‘Gamers veroordelen elkaar niet direct qua uiterlijk, achtergrond of geloof’
IN ACTIE MET
MDT MISSIE
YOUNG IMPACT
‘Burgerschap leer je niet enkel uit een boek’
‘Wat het meest verrast zijn de mentale grenzen die ze verleggen’
MONEYWISE
GEZONDE SCHOOL
Om studenten te helpen is Expeditie 18+ gelanceerd
Vapen is allesbehalve onschuldig
BESPREEKBAAR
EUROPESE UNIE IN JE LOKAAL
Eén op de tien jongeren heeft te maken met online bedreiging
Verkiezing heeft invloed op vele aspecten
Op naar succes
Jullie staan als MBO-onderwijsprofessionals aan de wieg van het vormen van onze samenleving. Dat vind ik, en steeds meer mensen met mij inmiddels. Jullie moeten de jongeren die voor een groot deel de ruggengraat van onze samenleving worden, steeds maar blijven motiveren en inspireren. En niet te vergeten eigenwaarde bijbrengen, want hoe vaak gebeurt het nog dat mensen een bepaalde vooringenomenheid hebben, of het nou gaat om de mate van theoretische intelligentie of gedrag van mbo-ers?
Dus ook in deze editie van Loopbaan & Burgerschap willen je we jou weer over allerlei verschillende onderwerpen informeren en inspireren in de hoop dat je daarmee verder kunt. Verder met jouw studenten, zodat ze allemaal op hun eigen manier succesvol kunnen worden.
We hebben weer twee columns van mensen die echt wel weten waarover ze het hebben. Bram Eidhof vraag zich af of de nieuwe kwalificatie-eisen voor burgerschap tot beter onderwijs leiden. Lees deze column op pagina 43. Want Bram geeft aan dat er toch wel wat fouten zijn ingesloten bij de expertgroep.
En Koen Dogterom gaat op hele heldere wijze in op hoe politici (en anderen) kunnen redeneren. En eerlijk is eerlijk: ik heb dit ook met mijn eigen pubers (de oudste -17- op mbo en de jongste -15op vwo) gedeeld en dan met name het stukje over mono-causaal redeneren. Klinkt heel ingewikkeld, maar Koen legt het duidelijk uit, inclusief voorbeeld.
Benieuwd? Kijk dan op pagina 17
Deze editie ook een keer iets heel anders. Ik sprak met Nils Vermeire over het nút van gamen. Iets waar jullie leerlingen zich vast ook in kunnen vinden. Misschien is gamen in de klas bij jullie wel een optie. Ik had het met Nils met name over gamen in relatie tot burgerschapsonderwijs, maar in de podcast van het magazine PrimaOnderwijs gaan we breder in op het nut van gamen in het onderwijs. Op pagina 30 lees je het interview met Nils en vind je de QR-code naar de podcast.
Verder deze editie ruimte voor de Maatschappelijke Dienst Tijd (MDT) op pagina 8 en hoe je geldlessen kunt inzetten in je klas. Zeker als je studenten 18 worden, verandert er ontzettend veel. Lees erover op pagina 44
Heb je nou zelf een keer een inspirerend of informerend verhaal dat je met je onderwijscollega’s wilt delen? Aarzel dan niet om een eens een mailtje te sturen naar de redactie.
Loopbaan & Burgerschap magazine verschijnt 2 keer per jaar. Verspreiding via gecontroleerde distributie door EDG Media bij mbo-instellingen in Nederland.
Loopbaan & Burgerschap magazine is een uitgave van
Stuur dan een e-mail naar: burgerschap@onderwijsinformatie.nl
Meer lef voor EdTech nodig
De Nederlandse EdTech-sector is de afgelopen vijf jaar explosief gegroeid en is met 475 bedrijven actief in het ecosysteem. Toch stranden vernieuwingen - met name in het formele onderwijs - op barrières in beleid, aanbestedingen en cultuur. Daardoor stokt brede toepassing en opschaling, stelt Stichting Dutch EdTech in een gepubliceerd rapport. Oproep van de stichting: meer lef en leiderschap bij organisaties waar leren centraal staat.
EdTech levert volgens de stichting resultaten: ‘leerlingen boeken leerwinst, leraren ervaren lagere werkdruk, en professionals worden ondersteund met AI-tools. EdTech helpt bovendien bij grote transities: van het terugdringen van personeelstekorten en versnellen van de energietransitie tot het versterken van onze kennispositie’.
“Toch worden bewezen EdTech-oplossingen in Nederland beperkt toegepast”, vindt Ewoud de Kok, bestuurslid van Stichting Dutch EdTech.
“De technologie en urgentie zijn er. Maar het huidige systeem- van wet- en regelgeving tot aanbestedingsstructuren, financiering en lange adoptietrajectenremt opschaling af. Daardoor blijven innovaties te vaak kleinschalig, terwijl ze juist essentieel zijn om mensen op te leiden, talent te ontwikkelen en onze kenniseconomie toekomstbestendig te maken.”
De sector telt inmiddels bijna 475 bedrijven, goed voor ruim 13.000 banen in 2025 (+18% sinds 2023). Met 239 startups heeft Nederland een van de meest innovatieve EdTech-ecosystemen van Europa. Vooral het segment rond Levenslang leren en bedrijfs-opleidingen laat sterke groei zien, doordat organisaties daar sneller nieuwe technologie omarmen. Toch groeide geen enkele startup uit tot een scale-up volgens de Europese definitie.
Ook het investeringsklimaat staat onder druk: de gemiddelde dealgrootte daalde van circa 6 miljoen dollar in 2021 naar 1 miljoen in 2024, terwijl het Europese gemiddelde rond 3 miljoen blijft. Meer dan de helft van de startups noemt inmiddels systeemblokkades, zoals lange adoptietrajecten en complexe aanbestedingen, als grootste uitdaging.
Jitske van Os, directeur van Stichting Dutch EdTech: “Wat nodig is: leiders die durven te investeren en een overheid die groei mogelijk maakt. Zo benutten we de potentie van EdTech en behouden we onze kennispositie.”
Tip voor studenten: gratis krant
Mbo-studenten kunnen een gratis digitaal abonnement afsluiten op kranten van DPG. Het gaat onder meer om de Volkskrant, Trouw en Het Parool. Ook regionale dagbladen van DPG zijn gratis digitaal te lezen voor studenten. Erik Roddenhof van DPG: “Het gros van de jongeren komt voornamelijk met nieuws in contact via social media. Daar bulkt het van fake news, waarvan bewezen is dat jongeren deze moeilijk of niet kunnen onderscheiden van feiten.”
Studenten tussen de 16 en 25 jaar komen in aanmerking voor het gratis abonnement. Zij kunnen inloggen met de gegevens van hun school. De abonnementen lopen zolang de jongere studeert.
Zien, doen en beleven Burgerschapsonderwijs in het museum en online!
Amsterdam, Leiden en Rotterdam
Bekijk het aanbod op amsterdam.wereldmuseum.nl/onderwijs leiden.wereldmuseum.nl/onderwijs rotterdam.wereldmuseum.nl/onderwijs
&LoopbaanBurgerschap
Eenuitgavevan
HESSELNIEUWELINK OVERBURGERSCHAP
‘Ik bespeur grote verschillen tussen en binnen mbo-instellingen’
STUDENTENAAN HETWOORD Interactie geeft de juiste reactie
PUNTENSCOREN
BETEKENISVOL BURGERSCHAP
&Loopbaan Burgerschap
Wil je Loopbaan & Burgerschap magazine kosteloos 2 keer per jaar ontvangen? Meld je aan voor een gratis abonnement via: www.onderwijsinformatie.nl/burgerschap of scan de QR-code
Van bivak naar burgerschap
Jongeren die op het driedaagse bivak van MDT Missie gaan, maken zich vooraf vooral zorgen over het fysieke deel: grenzen verleggen, jezelf afbeulen, doorbikkelen. “Maar wat achteraf het meest verrast, zijn de mentale grenzen die ze verleggen”, vertelt coach Richard van Oosterhout. Na de bivak volgt een Sociale Missie van 40 uur vrijwilligerswerk. Daarmee sluit dit programma naadloos aan bij burgerschapsonderwijs en loopbaanoriëntatie.
Tekst: Klaske Delhij
In 2019 sloegen het ministerie van Defensie en stichting TijdVoorActie de handen ineen voor een prikkelend programma voor Maatschappelijke Dienst Tijd: MDT Missie. “Het is niet bedoeld als werving voor Defensie, maar voor persoonlijke ontwikkeling”, legt Richard van Oosterhout uit. “Jongeren leren tijdens het bivak militaire waarden en mindset, denk aan doorzettingsvermogen, veerkracht, discipline en samenwerken.” Als civiel coach begeleidt hij samen met een militair instructeur, het bivak.
Vertrouw op je buddy
Iedereen van 17 tot en met 30 jaar kan meedoen, ongeacht opleiding of werk. Er is geen fysieke keuring. “Veel scholen geven vrijstelling voor de bivakdagen en het vrijwilligerswerk doen jongeren in hun vrije tijd. Soms telt het mee als stage”, vertelt Richard.
Tijdens het bivak word je ingedeeld in team Alfa, Bravo of Charlie: vijftien jongeren, afkomstig uit stad of platteland, scholier of werkend. “Er zijn weinig plekken waar mensen uit zoveel verschillende bubbels drie dagen zonder telefoon moeten samenwerken.” Het programma blijft geheim.
“Ga er blanco in”, lacht Richard. Sommige opdrachten zijn fysiek pittig, andere oefeningen zijn meer gericht op samenwerking en leiderschap. Mensen denken bij Defensie aan doorbikkelen, maar het gaat ook om kameraadschap en elkaar helpen. “Je wordt gekoppeld aan een buddy, je kunt elkaar om hulp vragen of vertellen waar je tegenop ziet. Deelnemers vinden het moeilijk zich zo kwetsbaar op stellen, maar ze trekken elkaar er doorheen.”
Spiegel Vooraf stellen deelnemers persoonlijke leerdoelen. De coaches observeren en geven feedback. “We zijn vooral een spiegel: je wilde dit bereiken, waarom doe
Richard van Oosterhout
Berit Poppelaars
je dan nu dat? We vragen geen dingen die ze echt niet kunnen, maar ook als het niet meer comfortabel voelt, kun je nog veel meer dan je eerst dacht.” Het zijn juist de mentale blokkades die worden doorbroken. “Denk aan iemand die niet op de voorgrond durft te treden, maar toch leiderschap toont bij een oefening. Zo bouwen ze zelfvertrouwen op.”
De dagen staan in het teken van Samen, Richting en Kracht. Richting gaat over eigen keuzes maken, in je leven, studie en werk. “Waar ligt jouw passie? Wat drijft jou? Jongeren gaan nadenken over of ze onbewust geleid worden door wat anderen van hen verwachten. Wij stimuleren ze om de regie te nemen in hun eigen leven”, zegt Richard. Vooral het onderdeel ‘betekenisvol werk’ doen geeft meerwaarde. “Juist het impact maken geeft richting. Impact maken zit in het DNA van deze missie.”
Steentje bijdragen
Richard merkt dat de ontwikkelingen in de wereld de afgelopen jaren, zoals de coronaperiode en de oorlogen in Oekraïne en Gaza, jongeren aan het nadenken zet om bewuste keuzes te maken. Ze willen een steentje bijdragen aan het grotere geheel. Sommigen melden zich aan voor Defensie, anderen voor Greenpeace. De mooiste gesprekken hebben ze vaak een half jaar later, bij de reünie. “Dan zie je of iemand echt verder is gegroeid, of de impact blijvend was. Eén van de deelnemers reed honderden kilometers naar de reünie om zijn teamgenoten te vertellen hoe hij was opgebloeid en meer sociale contacten was aangegaan.”
‘Iets saais met ouderen’
Berit Poppelaars, begeleider van de Sociale Missie in Brabant, helpt jongeren kort na het bivak om relevant vrijwilligerswerk te vinden, dat aansluit bij hun gekozen richting. “Sommigen denken bij vrijwilligerswerk aan ‘iets saais doen met ouderen’. Maar er is natuurlijk heel veel mogelijk. Grappig genoeg ervaren deelnemers die activiteiten met ouderen doen juist veel voldoening vanwege die glimlach of een gesprek.” Andere jongeren helpen bij 2-Rescue (oefeningen voor brandweer, politie en marechaussee), op zomerkampen, met dieren of op festivals. “Ze zetten zich belangeloos in en het grootste cadeau is dat het onverwacht iets oplevert: verbinding, betekenis. Je hebt iets betekend voor een ander: dat geeft een bijzonder gevoel.” Sommige jongeren blijven ook hangen na hun Sociale Missie: “Eén van de deelnemers voelde zich een beetje eenzaam, ze miste die verbinding die ze met anderen had tijdens het bivak. Uiteindelijk deed ze vrijwilligerswerk op een zomerkamp met kinderen. Dat vond ze zó leuk en waardevol, dat ze meteen nog eens mee ging, terwijl ze haar Sociale Missie al lang had volbracht.”
Behoefte aan verbinding
“Ik zie dat het jongeren veel brengt: beter samenwerken, verantwoordelijkheidsgevoel, je inzetten voor een ander, zelfvertrouwen,” zegt Berit. “In een maatschappij waarin de sociale media zo’n grote rol spelen, ervaren ze dat je in drie dagen een goede band met elkaar kunt opbouwen. Iedereen heeft behoefte aan verbinding. Ik hoop dat jongeren zich hierdoor minder eenzaam voelen en inzien dat je elkaar kunt helpen.”
Ruim 2000 jongeren deden al mee aan MDT Missie. Richard: “We willen zoveel mogelijk jongeren bereiken. Daarom organiseren we Doe-dagen of mini missies op scholen. Voor docenten en jongerenwerkers zijn er Partner Bivaks, om zelf het effect van het programma te ervaren.” Zelf deden ze ook mee. Berit: “Ik dacht van tevoren dat ik alles alleen moest kunnen, maar dat lukte niet. Ik moest dat idee echt loslaten. Hulp vragen is oké.”
Meer informatie
Lees meer op mdtmissie.nl Op 30 en 31 maart 2026 zijn er Partner Bivakdagen.
Burgerschap in beweging
Een nieuwe impuls voor burgerschap in het mbo
Komende tijd is er sprake van veranderingen voor burgerschap in het mbo. Hoe ondersteunt het Expertisepunt Burgerschap (EB) scholen en docenten in dit krachtenveld?
In de afgelopen jaren kwamen er veel initiatieven van de grond: trainingen, studiedagen, een leergang burgerschap en landelijke (online) bijeenkomsten.
Voor dit artikel vroegen we enkele docenten en adviseurs hoe zij het EB hebben ervaren. Goed om te weten dat het EB wordt verlengd tot juli 2027, zodat bewezen waardevolle activiteiten doorgaan.
Schurende gesprekken in de klas
Een veelgebruikte interventie waren de trainingen Schurende Gesprekken. Honderden docenten in het funderend onderwijs en het mbo leerden zo om lastige thema’s bespreekbaar te maken; van maatschappelijke kwesties tot persoonlijke waarden. Met de verlenging van het EB wordt dit aanbod uitgebreid met aandacht voor sociale media en het kritisch beoordelen van informatie.
Advies en professionalisering
Adviseurs burgerschap ondersteunden teams en docenten bij hun vragen over burgerschap. Vaak ging het om praktische vragen: hoe zorg je ervoor dat burgerschap zoveel mogelijk beroepsgericht wordt ingevuld? Of de onderwijsprofessionals waren vooral geïnteresseerd in het opstellen van een visie. De adviseurs blijven beschikbaar om scholen te ondersteunen bij visievorming, curriculumontwikkeling en praktische inrichting van burgerschapsonderwijs.
“Het Expertisepunt is voor ons een belangrijke vindplaats van kennis en inspiratie. We hebben veel gehad aan de publicaties, bijeenkomsten en voorbeelden die ons hielpen het burgerschapsonderwijs te versterken. Wat wij waarderen is dat het Expertisepunt Burgerschap niet alleen informatie zendt, maar ook ruimte biedt voor uitwisseling en dialoog. Voor de komende periode verwachten wij dat het Expertisepunt Burgerschap blijft ondersteunen bij actuele vraagstukken. Het is goed om te weten dat we daar als school niet alleen voor staan, maar het Expertisepunt Burgerschap als netwerk en kennisbron hebben.”
Nina Moust & Madelon Fuldauer (Vista College)
Leergang Burgerschap
Vanaf 2023 werd de Leergang Burgerschap ontwikkeld, in samenwerking met acht hogescholen. Inmiddels hebben bijna 750 mbo-docenten deelgenomen. Deze leergang, gebaseerd op landelijk vastgestelde leeruitkomsten, biedt praktijkgerichte scholing: deelnemers ontwikkelen lessen of leerlijnen, leren nieuwe werkvormen kennen en verdiepen hun pedagogisch-didactisch repertoire. Uit veldonderzoek blijkt dat docenten zich na afloop beter toegerust
“Een noodzakelijk platform voor docenten burgerschap, met nuttige en bruikbare informatie. De hulp van de adviseurs was erg prettig, en de onlinebijeenkomsten met actuele ontwikkelingen en workshops inspireren telkens weer.”
Drusilla Konings (Albeda)
voelen om maatschappelijke thema’s bespreekbaar te maken en bij te dragen aan onderwijsvernieuwing.
Dienstverlening
Het Expertisepunt Burgerschap zocht actief de scholen op via de online BoB-gesprekken (Burgerschap op Bezoek). Deze gesprekken zijn jaarlijks gevoerd en leverden waardevolle inzichten op en boden de mogelijkheid om direct ondersteuning te koppelen aan vragen en uitdagingen die er in de teams en bij docenten leven.
Via mail en de website kwamen dagelijks vragen binnen van docenten, coördinatoren en beleidsadviseurs. Voor actuele informatie konden contactpersonen terecht bij onlinebijeenkomsten die vier keer per jaar werden georganiseerd. Ook de studiedagen trokken veel deelnemers. Ze boden een podium voor inspirerende sprekers, praktijk-voorbeelden en uitwisseling tussen collega’s. Het Expertisepunt Burgerschap blijft al deze activiteiten uitvoeren tot 1 juli 2027.
Digitaal burgerschap en studiedagen
Met het thema digitaal burgerschap kregen studenten meer handvatten om hun plek te vinden in de digitale samenleving. Het thema - afkomstig uit MBO Digitaal - wordt inmiddels op veel scholen geïntegreerd en krijgt blijvend aandacht.
Nieuwe ronde: wet, examinering en docenten Zoals al aangegeven, worden komende periode de nodige veranderingen verwacht voor burgerschap in het mbo. Vanuit OCW worden er maatregelen doorgevoerd die consequenties hebben voor de onderwijspraktijk.
• Burgerschapsopdracht
De aanscherping van de burgerschapsopdracht houdt in dat scholen een minisamenleving zijn waarin de democratische waarden worden voorgeleefd. Dit onderdeel gaat niet alleen om docenten burgerschap maar gaat de hele school aan.
• Kwalificatie-eisen
Van vier dimensies naar vier thema’s met elk vijf doelzinnen waardoor er 20 duidelijke kwalificatieeisen voor burgerschap zijn geformuleerd.
• Examinering
Burgerschap is niet langer een inspanningsverplichting; scholen moeten aantoonbaar laten zien dat studenten zich ontwikkelen. Burgerschap wordt een examenonderdeel met passende vormen van toetsing.
• Docenten basisvaardigheden
De vereisten voor docenten basisvaardigheden worden aangescherpt wat een verdere professionalisering van burgerschap betekent.
“Het Expertisepunt Burgerschap bood mij actuele informatie en de ruimte om ervaringen en vraagstukken te delen en te leren binnen een waardevol netwerk van collega-adviseurs. Vooruitkijkend zie ik het Expertisepunt Burgerschap als een belangrijke motor voor het versterken van regionale samenwerkingen: niet overal het wiel opnieuw uitvinden, maar samen krachten bundelen om de kwaliteit van burgerschap in het mbo duurzaam te versterken.”
Sandy Ditters (Graafschap College)
Burgerschapsonderwijs in het mbo staat de komende jaren voor serieuze uitdagingen. Het Expertisepunt Burgerschap blijft daarom hét bekende adres en een betrouwbare partner voor scholen en docenten.
Meer informatie www.expertisepuntburgerschap.nl
8
vragen over de CJP Cultuurkaart
Cultuureducatie: meerwaarde voor elke mbo-school
Waarom zou een mbo-school cultuuronderwijs omarmen? Omdat het studenten niet alleen opleidt voor een beroep, maar hen ook voorbereidt op hun rol in de samenleving.
Cultuureducatie is geen extraatje, maar een krachtig middel dat burgerschapsonderwijs verdiept, de schoolcultuur versterkt en een waardevolle aanvulling vormt op élk vakgebied. Kunst en cultuur dagen studenten uit om te kijken, te reflecteren en zich te verplaatsen in anderen. Ze leren hun eigen stem te vinden. Ook krijgen ze meer zelfvertrouwen en ontdekken ze nieuwe manieren om samen te werken en tot oplossingen te komen.
Het heeft direct effect op de sfeer op school: meer verbinding, meer motivatie, meer trots. Daarnaast stimuleert cultuuronderwijs creatief en innovatief denken – vaardigheden die in álle sectoren van de arbeidsmarkt onmisbaar zijn. Zo maakt cultuuronderwijs het onderwijs rijker, relevanter en toekomstbestendig.
De CJP Cultuurkaart:
meer cultuur in het onderwijs
De CJP Cultuurkaart maakt dit eenvoudiger en haalbaar: het biedt scholen en docenten een praktische tool om cultuur structureel in te bedden en studenten breed toegang te geven tot culturele ervaringen. Zo wordt cultuuronderwijs geen losse activiteit, maar een vanzelfsprekend onderdeel van het mbo.
De meeste scholen in Nederland weten CJP al te vinden en maken gebruik van de extra financiële middelen en de andere voordelen van het Cultuurkaartprogramma.
1. Wat is de CJP Cultuurkaart?
Via de CJP Cultuurkaart stelt het ministerie van OCW geld beschikbaar waarmee scholen culturele activiteiten kunnen organiseren binnen alle vakken. Deelnemende scholen ontvangen per student een bedrag: het Cultuurkaart-budget.
Dat budget biedt ruimte om het aanbod van culturele en maatschappelijke organisaties te gebruiken in de lessen. Deze organisaties en instellingen heten Cultuurkaart-acceptanten.
2. Voor wie is de CJP Cultuurkaart?
Alle scholen voor v(s)o en mbo in Nederland kunnen deelnemen aan deze regeling. Ook leerlingen en studenten profiteren hiervan: zij ontvangen een CJP-lidmaatschap. Hiermee krijgen zij korting op concerten, musicals, festivals, expo’s, lifestyle en meer!
3. Hoe werkt de CJP Cultuurkaart?
Alleen deelnemende scholen ontvangen het Cultuurkaart-budget. Deelnemen kan op twee manieren, afhankelijk van de keuze van de school.
1. Cultuurkaart-budget met bijdrage school
Bij deze optie profiteert de school optimaal van de voordelen. In 2026 stelt de school zelf € 12,- per student beschikbaar. Het ministerie van OCW vult dit aan met € 6,- per student, waardoor het totale budget € 18,- bedraagt. Dit budget is geldig tot het einde van het kalenderjaar.
2. Cultuurkaart-budget zonder bijdrage school
Kiest een school voor deze variant, dan betaalt zij € 2,75 aan administratiekosten per student. Het ministerie van OCW stort vervolgens € 6,- per student, dat uitsluitend door de individuele student besteed kan worden. Klassikaal gebruik van dit budget is in deze optie niet mogelijk.
4. Wat zijn de voordelen van de CJP Cultuurkaart?
Simpel, de CJP Cultuurkaart zorgt voor extra financiële middelen. Al bij één samenwerking tussen een school en een culturele organisatie is deelname aan de Cultuurkaart waardevol.
Bovendien biedt de kaart nog meer voordelen:
• Na de eerste storting van € 6,- volgen het hele jaar door aanvullende bijdragen.
• Studenten van scholen ‘met bijdrage school’ ontvangen gratis een CJP-lidmaatschap en profiteren van korting op concerten, musicals, festivals, expo’s, lifestyle en meer.
• Voor docenten opent de Cultuurkaart nieuwe mogelijkheden om lessen te verrijken met inspirerende programma’s van maatschappelijke en culturele partners.
5. Waar kan ik het CJP Cultuurkaart-budget aan uitgeven?
Scholen kunnen het Cultuurkaart-budget besteden bij meer dan 1700 Cultuurkaart-acceptanten. Deze instellingen en organisaties bieden een breed en passend aanbod voor vo en mbo, en sluiten bovendien aan bij vakken als Burgerschap, CKV, LOB en Nederlands.
6. Doet mijn school of college al mee?
Veel scholen in Nederland hebben zich al aangemeld bij CJP en gebruiken het Cultuurkaart-budget actief. Elke school wijst een ‘budgethouder’ aan die het account beheert en de budgetten verdeelt. Weet je niet of jouw school meedoet? Neem contact op met support@cjp.nl , wij controleren het graag en brengen je in contact met de juiste budgethouder.
7. Hoe meld ik mijn school aan voor de CJP Cultuurkaart?
1. De budgethouder van de school maakt een schoolaccount aan op scholen.cjp.nl. Deze persoon is de contactpersoon voor CJP, verzorgt de deelname en beheert het budget en de student- en docentgegevens.
2. De school bestelt het Cultuurkaart-budget zelf. Wie in 2026 nog wil deelnemen, plaatst de bestelling uiterlijk op 15 maart 2026.
3. De school zet het Cultuurkaart-budget in voor cultuuronderwijs in de lessen. Zodra studenten hun CJP-lidmaatschap activeren, profiteren ze direct van alle voordelen.
8. Bij wie kan ik terecht voor advies?
1. Plaatselijke culturele instellingen.
2. Regionale ondersteuners in het kader van de regeling Cultuureducatie met kwaliteit. Op cultuureducatiemetkwaliteit.nl zie je welke instelling jou in de regio kan ondersteunen.
3. LKCA is het Landelijk Kenniscentrum voor Cultuureducatie en Amateurkunst. Ze delen informatie en kennis over bijvoorbeeld CKV, de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit, curriculumontwikkeling en veel meer, voor het gehele onderwijs.
4. Op onze website cjp.nl/Cultuurkaart vind je praktische informatie, maar ook informatie over het aanbod.
De kracht van excursies, activiteiten en fysieke ervaringen
Excursies. Alleen het woord al kan bij studenten gemengde reacties oproepen. ‘Moeten we er helemaal naartoe lopen?’ of ‘Is dat verplicht?’ Het enthousiasme spat er in eerste instantie niet van af. Onzekerheid over wat hen te wachten staat, maakt dat ze liever in hun comfortzone blijven.
Loopbaan & Burgerschap en CPS Onderwijsontwikkeling en advies
Toch blijkt vrijwel elke groep na afloop enthousiast.
Buiten de muren van het klaslokaal leren, brengt iets los: ‘Echt gaaf, ik was nog nooit in een kerk geweest!’ of ‘Gezellig om eens wat anders te doen met de klas.’
Motivatie
Onderschat het belang van excursies en andere verrijkende leeractiviteiten niet, ook niet voor het mbo. Om te beginnen hebben deze ervaringen een effect op de motivatie van de leerling. Een van de factoren die van belang zijn voor motivatie is verbondenheid¹: dat de leerling zich gekend en gewaardeerd voelt door de leraar, dat hij zich een onderdeel voelt van de groep waar hij in zit en dat hij zich daarin veilig voelt.
Excursies en andere verrijkende activiteiten zorgen voor een ander soort verbondenheid met de leraar en de groep dan gewoon met elkaar in de klas zitten. Maar ook met de wereld om de student heen.
Verbinding en betrokkenheid
Een schooluitje of het gebruik van echte voorwerpen helpt studenten zich levendig voor te stellen wat er wordt besproken en versterkt hun gevoel van verbinding met het onderwerp. Een rekenvoorbeeld: het begrip van breuken kan soms flink abstract zijn. Werken met taartdiagrammen op een digibord maakt het onderwerp al een stuk aansprekender. Zet je daarnaast echte taarten in de klas, dan gaat het begrip met sprongen omhoog.
Op dezelfde manier versterkt samen de natuur ingaan de band met de natuur veel meer dan er alleen over lezen. En studenten kunnen zich veel meer voorstellen bij een dakloze als ze die hebben ontmoet, dan als ze alleen een filmpje over een dakloze hebben gezien.
Verbinding en betrokkenheid zetten de studenten aan, maken dat zij (weer) willen leren, en maken hen nieuwsgierig naar wat zij eventueel kunnen bijdragen.
Leerrendement
Behalve op motivatie hebben excursies en andere verrijkende activiteiten een effect op het leerrendement van de leerling. Want gevarieerd leren is dé manier om informatie uit het kortetermijngeheugen over te brengen naar het langetermijngeheugen.
Ons kortetermijngeheugen is slechts beperkt belastbaar. Zoals bekend heeft het stampen van lesstof vlak voor een toets meestal geen duurzaam effect. Ons langetermijngeheugen is echter vrijwel onbeperkt. Kennis en vaardigheden die we ons eenmaal eigen hebben gemaakt, moeten we misschien af en toe een beetje opfrissen, maar ze blijven aanwezig.
Opname in langetermijngeheugen
Wie wil leren moet de informatie uit het kortetermijngeheugen dus verplaatsen naar het langetermijngeheugen. De truc daarbij is om op verschillende manieren hetzelfde te leren. Bijvoorbeeld door het lezen, het luisteren en het maken van (digitale) opgaven te combineren met ontmoetingen en fysieke ervaringen. Laat studenten iets maken, een spel ontwerpen, al rennend of ballen gooiend meerkeuzevragen beantwoorden, als vrijwilliger de handen uit de mouwen steken of in het echt bekijken waar ze over leren. Letterlijk onvergetelijke ervaringen maken stevige verbindingen in het hoofd.
Zelfregulerend gedrag
Verbindende activiteiten zorgen dus voor meer motivatie en een hoger leerrendement. Gemotiveerde studenten zijn minder snel afgeleid en werken gerichter aan hun doelen. In groepsactiviteiten tonen ze meer empathie en passen ze zich gemakkelijker aan. Door excursies en activiteiten worden ze dus ook sterker in zelfregulerend gedrag. Studenten staan steviger in hun schoenen, begrijpen beter hoe ze zich tot hun omgeving verhouden en weten hoe ze daaraan een waardevolle bijdrage kunnen leveren. Dat is uiteindelijk waar we bij Burgerschap, LOB en in het onderwijs als geheel naar streven.
Marjolein Bach is onderwijsadviseur bij CPS Onderwijsontwikkeling en advies, gespecialiseerd in Burgerschap, LOB en zelfregulerend leren.
Excursieprogramma met activiteiten, ontmoetingen en reflectie
Het belang van buitenschoolse activiteiten wordt gelukkig steeds breder erkend. Dankzij het cultuur-tegoed op de MBO Card, een gratis culturele kortingspas, kunnen scholen eenvoudiger een cultuurprogramma buiten de schoolmuren opzetten.
Een inspirerend voorbeeld is het project Persoonlijk Burgerschap van een ROC in het oosten van Nederland. Daar worden studenten op verschillende manieren gestimuleerd om hun eigen bubbel te doorbreken. Samen met lokale culturele partners heeft het ROC een intensief excursieprogramma ontwikkeld. Studenten kiezen uit diverse maatschappelijke thema’s, volgen bij elk thema meerdere activiteiten buiten de school en sluiten elke activiteit af met een ontmoeting en een reflectie. Een mooi voorbeeld van hoe je handen en voeten geeft aan de opdracht voor Burgerschap en LOB.
Meer weten over motivatie, leerrendement, zelfsturing en zelfsturend gedrag?
CPS Onderwijsontwikkeling en advies geeft trainingen over zelfregulerend leren, gebaseerd op het boek ‘De Leercoach’ en de ‘Toolkit zelfregulerend leren’. Beiden publicaties zijn verkrijgbaar bij CPS Uitgeverij.
Meer informatie Wil je ook aan de slag met zelfregulerend leren? Kijk voor de mogelijkheden op www.cps.nl
Wat wil je later worden?
Studiekiezers vinden nu ook beroepeninformatie op Studiekeuze123.nl
De vraag ‘Wat wil je later worden?’ prikkelt jongeren om te ontdekken wat hen drijft en inspireert. Sommigen weten al welke richting ze op willen, anderen staan nog aan het begin van hun zoektocht. Studiekeuze123.nl helpt hen op weg met nieuwe beroepeninformatie.
Op de nieuwe beroepenpagina’s op Studiekeuze123.nl/beroepe n vinden jongeren concrete informatie over uiteenlopende beroepen. Zo kunnen ze niet alleen ontdekken wat ze leuk vinden, maar ook hoe ze daar kunnen komen. De beroepen zijn gekoppeld aan relevante opleidingen, zodat de stap van droom naar praktijk kleiner wordt.
Een kijkje in het echte werk
Studiekiezers die willen weten hoe het is om een bepaald beroep uit te oefenen kunnen terecht bij de video’s waarin young professionals vertellen over hun ervaringen. Zoals Jippe, die als freelancer werkt in de cultuursector; Rayban, die als jongerenwerker jongeren helpt ontdekken wat bij hen past en Tim, die werkt als Delivery Manager in de ICT.
Meer dan alleen beroepen
De beroepenpagina’s bevatten ook artikelen over bredere thema’s, zoals ‘Hoe wordt je salaris bepaald?’, ‘Ondersteuning op de werkvloer’ en ‘Hoe blijf je gemotiveerd?’. Studiekiezers krijgen zo een realistisch beeld van de arbeidsmarkt en leren van de ervaringen van anderen. Zo vertelt Jorian waarom hij zijn kantoorbaan inruilde
voor een baan als voedseltuinder en deelt Benjamin zijn ervaring met werken met een ondersteuningsbehoefte.
Onderzoek als basis
De nieuwe beroepeninformatie kwam niet zomaar tot stand. Er gingen veel gesprekken en uitgebreid kwalitatief onderzoek aan vooraf.
Natanja de Bruin, Projectleider Arbeidsmarktinformatie: “We zijn ruim anderhalf jaar bezig geweest om jongeren, opvoeders en studiekeuzebegeleiders te bevragen over hun informatiebehoefte op het gebied van werk en studiekeuze. Van designsessies tot prototypes testen op studiekeuzebeurzen tot… ja wat niet eigenlijk? We kwamen erachter dat jongeren het fijn vinden om een doorkijkje in de toekomst te krijgen, ondanks dat werken vaak als ver van hun bed voelt. Ik ben blij dat we daar met deze pagina’s aan kunnen bijdragen.”
Op Studiekeuze123.nl/beroepen vind je informatie over beroepen, persoonlijke ervaringen van young professionals en tips en informatie over werken in het algemeen.
Burgerschap in verkiezingstijd
Dit schooljaar is een ‘feestje’ voor de democratie. Ongetwijfeld heeft u de scholierenverkiezingen georganiseerd, heeft er op uw school een verkiezingsfestival plaatsgevonden of gaat dit nog gebeuren en staat uw burgerschapsonderwijs vol met verkiezingslesmateriaal. Niet alleen waren er in oktober Tweede Kamerverkiezingen. In maart volgen de gemeenteraadsverkiezingen. Maar wat vraagt een gezonde democratie nu eigenlijk van haar burgers?
Vraagstukken rondom oorlog en vrede, wonen, migratie, klimaat of stikstof krijgen in deze tijd weer volop aandacht. Politieke partijen proberen op allerlei manieren duidelijk te maken op welke manier zij tegen deze vraagstukken aankijken. De burgerschapsopdracht aan het onderwijs vraagt van docenten om hun studenten deze vraagstukken kritisch te bekijken. Onderdeel van het kritisch bekijken van deze vraagstukken is het kunnen achterhalen van naïeve redneerwijzen van politici over deze vraagstukken. Een gezonde democratie vraagt om kritisch denken. Hoe doen we dit?
Thomas Klijnstra is vakdidacticus aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is gepromoveerd op het redeneren van mensen over maatschappelijke vraagstukken. In zijn proefschrift (Klijnstra, 2025) onderscheidt hij vier naïeve redeneerwijzen:
- Monocausaal redeneren: politici zoeken één oorzaak voor een maatschappelijk probleem. U kunt dan bijvoorbeeld denken aan politici die het woningtekort verklaren aan de hand van asielmigratie. Asielmigratie verklaart op zichzelf niet het woningtekort. Dit tekort wordt verklaart door meerdere factoren zoals het gebrek aan stikstofruimte, de toegenomen ruimte die we innemen om in te wonen in vergelijking met 100 jaar geleden, het aantal groepen met een voorrangsregeling dat oploopt (in grote steden leraren, agenten, alleenstaande moeders met kinderen, mensen met een beperking, statushouders…) en ongetwijfeld hebben nog meer factoren invloed op het woningtekort. Eén simpele oorzaak voor een maatschappelijk probleem kan nooit waar zijn en moet gewantrouwd worden.
- Conceptdropping: politici laten veel termen vallen die ‘goed in de markt liggen’. Tegelijkertijd worden met deze termen argumenten gevormd die niet kloppen. Je zou kunnen zeggen dat we argumenten met daarin de ‘hardwerkende Nederlander’, ‘het sociale midden’ of andere veelgebruikte termen met veel vraagtekens moeten benaderen.
met deze termen argumenten
- Anekdotisch bewijs: politici gebruiken vaak verhalen over een ‘verre achternicht’ die zij spraken en hen vertelden over hun situatie. Of een buurmeisje van twee straten verderop die een bepaalde ervaring had waarmee de politicus wilt beargumenteren om een bepaald vraagstuk op een specifieke manier te benaderen. Individuele ervaringen kunnen nooit alléén leiden tot beleidswijzigingen. Dat moet minimaal gepaard gaan met een wetenschappelijke onderbouwing. Iedereen kan immers verschillende ervaringen hebben.
In tijden waarin politici veelal aan het woord komen om hun visie op de verschillende vraagstukken te verwoorden, is het van belang dat onze studenten de onderbouwing van deze visies kritisch kunnen volgen. Dit is een essentieel onderdeel van het democratisch burgerschap. Laten we in onze lessen onze studenten inzicht geven in bovengenoemde redeneerwijzen en het kritisch denken bevorderen.
Koen Dogterom is werkzaam als senior begeleider educatieve programma’s bij ProDemos. Ook is hij lid van de vakvernieuwingscommissie die eindtermen voor burgerschap heeft geformuleerd.
& Burgerschap
Weleens een Jood ontmoet?
Echte ontmoetingen als basis voor burgerschap
Wat komt er in jouw studenten op als zij denken aan het woord ‘Joods’?
En wat weten ze eigenlijk over Joden? Voor veel van hen is het antwoord: niet zo veel. Of ze kennen vooral de beelden die ze via nieuws, sociale media of anderen hebben meegekregen. Daarom ontwikkelde het Joods Cultureel
Kwartier (JCK) het nieuwe educatieve programma ‘Weleens een Jood ontmoet?’, een ontmoeting die uitnodigt tot nieuwsgierigheid, reflectie en echt contact.
In een tijd van groeiende polarisatie, desinformatie en maatschappelijke spanningen is het belangrijk om jongeren nieuwsgierig te maken naar wat ze nog niet kennen. In de media, op sociale platforms en soms zelfs in de klas verschijnen steeds vaker negatieve beelden over Joden. Studenten hebben vaak nog nooit een Jood in het echt hebben ontmoet. Dat maakt het waardevol om in gesprek te gaan, met ruimte voor alle vragen die er leven.
Weleens een Jood ontmoet? is geen geschiedenisles en geen hoorcollege over religie. Het is een ontmoeting, een open gesprek tussen mbo-studenten en twee Joodse museumdocenten. In een veilige setting mogen studenten alles vragen, ook anoniem als ze willen. De museumdocenten vertellen op hun beurt over hun eigen achtergrond en ervaringen.
Door de persoonlijke verhalen, de mogelijkheid om alle soorten vragen te stellen en de open sfeer ontstaat er iets bijzonders: studenten durven te zeggen wat ze denken, zonder bang te zijn iets ‘fout’ te zeggen. Zo leren museumdocenten en studenten elkaar beter kennen en ontstaat er ruimte voor begrip.
Het doel is om elkaar beter te begrijpen. Een van de museumdocenten geeft aan: “Als museumdocent vind ik het bijzonder om in gesprek te gaan met studenten. Het zijn momenten waarop het niet alleen gaat om wat zij leren over Joods, maar ook om wat ik van hen leer. Tijdens die gesprekken merken ze dat het helemaal oké is om dingen anders te zien. Er is ruimte voor vragen en verschillende perspectieven, zonder dat het hoeft te gaan om overtuigen. Dat zorgt voor echte uitwisseling en voor begrip. Want telkens weer ontdekken we hoe veel we eigenlijk op elkaar lijken.”
Relevantie voor burgerschapsonderwijs
Voor docenten burgerschap en cultuurcoördinatoren sluit dit programma naadloos aan bij de burgerschapsdoelen binnen het mbo. Studenten leren:
• reflecteren op eigen waarden en meningen
• respectvol omgaan met andere perspectieven
• herkennen hoe vooroordelen en groepsdruk beeldvorming beïnvloeden
• empathie ontwikkelen voor andere levensverhalen
• inzicht krijgen in religieuze en culturele diversiteit en identiteit
Programma
Tijdens de les bezoeken twee jonge Joodse museumdocenten de klas of ontvangen de groep in het auditorium van het Joods Museum in Amsterdam. Ze beginnen het gesprek met een eenvoudige vraag: ‘Heb je weleens een Jood ontmoet?’ Vervolgens vragen ze: ‘Waar denk jij aan bij het woord Joods?’.
Wat volgt is een eerlijk en laagdrempelig gesprek over identiteit, religie, vooroordelen en beeldvorming. De docenten delen hun eigen ervaringen en tonen de korte film Wat is Joods?, die laat zien hoe veelzijdig Joodse identiteit kan zijn. Daarna volgt een Q&A waarin studenten (anoniem) alles mogen vragen: over geloof, tradities, Israël, antisemitisme of hun eigen aannames. De museumdocenten beantwoorden vragen, vertellen persoonlijke verhalen en laten zien dat er veel manieren zijn om Joods te zijn.
De sessie eindigt met een open gesprek waarin studenten iets kunnen delen over hun identiteit en hun ervaringen met beeldvorming. Zo leren de museumdocenten wie de studenten zijn en wat hen bezighoudt. Door deze uitwisseling ontstaat er een echte ontmoeting. Daar draait Weleens een Jood ontmoet om: elkaar leren kennen, voorbij de aannames.
I ASK-methode
De basis van alle educatieve programma’s van het JCK is de I ASK-methode. Deze methode helpt museumdocenten om studenten actief, nieuwsgierig en respectvol in gesprek te brengen met elkaar. De letters staan voor Intentie, Attitude, Systeemblik, Kennis , kort gezegd: interesse tonen, vragen stellen, delen en blijven leren.
Een belangrijk onderdeel hiervan is vreedzaam nuanceren: leren omgaan met gevoelige opmerkingen of misverstanden. Museumdocenten kunnen daarbij, zonder te veroordelen, wijzen op andere perspectieven. Ze zorgen voor een veilige sfeer waarin ruimte is om te twijfelen, iets niet te weten, een standpunt bij te stellen of er juist bij te blijven. Zo is het gesprek niet alleen leerzaam door het delen van inzichten, maar ook verbindend.
Bij Weleens een Jood ontmoet gaan studenten in gesprek met museumdocenten met een Joodse achtergrond. Soms roept dat vragen op: ‘moet ik iets vinden?’ of ‘willen ze mij ergens van overtuigen?’
Goed om te weten:
• Het jodendom kent geen traditie van bekeren of overtuigen.
• Er is ruimte voor verschillende levensbeschouwingen.
• Het gesprek is open, zonder oordeel of druk.
Op school of in het museum
Weleens een Jood ontmoet? duurt anderhalf uur en kan zowel op school als in het Joods Museum plaatsvinden. Op school is de drempel laag en sluiten de gesprekken direct aan bij de belevingswereld van studenten. Een bezoek aan het museum biedt juist de kans om los te komen van de dagelijkse context en te combineren met een rondleiding door het Joods Cultureel Kwartier, bijvoorbeeld in de Portugese Synagoge.
Het programma is geschikt voor alle mbo-niveaus en vraagt geen voorbereiding van de docent.
Praktische informatie
• Duur: 1,5 uur
• Locatie: op school of in het Joods Museum (Amsterdam)
• Combineren: mogelijk met een bezoek aan de Portugese Synagoge of andere JCK-programma’s
• Kosten: vanaf € 400,- per groep, afhankelijk van reistijd
• Aanmelden: www.jck.nl/mbo
• Vragen: mail naar service@jck.nl
Aanmelden?
Scan de QR-code om je aan te melden www.jck.nl/mbo
Beladen thema’s bespreekbaar maken
Gratis lesprogramma Slachtofferhulp Nederland biedt houvast
Online bedreiging is een groeiend probleem onder jongeren. Eén op de tien jongeren tussen de 15 en 25 jaar kreeg er in het afgelopen jaar mee te maken. Zeventig procent van de slachtoffers weet niet waar ze terechtkunnen voor hulp. Jij kunt het verschil maken.
Bij online bedreiging kun je denken aan dreigende berichten via sociale media zoals WhatsApp, Snapchat of Twitter of aan online pesten. Het is één van de vijf thema’s die behandeld wordt tijdens het lesprogramma van Slachtofferhulp Nederland. Het gratis lesprogramma biedt mbo-docenten Loopbaan & Burgerschap kant-en-klare lessen over actuele en soms beladen thema’s: beleggingsfraude, bedreiging, seksuele exposing, verkeersongeval en mishandeling. Met herkenbare video’s, interactieve werkvormen en ervaringsverhalen krijgen studenten inzicht in de gevolgen van slachtofferschap, leren ze zich inleven in anderen en ontdekken ze hoe ze zelf verantwoordelijkheid kunnen nemen.
“Jongeren zijn vaak geneigd om eerst zelf dingen op te lossen, samen met vrienden”, legt Franck Wagemakers uit, strategisch beleidsadviseur bij Slachtofferhulp Nederland. “Maar wat als dat niet genoeg is? Ons programma wil laten zien dat het geen teken van zwakte is om hulp te zoeken.
Hulp kán helpen.”
De lessen bieden niet alleen informatie, maar ook gespreksstof. Studenten ontdekken wat een
ingrijpende gebeurtenis met iemand kan doen en hoe belangrijk erkenning is. Ook leren ze dat hulp zoeken normaal is – zelfs als ze denken dat hun probleem ‘niet groot genoeg is’.
Voor docenten bevat het programma een uitgebreide handleiding met suggesties om het gesprek veilig te begeleiden. Zo kun je als docent aandacht geven aan ingrijpende situaties als schaamte, schuldgevoel of stressklachten, zonder de rol van hulpverlener over te nemen. “Docenten spelen een belangrijke rol in het signaleren en bespreekbaar maken van problemen”, vindt Wagemakers. “Het is niet de bedoeling dat zij hulp verlenen, maar ze kunnen wél de weg wijzen naar de juiste instanties.”
De lessen sluiten direct aan bij de kerndoelen van Loopbaan & Burgerschap. Studenten leren reflecteren op gedrag, omgaan met emoties en verantwoordelijkheid nemen – ook online. Zo draagt het programma niet alleen bij aan persoonlijke ontwikkeling, maar ook aan een veiligere digitale samenleving en wellicht een veiliger klas.
Wil je samen met jouw studenten leren omgaan met een ingrijpende gebeurtenis en weten waar hulp te vinden is?
Scan de QR-code om het gratis lesprogramma te downloaden slachtofferhulp.nl/lesprogramma-mbo
De Rooi Pannen laat studenten kennismaken met politiek tijdens Burgerschapsdag
“We hopen zaadjes te planten voor later”
Wat heb je eraan om op je zestiende al over politiek te leren, terwijl je nog niet eens mag stemmen? Voor de eerstejaars van de opleiding ‘zelfstandig werkend kok’ aan De Rooi Pannen in Eindhoven is het antwoord duidelijk: politiek raakt hun leven, van wonen en inflatie tot belastingen en migratie. “Politiek is toch wel interessanter dan ik dacht”, zegt een student na afloop van de les uit het Pakket Burgerschapsdag van ProDemos. Precies dát willen de school en ProDemos bereiken: een zaadje planten dat later tot bloei kan komen.
Tekst: Esmee Weerden Beeld: Erik Winkelman Fotografie
De Rooi Pannen vindt het belangrijk dat burgerschap geen losse les op het rooster is. Docent burgerschap Irma Timmermans-Takens legt uit: “Wij hebben ervoor gekozen om burgerschap niet uit een boek te geven, maar om studenten betekenisvolle ervaringen te bieden. Dat beklijft veel beter.”
Binnen de horecasectie is daarom ruimte voor projecten, excursies en interactieve gastlessen, zoals de gastles Politiek & Partij uit het Pakket Burgerschapsdag van ProDemos. “Mbo-studenten zijn doeners, ze leren door te ervaren. Daarom kies ik bewust voor dit soort programma’s, waarin ze zelf aan de slag gaan en ontdekken dat politiek ook met hun leven te maken heeft. We willen dat ze de link leggen tussen wat ze in de les doen en hun eigen toekomst: of het nu gaat om werk, wonen of meedoen in de maatschappij.”
Politiek in de praktijk
Gastdocent Daphne Paris van ProDemos trapt de dag af. Ze legt op een toegankelijke manier uit hoe het
Mbo-studenten zijn doeners, ze leren door te ervaren. Daarom kies ik bewust voor dit soort programma’s
Nederlandse politieke systeem werkt: van het signaleren van een probleem tot het bedenken van oplossingen, en hoe dit via ministers en de Tweede Kamer uiteindelijk tot beleid komt. Studenten worden naar voren gehaald, schuiven kaartjes in de juiste volgorde en discussiëren over actuele onderwerpen als woningnood, inflatie en verkeersveiligheid.
De studenten zijn gemiddeld zestien jaar oud. Stemmen mogen ze nog niet, maar nadenken over hun toekomst doen ze volop. “Stemmen lijkt misschien nog ver weg voor jullie, maar de politieke keuzes die gemaakt worden, bijvoorbeeld over betaalbare woningen, hebben nú al invloed op jullie leven”, benadrukt Daphne.
Een eigen partij oprichten
Het is tijd voor actie. In groepjes richten de studenten hun eigen politieke partij op en maken ze campagneposters. De partijnamen vliegen door de klas: van het serieuze Normaal Nederland (NND) en Partij voor de Samenleving (PvdS) tot het meer sociale Rood Rechts. Elke naam weerspiegelt thema’s en zorgen die onder de jongeren leven.
De thema’s die gekozen worden, zijn herkenbaar voor de groep: minder vluchtelingen, meer prullenbakken, hogere minimumlonen, lagere prijzen, meer woningen en meer veiligheid. “Straffen moeten beter worden toegepast op de misdaad”, zegt een student. “Als je iemand vermoordt, moet je levenslang krijgen.” Een klasgenoot nuanceert: “Maar wat als iemand zichzelf of een kind verdedigt? Dan ligt het toch anders.” De discussie is fel, maar respectvol.
Een ander groepje kiest voor een luchtiger invalshoek: de MS – Minder School partij. Hun speerpunt: kortere schoolweken en langere vakanties. “Dan kunnen we meer werken en geld verdienen.” Er wordt hard gelachen, maar het onderliggende punt – inflatie en betaalbaarheid – is serieus.
Presenteren en overtuigen
Na de voorbereidingen presenteren de partijen hun programma’s aan de klas. Ze hebben campagneposters gemaakt en met duidelijke standpunten proberen ze elkaar te overtuigen. “Wij willen hogere lonen en lagere prijzen”, zegt een vertegenwoordiger. “Zodat je meer kunt kopen met je geld.” Een ander groepje pleit voor meer prullenbakken, “want afval op straat verpest je buurt.” De Partij voor de Samenleving krijgt bijval, maar ook kritische vragen. “Jullie willen minder vluchtelingen. Hoe lossen jullie dan de tekorten in de zorg en horeca op?” Het is duidelijk: de studenten zijn niet bang om met elkaar de discussie aan te gaan.
Stellingen beantwoorden
Na de pauze verschijnen stellingen op het scherm waarbij studenten kiezen voor rood (oneens) of groen (eens). >>>
De visie van ProDemos
Het Pakket Burgerschapsdag maakt deel uit van een breder geheel aan educatieve activiteiten van ProDemos, het Huis voor democratie en rechtsstaat. Hun educatieve visie: jongeren leren de spelregels van de democratie en rechtsstaat het beste door ze zelf te ervaren. Door actief te ontdekken wat hun rechten zijn en hoe besluitvorming werkt, krijgen ze inzicht in hoe ze later zelf invloed kunnen uitoefenen.
ProDemos wil jongeren niet alleen informeren, maar ook activeren. “We willen studenten laten zien dat politiek altijd met hun leven te maken heeft”, zegt Daphne. “Het gaat erom dat ze leren wat er mogelijk is en dat ze begrijpen dat hun stem telt”
• Zelf vuurwerk afsteken moet verboden worden.
• Het minimumloon moet omhoog.
• Iedereen moet evenveel belasting betalen.
De meningen verschillen. “Vuurwerk is traditie, dat moet je niet afpakken”, zegt de een. “Maar er gebeuren te veel ongelukken, dus verbieden”, vindt een ander. Bij het minimumloon is vrijwel iedereen vóór een verhoging. “We kunnen bijna niet rondkomen. Alles is duur, van kleding tot boodschappen.”
Het gesprek over belastingen wordt serieuzer. Een student stelt: “Als je rijk bent, heb je dat zelf verdiend door hard te werken. Dan is het niet eerlijk om meer belasting te betalen.” Waarop Irma en Daphne uitleggen dat ook schoonmakers hard werken, maar weinig verdienen. “Dan is het toch goed dat de politiek hen helpt met toeslagen? Daar zijn belastingen deels voor bedoeld.” De meningen blijven verdeeld.
Eigen campagnefilmpje schieten
Tijd om naar buiten te gaan, want bij een nieuwe politieke partij hoort ook een campagnefilmpje. Ter inspiratie bekijken de studenten eerst filmpjes van bestaande partijen als de VVD, SP en SGP. Ze bespreken welke boodschap hen aanspreekt en hoe een partij zich presenteert. Daarna maken ze hun eigen filmpjes, die later in de klas worden vertoond.
De studenten zijn creatief. De MS – Minder School partij filmt hoe het is om geen geld te hebben: ze filmen elkaar zonder jas in de kou en met een fiets die kapot is. Daphne geniet zichtbaar van de inzet van de studenten: “Studenten vinden het altijd leuk om met hun mobiele telefoon aan de slag te gaan, want normaal gesproken zijn die niet toegestaan in de klas. Het is mooi om terug te zien in de filmpjes wat de studenten van vandaag hebben opgestoken.”
Beweging in gang gezet
Aan het eind van de dag blikken de studenten terug. Sommigen vonden politiek verrassend leuk, anderen houden het liever bij koken, hun hoofdvak. Maar één ding is duidelijk: er is iets in beweging gezet. “Het is eigenlijk interessanter dan ik dacht”, zegt een student. En dat was precies de bedoeling.
Voor Irma is het waardevol dat ProDemos een programma biedt dat aansluit bij haar visie op burgerschap. “Je weet nooit precies wat studenten meenemen. Maar als ze later een stemformulier in handen krijgen en zich herinneren: ‘oh ja, toen heb ik dit meegemaakt’, dan is mijn doel bereikt.”
Gratis programma reserveren
Het Pakket Burgerschapsdag van ProDemos laat studenten op een interactieve manier ervaren hoe politiek en democratie werken. Het pakket bestaat uit twee programma’s die elk 3 uur duren: het programma Macht & Recht en het programma Politiek & Partij.
Politiek & Partij gaat over politieke partijen: wat doen ze, wat willen ze, hoe werken ze, hoe kun je er zelf een oprichten? De studenten leren wat de begrippen progressief, conservatief, links en rechts betekenen.
ProDemos biedt daarnaast ook kortere gastlessen aan, van 45 tot 120 minuten, over tal van onderwerpen zoals verkiezingen, de Europese Unie of de rechtsstaat.
Via www.prodemos.nl/gastlessen kun je een gratis programma reserveren.
DE MAATSCHAPPIJ DAT ZIJN WIJ
DÉ NIEUWE BURGERSCHAPSMETHODE VOOR HET MBO
VOLDOET AAN HET NIEUWE KWALIFICATIEDOSSIER
VANUIT DE 4 THEMA’S LEREN KIJKEN NAAR SPANNINGEN IN DE SAMENLEVING
ACTUELE CASUSSEN DIE JAARLIJKS WORDEN UITGEBREID
COMBINATIEPAKKET: DIGITALE LICENTIE + LEERWERKBOE
Meer weten?
Scan de qr-code of neem contact met ons op! (070) 302 47 70
codenamefuture@noordhoff.nl
ZET JONGEREN IN DE AAN-STAND
Onderdeel
Waar theorie en praktijk elkaar ontmoeten Boom
Jongeren kijken steeds kritischer naar het onderwijs. Juist daarom is aandacht voor burgerschap harder nodig dan ooit. Boom burgerschap speelt hierop in met een aanpak die theorie en praktijk verbindt en studenten actief betrekt. Het programma maakt gebruik van moderne didactiek, storytelling, technologie en flexibele toetsing.
Drie pijlers voor sterk onderwijs
De visie van Boom burgerschap rust op drie kernbegrippen: Bildung, burgerschap en kritisch denken. Studenten maken kennis met maatschappelijke tradities, krijgen ruimte voor persoonlijke groei en leren verschillende perspectieven naast elkaar te zien. Kritisch denken helpt hen daarbij: argumenten wegen, reflecteren en het perspectief van anderen begrijpen. Zo groeien studenten stap voor stap uit tot bewuste en betrokken burgers.
Verhalen die raken
Storytelling vormt een rode draad. Herkenbare personages zorgen voor emotionele verbinding en belichten verschillende invalshoeken. Filmpjes, socialmediaposts en nieuwsberichten slaan een brug naar de leefwereld van jongeren. Studenten ontdekken dat burgerschap geen losstaand vak is, maar een thema dat dagelijks terugkomt in hun eigen ervaringen. Daardoor voelt de theorie minder als verplichte kost en meer als iets wat hen daadwerkelijk aangaat.
Actief leren met technologie
In de Boom burgerschap-app werken studenten met opdrachten die punten en medailles opleveren. Gamification en directe feedback vergroten de motivatie en verbeteren het leerrendement. Voor wie liever zonder telefoon werkt, is er een volwaardige webversie beschikbaar. Actieve werkvormen – van debatten, interviews en groeps-opdrachten tot creatieve uitingen zoals een Loesje-poster – zorgen ervoor dat kennis direct in de praktijk wordt gebracht en studenten hun eigen stem ontwikkelen.
Interactie als kern
Naast technologie blijft interactie het hart van het programma. Democratische participatie draait immers om dialoog. In gestructureerde gesprekken over thema’s als vrijheid, gelijkwaardigheid en macht
Herkenbare personages zorgen voor emotionele verbinding en belichten verschillende invalshoeken
oefenen studenten essentiële vaardigheden: luisteren, argumenteren en accepteren dat anderen anders denken. Zo groeit het wederzijds respect en leren studenten omgaan met verschillen.
Toetsen met keuzevrijheid
Een innovatief onderdeel van Boom burgerschap is het flexibele toetssysteem. Docenten kiezen uit meerdere toetsvormen: een eindopdracht, een presentatie of een kennistoets met open en gesloten vragen. De eindopdracht laat studenten zelf iets bijdragen, bijvoorbeeld door een duurzaamheidsinitiatief te organiseren of een ‘Dag van de gelijkwaardigheid’ op te zetten. Het proces van brainstormen, samenwerken en reflecteren maakt burgerschap tastbaar en betekenisvol. De schriftelijke variant past bij studenten die sterk zijn in reflectie, de presentatievariant stimuleert mondelinge vaardigheden en teamwork.
Meer dan theorie
Boom burgerschap laat zien dat goed burgerschapsonderwijs niet altijd een boek nodig heeft. De app geeft docenten houvast én ruimte om te experimenteren, en biedt studenten een leerervaring die raakt, motiveert en vormt.
Het resultaat? Jongeren die niet alleen kennis hebben, maar ook vaardigheden en zelfvertrouwen om hun plek in de samenleving bewust en actief in te nemen. Een generatie die kritisch durft te denken, verschillen weet te respecteren en verantwoordelijkheid neemt voor de wereld om hen heen.
Wil je meer weten over Boom burgerschap?
Scan de QR-code of neem contact op met Lisette Bloem via: l.bloem@boom.nl of 06 55 82 52 64
Polarisatie in de klas?
Zo houd je het gesprek veilig en open
In een tijd van verhitte debatten en scherpe tegenstellingen komt polarisatie onvermijdelijk ook het klaslokaal binnen. Voor mbo-docenten betekent dat: omgaan met botsende meningen en het bewaken van een veilige en open sfeer. Hoe voer je een gesprek wanneer de spanning voelbaar is?
Young Society biedt hiervoor een masterclass Polarisatie: een interactieve workshop die theorie verbindt met praktische tools. Zo krijgen docenten houvast om moeilijke gesprekken niet uit de weg te gaan, maar om te zetten in een leerzame dialoog. “Je hoeft het conflict niet op te lossen. Maar je moet de situatie wel durven begrenzen en vervolgens begeleiden”, aldus Jasmijn Dortmans, projectcoördinator Young Society.
Polarisatie als dagelijkse realiteit
Voor jongeren is de wereld allesbehalve simpel. Ze groeien op in een wereld waarin algoritmes meningen versterken, sociale media de toon bepalen en nuance weinig podium krijgt. Die dynamiek stopt niet bij de deur van het klaslokaal. In de klas kunnen gesprekken over maatschappelijke thema’s zomaar omslaan in scherpe confrontaties. Wat begint als een mening, kan eindigen in wij-zij-denken.
“Wat voor de één een mening is, is voor de ander een aanval op hun identiteit. Docenten voelen vaak wel aan dat er iets speelt, maar weten niet altijd hoe ze kunnen handelen zonder olie op het vuur te gooien of partij te kiezen.”
Wat is polarisatie eigenlijk?
Tijdens de masterclass krijgen docenten inzicht in de theorie achter polarisatie. Wat is het verschil tussen een pittige discussie en een gepolariseerd gesprek? Welke dynamieken spelen daarin mee en wat is jouw rol als docent? Hoe herken je polarisatie en welke rollen horen hierbij?
Young Society gebruikt het model van vijf rollen uit de theorie van Bart Brandsma: pushers, joiners, het stille midden, de zondebok en bruggenbouwers. De meeste studenten zitten niet in de uitersten, maar in het midden. Juist daar ligt volgens Dortmans de ruimte: “In de masterclass laten we zien hoe je dat midden activeert, zodat het gesprek niet wordt overgenomen door de luidste stemmen.”
Tools om te begrenzen en uit te nodigen
Verder krijgen docenten praktische tools om met polarisatie in de klas om te gaan. Het stappenplan van Young Society helpt hen om op een constructieve manier het gesprek tijdig te begrenzen, zonder het te blokkeren. Dat klinkt logisch, maar vraagt oefening. In de masterclass werken deelnemers met herkenbare casussen en rollenspellen. “Dit kan spannend zijn voor
Tekst: Arthur Bredemeijer
docenten”, erkent Dortmans. “Maar door het te oefenen ontdek je hoe je als docent invloed hebt op de sfeer en veiligheid in je klas.”
Niet alleen voor burgerschap
Hoewel de masterclass met name interessant is voor burgerschapsdocenten, is het ook zeer relevant voor andere vakdocenten en onderwijsteams. Polarisatie kan immers ontstaan overal waar jongeren samenkomen, zeker wanneer identiteit en overtuigingen meespelen. De workshop biedt daarnaast ook ruimte voor persoonlijke reflectie: hoe ga jij om met controversiële uitspraken? Wat roept dat bij jou op? En hoe houd je als docent ruimte voor álle stemmen in de klas?
Waarom juist in het mbo?
Young Society richt zich met deze masterclass bewust op het mbo. Mbo-studenten staan midden in de maatschappij: ze werken, zorgen en leven in diverse omgevingen. Tegelijkertijd krijgen ze geregeld te maken met stigma’s of uitsluiting.
“In het mbo komen jongeren met de meest uiteenlopende achtergronden samen. Dat maakt het onderwijs rijk, maar ook kwetsbaar voor botsende meningen. Als docent heb je de kans om van die spanning een leermoment te maken in plaats van een breuklijn.”
Wat je meeneemt
De masterclass duurt slechts twee uur, maar laat een blijvende indruk achter. Deelnemers verlaten de sessie met meer zelfvertrouwen, inzicht en concrete handvatten. Ze leren dat ze niet alles hoeven op te lossen, maar wél een verschil kunnen maken in hoe het gesprek op een veilige en respectvolle manier gevoerd wordt.
“Het gaat niet om winnen of gelijk krijgen”, besluit Dortmans. “Het gaat erom dat iedereen zich veilig genoeg voelt om te spreken en dat we wat meer naar elkaar leren luisteren.”
Wil jij leren en ervaren hoe je polarisatie in de klas herkent en ombuigt naar dialoog? Meld je aan voor de masterclass Polarisatie via youngsociety.nl/contact-masterclasses of scan de QR-code voor meer informatie.
‘Ga toch gamen’ vindt Nils, ‘ook in de klas’
Gamen en burgerschapsonderwijs, hebben die wat met elkaar te maken? Zeker wel, vindt coach, spreker en auteur van ‘Ga toch gamen’ Nils Vermeire. “Als je je niet verdiept in de gamende jongere, kunnen daar negatieve gevolgen aan kleven. Maar als je dat wel doet, opent zich een wereld.”
Tekst Wiesette Haverkamp
Met die boodschap wil Nils behalve ouders ook docenten aansporen gamen serieuzer te nemen. Niet om iedere les in een digitale speeltuin te veranderen, maar omdat gamen nuttig is en raakvlakken heeft met burgerschapsonderwijs.
Voor veel volwassenen roept gamen vooral zorgen op: disbalans, schoolprestaties, verslaving, sociale isolatie of agressie. Volgens Nils zijn die risico’s er wel degelijk, maar is het beeld vaak eenzijdig. “Verslaving bestaat, net als problematisch gamegedrag. Maar gamen wegzetten als louter gevaarlijk doet tekort aan wat er ook geleerd wordt. Het gaat erom dat je het gesprek aangaat, net zoals je zou praten over sport of muziek.”
Hij maakt een duidelijk onderscheid tussen sociale media en gamen waarbij hij het scrollen door filmpjes meer ziet als passief consumeren. Gamen vraagt om actief handelen: “Een game speel je, je maakt keuzes, je werkt samen, je bouwt iets op. Dat is een hele andere handeling dan eindeloos doomscrollen.”
Gamification is in veel klassen al ingeburgerd: puntenlijsten, levels en beloningen. Toch blijft het echte gamen vaak buiten de schooldeur. Terwijl de cijfers laten zien dat vrijwel iedere jongere gamet: naar schatting 95% van de jongens en bijna 80% van
Nils Vermeire, 1972
Coach, schrijver, trainer, vader én gamer
Boek: Ga toch gamen, gamen als het geheime wapen voor een betere band met je kind gatochgamen.nl
de meisjes. “Zelfs als je alleen Candy Crush speelt, ben je een gamer. Waarom zouden we dat domein negeren?”
Verbinding
Docenten kunnen volgens Nils veel winnen door nieuwsgierig te zijn. “Vraag niet alleen: ‘Hoe was je voetbalwedstrijd?’, maar ook: ‘Met wie speelde je Fortnite? Heb je gewonnen? Welke rank heb je?’ Daarmee toon je interesse in iets dat voor leerlingen betekenisvol is.” Daarnaast kan samen gamen de rollen in een gezin of klas even omdraaien. Waar volwassenen vaak leidend zijn, kan een leerling in een game de expert zijn. “Dat geeft jongeren zelfvertrouwen en een unieke kans om iets terug te geven.”
Burgerschapsonderwijs vraagt van leerlingen dat ze leren over democratie, diversiteit, sociale vaardigheden, verantwoordelijkheid en betrokkenheid. Volgens Nils biedt de gamewereld hiervoor concrete aangrijpingspunten. Nils noemt bijvoorbeeld de relatie
Foto: Dylan-John Verzij
met een democratische rechtstaat. “In online games als Minecraft of Roblox ontstaan vanzelf regels en afspraken en die zijn anders dan de echte wereld.
Maar spelers stemmen mee of ervaren wat er gebeurt als één moderator te veel macht naar zich toetrekt.
“Je leert ongemerkt over vrijheid, verantwoordelijkheid en de effecten van machtsverdeling.”
Verder beoordelen gamers elkaar niet direct qua uiterlijk, achtergrond of geloof. “Het eerste contact is zonder dergelijke vooroordelen. Je deelt een doel en een spelwereld. Dat kan leiden tot verbinding die je offline misschien nooit had gelegd.” Tegelijkertijd kan uitsluiting of haat ook in games voorkomen. “Juist dát biedt ook stof voor gesprek.”
Maatschappelijke thema’s
Er bestaan games die expliciet morele dilemma’s oproepen, zoals This War of Mine of Peacemaker. “Je kunt ze deze, wat oudere, spellen inzetten als startpunt voor reflectie en discussie over keuzes, ongelijkheid of conflicten.”
Sociale en maatschappelijke vaardigheden komen ook aan de orde tijdens het gamen. Samenwerken, communiceren, frustraties verwerken en conflicten oplossen zijn vaardigheden die gamers dagelijks oefenen. “Omdat het onbewust gebeurt, denk ik dat het zich vaak sterker verankert dan in een les over samenwerken”, zegt Nils.
In games nemen deelnemers rollen op zich: bouwer, strateeg, leider of helper. Ze leren omgaan met virtuele valuta en met tijdsdruk. “Dat lijkt sterk op vaardigheden die ook offline van belang zijn: plannen, keuzes maken, omgaan met geld en verant-
woordelijkheid dragen en past weer in het burgerschapsdomein als je het hebt over participatie en verantwoordelijkheid.”
Het gamen demoniseren doen leraren volgens Nils meestal niet. “De media zijn daar harder in. Wat ik vooral zie, is dat de kans gemist wordt om gamen in te zetten als leerkans.” Dat kan zo klein zijn als een gesprek over een gespeelde game, maar ook groter: een lesdag die deels bestaat uit gezamenlijk gamen en nabespreken.
Een belangrijk punt is de rol van de docent als voorbeeld. “Als je als docent tegen leerlingen zegt dat telefoons niet mee de klas in mogen, maar zelf tijdens de pauze op je scherm zit, is dat een tegenstrijdig signaal.” Hetzelfde geldt voor gamen: docenten die zelf gamen, kunnen daar eerlijk over zijn. Dat verlaagt de drempel voor gesprek.
Nils heeft wel wat tips voor leraren en docenten: “Niet iedere leraar hoeft een fanatieke gamer te worden of 80 uur in een game te steken. Kleine stappen zijn vaak voldoende. Toon interesse in de games die je leerlingen spelen. Gebruik games met morele dilemma’s of samenwerkingselementen als lesmateriaal. Bespreek wat er in een game gebeurt en koppel dat aan burgerschapsdoelen. En wees je bewust van je eigen voorbeeldgedrag rondom schermgebruik.
Gamen is geen wondermiddel en kent ook schaduwkanten. Maar wie het negeert, laat een rijke context liggen waarin leerlingen dagelijks oefenen met burgerschapsvaardigheden. “Gamen kan een extra venster zijn op de burgerschapsthema’s die ook in de klas worden besproken. En dat is een venster waar jongeren zelf al uren per week doorheen kijken.”
Meer weten? Beluister onze podcast
Wil je meer weten over gamen en hoe je dat kunt inzetten? Luister dan naar de nieuwe aflevering van de PrimaOnderwijs Podcast.
EN DAN BLIJKT DIE STILLE STUDENT
EEN GEBOREN ONDERNEMER
“AL 35 JAAR HELPT STICHTING JONG ONDERNEMEN scholen om jongeren te laten ontdekken hoe ze ondernemend, zelfverzekerd en veerkrachtig kunnen deelnemen aan de maatschappij.”
VAN DENKERS NAAR DOENERS
Ondernemerschap leer je door te doen: kansen zien, ideeën onderzoeken, fouten maken en samen oplossingen bedenken. Zo ontdekken studenten niet alleen hun talenten, maar ontwikkelen ze ook zelfvertrouwen, creativiteit en veerkracht –precies de vaardigheden die zij nodig hebben als actieve burgers.
LEREN ONDERNEMEN IN DE KLAS
Onze programma’s zijn beschikbaar voor verschillende leerjaren en onderwijsniveaus, waaronder mbo niveau 2, 3 en 4. Ze zijn ontwikkeld door onderwijsdeskundigen in samenwerking met ondernemers uit de praktijk en sluiten aan bij bestaande kwalificatiedossiers en keuzedelen. Voor elk programma zijn aansluitingsdocumenten beschikbaar die precies laten zien hoe de activiteiten bijdragen aan de onderwijsdoelen.
NIEUW! GRATIS THEMALESSEN
Met onze themalessen maken jongeren kennis met actuele onderwerpen die nauw verbonden zijn met ondernemerschap, burgerschap en loopbaanoriëntatie.
Denk aan solliciteren, teamwork of kunstmatige intelligentie. De lessen zijn gratis te downloaden via onze website en direct inzetbaar in de les.
EEN GREEP UIT HET AANBOD THEMALESSEN:
Eigen Bedrijf
Jongeren stappen in de schoenen van een ondernemer. Ze oefenen met keuzes maken, initiatief nemen en verantwoordelijkheid dragen.
Slim solliciteren
In deze themales ontdekken studenten hoe je een goede sollicitatiebrief schrijft en leren ze alles wat belangrijk is tijdens een sollicitatiegesprek. Een praktische voorbereiding op hun eerste baan.
Brainstormen
Studenten gaan samen creatief denken en vinden zo oplossingen voor echte uitdagingen in een snel veranderende maatschappij.
ZET ONDERNEMERSCHAP IN VOOR BURGERSCHAPSONDERWIJS
Bied jouw studenten een leuke, praktische burgerschapsbeleving. Ondernemerschapsvaardigheden helpen studenten niet alleen om zelfvertrouwen te ontwikkelen, maar geven ook inzicht in hun talenten en drijfveren. Dat maakt ondernemerschap een waardevolle aanvulling op loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB): studenten ontdekken waar hun kracht ligt, welke rol ze in een team pakken en welke keuzes bij hen passen. Zo kan een stille student ineens vol overtuiging presenteren, of blijkt de dromer juist een doener. Samen realiseren studenten ideeën en oplossingen die ze alleen nooit hadden bereikt.
MEER INFORMATIE?
Website: www.jongondernemen.nl
Telefoon: 085 485 7590
Email: Info@jongondernemen.nl
ONZE PROGRAMMA’S
Help jouw studenten groeien in ondernemende vaardigheden en veerkracht.
Kennen jullie YOUNGPWR al?
ZEKER VAN JE ZAAK
Niveau 3/4
In Zeker van je Zaak onderzoeken studenten in één schooljaar of ondernemerschap bij hen past. Onder begeleiding van hun docent werken ze individueel aan praktische opdrachten en vullen ze hun eigen BusinessModel Youin. Zo ontdekken ze hun talenten, drijfveren en passies. Deze waardevolle inzichten helpen hen bij hun persoonlijke ontwikkeling en loopbaanoriëntatie.
Van
Op YoungPWR.nl vinden jongeren alles om te groeien: tips van ondernemers, inspirerende podcasts en gratis events. Ook stages, bijbanen en klussen komen voorbij. Een platform, gemaakt vóór en dóór jongeren – ideaal om jouw studenten extra te inspireren en burgerschap in de praktijk te brengen.
YES!
Niveau 1/2
Studenten leren in 10 lessen samenwerken, omgaan met geld, presenteren, keuzes maken en verantwoording afleggen. Ze doen financiële kennis op en brengen de theorie in de praktijk. Zo ontdekken studenten op een laagdrempelige manier wat ondernemerschap betekent voor henzelf en hun toekomst.
STUDENT COMPANY
Niveau 3/4
Met Student Company ervaren studenten hoe het is om een echt bedrijf te runnen.
Ze richten in teams een bedrijf op en runnen dit tijdens één schooljaar. Ze verdelen functies, bedenken een product of dienst en schrijven een ondernemingsplan. Vervolgens gaan ze ook echt verkopen.
Extra uitdaging vinden ze tijdens de outofthe building-events
Denk aan regionale pitch-battles, marktdagen en zelfs nationale of internationale competities.
jonge denkers naar ondernemender doeners.
Gratis!
Nu maar € 75,per student
Week van het geld 2026
Geldsprookjes:
te mooi om waar te zijn?
Hoe praat je met studenten over geld in een wereld vol verleidingen en onrealistische verwachtingen? De Week van het geld helpt scholen om dit op een luchtige en praktische manier te doen. In 2026 draait alles om het thema ‘Geldsprookjes: te mooi om waar te zijn?’. Projectmanager Oscar de Grave van Wijzer in geldzaken vertelt over de aanpak, samen met Chantal den Blanken van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en Sasja van der Knoop van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB).
Niet iedere student leert thuis hoe om te gaan met geld, weet De Grave. “Toch moeten jongeren op hun achttiende keuzes kunnen maken over sparen, lenen, werken of kopen op afbetaling. Verkeerde keuzes kunnen tot stress leiden, wat hun mentale welzijn, motivatie en schoolprestaties kan beïnvloeden. De Week van het geld is bedoeld als aanjager om geldzaken bespreekbaar te maken op school.”
Elk jaar staat een ander thema centraal tijdens de Week van het geld. “Dit jaar vragen we met ‘Geldsprookjes’ aandacht voor onjuiste of onrealistische ideeën over geld. Jongeren worden veelvuldig geconfronteerd met het luxe leven van influencers op social media, misleidende reclames én het idee dat geld ‘makkelijk’ of ‘snel’ te verdienen is. Maar niet alles wat blinkt, is goud”, zegt de Grave. Deze sprookjes kunnen leiden tot onverstandige geldkeuzes. “Tijdens de Week van het geld willen we jongeren helpen om kritisch na te denken, zodat ze niet zomaar alles voor waarheid aannemen.”
Geldsprookje: ‘Slapend rijk worden’
Volgens Den Blanken (AFM) is ‘slapend rijk worden’ bijna een klassiek sprookje. En inderdaad: was het maar waar. “Op sociale media lijkt geld verdienen moeiteloos: een paar klikken, wat volgers, en je
bent binnen. Maar die verhalen zijn zelden werkelijkheid.” Jongeren komen via platforms als Instagram en TikTok in aanraking met finfluencers: mensen die cursussen, crypto of beleggingsapps aanprijzen. “Soms geven ze financiële tips zonder enige kennis van zaken”, zegt Den Blanken. “Vaak verdienen ze geld aan commissies of advertenties, waardoor hun belang niet altijd overeenkomt met hun volgers.”
De risico’s zijn reëel. “Jongeren trappen soms in beleggingsfraude of nepplatforms. Ze investeren via een linkje, raken hun geld kwijt en kunnen nergens terecht. Soms worden zelfs AI-beelden van bekende Nederlanders gebruikt om vertrouwen te wekken.” Sommige finfluencers gaan nog een stap verder, vertelt Den Blanken. “Er zijn filmpjes waarin jongeren worden aangeraden hun DUO-lening te gebruiken om te beleggen. Dat is heel riskant: je belegt dan met geld dat je niet kunt missen. Gaat het mis, dan blijft de studieschuld gewoon staan. Beleggen moet altijd met geld dat je kunt missen, niet met geleend geld.’
Toch ziet Den Blanken ook kansen. “Jongeren zijn nieuwsgierig naar geldzaken, dus gebruik die interesse! Laat hen filmpjes van influencers
Chantal den Blanken
0scar de Grave
analyseren: wat klopt er, wat niet? Zo leren ze beïnvloeding te doorzien. En de belangrijkste les blijft: als iets te mooi klinkt om waar te zijn, dan is het vaak ook een sprookje.”
Geldsprookje: ‘Gratis aankopen doen’ “Een aankoop via ‘uitgesteld betalen’ kan even voelen alsof je iets gratis krijgt. Maar uiteindelijk betaal je vaak meer”, waarschuwt Van Der Knoop (NVB). “Door het ontbreken van contant geld voel je minder dat je uitgeeft en bestel je makkelijker meer dan je van plan was. De echte betaalpijn ontbreekt en daarin schuilt het gevaar.”
“Buy Now, Pay Later (BNPL)-diensten zijn populair onder jongeren én ouderen”, verduidelijkt Van der Knoop. “Je koopt nu en betaalt weken later. Dat lijkt handig, maar wie daarna niet op tijd betaalt, krijgt direct extra kosten. Zo kunnen kleine bedragen snel oplopen en uitgroeien tot schulden.” Ook proefabonnementen en aanbiedingen kunnen zorgen voor een gevoel van iets ‘gratis’ aanschaffen. “Een maand gratis streamen klinkt onschuldig, tot je vergeet op te zeggen — en de kosten blijven doorlopen. Dat kan flink aantikken.”
Sasja van der Knoop
Tijdens de Week van het geld verzorgt de NVB hierover gastlessen. “We willen jongeren niet ontmoedigen om geld uit te geven”, benadrukt Van Der Knoop. “Maar we willen ze leren nadenken: heb ik dit echt nodig, of laat ik me verleiden door een reclame of een aftelklok op de website?”
Volgens haar kunnen scholen hierin echt het verschil maken. “Een open gesprek in de klas helpt al veel. Oordeel niet, maar bespreek het. Jongeren moeten leren dat geld uitgeven altijd een keuze is. En als je het geld niet hebt, moet je het niet willen uitgeven.”
Geldlessen op school
Scholen kunnen eenvoudig meedoen aan de Week van het geld door een gratis themapakket of gastles aan te vragen. De Grave: “Met de kant-en-klare lessen uit onze themapakketten kunnen docenten zelf gemakkelijk een geldles geven. Heb je liever een financieel expert in de klas? Dan kun je kiezen uit één van onze gastlessen, die bijvoorbeeld gaan over bankzaken, verzekeringen of pensioen.
Volgens de Grave verdient financiële educatie een vaste plek in het onderwijs. “Niet iedereen leert thuis hoe geld werkt. Scholen bieden die kans wél. Financiële vaardigheden horen bij de basisvaardigheden om volwaardig te kunnen deelnemen aan de maatschappij, net als lezen en rekenen.”
23 t/m 27 maart 2026
Gastles of themapakket aanvragen
Doe mee met de Week van het geld en vraag voor jouw klas een gratis gastles of themapakket aan.
Ga naar weekvanhetgeld.nl/mbo of scan de QR-code
Burgerschap in actie
Motile vertaalt de nieuwe burgerschapseisen
direct naar de klas én de praktijk
Meningen botsen, discussies lopen hoog op: in de klas nemen studenten steeds vaker de thema’s van buiten mee naar binnen. Van social media tot maatschappelijke debatten, alles komt voorbij. Voor docenten is dat soms zoeken: hoe gaje om met lastige gesprekken én voldoe je aan de nieuwe burgerschapseisen?
De uitdaging
in de klas
De nieuwe eisen voor burgerschap leggen meer nadruk op democratische waarden, sociale veiligheid en de school als mini-samenleving. Dat klinkt logisch, maar in de praktijk roept het veel vragen op.
“We weten dat er iets verandert, maar hoe vertaal ik dat naar de praktijk?
Hoe zorg ik dat ik aan de eisen voldoe zonder dat het weer een stapel extra werk wordt?”
– Docent burgerschap, mbo niveau 3
Juist die combinatie – gevoelige gesprekken en onduidelijkheid over de eisen – maakt dat docenten zoeken naar houvast. En precies daar biedt Motile een oplossing.
De aanpak van Motile
Met Global Impact helpt Motile docenten om burgerschap concreet en actueel te maken. Het lesmateriaal is direct inzetbaar in de klas en sluit aan bij de belevingswereld van studenten.
• Maatwerk voor jouw opleiding: gratis koppelingen met het beroep. Zo maakten we voor een veva-opleiding een les over Artikel 1 van de Grondwet, waarin gelijkwaardigheid werd besproken in militaire context.
• Afgestemd op alle niveaus: ook voor Entree-opleidingen ontwikkelen we materiaal dat qua taal en werkvorm aansluit op het niveau van de studenten.
• Altijd actueel: elke twee weken een gratis actualiteitenles die aansluit bij wat er speelt.
• Aandacht voor woordenschat: eerst aandacht voor de begrippen uit de les, zodat je daarna inhoudelijk op het onderwerp in kunt gaan. Je kunt namelijk geen gesprek voeren over bijvoorbeeld polarisatie als studenten het begrip niet kennen.
• Portfolio-opdrachten en digitaal portfolio: sluit aan bij exameneisen en helpt studenten hun ontwikkeling bij te houden.
• Kant-en-klare PowerPoint-presentaties: zowel digitaal als in printvorm te gebruiken.
• Training in schurende gesprekken: de training Schurende gesprekken van onze ImpactYou Academy komt samen met praktische handvatten die direct in te zetten zijn tijdens de les.
De school als mini-samenleving
De vernieuwde burgerschapseisen benadrukken dat de school een oefenplaats is voor de samenleving. Studenten moeten niet alleen leren over democratie en samenleven, maar het ook ervaren. Dat vraagt om een leeromgeving waarin elke stem telt en verschillen bespreekbaar zijn.
Met de methode van Motile bouwen teams aan zo’n omgeving. De materialen en trainingen helpen docenten om thema’s als diversiteit, veiligheid en polarisatie te vertalen naar de dagelijkse praktijk. Het aanbod kunnen we op maat samenstellen voor jullie school en opleiding.
“Eindelijk een aanpak die niet voelt als ‘erbij’, maar die aansluit bij wat we al doen en die studenten het gevoel geeft dat ze echt deel uitmaken van een gemeenschap.”
- Projectmanager burgerschap, mbo
Burgerschap en meer
Motile ontwikkelt niet alleen lesmateriaal voor burgerschap, maar ook voor Nederlands, Engels en Loopbaan & Burgerschap (LOB). Alles volgens dezelfde principes: actueel, beroepsgericht en aangevuld met gratis maatwerklessen. Zo ontstaat een samenhangend pakket dat studenten voorbereidt op hun rol als professional én burger.
Elke student krijgt bovendien een gratis Talentenpaspoort, waarmee ze een digitaal portfolio en cv kunnen opbouwen. Handig bij het zoeken naar een stage of baan.
Klaar voor de toekomst
De samenleving verandert en studenten veranderen mee. Met Global Impact geef je hen de handvatten om hun plek te vinden als professional én als burger.
Samen maken we burgerschapsonderwijs betekenisvol: voor jou als docent en voor je studenten.
Meer weten of gratis ons materiaal uitproberen?
Download hieronder een gratis een les over groepsdruk, die aansluit bij de nieuwe burgerschapseisen.
Ontdek hieronder meer over de training Schurende gesprekken van onze ImpactYou Academy.
Vraag hieronder een live demo aan met één van onze collega’s voor meer informatie over onze aanpak.
OF vraag een gratis sparringsessie aan over de nieuwe burgerschapseisen. In een uur vertalen we samen de regels naar herkenbare en praktische lessituaties. De eerste vijf docenten die een demo of een sparringsessie inplannen, ontvangen een gratis gastles op locatie
Sluit je aan bij het Anne Frank Huis docententeam
Wil jij je samen met collega-docenten en de Anne Frank Stichting inzetten voor Holocausteducatie, gelijke rechten en democratie, en tegen vooroordelen en discriminatie?
Meld je aan voor het
Anne Frank Huis
Docententeam: annefrank.org/ docententeam
Tijdens vier bijeenkomsten in het Anne Frank Huis ga je aan de slag met deze burgerschapsthema’s. Je wisselt ervaringen uit en zoekt samen naar oplossingen voor uitdagingen die je tegenkomt in je lessen.
De bijeenkomsten vinden plaats op de volgende data in 2026:
Team A
donderdag 5 maart woensdag 1 april donderdag 29 oktober
Team B woensdag 11 maart donderdag 9 april woensdag 4 november
Met een gezamenlijke afsluiting op donderdag 26 november
Maak jouw studenten handelingsvaardiger met Brandmeester
Als de brandweer bezig met brandveiligheid in je vak
Op welke manier kunnen jouw mbo-studenten bijdragen aan een brandveilige werkomgeving? Brandmeester is hét lesprogramma van de brandweer voor mbo-studenten dat kennis en vaardigheden aanleert op een uitdagende en interactieve manier. De lessen zijn gericht op brandveiligheid in de toekomstige werkomgeving.
Met Brandmeester maak jij jouw studenten handelingsvaardig. In vier lessen van 60 minuten leren ze niet alleen over brandveiligheid; ook is reflectie op hun persoonlijke ontwikkeling een belangrijk onderdeel. Als docent heb je geen specifieke vakkennis nodig om deze lessen te kunnen geven.
Er zijn lessen voor verschillende sectoren: beveiliging, horeca, bouw, zorg en agrarisch.
Met Brandmeester ontdekken ze:
✔ Hoe ze brand kunnen voorkomen
✔ Wat ze moeten doen als het toch misgaat
✔ Hoe ze zichzelf en anderen in veiligheid brengen
Doelstellingen lesprogramma
● De studenten (her)kennen binnen hun vakgebied brandonveilige situaties. (kennis)
● De studenten zijn zich bewust van de brandveiligheid binnen hun vakgebied. (houding)
● De studenten weten wat zij kunnen bijdragen om de brandveiligheid te kunnen waarborgen in hun vakgebied. (gedrag)
● De studenten voeren zelfstandig een onderzoek naar de brandveiligheid in de werkomgeving aan de hand van een stappenplan.
Het online lesprogramma Brandmeester is bedoeld voor mbo-studenten, is volledig kosteloos en bestaat uit video’s, uitdagende opdrachten en praktijkvoorbeelden. Zo leren studenten hoe ze zélf kunnen bijdragen aan een brandveilige werkomgeving.
Direct toegang Wil jij ook met brandveiligheid aan de slag? Meld je dan aan via www.onderwijsinformatie.nl/brandmeester Na aanmelding ontvang je een e-mail waarmee je direct toegang krijgt tot het lesprogramma.
Maak economie tastbaar met spel en een kluisexperience
De Nieuwe Schatkamer van De Nederlandsche Bank
Bezoek dit najaar met je klas De Nieuwe Schatkamer van De Nederlandsche Bank (DNB)! Al meer dan 15.000 scholieren en studenten hebben alles geleerd over goud, geld en de economie in De Nieuwe Schatkamer. Komen jullie ook?
Studenten krijgen tijdens het bezoek meer inzicht in het financiële systeem en leren over de geschiedenis en rol van DNB. Ze leren wat geld is, waarom het bestaat en hoe rente en inflatie werken. Ook gaan ze meer begrijpen van crypto, beleggen en lange termijn denken. “Op die manier krijgen ze meer grip op de werking van de economie”, legt hoofd van het kennisplatform en ontmoetingscentrum Carlijn Zandbergen uit.
De locatie: een kluis vol verhalen Docenten en studenten krijgen een rondleiding door De Nieuwe Schatkamer, bestaande uit drie verdiepingen. “Alles is gebouwd in en rondom de oude kluis waar vroeger het geld en goud lag en waar de geldsorteermachines stonden. De kluis is gigantisch. De kluisdeuren staan open, zodat de studenten kunnen zien dat de muren meters dik zijn. Ook de bedrading en het ijzer zijn zichtbaar gemaakt.”
De beleving: licht- en geluidshow
Als je een echte kluiservaring wilt, dan kan dat helemaal beneden. “Daar is de ruimte leeg en
Carlijn Zandbergen
vertonen we een 180-graden licht- en geluidshow”, vervolgt Zandbergen. Studenten maken mee wat er vroeger gebeurde, bijvoorbeeld hoe de kluis vroeger onder water gezet kon worden in geval van nood. Ook leren ze dat goud een sterrenstof is, en hoe weinig goud er eigenlijk beschikbaar is. Ze zien mensen uit diverse culturen die zich met goud versieren. “Waarom vinden we goud zo belangrijk?
Wat is voor jou van waarde in het leven? Daarmee zwengelen we ook de dialoog aan.”
Interactie en spellen
De rondleiders, de zogenaamde kennismakers, begeleiden zo’n 160 studenten per dag door De Nieuwe Schatkamer. Een rondleiding duurt ongeveer twee uur. Studenten horen meer over de geschiedenis van DNB, komen in aanraking met de geld- en kunstcollectie en gaan aan de slag met de aanwezige interactieve spellen.
Rente en inflatie
Zo mogen jongeren zelf kiezen om de rente te verhogen of verlagen tijdens een inflatie. Wat zijn dan de gevolgen van hun beslissing? “Het spel ziet eruit als een grote knikkerbaan. Ze leren dat de gevolgen van het verhogen of verlagen pas na een half jaar zichtbaar zijn. En tegen die tijd is er misschien wel een oorlog of crisis uitgebroken waardoor ze hun beslissing moeten herzien”, aldus Zandbergen.
Samenwerken binnen de ECB
Ook spelen ze een land binnen de ECB. Met een soort interactieve puzzel – waarbij blokken in elkaar moeten passen – ervaren studenten dat ze samen een beslissing moeten nemen voor alle landen, en niet alleen voor hun eigen land. “Wat een goede beslissing kan zijn voor jouw land, kan desastreuze gevolgen hebben voor een ander land. En daarmee voor Europa.”
Betalen en risico’s
En wat gebeurt er in de nanoseconde dat je een pizza bestelt en afrekent? De studenten kiezen of ze digitaal, via een overschrijving of via cryptocurrency betalen. Zandbergen: “Daarmee ontdekken ze het
Doordat de studenten zelf de president van een bank mogen spelen, beklijft de informatie beter
systeem achter deze betalingsmogelijkheden. Ze mogen proberen het betalingsproces te saboteren. Zo komen ze erachter dat het proces via banken eigenlijk niet te saboteren is, maar cryptocurrency wel. We willen hen bewust maken van de risico’s van verschillende betaalmogelijkheden en de rol van DNB in het stelsel.”
Vals geld herkennen
Vals geld detecteren vinden de studenten ook altijd interessant. Ze krijgen een aantal elementen waaraan je vals geld kunt herkennen. Wie ontdekt vervolgens wat het valse briefje is?
Impact op leren
DNB wil het onderwijs graag verder helpen om economie meer te duiden. Zandbergen: “Financiële stabiliteit draait om vertrouwen. Dus goede kennis is van groot belang. Doordat de studenten zelf aan de slag gaan met rente en de president van een bank mogen spelen, beklijft de informatie beter.
Sinds we in maart open zijn gegaan zien we dat scholen na hun eerste bezoek meteen ook langs willen komen met hun andere klassen. Dat ze terugkomen, laat voor ons zien dat het aanslaat. De jongeren zitten niet een uur lang te luisteren in de les, maar ervaren het. Er is maar één centrale bank in Nederland, De Nederlandsche Bank, dus het is ook een unieke ervaring om daar rond te lopen.”
Ook digitaal beschikbaar
Via de website van De Nieuwe Schatkamer kunnen docenten digitale lespakketten downloaden. Deze pakketten helpen de lesstof voor te bereiden of juist na te bespreken. “We beseffen dat niet alle scholen in staat zijn om naar Amsterdam te reizen. Daarom bieden we ook digitale pakketten aan, zodat zoveel mogelijk studenten kunnen profiteren van onze kennis”, besluit Zandbergen.
Praktische informatie
DNB kan 80 studenten tegelijk rondleiden. Er zijn meerdere rondleidingen per dag mogelijk. Meer info vind je via: www.denieuweschatkamer.nl
Sluit aan bij de belevingswereld van de student van NU
De kracht van NU Burgerschap:
• Wekelijks nieuwe actuele lesopeners in de online methode via NU actueel.
• Krachtige didactiek: train kennis, inzicht én vaardigheden
• Kies voor volledig digitaal, boek of blended!
Benieuwd?
Vraag een gratis licentie en proefkatern aan of neem contact met ons op!
Gaan de nieuwe kwalificatie-eisen burgerschap tot beter onderwijs leiden?
Met de nieuwe kwalificatie-eisen voor burgerschap staan we aan de vooravond van een grote verandering in het burgerschapsonderwijs. Ik herinner mij de weerstand nog goed, met name van ROC bestuurders. Zij vonden dat het prima ging, want ze ontvingen weinig klachten. De verhalen van studenten waar ik mee werkte vertelden iets anders: te vaak waren lessen onvoldoende inhoudelijk of te theoretisch. Studenten wilden ervaren wat burgerschap betekent en merken hoe het voor hen relevant is zonder betutteld te worden met adviezen over hoe vaak je je tanden moet poetsen.
Ik zag ook goede docenten burgerschap het mbo verlaten, omdat ze het gebrek aan kwaliteit – vaak door onvoldoende uren en soms door collega’s die burgerschapsles geven er even bij deden – niet konden rijmen met hun beroepseer.
De grootste winst van de nieuwe kwalificatieeisen zit ‘m in de inhoudelijke richting die ze bieden. Een sterk punt vind ik ook dat er telkens expliciet aandacht is voor veranderbaarheid en handelingsperpectieven. Onze studenten denken namelijk nog wel eens dat hoe onze samenleving nu werkt een gegeven is. En het heeft geen zin om over burgerschap te leren als je niet ook invloed leert uitoefenen.
Toch zijn er ook wat fouten ingeslopen bij de expertgroep. Zo wordt solidariteit uitgewerkt als verdraagzaamheid, terwijl solidariteit in de kern gaat over je inzetten voor een ander (en niet over een ander slechts verdragen). Of dat vrijheid uitgewerkt zou moeten worden als vrijheid van meningsuiting (er zijn veel meer relevante democratische vrijheden) en autonomie (een synoniem voor vrijheid).
Een derde hardnekkig misverstand dat de expertgroep herhaalt gaat over gelijkwaardigheid. Zo stelt de expertgroep: “Gelijkwaardigheid voor de wet leidt niet
direct tot gelijkwaardigheid in de praktijk.” En zouden studenten moeten leren om “een eigen standpunt in te nemen bij de balans tussen pluraliteit en gelijkwaardigheid.”
Gelijkwaardigheid is juist een onderliggend principe dat beschrijft hoe we ondanks onze verschillen (pluraliteit) toch van gelijke waarde zijn. Daarom hebben we dezelfde vrijheden en verdienen we in gelijke gevallen een gelijke behandeling. Er bestaat niet zoiets als gelijkwaardigheid voor de wet – dat moet gelijkheid voor de wet zijn.
Kortom, het rapport van de expertgroep creëert soms conceptuele verwarring. Dat is echt een risico bij de uitwerking van het rapport. En daar zit de echte uitdaging: goed burgerschapsonderwijs geven lukt alleen met uitgewerkte, concrete leerdoelen die passen bij de opleiding van je studenten. Methodemakers zijn ermee aan de slag, maar daarvan weten we ook ze moeite hebben met maatwerk leveren en soms controverse schuwen. Terwijl dát is wat nodig is om het voor je studenten echt relevant en levendig te maken. Het goede nieuws? Als je docent burgerschap bent, wordt er weer echt een beroep gedaan op je vakmanschap.
en trainingen, het ontwikkelen van nieuwe programma’s en door te strijden voor betere wetgeving.
Bram Eidhof
Bram Eidhof is oprichter van bureau Common Ground en bouwt samen met scholen aan beter burgerschapsonderwijs. Met workshops
moneywise Zo maak je studenten
28 Procent van de mbo-studenten heeft schulden. Het gebruik van after-pay bij online aankopen is met 10 procent gestegen. Eén op de drie mbo’ers loopt meer dan 1000 euro per jaar mis door gebrekkige kennis over zorgtoeslagen. Dat blijkt uit cijfers van het Nibud (2021). Dit heeft gevolgen voor hun persoonlijke leven, studieprestaties en toekomstkansen. Voor docenten ligt hier een cruciale taak: studenten helpen om financieel zelfredzaam en moneywise te worden.
Tekst: Klaske Delhij
“Mbo-studenten weten dat ze allerlei dingen moeten regelen als ze 18 jaar worden, maar wat en hoe, daarover struikelen ze vaak”, vertelt Jochem Valkema, Programmamanager onderwijs bij Wijzer in geldzaken, een wegwijzer op gebied van geldzaken. “Als je een zorgverzekering moet kiezen, verdwijn je in een oerwoud van vergelijkende sites.” Om studenten te helpen is Expeditie 18+ gelanceerd, een gratis spel voor in de klas over alles wat je moet regelen rond je achttiende verjaardag. Jongeren spelen in teams tegen elkaar en scoren punten met alle kennis die ze hebben over onderwerpen als studiefinanciering of DigiD. “Door het spelelement blijft de informatie veel beter hangen en ga je vanzelf met elkaar in gesprek”, legt Jochem uit.
Behoefte aan actuele kennis
Uit onderzoek blijkt dat 95 procent van de mbodocenten financiële educatie belangrijk vindt, bijvoorbeeld bij burgerschap, economie of boek-
houding. Tegelijkertijd verandert het financiële landschap razendsnel en hebben docenten behoefte aan actuele kennis. Daarom bundelt het platform
Geldlessen.nl lesmaterialen van verschillende aanbieders, geeft actuele tips en helpt docenten op weg met het programma Financiële Educatie.
Alles over crypto en ‘geldezels’
Daarnaast zijn er jaarlijkse activiteiten, zoals de Docentendag en de Week van het geld, met gratis themapakketten en kennissessies over actuele thema’s als crypto, after-pay en verzekeringen. “Sinds kort organiseren we ook online kennissessies, bijvoorbeeld over snel geld verdienen als ‘geldezel’”, vertelt Jochem. “Jongeren denken snel geld te verdienen als ze hun pinpas even uitlenen, maar hebben geen idee van de consequenties en risico’s.”
Overigens gaat het er niet om met het vingertje te wijzen naar jongeren, benadrukt hij. “We geven geen oordeel, maar bespreken voor- en nadelen, risico’s en wetgeving. Studenten moeten zelf hun conclusies trekken.”
Overzicht kwijt
Welke vaardigheden zijn belangrijk voor financiële zelfredzaamheid? Overzicht houden over inkomsten en uitgaven, leren budgetteren, sparen voor onvoorziene kosten en bewuste keuzes maken, somt Jochem op. “Al blijkt het in de praktijk vaak lastig: jongeren kopen iets via achteraf betalen en vergeten dat ze nog moeten betalen. Met boetes loopt het bedrag snel op. Heb je daarnaast geleend bij ouders of vrienden, dan verlies je makkelijk het overzicht.”
Sparen voor een buffer
Docenten zien die worsteling terug in de klas. 68 Procent van de mbo-docenten maakt zich zorgen over de invloed van influencers, 56 procent twijfelt of studenten goed met geld omgaan en 53 procent ziet studenten met financiële problemen in de klas. Dat blijkt uit onderzoekscijfers van Wijzer in geldzaken (2024). Toch zijn er ook positieve signalen. Volgens het Nibud (2021) spaart 65 procent van de mbo-studenten voor een buffer. Slechts twee procent heeft helemaal geen spaargeld. En 52 procent kan (heel) makkelijk rondkomen. Twaalf procent komt maar moeilijk rond, maar dat aantal is veel lager dan in 2015 (21%). Een deel van de studenten laat ook geld liggen, doordat ze niet weten dat ze recht hebben op zorgtoeslag, teruggave bij belastingaangifte en het feit dat studiefinanciering voor mbo niveau 1 en 2 studenten een gift is. Docenten kunnen dit kennishiaat opvullen en leren hoe ze overzicht en grip houden.
Door het spelelement blijft de informatie veel beter hangen
Cocktail van verleiding
Naast kennis en vaardigheden speelt gedrag een belangrijke rol. Jongeren worden dagelijks verleid door sociale druk, influencers en impulsiviteit om aankopen te doen. “Die cocktail van verleiding maakt het moeilijk voor studenten om bewuste keuzes te maken”, zegt Jochem. In de Week van het geld staan daarom thema’s als beïnvloeding en verleiding centraal. “Uit onderzoek blijkt: hoe groter je financiële kennis en vaardigheden, hoe autonomer je beslissingen neemt. Dus zet daar vooral op in.” Ervaringsleren
Door ervaringsleren krijgen jongeren beter inzicht. De lessenserie Spaarwijs speelt daar goed op in: studenten moeten uitrekenen hoeveel geld ze kwijt zijn aan kleine bedragen, zoals regelmatig snacks of frisdrank te kopen. Dat kan per jaar oplopen tot 400 euro. Ook opdrachten waarbij jongeren thuis met ouders in gesprek gaan over geld levert hen waardevolle inzichten op én betrokkenheid van hun ouders. Een andere manier van praktisch leren is de fictieve beleggingswedstrijd Scholenstrijd. De gastlessen van MoneyWays, waarbij peer educators over hun eigen valkuilen en keuzes praten, zijn ook aansprekende manieren om bewustwording op gang te brengen. Door inzicht te geven in keuzes en gevolgen ontwikkelen studenten stap voor stap ander gedrag. En daarmee financiële weerbaarheid.
Vallen en opstaan
Docenten hoeven geen financieel expert te worden of alles te weten over crypto, achteraf betalen, verzekeringen en beleggen, benadrukt Jochem. Het is vooral belangrijk om open het gesprek in te gaan, vragen te stellen en studenten te laten reflecteren op hun eigen keuzes. Jochem: “Je kunt natuurlijk van alles dichttimmeren, maar het is ook een leeftijdsfase waarin je met vallen en opstaan dingen leert. Door schade en schande wordt je wijs.”
Meer weten?
De genoemde lesmethoden zijn te vinden op Geldlessen.nl .
Jochem Valkema
Gastlessen Participatie
Veel mbo-studenten hebben meer invloed dan ze zelf denken. Ze geven feedback, vullen enquêtes in of organiseren iets voor klasgenoten. Dat is al participatie: studenten die meedenken, meedoen en meebeslissen over wat er in en buiten de school gebeurt.
Tijdens de gastlessen van JOBmbo ervaren ze hoe hun stem verschil maakt en hoeveel invloed ze daadwerkelijk kunnen hebben.
Over JOBmbo
Wij zijn JOBmbo, de JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs. Als landelijke organisatie vertegenwoordigen we alle mbo-studenten in Nederland. Ons doel: zorgen dat elke student gehoord wordt en kan meedenken over onderwerpen die ertoe doen, van schoolbeleid tot maatschappelijke thema’s.
Hoe ziet een gastles eruit?
De gastlessen duren 45 tot 60 minuten en zijn speciaal ontwikkeld voor entree-, mbo-2- en bblstudenten. In een interactieve setting maken we participatie concreet en praktisch. We praten met studenten over hun ervaringen, ideeën en wensen binnen de opleiding en daarbuiten. Aan het einde van de les weten studenten waarvoor ze bij JOBmbo terechtkunnen en hebben ze actief ervaren wat participatie betekent.
Waarom juist deze studenten?
Uit de JOB-monitor blijkt dat vooral entree-, mbo-2- en bbl-studenten zich vaker niet gehoord voelen. Tegelijkertijd bereiken wij deze groep minder goed dan andere studenten. Met de gastlessen maken we die verbinding wél: we horen wat er speelt, studenten voelen zich gezien en hun stem krijgt een plek in het grotere gesprek over mbo-onderwijs.
Praktische informatie
De gastlessen zijn altijd gratis. Zijn er meerdere klassen van dezelfde school geïnteresseerd? Dan plannen we de lessen op één dag achter elkaar in.
Gastles aanvragen
Wil je met jouw klas aan de slag met participatie? Meld je dan aan via jobmbo.nl/gastlessen .
Wij nemen contact op om de gastles in te plannen.
Heb je nog vragen?
Mail ons op gastlessen@jobmbo.nl of bel 06-41654620 (ma-do). We denken graag met je mee!
Sta sterker in de wereld met de nieuwe methode Thema’s Burgerschap.
Voldoet volledig aan de nieuwe eisen!
Het vernieuwde Thema’s Burgerschap
• Voor Entree - niveau 2 én Niveau 3 - 4
• Inzetbaar vanaf studiejaar 2026-2027
• Volledig en examen-proof
• Leren door doen met activerende didactiek
ONLINE, op PAPIER of een MIX: WERKEN ZOALS JIJ WILT
• Actuele onderwerpen en link met de beroepspraktijk
Duik in de methode
Bekijk het proefkatern en ontdek hoe jij en je studenten hier doelgericht en actueel mee aan de slag kunnen. Wil je een pilot doen met je klas?
Neem contact op voor de mogelijkheden.
Ben jij mbo-docent Burgerschap?
En heb je behoefte aan een relevante nascholingsdag?
Kom dan naar de Burgerschap Academy. We ontvangen je graag in Van der Valk Veenendaal voor een inspirerende middag vol kennis, praktijk en ontmoeting. Op het programma staan:
De ontwikkelingen rondom AI- en digitale geletterdheid en digitaal burgerschap door Stephanie van den Kieboom (Keynote-spreker),
Alles wat je moet weten over de nieuwe kwalificatie-eisen door Ahmet Dikbas,
Een interactieve workshop over machogedrag en straatcultuur door Amar El Ajjouri, Activerende werkvormen waarmee je burgerschapslessen kunt vormgeven door Arie van de Vrie
We sluiten de dag af met een gezellige borrel – dé plek om ideeën en ervaringen te delen met collega’s.
Telefoon:
Deelname is gratis (inclusief lunch en borrel), maar het aantal plaatsen is beperkt. Dus scan de QR-code en meld je snel aan!
Van der Valk Hotel, Veenendaal Dinsdag 25 november 11:30 – 17:00 uur