PrimaOnderwijs #2 November 2025

Page 1


Voor alle professionals in het onderwijs

Nummer 2 / November 2025

madeleine vliegenthart

‘Het is aan de leraar om nieuwsgierigheid te stimuleren’

Verschijnt 5x per jaar

GA TOCH GAMEN

Over raakvlakken

tussen gamen en burgerschapsonderwijs

klapperende oren

Kinderen vanaf tien

jaar leren debatteren met respect

innerlijke ruimte

‘Burgerschap begint in de binnenkamer’, aldus Esther Ocheng

Hij deed eerst zo lief. Nu gaan mijn naaktfoto’s door de hele school.

Wist je dat 1 op de 2 jongeren te maken krijgt met online seksueel misbruik of seksuele intimidatie? Met de gratis les WTFFF?! x Stukje van mij zorg je samen voor een veilige (online) schoolomgeving.

Ga naar de gratis les WTFFF?! x Stukje van mij

werk in uitvoering!

De berichten liegen er niet om. We horen en zien polarisatie om ons heen, merken dat de democratie onder druk staat en worden geconfronteerd met bepaalde denkbeelden over vrouwen, niet-Nederlanders en religie. En dat maakt burgerschap nog steeds een heel actueel thema.

Ik weet niet hoe jullie het ervaren, maar ik kom polarisatie overal tegen: in het nieuws op televisie, op socials waarop mensen soms op een zeer respectloze manier reageren zonder enige onderbouwing. Zelfs in de politiek hoor je geschreeuw. Hoe zorg je nu voor een ander voorbeeld waarbij je kinderen en jongeren leert op respectvolle wijze hun mening uit te dragen en onderbouwen?

Conny Ettema is leerkracht en aanjager van debatteren op de school waarop zij lesgeeft. Dit draagt heel veel bij aan burgerschapsonderwijs. “Ik realiseerde me hoe belangrijk het is om kinderen bij te brengen wat vrijheid van meningsuiting is in een democratie. Niet iedereen denkt zoals jij, maar die mening mag er wel zijn. In een samenleving moet jij je kunnen inleven in de ander, dat geldt voor iedereen.” Ze merkte dat haar leerlingen dieper gingen nadenken, argumenten goed leerden onderbouwen en kregen door deze vaardigheden zelfvertrouwen. Lees het verhaal op 18

Klinkt als een best logische manier om een stukje burgerschap bij te brengen. Maar gamen inzetten? Dat ligt minder voor de hand. Want als we het over gamen hebben, dan hebben we het vaak toch over verslaving,

sociaal isolement en verslechtering van leerprestaties?

Ik ging in gesprek met Nils Vermeire die gamen in een gunstiger daglicht wil zetten. Daarbij maakt hij wel een onderscheid tussen gamen en dat wat hij ‘doemscrollen’ noemt. Is je interesse gewekt? Lees het verhaal met Nils dan op pagina 12

Weer een andere manier om burgerschap aan te vliegen is de manier waarop Esther Ocheng dat doet. Zij is muziekdocent, begeleider in het CoachLab en coördinator identiteit op het Corderius College in Amersfoort. Dagelijks ziet ze hoe leerlingen groeien zodra ze even stil mogen vallen, elkaar ontmoeten en zichzelf beter leren kennen. “Overal hoor je hoe leerlingen vermoeid en overbelast zijn. Goed voor jezelf zorgen houdt niet op bij eten en drinken. Het is ook zorgen voor je ziel – hoe je daar verder ook naar mag kijken.” Aanleiding voor dit gesprek is Duo Penotti, een schoolproject waarin leerlingen uit uiteenlopende achtergronden elkaar beter leerden begrijpen. Het begon bij een opstootje bij de kluisjes. In plaats van boos te worden, stapte Ocheng erop af. “Ik stelde vragen: wie zijn jullie, wat speelt hier, waar wringt het?” Lees op 38 hoe dit afliep.

Ik hoop dat jullie weer plezier beleven aan de nieuwe editie van PrimaOnderwijs. Ook ben ik benieuwd of jullie zelf inspirerende voorbeelden hebben. Aarzel niet om de redactie te mailen!

Veel leesplezier!

Wiesette Haverkamp Hoofdredacteur PrimaOnderwijs

Ideeën, vragen, verzoeken voor PrimaOnderwijs? Mail naar redactie@primaonderwijs.nl

Volg @PrimaOnderwijs ook op Instagram, LinkedIn, X, Facebook en Spotify.

Nummer 2 NOVEMBER 2025

Inhoud

Voor alle professionals in het onderwijs

‘Een gecijferde burger is een kritische burger’ 8

Beeldmanipulatie: Toen en nu Niets was wat het leek 21 68

‘Verdiep je in het gamende kind: een wereld gaat open’

Afgehaakte jongeren weer aan boord krijgen met Anne Frank 32

Vier bijzondere locaties in Amsterdam om burgerschap te leren

Volg ons

Colofon

Hoofdredactie

Wiesette Haverkamp

Vormgeving

Martin Hollander, Tom Venema

Medewerkers

Marco van den Berg, Esmee Weerden, Klaske Delhij, Erik Ouwerkerk, Brigitte Bloem

Beeld

Shutterstock, Erwin Winkelman Fotografie

@ primaonderwijs

10 Stappenplan tot beter burgerschapsonderwijs 16 Leesexpert Yra van Dijk aan het woord 18 Debatteren als pijler van burgerschap 22 Yvonne stapte over naar het onderwijs 30 Help je leerlingen bij hun studiekeuze 38 Groeien als je stil mag vallen 42 Burgerschap als rode draad op het lyceum 46 De nieuwe wet Vrij en Veilig Onderwijs 50 Ontdek de veelzijdigheid van de sector Bouw en Infra 53 Koloniale geschiedenis onder de aandacht 54 Eigen kerndoelen en leerlijnen burgerschap 65 Aan de slag met brandveiligheid

Redactie 030 - 241 70 44, redactie@primaonderwijs.nl, postbus 40266, 3504 AB Utrecht

Sales 030 - 241 70 21, account@edg.nl

Klantenservice

030 - 241 70 20 klantenservice@edg.nl

Verschijning en verspreiding PrimaOnderwijs verschijnt 5 keer per jaar. Verspreiding via gecontroleerde distributie door EDG Media bij alle basisscholen en scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland. Naast het magazine biedt PrimaOnderwijs een wekelijkse nieuwsbrief en de website www.primaonderwijs.nl

Met 100.000 lezers het grootste blad voor alle onderwijsprofessionals.

PrimaOnderwijs is een uitgave van

©Copyright 2025 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever is niet aansprakelijk voor enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelinge n.

Tips van de redactie

Heb jij een tip voor de redactie?

Stuur een e-mail naar redactie@primaonderwijs.nl

Duurzame oplossingen voor lerarentekort

Het primair onderwijs in Flevoland kampt met het grootste lerarentekort van Nederland. Vooral in Almere en Lelystad is de nood hoog. Scholen hebben dagelijks moeite om voldoende gekwalificeerd personeel voor de klas te krijgen. Omdat het tekort naar verwachting zeker tot 2040 aanhoudt, is er dringend behoefte aan nieuwe oplossingen. Daarom is het project ‘Anders organiseren van onderwijs in Flevoland – op zoek naar duurzame oplossingen voor goed onderwijs’ gestart. In dit onderzoeks- en ontwerptraject werken scholen, gemeenten, kinderopvang en jeugdhulp samen aan nieuwe vormen van onderwijsorganisatie.

Het project richt zich op het ontwikkelen van evidenceinformed manieren om goed onderwijs te bieden met minder leraren. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke context van iedere school, zoals leerlingpopulatie, teamsamenstelling en onderwijsvisie.

En gebruikgemaakt van de kennis van zowel praktijkexperts als wetenschappers. “Er bestaat geen onesize-fits-all oplossing voor het lerarentekort”, zegt Edith Roefs, associate lector Urban Care & Education.

“Daarom combineren we praktijkervaring met wetenschappelijke inzichten, zodat scholen in hun eigen context duurzame oplossingen kunnen ontwikkelen.”

Voorbeelden van anders organiseren zijn het inzetten van kunstenaars of biologen voor specifieke lessen,

of het laten meedraaien van jeugdhulpmedewerkers als onderwijsondersteunend personeel.

Ontwerplab in Flevoland

Een belangrijk onderdeel van het project is het ontwerplab, waarin zes scholen begeleiding krijgen van praktijkexperts die al veel ervaring hebben met vernieuwende organisatievormen. Samen ontwikkelen zij plannen die aansluiten bij de visie en context van de school. Na de planfase volgt de implementatie. Het lectoraat Urban Care & Education van hogeschool Windesheim onderzoekt samen met de Universiteit van Amsterdam hoe dit in de praktijk werkt en ondersteunt scholen met tussentijdse evaluaties.

Terugkijken: webinar onderwijsresultaten in het (voortgezet) speciaal onderwijs

Ben je benieuwd naar de onderwijsresultaten in het (voortgezet) speciaal onderwijs?

De inspectie hield in september een webinar hierover. Deze werd live bijgewoond door bijna 600 deelnemers. De webinar is terug te kijken, inclusief ondertiteling. Ook heeft de inspectie een uitgebreid document met veelgestelde vragen en de antwoorden daarop gepubliceerd.

Scan de QR-code om de webinar terug te kijken

Luister de podcast aflevering over leesmotivatie met Roel van Steensel

Hoe krijg je jouw leerlingen nou aan het lezen?

PrimaOnderwijs ging hierover in gesprek met Roel van Steensel Hij is als hoogleraar verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij doet onderzoek naar leesgedrag, leesvaardigheid en dus ook leesmotivatie.

Scan de QR-code om deze aflevering te beluisteren.

Bartiméus en Koninklijke Visio roepen op tot actie

Voor veel slechtziende en blinde kinderen is het ideaal: onderwijs in de eigen buurt, samen met broertjes, zusjes en vriendjes, net als ieder ander kind. In de praktijk gaat dat niet altijd goed. Ondanks de inzet van scholen, ambulante onderwijskundige begeleiders en platforms lopen leerlingen nog vaak vast.

De oorzaak is vaak simpel: ontoegankelijke lesboeken, doorstroomtoetsen en digitale leeromgevingen die niet werken voor blinde en slechtziende leerlingen. Het gevolg: een noodgedwongen overstap naar speciaal onderwijs, met reistijden die kunnen oplopen tot uren per dag.

“Onnodig en onacceptabel”, zegt Jorieke Streef, directeur onderwijs bij Bartiméus.

“Toegankelijkheid is geen luxe, maar een basisvoorwaarde voor gelijke kansen.”

“Nederland profileert zich graag als een inclusieve samenleving, maar zolang basisvoorwaarden zoals toegankelijke lesboeken, digitale leeromgevingen en eerlijke kansen in basis- en vervolgonderwijs ontbreken, blijft dat een loze belofte voor jongeren met een visuele beperking”, aldus Jorieke Streef, directeur onderwijs, Bartiméus en Marcel Janssen, directeur onderwijs, Koninklijke Visio.

Oproep

Bartiméus en Koninklijke Visio doen een oproep aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, educatieve uitgevers en andere betrokkenen:

• Zet de toegankelijkheid van les- en studiemateriaal hoger op de agenda. Maak dit verplicht voor educatieve uitgevers, leg dit vast in wetgeving of maak dit een vereiste vanuit het ministerie van OCW.

• Zorg dat wetgeving zoals de EAA ook onderwijs omvat.

• Geef jongeren met een visuele beperking eerlijke kansen in onderwijs én arbeid. Vraag hun wat zij nodig hebben om succesvol te zijn in studie en werk.

Afrekenen met rekenangst

Een gecijferde burger is een kritische en zelfredzame burger

Madeleine Vliegenthart is voormalig leraar, opleider en ontwikkelaar rekenenwiskunde en op dit vlak momenteel curriculumexpert bij SLO voor gecijferdheid in het vmbo. Wiskunde is volgens haar onlosmakelijk verbonden met burgerschap: “Met alles wat er aan cijfers op kinderen en jongeren afkomt, moeten ze weldoordacht kunnen deelnemen aan de maatschappij.”

Tekst: Erik Ouwerkerk

De wereld is doordrenkt met cijfermatige informatie

Wat heeft rekenen-wiskunde met burgerschap te maken?

“Dat jij hier op tijd voor het interview was, komt omdat je allerlei rekenwiskundige handelingen hebt verricht”, opent Madeleine Vliegenthart tegenover de interviewer. “De wereld is doordrenkt met cijfermatige informatie. Als je een lening afsluit, hoeveel meer moet je dan uiteindelijk terugbetalen? ‘De rente staat laag’ hoor je wellicht om je heen, maar geldt dat ook voor jouw lening of vooral als je spaart? Hoe verschilt een maandelijkse van een jaarlijkse rente? Politieke partijen gebruiken ook veel cijfers. Kloppen die wel? Wat betekenen ze eigenlijk? In de coronaperiode werden we elke dag om de oren geslagen met dashboards die bestonden uit visuele representaties van allerlei wiskundige modellen. Kinderen en jongeren moeten kritisch kunnen omgaan met alles wat aan cijfers er op hen afkomt, zodat ze weldoordacht beslissingen nemen en deelnemen aan de maatschappij. Dat noemen we ‘gecijferdheid’. Leerlingen hoeven niet uit het hoofd tot op de komma nauwkeurig te berekenen hoeveel rente ze uiteindelijk betalen maar ze moeten wel snappen dat ‘geld lenen, geld kost’. Hetzelfde geldt voor de ‘exponentiële groei’ van een virus: je hoeft geen getallen paraat te hebben, maar je moet wel kunnen begrijpen dat iets dan hard kan gaan. En het liefst zie je nog dat zo’n groeicurve opeens keihard de lucht inschiet en dat de alarmbellen afgaan.”

Wie niet meekomt met rekenen-wiskunde komt dus maar moeilijk mee in de samenleving?

“Inderdaad, het is van groot belang dat een leerling een basisniveau voor zelfredzaamheid in de samenleving bereikt en dat leraren de juiste manier vinden om dat aan te leren. Leerlingen moeten begrijpen waar ze mee bezig zijn: een kleuter bijvoorbeeld kan in korte tijd moeiteloos de tafel van negen met een leuk liedje leren zingen, maar als het met de mond vol tanden staat wanneer hem twaalf keer negen wordt gevraagd, dan ben je qua begripsvorming niet veel opgeschoten. Ik heb liever dat een kind heel bewust zijn rekenmachine gebruikt dan dat het zonder idee van orde en grootte aan een staartdeling begint.”

Leg je dan de lat niet te laag? Twintig gedeeld door vier, dat moet toch wel lukken uit het hoofd?

“Daar ben ik het helemaal mee eens, maar 300.725 gedeeld door 13… daarvoor pak ik ook mijn rekenmachine, zodat ik weer tijd over heb voor andere complexe uitdagingen. En als daar 2313.2 uitkomt in plaats van 23132, dan snap ik dat ik het per ongeluk niet door 13 maar door 130 heb gedeeld omdat ik van tevoren al een inschatting kan maken bij wat voor getal ik ongeveer uitkom.”

Als rekenen en wiskunde zo belangrijk is, leidt dat niet tot angst om niet mee te kunnen?

“Dat draai ik graag om: elk kind is van nature nieuwsgierig en het is aan de leraar om die eigenschap te stimuleren. Dus niet ‘je komt om vijf over zes ’s avonds aan met de trein en bent om zestien over vijf vertrokken. Hoe lang heb je over de reis gedaan?’ Nee, je betrekt het op de leerling: ‘Morgen gaan we met de klas naar het museum. Daarom moeten we om tien uur op het station van Amsterdam zijn. Hoe laat moeten we de trein nemen?’ Je hoopt dan dat een leerling liever een trein eerder kiest, ‘want de trein kan altijd vertraging hebben.’ Praktische rekenkundige en wiskundige toepassingen moeten kortom een grotere rol krijgen in het onderwijs: dat leidt tot meer emancipatie en zelfvertrouwen in de samenleving. Daar willen de kinderen alleen maar meer van hebben. Zodra je het resultaat ­ goede antwoorden, hoge scores ­ verwart met het middel, dan maak je brokken.

Een leraar die de nadruk legt op de rekenachterstand van de leerling , legt het extra druk op. Als hij bij de ouders bovendien een, twee, drie keer zijn zorgen uit over de rekenmoeilijkheden, kunnen die ouders die druk versterken, of ze zeggen hun kind: ‘Maakt niet uit joh, er is nog meer tussen hemel en aarde dan wiskunde.’ In beide gevallen verliest het kind zijn interesse en/of ontwikkelt het rekenangst.”

Madeleine Vliegenthart

Praktische rekenkundige en wiskundige toepassingen moeten een grotere

rol krijgen in het onderwijs

Welke kant gaat het reken-wiskunde onderwijs op?

“We zijn al jaren met heel veel leraren, opleiders, onderwijskundigen en vele anderen bezig om de kerndoelen van rekenen ­ wiskunde te vernieuwen. Ze worden van primair onderwijs tot en met bovenbouw van het vmbo veel meer gericht op het oplossen van wiskundige problemen en redeneren In het nieuwe gecijferdheidsprogramma richten we ons op authentieke problemen oplossen. Alles is in beweging maar het vmbo ligt voorop: de drie programma’s voor wiskunde zijn definitief en aan het ministerie opgeleverd en we zijn onlangs gestart met twaalf scholen om de examenprogramma’s voor gecijferdheid te beproeven in de klas. Juist voor degenen die het vak hebben laten vallen, zodat ook zij gecijferde, kritische en zelfredzame burgers worden in de maatschappij.”

Systematisch werken aan beter burgerschapsonderwijs

Veel scholen hebben sinds de aanscherping van de wettelijke burgerschapsopdracht in 2021 vooruitgang geboekt in de vormgeving van hun burgerschapsonderwijs. Toch zien we als Expertisepunt Burgerschap regelmatig dat scholen ergens in deze ontwikkeling blijven steken. Dan kunnen ze wel een zetje gebruiken.

Onze ervaring is dat scholen erg geholpen zijn als ze aan de hand van het stappenplan op de pagina hiernaast nog eens kritisch naar de ontwikkeling van hun burgerschapsonderwijs kijken. Met name de laatste stap, het evalueren, blijkt lastig. Dat is niet zo gek omdat scholen veel meer ervaring hebben met het monitoren van resultaten binnen schoolvakken of bij andere basisvaardigheden. Bovendien zijn passende instrumenten voor het evalueren van burgerschapsonderwijs niet altijd voorhanden. Het komt echter ook voor dat scholen hier vastlopen

Hulp nodig?

Download het stappenplan

Kortdurende ondersteuning

omdat eerdere stappen, zoals het vaststellen van leerdoelen die passen bij de context van school, niet goed gezet zijn. Ons belangrijkste advies: neem alle stappen in ogenschouw en houd de samenhang in de gaten. Voorkom dat de verantwoordelijkheid hiervoor helemaal op de schouders van de burgerschapscoördinator of de werkgroep burgerschap rust. Onder alle medewerkers, de schoolleiding en het bestuur moet draagvlak zijn voor de continue ontwikkeling van de school als democratische oefenplaats.

Publicaties, ondersteuning en handige tools van andere organisaties en experts:

po go vo

Expertisepunt

‘Ga toch gamen’ vindt Nils, ‘ook in de klas’

Gamen en burgerschapsonderwijs, hebben die wat met elkaar te maken? Zeker wel, vindt coach, spreker en auteur van ‘Ga toch gamen’ Nils Vermeire. “Als je je niet verdiept in het gamende kind, kunnen daar negatieve gevolgen aan kleven. Maar als je dat wel doet, opent zich een wereld.”

Met die boodschap wil Nils behalve ouders ook leraren en docenten aansporen gamen serieuzer te nemen. Niet om iedere les in een digitale speeltuin te veranderen, maar omdat gamen nuttig is en raakvlakken heeft met burgerschapsonderwijs.

Voor veel volwassenen roept gamen vooral zorgen op: disbalans, schoolprestaties, verslaving, sociale isolatie of agressie. Volgens Nils zijn die risico’s er wel degelijk, maar is het beeld vaak eenzijdig. “Verslaving bestaat, net als problematisch gamegedrag. Maar gamen wegzetten als louter gevaarlijk doet tekort aan hetgeen er tijdens het spel geleerd wordt. Het gaat erom dat je het gesprek aangaat, net zoals je zou praten over sport of muziek.”

Hij maakt een duidelijk onderscheid tussen sociale media en gamen waarbij hij het scrollen door filmpjes meer ziet als passief consumeren. Gamen vraagt om actief handelen: “Een game speel je, je maakt keuzes, je werkt samen, je bouwt iets op. Dat is een hele andere handeling dan eindeloos doomscrollen.”

Nils Vermeire, 1972

Coach, schrijver, trainer, vader én gamer

Boek: Ga toch gamen, gamen als het geheime wapen voor een betere band met je kind gatochgamen.nl

Gamification is in veel klassen al ingeburgerd: puntenlijsten, levels en beloningen. Toch blijft het echte gamen vaak buiten de schooldeur. Terwijl de cijfers laten zien dat vrijwel iedere jongere gamet: naar schatting 95% van de jongens en bijna 80% van de meisjes. “Zelfs als je alleen Candy Crush speelt, ben je een gamer. Waarom zouden we dat domein negeren?”

Kans voor verbinding

Leraren kunnen volgens Nils veel winnen door nieuwsgierig te zijn. “Vraag niet alleen: ‘Hoe was je voetbalwedstrijd?’, maar ook: ‘Met wie speelde je Fortnite? Heb je gewonnen? Welke rank heb je?’ Daarmee toon je interesse in iets dat voor leerlingen betekenisvol is.” Ook kan samen gamen de rollen in een gezin of klas even omdraaien. Waar volwassenen vaak leidend zijn, kan een leerling in een game de expert zijn. “Dat geeft

Tekst Wiesette Haverkamp

jongeren zelfvertrouwen en een unieke kans om iets terug te geven.” Burgerschapsonderwijs vraagt van leerlingen dat ze leren over democratie, diversiteit, sociale vaardigheden, verantwoordelijkheid en betrokkenheid. Volgens Nils biedt de gamewereld hiervoor concrete aangrijpingspunten.

Nils noemt bijvoorbeeld de relatie met een democratische rechtstaat. “In online games als Minecraft of Roblox ontstaan vanzelf regels en afspraken en die zijn anders dan de echte wereld. Maar spelers stemmen mee of ervaren wat er gebeurt als één moderator te veel macht naar zich toetrekt. “Je leert ongemerkt over vrijheid, verantwoordelijkheid en de effecten van machtsverdeling.”

Verder beoordelen gamers elkaar niet direct qua uiterlijk, achtergrond of geloof. “Het eerste contact is zonder dergelijke vooroordelen. Je deelt een doel en een spelwereld. Dat kan leiden tot verbinding die je offline misschien nooit had gelegd.” Tegelijkertijd kan uitsluiting of haat ook in games voorkomen. “Juist dát biedt ook stof voor gesprek.”

Maatschappelijke thema’s

Er bestaan games die expliciet morele dilemma’s oproepen, zoals This War of Mine of Peacemaker. “Je kunt ze deze, wat oudere, spellen inzetten als startpunt voor reflectie en discussie over keuzes, ongelijkheid of conflicten.”

Sociale en maatschappelijke vaardigheden komen eveneens aan de orde tijdens het gamen. Samenwerken, communiceren, frustraties verwerken en conflicten oplossen zijn vaardigheden die gamers dagelijks oefenen. “Omdat het onbewust gebeurt, denk ik dat

het zich vaak sterker verankert dan in een les over samenwerken”, zegt Nils.

In games nemen leerlingen rollen op zich: bouwer, strateeg, leider of helper. Ze leren omgaan met virtuele valuta en met tijdsdruk. “Dat lijkt sterk op vaardigheden die ook offline van belang zijn: plannen, keuzes maken, omgaan met geld en verantwoordelijkheid dragen en past weer in het burgerschapsdomein als je het hebt over participatie en verantwoordelijkheid.” Het gamen demoniseren doen leraren volgens Nils meestal niet. “De media zijn daar harder in. Wat ik vooral zie, is dat de kans gemist wordt om gamen in te zetten als leerkans.” Dat kan zo klein zijn als een gesprek over een gespeelde game, maar ook groter: een lesdag die deels bestaat uit gezamenlijk gamen en nabespreken.

Een belangrijk punt is de rol van de leraar als voorbeeld. “Als je als docent tegen leerlingen zegt dat telefoons niet mee de klas in mogen, maar zelf tijdens de pauze op je scherm zit, is dat een tegenstrijdig signaal.” Hetzelfde geldt voor gamen: leraren die zelf gamen, kunnen daar eerlijk over zijn. Dat verlaagt de drempel voor gesprek.

Nils heeft wel wat tips voor leraren en docenten: “Niet iedere leraar hoeft een fanatieke gamer te worden of 80 uur in een game te steken. Kleine stappen zijn vaak voldoende. Toon interesse in de games die je leerlingen spelen. Gebruik games met morele dilemma’s of samenwerkingselementen als lesmateriaal. Bespreek wat er in een game gebeurt en koppel dat aan burgerschapsdoelen. En wees je bewust van je eigen voorbeeldgedrag rondom schermgebruik. Gamen is geen wondermiddel en kent ook schaduwkanten. Maar wie het negeert, laat een rijke context liggen waarin leerlingen dagelijks oefenen met burgerschapsvaardigheden. “Gamen kan een extra venster zijn op de burgerschapsthema’s die ook in de klas worden besproken. En dat is een venster waar jongeren zelf al uren per week doorheen kijken.”

Meer weten? Beluister onze podcast

Wil je meer weten over gamen en hoe je dat kunt inzetten? Luister dan naar de nieuwe aflevering van de PrimaOnderwijs Podcast.

ONTVANG 10 GRATIS IMPACTVOLLE TIPS VOOR IN JOUW KLAS

Niet alleen leren uit een boek, maar het ook écht ervaren.

Wil jij jouw leerlingen motiveren voor burgerschap? Of zoek je naar manieren om het verschil te maken in jouw klas of school?

Wij helpen je graag op weg!

Download nu 10 praktische tips die je morgen al kunt gebruiken in jouw klas. Zo creëer je op een eenvoudige manier meer betrokkenheid, inspiratie en verbinding in je klas – jaarrond én altijd actueel.

- Maak je lessen krachtiger

- Vergroot de motivatie van leerlingen - Zet morgen al de eerste stap

VOORPROEFJE

Tip 1: Bewegen met betekenis

Laat leerlingen bewegen én verbinden: organiseer een korte sportactiviteit of klaswandeling gekoppeld aan gesprekken over voeding en (mentale) gezondheid. Check onze lesmodule #VoelDieEnergie voor meer inspiratie!

En dat is pas één van de 10 tips...

Verandering begint bij doen!

SCAN DE QR-CODE EN DOWNLOAD NU DE GRATIS TIPS.

BONUS: JE KRIJGT BOVENDIEN EEN GRATIS GASTLES CADEAU BIJ JE EERSTE KENNISMAKING!

Hoe nieuw is burgerschapsvorming eigenlijk?

Vroeger was alles beter, toch? Dat weet ik niet, maar ik denk wel dat ik als leerling van de basisschool en daarna van de havo, toch behoorlijk onderwijs heb genoten in de geest van wat nu de Wet op het Burgerschapsonderwijs heet: ‘ontwikkeling tot actieve, betrokken en verantwoordelijke burgers in de democratische samenleving’.

Laatst zag ik weer eens de film Dead Poets Society waarin een gedreven Mr. Keating (en die wilden we als jonge docent allemaal zijn!) zijn leerlingen uitdaagt hun eigen stem te zoeken en hun eigen weg te vinden. Kortom, je niet zomaar aan te passen aan ‘hoe het hoort’. Heerlijk uit de tijd natuurlijk, want inmiddels leven we in een samenleving waarin het juist wel aardig zou zijn als we de jeugd zouden leren zich aan te passen aan sociale en maatschappelijke conventies. Het stoplicht op rood geldt ook voor jou. De film zit overigens vol mooie voorbeelden die me deden denken aan mijn eigen schooltijd.

Zo heeft ‘mijn’ geweldige meester Beumer ons in de zesde klas meegenomen in het The Wave-experiment. Bij ons lag de scheidslijn tussen klasgenoten met en zonder schoenveters. Dat moet voor hem net zo spannend zijn geweest als voor ons, en het maakte diepe indruk. Meester Beumer vertelde sowieso al geweldige verhalen over geschiedenis en het ontstaan van de democratie. Later op de havo kreeg ik maatschappijleer van meneer Pilon, maar onconventioneel! Geen tafels, pennen en boeken, maar ademloze gesprekken met bijvoorbeeld ex-gedetineerden, verslaafden en overlevers van concentratiekampen. Ook organiseerde hij felle debatten met de plaatselijke gemeenteraadsleden. Het maakte niet alleen indruk op me, maar gaf me ook zinvolle inzichten.

Weer later (midden jaren negentig) werd ik bij mijn sollicitatiegesprek op de Breul in Zeist prettig verrast: er zaten leerlingen aan tafel als gelijkwaardig lid van de sollicitatiecommissie. Dat was al gewoonte op deze school sinds de jaren zeventig.

Voorbeelden genoeg dus van inspirerend burgerschapsonderwijs. Er zijn echter wel wat kanttekeningen.

Ten eerste: burgerschapsvorming is primo een taak van ouders, niet van school. Dat veel ouders deze taak niet of verkeerd oppakken doet daar niets aan af.

Ten tweede: burgerschapsvorming heeft – na thuis – een natuurlijke plek in het onderwijs bij vakken als maatschappijleer en geschiedenis (en staatsinrichting!), maar vooral bij gepassioneerde docenten. Hoe gek ik ook ben op zaken gelijkwaardig te houden door eindtermen et cetera. lijkt me dit thema nou precies de uitzondering op de regel. Door het dicht te timmeren en sterk van bovenaf te reguleren gaat het alleen maar averechts werken.

Ten slotte: een leraar die effectief voor de klas staat werkt per definitie aan burgerschapsvorming; simpelweg door het handhaven van regels en leerlingen te leren hoe je met elkaar omgaat. Dat is de basis van je pedagogische rol.

Sander van Veldhuizen

Sander van Veldhuizen

Literair Lezen versterkt burgerschapsonderwijs

Leesexpert Yra van Dijk pleit voor meer aandacht voor literair lezen op school

Yra van Dijk, onderzoeker (jeugd)literatuur en leesonderwijs, is blij met de aandacht voor lezen, maar vindt dat specifiek literair lezen meer aandacht verdient: “Literatuur is essentieel voor burgerschapsvorming.”

met rijke teksten, die ze opzoeken in bijvoorbeeld de krant of via rijketeksten.org.”

Yra onderscheidt drie vormen van geletterdheid die cruciaal zijn voor burgerschapsvorming. Ze noemt eerst algemene taalvaardigheid: “Als dat op orde is kun je – en deze voorbeelden worden vaak genoemd - een brief van de gemeente begrijpen, de krant en programma’s van politieke partijen lezen en je verdiepen in de geschiedenis van je land. Wie leest, bouwt kennis op en andersom begrijp je een tekst veel beter als je kennis hebt opgedaan, dat gaat gelijk op.” De tweede vorm volgt daaruit, verklaart de hoogleraar: kritische geletterdheid. “Dan kun je jezelf de vraag stellen: “Vanuit welk perspectief zien we de gebeurtenissen hier? Hoe kleuren de gekozen woorden de informatie die ik krijg? ”

Verscholen gelaagdheid

Op de eerste twee niveaus van geletterdheid ziet ze een positieve trend. “Docenten in het basisonderwijs werken steeds meer thematisch: door de kracht van herhaling en de toepassing op meerdere kennisgebieden vergroten leerlingen hun taalbeheersing en kennis. Een groeiend aantal leraren werkt daarbij gelukkig

Yra benadrukt echter dat onderwijsdenkers en -doeners de derde vorm van geletterdheid, de kunst van het literaire lezen, niet over het hoofd moeten zien. “De samenleving is complex en de standpunten die we er als burger innemen, de relaties die we er aangaan en de beslissingen die we maken zijn nooit eenduidig te verklaren of te rechtvaardigen.” Wie literair leert lezen,

Tekst: Erik Ouwerkerk

leert navigeren, omgaan met, en betekenis geven aan een zeer kleurrijke maar ook ambigue wereld, denkt ze. “Nu blijven analyses van verhalen vaak steken op letterlijk of persoonlijk niveau. De vragen gaan dan over directe herkenning of over meningen. Daarbij sturen ze vaak eerder weg bij de tekst dan dat ze uitnodigen er dieper in te duiken, bijvoorbeeld: ‘Ben jij ook wel eens boos op je ouders, en wat doe je dan?’. Dan werk je niet aan dieper tekstbegrip. “Er zit echter nog zoveel meer gelaagdheid in een literaire tekst, verscholen in een combinatie van vorm en inhoud,” aldus de lerarenopleider. En dat betekent doorvragen. “Van ‘Wat voel je bij het verhaal?’ naar ‘Welke woorden in deze passage zorgen ervoor dat je dat voelt?’ of: ‘Van wie is eigenlijk de mening op p. 104 van het boek: van de verteller of van een personage?’.”

Thema’s vol ambivalentie

Om haar betoog te illustreren, haalt Yra de roman ‘Alaska’ van Anna Woltz aan. “Daarin lijkt het bij oppervlakkige lezing te gaan over epilepsie en hulphonden. Als je de vorm echter betrekt bij je beoordeling, zie je vele andere motieven: dan gaat het over surveillance, over kijken en bekeken worden en over je bewegen in een online en offline omgeving. Thema’s vol ambivalentie dus, waar de echte wereld ook van doordrenkt is. Als je verder gaat dan het verdriet om een hond of het ongemak rond epilepsie, kun je de culturele gelaagdheid beter begrijpen en ben je beter in staat om je ertoe te verhouden. Literaire geletterdheid leidt niet alleen tot meer kennis over de wereld en empathie, maar ook tot meer eigenaarschap.”

Prentenboek literair lezen

Motievenanalyse, tussen de regels door lezen, en de culturele context meenemen: veel docenten zullen dan eerder denken aan mensen die Nederlands studeren of aan boekenrecensies in de krant en niet aan literaire didactiek. Yra: “Helaas denken mensen al snel dat literatuur begint bij W.F. Hermans, dat het heel veel moeite kost om het te doorgronden en goed op waarde te kunnen schatten. Dat is niet zo. Ook een goed prentenboek kan je literair lezen met peuters, als je maar goed kijkt naar wat er staat en hoe het er staat.”

Alleen al veel lezen helpt enorm, denkt de expert (jeugd)literatuur en leesonderwijs. Door meer te lezen krijgt men immers meer gevoel voor het spel tussen vorm en inhoud. Bovendien kunnen docenten via lezeninhetvo.nl naar de bouwsteen ‘werken aan literaire ontwikkeling’ of naar Litlab.nl voor handvatten en verdieping. Op die laatste site kunnen leraren zich onder andere aansluiten bij een van de 150 leesclubs, al zijn er offline natuurlijk ook nog steeds leesgroepen. Op didactieknederlands.nl leggen letterkundigen in een online handboek vakdidactiek ook uit hoe leraren meer betekenis kunnen geven aan teksten, bijvoorbeeld in de lemma’s over intertekstualiteit, postkolonialisme of representatie.

“Er zijn voor docenten kortom vele laagdrempelige manieren om vaardiger te worden in het literair analyseren van teksten en dat goed over te brengen op de leerling. Dat is geen overbodige luxe, want literatuur is veel meer dan een intellectuele exercitie: het is essentieel voor burgerschapsvorming.”

Meer informatie

Scan de QR-code om meer te lezen over ‘werken aan literaire ontwikkeling’.

Om meer informatie te krijgen over hoe je een rijke leesomgeving creëert. Scan de QR-code

Wil je op de hoogte blijven van actuele ontwikkelingen rondom leesbevordering en lezen in het voortgezet onderwijs?

Schrijf je dan nu in voor de nieuwsbrief van lezeninhetvo.nl op lezeninhetvo.nl/nieuwsbrief/

Yra van Dijk

In debat met groep 6

Kinderen vanaf 10 jaar leren al debatteren op basisschool het Mozaïek in Arnhem. Vijf keer werd de school Nederlands kampioen op een debattoernooi. “Tijdens een wedstrijd debatteerden ze over de stelling ‘Kinderen mogen hun eigen bedtijd bepalen’. Eén van onze leerlingen wist dit te onderbouwen met een wetenschappelijk medisch-biologisch argument, waar ik nog nooit van had gehoord. Ik zat echt met mijn oren te klapperen.”

Tekst: Klaske Delhij

Debatteren is een belangrijke pijler van burgerschapsonderwijs op het Mozaïek. Waarom heeft de school daarvoor gekozen? Conny Ettema, leerkracht van groep 8 en debattrainer, was aanjager hiervan. In 2004 werd zij verrast door sommige reacties van leerlingen na de moord op Theo van Gogh. “Oh, kun je ook zo denken? dacht ik. Ik realiseerde me hoe belangrijk het is om kinderen bij te brengen wat vrijheid van meningsuiting is in een democratie. Niet iedereen denkt zoals jij, maar die mening mag er wel zijn. In een samenleving moet jij je kunnen inleven in de ander, dat geldt voor iedereen, ook voor mij.”

Twee jaar later startte ze met debatlessen in groep 8. “Mijn kinderen vonden het ontzettend leuk! Ze leerden dieper nadenken, hun argumenten goed onderbouwen en kregen meer zelfvertrouwen.” De school onderkende het belang en breidde het uit: inmiddels krijgen leerlingen vanaf groep 6 les in debatteren en is het structureel een werkvorm bij andere vakken.

Verplaats je in een andere mening

Een debat kent vaste regels. De leerkracht geeft eerst informatie over een bepaald thema vanuit verschil-

lende perspectieven en geeft daarna de stelling. “We bedenken klassikaal argumenten vóór en tegen de stelling.” Daarna gaat de klas in drie groepen uiteen: voorstanders, tegenstanders en de jury. En ook al heb je zelf een heel andere mening: je moet je toch verplaatsen in argumenten voor of tegen. In groep 6 leren de kinderen argumenten onderbouwen, in groep 7 hoe je een betoog houdt en in groep 8 hoe je het debat samenvat. “We gaan ook in op overtuigingskracht en presentatie. De juryleden moeten constructief feedback geven, letten op samenwerking en of iedereen daadwerkelijk naar elkaar luistert. Het is best veel wat ze moeten kunnen,” lacht Conny.

Het is een interessante verkenning van hoe mensen anders denken en een manier om je uit je vaste overtuiging te halen

Spelregels

De stellingen variëren van ‘Dierentuinen moeten verboden worden’ en ‘Social media is alleen geschikt voor 16+’ tot actuele thema’s als vluchtelingenopvang en conflictsituaties. De stellingen bedenkt Conny. Sommige stellingen roepen meer emotie op dan andere. Hoe zorg je er voor dat het debat respectvol wordt gevoerd? “Er zijn duidelijke spelregels: de jury bepaalt wie de spreker is. Je mag niet schreeuwen, door iemand heen praten of op de persoon spelen, dan krijg je een tegenpunt.” Thomas Theloesen, locatiedirecteur van het Mozaïek, vult aan: “Wij zeggen: Je mag je eigen mening hebben, maar niet je eigen feiten erop na houden. Het is een interessante verkenning van hoe mensen anders denken en een manier om je uit je vaste overtuiging te halen.”

Nederlands kampioen

Debatteren is een vast onderdeel van het curriculum op school. Bij burgerschapsonderwijs, maar ook als werkvorm bij kennis van de wereld. “Daarin zijn we een voorloper”, meent Conny. Met debatteren leren de kinderen ontzettend veel. Ze somt op: spreekvaardigheid, inlevingsvermogen, omgaan met feedback, zelfreflectie, dieper nadenken. Kinderen krijgen meer zelfvertrouwen als ze voor een publiek hun standpunt durventeverwoorden.

De school valt bij debattoernooien regelmatig in de prijzen, maar liefst vijf keer werden ze Nederlands kampioen. Conny: “Daar zijn we enorm trots op! We zijn een multiculturele school, veel ouders zijn niet opgegroeid in een democratische traditie. Die zien hun kind heel moedig op het podium staan, hun zegje doen. Sommigen zeiden: Ik wou dat ik dit vroeger had geleerd! Die bewuste keuze voor debatteren op school laat zien dat ieder kind daar heel goed in kan worden.”

Luid applaus van de gemeenteraad

“Een tijd geleden raakten we onze gymzaal kwijt”, vertelt Thomas. “Een groep kinderen heeft toen een overtuigend betoog gehouden in de gemeenteraad over het belang van een gymzaal. Ze kregen luid

applaus van de burgemeester, wethouders en raadsleden. En die gymzaal kregen we. Dat vergeten ze nooit meer. Dat is burgerschap in optima forma.” “Het leert je dat je niet machteloos bent”, vult Conny aan. “Je oefent in feite ook weerbaarheid: je legt je niet bij dingen neer, maar probeert met woorden invloed uit te oefenen.”

“We vullen hiermee het cultureel kapitaal van onze leerlingen aan met veel kennis en ervaring”, legt Thomas uit. “Met hun eigen charisma en overtuigingskracht durven ze het podium te pakken en te zeggen: “Dit is mijn standpunt.”

IedereenDebatteert.nl

Op deze site staan meer dan 500 stellingen met lesmateriaal voor kinderen in het basisonderwijs, waar leerkrachten mee aan de slag kunnen in de klas. Ook zijn er trainingen voor leerkrachten: ‘Debat in de klas’ en ‘Debatteren Plus’ (voor plus-klassen).

Thomas Theloesen

Speel de gratis Go VMBO game en kom alles te weten over het voortgezet onderwijs en het vmbo. Ontdek talenten en interesses tijdens een ontdekkingstocht op de eerste schooldag. Stel vragen aan leerlingen en docenten én los puzzels op in lokalen.

Ouders en leerkrachten vinden op de website govmbo.nl meer informatie over het vmbo.

SPEEL DE GRATIS GAME gratis

De avonturen van fotograaf Hugo Wilmar Niets was wat het leek

Wat hebben een oorlogsfotograaf, natuurfilms van Disney en nepnieuws met elkaar te maken? Meer dan je denkt. Het bijzondere levensverhaal van fotograaf en filmer Hugo Wilmar (1923 - 1957) vormt de basis van een nieuw vo-lesprogramma dat bovenbouwleerlingen uitnodigt om kritisch naar beeld te kijken. Want: niets is wat het lijkt.

Tussen censuur en Disney-manipulatie

Hugo Wilmar begon als Engelandvaarder en oorlogsfotograaf. Gefrustreerd door censuur reisde hij later de wereld over als fotograaf en filmer. Uiteindelijk werkte hij bij de Disney Studio’s, waar zijn eerste natuurfilm zelfs een Oscar won. Zijn leven eindigde abrupt tijdens een reportage in Peru. Zijn neef, Hugo de Wolf, reconstrueerde zijn levensverhaal met foto’s en brieven, terwijl filmmaker Joost Schrickx in een documentaire zowel zijn indrukwekkende oeuvre als de mechanismen van beeldvorming blootlegde.

Vrolijk ogende ijsbeerwelpen?

Het lesprogramma, ontwikkeld naar aanleiding van de documentaire, laat zien dat framing, enscenering en manipulatie van beeld niet nieuw zijn. Zo ontdekte De Wolf dat zogenaamd spelende ijsbeerwelpen met lichte dwang van een sneeuwberg werden geduwd en dat een panter eigenlijk een zwartgeverfde jaguar was. Ook werd er een heuse arrestatie van hasjsmokkelaars in scene gezet. Dit zijn actuele boodschappen voor leerlingen die dagelijks met beelden overspoeld worden via TikTok, Instagram en nieuwsfeeds.

Over het lesprogramma

Leren kijken voorbij het beeld

De aanleiding van deze lessenreeks is het verschijnen van de documentaire De avonturen van fotograaf Hugo Wilmar. Zijn werk nodigt uit om leerlingen te laten nadenken over nepnieuws en beeldmanipulatie. Ze leren hoe enscenering, camerastandpunt, uitsnede en onderschriften de werkelijkheid kunnen sturen, zodat zij zich ontwikkelen tot kritische denkers.

Het programma:

• is kosteloos beschikbaar voor leraren in het voortgezet onderwijs,

• bestaat uit kijkopdrachten, verwerkingsopdrachten en gespreksvragen,

• helpt leerlingen kritisch reflecteren op beeld,

• sluit aan bij CKV, (Kunst)Geschiedenis, Mediawijsheid en Burgerschapsvorming,

• is direct inzetbaar, zonder voorbereiding.

Meld je aan via onderwijsinformatie.nl/ hugowilmar of scan de QR-code. Je krijgt direct toegang tot de documentaire en de lessenreeks.

‘Vertrouw op je team en luister goed naar wat er leeft’

Zes jaar geleden stapte Yvonne Vink over van de jeugdhulpverlening naar het onderwijs. Niet als leerkracht, maar als schoolleider. “Ik wilde dichter bij de kinderen staan en mijn ervaring als leidinggevende inzetten in een schoolomgeving.” Het bleek een schot in de roos.

Tekst: Marco van den Berg

Als zij-instromer had ze geen onderwijsachtergrond, maar dat was geen probleem. Ze stuurde drie sollicitatiebrieven en werd tot haar verrassing overal uitgenodigd. Bij Prisma in Alphen aan den Rijn, een school voor speciaal onderwijs, had ze meteen een klik. “Met mijn achtergrond in de jeugdzorg was de combinatie van onderwijs en zorg voor mij ideaal.”

Yvonne wist dat leerkrachten kritisch konden zijn. Had zij wel genoeg krijt aan de vingers? “In het begin keken collega’s even de kat uit de boom”, vertelt ze. “Maar ik kwam niet om te vertellen hoe het moest. Ik wist veel van organiseren en samenwerken, maar zij waren de professionals in de klas. We zouden het dus echt samen gaan doen.” Dat gaf al snel vertrouwen, merkte ze.

Leerkracht Marjan Snatersen herinnert zich Yvonnes komst nog goed. “Op didactisch gebied had zij nauwelijks ervaring, maar ze had veel gevoel voor kinderen en verstand van organisaties. Het was duidelijk dat ze zich wilde verdiepen en niet boven ons wilde staan. Dat maakte het makkelijk om samen te werken.”

Yvonne dook er vol in, vervolgt Marjan. “Veel in de klas meekijken, vragen stellen en luisteren. Daardoor voelde het niet alsof ze van buiten kwam, maar alsof ze echt wilde begrijpen wat hier gebeurde.” In het

Het was duidelijk dat ze zich wilde verdiepen en niet boven ons wilde staan

leidinggeven en het aanpakken van schoolbrede zaken had Yvonne juist veel ervaring. “Ik ben soms echt onder de indruk hoe snel en goed ze dingen regelt. Ze weet welke partijen betrokken zijn en kan heel doelgericht werken.”

Als moeder van twee schoolgaande kinderen en als echtgenote van een man die in het onderwijs werkt, wist Yvonne wel het nodige van het schoolsysteem. Maar ze wilde zich graag verdiepen. Direct bij haar

Marjan Snatersen
Foto: Erik Winkelman Fotografie
Foto: Erik Winkelman Fotografie

Doordat ik in andere organisaties heb gewerkt, kijk ik soms anders naar structuren

start begon Yvonne aan een master Educational Needs aan de Hogeschool Utrecht, met een specialisatie in leidinggeven. “Dat gaf veel nieuwe inzichten en hielp ook om mijn rol als schoolleider verder te versterken.”

In de jaren daarna bouwde ze samen met haar team een kwaliteitssysteem op en zorgde ze dat vergaderingen en overlegmomenten strak georganiseerd waren. “Ik vind het belangrijk dat we op tijd beginnen en op tijd klaar zijn. Zo houd je mensen gemotiveerd en respecteer je hun tijd.” Ook haar frisse blik bleek een voordeel. “Doordat ik in andere organisaties heb gewerkt, kijk ik soms anders naar structuren. Dat ondernemerschap helpt me om dingen net wat anders aan te pakken.”

Stefan van Haaren, destijds overkoepelend directeur en betrokken bij haar sollicitatie, zag dat meteen. “We hadden iemand nodig die zowel de zorg- als de onderwijswereld begrijpt. Yvonne liet zien dat ze kon schakelen tussen beleid, organisatie en het belang van het kind. Dat gaf vertrouwen dat zij deze rol aankon.”

De onderwijskundige kennis was in het team ruimschoots aanwezig, vertelt Stefan. “Wat we nodig hadden, was iemand die het team kon sturen en processen kon organiseren. Dat kan dus ook prima iemand van buiten het onderwijs zijn.”

Stefan zat destijds in de ledenraad van de AVS, de Algemene Vereniging Schoolleiders. “Tijdens vergaderingen van de AVS werd het schoolleiderstekort veel besproken. Mijn overtuiging was: zet in op zij-instromers. Je hoeft niet per se iemand uit het onderwijs aan te nemen om een goede schoolleider te hebben. Voorwaarde is wel dat de onderwijskennis

in de organisatie meer dan voldoende aanwezig is en dat de zij-instromer passie en respect voor het onderwijs heeft.”

Yvonne benadrukt dat succes niet draait om alles zelf te kunnen. “Je hoeft niet alle wijsheid in pacht te hebben. Vertrouw op je team en luister goed naar wat er leeft. Dan kun je als leidinggevende echt van betekenis zijn.”

Daarnaast introduceerde ze nieuwe manieren van samenwerken, vertelt Marjan. “Voor ons was het even wennen, maar ze hield vast aan praktische systemen als Trello en het beter benutten van intranet. Daarmee bracht ze structuur in ons werk. Voor mij laat dit zien dat een zij-instromer heel waardevol kan zijn, als iemand echt geïnteresseerd is en gevoel heeft voor onderwijs.”

Yvonne kende de sociale kaart, wist hoe je samenwerkt met zorgpartners en nam tegelijk frisse ervaring mee in leidinggeven. “Dat gaf haar echt een voorsprong”, aldus Stefan. Wel erkent hij dat er grenzen zijn. “Op een kleine basisschool, waar een directeur heel dicht op het primaire proces zit, is het lastiger. Daar heb je iemand nodig met meer onderwijskundige bagage. Maar in een grotere school of in een tandem met een adjunct kan het heel goed werken.”

Dat Yvonne inmiddels stevig in haar schoenen staat als schoolleider, is geen toeval, vindt Marjan. Ze heeft lef, is leergierig en stelt de kinderen altijd centraal. Yvonne mocht er afgelopen voorjaar ook over vertellen toen toenmalig staatssecretaris Mariëlle Paul bij haar op school een werkbezoek bracht. Nog geen moment heeft ze spijt gehad van haar keuze. “Want geen dag is hetzelfde en dat maakt dit werk zó mooi.” ◗

Je hoeft niet per se iemand uit het onderwijs aan te nemen om een goede schoolleider te hebben
Yvonne Vink
Stefan van Haaren

20 november

Kinderrechtendag!

Wist je dat kinderen niet alleen recht hebben op onderwijs, maar ook op inspraak, bescherming en ontwikkeling? En dat jij als leerkracht een belangrijke rol speelt in het realiseren van die rechten?

PrimaOnderwijs & UNICEF

UNICEF biedt lesmateriaal voor de bovenbouw met als doel kinderrechten op een toegankelijke en interactieve manier bespreekbaar te maken. De lessen bevatten geen droge theorie, maar verhalen, dilemma’s en opdrachten die kinderen aan het denken zetten over hun eigen rechten én die van anderen.

Test je kennis met de Kinderrechten Quiz

Hoe goed ken jij het Kinderrechtenverdrag?

1. Waar of niet waar: er staan rechten, maar ook plichten voor kinderen in het Kinderrechtenverdrag.

A. Ja, voor kinderen vanaf 12 jaar

B. Ja, voor kinderen vanaf 16 jaar

C. Nee, kinderrechten zijn onvoorwaardelijk

2. Wat is een belangrijke aanbeveling die het VN-Kinderrechtencomité aan Nederland deed?

A. Meer sport op school

B. Betrek kinderen bij beslissingen die hen aangaan

C. Verlaag de leerplichtige leeftijd

Leer meer op � kinderrechteninbeweging.nl

3. Wie heeft het Kinderrechtenverdrag gemaakt?

A. De Verenigde Naties

B. UNICEF

C. De Europese Unie

Nieuwsgierig geworden?

Ontdek het lesmateriaal (en meer…)

4. Wat is een rol van de leerkracht volgens het kinderrechtenverdrag?

A. Zoveel mogelijk kennis overbrengen

B. Kinderen begeleiden in hun ontwikkeling

C. Toezicht houden op gedrag

5. Waarom is het belangrijk dat kinderen in Nederland leren over het Kinderrechtenverdrag?

A. Omdat het een recht is dat ze hun rechten kennen

B. Als je weet wat je rechten zijn, kun je voor kinderrechten opkomen

C. Het helpt kinderen om actief en verantwoordelijk deel te nemen aan de samenleving

Jij maakt het verschil

Een leerkracht is veel meer dan een kennisoverdrager. Je bent een rolmodel, een vertrouwenspersoon en een brug tussen kinderen en hun rechten. Met het UNICEFlesmateriaal geef je kinderen niet alleen informatie, maar ook een kans om hun stem te laten horen.

• Ken je rechten -lesmateriaal voor groep 7 en 8 inclusief nieuwe digiles. Ga naar unicef.nl/kenjerechten of scan de QR-code.

• Met de poster bij deze editie van PrimaOnderwijs maak je kinderrechten zichtbaar in de klas.

• Kinderrechtenkwartiertje: bekijk een film van het UNICEF Kinderrechten Filmfestival (vorig schooljaar 50 miljoen views!) en voer het gesprek in de klas.

• Vraag een gratis gastles aan via unicef.nl/gastles

• Leerzame en sportieve actie? Kijk op unicef.nl/loop

Antwoorden: 1C, 2B, 3A, 4B, 5. Alle antwoorden zijn waar.

Spelend en bewegend leren rekenen doe je met

Semsom!

De rekenmethode voor groep 1 t/m 4

Werkboeken en toetsboeken

Laat de ogen van jouw leerlingen stralen bij het rekenen! Met Semsom van Uitgeverij Zwijsen leg je niet alleen een stevige rekenbasis, maar bied je ook spelenderwijs plezier in rekenen. Het complete aanbod voor voorbereidend en aanvankelijk rekenen ondersteunt jou in groep 1 t/m 4 en maakt rekenen elke dag een avontuur.

De aansprekende werkboekjes van Semsom hebben een vrolijke buitenkant en een rustig binnenwerk met gebalanceerde oefenstof.

Per groep zijn er een aantal werkboeken en één aansluitend toetsboek om de kennis in praktijk te brengen.

Rekenbakjes

Alle benodigde materialen om handelend te rekenen in één rekenbakje.

Van gedeeld verleden naar gezamenlijke toekomst

Verzetsmuseum verbindt verzet in de voormalige koloniën met burgerschap van nu

“Onze gezamenlijke koloniale geschiedenis klinkt na in de strijd om gelijke rechten en kansen vandaag de dag.” Karlien Metz, directeur van het Verzetsmuseum, vertelt over de nieuwe afdeling in het museum: “De geschiedenis van de voormalige Nederlandse koloniën is nog altijd onderbelicht, terwijl het onze huidige samenleving mede gevormd heeft.”

“De tentoonstelling laat zien wat er in de voormalige koloniën gebeurde tijdens de oorlog en hoe de Tweede Wereldoorlog het onafhankelijkheidsstreven stimuleerde. Verhalen van verzet tegen onderdrukking en ongelijkheid staan centraal. Dat geeft handvatten om na de denken over ongelijkheid in de Nederlandse samenleving nu.”

De Surinamer Anton De Kom streed vanuit Nederland voor het recht op zelfbeschikking van Nederland én van de koloniën. De latere Indonesische president Sukarno hoopte door samenwerking met Japan onafhankelijk te worden. Medardo de Marchena werd als voorvechter van gelijke rechten voor de Curaçaose bevolking door de Nederlandse koloniale machthebbers gevangengezet, Fons van Eick moest als jonge Indo-Europeaan zien te overleven tijdens de Japanse bezetting van Indonesië en de Indonesische Evy Poetiray was er na de Tweede Wereldoorlog van overtuigd dat nu Nederland een bezetting had meegemaakt, de Nederlanders Indonesië vrijheid zouden geven.

“De geschiedenis krijgt door persoonlijke verhalen een gezicht”, aldus Mirjam Eikelenboom, hoofd educatie, over het onderwijsprogramma Burgerschap en Dekolonisatie. “Scholieren lopen hier niet de deur uit met een hoofd vol namen en jaartallen. Ze worden aan het denken gezet over hun eigen omgeving, waarin de

koloniale geschiedenis nog altijd zicht- en voelbaar is: in straatnamen, winkels, eten en natuurlijk in de klas, waar veel kinderen (voor)ouders hebben, afkomstig uit de voormalige koloniën. De koloniale geschiedenis is een gezámenlijke geschiedenis.”

“Het koloniale systeem was gebaseerd op uitbuiting en ongelijkheid”, vult Karlien aan. “Dat werkt nog steeds door. De persoonlijke verhalen zetten de leerlingen aan tot nadenken over hun eigen positie.”

Mirjam: “Ze zien hier dat mensen in het verleden hun leven in de waagschaal hebben gelegd voor een rechtvaardigere samenleving. Leerlingen krijgen impliciet en expliciet de vraag of zij dezelfde kansen en rechten hebben als anderen en staan stil bij wat zij doen om voor zichzelf én een ander op te komen. Ze realiseren zich dat ze in een vrij land leven, waar je zonder gevaar voor eigen leven kunt opkomen voor gelijkheid en rechtvaardigheid.”

Meer info over het onderwijsprogramma voor het voortgezet onderwijs is te vinden op www.verzetsmuseum.org/nl/onderwijs Het onderwijsprogramma duurt 75 minuten en kan voor 32 leerlingen gereserveerd worden. Aanpassingen op maat zijn altijd bespreekbaar.

Nieuwsbegrip onder de loep

Zijn

inzichten uit onderzoek

terug te vinden in de methode?

Universitair hoofddocent Jacqueline Evers-Vermeul (Universiteit Utrecht) is nieuwsgierig naar wat er écht werkt in het lees- en schrijfonderwijs. Ze onderzoekt momenteel of de ingrediënten van Nieuwsbegrip Next effectief zijn. Zijn recente wetenschappelijke inzichten terug te vinden in de aanpak en in het materiaal? In dit interview geeft ze een voorproefje van haar bevindingen.

PrimaOnderwijs & CED-Groep

Wat zegt de wetenschap?

Onderzoek naar leesprocessen wijst keer op keer op een combinatie van pijlers. Technisch lezen blijft de basis. ‘Het snel en goed decoderen van letters en woorden is een belangrijke vaardigheid,’ benadrukt Jacqueline. Daarnaast is woordenschat essentieel, maar niet in de vorm van rijtjes leren: leerlingen moeten woorden herhaaldelijk tegenkomen in meerdere teksten. Kennis van tekststructuren helpt leerlingen om informatie te ordenen en verbanden te

leggen. Verder is motivatie een krachtige motor: als kinderen meer lezen, worden ze er beter in en komen ze in een positieve spiraal. Het rijtje met effectieve ingrediënten is nog veel langer. ‘En dat is precies waar het om gaat,’ zegt Jacqueline. ‘Prof. dr. Paul van den Broek verwoordt het treffend: zelfs als je weet dat een keeper belangrijk is voor goed voetbal, ga je toch niet alleen investeren in keeperstrainingen. Zo is het ook bij leesonderwijs. Het is niet maar één onderdeel dat de leesvaardigheid verbetert.’

Nieuwsbegrip in de spiegel van de wetenschap Alhoewel Jacqueline nog midden in haar onderzoek is, ziet zij al dat Nieuwsbegrip verschillende wetenschappelijke inzichten heeft verwerkt in de methode. ‘Er is in de didactiek duidelijk goed aangesloten bij hoe kinderen leren. Bijvoorbeeld: eerst expliciete instructie, dan modeling door de leraar, vervolgens toepassing in groepjes en ten slotte individueel werken, met de mogelijkheid tot verlengde instructie. Dit is afgeleid van de internationale theorie ‘gradual release of responsibility’, waarbij de verantwoordelijkheid voor taken steeds meer bij de leerling komt te liggen.’ Jacqueline ziet nog meer inzichten uit de wetenschappelijke literatuur terug. Zo bevat het materiaal korte theorieblokjes over tekststructuren. Een paragraaf over opsommingen bijvoorbeeld. ‘Volwassenen zien meteen: een rijtje met punten is een opsommingslijst. Maar voor kinderen is dat nieuw, dus dat vraagt om expliciete uitleg.’

Op sommige ingrediënten moet Jacqueline zelf nog wat langer puzzelen. Is het eigenlijk wel een goed idee om kinderen zelf een leesdoel te laten bepalen? ‘Dit kun je van meerdere kanten bekijken. Het bevordert enerzijds de autonomie, maar wat als het de leerling niet lukt om tot een leesdoel te komen?’

Verder gaat ze het totaalplaatje nog bekijken: zelfs als je allerlei effectieve ingrediënten hebt, levert dat niet automatisch een goed ‘baksel’ op.

die keuze? ‘Met een thematische benadering worden leerling langzaam expert op een bepaald gebied, en dat motiveert. Het leuke van thematisch werken is ook dat je er zowel verhalen als zakelijke teksten aan kunt koppelen, wat zorgt voor een mooie samenhang. Daarmee kun je leesonderwijs op een natuurlijke manier combineren met andere vakken. En je kunt vaardigheden combineren. Neem het voorbeeld over de opsommingen: die leren leerlingen herkennen, maar ook zelf gebruiken in een eigen tekst.’

Er is in de didactiek duidelijk goed aangesloten bij hoe kinderen leren

In de vorige versie van Nieuwsbegrip stond de actualiteit al centraal. Dat is zo gebleven. Over de meerwaarde hiervan zegt Jacqueline: ‘We weten uit motivatietheorieën dat leerlingen uitdaging nodig hebben. Dan duiken ze met meer enthousiasme een tekst in. Een actueel onderwerp dat aansluit bij de leefwereld maakt leerlingen nieuwsgierig en breidt hun achtergrondkennis uit. Het werkt ook andersom: door met actualiteit te werken, willen leerlingen zelf vaker het nieuws volgen.’

Thema’s en samenhang

Nieuw in Nieuwsbegrip: een thematische aanpak, met nieuws- en kennisthema’s. Wat vindt Jacqueline van

Maar: het is wel belangrijk dat een thema niet te breed is. Het gaat er juist om dat leerlingen dezelfde woorden vaker tegenkomen, in verschillende teksten. Hoe vaker je woorden in een context ziet, hoe sterker de verbinding in de hersenen. Is een thema te breed? Dan gaat dat effect verloren. Nieuwsbegrip heeft dat in het kennisthema “Dierentuin van de toekomst” goed gedaan. Ook geeft een thema ruimte voor evaluatie en reflectie. Welke argumenten komt een leerling tegen?

En wat is het standpunt van de leerling zelf?

In de klassen

Al in dit stadium van haar onderzoek ziet Jacqueline veel wetenschappelijke principes goed terugkomen in Nieuwsbegrip. Hebben leerkrachten daarmee alles in handen wat ze nodig hebben? ‘Nou, het blijft wel onmisbaar dat leerkrachten goed begrijpen waaróm een opdracht werkt. Alleen dan kunnen zij er flexibel mee omgaan en bijvoorbeeld waarborgen dat een samenwerkingsopdracht echt wederzijdse afhankelijkheid heeft. En omdat de methode veel doet met groepswerk, is goed klassenmanagement ook een serieuze voorwaarde.’

Zelf ervaren hoe Nieuwsbegrip wetenschappelijke inzichten heeft verwerkt in de didactiek?

Prima

KiesMBO.nl helpt

leerlingen bij studiekeuze

KiesMBO.nl is dé website voor het maken van een studie- en beroepskeuze binnen het mbo en ondersteunt jongeren, ouders en docenten bij het ontdekken van passende mbo-opleidingen. De site biedt een overzicht van alle beschikbare opleidingen en beroepen. Dat zijn er meer dan 400 die bijna allemaal worden uitgelegd met korte teksten, foto’s en video’s. Ook geeft de site informatie over bijvoorbeeld de baankans van mbo-opleidingen.

Op KiesMBO.nl kunnen leerlingen prima aan de slag met verschillende tools die helpen bij het maken van een studiekeuze.

Interessetest

Het is altijd goed om de interessetest te doen

Het is altijd goed om de interessetest te doen. De test helpt leerlingen op weg als ze het nog niet weten, maar ook als ze twijfelen over hun keuze. Met behulp van de interessetest ontdekken ze misschien opleidingen waar ze eerder niet aan hebben gedacht of die ze helemaal nog niet kennen. Tijdens het maken van de interessetest is het mogelijk om opleidingen te sorteren op bijvoorbeeld baankans, kans op stage of startsalaris.

Vergelijken

Als leerlingen twijfelen tussen opleidingen, kunnen ze die via de tool ‘vergelijken’ naast elkaar zetten. Alle specificaties van de opleidingen worden dan in een tabel weergegeven. Per opleiding is er een doorklikmogelijkheid naar de opleidingspagina, waar ze meer uitleg over de opleidingen krijgen en waar ze kunnen vinden of er een school in de buurt is die de opleiding(en) aanbiedt.

Vernieuwde feature: bladeren

Zoeken

Onlangs is de tool Bladeren helemaal vernieuwd.

Deze tool is vooral handig als leerlingen willen kijken wat ze met hun schoolprofiel kunnen gaan doen. Alle opleidingen zijn ingedeeld op vmbo-profielen.

Binnen het profiel krijgen ze de bijbehorende opleidingen te zien. Wanneer ze doorklikken, komt alle informatie over de gekozen opleiding naar voren.

Meteen op de homepage staat de zoekbalk groot in beeld. Wanneer ze een zoekterm invullen, krijgen leerlingen direct suggesties voor opleidingen te zien. In het resultatenscherm zijn de zoekresultaten verdeeld in opleidingen, scholen en overige hits. Lekker overzichtelijk, zodat ze snel naar de juiste pagina doorklikken.

Hulp van ouders

Als leerlingen het moeilijk vinden om te kiezen, laat hen dan hun ouders om hulp vragen. Zij kennen hun kinderen waarschijnlijk als geen ander. Ze kunnen helpen bij het verzamelen en beoordelen van informatie over verschillende opleidingen, scholen en hun toekomstige carrière. Of vertellen over eigen ervaringen en aan hun kinderen vragen wat ze zelf willen. Dat helpt ze om hun gedachten op een rijtje te zetten.

Wat kunnen leerlingen nog meer doen?

Op KiesMBO.nl staan veel meer handige tips om leerlingen te helpen bij hun studiekeuze:

• een overzicht van open dagen van scholen in de buurt

• korte teksten, duidelijke foto’s en video’s van alle mbo-opleidingen

• een overzicht van opleidingen die een goede kans op werk hebben

• verschillende lob-opdrachten die ze op school of thuis kunnen doen

• een serious game (Ontdek) waarin ze verschillende beroepen kunnen ontdekken

Kijk op KiesMBO.nl !

Afgehaakte jongeren krijg je op deze manier weer enthousiast over democratie en rechtsstaat.

Sinds corona volgen de bezorgde berichten over jongeren elkaar op. Hun mentale gezondheid staat onder druk en sommige jongeren vertonen lastig gedrag. Maar er is nog iets gebeurd tijdens de lockdowns: jongeren zijn minder empathisch geworden. En daarmee minder betrokken bij de democratie en samenleving. Hoe krijg je ze als docent weer aan boord?

“Door de jaren heen ben ik in gaan zien dat ik mijn leerlingen echt moet begeleiden naar het omarmen van de democratie.” Aan het woord is Jet van der Steijle, docent geschiedenis en mentor op het Helen Parkhorst in Almere, een scholengemeenschap voor mavo, havo en vwo.

Dat omarmen van de democratie is namelijk geen vanzelfsprekendheid voor veel leerlingen. Van der Steijle merkt net zoals veel van haar collega’s dat de democratie en de rechtsstaat niet zomaar op waardering kunnen rekenen. “Zelfs als we een democratisch besluit op school nemen, hebben leerlingen vaak het gevoel dat het hen wordt opgelegd, zegt haar vakgenoot, geschiedenis- en burgerschapsdocent Tommy van der Veer. Hij is docent op de scholengemeenschap ’t Rijks in Bergen op Zoom. Wantrouwen is het gevolg. Bij de coronageneratie, jongeren van 11-18 die met de lockdowns te maken

Zelfs als we een democratisch besluit

op school nemen, hebben leerlingen vaak het gevoel dat het hen wordt opgelegd

kregen, is wantrouwen naar de overheid omdat die alle coronaregels oplegde versterkt aanwezig. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Leren over democratie en samenleving door de coronageneratie’, van het Verwey-Jonker Instituut in opdracht van de Anne Frank Stichting. Behalve de toename van verticale polarisatie, aangewakkerd omdat de coronaregels opgelegd werden, constateerden de onderzoekers ook een blijvende toename van schermgebruik als gevolg van corona. Die twee verschijnselen werken op elkaar in. En kunnen bovendien via allerlei complotideeën die online rondcirkelen, leiden tot complotdenken. Sommige mensen geloven bijvoorbeeld dat in het coronavaccin een microchip zat en anderen dat strepen in de lucht chemicaliën zijn die de overheid in de lucht gespoten heeft. Complotdenken is ook een fenomeen bij een deel van de jongeren die tijdens de lockdowns op de middelbare school zaten of in de laatste jaren van de basisschool, en toen thuis zaten. Verticale polarisatie, meer schermgebruik en het in aanraking komen met complottheorieën vormen voor veel van deze jongeren dus een giftige mix, die hun vertrouwen in democratie en rechtsstaat flink onder druk heeft gezet.

Gouden weken

Maar misschien wel de belangrijkste conclusie uit het onderzoek: jongeren werden als gevolg van de lockdowns minder empathisch. En dat is echt problematisch, want voor betrokkenheid bij de rechtsstaat en democratie is empathie onontbeerlijk, vertelt

Willem Wagenaar, onderzoeker bij de Anne Frank Stichting. “Als je verhalen hoort van anderen met een andere positie in deze samenleving en je je die aantrekt, dan begrijp je beter waarom er minderheidsrechten nodig zijn. En als je je kunt verplaatsen in het perspectief en de mening van anderen begrijp je waarom we afspraken nodig hebben om conflicten vreedzaam op te lossen. Die afspraken hebben we vastgelegd in democratie en rechtsstaat.”

Maar hoe stimuleer je empathie bij jongeren als die er verminderd lijkt te zijn? Een school is een kleine samenleving en biedt daarom kansen. Van der Veer merkt dat veel leerlingen het lastiger vinden om met elkaar een groep te vormen in de klas dan voor corona. “Daarom zijn de eerste weken na de vakantie gouden weken”, zegt hij. “Dan moet je als docent investeren in groepsvorming. Zelf pakken ze dat niet op.”

Ook voerde het ‘t Rijks waar hij werkt na corona een nieuw los lesuur in over burgerschap voor de mavo afdeling. “Daarin vertellen we wat de regels zijn op school en wat we van leerlingen verwachten, maar ook hoe ze inspraak kunnen hebben. Veel jongeren hebben daar geen idee van. Van der Veer, die zelf actief is als gemeenteraadslid, neemt de leerlingen mee. ‘Dan ontmoetten ze de burgemeester of een wethouder en voelt ‘de overheid’ dichterbij.’ Ze krijgen volgens Van der Veer een beter beeld van het democratische proces en dat besluiten weloverwogen worden genomen: ‘Je merkt dat leerlingen hierdoor

besluiten binnen de schoolorganisatie bespreekbaar durven maken en dat zij de argumenten willen weten. Tot slot zijn er meerdere leerlingen die hierdoor meer interesse krijgen om lid te worden van de leerlingenraad, zodat zij een bijdrage kunnen leveren aan een schoolbesluit.”

Soms laat hij de leerlingen anoniem stemmen over een stelling. Daarna vraagt hij wie zijn voor of tegen klassikaal wil toelichten. “Soms is een redenering niet helemaal sluitend, maar daar leg ik de nadruk niet op. Het belangrijkste is dat ze ervaren dat hun mening ertoe doet en belangrijk is.”

Dat herkent Van der Steijle: “Soms baseren ze een mening op niet-kloppende feiten. Ik probeer ze wel een ander perspectief te bieden, maar overtuigen, dat werkt niet. Maar ze hebben dan wel een andere visie en argumentatie gehoord.” Uit het onderzoek ‘Leren door de coronageneratie’ van de Anne Frank Stichting blijkt dat nepnieuws en desinformatie het gesprek in de klas daarom soms erg ingewikkeld maken voor docenten. Een van de aanbevelingen is dan ook om binnen ‘het educatieve werk’ ook aandacht te hebben voor deze mechanismen.

Om de empathie bij jongeren te vergroten, ontwikkelde de Anne Frank Stichting samen met partners in zeven landen, de gratis toolbox Stories that Move. Jongeren uit deze landen vertellen in video’s waarom ze democratie belangrijk vinden, hoe ze zich voelen als lid >>

voor betrokkenheid bij de rechtsstaat en democratie is empathie onontbeerlijk

van een minderheid, of waarom ze een vrije pers belangrijk vinden. Om de filmpjes heen zitten allerlei opdrachten die leerlingen laten reflecteren. Het doel is om meer empathie te ontwikkelen bij jongeren.

De school waar ze lesgeeft in Almere is zeer gemêleerd, Jet vertelt: “Er zitten leerlingen van wel tien verschillende herkomstlanden in de klas. We hebben bijvoorbeeld ook een groeiende groep Oekraïners. Door al die verschillende achtergronden speelt afkomst voor veel jongeren een rol. Ze zijn heel erg bezig met hun identiteit. Wie ben ik, wie is de ander en wat betekent het voor mij om in de Nederlandse samenleving te zijn?”

Blootgelegd

In deze groep probeerde Van der Steijle de methode uit. De eerste les, waarbij ze een woordweb moesten invullen, legde meteen iets pijnlijks bloot. “Een van de leerlingen vond een ander een racist. Ik wist eerst niet wat ik hoorde, en corrigeerde hem, dat zeg je niet zomaar over een ander. Maar toen ik apart met hem ging praten, bleek dat het hem heel erg dwars zat hoe de andere jongen, die ook zijn vriend is, over hem en andere leerlingen praat. Ze gingen met elkaar om op een manier die de jongeren zelf eigenlijk niet ok vonden, maar het ging wel door. De les legde dat bloot en ik, maar ook andere vakdocenten, hadden geen idee van deze dynamiek in de klas. Maar nu kon ik er iets mee doen.”

De methode bracht de jongeren dichter bij elkaar en gaf hun meer begrip voor elkaars gevoel en standpunt. Precies het doel. Van Steijl: “Ik zou de methode zeker aanraden.”

Stories that Move

Stories that Move gebruikt methodes die ruimte creëren voor een gesprek. Daarbij worden lastige situaties niet vermeden, maar juist bespreekbaar. Een belangrijk element van de methode zijn de authentieke verhalen van leeftijdsgenoten die de kern van deze lessenserie vormen. In korte video’s delen jongeren hun ervaringen en eigen visie. Deze verhalen laten zien dat alle jongeren er toe doen.

Tips en lesmateriaal over democratie

Andere tips die kunnen werken: neem de jongeren mee naar het gemeentehuis, de rechtbank, of naar de Eerste of Tweede Kamer. ProDemos organiseert dit soort excursies voor klassen. Laat de leerlingen in de les anoniem stemmen over stellingen en bespreek de uitslag. Neem de mening van jongeren altijd serieus, maar geef ze ook andere perspectieven.

Maak daarnaast gebruik van de nieuwe werkvormen over democratie, waarbij leerlingen meer leren over democratische waarden zoals vrijheid, gelijkheid en solidariteit en wat dat voor hen betekent in hun dagelijks leven:

www.annefrank.org/democratie www.storiesthatmove.org

Lezen begint bij leesplezier.

Veel leerlingen vinden lezen vooral saai en van leesplezier hebben ze nog nooit gehoord. Niet zo gek, want in het huidige onderwijs wordt de lesstof meestal opgeknipt in ‘technisch lezen’ en ‘begrijpend lezen’. En dat merk je in de klas als de boekjes zuchtend op tafel komen. De leerlingen hebben er geen zin in. De leesvaardigheid holt dan ook achteruit.

Daarom is er Blink Lezen, de lesmethode waar leesplezier en effectief leren lezen voorop staan. De verhalen en thema’s in Blink Lezen sluiten aan op de belevingswereld van jouw leerlingen en gaan over interessante en relevante onderwerpen

uit de echte wereld. Het loslaten van de aparte vakken en van de aanpak ‘teksten met vragen’ vraagt een andere manier van lesgeven. Niet moeilijk, maar wel anders. Daarom verzorgt onze Blink Academie trainingen om je inzicht te geven in deze aanpak. En het werkt. Want maar liefst 82% van de leraren die werken met Blink Lezen geeft aan dat de leesmotivatie van hun leerlingen stijgt.

Je leest alles over Blink Lezen op blink.nl/blink-lezen/

Ontdek de kracht van beter leren.

Het Nationaal Rekenen Wiskundecongres

Donderdag 29 januari 2026

Met onder andere:

Keynote van Ionica Smeets

Universiteit Leiden

Versterk je rekenlessen met EDI

Marcel Schmeier

Wat werkt (bijna) echt in de rekenles?

Pedro de Bruyckere

Universiteit Utrecht

Wiskundig stand-up comedian

Tobi Kooiman

Bewegen, leren en samenwerken.

Zonder scherm.

Picoo brengt energie in de klas. Het is een uniek, interactief systeem zonder schermen, ontworpen om leerlingen actief en betrokken aan het werk te zetten. De slimme controllers brengen leerstof in beweging: samen leren, spelen en ontdekken.

Waarom het werkt

Gemaakt voor spelers van 4-16 jaar

Verhoogt de betrokkenheid van leerlingen

Werkt binnen en buiten, zonder WiFi of GPS

Maakt leren actief, sociaal en leuk

Ga voor meer informatie of een proefperiode naar www.picoo.nl

NBC Congrescentrum Nieuwegein

En natuurlijk alles over de

Meer informatie en aanmelden: Noordhoff.nl/rekencongres

www.picoo.nl

nieuwe kerndoelen!

De Anne Frank Krant 2026 in de klas

Familie in tijden van oorlog

Verhalen brengen geschiedenis

dichterbij dan jaartallen. De Anne Frank Krant 2026 laat leerlingen kennismaken met Anne én Margot Frank en maakt de Tweede Wereldoorlog tastbaar en menselijk. Met het thema ’familie’ biedt dit lesmateriaal leerkrachten handvatten om met leerlingen in gesprek te gaan over vrijheid, uitsluiting en saamhorigheid – thema’s die direct raken aan burgerschap.

PrimaOnderwijs & Anne Frank Stichting

Het lespakket, de Anne Frank Krant 2026, staat dit schooljaar in het teken van familie – een thema dat iedereen raakt, ook leerlingen van nu. Want hoe blijf je samen als gezin wanneer alles om je heen uit elkaar valt? En wat betekent familie wanneer je je leven niet meer vrij kunt leiden? In de krant staan verhalen, historische beelden en opdrachten die uitnodigen tot reflectie.

Het verhaal van Margot

Margot Frank, die in 2026 honderd jaar zou zijn geworden, krijgt in de Anne Frank Krant een eigen plek naast haar beroemde zus. Haar verhaal, vaak overschaduwd door dat van Anne, laat zien dat er talloze

kleinere, vaak vergeten verhalen bestaan. ”Waarom weten we zo weinig over Margot?”, vroeg een leerling vorig jaar tijdens de les. Het zijn precies deze vragen die nieuwsgierigheid en empathie aanwakkeren – en die maken dat geschiedenis geen ver verleden blijft, maar een gesprek van nu.

Betekenisvol burgerschap

Juist nu burgerschap en sociale vorming een vaste plek hebben in het curriculum, is dit lesmateriaal actueler dan ooit. Het helpt kinderen nadenken over thema’s als uitsluiting, diversiteit en saamhorigheid. Want burgerschap begint bij het besef dat vrijheid en gelijkwaardigheid niet vanzelfsprekend zijn.

Lespakket Anne Frank Krant 2026

De Anne Frank Krant verschijnt jaarlijks in maart en is een initiatief van de Anne Frank Stichting voor leerlingen in de groepen 7 en 8 van het primair onderwijs. Het is een lespakket over het korte leven van Anne Frank, de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging. Naast de krant maakt dit jaar een bijzondere Extra onderdeel uit van het lespakket: De klas van Anne – ontdek de verhalen. Leerlingen verdiepen zich in de klasgenoten van Anne op het Joods Lyceum. In groepjes onderzoeken ze één levensverhaal. Met behulp van foto’s, documenten en teksten maken ze samen een poster. Het eindresultaat is een tentoonstelling in de klas. Zo brengen leerlingen de vaak vergeten verhalen tot leven –en maken ze samen geschiedenis zichtbaar in hun eigen klaslokaal.

Meer informatie en bestellen via www.annefrankkrant.nl

Docent Esther Ocheng over burgerschap en

persoonlijke vorming:

‘Door alle drukte is er vaak geen ruimte voor hun innerlijk ’

Burgerschap begint niet bij een methode, maar in de binnenkamer. Dat zegt Esther Ocheng, muziekdocent, begeleider in het CoachLab en coördinator identiteit op het Corderius College in Amersfoort. Dagelijks ziet ze hoe leerlingen groeien zodra ze even stil mogen vallen, elkaar ontmoeten en zichzelf beter leren kennen. “Je kunt geen plek innemen in de wereld als je jezelf niet kent. Burgerschap is dus in de eerste plaats vorming.”

Tekst: Marco van den Berg

Ze werkt op een christelijke school, maar haar boodschap is breder. “Overal hoor je hoe leerlingen vermoeid en overbelast zijn. Goed voor jezelf zorgen houdt niet op bij eten en drinken. Het is ook zorgen voor je ziel – hoe je daar verder ook naar mag kijken.”

Aanleiding voor dit gesprek is Duo Penotti, een schoolproject waarin leerlingen uit uiteenlopende achtergronden elkaar beter leerden begrijpen. Het begon bij een opstootje bij de kluisjes. Leerlingen

hadden aangegeven zich niet prettig te voelen in dat smalle stukje van de gang, waar andere groepjes jongeren stonden. In plaats van boos te worden, stapte Ocheng erop af. “Ik stelde vragen: wie zijn jullie, wat speelt hier, waar wringt het?”

Die bijzondere ontmoeting kreeg een vervolg, vertelt ze. “Samen met leerlingen van verschillende culturele achtergronden hebben we toen naar de documentaire Wit is ook een kleur gekeken en daarna gingen we uitgebreid in gesprek. Ook het thema uitsluiting kwam daarin voorbij.”

De verhalen bleken verhelderend. “Een paar jongens met een Marokkaanse achtergrond vertelden bij voorbeeld dat ze ’s avonds door een buschauffeur geweigerd waren. Die wilde hen niet meenemen. Ze vertelden wat dat met hen deed en zoiets maakte veel indruk op de rest. Voor sommigen was het een eyeopener: Dat dit gewoon gebeurt in Nederland.”

Met dezelfde groep maakte ze een pelgrimstocht langs de Walk of Wisdom bij Nijmegen, inclusief een overnachting in een klooster. Ze had verschillende

werkvormen voorbereid om leerlingen met elkaar te laten praten. Daar paste ze ook de leerlingarena toe, van stichting Leerkracht. Het is een kringgesprek waarbij een paar leerlingen spreken en de rest - ook docenten – eromheen staat. “Dat geeft bijzondere aandacht voor het verhaal. Er wordt écht geluisterd.”

Terug op school volgde een tweede leerlingarena met meer toehoorders. Er kwamen wekelijkse lunchgesprekken, een appgroep waarin leerlingen nieuws en ervaringen deelden en – in aanloop naar Pasen – werd een kalender samengesteld met veertig leerlingverhalen voor dagopeningen. “Daar zaten ook vragen bij, zodat docenten direct het gesprek konden openen.”

Het leverde ontmoetingen op tussen jongeren die elkaar anders nooit gesproken hadden, legt Ocheng uit. “Een moslimleerling en een LHBTQ-leerling spraken met elkaar. Ondanks de verschillen konden ze zonder oordeel van gedachten wisselen.” Inmiddels is het project afgerond, maar de effecten waren nog een tijdje voelbaar. Voor sommigen was de drempel om naar een docent of vertrouwenspersoon te gaan verlaagd, vertelt Ocheng. Anderen ervaarden meer mogelijkheden om met leerlingen met een andere achtergrond in gesprek te gaan.

De school werkt met de methodiek Positive Behavior Support en didactisch coachen. Docenten leren eerst rond te kijken en te benoemen wat goed gaat. Ocheng: “Welke leerling toont initiatief? Dat bevestig je. Je gaat

uit van de kracht van leerlingen en helpt hen hun gedrag en talenten beter te begrijpen. Ook dat is vormend onderwijs.”

Met een groep van gemiddeld zestig leerlingen bezoekt ze jaarlijks het klooster Taizé in Frankrijk. Leerlingen volgen daar het ritme van de broeders en komen helemaal in de ruststand. “Ze ontmoeten mensen vanuit alle delen van de wereld en er ontstaan vaak prachtige gesprekken.” Ondertussen blijven de telefoons in de tas. “Ze krijgen daar wat ze hier missen: rust, tijd, ontmoeting. Het raakt iedereen. En ze ontdekken ook hoe het is om zonder oordeel naast iemand te zitten uit een andere cultuur.”

Die ervaring krijgt nu een plek dichter bij huis. In Amersfoort wordt gewerkt aan een gebeds- en stilteruimte. Het is een pedagogische keuze, vertelt ze. Het geeft leerlingen ruimte om tot rust te komen en zich te bezinnen, emoties te uiten maar ook bijvoorbeeld rouw toe te laten of spanning een plek te geven. “Dat versterkt hun ontwikkeling en schept een cultuur waarin gevoelens mogen bestaan.”

Het behang zit erop en er komt een kaarsjesrek, legt ze uit. “Ik ben er al met een leerling naartoe geweest. Hij verloor niet lang geleden zijn broertje en werd tijdens de les Nederlands geconfronteerd met een tekst over een overlijden. Dat kwam hard aan. Ik heb hem toen meegenomen naar de stilteruimte en beloofd dat het eerste kaarsje dat daar zal branden, voor zijn broertje zal zijn.”

Voor Ocheng is het helder: burgerschap hoort niet per se in een apart vak. “Het mooiste is dat je het in je pedagogiek laat terugkeren en daarnaast activiteiten aanbiedt die vormend zijn. Wat je buiten de klas doet, beklijft vaak het meest.” En daarnaast dus ruimte voor de ziel. “Toetsen, deadlines en schermen laten vaak weinig ruimte voor het innerlijk. Maar burgerschap gaat om lichaam én geest: ontdekken wie je bent, wie de ander is, en hoe je van betekenis kunt zijn. Zo leer je ook beter welke plek je in de samenleving wilt innemen.”

Burgerschap een basisvaardigheid met een open einde

Taal en rekenen oefenen we dagelijks – maar wie helpt een kind oefenen in verdraagzaamheid, respect of samenleven? Burgerschap is geen extra vak, maar net zo belangrijk als de andere basisvaardigheden.

PrimaOnderwijs & Lot’s Foundation

Voor taal en rekenen weten we door concreet uitgewerkte referentieniveaus precies wat leerlingen moeten beheersen aan het eind van de basisschool. Er wordt zelfs onderscheid gemaakt tussen een fundamenteel niveau (1F) en streefniveau (2F/1S).

Voor burgerschap zijn er geen concrete tussenen einddoelen vastgesteld. De nieuwe conceptkerndoelen van het SLO bevatten formuleringen als ‘kennis van’, ‘verkennen van’, ‘reflecteren op’ en ‘benoemen van’. Hoe een school deze brede begrippen uitwerkt, is aan de school zelf.

Niet gek dus dat burgerschapsonderwijs voelt als een puzzel. Zonder concrete kaders zoek je naar balans tussen vrijheid en richting, tussen inspiratie en structuur. Hoe leer je burgerschapsvaardigheden betekenisvol en doelgericht aan? Drie handreikingen:

Burgerschap is geen extra vak, maar net zo belangrijk als de andere basisvaardigheden.

1. Maak leerdoelen expliciet

Burgerschapsvaardigheden worden vaak impliciet ontwikkeld. Zo komen essentiële vaardigheden als samenwerken, zelfregulatie of aardig doen dagelijks voorbij, zonder dat leerlingen dit herkennen als een leerdoel. Door deze doelen expliciet op te nemen in de instructie, vergroot je de betrokkenheid bij het leerproces. Bijvoorbeeld een bordje in de klas: ‘Vandaag werken we aan samenwerken’.

2. Betrek alle leerlingen

Leerlingen leren door aangereikte kennis en vaardigheden toe te passen in een nieuwe situatie. Daarvoor is oefentijd nodig. Activiteiten zoals een leerlingenraad zijn waardevol, maar bereiken niet alle leerlingen. Denk na over hoe álle leerlingen – van groep 1 tot en met groep 8 – dezelfde burgerschapsvaardigheden oefenen en ontwikkelen.

3. Maak keuzes

Keuzes maken in het aanbod is nodig om het onderwijs aan te laten sluiten bij de leerlingpopulatie. Dit betekent dat burgerschapsonderwijs per school mag én misschien wel moet verschillen. Bespreek daarom eerst met collega’s welke thema’s jullie belangrijk vinden en hoe leerlingen en ouders betrokken worden bij de keuzes .

Over Stichting Lot’s

Foundation

Stichting Lot’s Foundation is een goede doelenstichting die zich via storytelling inzet voor de rechten van kinderen. Elke maand ontwikkelt een professionele redactie nieuwe les- en doeactiviteiten rond burgerschap, kinderrechten en duurzaamheid. Het platform Wereldwijs met Lot biedt 12 leerlijnen waarmee je het bestaande aanbod kunt versterken. Elke vaardigheid is uitgewerkt met doelen voor eind groep 2, 5 en 8. Zo werk je altijd doelgericht en in samenhang. Omdat Lot’s Foundation geen winstoogmerk heeft, zijn de activiteiten, bronnen en leerdoelen tegen een kleine vergoeding aan te schaffen.

Meer informatie wereldwijsmetlot.nl

Burgerschap als rode draad

Hoe Rijnlands Lyceum Wassenaar samenhang bracht in het schoolcurriculum

Hoe kunnen onze leerlingen zich ontwikkelen tot wereldburgers? Die vraag werd op het Rijnlands Lyceum Wassenaar (RLW) het startpunt van een bredere ontwikkeling. In 2024 kreeg de school een herstelopdracht van de Inspectie van het Onderwijs. Dat moment leidde tot een traject waarin visie, samenhang en eigenaarschap centraal kwamen te staan en waarin burgerschap uitgroeide tot een rode draad in de school.

Tekst: Esmee Weerden

Het RLW telt ruim 1.000 leerlingen uit Wassenaar, Leiden, Den Haag en omgeving. Onder één dak komen havo, atheneum, gymnasium, tweetalig onderwijs en een internationale school samen, met meer dan 55 nationaliteiten. Die diversiteit vraagt om aandacht, zegt rector Wendy Groen: “Diversiteit binnen de school daagt leerlingen en docenten uit om elkaar te blijven begrijpen. Juist daarom is burgerschap hier zo belangrijk: leerlingen leren omgaan met verschillen en ervaren dat diversiteit een kracht is.”

De zoektocht naar samenhang

Coördinator burgerschap Eva Kroese vertelt: “De Inspectie gaf aan wát er niet goed zat – de rode draad in ons burgerschapsonderwijs ontbrak – maar niet hóe je dat oplost. We hebben toen zelf de zoektocht ingezet.”

Zo kwam het RLW bij OSG Hugo de Groot in Rotterdam uit. Deze school was bereid om het eigen beleidsplan en activiteitenoverzicht op te sturen. Die inventarisatie van activiteiten voelde voor Eva als een openbaring: “Voor het eerst zagen we hoe je alles overzichtelijk maakt en koppelt aan doelen. Dat gaf ons perspectief en de moed om zelf door te pakken.”

Het RLW startte vervolgens een intensief traject. Met hulp van een extern bureau werden docenten geïnterviewd, secties doorgelicht en activiteiten verzameld. “Een monsterklus”, erkent Wendy, “maar het gaf ons

eindelijk houvast. Vanuit dat overzicht konden we een doorlopende leerlijn bouwen.”

Van losse projecten naar een beleidsplan Het resultaat is het Beleidsplan Burgerschap 2025–2026, waarin vijf kerncomponenten centraal staan: deskundigheid, open houding, kritisch nieuwsgierig, zorgzaam en communiceren. Deze vormen nu het kompas voor docenten en leerlingen.

Eva: “Burgerschap zien wij niet als apart vak, maar als onderdeel van hoe je als school samenleeft en leert. We hebben daarom bewust gekozen voor een leerlijn die door alle leerjaren heenloopt.”

De aanpak kreeg onlangs de gehoopte erkenning: bij de herbeoordeling waardeerde de Inspectie het

RLW met een voldoende. Wendy: “We waren opgelucht en trots. De druk was hoog, maar het liet zien dat onze inspanningen niet voor niets waren en dat we op de goede weg zitten.”

Concreet in de klas en daarbuiten

De nieuwe koers is al goed zichtbaar in de praktijk. Leerlingen hebben een eigen gedragscode opgesteld:

M.A.S.T., dat staat voor Met respect | Mutual Respect, Aanspreekbaar | Accountability, Samen voor veiligheid | Safety, Teamwork. Deze code geldt voor leerlingen, personeel en ouders. “Dat het door leerlingen zelf is ontwikkeld, maakt het krachtig en herkenbaar”, zegt Wendy.

Daarnaast zijn er structurele activiteiten zoals:

• Fast Friends en een schoolbrede pubquiz, die nationale en internationale leerlingen verbinden;

• Model European Parliament en Model United Nations, waar jongeren oefenen met debat en besluitvorming;

• Acts of Service, zoals Sinterklaasgedichten voordragen in een verzorgingshuis of struikelstenen schoonmaken;

• Paarse Vrijdag, die zichtbaar maakt dat iedereen zichzelf mag zijn.

“Deze projecten waren er deels al, maar nu zijn ze ingebed in een samenhangend geheel van lessen, activiteiten en afspraken dat samen een doorlopende leerlijn vormt”, legt Eva uit. “Leerlingen weten: dit hoort bij mijn ontwikkeling als burger.”

Wat het oplevert

De opbrengst van het beleidsplan is door de hele school voelbaar. Docenten werken vaker vakoverstijgend samen, leerlingen herkennen burgerschapsthema’s in meerdere lessen en de leerlingenraad heeft een duidelijke stem gekregen in het schoolbeleid. “Het enthousiasme is groot”, zegt Wendy. “Docenten voelen zich uitgedaagd om vanuit hun eigen vak bij te dragen, en leerlingen merken dat hun mening ertoe doet.” Toch is het proces niet af. Het monitoren van de ontwikkeling van leerlingen en het werken met

Wil je het beleidsplan van het RLW inzien?

Neem contact op met de redactie van PrimaOnderwijs voor de contactgegevens van rector Wendy Groen, via: redactie@primaonderwijs.nl

Diversiteit binnen de school daagt leerlingen en docenten uit om elkaar te blijven begrijpen

portfolio’s zijn volgende stappen. “Maar de basis staat”, aldus Eva. “We hebben een gezamenlijke taal gevonden.”

Leren van RLW

Wendy en Eva hopen vooral dat andere scholen hun plan benutten. “Wij hebben veel tijd verloren aan zoeken en uitvinden. Daarom delen we ons beleidsplan graag. Burgerschapsonderwijs is een gezamenlijke opdracht. We hoeven het wiel niet telkens opnieuw uit te vinden.” ◗

Masterplan basisvaardigheden

Marleen Severijnen is werkzaam bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als onderwijscoördinator. Vanuit het Masterplan basisvaardigheden ondersteunt zij het RLW tijdens de activiteitenperiode van de subsidieregeling Verbetering basisvaardigheden.

“Sinds december 2024 heb ik contact met Wendy Groen van het RLW. Al snel werd duidelijk dat de school burgerschap structureel wilde verankeren in het onderwijs. In het activiteitenplan schreef Wendy dat zij wilde dat leerlingen de school niet alleen met een diploma verlaten, maar ook met sociale en maatschappelijke vaardigheden om actief deel te nemen aan de samenleving. Daar heeft het team samen met Eva als coördinator grote stappen in gezet. De sterke, gedragen visie van de school en de gedrevenheid en deskundigheid van Eva waren belangrijke succesfactoren.

Scholen die inspiratie zoeken naast het beleidsplan van het RLW, verwijs ik graag naar www.masterplanbasisvaardigheden.nl

Het Expertisepunt Burgerschap biedt daarnaast ook ondersteuning. Kijk op www.expertisepuntburgerschap.nl voor tips en contact met adviseurs die scholen verder helpen.”

Leren wordt een feestje met Sinterklaasstickers, beloningskaarten en een heus Pietendiploma. Zo wordt elk compliment een cadeautje van de Sint!

Sinterklaasstickers Serie 319008

Leeslogboeken zijn een tool om leeservaringen te delen.

Mixpakket Leeslogboeken Serie 3389

Maak rekenen inzichtelijk met coachingskaarten en posters.

Coachingskaarten Breuken en Metriek stelsel Serie 3862

Beloningskaarten Serie 4622

Miniposters Mix Felicitatieteksten Serie 1106

Pietendiploma’s Sintsmileys Serie 2396

Beloningsstickers Mix Variatie Serie 319007

Coachingskaarten Breuken Serie 3861 A2 Poster Breuken Serie 3821 Voordeelpakket Metriek stelsel Posters Serie 3820

Beleef hoe kunst tot leven komt als nooit tevoren!

Onze nieuwste immersieve ervaring: Monet, Meester van het Impressionisme Van de bruisende havens van Normandië tot de serene tuinen van Giverny: Claude Monet wijdde zijn leven aan het vangen van licht en beweging. Vaak gezien als grondlegger van het impressionisme, brak hij met tradities en inspireerde hij een hele generatie kunstenaars.

Bij Fabrique des Lumières stap je nu zelf zijn schilderijen binnen. Wandel door klaprozenvelden, sta op de Japanse brug en ervaar de wereld zoals Monet die ooit schilderde. Een unieke kans om leerlingen op een toegankelijke en meeslepende manier kennis te laten maken met het impressionisme – een ervaring die raakt, inspireert en bijblijft.

Daarna volgt de immersieve ervaring: Rousseau, Jungle van Dromen. Henri Rousseau neemt je mee naar een fantasierijke wereld waar realiteit en

verbeelding versmelten. In het weelderige groen verschijnen tijgers, luchtschepen zweven door beschilderde luchten en droomachtige taferelen nodigen uit om voorbij de werkelijkheid te dwalen. Rousseau’s schilderijen prikkelen de fantasie en vormen een uitnodiging tot creatieve gesprekken in de klas: over kleur, symboliek en het durven dromen buiten de gebaande paden.

Met één ticket beleef je deze twee indrukwekkende werelden. Fabrique des Lumières biedt hiermee niet alleen een culturele uitstap, maar ook een inspirerende leerervaring. De combinatie van beeld, muziek en ruimte maakt kunst voor iedereen toegankelijk en sluit perfect aan bij hedendaags onderwijs, waar beleven, ervaren en verbinden centraal staan.

Om docenten te ondersteunen is er bovendien gratis lesmateriaal beschikbaar dat aansluit bij de thema’s van Monet en Rousseau. Daarmee wordt het bezoek eenvoudig gekoppeld aan lessen in de klas en krijgen leerlingen nog meer verdieping.

Zie: fabrique-lumieres.com/nl/lesmateriaal-0.

Een nieuwe manier om leerlingen kunst te laten ervaren: midden in het werk zelf. Neem je klas mee naar de visioenen van Monet en Rousseau, en laat leerlingen ontdekken hoe meesterwerken bewegen, ademen en hen volledig omringen.

Onderwijs | Fabrique des Lumières

Een veilig schoolklimaat voor iedereen

Hoe zorg je ervoor dat elke leerling én elk personeelslid zich veilig voelt op school? Daarover gaat de nieuwe wet Vrij en Veilig Onderwijs, die in 2026 van kracht wordt. Staatssecretaris Koen Becking (Funderend Onderwijs enEmancipatie) legt uit waarom deze wet nodig is en wat scholen alvast kunnen doen. Daarnaast vertelt Amina Saydali, directeur van Stichting School & Veiligheid, hoe scholen met hulp, tips en tools dit beleid kunnen vertalen naar de praktijk.

Een hele ruime meerderheid van de leerlingen en het personeel voelt zich veilig op school, weet staatssecretaris Becking. “Maar helaas geldt dit nog niet voor iedereen. Onveiligheid heeft vele gezichten. Het kan gaan om pesten of discriminatie. Maar ook om ongewenste opmerkingen of seksuele intimidatie. Met de wet krijgen scholen beter zicht op onveiligheid en kunnen zij leerlingen, ouders en personeel beter ondersteunen als ze onveiligheid ervaren.”

Het gaat niet om het stapelen van nieuwe verplichtingen, maar om een zorgvuldige balans tussen administratie en praktijk, legt hij uit. “We hebben naar een goede balans gezocht. Zodat de administratie scholen ook echt wat oplevert, en dat is een veiliger klimaat. Veel scholen zijn nu al goed bezig met de veiligheid. Zij zullen niet veel veranderingen merken. En scholen die nog flink aan de bak moeten, kunnen ondersteuning krijgen van Stichting School & Veiligheid.”

Een belangrijk onderdeel van de wet is het verplicht registreren en soms ook melden van incidenten. De staatssecretaris: “We werken samen aan een cultuur waarin scholen open zijn over incidenten en onveiligheid. In zo’n cultuur is een school die zichtbaar werkt aan de veiligheid juist een goede school. Bovendien gaat het oordeel van de inspectie niet over het aantal

Tekst: Marco van den Berg
Koen Becking Foto: Valerie Kuypers

incidenten op een school, maar over de inspanningen van de school om incidenten te voorkomen en goed af te handelen.”

Ook vertrouwenspersonen en een stevige klachtenregeling zijn straks verplicht. Becking: “Met de vertrouwenspersoon zorgen we ervoor dat leerlingen, ouders en personeel laagdrempelig hulp en ondersteuning kunnen krijgen. Daarnaast moet er een goed proces zijn als zij een klacht hebben. Scholen kunnen leren van klachten, om het schoolklimaat en het onderwijs te verbeteren. Het begint met het gesprek op school. Komen klagers en scholen er samen toch niet uit, dan kunnen ze naar een landelijke klachtencommissie.”

De beoogde ingangsdatum van de wet is 1 augustus 2026, maar scholen hoeven daar niet op te wachten. “Scholen kunnen nu al incidenten registreren, vertrouwenspersonen aanwijzen en het veiligheidsbeleid evalueren. Ook kunnen ze zich bijvoorbeeld aansluiten bij een landelijke klachtencommissie. Daarvoor hoef je niet op de wet te wachten.”

Scholen gaan zelf over de manier waarop ze onderwijs geven, maar de overheid stelt de randvoor waarden, aldus Becking: “Veiligheid is zo’n absolute voorwaarde. Voor leerlingen om goed te kunnen leren en voor leraren om goed les te kunnen geven. Wel hebben professionals een grote vrijheid om te kiezen voor maatregelen die passen bij de omstandigheden op hun school.”

Veiligheid in de praktijk

De nieuwe wet moet scholen niet opzadelen met nóg meer papier, maar juist helpen om veiligheid in de praktijk te brengen, zegt Amina Saydali. Zij is directeur van Stichting School & Veiligheid, al meer dan tien jaar de landelijke expertorganisatie op het gebied van sociale veiligheid op scholen. School & Veiligheid ondersteunt scholen met kennis, instrumenten en advies. “Veiligheid mag nooit alleen een papieren werkelijkheid zijn”, benadrukt Saydali. “Het gaat erom dat leerlingen en personeel het ook echt voelen in hun dagelijkse schoolleven.”

Een belangrijk hulpmiddel daarbij is het digitale veiligheidsplan. Veel scholen gebruiken dat inmiddels. Dat instrument wordt aangepast zodat het straks aansluit op de nieuwe wettelijke eisen, zoals de verplichte jaarlijkse evaluatie van het veiligheidsbeleid. “We willen scholen niet alleen helpen met voldoen aan de regels, maar vooral ook met het levend maken van beleid in de klas en in het team”, zegt Saydali.

Ze wijst erop dat de uitdagingen in de afgelopen jaren zijn veranderd. Waar veiligheid vroeger vooral draaide om wat er in de klas of op het schoolplein gebeurde,

speelt nu ook de online wereld een grote rol. “Onveilig gedrag in appgroepen of op sociale media werkt vaak direct door in de school. Daarom hebben we een stappenplan online gedrag ontwikkeld, zodat scholen weten hoe ze kunnen handelen als dit speelt.”

Nieuwe verplichtingen, zoals incidentregistratie en een interne én externe vertrouwenspersoon, hoeven geen extra last te worden. “Het gaat er niet om lijstjes bij te houden, maar om te leren van incidenten. Registratie is pas zinvol als je er samen als team van leert: hoe hebben we gehandeld, wat kan beter? En een vertrouwenspersoon kan alleen waardevol zijn als leerlingen, ouders en medewerkers ook echt weten dat ze er terecht kunnen.”

Een sterke en veilige schoolgemeenschap begint met respectvolle, vertrouwensvolle relaties tussen leraren, leerlingen, ouders en personeel, met een gedeelde sociale norm, weet Saydali. “Als schoolteam moet je dat gesprek voeren en samen uitdragen. Pas dan kan een leerling merken dat de school een veilige plek is.” Scholen hoeven daar niet alleen in te staan. Het Adviespunt van School & Veiligheid is dagelijks bereikbaar voor vragen, groot of klein. “Van een korte check tot uitgebreid meedenken over een proces. Wij zijn er om scholen te ondersteunen, zodat veiligheid niet alleen op papier staat, maar echt voelbaar wordt in de school en leerlingen tot leren kunnen komen.”

Meer informatie: www.schoolenveiligheid.nl/thema/ wet-vrij-en-veilig-onderwijs of scan de QR-code.

Amina Saydali
Foto: Hans Slegers

Hoe meer je van de wereld weet …

Burgerschap envolledig logisch geïntegreerd.

… hoe nieuwsgieriger je wordt!

Wereldoriëntatie voor groep 4 t/m 8

Terug naar school met  AV1

Leren en erbij horen – ook bij afwezigheid

Niet elk kind kan dagelijks naar school. Ziekte, overprikkeling of angststoornissen maken dat soms onmogelijk. Juist dan is het essentieel dat leerlingen verbonden blijven met hun klas en onderwijs blijven volgen.

AV1 voorkomt isolement en houdt leerlingen betrokken

Van ziekte en psychische problemen tot (dreigende) thuiszitters: de oorzaken verschillen, maar de gevolgen zijn vaak hetzelfde – leerachterstanden, verlies van sociale contacten en verminderde motivatie.

Een innovatieve oplossing voor terugkeer naar de klas

De AV1-robot doorbreekt deze vicieuze cirkel. Leerlingen die tijdelijk niet naar school kunnen, nemen op afstand actief deel aan de reguliere lessen. Ze zien en horen de klas, communiceren met leraren en klasgenoten, en blijven onderdeel van de groep. Zo verloopt de terugkeer naar school natuurlijker en succesvoller.

Laagdrempelig en exibel onderwijs op afstand AV1 biedt een unieke vorm van digitaal onderwijs: niet alleen meekijken en luisteren, maar écht meedoen. Leerlingen volgen de reguliere lessen, blijven in contact met klasgenoten en voelen zich erbij horen. Zo wordt maatwerk mogelijk zonder dat een kind buitenspel komt te staan of leraren extra worden belast.

Maatwerk oplossing met

AV1

Direct inzetbaar – vanaf dag één, zonder technische drempels

Geen leerachterstand – leerlingen volgen alle lessen live mee

Behoud van sociaal contact – voorkomt isolement en versterkt verbondenheid

Snellere re-integratie – terugkeer naar school wordt makkelijker en natuurlijker

Voorkomt langdurig verzuim – vroegtijdige interventie voorkomt thuiszitten

Eenvoudig en veilig – gebruiksvriendelijk voor school, leerling en ouders

Kostene ciënt – betaalbare oplossing met grote impact

Bewezen resultaat – 95% succes bij leerlingen met lichamelijke ziekte en 65% succes bij (dreigende) thuiszitters

AV1-robots in Europa landen scholen lesuren 4k+ 19 2.5k+ 10k+

leerlingen

No Isolation – voor onderwijs waar niemand buitenspel staat.

Heeft u vragen?

+31 6 49149663

huisman@noisolation.com noisolation.com/nl

Zo pakte Linköping schoolverzuim aan met AV1. Lees hoe de gemeente Linköping in Zweden strategisch werkt met de schoolrobot AV1 om schoolverzuim te voorkomen en te verminderen.

Ontdek de veelzijdigheid van de sector Bouw en Infra

Wat gebeurt er onder het spoor, achter een verkeerslicht of in de fundering van je schoolgebouw?

Leerlingen lopen er dagelijks overheen, maar wie het maakt en wat daarbij komt kijken, is vaak abstract. Met het nieuwe JIJ Gaat het Maken lesprogramma van Stichting JIJ in de Bouw en Infra komt daar verandering in. “We laten écht zien hoe veelzijdig de sector bouw en infra is: van grondwerker tot BIM-modelleur”, zegt Monara van de Laar, senior communicatieadviseur bij JIJ in de Bouw en Infra.

De aanleiding is urgent. Nederland staat onder meer voor een grote onderhouds- en vervangingsopgave: bruggen, wegen, spoor en waterwerken moeten slimmer en duurzamer worden. Tegelijk krimpt de arbeidsmarkt. Pieter Oterdoom, strategisch adviseur leren en ontwikkeling: “We zitten in een transitiefase. Er is veel werk aan de winkel, met minder mensen. De sector heeft daarom meer dan ooit vakmanschap én denkkracht nodig.”

Monara: “Bouw en infra hangt vaak onder het containerbegrip ‘techniek’ en dat is logisch. Maar veel jongeren hebben geen idee wat je hieronder kunt verstaan, terwijl jong en oud dagelijks gebruikmaken van het werk van deze sector. We willen daarom een realistisch beeld schetsen met het lesprogramma, dat nieuwsgierig maakt en keuzezekerheid geeft.”

Van handen tot hightech

Het programma laat de breedte van de sector zien: van uitvoerder, werkvoorbereider en betontimmerman tot calculator en BIM-modelleur (de specialist die het

hele bouwproject digitaal uitdenkt, inclusief maatvoering, materialen en kosten). Het oude beeld van ‘alleen maar zwaar, fysiek werk’ in deze sector is achterhaald, benadrukken beiden. “Het bestaat voor een groot deel uit specialistisch vakmanschap, gecombineerd met digitale skills”, zegt Pieter. “Iedereen ziet steeds meer in: dit is werk met betekenis én met toekomst.” Monara voegt toe: “Het imago-onderzoek van onze stakeholder Bouwend Nederland laat zien dat het beeld over de sector positiever is dan we tot nu toe dachten. Een kentering die onder andere komt door de herwaardering van vakmanschap. Ook de maatschappelijke discussie rondom het woningtekort speelt hierbij een rol.”

Het werk bestaat voor een groot deel uit specialistisch vakmanschap, gecombineerd met digitale skills

Docenten kunnen keuzes maken in het lesprogramma: een plenaire les (50 minuten) of een individuele les die leerlingen zelfstandig doorlopen, beide aangevuld met LOB-opdrachten. “We hebben bewust een mix gemaakt”, zegt Monara. “Wie graag klassi-

kaal werkt, kan zo aan de slag. Ook scholen die losse LOB-uren inzetten kunnen goed vooruit.” Het materiaal is visueel sterk: video’s met jonge professionals (18-24 jaar), gefilmd op echte projecten, van spoorbouw tot binnenstedelijk betonwerk. “Geen acteurs, maar mensen die het werk met eigen handen of hoofd doen. Dankzij het materiaal zien leerlingen wat het is, in plaats van horen zeggen.”

Om aan te sluiten bij de belevingswereld start het programma met persona’s. “Veel jongeren herkennen zich bijvoorbeeld in ‘de gamer’ of ‘de maker’,” vertelt Monara. “We laten zien: die interesses zijn niet enkel manieren van tijdverdrijf, maar talenten die je werkelijk kunt inzetten en er je geld mee verdienen. Als gamer denk je in werelden en systemen, precies wat je als BIM-modelleur doet. Je ‘minecraft’ bijna in het echt.” Het lesmateriaal toont bewust diverse rolmodellen: vrouwen, mannen, mensen met verschillende achtergronden en opleidingsniveaus. “Iedereen moet zich kunnen herkennen”, zegt Monara. De sector biedt zekerheid en ontwikkeling voor praktisch én theoretisch ingestelde leerlingen.

Instromen kan op verschillende niveaus; van daaruit kun je horizontaal of verticaal doorgroeien. “We zien timmerlieden die snel doorschuiven naar uitvoerder of werkvoorbereider. En wie complex wil denken kan richting engineering”, zegt Monara.

Pieter wijst ook op financiële en opleidingsprikkels: “Er zijn scholingsvouchers en afspraken die instroom en specialisatie aantrekkelijk maken, niet alleen voor zij-instromers, ook voor starters die doorleren.”

Voor LOB betekent dat: reële perspectieven. Monara: “Het programma haalt onbekendheid weg en maakt de rijkdom aan beroepen en opleidingsroutes zichtbaar. Of je nu met je handen wilt bouwen of met je hoofd wilt plannen of ontwerpen: je werkt altijd aan iets tastbaars dat ertoe doet.”

Duurzame materialen en slimme bouwlogistiek komen ook aan bod, net als de maatschappelijke impact van infra. “We vinden het vanzelfsprekend dat de brug open gaat of de drinkwaterleiding werkt,” zegt Pieter. “Maar daar zit vakmanschap en serieuze denkkracht achter—zeker in de energietransitie en het waterbeheer, waar Nederland vooroploopt.”

Wie start in bouw en infra, staat niet stil. Projecten variëren van binnenstedelijke verbouwingen en het ombouwen van bestaande panden tot werkzaamheden in het buitenland. “We hebben werkgevers die overzee actief zijn”, vertelt Monara. “Voor starters is een half jaar meedraaien op de eilanden of in een groot internationaal project vaak een droom. Dat kán hier.”

Aan

de slag in de klas

Het lesprogramma is direct inzetbaar. Met de combinatie van videoverhalen, persona’s en LOBopdrachten kun je als docent variëren in werkvormen en tempo. Monara: “We hebben het luchtig én realistisch gehouden. Leerlingen krijgen geen verkooppraatje, maar een eerlijk beeld waarmee ze een kwalitatieve keuze kunnen maken.”

Tip voor de agenda: als JIJ Gaat het Maken zijn we dit najaar aanwezig op alle vier de onderwijs- en studiebeurzen. “Kom langs”, nodigt Monara uit. “Je spreekt dan opleiders van specialistische opleidingsbedrijven en ook mensen van de bouwplaats zelf! Delen van hun ervaringen uit de praktijk vinden we namelijk goud. Die kunnen dat als geen ander!” ◗

Direct toegang tot het lesprogramma?

Meld je aan via onderwijsinformatie.nl/jijgaathetmaken (of scan de QR-code bij dit artikel) en ga meteen van start in je klas.

Engels voor het vmbo

Library 3rd edition nu beschikbaar

Goed nieuws: Library 3rd edition, de vernieuwde methode Engels speciaal geschreven voor het vmbo, is in productie. De methode is beschikbaar voor inzet vanaf schooljaar 2026-2027. Uitdagend, flexibel en afgestemd op de leefwereld van jouw leerlingen. Met gedrukt en/of digitaal materiaal biedt Library 3rd edition alles wat je nodig hebt voor een inspirerend lesprogramma.

Library 3rd edition:

• Één leerwerkboek per leerjaar

• Twee edities (bk en kgt), met binnen elk niveau drie leerlijnen – altijd op maat voor jouw leerlingen

• Actueel en geschreven voor de leerstrategieën van een vmbo leerling

Ben je benieuwd naar deze methode Engels? Vraag dan nu jouw GRATIS beoordelingsexemplaar aan en ontvang hem begin 2026. Scan de QR code of ga naar https://edumedia.eisma.nl/library-3rd-edition/

(On)zichtbare sporen – ons koloniaal verleden, toen en nu

Toegankelijk, inclusief en actueel lesmateriaal voor in de klas

De koloniale, gedeelde geschiedenis van Nederland en Indonesië kreeg lange tijd weinig aandacht in het onderwijs. Toch heeft dit verleden grote invloed op thema’s als migratie, vrijheid, oorlog en racisme. Daarom ontwikkelde het Indisch Herinneringscentrum (IHC) de onderwijspagina van Onsland.nl . Hier vinden docenten gratis lesmateriaal om dit gedeelde verleden op een toegankelijke en historisch verantwoorde manier de klas in te brengen.

Gedeelde geschiedenis, meerdere perspectieven

Meer dan twee miljoen Nederlanders hebben een band met Nederlands-Indië/Indonesië. Het lesmateriaal op Onsland.nl laat leerlingen kennismaken met verhalen die dit verleden tastbaar maken en verbindt met thema’s als kolonialisme, slavernij, dekolonisatie en verzet, en met actuele onderwerpen zoals burgerschap, ongelijkheid en identiteit.

Wat vind je op Onsland.nl/onderwijs?

Er is aanbod beschikbaar voor zowel primair als voortgezet onderwijs. Het bevat:

• Animaties over sporen van kolonialisme, oneerlijke en handel en macht in de koloniale samenleving

• Video’s waarin kinderen, jongeren en experts op zoek gaan naar sporen van het koloniale verleden

• Lesbrieven met opdrachten en creatieve verwerking

• Handleidingen voor docenten en onderwijsontwikkelaars: ‘Hoe onderwijs je/ontwerp je educatief materiaal over onze koloniale geschiedenis?’

• Bronnen, tijdlijnen en persoonlijke verhalen

Didactische ondersteuning

Lesgeven over kolonialisme en slavernij kan gevoelig liggen. Daarom ontwikkelde het IHC samen met de Professionele Leergemeenschap Educatie van het IHC (PLG) praktische richtlijnen. De hand-outs helpen docenten en onderwijsontwikkelaars om multiperspectiviteit te stimuleren, persoonlijke verhalen en actualiteit te integreren, kritisch denken te bevorderen en de doorwerking van het verleden in het heden te belichten.

Nieuw: aanbod voor de bovenbouw primair onderwijs

Voor de bovenbouw van het po is speciaal lesmateriaal ontwikkeld dat onze koloniale geschiedenis verbindt met burgerschapsthema’s. De lesbrieven zijn vakoverstijgend en eindigen met een creatieve opdracht waarmee leerlingen hun kennis toepassen.

Samen bouwen aan inclusief onderwijs

Het educatieve aanbod wordt voortdurend vernieuwd en uitgebreid. De PLG, -een netwerk van onderwijsprofessionals, erfgoedspecialisten, wetenschappers, betrokken gemeenschappendenkt hierin actief mee.Het materiaal is gratis te downloaden via www.onsland.nl/onderwijs

Heb je zelf lesmateriaal ontwikkeld dat hierbij past?

Neem dan contact op via info@indischherinneringscentrum.nl

Burgerschap krijgt concreet gezicht met eigen kerndoelen en leerlijnen

Voor het eerst maakt het leergebied burgerschap expliciet deel uit van het curriculum in het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De definitieve conceptkerndoelen zijn in september door SLO opgeleverd aan het ministerie van OCW en geven leraren houvast bij de vraag wat leerlingen moeten kennen, kunnen en ervaren. “Burgerschapsonderwijs helpt leerlingen om niet alleen individueel succesvol te zijn, maar ook samen een maatschappij op te bouwen die werkt voor iedereen”, stelt Luuk Kampman, curriculumontwikkelaar bij SLO en specialist burgerschapsonderwijs. “In de mini-samenleving die school is, kunnen leerlingen ervaren dat hun stem ertoe doet, dat ze verschillen mogen verkennen en leren samen beslissingen te nemen.”

Tekst: Brigitte Bloem

De wettelijke opdracht om aandacht te besteden aan burgerschapsonderwijs bestaat al sinds 2006 en werd in 2021 aangescherpt. Scholen vinden het soms moeilijk om invulling te geven aan deze opdracht, maar de definitieve conceptkerndoelen burgerschap kunnen daar vanaf nu goed bij helpen, is Luuks overtuiging. Leraren, vakverenigingen en maatschappelijke organisaties waren intensief betrokken bij de totstandkoming. Ruim 180 scholen hebben de kerndoelen daarnaast op bruikbaarheid beproefd in de praktijk.

Houvast voor de leraar

Met de definitieve conceptkerndoelen hebben scholen en leraren nu een concreet kader in handen, waarmee ze aan de slag kunnen, op weg naar de wettelijke vaststelling van de kerndoelen in augustus 2027. “Het gaat erom dat leerlingen op school in een veilige omgeving kunnen oefenen met bijvoorbeeld debatte-

ren, beslissingen nemen, omgaan met diversiteit en ervaring opdoen met democratische en maatschappelijke betrokkenheid”, licht Luuk toe. “Er gebeurt al veel, dus scholen hoeven niet vanaf nul te beginnen”, benadrukt hij. Zijn advies: kijk eerst binnen je eigen onderwijs wat je al doet op het gebied van burgerschapsonderwijs. Leg de kerndoelen ernaast en kijk waar hiaten zitten. Bij ieder kerndoel hebben we uitwerkingen geformuleerd onder de titel ‘het gaat hierbij om’. Deze uitwerkingen zijn onderdeel van de wettelijke opdracht. Hierdoor is de opdracht aan scholen veel concreter uitgewerkt.

Doorlopende lijn

Het leergebied burgerschap kent een doorgaande lijn van primair onderwijs (po) naar voortgezet onderwijs (vo). In het po staat de basis centraal: leren samenleven, ontdekken van overeenkomsten en verschillen en oefenen met democratische basiswaarden. In het vo wordt hierop voortgebouwd en is de samenhang met onder andere de mens en maatschappijvakken in de

onder- en bovenbouw zichtbaar. “Het aanbod in het po heeft een andere schaal en complexiteit dan in de onderbouw van het vo”, zegt Luuk. “Burgerschap hangt

Conceptkerndoelen burgerschap

De definitieve conceptkerndoelen burgerschap zijn onderverdeeld in drie domeinen:

1. Democratische oefenplaats

Dit domein gaat over de school als veilige oefenplaats voor het ontwikkelen van burgerschapscompetenties. Leerlingen ontwikkelen kennis over en vaardigheden voor het omgaan met verschillen en democratische waarden. De school biedt activiteiten aan die sociale cohesie, actief burgerschap en kritische denkvaardigheden bevorderen. Denk aan het opstellen van klassenregels, het meedenken over schoolbeleid en het oplossen van conflicten op een respectvolle manier.

2. Samenleven in een democratische rechtsstaat

Binnen dit domein ligt de nadruk op het leren inzien hoe belangrijk democratische basiswaarden als vrijheid en solidariteit zijn. Daarbij leren leerlingen deze inzichten te gebruiken bij het nadenken over hoe het is om te leven in een diverse samenleving. Kennis over kinderrechten en mensenrechten is daarbij belangrijk, om de democratische rechtsstaat te kunnen begrijpen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het bespreken van kinderboeken met het thema diversiteit of een klassengesprek over eigen ervaringen van leerlingen met gelijke behandeling.

3. Vormgeven aan democratische en maatschappelijke betrokkenheid

Binnen dit domein verkennen leerlingen welke mogelijkheden zij hebben om bij te kunnen dragen aan de samenleving en wat het betekent om democratisch te handelen. Zij denken na over welke verantwoordelijkheid zij hebben bij bijvoorbeeld duurzaamheidsvraagstukken en doen ervaringen op met inspraak en besluitvorming. Denk hierbij aan verkiezingen in de klas of het houden van een spreekbeurt over mogelijke oplossingen van een maatschappelijk vraagstuk in de eigen wijk of dorp.

Scan de QR-codes voor informatie:

Bekijk de definitieve conceptkerndoelen.

zowel in het po als in het vo samen met de basisvaardigheden taal en rekenen. Om mee te kunnen doen in een democratische samenleving moet je je immers goed kunnen uitdrukken, argumenten kunnen begrijpen en afwegingen kunnen formuleren.”

Burgerschap is als apart leergebied geformuleerd. Scholen kunnen zelf bepalen hoe ze hier invulling aan geven. Veel scholen kiezen voor een geïntegreerde aanpak. Luuk verwacht dat burgerschap vaak in samenhang zal worden aangeboden en wordt verweven met leergebieden en vakken die hier dichtbij liggen. “Dat is prima, zolang je als leraar maar blijft benoemen dat je leerlingen met burgerschap bezig zijn. Zo maak je het zichtbaar”, adviseert Luuk.

Stap voor stap

Om leraren en scholen te ondersteunen bij de implementatie van de kerndoelen burgerschap, ontwikkelt SLO leerlijnen en voorbeeldmatige materialen. Deze bieden ondersteuning bij de vertaling en uitwerking van het landelijk curriculum naar de onderwijspraktijk en geven voorbeelden hoe je kunt toewerken naar de kerndoelen en hoe je dat in samenhang met andere leergebieden kunt doen.

Het belangrijkste advies van Luuk: “Ga stap voor stap aan de slag. Bouw voort op wat je al doet, gebruik het beschikbare materiaal en maak het eigen. Burgerschap is geen losstaand onderdeel, maar een integraal deel van de vorming van leerlingen tot betrokken en verantwoordelijke burgers.”

Functionele kerndoelen

De kerndoelen burgerschap zijn ontwikkeld voor het primair onderwijs, de onderbouw van het voortgezet onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs. Voor leerlingen in het speciaal onderwijs die zeer moeilijk lerend of meervoudig beperkt zijn of in het voortgezet speciaal onderwijs het uitstroomprofiel dagbesteding of arbeidsmarkt volgen, worden functionele kerndoelen ontwikkeld. Deze zijn inmiddels op scholen beproefd. De oplevering van de definitieve functionele conceptkerndoelen burgerschap is voorzien op 21 november 2025.

Kijk hoe je nu al aan de slag kunt met de kerndoelen.

Lees hoe de nieuwe kerndoelen burgerschap zich verhouden tot de wettelijke burgerschapsopdracht.

Samen werken aan de burgers van morgen

Wat betekent het eigenlijk om een 'goede burger' te zijn? Leerkrachten en docenten helpen leerlingen zich voor te bereiden op hun plek in de samenleving. En sinds de wettelijke aanscherping van het burgerschapsonderwijs ligt die taak duidelijker op tafel. Maar in de praktijk is het een zoektocht: hoe vertaal je grote waarden als gelijkheid en solidariteit naar het klaslokaal, zonder te vervallen in droge lessen of beladen discussies?

ProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat ondersteunt scholen in hun taak met excursies, gastlessen en lesmateriaal die jongeren op een toegankelijke manier in contact brengen met politiek en bestuur. Zo krijgen leerlingen niet alleen uitleg, maar ook een eerste inkijkje in hoe onze democratie werkt en wat hun plek daarin kan zijn.

Het belang van goed onderwijs  Met de oplevering van de definitieve conceptkerndoelen voor burgerschap is er een belangrijke

stap gezet richting vernieuwing van het landelijke curriculum voor het primair onderwijs, de onderbouw van het voortgezet onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs. Hoewel de formele vaststelling nog moet plaatsvinden, zijn veel scholen al volop bezig met de implementatie.

Het belang hiervan erkent ook

ProDemos-directeur Eric Stokkink: “Het is cruciaal om jongeren op te leiden tot democratisch burger. Democratie is immers geen vanzelfsprekendheid. Wereldwijd

wankelen de fundamenten van democratieën. Het is een systeem dat alleen blijft functioneren zolang mensen ervoor zorgen. En dat begint bij goed onderwijs.”

ProDemos beweegt mee

Met de invoering van de nieuwe kerndoelen krijgt burgerschapsonderwijs een structurele plek in álle leerjaren: van groep 1 tot en met de eindexamenklas. ProDemos breidt daarom haar aanbod uit naar jongere doelgroepen. Waar eerst voornamelijk groep 7 & 8 van de basisschool en de bovenbouw van de middelbare school werden bediend, worden programma’s en materialen nu ook geschikt gemaakt voor andere leerjaren.

Educatie-expert van ProDemos Janneke Francissen: “We kijken

Ervaringen met ProDemos

Nieuw aanbod

• Klassenbezoek@Gemeentehuis: door een nieuwe casus nu ook geschikt voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Leerlingen debatteren over een voorstel in de raadszaal van het plaatselijke gemeentehuis.

• Grondwet in de klas: een nieuwe gastles geschikt voor groep 6,7 & 8.

Meer weten of een programma boeken? Kijk op prodemos.nl/onderwijs.

goed naar de nieuwe leerlingen die we willen aanspreken: welke vorm en middelen passen bij deze leeftijden? Wat is hun voorkennis? Welke voorbeelden sluiten aan bij hun leefwereld? Ook zorgen we voor extra didactische ondersteuning en training voor onze begeleiders die de programma’s uitvoeren. Zo zorgen we dat de lesinhoud goed aansluit.”

“Doordat de les vanaf het begin al meteen erg interactief was, waren de leerlingen gelijk betrokken.’’

– Meester, groep 8

“Leerlingen zijn enthousiaster geworden over politiek. Scepsis heeft plaatsgemaakt voor meer interesse en betrokkenheid.”

– Docent vmbo-tl 4

HOE LAAT IS HET?

OEFENKLOKKEN EN KLOKKIJKSETS Met oefenklokken, posters en spellen wordt klokkijken een eitje!

KLOKKIJKSETS

BEKIJK ALLE LEERMIDDELEN OP EDUCATHEEK.NL/KLOKKIJKEN 17% KORTING

ZANDLOPERS

‘Het is hier toch geen attractiepark?’ De vraag wordt niet zomaar gesteld en het komt met een grijns. Een grens van hem en daarna van mij. Het is hier inderdaad geen attractiepark, maar plezier hebben we gelukkig wel. Wanneer er wel eens geklaagd (voorzien van overdreven zuchten) wordt over de lengte van een spellingles of dictee wil de vraag over een attractiepark nog wel eens uit mijn mond komen. De kinderen begrijpen wat ik bedoel en we gaan verder met de les. Column

Democratisch afspraken maken

In de eerste weken na een vakantie blijkt het zinvol om samen afspraken te maken. Om zo te komen tot een fijn klimaat in de klas. Leerlingen betrekken bij het maken van afspraken en samen verantwoordelijk leren handelen. Daarna wordt geoefend; afspraken centraal zetten, regelmatig een korte evaluatie, kleine veranderingen aanbrengen, sturing inzetten of juist meer regie bij de leerlingen leggen. Oefenen kost vaak moeite, voor de één meer dan de ander. Frustratie is er ook, maar ook dat mag, want de basisschool is de oefenplek bij uitstek.

Maar nu… ligt er een doosje op mijn kruk. Kleurrijk en niet toevallig. Op het bord een prikkelende vraag: ‘Wat als jullie het voor het zeggen hadden?’.

Ik zeg niets, maar merk dat het gesprek oplevert. Ik hoor de meest absurde voorstellen tot meer serieuze, realistische voorstellen voorbijkomen. Een stukje democratie in de klas. Waar de één eerst nadenkt en de ander meteen begint te roepen.

Wanneer je online gaat zoeken naar geschikt materiaal kun je verdwalen. De keuze is reuze en je kunt als leerkracht je hele weekplanning er wel mee vullen. Maar wanneer is het echt gericht op burgerschap? Wanneer leert een kind (een beetje) spiegelen? Hoe kun je als leerling bijdragen en deelnemen aan de democratie in de klas? Wat is er nodig? Is het veilig genoeg in mijn klas om ‘zomaar’ zaken te bespreken? Wat is passend bij mijn leerlingen?

‘Mijn’ kinderen (en ik hoop vele) mogen graag het bewegen en stilzitten wat afwisselen. De inhoud van het doosje op de kruk is daarom ook een spelletje. Het doosje bevat steentjes in verschillende kleuren. Groene staan voor buitenactiviteiten, blauw staat voor zelfstandig werken en de overige drie kleuren hebben weer een ander onderwerp. Van de ene kleur denken we meer nodig te hebben dan de andere kleur. Bij elke kleur worden verwachtingen gedeeld en afspraken gemaakt. De kinderen schrijven zaken op, lopen door de klas, lachen, zijn verbaasd, presenteren en komen zo tot mooie zaken. Ontwikkelen tot burger, dat kan af en toe ook best tijdens een ‘attractie’.

@_jufb_

Huiswerk slimmer inplannen? Fijner werken, efficiënter leren én tijd overhouden voor andere dingen?

Help jouw leerlingen praktisch op weg met de Plenda Route. Een slimme combinatie van papieren agenda en online lesmethode.

In de agenda

Noteren leerlingen huiswerk en plannen ze al hun taken in.

Snel en eenvoudig met het 6 Stappenplan van Plenda.

Hebben leerlingen hun planning altijd overzichtelijk bij de hand.

In de Plenda met slim design en mooie lay-out.

Vind je handige tools die het plannen van taken en projecten makkelijker maken.

Zoals prioriteiten stellen en grote projecten opdelen in behapbare taken.

In de onlinemethode

Kunnen je leerlingen aan de slag met de online lessen. Werk zelfstandig of klassikaal.

Vind je kant en klare lessen, tools en challenges. Ga eenvoudig aan de slag met overzicht, motivatie, effectiviteit en focus.

Werken leerlingen aan de skills die je er op dat moment toe doen.

Met het Plenda Wiel vinden leerlingen precies de lessen die ze nodig hebben.

Heb jij als docent snel overzicht op de ontwikkeling van jouw leerlingen.

Met de antwoorden van je leerlingen en voortgangsoverzichten in de online omgeving.

Probeer de Plenda Route nu gratis!

Ontvang de agenda en krijg toegang tot de online omgeving.

Boordevol uitdagende spellen en oefeningen!

Slimme Kleuter Kist

Stimuleer het denken, bouwen en ontdekken met onze speciaal samengestelde kist voor slimme kleuters!

Methodes voor:

meer-/hoogbegaafdheid

Gratis Paletti Spelbord bij 4 Paletti Plus mapjes!

Paletti is een speels leersysteem waarmee leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen.

Bestel nu en ontvang een gratis Paletti spelbord bij aanschaf van 4 Paletti Plus mapjes! Schoolmaterialen.nl

Prik en Ko, Pienter, Op Ontdekkingsreis en nog veel meer bestel je op Schoolmaterialen.nl IQ Pakket Deluxe met 16 Smart Games spellen

VOOR SCHOOL EN THUIS | GRATIS LEVERING VANAF €100 | MEER DAN 20 JAAR ERVARING | 14 DAGEN BEDENKTERMIJN

EN DAN BLIJKT DIE STILLE LEERLING

EEN GEBOREN ONDERNEMER

“AL 35 JAAR HELPT STICHTING JONG ONDERNEMEN scholen om jongeren te laten ontdekken hoe zij ondernemend, zelfverzekerd en veerkrachtig kunnen deelnemen aan de maatschappij.”

VAN DENKERS NAAR DOENERS

Ondernemerschap leer je door te doen: kansen zien, ideeën onderzoeken, fouten maken en samen oplossingen bedenken. Zo ontdekken leerlingen niet alleen hun talenten, maar ontwikkelen ze ook zelfvertrouwen, creativiteit en veerkracht –precies de vaardigheden die zij nodig hebben als actieve burgers.

LEREN ONDERNEMEN IN DE KLAS

Onze programma’s zijn beschikbaar voor verschillende leerjaren en onderwijsniveaus: van groep 5/6 in het basisonderwijs tot en met het hbo. Ze zijn ontwikkeld door onderwijsdeskundigen in samenwerking met ondernemers uit de praktijk en sluiten aan bij bestaande vakken en leerdoelen. Voor elk programma zijn aansluitingsdocumenten beschikbaar die precies laten zien hoe de activiteiten bijdragen aan de onderwijsdoelen.

NIEUW: GRATIS THEMALESSEN

Met onze themalessen maken jongeren kennis met actuele onderwerpen die nauw verbonden zijn met ondernemerschap en burgerschap. Denk aan solliciteren, teamwork of kunstmatige intelligentie. De lessen zijn gratis te downloaden via onze website en direct inzetbaar in de klas.

EEN GREEP UIT HET AANBOD THEMALESSEN:

ZET ONDERNEMERSCHAP IN VOOR BURGERSCHAPSONDERWIJS

MEER INFORMATIE??

Website: www.jongondernemen.nl

Telefoon: 085 485 7590

Email: Info@jongondernemen.nl

Ontdek de kracht van samenwerken, respect en vertrouwen, geïnspireerd op de Ubuntu-filosofie: ‘ik ben omdat wij zijn.’

Eigen Bedrijf Teamwork

Jongeren stappen in de schoenen van een ondernemer. Ze oefenen met keuzes maken, initiatief nemen en verantwoordelijkheid dragen.

Brainstormen

Samen creatief denken en oplossingen vinden voor echte uitdagingen in een snel veranderende maatschappij.

Bied jouw leerlingen een leuke, praktische burgerschapsbeleving. Zie hoe een stille leerling ineens vol zelfvertrouwen presenteert, of hoe een dromer verandert in een doener. Samen komen leerlingen tot ideeën en oplossingen die ze nooit alleen hadden kunnen realiseren.

ONZE PROGRAMMA’S

Laat jou leerlingen kennismaken met ondernemersschap. Ter ere van ons 35-jarig bestaan bieden wij scherpe jubileumprijzen.

25% korting

VAKANTIE-EILAND

Groep 5/6

In teams ontwerpen leerlingen hun eigen eiland en presenteren dit trots aan ouders en verzorgers. Voorheen € 62,25 nu €47,-.

POP UP STORE

Groep 7/8

Leerlingen runnen in teams een eigen bedrijf met fictief startkapitaal en sluiten af met een verkoopdag. Voorheen €62,25 nu €47,-.

YES! Onderbouw vmbo/havo/vwo

In 10 lessen ervaren leerlingen ondernemerschap in de praktijk: samenwerken, omgaan met geld, presenteren en keuzes maken.

Kennen jullie YOUNGPWR al?

Het platform voor en door jongeren 15+ voor een kickstart op de arbeidsmarkt. Gratis praktische tips & tricks van professionals via blogs, podcasts, webinar en event.

JUNIOR COMPANY Bovenbouw vmbo/havo/vwo

Leerlingen richten tijdens Junior Company in teams een eigen bedrijf op en runnen dit één schooljaar. Ze verdelen o.a. functies, brainstormen over een product of dienst, maken een ondernemingsplan en gaan ook echt verkopen.

Van jonge denkers naar ondernemender doeners.

Gratis!
Nu maar 34,95 per leerling

SPELENDERWIJS

EXPERIMENTEREN MET LICHT

TOT 20% KORTING

SENSORISCHE LICHT- EN WATERTAFELS

De kleurveranderende watertafel maakt spelen extra leuk! Het water verandert steeds van kleur, waardoor je nieuwsgierig blijft ontdekken, voelen en experimenteren.

LICHTTAFEL ACCESSOIRES:

Sets met letters Sets met cijfers Speelmatten

Maak jouw leerlingen handelingsvaardiger met brandmeester

Als de brandweer bezig met brandveiligheid in je vak

Op welke manier kunnen jouw leerlingen bijdragen aan een brandveilige werkomgeving? Brandmeester is het gratis lesprogramma van de brandweer voor vmbo-leerlingen die kennis en vaardigheden aanleert op een uitdagende en interactieve manier. De lessen zijn gericht op brandveiligheid in de toekomstige werkomgeving.

Met Brandmeester maak jij jouw leerlingen handelingsvaardig. De lessen duren zestig minuten en zijn heel geschikt voor in de LOB-uren, omdat de leerlingen bezig zijn met hun toekomst. Ook is reflectie op hun persoonlijke ontwikkeling een belangrijk onderdeel.

Als docent heb je geen specifieke vakkennis nodig om deze lessen te kunnen geven.

In welke sector jouw leerlingen straks ook gaan werken, met Brandmeester help jij ze ontdekken:

✔ Hoe ze brand kunnen voorkomen

✔ Wat ze moeten doen als het toch misgaat

✔ Hoe ze zichzelf en anderen in veiligheid brengen

Doelstellingen lesprogramma

De leerlingen...

● (her)kennen brandonveilige situaties in diverse werkomgevingen

● zijn zich bewust van de brandrisico’s binnen een werkomgeving

● weten wat zij kunnen bijdragen om in een specifieke werkomgeving brandveiligheid te kunnen waarborgen

● kunnen een brandveiligheidscheck uitvoeren op een locatie naar keuze aan de hand van een stappenplan.

Het online lesprogramma Brandmeester is bedoeld voor vmbo-leerlingen in leerjaar 3 en 4. Het programma is volledig kosteloos en bestaat uit vier lessen, waarin leerlingen onder andere aan de slag gaan met het interactieve spel Brandstof én zelf een brandveiligheidscheck voorbereiden, uitvoeren, presenteren en evalueren. De lesopbouw en het stappenplan van de brandveiligheidscheck zijn gebaseerd op ‘onderzoekend leren’.

Direct toegang

Wil jij ook met brandveiligheid aan de slag? Meld je dan aan via www.onderwijsinformatie.nl/brandmeester Na aanmelding ontvang je een e-mail waarmee je direct toegang krijgt tot het lesprogramma.

Met

Spelend leren met techniek

het leukste techniekboek voor groep 1 en 2

Hoe wordt een stoel gemaakt? Of een brood? Met het PatsBoemKledder!

Doeboek ontdekken kleuters stap voor stap hoe gewone dingen in hun omgeving ooit zijn gemaakt.

De 30 kant-en-klare lessen sluiten aan bij de afleveringen van het populaire Schooltv-programma over techniek.

GRATIS stickervel bij je bestelling!

Zo werkt het

Kijk samen een aflevering

Bespreek het in de kring

Start de techniekles

Goed nieuws, je hebt maar één Doeboek per klas nodig! Bestel nu voor € 24,95 via patsboemkledder.nl of scan de QR-code.

PatsBoemKledder! is bedacht en gemaakt door de redactie van Het Sinterklaasjournaal en De Boterhamshow.

Onderwijs zonder drempels

Met de gratis AV1 van Kind & Zorg gaat hun schoolleven gewoon door

“Ik zie het telkens weer gebeuren: een kind dat al weken of maanden niet naar school kan, hoort er opeens weer bij. Niet fysiek, maar via een robot van 30 centimeter dat je vanuit huis of het ziekenhuis bedient. De AV1 robot heeft ‘oogjes’ en lampjes die oplichten als je iets wilt vragen. Via de AV1 app luister, kijk en praat je mee. Kortom: je bent verbonden”, vertelt Angélique van den Berg, officemanager bij Stichting Kind & Zorg.

PrimaOnderwijs & Stichting Kind en Zorg

“Toen ik zes jaar geleden begon als officemanager, kreeg ik ook de AV1 onder mijn hoede. Elke aanvraag is een nieuw verhaal: een jongen die herstelt van een stamceltransplantatie, een meisje met post-COVID dat uitgeput thuis ligt, of een kind met een gebroken been nét in de periode van het schoolkamp. Steeds opnieuw zie ik hoe groot de impact is van erbij horen en meedoen – ook al is het via de AV1-robot.

Persoonlijk contact

De leerling en/of de ouders vragen de AV1 aan via onze website. Daarna neem ik telefonisch contact op. We bespreken de situatie en of school akkoord is met de inzet van de AV1. Het mooie is: het kost niks. De aanvraag, verzending en retour zijn gratis voor kinderen van 6-18 jaar voor maximaal 6 maanden. Het enige wat we vragen is goed voor de AV1 te zorgen en de doos te bewaren, zodat hij weer door kan naar een volgend kind. Wat de AV1 bijzonder maakt, is dat kinderen zelf de regie houden. Ze luisteren mee, stellen vragen en praten mee.

Maar ze hoeven zelf niet zichtbaar te zijn. Dat is belangrijk: je wil misschien wel zien wat er gebeurt in de klas, maar liever niet dat iedereen jou ziet als je ziek thuis ligt. Met de AV1 kies je zelf hoe je aanwezig wilt zijn.

Overal mee naartoe

De robot werkt op 4G én wifi en kan dus overal mee: naar gym, weekafsluiting, schoolreis of familiefeest. Laatst leende een meisje hem voor schoolkamp. Zelf kon ze niet mee, maar dankzij de AV1 was ze er tóch een beetje bij. Je kunt de AV1 dus ook lenen voor alleen zo’n gelegenheid. Juist dit soort momenten tellen.

We hebben 26 robots. En als het aan mij ligt, staan ze geen dag op de plank. Elk kind verdient het om mee te doen, ook als dat even niet op de gewone manier kan.”

Vraag de AV1 aan via www.kindenzorg.nl/av1-robot

Burgerschap in de praktijk: open je wereld in het Joods Cultureel Kwartier

Burgerschap gaat over grote en ingewikkelde thema’s als vrijheid, gelijkwaardigheid, identiteit, discriminatie, respect en onrecht. Hoe maak je zulke begrippen tastbaar voor leerlingen die nog midden in hun eigen zoektocht naar zichzelf zitten? Het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam biedt daar een bijzondere leeromgeving voor. Op vier historische locaties in het centrum, elk met een eigen invalshoek, ontdekken leerlingen hoe geschiedenis, cultuur en actuele vraagstukken met elkaar verweven zijn.

Tekst: Brigitte Bloem

Het Joods Cultureel Kwartier (JCK) brengt met speciale onderwijsprogramma’s leerlingen vanaf groep 3 van de basisschool tot en met eindexamenleerlingen van het voortgezet onderwijs op interactieve wijze in contact met ándere verhalen en ándere perspectieven. Leerlingen komen niet alleen meer te weten over de Joodse geschiedenis, cultuur en religie, maar gaan ook bewuster nadenken over hun eigen kijk op vrijheid, identiteit en samenleven. Juist nu, in een tijd waarin vooroordelen, polarisatie en desinformatie ons

dagelijks nieuws beheersen, zijn zulke ervaringen op jonge leeftijd enorm waardevol. De onderwijsprogramma’s van het JCK sluiten goed aan bij de definitieve conceptkerndoelen burgerschap (zie elders in deze PrimaOnderwijs), maar ook bij vakken als geschiedenis, maatschappijleer en levensbeschouwing.

Leren met I ASK

In een samenleving waarin het steeds lastiger lijkt om begrip op te brengen voor elkaars perspectieven, biedt het Joods Cultureel Kwartier een leerervaring die verder gaat dan kennisoverdracht.

Een belangrijke rode draad in de onderwijsprogramma’s van het JCK is de I ASK-methode. Deze praktische aanpak geeft museumdocenten handvatten om leerlingen uit te nodigen zich open te stellen voor wat nieuw of onbekend is, en om aandacht te hebben voor de perspectieven die leerlingen inbrengen. Zo worden leerlingen actief betrokken bij het thema en krijgen ze de ruimte om ook hun eigen ideeën en vragen te verkennen.

Deze praktische aanpak

helpt leerlingen zich open te stellen voor wat nieuw of onbekend is.

In de praktijk blijkt I ASK een krachtig instrument, juist bij gevoelige en complexe thema’s zoals discriminatie, antisemitisme, migratie en actuele maatschappelijke vraagstukken.

Vier locaties

Het Joods Cultureel Kwartier bestaat uit vier locaties. De vier locaties bieden onderwijsprogramma’s over cultuur en geloof, maar ook over de Holocaust en herdenken. Elke plek vertelt een eigen verhaal, dat uitnodigt tot verdieping en reflectie.

1. Portugese Synagoge

In deze monumentale synagoge (Joods gebedshuis) midden in Amsterdam ervaren leerlingen hoe Joden die eeuwen geleden uit Portugal en Spanje vluchtten, in Nederland een nieuw thuis vonden. Tijdens de Tablettour (vo) of Gebedshuizentour (po groep 6 t/m 8 en onderbouw vo) onderzoeken leerlingen het gebouw, symbolen en rituelen en vergelijken die met hun eigen tradities.

2. Nationaal Holocaustmuseum

Wat gebeurde er in Nederland tijdens de Jodenvervolging? Aan de hand van een interactieve tour maakt het Nationaal Holocaustmuseum de geschiedenis concreet en menselijk. Leerlingen verdiepen zich in thema’s als onderduiken en anti-Joodse maatregelen, ontdekken de persoonlijke verhalen achter voorwerpen en documenten, en denken na over de betekenis van deze geschiedenis voor het heden.

Helene Kroon, docent geschiedenis en maatschappijleer op het GSR Rotterdam, bezocht met haar leerlingen het Nationaal Holocaustmuseum. Ze vertelt: “Leerlingen

waren diep onder de indruk van de persoonlijke verhalen van de gidsen. De jongens en meiden klaagden tegen me dat ze te weinig tijd hadden om alle opdrachten in het museum te doen. Wie leerlingen een beetje kent, weet dat dit heel wat zegt!”

3. Hollandsche Schouwburg

Een plek die van een theater veranderde in een verzamelplaats voor deportaties. Hier leren leerlingen wat er gebeurde met de tienduizenden Joden die tijdens de oorlog in de Hollandsche Schouwburg gevangen zaten, en met de kinderen die uit de naastgelegen crèche wisten te ontsnappen. De programma’s Denk aan mij (po groep 8 en vmbo klas 1, 2) en Redding uit de Crèche (po groep 7, 8) verbinden geschiedenis met creativiteit en herdenken. Leerlingen onderzoeken persoonlijke verhalen, maken eigen kunstwerken en bespreken de waarde van herdenken.

4. Joods Museum & Joods Museum junior

Leerlingen leren over Joods leven, religie en cultuur, en leggen verbanden met hun eigen achtergrond en samenleving. In Wat is Joods?! stappen leerlingen (po groep 3 t/m 8) letterlijk binnen bij een Joodse familie en ontdekken ze gebruiken, feestdagen en tradities. In het Joods Museum onderzoeken leerlingen van het voortgezet onderwijs vier eeuwen Joodse geschiedenis in Nederland. Daarbij leggen ze verbanden tussen migratie toen en nu, en reflecteren ze op wat het betekent om als minderheid een plek te vinden in de samenleving.

Praktische informatie

Het Joods Cultureel Kwartier biedt programma’s voor zowel basisonderwijs (vanaf groep 3) als voortgezet onderwijs. De kosten van een bezoek liggen tussen de € 200 en € 350 per groep (30 leerlingen), afhankelijk van het programma. Betalen kan ook met het CJP Cultuurkaartbudget. Je kunt programma’s en locaties combineren. Heb je hulp nodig bij het samenstellen van een geschikt programma voor jouw leerlingen? Neem contact op via: https://jck.nl/voor-scholen Heb je vragen, mail naar: service@jck.nl

Tijdelijk gratis schoollicentie Maak heel schooljaar 2025/2026 gratis gebruik van de schoollicentie met de atlas als interactief bordboek.

NIEUW: De Junior Bosatlas Onlinealles voor je topo-les overzichtelijk bij elkaar

Bewezen effectief topo leren met de TopoTrainer

Een unieke set: een papieren atlas, drie werkatlassen én de atlas als bordboek

Kijk voor meer informatie over het vernieuwde aanbod en de gratis schoollicentie op juniorbosatlas.nl of scan de QR-code.

Onderbouwd aan de slag met je burgerschapsonderwijs?

Profiteer van kennis uit onderzoek over de elementen voor effectief burgerschapsonderwijs:

Oefenen met democratie op school

Opbrengstgericht werken

Proef2_Adv JrBos_Prima Onderwijs_sept2025.indd 1 25-09-2025 16:26

ezoek rofiteer der ouwd

idactische ffectieve urgerschapscompetenties pbrengstgericht isie efenen

Visie en leerdoelen

Didactische uitgangspunten Effectieve werkvormen Burgerschapscompetenties meten

Bezoek ons dossier Burgerschap!

Taalkrachtig burgerschap: bouwen aan de basis in groep 1-2

Kleuters en burgerschap; wanneer je weerstand voelt opborrelen bij het lezen van deze twee woorden in één zin, dan begrijp ik dat volkomen. Je bent niet de eerste onderwijsprofessional die zo reageert. Toch is aandacht voor burgerschap juist bij jonge kinderen ook van belang. Want zij maken de overstap van de thuiswereld naar de schoolwereld. En ontdekken opeens dat er meerdere talen, culturen, normen, waarden en manieren van samenleven zijn.

PrimaOnderwijs & Miriam Op de Beek van CPS

Maak burgerschapsonderwijs betekenisvol Veel scholen worstelen met burgerschap omdat het breed en vaag voelt. In de praktijk zie ik vaak dat Burgerschapsonderwijs wordt vormgegeven in losse projectjes en toevallige momenten: een keer stemmen in de klas of een prentenboek voorlezen dat verschillen tussen mensen laat zien. Burgerschap gaat verder dan een kleuter ‘stop hou op’ leren zeggen. Het is belangrijk om leerlingen vaardigheden te leren die ze nodig hebben om samen te leven. Als je burgerschap met jonge kinderen écht betekenisvol wil maken, begin dan klein. Kleuters leren luisteren,

samen delen en hun gevoelens uiten. Dat vraagt om een taalkrachtig burgerschapsplan: mondelinge taalvaardigheid legt dé basis van respectvol en fatsoenlijk met elkaar communiceren en is daarom nodig bij alle kerndoelen.

De SLO-kerndoelen in de praktijk Burgerschap vraagt om doelgericht en consistent handelen in routines. Dat is precies waar de kerndoelen van SLO bij helpen: ze geven richting en maken burgerschap concreet en hanteerbaar.

Kerndoel 19

De school geeft vorm aan de democratische oefenplaats

De school stimuleert de sociale en maatschappelijke competenties van leerlingen. Kleuters leren basiswaarden als respectvol omgaan en samenwerken.

Praktijkvoorbeeld: in een prentenboek is Haas verdrietig omdat hij zijn knuffel kwijt is.

Oracy-routine: in een tweepraat bedenken leerlingen oplossingen: ‘Wat zou Haas kunnen doen?’ en ‘wat zou jij doen?’ Zo oefenen ze met empathie, naar elkaar luisteren en samen denken en spreken.

Kerndoel 20A

Basiswaarden van de democratische rechtsstaat

Kinderen ontdekken vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit in alledaagse situaties.

Praktijkvoorbeeld: Sam laat zijn bakje kralen vallen.

Eerst kijkt iedereen toe, tot een kleuter zegt: ‘Ik pak de grote, pak jij de kleine?’ Binnen een minuut is het bakje vol. Zo ervaren kinderen dat samen verantwoordelijkheid nemen sneller en fijner voelt dan alleen iets oplossen.

Oracy-routine: rollenspellen met taalkrachtige vragen en startzinnen: ‘Kan ik je helpen?’ – ‘Dankjewel voor je hulp.’ – ‘Samenwerken is fijn, omdat ...’

Kerndoel 20B

Diversiteit in de samenleving

Kinderen leren overeenkomsten en verschillen zien, gevoelens benoemen en respectvol spreken.

Praktijkvoorbeeld: na een prentenboek zegt een kleuter: ‘Ik zie dat die jongen er anders uitziet, want …’ Een ander reageert: ‘Bij mij is dat hetzelfde/anders, want …’

Oracy-routine: een check-in moment met emotiefoto’s en startzinnen: ‘Ik voel me blij, want …’ – ‘Ik voel me verdrietig, omdat …’

Kerndoel 21A

Democratische betrokkenheid

Leerlingen oefenen in democratisch handelen. Kleuters ontdekken dat hun stem telt en dat luisteren net zo belangrijk is als praten.

Praktijkvoorbeeld: twee kinderen willen tegelijk op de rode stepfiets. Eén leerling vertelt, de ander luistert en herhaalt wat de ander heeft gezegd. Daarna bedenken ze samen een plan om het probleem aan te pakken. Dit is democratie in de kleutergroep.

Oracy-routine: een kringgesprek met stemmen: ‘Ik kies …, want …’ – ‘Jij wil...en ik wil...’.

‘Zullen we samen een plan maken?’ Maak van het samen stemmen en plannen bedenken een routine die regelmatig terugkomt in allerlei verschillende thema’s en spelsituaties.

Kerndoel 21B

Maatschappelijke betrokkenheid

De klas is een mini-maatschappij of oefenplaats waarin kinderen rollen en verantwoordelijkheden ontdekken.

Praktijkvoorbeeld: samen afspreken wie planten water geeft, wie bekers uitdeelt of speurneus is bij het opruimen. Zo ervaren kleuters dat iedereen bijdraagt.

Leer leerlingen om uit zichzelf, dus proactief, te denken aan de rol.

Oracy-routine: ‘Ik zorg voor …’ – ‘Ik heb vandaag uit mezelf...’

Tot slot

Burgerschap in de kleuterklas is geen extra vak en dichterbij dan je denkt. Het zit in kleine momenten en strakke routines: een ruzie om een fiets, een gevallen kralenbak, tweepraat over problemen die zich voordoen in een prentenboek. Als je deze momenten bewust en planmatig koppelt aan burgerschap, bouw je aan een taalkrachtig, empathisch en democratisch fundament. Dat is precies waar de nieuwe kerndoelen Burgerschap (2025) voor bedoeld zijn.

Over de auteur

Miriam Op de Beek (m.opdebeek@ cps.nl) is onderwijsadviseur bij CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Zij coördineert meerjarige schooltrajecten onder andere op het gebied van burgerschap, mondelinge taal, Oracy en zelfregulatie. Ook traint ze schoolleiders en schoolteams in het ontwikkelen van persoonlijk leiderschap, ook voor leerlingen. Als logopedist, leerkracht en teamcoördinator heeft zij twintig jaar ervaring opgedaan in het regulier en speciaal basisonderwijs.

Met Oracy versterk je burgerschap doordat leerlingen leren spreken en luisteren. Lees er meer over in de nieuwe uitgave ‘Oracy, de kracht van spreken, denken en luisteren’.

€ 37,95 | 168 pagina’s | 978 90 6508 308 1

Meer info en bestellen?

Zet burgerschap op de agenda dit schooljaar!

Heb jij burgerschap ook op de agenda dit schooljaar?

Ontdek Dunk, hét burgerschapsprogramma voor de hele school. Dunk zit vol activiteiten en kennislessen, inclusief aandacht voor de schoolcultuur. Een kant en klaar, volledig programma dat je eenvoudig integreert in je lessen.

En niet onbelangrijk: met Dunk voldoe je aan alle conceptkerndoelen

13 november 15.30 Meld je aan via

Leesplezier voor élke leerling

Leesplezier ervaren, de woordenschat vergroten en kunnen meepraten over populaire boeken is niet voor alle leerlingen vanzelfsprekend. Voor leerlingen met bijvoorbeeld dyslexie, TOS, ADHD, een fysieke of visuele beperking is lezen vaak een uitdaging. Tóch is het mogelijk om ook deze leerlingen leesplezier te laten ervaren. Hoe? Met de collectie van Passend Lezen!

PrimaOnderwijs & Passend Lezen

Passend Lezen is dé bibliotheek voor iedereen met een leesbeperking. De collectie bevat gesproken boeken, elektronische boeken, karaokeboeken (lezen en luisteren tegelijkertijd), hoorspelen, hoorcolleges en kranten en tijdschriften om digitaal te lezen of naar te luisteren. Daarnaast is er ook een ruim aanbod brailleboeken, voelboeken, voelbare tekeningen en voelbare plattegronden.

Jeugdcollectie

De jeugdcollectie is direct te vinden via passendlezen.nl/jeugd. De leukste en populairste titels van dit moment voor elke leeftijdsgroep én in verschillende leesvormen. Zo leest elke leerling op de manier die het beste past. Titels uit leesbevorderingsprogramma’s zoals de Jonge Jury, Kinderjury, de Kinderboekenweek, Goed Verhaal en Heel Nederland Leest vind je ook in de collectie. Natuurlijk zijn ook de #Booktok-hits beschikbaar. Het luisteren en/of digitaal lezen gaat gemakkelijk via de gratis app van Passend Lezen (voor iOS en Android) of de online player op de website.

Ook voor de leeslijsten

Voor middelbare scholieren is er passendlezen.nl/voorjelijst : een ruime collectie gesproken boeken voor de leeslijst Nederlands, gerangschikt op leeftijd en niveau. De meeste titels zijn beschikbaar in gesproken vorm en als karaokeboek.

Toegankelijk en gratis

Het lidmaatschap is gratis voor leerlingen tot en met 18 jaar met een leesbeperking. Aanmelden kan eenvoudig via passendlezen.nl/lidworden , met toestemming van ouders of verzorgers.

Wat kun jij als onderwijsprofessional doen?

• Integreer in de klas: Stimuleer het gebruik van gesproken boeken, karaokeboeken of elektronische boeken tijdens het vrij lezen. Zo doen alle leerlingen mee.

• Informeer ouders: Veel ouders zijn nog niet bekend met het gratis lidmaatschap. Verwijs ze naar de website of geef een folder mee. De folder is gratis te bestellen via passendlezen.nl/onderwijs

• Meld je aan voor het gratis webinar: Elke maand zijn er gratis webinars voor onderwijsprofessionals waarin je alles leert over de mogelijkheden van Passend Lezen. Aanmelden kan via passendlezen.nl/webinar

• Beluister de podcast ‘Lezen met je oren’: Vol praktische tips en inspirerende verhalen van auteurs, ervaringsdeskundigen en onderwijsprofessionals. Te beluisteren via je favoriete platform.

Advies op maat?

Neem contact op met onze relatiemanager voor alle aanvullende vragen, advies op maat of een presentatie op locatie. Mail je vragen naar relatiemanager@passendlezen.nl

HEBBAN IN DE KLAS MAAKT LEZEN LEUKER.

Samen lezen is leuker. Hebban in de Klas is een gratis leesinspiratieplatform voor het voortgezet onderwijs. Het ondersteunt docenten Nederlands om met de klas over boeken te praten en dan vooral de boeken die leerlingen zelf graag lezen. Hebban in de Klas wordt inmiddels al succesvol ingezet door meer dan duizend docenten Nederlands en leesmediaconsulenten in het voortgezet onderwijs. Vanaf schooljaar 2026/2027 komt er ook een versie voor het primair onderwijs.

Hebban in de Klas is in samenwerking met docenten Nederlands ontwikkeld door de CPNB en Stichting Lezen met steun van het Ministerie van OCW.

OOK VOOR JOUW KLAS.

Eenvoudig instappen

Hebban in de Klas is laagdrempelig voor docenten én leerlingen. Maak je klas aan, vul het aantal boeken in voor de klassenchallenge en nodig je leerlingen uit. Het platform is veilig en besloten en er is online ondersteuning.

Daag je klas uit!

Een gezamenlijk leesdoel zorgt voor meer betrokkenheid en beter gemotiveerde lezers. Hebban in de Klas maakt de succesvolle Hebban Reading Challenge beschikbaar voor jouw eigen klas.

Ontdek wat je leerlingen wél lezen

Op Hebban in de Klas ontdek je wat je leerlingen lezen, willen lezen en al hebben gelezen. Leerlingen zien van elkaar wat ze lezen en ze kunnen elkaar boeken tippen. De tijdlijn in de gloednieuwe Hebban in de Klas-app biedt bovendien een handig overzicht van alle leesactiviteiten van klasgenoten.

Waarom Hebban in de Klas?

Praten over boeken is interessanter en leuker als je weet welke boeken jouw leerlingen lezen.

Beschikbaarheid van leesinspiratie, zoals themalijsten van andere docenten Nederlands.

Hebban in de Klas is een ijzersterk antwoord op de worsteling van het onderwijs om op een constructieve en leuke manier aandacht te schenken aan het lezen van boeken.”

JURY RENEW THE BOOK PIONIERSPRIJS

Renew the Book is de innovatieprijs van het boekenvak.

HEBBAN IN DE KLAS WORDT ONTWIKKELD EN GESTEUND DOOR:

Een uniek dashboard met de meest gelezen en beoordeelde boeken door leerlingen in alle klassen van het VO in heel Nederland.

Integratie van Goed Verhaalleesbevorderingscampagnes van de CPNB.

Peer-to-peer is de beste en meest succesvolle vorm van inspiratie.

Koppeling met de eigen mediatheek (via Aura) en de (online) B ibliotheek.

Hebban in de Klas is gratis voor alle middelbare scholen in Nederland.

Meer weten?

www.hebbanindeklas.nl

Oracy, de kracht van spreken, denken en luisteren

Ontwikkel de stem van alle leerlingen

Een waardevol boek over het grote belang van mondelinge taalvaardigheden.” Jelle Jolles, emeritus hoogleraar

Prijs € 37,95

Auteurs Miriam Op de Beek en Bob Coenraats

ISBN 9789065083081

Sector po

Toolkit Zelfregulerend leren

56 activerende tools om leerlingen te coachen

Sluit aan bij de nieuwe kerndoelen Nederlands voor mondelinge taalvaardigheid.

56 activerende tools om leerlingen te coachen

Bevat 56 handige tools waarmee je het proces van zelfregulerend leren doelgericht kunt activeren, ondersteunen en begeleiden.

Prijs € 39,95

Auteurs Ariena Verbaan en Miriam Op de Beek

ISBN 9789065082640

Sector vo en mbo

Ontwikkel de stem van alle leerlingen
Miriam Op de Beek & Bob Coenraats
Wat denk jij…?

De dag voor iedereen in het onderwijs!

AO b ONDERWIJS FESTIVAL

Zaterdag 22 november - Van 13.00 tot 21.30 uur

TivoliVredenburg Utrecht

€75 inclusief dranken, hapjes en diner tijdens borrel en feest. Gratis voor AOb leden.

Ontmoet collega’s, leer van experts en doe ideeën op voor jouw dagelijkse werk.

Onze presentator Karim Amghar heet je van harte welkom om 13.30 uur. Karim is docent, schrijver en televisiemaker. Hij vertelt op 22 november graag over zijn ervaring als mbo student en docent.

Verrijk je kennis verder met een

• Collegetour met Nicolaas Veul, programmamaker voor de VPRO en columnist Vrij Nederland. Producer van de serie 100 dagen voor de klas.

• Inspirerende talk over kansenongelijkheid aan de hand van 7 vinkjes door Joris Luyendijk. Schrijver, journalist en antropoloog.

• Halfuurtje taalfoutjes met Meester Mark.

• Workshop over werkdruk, groepsdynamiek of beeldende communicatie.

• Speeddates met een jurist, internationale collega of doorgewinterde onderwijsprofessional.

• Panelgesprek over AI of de leerkracht als relatie-expert.

Van 17.00 tot 19.00 uur is het tijd voor ontspanning, netwerken en een maaltijd in beweging.

Om 18.30 reiken we de Leon van Gelderprijs 2025 uit en sluiten we de dag af met een DJ tot 21.30 uur.

Bestel hier je ticket.

De Leon van Gelderprijs 2025

Behoud starters voor het onderwijs en maak kans op € 5000,-!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.