZOA in the following link: www.zoa-international.com/ Slimme Scheurkalender 2017 | Lever je leuke weetjes in bij ons We gaan langzaam maar eens aan de slag voor de slimme scheurkalender 2017 editie. We willen voor de zomer de

meeste weetjes hebben, want er komt nu een professionele redactie en vertaalslag overheen, dus het tijdpad is wat naar voren getrokken. Wij stellen alle hulp op prijs! In totaal hebben we 365-26 (za/zo samen) = 339 weetjes nodig. Denk ook aan evenementen waar je organisatie aan meedoet in 2017. Voel vrij om leuke weetjes in te leveren bij ons, en dit rond te sturen, het is dé mogelijkheid voor bedrijven of instellingen of andere initiatieven om in de slimme scheurkalender 2017 te komen! info@deslimmescheurkalender.nl Team Energy | Energy Now 2016 Wil jij meer weten over de uitdagingen en kansen in de huidige energietransitie? Kom dan donderdag 9 juni naar de eerste editie van het Energy Now congres! Tijdens deze dag zul jij tezamen met ruim tweehonderd andere studenten en professionals meer te weten komen over Energieopslag & Smart Grids. Veelbelovende innovaties en ontwikkelingen binnen dit thema worden vanuit verscheidene invalshoeken benaderd, zoals wetenschap, academisch, bedrijven en ondernemers. Energy Now biedt iedereen de mogelijkheid om op een vrije en inspirerende manier kennis op te doen via lezingen, workshops, ‘Sustainable Energy Talks’ en een afsluitend debat. Tickets zijn verkrijgbaar via www.energy-now.nl. Are you interested in the challenges and opportunities which are acquired by the energy transition? Come and visit us the 9the of June during the first edition of the Energy Now congress. Find out more about Energy Storage & Smart Grids, together with over 200 students and professionals. Within this

12 mei 2016

UNIVERSITEITSBERICHTEN

thematic field, promising inno­ vations and developments are addressed from different perspectives, such as science, academic, companies and entrepreneurs. Energy Now offers everybody the opportunity to gain knowledge in a free and inspiring way, via lectures, workshops, ‘Sustainable Energy Talks’ and a closing debate. Tickets are available on www.energy-now.nl

MENS Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Intreerede professor Vermeulen Vrijdag 13 mei, 16:00 uur, BZ: intreerede prof.dr.ir. J.P.M.B. Vermeulen (W) - dhl Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel: “Mechatronica 2.0 / Balanceren van complexiteit op componentniveau” Promoties Dinsdag 17 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie K. Gnanasekaran MTech (ST) Promotor: prof.dr. G. de With Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Quantitative Nanoscopy of Conductive Hierarchical Materials”

Dinsdag 17 mei, 16:00 uur, CZ5: promotie drs. F.A. Nobel (EE) Promotoren: prof.dr.ir. P.P.J. van den Bosch en prof.ir. M.A.M.M. van der Meijden Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “On balancing market design”

On generic modeling and control of multi-port active-bridge converters and the quad active-bridge ac-dc converter”

Woensdag 18 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie Q. Wang ME (EE) Promotoren: prof.dr.ir. S. Heemstra de Groot en prof.dr.ir. I.G.M.M. Niemegeers Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “Small Cell Networks and Massive MIMO for Radio-over-Fiber Based Indoor Communications”

BOOSTIQ Career Event tijdens DTW Op vrijdag 27 mei 2016 vindt tijdens de Dutch Technology Week in Eindhoven alweer de 3de editie van het BOOSTIQ Career Event plaats! Dit wordt georganiseerd door de High Tech Campus Eindhoven in samenwerking met Brainport Talent Centre.

Donderdag 19 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie E. Horobet MSc (W&I) Promotoren: prof.dr.ir. J. Draisma en prof.dr. A.M. Cohen Voorzitter: prof.dr. J. de Vlieg Titel proefschrift: “Tensors of low rank” Maandag 23 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. M.O.W. Grond (EE) Promotor: prof.dr.ir. J.G. Slootweg Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “Computational Capacity Planning in Medium Voltage Distribution Networks” Dinsdag 24 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie N. Irani MSc (W) Promotor: prof.dr. V.S. Deshpande Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Finite Strain Discrete Dislocation Plasticity Applications and New Developments” Donderdag 26 mei, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. B.J.D. Vermulst (EE) Promotor: prof.dr. E.A. Lomonova MSc Voorzitter: prof.dr. A.G. Tijhuis Titel proefschrift: “Scalable Multi-Port Active-Bridge Converters

DIVERSEN

Het evenement helpt (technische) studenten en ervaren professionals een waardevolle stap in hun carrière te zetten door in informele sfeer te ervaren wat wereldklasse bedrijven op en buiten High Tech Campus Eindhoven te bieden hebben. Bedrijven kunnen hier technisch talent werven voor hun innovatieve projecten en baanbrekend onderzoek. Naast een expo, waar de bezoekers de deelnemende bedrijven (zoals Philips, ASML, NXP, VDL en IBM) kunnen ontmoeten, is er ook een lezingenprogramma en worden er studenten ‘challenges’ georganiseerd. Zie ook: www.campuscareerevent.nl

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.

Advertentie

Je hebt nu Cursor-magazine in je handen, maar wist je dat we ook online te vinden zijn? Op www.cursor.tue.nl vind je al het nieuws rondom de TU/e. Surf ook eens naar www.facebook.com/tuecursor en volg ons op www.twitter.com/tuecursor Wil jij jouw feest, lezing, symposium of andere activiteit gratis onder de aandacht brengen op www.tue.nl/agenda? Mail ons dan voor inloggegevens (cursor@tue.nl).

We zien je graag online terug! www.cursor.tue.nl


Nieuws | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Te kort dag voor energie­ positief Muziek op de Dommel

TU/ecomotive kiest voor tussenjaar richting 2017

Muziek op de Dommel, het tweedaagse klassieke-muziekfestival op het TU/e-terrein, zal dit jaar nog niet op energiepositieve leest geschoeid zijn. Volgens festivaldirecteur Erik de Jong was het qua planning te kort dag om alles rond te krijgen en bleek ook dat een omgevingsvergunning noodzakelijk was in plaats van de voorziene evenementenvergunning. De plannen worden dit jaar al wel gepresenteerd. Die voorzien onder meer in het plaatsen van twee paviljoens die de energie zouden opwekken die nodig is voor het festival. Die opzet is nu doorgeschoven naar de editie van 2017.

Sinds 2013 bouwde studententeam TU/ecomotive elk jaar een elektrisch voertuig voor de Shell Eco-marathon. Dit jaar bleef het stil rond de zuinigheidsracers. Niet zonder reden: na Penny, Isa en Nova is het tijd om een duurzame basis te leggen voor de toekomst van TU/ecomotive, vindt het team. In 2017 wil ze, met twintig studenten, weer furore maken met een compleet nieuwe elektrische stadsauto.

Racing cyclist benefits from motorcycle right behind him Research at TU Eindhoven, KU Leuven and the University of Liege, supervised by TU/e professor and keen cycling fan Bert Blocken, has shown how a motorcyclist riding right behind a racing cyclist can reduce the air resistance for the cyclist by almost nine percent. In a time trial, such as last Friday’s prologue in the Giro (Tour of Italy) in Apeldoorn, this could mean a decisive advantage. The researchers advise the UCI (International Cycling Union) to extend the minimum distance between motorcycle and cyclist, also from a safety perspective, to 20 or 30 meters. Read more on pages 14-17.

Korein Kinderplein acquires De Tuimelaar Less than a week since it became known that De Tuimelaar was heading for bankruptcy, the daycare facility on the TU/e campus seems to have been rescued. On Friday 22 April it was announced that Korein Kinderplein will take over the running of De Tuimelaar starting May 1st. In addition, the organization has concluded an agreement with TU/e for a move to new premises in Luna (formerly Potentiaal), as soon as renovation work on that building has been completed, expected in 2017.

Het werk uit het verleden gaat niet de prullenbak in: “We zijn zeker van plan om de efficiëntie van Isa en de modulariteit van Nova terug te laten komen in ons nieuwe concept”, zegt technisch manager Jelle Versluis.

National research centre for chemical building blocks launched Energy Carriers, Functional Materials and Coatings are the three main research lines of a new research centre wherein government, industry and universities including TU/e join forces. This Advanced Research Center Chemical Building Blocks Consortium (ARC CBBC), which was officially launched Tuesday 10 May, aims to become the beating heart of chemical research in the future. The national research centre wants to play a leading role in research towards issues such as the circular economy, sustainable chemical processes and clean energy.

Team Eindhoven derde op de Bata De Eindhovense deelnemers kijken tevreden terug op hun deelname aan de Batavierenrace. Team Eindhoven behaalde eind april de derde plaats in het algemeen klassement van de estafetteloop die van de campus in Nijmegen naar die van Enschede voert. Het TU/e-Fontysteam werd zesde binnen de universiteitscompetitie. Volgens een tevreden Niek Verdijck, ploegleider van Team Eindhoven, was de derde plek in het algemeen klassement ‘het hoogst haalbare’. “De teams die eerste en tweede waren geworden, waren echt te sterk. Doordat we een paar afmeldingen hadden van lopers, was het nog spannend hoe het niveau zou zijn.”

De mens achter het nieuws Al sinds januari 2015 hing ontslag boven de hoofden van de medewerkers van zelfstandig kinderdagverblijf De Tuimelaar, gevestigd op de TU/e-campus. Afgelopen april werd surseance van betaling aangevraagd en een week later volgde het nieuws dat er een doorstart komt onder de naam Korein Kinderplein Het Eeuwsel. Berna Albers werkt al 28 jaar bij De Tuimelaar. Ze vertelt wat deze ontwikkelingen met haar doen.

Ben je opgelucht? “Zeker. De spanning is nu weg. Dit geeft rust. Wij voelden ook wel aan dat een zelfstandig kinderdagverblijf het moeilijk heeft door de terugloop van het aantal kinderen, om welke reden dan ook. Wij zijn niet gek. We hadden al twee ontslagrondes gehad, eerst bij de pedagogische medewerkers en daarna bij het management. De onzekerheid was vervelend. Je kunt niets anders dan je eraan overgeven. De twee weken voor de overname vroeg ik me echt af of dit laatste weken waren van de 28 jaar dat ik aan de Tuimelaar werk.”

Berna Albers

“We zijn er nog en hup, we gaan weer”

Hoe voelt het om onder een andere vlag verder te gaan? “In de eerste plaats is het heel fijn dat we een doorstart maken. Het is belangrijk dat er op de TU/e kinderopvang is. Ik denk dat het Tuimelaar-gevoel wel blijft. We zijn met dezelfde collega’s en we hebben een goede onderlinge band. Het is heel vanzelfsprekend dat we met elkaar de schouders eronder zetten. Het kan voordelen hebben om in een grotere organisatie te zitten. Ik heb er wel vertrouwen in. Ik ga er vooralsnog niet van uit dat er met personeel geschoven gaat worden tussen verschillende Korein-vestigingen. Wat dat betreft denk ik dat ik nog heel wat jaren hier kan werken.”

Hoe is de stemming? “Positief. We zijn er nog en ‘hup, we gaan weer’ was de gedachte meteen na het goede nieuws. Ik moet zeggen dat het bestuur ons heel goed geïnformeerd heeft. We werden heel snel op de hoogte gebracht van de beslissingen. In de onzekere tijd steunden wij als collega’s elkaar. Helaas is het wel zo dat van vijf collega’s het contract niet is verlengd. De kinderen hebben niets van de spanningen gemerkt. We praatten er niet over als er kinderen bij waren. Zorgen delen deden we in pauzes of na werktijd.”

Hoe zie je de toekomst? “Het is niet goed om altijd in het oude blijven hangen. Je moet ook mee met de verschuivingen die in de maatschappij plaatsvinden. Er zullen dingen veranderen, omdat Korein dingen anders organiseert en noteert. Maar die zaken komen stap voor stap. Dat is dan maar zo. De kinderen zullen er in ieder geval niets van merken. In onze omgang met hen en hun ouders verandert niets. En het is nu al bijna of het niet gebeurd is. We pakken gewoon de draad weer op.” Interview en foto | Norbine Schalij


6 | Gelinkt

12 mei 2016

De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n dertienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds een aantal van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

Afstemming met omwonenden, vergunningen regelen, gesprekken met de aannemer. Lotte van Hezewijk (21) en Jerry Pollux (23), commissarissen huisvesting bij studentenverenigingen Demos en SSRE, zitten er volop in. E.S.C-president Raoul Surie (21) is nog met het staartje bezig van de verhuizing van ‘zijn’ sociëteit van de Bunker naar de stad. Ze maken dankbaar gebruik van elkaars ervaringen en expertise. “Kunnen we nog even bij het pand van Demos gaan kijken?”, stelt Jerry belangstellend voor aan Lotte na het interview. Ze spreken elkaar geregeld, de twee commissarissen huisvesting, maar bij het nieuwe gebouw aan de Keizersgracht was Jerry al een tijd niet geweest. Die belangstelling is illustratief voor de samenwerking tussen de verenigingen, want die is eigenlijk opperbest, bezweren de drie studenten. Alleen tijdens de na-examendagen en de Intro is er ‘gezonde concurrentie’, zoals Raoul, naast E.S.C.-president ook student Werktuigbouwkunde, glimlachend omschrijft. “We slaan elkaars koppen niet in hoor, maar we zijn dan wel fanatiek. We moeten nu eenmaal leden

From ‘Bunker playground’ to imposing residence Reaching agreement with the neighbors, arranging permits, discussions with the building contractor - Lotte van Hezewijk (21) and Jerry Pollux (23), accommodation officers for student associations Demos and SSRE, are working their butts off. E.S.C President Raoul Surie (21) is handling outstanding issues related to the move. They are glad of each other’s experience and expertise. E.S.C moved in autumn 2013 to new premises at Ten Hagestraat 13. Last Monday, Demos opened its doors at Keizersgracht 17 and SSRE hopes to start occupying Vestdijk 22 at the end of 2016. However, a restriction has been imposed on Demos: no large parties may be held before the society’s All-in-one Permit for Physical Aspects (omgevings-

werven om te blijven bestaan.” Het E.S.C verhuisde in het najaar van 2013 naar de Ten Hagestraat 13. Demos opende afgelopen maandag de deuren van haar pand aan de Keizersgracht 17 en SSRE hoopt Vestdijk 22 eind 2016 te betrekken. Demos heeft wel een restrictie gekregen; er mogen nog geen grote feesten worden gegeven. Eerst moet de omgevingsvergunning voor de sociëteit van de studentenvereniging worden aangepast. De eigenaar van het aangrenzende pand, die eerder bij de gemeente geen gehoor vond en naar de rechter stapte, uitte bezwaren. Lotte: “We hebben meer tegenvallers gehad, onder meer met de planning en verbouwing. We zetten ook hier onze schouders onder.” Volgens alledrie slorpt het regelen van de vergunningen de meeste tijd op. Jerry: “Het is veel lobbyen.” Lotte: “Héél veel lobbyen.” Jerry: “We worden wel steeds beter in het ‘spelletje’.” Lotte: “We werden eerst bij de gemeente verschillende keren doorverbonden, nu hebben we directe nummers.” Raoul tipt de andere twee geregeld over hoe zij de vergunningen geregeld hebben, bij wie en welke bedragen ze hebben betaald. “We hebben bijvoorbeeld venstertijden kunnen bedingen. Dat houdt in dat er tussen 01.45 en

Van ‘Bunker 08.00 uur wel mensen naar buiten mogen, maar niet naar binnen.” Drukke tijden voor met name Jerry (Bouwkundestudent) en Lotte (Technische Bedrijfskunde), die sinds september commis­ sarissen huisvesting bij hun verenigingen zijn. Een gewilde baan; ze moesten ernaar solliciteren. Jerry is nu vooral druk met het rond krijgen van vergunningen en het komen tot een definitief ontwerp. “Een SSRE-reünist is architect en maakt het ontwerp, maar ik moet wel overbrengen wat we als vereniging met het pand willen en contact hebben met de aannemer en andere partijen.” Een ander SSREbestuurslid is druk doende om de financiën rond te breien. Lotte bekommert zich - veelal samen met Demos-president Robin de Jong - om de vergunningen en de details van de inrichting van het pand. Raoul houdt zich bezig met de ‘naweeën’ van de verhuizing. “Ik heb geregeld contact met omwonenden en met instanties. Zo komt de brandweer over de vloer om te checken of we de veiligheids­normen handhaven.”

“De Bunker was in feite één grote speeltuin”

De drie studenten zoeken elkaar op en spreken elkaar sowieso iedere twee maanden aansluitend aan een vergadering van Eindhoven Studentenstad. Andere gespreks­ onderwerpen - buiten de vergunningen - zijn het plaatsen van fietsenstallingen, het rookbeleid en de omgang met omwonenden. Want dat is wel even anders dan in de Bunker. Jerry: “De Bunker was in feite één grote speeltuin en we werden erg vrij gelaten.” Raoul: “We hebben nu veel meer met omwonenden te maken. Het contact met onze buren, Dynamo aan de ene kant en de familie Wachters aan de andere kant, is erg goed. Ook is hier meer toezicht van de

TU/e: a home away from home for about thirteen thousands of employees and students. The community is a relatively small one, with infinite connections between its members, be they professional or private. In ‘Linked’, community members talk about their mutual relationship and their connection to the university.

vergunning) has been amended. The owner of the adjoining property, whose pleas fell on deaf ears at the municipality offices and went to court, has raised objections. “We have had more disappointments, including with the planning and renovation work,” says Lotte. “But we are working as hard as we can on these fronts too.” All three agree that arranging the permits takes the most time. “It involves a lot of lobbying,” says Jerry. “A huge amount of lobbying,” says Lotte. “But we are getting better at the ‘game’,” says Jerry. “At first they kept putting our calls through at the municipality,” says Lotte, “Now we have direct numbers.” Raoul regularly gives the other two tips on how E.S.C arranged its permits, through whom and the sums of money they paid. At any rate, the three students always get together and talk every

two months after a meeting of Studentcity Eindhoven. Other topics of discussion - aside from the permits - are the building of cycle sheds, the smoking policy and relations with neighbors. Because on that last point the situation has changed since their Bunker days. “The Bunker was really one big playground and we had a lot a freedom,” says Jerry. “Now we’ve got a lot more neighbors to consider,” says Raoul, “and the municipality has more oversight here.” Lotte concludes, “In the concrete Bunker there’s little that can get broken. Soon we’ll have solid walls to provide sound insulation, but they are covered with less sturdy plasterboard. “We are trying to make our members realize that they have to be careful and stick to the rules.” Lotte van Hezewijk


Linked | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

speeltuin’ naar statig pand gemeente. Zo hadden we laatst nog controle of er onder de achttien geen alcohol werd geschonken.” Lotte: “In de betonnen Bunker kan weinig kapot. We hebben dadelijk stevige muren voor de geluids­ isolatie, maar daarvoor zitten gipsen wandjes. We proberen onze leden er bewust van te maken dat ze voorzichtig moeten zijn en zich aan de regels moeten houden.”

studie steken. Maar ze vervullen hun taken maar al te graag - en het is heus niet alleen werken maar ook een hoop ontspanning - zo verzekert Lotte. “We hebben borrels samen en een hockeytoernooi.” Raoul: “Met de drie verenigingen hebben we ook advies gegeven voor het lustrumfestival van de TU/e en we hebben barpersoneel geregeld.”

Schamper gelach bij de vraag hoeveel tijd ze in hun functie steken. “Wil je het echt weten?”, vraagt Raoul. Jerry rekent hardop: “Van 09.30 uur tot 17.00 uur ben ik actief als bestuurslid. Dan is het soms op de sociëteit eten en ’s avonds hebben we nog vaak commissievergaderingen vijftig tot zestig uur per week haal ik wel.” Lotte en Raoul hebben een vergelijkbaar schema en dat staat nog los van de tijd die ze in hun

“Ik kan nu veel sneller schakelen”

Raoul Surie

Hun bestuursfunctie heeft ze een hoop nieuwe vaardigheden opgeleverd. Lotte: “Ik kan veel sneller schakelen. Je wordt soms gedwongen om snel beslissingen te nemen, zonder dat je alle info

hebt.” Lachend: “En je leert nieuwe termen. Zo weet ik nu dat je met MP75 gaten kunt dichten.” Jerry: “Het sluit perfect aan bij mijn studie Bouwkunde en ik kom in contact met allerlei partijen. Ik ben er communicatiever door geworden. Heldere communicatie is belangrijk om alle partijen goed met elkaar in contact te brengen en het is een uitdaging om alle informatie vanuit verschillende partijen bij de juiste mensen op de juiste manier te laten komen.” Raoul: “Communicatie is zo belangrijk. En crisismanagement. Je moet snel een knop kunnen omzetten en het probleem oplossen.”

Tekst | Judith van Gaal Foto | Bart van Overbeeke

Jerry Pollux


8 | Student

Aanschuiven bij

12 mei 2016

het Oktopushuis

Wat is dat voor een huis? Een huis dat zich laat uitdagen. Sinds maart 2015 is het particulier verhuurde huis aan de Heezerweg een heus Oktopushuis (dat wil zeggen dat er alleen Okkies wonen). Omdat ooit een verenigingslid in de rubriek Krachtenveld van Cursor zei dat ze “in het Oktopushuis alleen maar friet eten”, meldde Twan Schoester (derdejaars Technische Bedrijfskunde aan Fontys) zich. Hij wilde het tegendeel graag laten zien. “Wij eten altijd gezond.” Toch moeten we even vermelden dat sinds Robin Mennens (derdejaars Software Science) in huis woont, en dat is een week of zes, er ook een frietpan meekwam en dat er in de eerste week wel vijfmaal gefrituurd is (volgens Jore Maruanaja die aan de Fontys studeert). Het is ook een huis zonder woonkamer. Dat maakt het dakterras extra aantrekkelijk en daar eten de handbalmannen dan ook zo vaak mogelijk. Heel graag barbecueën ze daarbij. Hoe komt dit huis zo schoon? Afgelopen vrijdag was er een huisfeest, daarna hebben ze er flink de bezem doorheen gehaald. Maar het komt ook omdat ze een poetsvrouw (ook een Okkie) hebben weten te strikken die voor tien euro één uur per week komt cleanen. Ze maakt de wc, de douche, de gangen, het trappenhuis en een van de twee keukens schoon. Dit zou geen antwoord op de vraag zijn als de studenten niet ook een vaatwasser en een ijzeren discipline hadden om de boel netjes te houden.

Recept

Was het een leuk huisfeest? Het thema was ‘Tower of power’. De bezoekers (circa veertig Okkies) moesten vier glow in the dark-polsbandjes verzamelen met drankspellen: Bierpong, Stef Stuntpiloot, Slap-a-cup, en Thumper. Inspiratie hiervoor komt van de film ’21 and over’. Pas met die polsbandjes kregen de gasten toegang tot de partytent die maar net in de tuin past. Hij staat er trouwens nog omdat Jore hem ook wil gebruiken bij zijn verjaardagsfeestje. Wat is de laatste aanwinst van het huis? Een lamp die bij de entree hangt en twee verkeersborden. Ze kregen die van een Oktopusser die ‘netter’ ging wonen. Van de lamp haalden ze de rode letters Casa Blanca (van de coffeeshop bij de Steentjeskerk?) en ze plakten er Oktopushuis op. Wat ook nieuw is, is dat er sinds kort bij Google Maps een pin bij het huis staat. Twan heeft het geregeld via Google my business. De categorie ‘sportsbar’ leek hem wel een geschikte. Nu weet iedereen via Google dat het Oktopushuis 24/7 open is.

Wrap van het Oktopushuis • Bak twee kipschnitzels in een beetje olie. Zet op tafel: plakjes van 3 tomaten, stukjes ijsbergsla, plakjes van 1 komkommer, gebakken uitjes, chilisaus, knoflooksaus, honing-mosterdsaus en een stapel wraps. Laat de eters zelf hun kip in stukjes snijden en die in de wrap inpakken, nadat ze er ook groente en saus naar smaak op hebben gelegd.

Eet smakelijk

Recipe Oktopus House Wrap • Fry two chicken schnitzels in a small amount of oil. Put out on the table: three sliced tomatoes, shredded iceberg lettuce, one sliced cucumber, fried onions, chili sauce, garlic sauce, honey & mustard sauce and a stack of wraps. Let the diners take a wrap and fill it with whatever salad and sauces they prefer. Then have them cut up the chicken themselves and add the pieces to the wrap.

@ Oktopus House What sort of household is this? One that likes a challenge. Since March 2015 the privately rented house on the Heezerweg has been a real Oktopus house. In other words, only handball-loving Okkies live here. Twan Schoester (third-year Industrial Engineering and Management at Fontys) put them forward for this interview because the column Krachtenveld in Cursor once reported that, “in the Oktopus house they eat only fries.” Twan was keen to prove them wrong. “We always eat healthy food.” Still, we must just mention that when Robin Mennens (third-year Software Science) moved into the house about six weeks ago, he brought a deep-fat fryer with him and that in the first week there was deep-fried food for dinner on no fewer than five occasions (according to Jore Maruanaja, who studies at Fontys). It is also a house without a lounge. This adds to

the appeal of the roof terrace and the handball men eat there as often as they can. Preferably with a barbecue. How come this house is so clean? After last Friday’s house party, the housemates swept the whole place clean. But it is also because they have managed to get a cleaning lady (also an Okkie) who works for ten euros an hour, and she comes for one hour a week. She cleans the toilet, the shower, the hallways, the stairs and one of the two kitchens. This isn’t the full answer because in truth the students also have a dishwasher and the iron discipline needed to keep the place tidy.

Would you and your roommates like to feature in this item? Let us know at cursor@tue.nl

Interview | Norbine Schalij Photos | Rien Meulman


Student | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

En hoe is het in ...? Shenyang Beijing Shanghai

Hongkong

Op bezoek bij Hong Kong University: v.l.n.r. (in de blauwe blouses) Paul, Stefan, Jan-Willem, Mick, Jurjen, Luuk, Melanie, René, Annet, Linde, Larissa, Wytse, Maureen, Kimberly, Ellen, Roderick, Emira, Senne, Koen, Elles, Cas, Kwankwan, Leon, Xiang, Ilona, Sandra, Sjoerd, Valery, Hans, Melissa en Elmer.

Hongkong, Shanghai, Beijing en Shenyang? | Op 11 april vertrok een groep van 29 BMT-studenten

en 2 begeleiders naar Hong Kong op studiereis. Voor velen was het de eerste reis naar Azië, maar we waren helemaal klaar voor de cultuurshock die ons te wachten stond. Om de contacten tussen de faculteit Biomedische Technologie en enkele bedrijven en universiteiten in China te verbeteren en creëren, hadden we naast een cultureel programma volop bezoeken aan universiteiten en bedrijven gepland. In Hong Kong bezochten we twee start ups op het Science Park, dat een perfecte omgeving is voor deze groeiende bedrijven. Daarnaast gingen we ook langs Hong Kong University, waar de studenten van beide faculteiten erg enthousiast werden over elkaars ervaringen. Naast deze academische ervaringen hadden enkele studenten ook hun eerste ervaring met het eten met stokjes. Gelukkig leerden we dit snel, waardoor we in Chinese stijl konden eten van een draaiende tafel, waar vele gerechten op werden geserveerd.

Na enkele benauwde regenachtige dagen in Hong Kong genoten we van het zonnetje in Hangzhou, waar de studenten ons behalve de faculteit ook het prachtige West Lake lieten zien. Chinezen wilden met ons op de foto alsof wij de toeristische attractie waren. Zelf ervaarden we de metro als een attractie. Waar de Chinezen in de omgang vaak wat behoudend en ingetogen zijn, was het binnengaan en verlaten van de metro in Shanghai een ware moshpit. De deuren openden maar voor korte tijd, en wilde je er bij die halte uit, dan was er geen tijd en ruimte om te vragen of je er alsjeblieft langs zou mogen. In Beijing genoten we van enkele dagen cultuur snuiven, waar we het zomerpaleis bezochten en waar we erachter kwamen waarom ze zeggen: “I climbed the Great W all of China” in plaats van te spreken over wandelen. En we bezochten twee keer ‘de mooiste campus van China’: zowel Tsjingua University als Peking University claimt die titel. Hierna volgden nog enkele dagen in Shenyang, waar onze eigen faculteit was nagemaakt, wat door één van de begeleiders ook wel “thuiskomen” werd genoemd. Na drie weken namen we met volop knuffels afscheid van elkaar op Schiphol, een onvergetelijke ervaring rijker. Uitgebreide verslagen zijn te lezen op: www.bmestudytour2016.nl. Ellen van Wesel, masterstudente Medical Engineering

And how are things in ...?

TU/e students go abroad more and more for their study. Be it for an internship of for doing research. They write in Cursor about all their experiences abroad.

California |

It was an unforgettable experience: a six-month internship at UC Davis and Efficient Drivetrains Inc. I did my internship under Professor Andrew Frank, who is also known as the father of plug-in hybrid vehicles. Of all the university’s campuses, the University of California at Davis, known as UC Davis, is the biggest. This is a university town and the campus is a dominant presence. When I first arrived, I was amazed to see various departments and different streams like Engineering, Law, Medical and Management all in one place. Part of UC Davis is also located in Sacramento, which is the capital of California. California! Just hearing the name, makes you smile and feel warm! What’s it known for? It is among the top states in the US for entertainment. It is also known for Silicon Valley; lots of IT companies are established in the Northern California region. California also is the birthplace of TESLA, a leading electric vehicle manufacturer. As I am from the Automotive group, I found my visit to the TESLA Factory very exciting. I also got a chance to visit the Formula E-Prix in Long Beach, Los Angeles County. It was really cool to see electric cars gearing so fast.

California is a place where you can enjoy a range of climates, from hot sun and dry desert to cold winds, rain, and snow. What’s more, it’s a party place! I had lots of fun there in the US. San Francisco is the best place to go on the weekend. Los Angeles is another beautiful city; it’s located in Southern California. In California you can find a variety of populations including lots of Mexicans, Chinese, Indians and other Asians. If you are Asian, you will not feel lonely because California is full of Asians. So it is easy to get Asian food. If you don’t feel like cooking, there are lots of restaurant chains around. I would say that like the rest of Europe, the Netherlands has the best public transportation system, do not expect this in the US. It is convenient to have a vehicle of your own. The United States is a very big country with lots of opportunities as well as a great deal of fun to offer. (Aakash) Vishnu Harran Amul, MSc Automotive Technology

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.


10 | Human Interest

? De Vragenbank

12 mei 2016

Simon Riezebos (26), lid van het studententeam van CareerCenter, zit wekelijks enkele uurtjes voor het EnergyForum. Hij helpt dan studenten met vragen over onder andere hun cv. Maar hij heeft ook tijd om vijf vragen uit de hoge hoed te beantwoorden.

Je gaat back to basic en mag maar één apparaat houden. Welk?

Wat zou je het allermoeilijkst vinden om op te geven?

Aan welke klus heb je de grootste hekel?

Ben je ooit gepest en waarmee?

Welke superkracht zou je willen bezitten?

“Wat is een apparaat?”, mijmert de achtstejaars Werktuigbouwkunde. “Als ik iets moet hebben om mee te overleven, dan denk ik aan een Zwitsers zakmes. Maar aan de schroevendraaier daarvan heb ik niets. Ik heb iets nodig waarmee ik vuur kan maken en hout kan bewerken. Een apparaat met mes en aansteker.” Maar Simon is de eerste om toe te geven dat hij géén padvinder is. “Met een perfect apparaat geef ik mezelf nog maar tien procent kans dat ik overleef. Zou me trouwens wel leuk lijken om een week of maand back to basic te gaan.”

Resoluut: “Familie en vrienden.” Uit ervaring weet hij dat hij die niet kan missen. “Ik ben een half jaar in Nieuw-Zeeland geweest voor stage en aansluitend in Thailand. Ik vond het heel leuk dat ik mijn eigen weg moest vinden in een nieuwe omgeving. Maar ik vond het ook heel belangrijk om contact te houden met mijn ouders en beste vrienden die ik ken van het Eindhovens Studenten Corps en mijn middelbare school. Gemiddeld eens per week had ik een gesprek met een van hen.”

Hier hoeft Simon ook niet lang over te denken. “Schoonmaken. Stofzuigen en met natte doekjes over mijn bureau, wastafel en planchette gaan, bah. Ik woon in een Vestide-complex met zeven personen en eenmaal per maand maken we samen de gezamenlijke ruimtes schoon. Dan wordt de vloer gedweild en het fornuis schoon­ gemaakt. Het is niet leuk, maar het samendoen maakt het draaglijk.”

“Op de basisschool noemden ze me ‘Mof’. Dat was omdat ik in Duitsland geboren ben. Mijn moeder is Duitse. Toen ik een half jaar was, verhuisden we naar het kleine dorp Meerlo in Noord-Limburg. De ene keer raakte het me meer dan de andere. Als ze me uitscholden als ik alleen was, was het erger dan wanneer ik met vrienden was.” Na even denken: “Hoe we met elkaar omgaan in dispuutshuis Jupiter zou je ook af en toe pesten kunnen noemen. Maar onze vriendschap staat er altijd boven. Je bent pas verneukt als je je verneukt voelt.”

“Even kijken. Spiderman kan tegen gladde wanden opklimmen en zelf een web schieten. Superman kan vliegen, is onverwoestbaar en heeft superzintuigen. Ik wil graag onverwoestbaar zijn, want dan kan ik alles doen zonder me druk te maken of het goed afloopt. In Thailand heb ik gebungeejumpt, maar dat was een berekend risico. Ik zou wel willen parachutespringen zonder parachute.”

Interview | Norbine Schalij Photo | Bart van Overbeeke

? The Hot Seat

Simon Riezebos (26), member of the student team of CareerCenter, spends several hours a week working for the EnergyForum. Then he helps students with questions about their résumés. Still, he also has time to answer five questions from the top hat.

You are going back to basic and get to keep only one device. Which one?

What would you find the most difficult thing to give up?

Which chore do you dislike most?

Have you ever been bullied and what about?

What super power would you like to possess?

“What is a device”, ponders the eighth-year student of Mechanical Engineering. “If I need to have something that helps me to survive, I’m thinking of a Swiss army knife, although the screwdriver on it is no use to me. I need something to make a fire and to work on wood. A device that includes a knife and a lighter.” However, Simon is the first one to admit that he is not the stuff boy scouts are made of. “With a perfect device I would still give myself only a ten percent chance of survival. It does sound like fun to me, by the way, to go back to basic for a week or a month.”

Resolutely: “Friends and relatives.” From experience he knows that he cannot miss them. “I spent half a year in New Zeeland for my traineeship and a consecutive period in Thailand. I really enjoyed having to find my own way in a new environment. Still, I also found it very important to keep in touch with my parents and my best friends that I know from the Eindhoven Studenten Corps and my secondary school. I spoke to one of them on average once a week.”

This one does not take Simon too long to think about. “Cleaning. Hoovering and swiping my desk, washbasin and bathroom shelf with wet wipes, yah! I live in a Vestide complex with seven persons and once a month we clean the common rooms. Then the floor gets mopped and the cooker gets cleaned. There’s no joy in that, but doing it together makes it bearable.”

“At primary school they called me ‘Hun’. That was because I was born in Germany. My mother is German. When I was six months old, we moved to the small village of Meerlo in Northern Limburg. On some occasions it would hurt me more than on others. When they called me names when I was alone, it was worse than when I was with friends.” After some reflection: “The way we deal with each other in chapter house Jupiter you could sometimes also call bullying. Yet our friendship always comes first. You are not spoofed until you feel spoofed.”

“Let me think. Spiderman can climb up smooth walls and shoot out a web. Superman can fly, is indestructible and has super senses. I would like to be indestructible, for then I can do anything without having to worry whether things will turn out all right. In Thailand I bungeejumped, but that was a calculated risk. I would like parachute jumping without a parachute.”


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren

In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.

Alles wordt mooier met aandacht Toen ik pas mijn ouderlijk huis uit was (lang, lang, geleden) ging ik regelmatig even op bezoek bij mijn ouders. Die zaten dan The Bold & The Beautiful te kijken, een eindeloze serie - en dat bedoel ik niet in figuurlijke zin - waarin de acteurs in alle denkbare combinaties en permutaties een relatie kregen. De reden dat ik dit weet, heeft te maken met het feit dat tijdens mijn bezoekjes de tv zelden uitging. Als ik dan na een kop koffie weer opstond om te gaan, zei mijn moeder vaak: “Gek, ik heb het gevoel dat ik je maar nauwelijks gesproken heb”. Dat klopte dan ook wel aardig.

Het lijkt de paradox van technologie - hoe meer tijd we dankzij techno­ logische vooruitgang hebben gewonnen op een noest arbeidend bestaan, hoe minder we door diezelfde technologie aandacht hebben voor elkaar, in het hier en in het nu. De tv concurreert er al jaren om, en heeft bijval gekregen van mobieltje, e-mail, WhatsApp, Twitter, Facebook en Instagram. Aandacht is een schaars goed, en die schaarste maakt het alleen maar meer waardevol. Dat is niet onopgemerkt gebleven. Aandacht, als er iets in de zorg

Brain matters

belangrijk is, dan is dat het wel. Dat zijn niet mijn woorden, maar die van zorgverzekeraar Menzis, tijdens een tv-commercial. Op de achtergrond klinkt het dromerige Somewhere over the Rainbow. Ook bij Eyewish geeft men ‘graag wat extra aandacht aan onze klanten’. Om af te sluiten met het onvolprezen ‘Eyewish, meer oog voor jou’. Bij het reclamebureau dat die slogan bedacht heeft, zitten de champagnekurken nog immer stevig verankerd in het gipskarton systeemplafond.

aandacht. Die claim kan ik zonder meer persoonlijk onderschrijven, aangezien ik weleens een Billy in elkaar heb proberen te zetten, zonder vooraf aandachtig de handleiding te hebben geraadpleegd. Geen aanrader. Aegon heeft speciaal voor ons allemaal het ‘Aandacht-gesprek’. Ik stel me zo voor dat ik samen met mijn eigenste Aegon adviseur - is het al te snel om hem vriend te noemen? - samen een hapje ga eten en dan lekker doorzak in een kroeg op het Wilhelminaplein waarbij we het leven in detail doornemen.

Bij IKEA wordt alles mooier met

Nu, een jaartje of 25 later, kom ik nog steeds regelmatig bij mijn moeder - ze woont inmiddels in een seniorenflat. Ze ziet ons hele gezin graag langskomen, en dan gaat de televisie uit. Ze voelt zich soms eenzaam. Het is voor mij lastig om veel vaker langs te gaan. Een mens van Menzis heeft ze nog niet gezien. Misschien toch mijn nieuwe beste Aegon-vriend maar eens vragen om bij haar langs te gaan.

Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in HumanTechnology Interaction

In every Cursor staff from the human-oriented program Psychology & Technology Cursor will be taking a closer psychological look at students, teachers, labs, technical artifacts, the workplace, the scientific business, campus, education, and websites.

Everything becomes more beautiful with attention Shortly after I had left my parental home (a long, long time ago) I regularly paid a visit to my parents. They would be watching The Bold & The Beautiful, an endless soap - and I really mean endless - in which the actors struck up relations in any and every conceivable combination and permutation. The reason I know this, is to do with the fact that the TV set was seldom switched off during my visits. When after a cup of coffee I would then stand up to leave again, my mother often said: “Strange, I feel as if I’ve hardly

spoken to you at all”. That was usually a fairly accurate assessment. It seems to be the paradox of technology - the more time we have won in an industrious existence thanks to technological progress, the less attention we really pay to each other due to that same technology, in the here and now. TV has been competing for this for many years, and is now joined in this battle for attention by mobile phone, email, WhatsApp, Twitter, Facebook and Instagram. Attention is a scarce commodity, and this scarcity makes

it all the more valuable. Which has not gone unnoticed. Attention, if anything in healthcare is crucial, it is that. Those are not my words, but the words of healthcare insurer Menzis, in a TV commercial. In the background we hear the dreamy song Somewhere over the Rainbow. Eyewish, too, says it ‘likes to give some extra attention to our customers’. And concludes with the unsurpassed catchphrase ‘Eyewish, more eyes for you’. No doubt the champagne corks at the advertising agency that has come up with this slogan are still firmly lodged in the

gypsum plasterboard ceiling system. At IKEA everything becomes more beautiful with attention. That claim I can personally endorse without any shadow of a doubt, as I have once tried to assemble a Billy bookcase without first meticulously consulting the manual. Not a claim to be proud of. Aegon has the ‘Attention talk’ especially for all of us. I am picturing myself having a bite to eat together with my very own, personal Aegon adviser - is it too soon to call him a friend? - and then getting tight in a pub at Wilhelminaplein where we discuss life in every little detail.

Now, some 25 years later, I still regularly see my mother - who now lives in a flat for the elderly. She likes it when our whole family pays her a visit, and the TV set is switched off straight away. She sometimes feels lonely. It is difficult for me to see her more often. So far she has not seen any man from Menzis. Maybe I should ask my new best Aegon friend to drop in on her.

Wijnand IJsselsteijn | Professor of Cognition and Affect in Human-Technology Interaction


12 | Focus

12 mei 2016

Kijkje in het huishulp

Text | Judith van Gaal Photos | Bart van Overbeeke De drankjes serverende en zelfstandig werkende drones in het ‘eerste dronecafé ter wereld’ van team Blue Jay stonden de afgelopen tijd volop in de spotlights - in binnen- en buitenland. Het kostte de twintig teamleden negen maanden hard werken om hun prototype drones drankjes te kunnen laten serveren tijdens het Dream & Dare Festival. Maar hoe werken ze en wat kunnen we in de toekomst verwachten? Projectmanager Sil Schouten en software architect Daan Streng geven een technisch inkijkje in de drone die de eerste stap is op weg naar een goedwerkende vliegende huishulp.

De navigatie | Bovenop zit een minuscule camera - vergelijkbaar met die op een smartphone - waarmee de drone naar boven kijkt en met hulp van de software speciale Philipslampen kan herkennen. Die lampen zenden een signaal uit en daardoor kan de camera de lampen ‘herkennen’ en de locatie bepalen. Deze technologie staat bekend als visible light communication. De drone koppelt die infomatie dan weer aan de geüploade plattegrond van de omgeving. Daan: “Je creëert als het ware een virtuele wereld. , Zo registreert ie het bijvoorbeeld als er een muur is en de andere kant op moet vliegen. Dat hoeft overigens niet daadwerkelijk een muur te zijn; in het dronecafé hadden we de touwen aan de zijkant als muur gedefinieerd. De drone zoekt dan een ander pad.”

Noodstop |

Druk je op de rode knop of belandt de drone daarop, dan wordt de stroom direct totaal afgesloten en staan de motors meteen stil.

De propellers | De meeste quadcopters werken met vier

propellers met elk drie bladen en Blue Jay heeft - onder meer vanwege de tijdsdruk - deze ‘standaard’ propellers geïntegreerd. Uit een bachelor-eindproject is wel gebleken dat twee bladen een stuk efficiënter zou kunnen werken. Sil: “Hoe groter de bladen, hoe effectiever. Ook verwachten we dat twee grote propellers die tegen elkaar in bewegen beter werkt dan vier kleine - waarvan er twee linksom en twee rechtsom draaien.”

‘Veiligheidsgaas’ |

Sil: “Dit blauwe plastic net zit erop om te voorkomen dat mensen met hun handen in de propellers kunnen komen en om een veilige uitstraling te ‘creëren’. We hebben het niet helemaal dichtgemaakt, omdat dat de drone erg vertraagt.”

De drone van de toekomst | Daan en Sil zien nog volop verbetermogelijkheden voor hun drone, die er nu vooral op was gericht om drankjes te kunnen bezorgen tijdens het Dream & Dare Festival. Sil: “We willen alles integreren, zodat het één geheel wordt. Als materiaal denken we aan carbon. Als we de motoren die boven de propellers worden geplaatst omdraaien en van vier naar twee propellers gaan, maakt dat de drone waarschijnlijk efficiënter.” Daan: ”De software moet in principe helemaal opnieuw worden geschreven, dat is nu een grote bende. Bovendien willen we alle software op de drone hebben. En de drone hoeft niet muisstil te zijn, maar we willen wel kijken hoe we ‘em wat minder luidruchtig kunnen maken. De ring lijkt als klankkast te fungeren.” Binnenkort vergadert het team over de volgende stappen. Uiteindelijk wil Blue Jay een goedwerkende vliegende huishulp ontwikkelen, die bijvoorbeeld mensen die slecht ter been zijn kan helpen met spullen oppakken. Met de brandweer van veiligheidsregio Brabant-Zuidoost hebben de studenten ook al gebrainstormd over een functie waarbij de drone een mini-blusstaaf kan oppakken zodra hij rook detecteert.

Flexibele grijpers | Sil: “De grijpers zijn

flexibel gemaakt, zodat ze gemakkelijk kunnen bewegen en voorwerpen van verschillende groottes er goed in blijven ‘hangen’; van druif tot spaflesje. Uit testen is gebleken dat het draagvermogen 350 gram is; precies het gewicht van één blikje. Het idee van de flexibele grijpers is gebaseerd op een product van het bedrijf Festo. We hebben ze gemaakt van een 3D-print van Flex45 - een kunststof materiaal. Grappig detail: speciale tape voor een goede ‘grip’, die na een maand uit de VS werd geleverd, bleek voor te weinig frictie te zorgen. Eenvoudige post-elastieken hadden een veel beter effect.”


Focus | 13

See for news www.cursor.tue.nl/en

brein van de vliegende van de toekomst Menu lezen en gezichten detecteren |

Daan: “De camera aan de voorkant herkent eerst de vier witte rondjes aan de zijkant van het menu en vervolgens detecteert hij het als er een vinger over de rest van het menu gaat. Bovendien ziet ‘ie of er aan een tafel mensen zitten of dat de tafel leeg is. Gezichten kan de drone wel detecteren, maar niet herkennen.”

De software | Het grootste gedeelte van de navigatiesoftware draait op de

Raspberry Pi - vijf drones op versie 2 en één op versie 3 - waarbij de laatste een veel groter werkgeheugen heeft en vier keer zo snel is, vertelt Daan. Hiermee communiceert de drone ook met het grondstation - een losse pc. Aan de Raspberry’s zijn ook de camera’s gekoppeld. Daaronder, ook in het witte blok, zit Pixhawk; een open-sourcesysteem dat op vliegen is gericht. Daan: “Dat zorgt er puur voor dat de drone de lucht in kan, maar via de Raspberry bepaal je hoe hard de drone kan, welke richting ‘ie uit kan, enzovoort.”

Stevige ring | De ring is gemaakt van een schuimlaag die met hulp van een hotwire (snelwerkende hete draad) is uitgesneden. Ter versteviging zit daar een laag glasvezel omheen. Die stevigheid bleek onder meer uit de crashtest, toen de ring nauwelijks schade opliep. Daaromheen zit weer een elastische doek, voor de afwerking. Verf blijkt minder goed te werken, dat tast de schuimlaag aan.

Facts and figures |

• De drones wegen 1.900 gram. De batterijen zijn met 400 gram het zwaarste gedeelte. • Ze zijn afgesteld op 2 meter per seconde vliegen en de maximumsnelheid is 15 meter per seconde. • Op twee losse lipo-accu’s kan de drone vijf minuten achter elkaar vliegen. • De doorsnede (inclusief ring) is 56 centimeter. • De drones hebben namen gekregen; Carbling, Carbeun, Carblauw, Carpaars, Carbonkel en Carbaas.

A glimpse into the brain of the flying home help of the future The drones serving drinks and working independently in ‘the world’s first drone cafe’ run by Team Blue Jay have been in the spotlight in recent weeks. How do they work and what can we expect in future? Atop the drone sits a tiny camera that the drone uses to look upwards and ‘recognize’ special Philips lamps. These lamps emit a signal that the camera picks up and uses to establish its location. This technology is known as visible light communication. The drone links this information to an uploaded map of its surroundings. It’s all about creating, as it were, a virtual world. Flexibility has been built into the grippers, so that they can move easily and objects of various sizes stay firmly in their grasp. The bearing capacity is 350 gram; exactly the weight of a can. Most of the navigation software runs on a Raspberry Pi computer, which the drone also uses to communicate with the ground station - a free-standing PC. The cameras are also Raspberry Pi modules. All this runs on a Pixhawk platform: an open-source system designed especially for flight. Ultimately, Team Blue Jay is keen to develop a flying home help that really works and can, for instance, help people with mobility issues to pick up objects.


14 | Uitgelicht

12 mei 2016

Bert Blocken (42) kreeg al jong te horen dat er een ingenieur in hem school. Als tweede uit zijn woonplaats Onze-LieveVrouw-Hoeselt ging hij studeren aan de universiteit. Nu is hij hoogleraar Bouwfysica aan de TU/e en in deeltijd aan zijn alma mater, de KU Leuven. Zijn passie voor wiskunde komt hem van pas in zijn onderzoek naar de effecten van wind in de stad en naar aerodynamica in de sport, zoals bij het wielrennen. Nog dit jaar verrijst aan de oostzijde van de campus een windtunnel waar zijn promovendi op een steenworp afstand hun onderzoek kunnen doen. Onlangs is er een intensieve samenwerking gestart met wielerploeg LottoNL-Jumbo die moet uitmonden in diverse onderzoeksprojecten.

Gegrepen door de wetenschap van wind Tekst | Joep Huiskamp en Han Konings Foto | Bart van Overbeeke

Zijn kamer op de zesde etage in Vertigo maakt op het eerste oog een wat chaotische indruk. Duidelijk de werkruimte van een onderzoeker die veel ijzers in het vuur heeft. Zo lanceerde hij in 2014 de eerste, en ook direct succesvolle MOOC van de TU/e. Uit de stapels paperassen weet Blocken direct het juiste document tevoorschijn te toveren als hij een schets van de windtunnelin-wording wil laten zien. Een project waar hij veel tijd en energie in heeft gestoken en dat nog voor het einde van 2016 werkelijkheid gaat worden. Blocken verzuimt niet te vermelden dat hij hierbij veel en zeer goede ondersteuning heeft gehad van de afdeling Inkoop en Dienst Huisvesting. “We hebben moeten werken met een zeer krap budget, 1,4 miljoen euro, maar met de hulp van deze twee afdelingen is het gelukt om straks een heel mooie faciliteit neer te zetten. Dat gaat ons onderzoek een enorme boost geven.” Volgens de hoogleraar zal de windtunnel nog dit jaar de deuren kunnen openen. Als jongetje kreeg Blocken al te horen dat er een ingenieur in hem school. “Wiskunde werd op de middelbare school echt mijn passie. Natuurkunde en scheikunde boeiden me toen niet bijzonder. Later heb ik de schade wel ingehaald, in mijn huidige vak is fysica natuurlijk een fundament. Ik was uit Onze-Lieve-Vrouw-Hoeselt, Vlaams Limburg, de tweede die aan de universiteit ging studeren.

De eerste twee jaren kregen we heel veel wiskunde, een beetje natuuren scheikunde en nauwelijks wat anders. Ik vond dat fantastisch. Na het tweede jaar koos ik voor civiele techniek, met als afstudeerrichting dynamische structuur­ analyse. Rekenen met eindige elementencodes aan schadedetectie in bruggen, dat soort dingen. Mijn vader had stilletjes gehoopt dat ik zijn bedrijf in de productie van isolatiemateriaal zou overnemen, maar de wetenschap trok me meer. Hij was ontgoocheld toen ik na mijn afstuderen ook nog eens ging promoveren in de bouwfysica. Ik zag al die wiskundige kennis die ik had opgedaan als een investering en ik wilde die ook verder toepassen in mijn vak. Het is niet echt de hardcore wiskunde die me trekt, maar differentiaalvergelijkingen opstellen, afleiden en toepassen vind ik interessant. We rekenen bijvoorbeeld aan ventilatieproblemen in de Amsterdam Arena en dan vind ik het leuk om in detail te kijken naar numerieke fouten die er in die berekeningen insluipen. Het is voor mij een soort hobby om daar echt heel diep in te duiken.” In Leuven was hij de eerste promovendus van Jan Carmeliet, die later ook deeltijdhoogleraar werd aan de TU/e. “Ik hield me bezig met slagregen en dat onderwerp werd in die tijd ook aan de TU/e onderzocht. In 1999

bezocht ik Eindhoven voor het eerst. De groep van Jacob Wisse organiseerde een tweedaagse workshop met de Canadese hoogleraar Ted Stathopoulos, nu distinguished professor en eredoctor en adviseur voor de windtunnel die we aan het bouwen zijn. Carmeliet heeft geprobeerd een positie voor mij te creëren aan de KU Leuven, maar dat was een langdurig proces. Uiteindelijk vertrok hij zelf naar de ETH in Zürich. In 2006 kreeg ik een aanstelling als universitair docent aan de TU/e in de groep van hoogleraar Jan Hensen. Oorspronkelijk zag ik dat als een aanloop om terug te keren naar Leuven, maar ik had het al snel erg naar mijn zin in Eindhoven.”

Windluifel tegen windoverlast in de Nieuwe Emmasingel Met zijn onderzoek richt Blocken zich op de effecten van wind in de stad. Twee jaar geleden haalde hij nog uitgebreid het nieuws met zijn onderzoek naar windturbines die waren opgehangen tussen twee gigantische wolkenkrabbers in Bahrein. Blocken toonde aan dat die turbines veertien procent meer

energie hadden kunnen opleveren als de gebouwen juist de andere kant op waren gericht. In Eindhoven ontwierp hij vorig jaar met zijn groep een windluifel om de windoverlast in de Nieuwe Emmasingel te bestrijden. Dankzij de luifel ervaren de bezoekers van deze winkelstraat nu een windkracht die negen keer kleiner is dan daarvoor het geval was. Een jaar of tien terug breidde hij zijn onderzoeksterrein uit naar de sport. “Uit mijn Leuvense tijd - ik reed lokale wielerwedstrijden en stond toen nog zoals ze zeggen messcherp - kende ik professor Peter Hespel, die wetenschappelijk begeleider was van de Vlaamse wielerploeg Quickstep. Hij had behoefte aan deskundigheid op het gebied van aerodynamische berekeningen aan wielrenners. Het was bekend dat het voor een wielrenner effect heeft om achter een volgauto te rijden, maar wij hebben ontdekt dat ook vóór een auto rijden effect heeft. Daar zijn de regels niet op ingesteld. Professionele wielerploegen waren ook verbaasd dat de laatste positie in een zogenaamd treintje bij een ploegentijdrit niet de beste is, maar juist de voorlaatste. De vertaling van dat soort kennis in een strategie is niet vanzelfsprekend. We zijn nu met nieuw onderzoek bezig over hoe je het beste in een tijdrit van achter terug naar voren moet gaan. Renners hebben intuïtief de neiging om heel dicht bij de groep die in een treintje rijdt te blijven rijden,

omdat ze dan meegezogen zouden worden. Maar eigenlijk is dat de slechtste positie, door de sterke luchtstroom die langs de renners schiet.”

“Motorrijder vlak achter wielrenner kan beslissend tijdsvoordeel opleveren” Vorige week kwam op dit vlak nog meer nieuws naar buiten. Onderzoek dat de groep van Blocken samen met de KU Leuven en de Universiteit van Luik had uitgevoerd, toont aan dat een motorrijder vlak áchter een wielrenner - op zo’n kwart meter - de luchtweerstand van de renner tot bijna negen procent vermindert. “Bij drie motoren gaat het zelfs om een afname van ongeveer veertien procent. Uit wedstrijdbeelden kun je opmaken dat deze korte afstanden niet ongewoon zijn in wielerkoersen. In een korte tijdrit, zoals vaak het geval is bij een proloog, kan dit een beslissend tijdsvoordeel opleveren. Het omgekeerde kan echter ook. Een motor die dicht naast een renner rijdt, kan die renner al snel enkele seconden nadeel opleveren. We adviseren de internationale


See for news www.cursor.tue.nl/en

Uitgelicht | 15


16 | Uitgelicht

wielerunie UCI dan ook om de minimale afstand van motoren op renners, mede met het oog op de veiligheid, te vergroten tot twintig of dertig meter.” Zijn onderzoek naar sportaero­ dynamica kreeg twee jaar terug een enorme impuls toen de TU/e hem vroeg een MOOC te ontwikkelen over dit onderwerp. “We hebben toen veel nieuw materiaal ontwikkeld en zijn bijvoorbeeld in het Koning Boudewijnstadion gaan filmen terwijl Usain Bolt er hardliep. De eerste serie had een bereik van ongeveer achttienduizend mensen, dat is gezien de geringe omvang van het vakgebied mooi. Het is nu net een TU/e-vak geworden, waar dit jaar 38 studenten op hebben ingetekend.” Het produceren van de MOOC leverde hem wel een groot gat op in zijn publicatie-output en project­ acquisitie. Maar het heeft hem ook veel onverwachte voordelen opgeleverd. “Zo’n MOOC maakt de wereld kleiner en het is een manier om een vakgebied min of meer te claimen. Door de exposure krijgen

12 mei 2016

we steeds meer uitstekende promovendi van over de hele wereld, die bovendien hun eigen financiering meebrengen.” Het project waar hij al jaren aan werkt, de bouw van een eigen windtunnel op de campus, gaat nog in 2016 gerealiseerd worden. “In de jaren zestig werd er badinerend voorspeld dat windtunnels in de toekomst alleen gebruikt zouden worden voor opslag van geprinte resultaten van computerberekeningen. Maar zelfs in de meest geavanceerde rekenprogramma’s voor de krachtigste computers zitten aannames. Zowel in de sport als in de gebouwde omgeving hebben we te maken met een heel breed spectrum van tijd- en ruimteschalen. Je moet aannames maken en die leiden tot fouten. Je moet altijd ijken en modellen valideren. Wil je artikelen publiceren in de tijdschriften die ertoe doen, dan kom je er niet in zonder zo’n validatie. Een echt belangrijk gebouw wordt niet alleen op de computer berekend, maar ook op schaal in een tunnel doorgemeten.”

“Een echt belangrijk gebouw wordt ook op schaal in een tunnel doorgemeten” Op dit moment maken Blocken en zijn promovendi voor hun onderzoek vaak gebruik van de wind­ tunnel van de Universiteit van Luik. “Onze windtunnel, een zogeheten atmosferische grenslaagtunnel, is complementair aan die Luikse tunnel. De TU/e is straks de eerste universiteit in Nederland met dit type windtunnel, waarin de windstromen tot vlak boven het aardoppervlak nagebootst kunnen worden. Daar vinden namelijk grote variaties plaats in richting en sterkte. In onze tunnel kunnen met gebruikmaking van schaalmodellen windhinder, windbelasting en andere windeffecten rond gebouwen,

schepen en sporters nauwkeurig worden nagebootst. Dat met maximale snelheden van zo’n dertig meter per seconde en rekening houdend met de invloed van omliggende gebouwen en andere obstakels.” Met de wielerploeg LottoNL-Jumbo heeft Blocken onlangs een samenwerking gestart. “We gaan alle renners uit hun ploeg met een laser inscannen en maken op basis daarvan van elke individuele renner een schaalmodel. Dat model wordt tot op hun huidplooien nauwkeurig. Met die schaalmodellen gaan we in de windtunnel onderzoeken hoe zij hun ploegentijdrit zo ideaal mogelijk kunnen rijden. In welke volgorde moet dat en hoe kan het aflossen het beste gebeuren. Dat voor een complete ploeg, maar ook als er een of meerdere renners onderweg afvallen.” Blocken heeft veel waardering voor de universiteit waar hij tien jaar geleden van start ging. “De atmosfeer binnen de faculteit en universiteit is wat mij betreft vriendschappelijk, oprecht en

eerlijk. Mensen zijn bereid elkaar echt te helpen. Het is wel een belemmering dat iedereen zo superdruk is. Jonge mensen denken vaak dat te weinig geld het probleem is in het leven, maar het ontbreken van tijd vind ik veel nijpender. Het aanvragen van onderzoeksmiddelen in een context van overdreven schaarste en soms dubieuze evaluatieprocedures, is een bijzonder efficiënte manier om tijd te verspillen en dat is frustrerend. Ook zou ik wel wat meer tijd willen hebben om te wielrennen, bijvoorbeeld.” Hij zegt wel eens gepolst te worden voor een functie aan een buitenlandse universiteit, “maar ik ben vrij honkvast. Bovendien zou ik me zeer bezwaard voelen om zomaar te vertrekken, omdat er veel in mijn groep is geïnvesteerd, zoals nu met de bouw van de windtunnel. Het heeft een tijd geduurd voor mijn groep goed op poten stond en het bestuur van Bouwkunde heeft een belangrijke koerswijziging ingezet met een sterke focus op excellent onderzoek. Nu pas krijgen we return on investment.”

“Ook Stella kan straks in de windtunnel” De bouw van de windtunnel aan de oostzijde van het TU/e-terrein, achter het gebouw voor Berging Bijzondere Chemicaliën (BBC), zal door twee partijen worden uitgevoerd. Bouwbedrijf Huybregts Relou, dat momenteel op de campus ook de woontoren van Vestide bouwt, zet het pand neer en het Duitse bedrijf Windtunnel24 levert en plaatst de windtunnel. Blocken: “Die beide partijen moeten dat in goede onderlinge afstemming gaan doen. Windtunnel24 biedt ons voor een zeer scherpe prijs een heel goede windtunnel. Het totale budget voor windtunnel en meetapparatuur is 1,4 miljoen euro groot.” Naast het gebruik door de promo­ vendi uit de groep van Blocken, moet de tunnel ook commercieel worden uitgebaat. Blocken noemt het businessplan “realistisch” en “voorzichtig ingestoken”. “Maar ik zou ontgoocheld zijn als we over drie jaar enkel break-even draaien. De komst van de windtunnel biedt ons straks veel meer flexibiliteit en tijdwinst. En bespaart heel wat kosten. Een dag in de windtunnel kost je al snel 6.000 tot 8.000 euro. Effectief kun je dan zo’n kwartier metingen doen, de rest van de tijd ben je kwijt aan voorbereidingen. Als je onderzoek doet in een externe tunnel, kun je niet snel nog even iets aanpassen.

Dat is hier straks wel mogelijk.” Het deel van de windtunnel waar de metingen in verricht worden, is 27 meter lang, 3 meter breed en 2 meter hoog. Ondanks die ‘bescheiden’ afmetingen qua

breedte en hoogte, kunnen er volgens Blocken straks ook metingen in verricht worden aan bijvoorbeeld de opvolger van zonnewagen Stella Lux. “Met wat aanpassingen in de tunnel en conversie naar zogenaamde ‘open

sectie’ is ook dat mogelijk. Maar doorgaans zullen we natuurlijk met schaalmodellen werken.” Ward Derix van Dienst Huisvesting zegt dat de windtunnel er voor het einde van dit kalenderjaar zal

staan: “Oktober was de planning, maar bij zowel het bouwbedrijf als de leverancier van de windtunnel is enige vertraging opgetreden.” Op dit moment kan hij nog niet zeggen wanneer de bouwactivi­ teiten precies van start gaan.


Zoom in | 17

See for news www.cursor.tue.nl/en

Captivated by the science of wind His room on the sixth floor in Vertigo looks a bit chaotic at first sight. Clearly this is a room of a researcher who has a large number of irons in the fire. Thus, in 2014 he launched the first, immediately successful MOOC of TU/e. From among the piles of papers Blocken at once manages to conjure up the appropriate document when he wants to show a sketch of the wind tunnel-to-be. A project into which he has put a great deal of time and energy and which will be reality before the end of 2016. Blocken is quick to state that he has had a lot of very good support from Procurement and from Real Estate Management. “We have been forced to work with a very tight budget of 1.4 million euro, but thanks to the help of these two departments we have succeeded in bringing about a very fine facility indeed. It will give our research a tremendous boost.” The professor expects that the wind tunnel will open its doors even this year. In his research Blocken focuses on the effects of wind in the city. Two years ago he was all over the news with his research into wind turbines that had been suspended between two huge skyscrapers in Bahrein. Blocken showed that those turbines could have yielded fourteen percent more energy if the buildings had faced in the opposite direction. In Eindhoven last year he and his group designed a wind canopy to combat the wind nuisance in Nieuwe Emmasingel. Thanks to this canopy, visitors of this shopping street now experience wind force nine times smaller than before. Some ten years ago he expanded his research area to sport. “From my time in Leuven - I took part in local cycling races and at that time I was still razor-sharp, as they say - I knew Professor Peter Hespel, who was the scientific coach of the Flemish Quickstep squad. He needed expertise in the area of aerodynamic calculations regarding racing cyclists. While it was known that there is a beneficial effect for a cyclist to ride behind an official following car, we discovered that there is also an effect when riding in front of a car. The rules have not been drafted to take that into account. Professional cycling teams were also surprised to hear that the last position in a so-called train during a team time trial is not the best one, but the penultimate one. The translation of that kind of

knowledge into a strategy is not self-evident. At present we are involved in new research into the best way to move up from the back to the front in a time trial. Racers are intuitively inclined to stay very close to the group that is riding in a train, assuming that they would then be sucked along. In fact, however, that is the worst position, due to the strong airflow that is moving along the riders.”

“Motorcyclist right behind the cyclist may yield a decisive time advantage” Last week more news was published in connection with this. Research carried out by the group of Blocken together with KU Leuven and Liège University shows that a motorcyclist riding right behind a racing cyclist - at say 0.25 meter - reduces the drag of the cyclist by up to almost nine percent. “In case of three motorcycles this even involves a reduction of about fourteen percent. If you look at footage from races you can deduce that these short distances are far from unusual in cycling races. In a short time trial, as is often the case in a prologue, this may lead to a decisive time advantage. The reverse is also possible, though. A motorcycle riding closely beside a rider can easily lead to several seconds of

time loss. We therefore advise the UCI (International Cycling Union) to increase the minimum distance between motorcycles and racers to twenty or thirty meters, also with a view to safety.”

“A really important building is also measured by means of a scale model in a tunnel” The project that he has been working on for years, the construction of a wind tunnel on the campus, will be realized even in 2016. “In de the 1960s it was predicted facetiously that wind tunnels would in the future only be used for the storage of printed results of computer calculations. However, even the most sophisticated calculation programs for the most powerful computers include assumptions. Both in sport and in the built environment we are dealing with a very broad spectrum of time and space scales. You have to make assumptions and they will lead to mistakes. You always need to calibrate and validate models. If you want to publish articles in the journals that really matter, such a validation is indispensable. A really important building is not

Bert Blocken (42) was still young when he heard that he was the stuff engineers are made of. Now he is a Professor of Building Physics at TU/e and works part-time at his alma mater, KU Leuven. His passion for mathematics serves him well in his research into the effects of wind in the city and into aerodynamics in sport, as in cycling. Even this year a wind tunnel will be erected on the east side of the campus where his PhD candidates can conduct their research within a stone’s throw. Recently intensive cooperation has been started with LottoNL-Jumbo cycling team which is to result in various research projects.

calculated on the computer alone, but a scale model of it is also measured in a tunnel.” At this moment Blocken and his PhD candidates often use the wind tunnel of Liège University for their research. “Our wind tunnel, a so-called atmospheric boundary layer tunnel, is complementary to the tunnel in Liège. TU/e will be the first university in the Netherlands with this type of wind tunnel, in which the wind flows can be mimicked to right above the earth’s surface. After all, that is where the big variations in direction and force occur. In our tunnel we use scale models to carefully mimic wind nuisance, wind load and other wind effects around buildings, ships and sportsmen and sportswomen. We do so with maximum velocities of some thirty meters per second and take the influence of surrounding buildings and other obstacles into account.” Blocken has recently started his cooperation with the LottoNL-Jumbo team. “We are going to scan all the riders from their squad with a laser and make a scale model of each individual rider on the basis of that. That model will be detailed right down to their skin folds. By means of those scale models we are going to investigate in the wind tunnel what the optimum way is for them to organize their team time trial. In which sequence should they do this and what is the best way in which they can they relieve each other. This will be calculated for a whole team, but also for situations

in which one or more riders drop out before the finish.” Blocken feels great appreciation for the university where he started ten years ago. “Speaking for myself, the atmosphere within the department and the university is congenial, sincere and honest. People are genuinely prepared to help each other. The only impediment is that everybody is so extremely busy. Although young people often think that a lack of funds is the problem in life, I find the lack of time much more of an obstacle. Applying for research resources in a context of excessive scarcity and at time questionable evaluation procedures, is a particularly efficient way of wasting time, which is frustrating. In addition, I would like to have some more time to cycle, for instance.” He says that occasionally he gets sounded out for a post at a foreign university, “but I am a bit of a stay-at-home. Besides, I would feel conscience-stricken to leave just like that, because so much has been invested in my group, as is the case now with the construction of the wind tunnel. It took a while before my group had enough air under its wings and the board of Architecture, Building and Planning has started a major policy change with a strong focus on excellent research. Only now do we get a return on investment.”


18 | Onderzoek

Lichtpsychologie in het wild

12 mei 2016

Als omgevingspsycholoog voelt Antal Haans zich aan de TU/e als een vis in het water. Als je het effect van de omgeving op het gedrag van mensen wilt bestuderen, is technologie namelijk een onontbeerlijk hulpmiddel. De universitair docent bij HumanTechnology Interaction is gespecialiseerd in het effect dat licht heeft op ons veiligheidsgevoel en de neiging tot agressie. Zo onderzoekt hij op Stratumseind hoe verlichting kan bijdragen aan een veiliger uitgaansleven.

Niet alleen bèta-wetenschappers en ingenieurs doen onderzoek in laboratoria; ook veel psychologische inzichten stammen uit het lab. Een mens in een psychologielab is in zekere zin echter niet anders dan een aap in een kooi: het is maar de vraag in hoeverre hij daar ‘natuurlijk’ gedrag vertoont. Dat is een kwestie die ook Antal Haans bezighoudt. “Laboratoriumexperimenten zijn vaak niet ‘ecologisch valide’”, zo formuleert de omgevingspsycholoog het probleem. “Zeker als het gaat om agressie; dan wordt bijvoorbeeld gekeken hoe hard de proefpersoon zich uitleeft op een boksbal. Of er wordt gevraagd om een hete saus in iemands eten te doen. Nou, ik ben echt wel eens kwaad geweest op iemand; maar ik heb nooit uit wraak hete saus toegediend. Echt realistisch wil ik dat niet noemen.” Aan de andere kant zijn realistische situaties vaak zo complex dat het erg lastig is om gedragingen toe te schrijven aan specifieke prikkels uit de omgeving. Haans is vanuit de TU/e verantwoordelijk voor het lichtonderzoek dat in de Eindhovense uitgaansstraat Stratumseind plaatsvindt in het kader van het project De-escalate. In samenwerking met onder meer de gemeente Eindhoven en Philips wordt daar gekeken hoe variabele (straat)verlichting kan worden ingezet om agressie te beteugelen. De eerste anderhalf jaar van het project hebben hem er nog eens van doordrongen hoe lastig psychologisch onderzoek ‘in het wild’ is. “We hebben ter plekke alle straatverlichting vervangen door ledlampen waarvan je de kleur vooraf kunt programmeren, of afhankelijk van de situatie kunt aanpassen vanuit het commandocentrum in de Oude Rechtbank. Maar licht is natuurlijk niet de enige factor die invloed heeft op het ontstaan van agressieve situaties. Er komt bijvoorbeeld ook nog veel geluid vanuit alle hoeken en cafés.” Nu kun je dergelijke verstorende invloeden best uit de onderzoeksAntal Haans op Stratumseind.

data elimineren, mits je voldoende metingen hebt. Maar daar wreekt het zich dat er eigenlijk niet zo veel incidenten voorkomen op Stratums­ eind. “Die straat heeft misschien niet zo’n goede naam, maar er gebeurt daar echt niet meer dan wat je kunt verwachten voor een uitgaansplek van die omvang.” En dat is volgens Haans onvoldoende om goede statistiek op te kunnen bedrijven. “Onze studenten zijn er regelmatig hele nachten om te observeren, bezoekers testjes te laten doen en te praten met politie, uitsmijters en barpersoneel, maar incidenten vinden natuurlijk altijd net plaats als je er niet bent.”

“Bij koel licht zien ze een man die is vreemd­ gegaan” Toch zijn er goede redenen om aan te nemen dat je met licht wel degelijk invloed kunt uitoefenen op het gedrag van (groepen) mensen. Haans noemt als voorbeeld de “schokkende” resultaten van een afstudeeronderzoek in zijn groep, waarbij proefpersonen een foto moesten beoordelen bij licht van een verschillende kleurtemperatuur - variërend van ‘warm’ licht met een gele ondertoon naar ‘koud’ licht dat meer naar blauw neigt. “Het bleek dat de situatie op een foto bij warm licht wordt beoordeeld als ‘man gaat naar zijn werk, vrouw staat in de deuropening’, terwijl de proefpersonen bij koeler licht eerder neigden naar interpretaties als ‘man is vreemdgegaan met de buurvrouw en wordt daarom het huis uitgezet door zijn vrouw’.” Om het gat tussen dergelijk laboratoriumonderzoek en het echte leven te overbruggen, is een deel van de Markthal van MetaForum door het Intelligent Lighting Institute van de TU/e


Research | 19

See for news www.cursor.tue.nl/en

omgebouwd tot een ‘living lab’. Aan het plafond zijn 32 witte ledlampen gehangen waarvan de kleurtemperatuur kan worden aangepast, en evenveel kleurlampen om de lichtkleur ook zichtbaar te variëren. Het effect van deze verlichting wordt van bovenaf geregistreerd met drie camera’s en twaalf Kinect-bewegingssensoren. “Met die apparatuur kunnen we - met behulp van dezelfde Open­ Remote software die we ook op Stratumseind gebruiken - de verlichting aanpassen en de afstand tussen personen bepalen, of zien wie met wie praat. We hebben bijvoorbeeld al gezien dat mensen bij een bepaalde dynamische verlichting dichter bij elkaar gaan staan. Het is echt een speeltuin voor omgevings­ psychologisch onderzoek. We doen nu nog experimenten met uitgenodigde proefpersonen, maar dat willen we uitbreiden met reguliere bijeenkomsten.” Net als op Stratumseind komen ook bij een studentenborrel veel mensen in variërende staat van dronkenschap in een kleine ruimte bij elkaar. Als tussenstap tussen laboratorium en uitgaansstraat - overzichtelijker dan de binnenstad, maar realistischer dan een labsetting - werd daarom gekozen voor de borrelruimte in Gemini als alternatieve experimenteerruimte voor een afstudeeronderzoek. Minder geavanceerd dan het ‘living lab’ in de Markthal, maar wel een situatie waar de betrokken studenten - van studieverenigingen Protagoras en Simon Stevin - zich helemaal thuis voelen. “Daaruit bleek ook dat licht een meetbaar effect heeft, maar je moet het vooral zien als een opmaat naar het echte veldonderzoek in de stad.”

Light psychology in the wild

As an environmental psychologist Antal Haans feels like a fish in water at TU/e. Indeed, if you want to study the effect of the environment on human behavior, technology is indispensable. The Assistant Professor at Human-Technology Interaction is specialized in the effect of light on our feeling of safety and our tendency towards aggression. For instance, at Stratumseind he is investigating how lighting can contribute to a safer night life.

De omgevings­ psycholoog waant zich aan de TU/e in een paradijs

Dat echte veldonderzoek, De-escalate, levert vooralsnog vooral veel kennis op over waar je allemaal tegenaan loopt bij psychologische experimenten ‘in het wild’. “Het is voor ons ook een les in methodiek”, zegt Haans eerlijk. “We gebruiken aangepaste testjes op de tablet die ontwikkeld zijn om agressie te meten in het lab, met plaatjes waarbij proefpersonen zich moeten inbeelden dat ze de hoofdpersoon

zijn en moeten aangeven wat ze daarbij voelen. Dat moet allemaal heel snel, want die mensen zijn een avondje stappen. Het kost veel tijd om dat allemaal uit te werken - te coderen -; dan pas kunnen we beoordelen hoe bruikbaar die informatie is.”

en te analyseren. Wat dat betreft bevindt Haans zich als omgevingspsycholoog op de TU/e in het paradijs, vindt hij. “Een combinatie van psychologie en technologie zoals wij die hier hebben, zie je nergens anders. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik hier mag werken.”

Moderne technologie is bij dit soort grootschalige real-life experimenten onontbeerlijk om data te vergaren

Tekst | Tom Jeltes Foto’s | Bart van Overbeeke

It is not only beta scientists and engineers who conduct research in laboratories; a great many psychological insights have been gathered in the lab as well. In a way, a human being in a psychology lab is not different from a monkey in a cage: the question is just to what extent he shows ‘natural’ behavior there. That is a question which also engages Antal Haans’ attention. “Laboratory experiments are often not ‘ecologically valid’”, is how the environmental psychologist formulates the problem. “Especially when it concerns aggression; then it is studied, for example, how hard the human subject lunges at a punching bag. I wouldn’t really call that realistic.”

It goes without saying that such disruptive influences can be eliminated from the research data, provided you have enough measurements. That is where the shoe pinches, though: in fact there are not that many incidents occurring at Stratumseind. “Whilst that street may not have a very good reputation, there is not more going on there than can be expected for an area of that size with so much entertainment.” And Haans is of the opinion that it is not enough to underpin sound statistics. “Our students regularly spend all night there to observe, have visitors do tests and talk to police, bouncers and bar staff, but incidents always seem to occur when you are not on the site.”

On the other hand, realistic situations are often so complex that it is very difficult to ascribe behavior to specific stimuli from the environment. On behalf of TU/e Haans is responsible for the light research that is taking place in Eindhoven’s nightlife street Stratumseind within the framework of the De-escalate project. In cooperation with parties including the municipality of Eindhoven and Philips it is investigated how variable (street) lighting may be deployed to curb aggression. The first eighteen months of the project have brought home to him once more how complicated psychological research ‘in the wild’ is. “On the spot we have replaced all street lighting by LED lights whose color can be preprogramed, or adjusted from the command center in the Oude Rechtbank according to the situation. Of course, light is not the only factor to be considered when aggressive situations arise. For one, there is also a lot of noise coming from all corners and pubs and cafés.”

For the time being De-escalate yields a great deal of knowledge about the snags you encounter when conducting psychological experiments ‘in the wild’. “For us it is also a lesson in methodology”, Haans admits. “We use adjusted tests on the tablet that have been developed to measure aggression in the lab, involving pictures where subjects are asked to imagine they are the main character and indicate what their feelings are. All of that has to go very swiftly, for those people are having a night out. It takes a lot of time to elaborate everything - to code it -; only then can we assess how useful that information is.”


20 | Onderzoek/Research

12 mei 2016

Sluitstuk In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders en promovendi over hun (afstudeer)onderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Flexibele vinger aan de pols Draagbare meetapparaatjes, zoals stappentellers en hartslagmeters, worden steeds populairder bij mensen die hechten aan hun gezondheid. ID-studenten Stijn Zoontjens en Yannick Brouwer maakten als gezamenlijk afstudeerproject de Totem Pop, een open source health tracker die signalen van willekeurige sensoren kan inlezen en opslaan op een uitneembaar geheugenkaartje. De basis van de creatie van Zoontjens en Brouwer is de Totem Health Sensor, een apparaatje met ingebouwde versnellingsmeter, rotatiesensor en thermometer. “Zowel de hardware als de software hiervan is open source”, legt Brouwer uit. “Dat betekent dat je zelf kunt voortbouwen op het platform van Totem.” De beide vrienden besloten de mogelijkheid toe te voegen om analoge signalen van willekeurige sensoren in te lezen en op te slaan. Niet naar een server in Amerika, zoals bij commerciële health trackers vaak het geval is, maar gewoon op een SD-kaart. “Zo blijf je baas over eigen data”, zegt Zoontjens.

“Je kunt de geheugenkaart gewoon uitnemen en bijvoorbeeld aan je arts geven om te analyseren.”

Je blijft baas over eigen data De flexibiliteit van hun apparaatje - dat ze Totem Pop hebben gedoopt maakt het bovendien bij uitstek geschikt voor wetenschappers en ontwerpers, zo is de gedachte. Zoontjens: “Als wij en onze medestudenten bij Industrial Design een nieuw product ontwikkelen, willen we graag zo snel mogelijk kunnen testen of iets werkt, om vervolgens verbeteringen door te voeren en weer te testen.” Een platform waar je simpelweg sensoren in kunt pluggen en dat je kunt herprogrammeren met een app op de smartphone - een optie waar de afstudeerders nog aan werken is dan ideaal. Brouwer: “Nu moeten we nog vaak telkens een nieuwe printplaat nemen en daar compo-

Home Stretch Flexible finger on the pulse Portable measuring devices, such as step counters and heart rate monitors, are gaining in popularity among people who care about their health. In a joint graduation project, Industrial Design students Stijn Zoontjens and Yannick Brouwer made an open-source health tracker capable of reading signals emitted by arbitrary sensors and storing them on a removable memory card.

Zoontjens and Brouwer’s creation is based on the Totem Health Sensor, a device incorporating an accele­ ration meter, a rotation sensor and a thermometer. “Because both the Totem’s hardware and software are open source,” explains Brouwer, “anyone can develop the device.” The two friends decided to add the functionality of reading and storing analog signals emitted by arbitrary sensors. Not on a server in the US, as is often the case for commercial health trackers, but simply on an SD card. “That way you stay in charge of your data,” says Zoontjens. “You can simply remove the memory card and, say, give it to your family doctor to analyze.” Moreover, they believe, the flexibility of their little device - which they have dubbed Totem Pop - makes it ideal for scientists and designers. “If we and our fellow students at

Stijn Zoontjens (rechts) en Yannick Brouwer.

nenten op solderen. Dat wordt al snel ingewikkeld als je geen student Electrical Engineering bent, en het kleine formaat van draagbare apparaatjes maakt dat solderen extra lastig.” Nu de ontwerpstudenten een werkend prototype klaar hebben, zijn de reacties enthousiast. “Bij Totem zijn ze lang sceptisch geweest, maar lijken ze nu ook overtuigd dat dit een standaard kan worden”, zegt Zoontjens. “Ik heb mensen uit Delft al horen zeggen

dat zij ook heel graag over de Totem Pop zouden willen beschikken”, vult Brouwer aan. Er is dus goede kans dat hun project geen stille dood sterft. “Dat gebeurt helaas nog te vaak bij afstudeerprojecten. We gaan ook echt werk maken van de documentatie, en waarschijnlijk gaat er volgend jaar zelfs een team van studenten mee door”. Een gezamenlijk afstudeerproject is ook bij Industrial Design uitzonderlijk. “We hebben vooraf veel gediscussieerd over ons

afstudeeronderwerp, en we kwamen toen tot de conclusie dat we ongeveer hetzelfde wilden en elkaar goed zouden aanvullen”, legt Zoontjens uit. “Met z’n tweeën kun je veel verder komen, dachten we. Dus besloten we eens gek te doen en te kijken of het mocht; gelukkig is de faculteit best flexibel. En we hebben nog steeds geen ruzie gehad!”

Tekst | Tom Jeltes Foto | Rien Meulman

In Home Stretch, graduate students and PhD students talk about their thesis. Would you like to feature in this item, let us know at cursor@tue.nl

Industrial Design are developing a new product,” says Zoontjens, “we want to be able to test whether a function works as quickly as possible so that we can make improvements and repeat the testing.” For that, a platform that you can easily plug sensors into and that you can reprogram using a smartphone app - an option the final-year students are still working on - is just perfect. “At the moment we often have to take yet another new printed circuit board and solder components on to it,” says Brouwer. “Unless you are an Electrical Engineering student, that’s complicated stuff, and the small format of portable devices makes the soldering job especially tricky.” Now the design students have a working prototype ready, they are getting enthusiastic reactions. “For a long while, the people at

Totem were skeptical, but now they too seem convinced that this can be a standard product,” says Zoontjens. “I’ve already heard people from Delft saying they would really like to have the Totem Pop,” adds Brouwer. So there is a good chance that their project won’t be shelved. “All too often, unfortunately, that is the fate of graduation projects. We are going to invest time and energy in producing the documentation, and next year a whole team of students will likely take it further”.

Industrial Design. “Before we started, we discussed our graduation subject a lot, and we came to the conclusion that we wanted to achieve roughly the same thing and we would complement each other well,” explains Zoontjens. “We reckoned two people can get much further than one. So we decided to do something crazy and find out whether it was allowed; luckily the department is pretty flexible. And we still haven’t argued!”

You stay in charge of your data A joint graduation project is also unusual at the Department of

Text | Tom Jeltes Photo | Rien Meulman


Lustrum TU/e | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Negen x zestig Photos | Bart van Overbeeke Dromend van een zonnetje, durfden ruim 17.000 mensen het aan om - op enig moment - deel te nemen aan het meerdaagse verjaardagsfeest van de TU/e. Op donderdag afgetrapt met de ceremoniële dies natalis in de Catharinakerk. Tijdens het Dream & Dare Festival werden de bezoekers uitgedaagd: wie gaat abseilen van Vertigo, wie eet als toetje bij de community lunch een sprinkhanenlolly, wie wil een TU/e-tattoo, wie laat zich bedienen door een drone in het Drone Café? Ze werden vermaakt met optredens: de universiteitsprofessoren gaven lezingen tijdens de wetenschapsshow, BNN-presentatoren Tim en Valerio deden proeven bij de Science show en op het grote podium lieten Jett Rebel, Chef’ Special en Nielson het publiek meezingen. Voor langdurig chillen was het wat frisjes, maar áls het zonnetje doorbrak, boden de bootjes in de vijver een mooi rustmomentje. En - on the side - werd het wereldrecord bierkrattenbrugbouwen heroverd op Delft tijdens het feestje ter ere van zestig jaar TU/e.

oto

Ph

Nine x sixty Dreaming of a little sunshine, more than 17,000 people dared - at some point - to join TU/e’s multi-day birthday party. The ball was set rolling on Thursday with the ceremonial Dies Natalis in St. Catherine’s Church. Visitors were challenged during the Dream & Dare Festival: who wants to abseil down Vertigo, who will eat a grasshopper ice lolly for dessert at the community lunch, who wants a TU/e tattoo, who will let themselves be served by a drone in the Drone Café? Visitors were entertained with shows: at the Science Show, the university’s professors gave lectures and BNN presenters Tim and Valerio carried out experiments, and on the big stage Jett Rebel, Chef’Special and Nielson encouraged the audience to sing along. It was a little too cool to chill for any length of time, but when the sun did break through, boating on the pond offered a lovely moment of quiet. And, by the by, the world record for building a beer-crate bridge was regained from Delft during the party held in honor of TU/e’s sixtieth anniversary.

|

Kim

er lst Ba


22 | Zoom in

12 mei 2016

Eet Sma

Internationals a While there are many things to love about living in the Netherlands, Dutch food might not be one of them. What’s life like for internationals when they’re confronted with stamppot, drop and copious amounts of bread and cheese? Iranian Ellaheh Barzegar (32), is getting her PhD in the Department of Electrical Engineering: “Because I’m really into cooking, I really wanted to learn to make Dutch traditional food when I first moved here. But I almost couldn’t find any that was interesting.”

The Dutch diet

Wat de boer niet kent eet hij niet (What the farmer doesn’t know, he doesn’t eat) is a well-known Dutch expression and may provide a clue to the simplicity - some would argue monotony - of the typical Dutch daily diet: bread, bread, cheese, more bread, milk, and so on. As you may have witnessed at lunch time, many foreigners combat the “a-quickboterham-at-my-desk” culture by bringing their own food from home. Why do the Dutch eat the way they eat? Like with any cultural habit, it’s difficult to pinpoint one clear source for the customs and manners practiced in any given country. However, you might want to begin by looking back to theologian John Calvin - a 16th century French Protestant reformer whose religious ideas took hold in this country more strongly than in any other place. Calvin’s ideas about living a sober and modest lifestyle are still firmly entrenched in the Dutch psyche, even though today almost half of all Dutch people identify as non-religious. Societal changes in the 1960s and times of historical poverty have also played a role in shaping eating habits. “I always say that the Dutch only eat for survival and we eat to enjoy,” says Ellaheh Barzegar, continuing, “I said this to my supervisor and he said in Brabant they used to be very poor and that they were happy to just have potatoes.”

Our international foodies

“Food is very important in China. But it’s not only about filling your stomach. It’s also about social life. When we go to a restaurant, we never order separately. We share common dishes.” Xiangzhen Kong (25), is working on his PhD in the Innovations Sciences Department and arrived in Eindhoven last August. He’s slowly but surely adapting bits of his daily dietary routine to life in Eindhoven. “When I first came here, I insisted on cooking my own breakfast but later I got lazy and bought some bread. Another important thing in China is a heavy lunch. That’s why we have a nap after lunch. But here, there’s no time for that. Now I have a light lunch that I bring with me almost every day.” Akarsh Sinha (24), is a master’s student in the Mechanical Engineering Department. He’s from India and succinctly describes what good food means to him: “There are two words - mom’s love. Food is a pretty strong bond between me and my mom. Her food is the best.” Though he does love the many flavorful dishes native to his country, Sinha appreciates the practicality of Dutch food. “What I don’t like about Indian food is that we tend to make lots of curries and if you put it in a box, most of them will leak. It’s a good practice to take sandwiches to work. But for dinners, I always take the time to prepare Indian food.”

A parody on the famous Van Gogh painting ‘De aardappeleters’: ‘The kapsalon eaters’. In the red shirt on the left Akarsh Sinha.


Zoom in | 23

See for news www.cursor.tue.nl/en

akelijk:

and Food in NL “For most Iranians, food is one of the most important aspects of life. If they talk about a party, they think about what to eat. If they think about traveling, they think about what to eat. If it’s New Year’s, they think about what to eat,” explains Ellaheh Barzegar about her own culture’s approach to food. She arrived in 2008 and remembers her initial reaction to being served the traditional Dutch lunch. “It was really strange to me, especially for a conference or an event - it’s always bread and cheese and again bread and cheese. In Iran, lunch is the most important meal of the day.” Xiangzhen Kong elaborates more on the Chinese culinary character, “With Chinese food, we also value the colors and shapes of the dishes. You have to have a very beautiful display. But Dutch food, they mash everything together. It doesn’t look good but it tastes nice. I went to a Dutch friend’s home and they cooked three times for me. Every time it looked almost the same but it tasted different. I never can really tell what the ingredients are.”

Mmmmm… lekker!

Though traditional Dutch cuisine might leave you wanting, don’t get too discouraged. Things have been rapidly changing in the food scene here and more and more diverse products have found a home on Dutch grocery shelves. And don’t forget a few of the native gastronomic gems. There are some nibbles here that are sure to make your taste buds do a happy dance - apple pie, Gouda cheeses, French fries with mayonnaise, itty bitty Dutch shrimp, bitterballen and the perennial favorite of just about every international, stroopwafels! Akarsh Sinha isn’t only adapting for practical reasons, he’s actively finding the joys of eating in the lowlands. “I like Dutch food. It’s quite handy. If you’re rushing

in the morning you can grab bread and some cheese. I especially like the one that has cumin. In India, we mostly get cheddar. We don’t have this much of a variety of cheeses so it was like dreamland when I arrived here.” Sinha has also discovered the delights of a more recent addition to Dutch fare, the kapsalon (hair salon). Concocted in 2003 by a hairdresser in Rotterdam, a kapsalon is made from fries, topped with döner or shawarma meat, melted Gouda cheese, lettuce and finished off with garlic sauce and sambal, a hot sauce from the former colony of Indonesia. Want to eat all of your daily calories in one sitting? Look no further. Xiangzhen Kong has also found a few favorites: “I think hutspot is very delicious and convenient to cook. It’s really fast and you can throw all kinds of things in there. I also really love cheese and milk. I drink about 4 liters every week. And if I don’t bring my own lunch, sometimes I grab some bread and a croquette for lunch.” Feeling inspired to venture out of your culinary cubbyhole and try something new? While Dutch food can be found right around the corner, you may need to go further afield to try the cuisines of the folks interviewed here. Ellaheh says that she and her family head to Cologne for authentic and delicious Persian cuisine. Closer to home, Xiangzhen recommends Lung Hing as the place for real (read: not Indonesian) Chinese delights. As for the best Indian food in Holland? Most of TU/e’s Indians have told me time and again that The Hague is the place to go. Time for a field trip?

Text | Angela Daley


Overal waar dagelijks in groten getale mensen komen, raken dingen kwijt. Zo ook aan de TU/e. Cursor speurt de hokken en portiersloges af waar deze kwijtgeraakte spullen terechtkomen. We zijn vooral benieuwd naar het verhaal achter deze eenzame kwijtgeraakte wezen, maar hey: we zijn de beroerdste niet. Als rechtmatige eigenaren hun eigendommen herkennen, zorgen wij ervoor dat je het terugkrijgt. Tips? Mail naar cursor@tue.nl

Waar gevonden: grasveld tussen Zwarte Doos en Vertigo Wat is het: ’n diss Waarom: Ja, ‘wij’ TU/e’ers hebben het wereldrecord bierkrattenbrugbouwen heroverd op de Delftenaren, maar in de aanloop van deze recordpoging en het Dream & Dare Festival lag de hele campus aan deze zijde overhoop. Zo lagen er deze slangen (waarvoor? iets met water) op dit grasveldje. En ja, je ziet het al meteen: de slang is eigendom van de TUE (in lelijk handschrift met stift geschreven), maar de lolbroeken uit Delft hebben van de ‘E’ een ‘D’ gemaakt. TUD: Technische Universiteit Delft. FF dissen, ff op territorium piesen. Leuk onschuldig geintje, maar ik ben natuurlijk hardcore TU/e en vind dit niet kunnen en vind het dus ook lekker puh dat we het record weer in handen hebben. Maar then again, waar hebben we het over? ‘Bierkrattenbrug bouwen’? Ik ben er een beetje trots op omdat het wel moeilijk zal zijn én we Delft hebben verslagen, maar kom op: Stella, Blue Jay, Amigo: snap ik allemaal: technisch knap én maatschappelijk nut, maar een bierkrattenbrug?! Much ado about nothing. Bier is om te drinken (om bijvoorbeeld te vieren dat we beter zijn dan Delft!).

Dream and Dare

Zestig jaar bestaat de TU/e in 2016. Zestig jaar vol dagelijkse kleine en grote dromen en uitdagingen voor de mensen die er stude(e)r(d)en en werk(t)en. Cursor haakt graag aan op het ‘Dream & Dare’-lustrumthema van de universiteit met deze rubriek, waarin TU/e’ers zichzelf en elkaar uitdagen met prikkelende opdrachten.

de ZES Zo’n lijst met potentiële dares moet wel een beetje body hebben. Vanuit Eindhoven variërend op het thema ‘zestig’ is het dan een kleine stap naar Maleisië, dat 60 als landnummer heeft. Onze opdracht: ‘Krijg de Maleisische ambassadeur in Nederland (Den Haag) zover dat hij de TU/e feliciteert met haar 60-jarig bestaan via audio, video of op papier. Alternatief: dezelfde opdracht, maar nu met de Nederlandse ambassadeur in Kuala Lumpur’. Daar kon de Zweefvliegclub Eindhovense Studenten, kortweg de ZES, wel wat mee. Al was het maar omdat TU/epromovendus Alain Starke hiervoor bij de start van deze reeks al wat keurig voorwerk had verricht, uiteindelijk niet bruikbaar dankzij Cursors genadeloos strakke deadline. Eerlijk is eerlijk: we hadden méér verwacht van de ZES, de enige échte hoogvliegers binnen onze gemeenschap. En feit is: dat hadden ze zelf ook. Ze hadden dan ook een andere, meer uitdagende dare op het oog (iets met het College van Bestuur, wordt wellicht later deze jaargang vervolgd). Maar time flies even when you’re not yet having fun en met de aanvankelijke bereidheid tot medewerking binnen je eigen club valt het in de praktijk soms opeens ook wat tegen. Maar gelukkig was daar Harry om Edward Hyde, de wél bereidwillige secretaris der ZES, uit zijn dankzij Cursor licht wanhopige positie te bevrijden. Niet ‘Mister TU/e’ Harry Roumen, niet ‘Mister PSV’ Harry van Raaij, niet ‘Mister Professor’ Harry Timmermans, maar Harry Molenaar. Hagenees volgens zijn Facebook-profiel (doch niet te verwarren met ‘Haagse Harry’), sinds 2013 Nederlands ambassadeur te Kuala Lumpur. Eerder was hij onder andere al werkzaam van Irak tot Zambia, van Azerbeidzjan tot Zuid-Afrika. Zoals ze dan zeggen: he’s been around. In hoeverre Eindhoven op zijn reislijst staat, is ons niet bekend. Maar dat hij de technische universiteit hier een warm hart toedraagt, moge duidelijk zijn. Breed lachend poseert Molenaar vanuit Kuala Lumpur voor de foto, een geprinte felicitatie aan de jarige TU/e in zijn handen. Kijk, dát vinden we nou leuk - een hoogwaardigheidsbekleder die belangeloos wat van zijn ongetwijfeld kostbare tijd vrijmaakt voor deze laagdrempelige achterpaginarubriek. Vooruit, wel graag in ruil voor een verwijzing naar het twitteraccount @NLinMalaysia - maar daar gaan we, zuiver als we zijn, natuurlijk niet aan beginnen. Gelukkig deed tweedejaars student Werktuigbouwkunde Hyde de ambassadeur ook al een ánder mooi aanbod, in de vorm van een gratis vlucht met de ZES op vliegbasis De Peel “als jullie in Nederland zijn”. Komt niet alleen de ZES, maar ook de ambassadeur daar even goed weg, zeg. Voor hetzelfde geld was deze dare vacant gebleven en hadden de vólgende kandidaten hem benaderd, in ruil voor een sportieve ervaring met hén. En of Molenaar gediend is van een nat pak, wagen we te betwijfelen. De ZES nomineert namelijk de Eindhovense studentenwindsurf­vereniging WETH voor de vólgende aflevering in deze reeks - eveneens vrijwillig stoeiend met de elementen, maar dan, ehh, nátter. Met de nominatie wil de ZES volgens Hyde “onze goede relatie” een boost geven. En: “Wij willen wel eens zien wat WETH uit de kast kan halen.” Tekst | Monique van de Ven

Hello... world?

Comic | Elles Raaijmakers Inkleuren | Minke Nijenhuis

De spelregels • heb plezier! gevaar anderen niet in • breng jezelf of jou is uk wat niet van • maak niets st • steel niets film) alles, n eventueel ook • fotografeer (e ! wel bewijs zien want we willen stelde tijd ge de en nn bi g agin • vervul je uitd


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.