Vezelbanaan, Musa textilis | Musaceae De vezelbanaan is een – niet eetbaar - broertje van de banaan die we hier uit de winkelschappen kennen. Hij staat bekend onder vele namen: Manila hennep, Abaca, Canamo de Manila, Chanure de manille, Abaca manila, Pisang manila, Pisang benang, Pisang utan, Agotai, Agotag, Amoguid, Lanton, Samoro, Chuoi soi. Het gebied van oorsprong ligt in de Maleisische archipel maar inmiddels wordt de plant ook in de tropen van Zuid-Amerika geteeld. In Afrika vind je hem maar weinig. Het economisch leven van vezelbanaan is 6 tot 15 jaar. Na planten duurt het 1,5 tot 3 jaar voordat voor het eerst geoogst kan worden. Na bijgroei kan dan om de 3 of vier maanden opnieuw geoogst worden. De plant is 1,5 tot zes meter hoog en heeft niet een echte stam, maar spiraalsgewijs geplaatste, dicht op elkaar groeiende schachten. Dit zijn de hoofdnerven van de bladeren die een meter of meer lang en 60 centimeter breed zijn. De bladschachten bevatten de vezels waarom het te doen is. Nadat de schacht van de buitenste laag ontdaan is wordt hij handmatig of machinaal door een blok getrokken waarin een speciaal mes bevestigd is. Dit zorgt ervoor dat de vezels van elkaar gescheiden worden. Na dit strippen worden de vezels in de zon gedroogd. Daarna worden ze gesorteerd op kwaliteit. Deze wordt bepaald door sterkte, kleur, textuur, vezellengte en reinheid. De grootste producenten zijn de Philippijnen en Ecuador. Het bekendste product, dat van de vezels van de plant gemaakt wordt, is touw, onder andere trossen en tuigage voor de scheepvaart. Het is sterk, licht, duurzaam en bestand tegen zout water. Door concurrentie van kunststoffen is er nog maar weinig vraag naar dit touw. Ook kan je de vezels weven en er kleding en tassen van maken of verwerken in meubilair. Het grootste deel van de oogsten wordt tegenwoordig echter verpulpt om er dan speciale papiersoorten van te maken, bijvoorbeeld voor theezakjes, bankbiljetten en capsules voor medicijnen.
Abaca-vezels hangen te drogen op een abaca-plantage, Costa Rica. Foto: John Washington, en.wikipedia.org