Verslag Pierre Koenig

Page 1

Pierre Koenig Een

Leven

met

staal

Naam: Student Nr:

Timothy Stassen 503330

School: Opleiding:

InHolland, Haarlem Bouwkunde VT

Klas: Vak: Docent: Datum:

Bk1c Vorm & Ruimte Dhr. Becker 27 Mei 2011 Periode 4


Pagina

Inhoudsopgave Eigen Interpretatie

Pagina 3.

Inleiding

Pagina 4.

Biografie

Pagina 5.

Constructie

Pagina 7.

Duurzaamheid

Pagina 8.

Bekendheid

Pagina 9.

Koenig-huis nr. 1

Pagina 10.

Bailey-huis

Pagina 12.

Stahl-huis

Pagina 14.

Koenig-huis nr. 2

Pagina 16.

Leven & Werk

Pagina 18.

Bronnenlijst

Pagina 20.

2|20


Pagina

Eigen Interpretatie In dit verslag staat het leven van de architect Pierre Koenig omschreven. Hierin lezen we eerst in de inleiding iets over zijn beroemdste project; Casastudiehuis Nr: 22, waarna we het vervolgens over zijn persoonlijke leven gaan hebben. We bekijken hoe hij zijn eerste eigen huis ontworpen heeft en later zijn tweede huis. Hiertussen zit een jaarverschil van 35 jaar. Tussen deze jaren bespreek ik zijn belangrijkste projecten van zijn programma Casastudiehuis. Deze gebouwen hebben hem uiteindelijk beroemd gemaakt, het zijn meer iconen geworden dan woonhuizen. Ik ben van mening dat de huizen die Pierre Koenig ontwierp veel weg hebben van de Architect; Mies van der Rohe. Dit is eigenlijk ook helemaal niet zo vreemd, omdat Koenig geboren is in het jaar 1925. Waarin Mies al velen invloed had op de bouwkunst met zijn slogan; ‘less is more’. [Ludwig Mies van der Rohe (Aken, 27 maart 1886 - Chicago, 17 augustus 1969) was een Duits-Amerikaans architect en meubelontwerper die de ontwikkeling van de 20e eeuwse architectuur beïnvloedde. Zijn ontwerpen kenmerken zich door heldere vormen en veelvuldig gebruik van glas, staal en beton.] Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Ludwig_Mies_van_der_Rohe Je ziet dat Pierre Koenig ook een staalconstructie introduceerde in zijn woonhuizen met hierin veel glas en zichtlijnen naar buiten toe. Zo ontstaat er een doorkijk van vloer tot plafond wat de buitenomgeving naar binnen haalt. Ik ben van mening dat Koenig dit nog net iets overweldiger deed dan van der Rohe. Hij bouwde zijn woonhuizen op de bergen van Los Angeles, Californië, zodat er een skyline ontstond over de hele stad. Natuurlijk heeft dit te maken met waar de architect gehuisvest is, maar ook het klimaat verschil heeft hier denk veel invloed op gehad. Piere Koenig was al bezig met verduurzamen en energiezuinige oplossingen, dit vind ik zeer inspirerend. Aangezien wij hier eigenlijk pas na de 20e eeuw mee bezig zijn, was hij een inspiratiebeeld voor de techniek binnen de bouwkunst. Toen ik dit boek las vond ik het erg moeilijk om er een samenvatting van te maken. Er wordt echt heel veel omschreven van zijn leven en werk wat het heel erg interessant maakt. Hierdoor was ik eigenlijk genoodzaakt om de tekst letterlijk over te nemen, zo om ervoor te zorgen dat er geen tekst verloren zou gaan voor de gehele inhoud van dit verslag. Boek; ‘Pierre Koenig, 1925-2004: Living with Steel’ van de auteur; ‘N Jackson: Peter Gossel’. (Dit boek staat tevens ook vermeld in de bronvermelding).

3|20


Pagina

Inleiding Aangezien er op het internet niet zo specifiek en diepgaand wordt verteld over zijn leven en werk als in het boek, heb ik de tekst letterlijk over moeten nemen. Wat ik erg belangrijk vind in dit verslag is hoe deze gebouwen tot stand zijn gekomen en welke specifieke eisen en wensen deze gebouwen hadden voor de gebruiker maar ook t.o.v. de andere gebouwen die hij ontwierp. De gebouwen worden zo helder omschreven dat je eigenlijk helemaal geen afbeelding nodig hebt bij de tekst. Je kan je fantasie erop los laten hoe groot en modern Koenig was in zijn tijd. De afbeeldingen in dit verslag zijn een eigen icoon op zichzelf, dus geniet in dit verslag van van de jaren 1925 tot 2004 waarin Pierre Koenig heeft geleefd. Maar weinig voorstellingen van 20e-eeuwse architectuur zijn beeldender dan het uitzicht bij avond van het casestudiehuis nr. 22 van Pierre Koenig, hoog boven Los Angeles. Maar noch het huis, noch de foto waarop het staat afgebeeld zijn wat ze lijken. Het huis was stoffig en nog niet af, het meubilair, waaronder het architecturale aardewerk van Koenig zelf, was geleend, en het landschap was in elkaar geknutseld uit afgezaagde takken die met klemmen of met de hand werden vastgehouden. De foto is ook gearrangeerd: een korte opname om de lichten van de stad en het knipperen van een flitslampje duidelijk te laten uitkomen, om zo de jonge vrouwen te vereeuwigen een studente aan de UCLA en een vierdejaarsstudente aan de Pasadena High School die binnen rustig in gesprek waren. De lichten van de stad zijn zelfs door hun avondjaponnen heen te zien. Maar de foto, op 17 juli 1960 voor het eerst gepubliceerd op de voorpagina van de Sunday Pictorial in de Los Angeles Examiner, was symbolisch. Net zoals in de populaire muziek werd hierop de tijdgeest van dat moment, de Zeitgeist, gevangen: Los Angeles, de stad van de engelen aan het begin van de jaren 60 en het Kennedy-tijdperk. Het was een decennium dat voor Amerika vol hoop begon, maar in chaos eindigde. Misschien is dat wel de blijvende waarde van dit huis: het is een blijvende uitdrukking van hoop en verwachting.

4|20


Pagina

Biografie Pierre koenig werd op 17 oktober 1925 in San Francisco geboren. Zijn ouders waren immigranten van de tweede generatie. Zijn moeder was van Franse afkomst en zijn vader van Duitse vandaar de Europese naam. In 1925, toen hij nog op de middelbare school zat, verhuisde het gezin naar Los Angeles, naar de San Gabielvallei ten zuiden van Pasadena, waar hij alles, in tegenstelling tot de Los Angeles, ‘warm, zonnig en kleurrijk’ vond. Maar ook ‘nieuw, helder en schoon, vooral de architectuur’¹. Al snel daarna, in 1941, mengde Amerika zich in de oorlog, en schreef Koenig, pas zeventien jaar oud, zich in voor het Advanced Special Training Program van het leger, zodat hij een versnelde opleiding aan de universiteit kon volgen. Maar in 1943 werd het programma afgelast en werd hij naar de Infanterieschool van Fort Benning in Georgia gestuurd. Hij moest actief dienst doen in Frankrijk en Duitsland. Zijn taak was vijandelijk geschut op te sporen en door middel van triangulatie de positie te berekenen zodat hij tot na de capitulatie in Europa moest blijven. Pas in 1946 kwam hij op de Queen Mary terug naar de Verenigde Staten. Op die reis vermeed hij de beroerde omstandigheden in de soldatenverblijven door in een reddingsboot te slapen... De GI Bill of Rights voorzag in de financiële ondersteuning voor een universitaire opleiding en na twee jaar op het Pasadena City College werd hij eindelijk toegelaten tot de faculteit Architectuur aan de Universiteit van Zuid-Californië. Hoewel de opleiding in veel opzichten progressief was, raakte Koenig gefrustreerd door de verplichte houten skeletten. Als derdejaarsstudent bouwde hij zijn eerste huis, waarbij hij het industriële materiaal staal gebruikte. ‘Ik vond’ herrinderde hij zich later, ‘dat fragiele huizen van staal moesten zijn en niet van hout.’ Het was dus niet ongewoon dat hij niet solliciteerde bij Richard Neutra, in die tijd waarschijnlijk de nestor van de Zuid-Californische architecten, maar zich tot Raphael Soriano wendde, een andere oud student van de USC.Later zei hij: ‘ik zocht een vakantiebaantje, dus ik ging natuurlijk naar hem toe. En omdat ik hem iets te bieden had en hij mij, werkte ik die zomer voor hem.’ ² De overeenkomst had voor beiden voordelen.

5|20


Pagina

6|20

Biografie In die zomer van 1950, toen Koenig zijn eigen huis in Glendale bouwde, was Soriano bezig met vier huizen met lichtgewicht stalen skeletten, op locatie of in de ontwerpfase: het Shulmanhuis en het Curtis-huis waren bijna af, en het Olds-huis en het Krause-huis waren in ontwikkeling. Hier zag Koenig een rationele, industriële architectuur, waarin hij zijn eigen ideeën herkende en zag dat hij de goede richting was ingeslagen. De tekningen van Sariano, vaak met potlood en kleurkrijt, vingen maar zelden de frisheid die zo kenmerkend waren voor deze gebouwen, en dus maakte Koenig de perspectieftekeningen van het Olds-huis voor hem, dat in augustus in John Enteza’s tijdschrift Arts & Architecture werd gepubliceerd als het casestudiehuis van 1950. Zelfs in dit vroege stadium zijn de tekeningen van Koenig direct herkenbaar. Ze bestaan uit zwarte lijnen en zijn getekend in tweedimensioneel perspectief, net zo sober en broos als de huizen die worden uitgebeeld. Het casestudiehuis-programma was een belangrijk initiatief voor de naoorlogse Californische architectuur. Het beïnvloedde de architectuur overal ter wereld. John Entanza, die later directuer van de Graham Foundation in Chicago werd, gebruikte het tijdschrift Arts & Architecture, waarvan hij zowel eigenaar als eindredacteur was, om een moderne, betaalbare architectuur voor de naoorlogse jaren te promoten. Hij verschafte

architecten publiciteit door bepaalde huizen, terwijl deze werden ontworpen en gebouwd, maandelijks te publiceren en reclame te maken voor de aannemers en fabrikanten. Het voordeel voor de klant was dat de materialen aanzienlijk goedkoper geleverd konden worden, maar in ruil daarvoor moesten zij hun huis openstellen voor het publiek. De huizen werden niet in opdracht van het tijdschrift gebouwd, maar door Entenza uitgekozen. Koenig zei later: ‘John Entenz vroeg me op een dag: ‘‘Pierre, als je ooit een goed huis en goede klanten hebt, vertel me dat dan, dan maken we er een casestudiehuis van.’’ Nou, dat deed ik, en dat werd casestudiehuis 21.’ Met zijn twee casestudiehuizen completeerde Koenig de reeks van acht gebouwen met de staalskeletten die over een periode van iets meer dan tien jaar het casestudiehuisprogramma zijn reputatie gaven. Het eerste was het Eames-huis, door Charles en Ray Eames en daarna het huis ernaast, het Entenza huis door Charles Eames en Eero Saarinen. Ze werden in 1949 voltooid. Het Olds-huis van Soriano was het casestudiehuis voor 1950. De volgende drie waren van Craig Ellwood: het Salzmanhuis in 1953, het Hoffman-huis in 1956 en het Fields-huis in 1958. Casestudiehuis nr. 21 werd in januari van het volgende jaar geopend voor het publiek, en daarna zei Entenza volgens Koenig: ‘We doen er nog een. We bouwden casestudiehuis nr. 22, hoog in de heubels boven Hollywood.’

Het casestudiehuis-programma was veelbelovend, maar uiteindelijk bracht het maar weinig op. Het was, zoals Peter Reyner Banham schreef in Los Angeles, The Architecture of Four Ecologies: ‘De stijl die bijna [...].’ Maar Koenig was niet geïnteresseerd in stijl. Dat zijn bouwwerken een herkenbare stijl hebben was het resultaat van zijn rationele standvastigheid en het resultaat van latere, kritische interpretaties. Toen hij zijn eerste huis in Glendale bouwde, volgde hij alleen maar een lijn die volgens hem logisch was. Later zei hij: ‘Dit was dezelfde tijd waarin Charles Eames zijn gebouw in de Palisades bouwde en voor zover ik weet dezelfde tijd dat Mies aan het Farnswordth-huis werkte. En niemand van ons had geloof ik een flauw benul van wat de ander deed.’ Dertig jaar later haalt Koenig het gevoel van die tijd nog eens terug. ‘Er was in Los Angeles van alles aan de hand dat in termen van architectuur wereldwijd niet echt als betekenisvol werd beschouwd. Met de muziek was het hetzelfde. Het feit dat Stravinsky en Schoenberg hier hadden gespeeld en concerten op de UCLA gaven, was van weinig betekenis. Niets wat hier gebeurde was tot op heden erg belangrijk, tegenwoordig kijken we terug en vinden al deze dingen wel belangrijk. Maar u moet begrijpen dat er toen grote opwinding heerste: de oorlog was voorbij en iedereen was zeer idealistisch. Iedereen wilde een oplossing voor de woningnood bedenken. Iedereen ging zich bezighouden met massaproductie, en systemen en sociale problemen werden aangepakt. Het was een spannende periode waarin allerlei dingen werden uitgeprobeerd.’


Pagina

Constructie Koenigs constructeur voor het KYOR-radiostation was William Poriush, die met hem zou samenwerken aan al zijn voltooide gebouwen, van het eerste huis in Glendale tot het West-huis in Vallejo, vlak bij San Francisco, in 1970. Daarna werkte hij een poosje samen met Tom Hariis, voor het Burton Pole-huis in Malibu, en daarna tien jaar lang met Dimitry Vergun. Alleen in de laatste paar jaar gebruikte hij andere constructeurs: Norman Epstein voor de uitbreiding aan het huis van Jeffrey Ressner aan Dorothy Street in Brentwood, Ficcadenti & Waggonor voor het LaFetra-huis en het Koppany Pool-huis, en Rubicon Engineering voor het Tarassoly & Mehran-huis. Vanaf het begin ondersteunde Porush hem met zijn ideëen en liet hem de grenzen overschrijden van de stalen en glazen woonhuisarchitectuur, waardoor hij bekend is geworden. Toen de gebouwen uiteindelijk werden gepubliceerd, liet Koenig hem graag in de eer delen. Hij zei: ‘Ik probeer steeds nieuwe materialen uit.’ Het Seidel Beach-huis in Malibu (1961) was net als het meer recente Burton Pole-huis, een gebouw met een houten skelet waarin stalen trekstaven ter stabilisatie werden gebruikt. Het flexibele expositiepaviljoen voor Bethlehem Steel werd gemaakt van staal en hout en ontwerpen om snel gemonteerd en gedemonteerd te kunnen worden. Het reisde twee jaar door de Verenigde Staten, en won in 1964 een prijs in Portland, Oregon, voor het beste expositiegebouw. De moskee in Hollywood, een opdracht uit 1963 van de Amerikaanse Moslimassociatie, zou een prefab, voorgespannen betonnen skelet en met bakstenen opgevulde muren krijgen. Dit zou het enige huis van Koenig met een betonnen skelet worden, maar het is nooit gebouwd. In de fabriek en de showroom van Electronic Enclosures Incorporated in El Segundo, die in 1966 werden gebouwd op een schaal die tot dan toe nog niet was uitgeprobeerd, werden lange, open gebinten gebruikt voor een interieur zonder pilaren met schuine betonnen panelen en glazen muren. Daarna gebruikte Koenig voor het West-huis Corten, een staalsoort die roest. Het gebouw was het eerste dat volgens speculatieve, modernistische ontwikkelingen werd gebouwd, en bood Koenig een prima mogelijkheid om prefab te gebruiken. De klant overleed echter voordat het huis bewoonbaar was en de ontwikkeling is nooit begonnen.

7|20

Met behulp van deze voorziening ontwikkelde hij het werkmodel voor zijn eigen huis in Brentwood, waarmee hij zijn houding met betrekking tot ventilatie demonstreerde. ‘Het is essentieel dat we in staat zijn onze gebouwen met natuurlijke middelen te koelen. In geen van mijn gebouwen in het bekken van Los Angeles heb ik kunstmatige airconditioning. Behalve misschien de Coloradorivier, waar de temperatuur tot ruimt 51 °C kan oplopen, er is geen enkele rechtvaardiging voor kunstmatige koeling in een gebouw in Zuid-Californië, zolang je gebruik kunt maken van de oceaanwind die door het hele bekken waait - uitgezonderd de San Fernandovallei en enkele andere valleien.’

Hoewel hij meestal alleen werkte, werd de bouwstijl van Koenig niet in een vacuűm gecreëerd, maar binnen de leeromgeving van een architectenopleiding. Sinds 1961 heeft hij lesgegeven aan de University of Southern California, waar hij in 1964 assistent werd en in 1968 hoogleraar met een vaste aanstelling. Merkwaardig genoeg moest hij tot 1996 wachten voor een volledige aanstelling, terwijl hij maar drie jaar later door de universiteit werd verkozen tot belangrijkste professor in de architectuur. In de periode van 1969 tot 1972 was hij onder Konrad Wachsmann assistent-directeur van het Institute of Building Research, en van 1971 tot 1976 directeur van het Comprehensive Planning Program voor het Chemehuevi Indianenreservaat, een initiatief dat op de universiteit begon als studentenproject. In 1983 werd Koenig directeur van het Building Research Program, waardoor hij onderzoek kon doen naar wat hij Natural Force Response noemde - het effect van zwaartekracht, zon, water en wind op de architectuur. Het middelpunt hiervan was de windtunnel, waardoor hij in staat was om de beweging van de lucht in zulke verschillende omstandigheden als stedelijke landschappen of eenkamerappartementen te onderzoeken.


Pagina

Duurzaamheid Eenzelfde bewustzijn van passief gebruik van zonne-energie blijkt in al zijn bouwwerken, van het brede, overhangende dak van casestudiehuis nr. 20 tot de verticale koelribben die het Iwata-huis beschermen. Maar dit waren vaste onderdelen. Bij het laatste gebouw waarop Koenig op locatie toezicht hield, een klein huisje bij een zwembad voor Bill en Cindy Koppany, introduceerde hij kantelende panelen die met de zon mee konden worden gedraaid. Het is in 2006 postuum afgebouwd door zijn collega en assistent Jan Ipach en staat op het erf van een huis van Gregory Ain, net onder Hollywood-autoweg in de heuvels van Oost-Hollywood, Het huisje, dat op een noordzuidas, parallel aan het komvormige zwembad staat, is een eenvoudig stalen paviljoen met drie muurvakken van elk 3 bij 3,5 meter met een glazen schuifpui op het westen. Het platte dak steekt meer dan een meter over de glazen muur heen, naar drie draaiende canvas schermen van 3 bij 3 meter, die als ze horizontaal staan bescherming bieden tegen de middagzon, en als ze verticaal staan tegen de avondzon. Als de glaswand wordt opengezet en de schermen horizontaal worden gezet, vormt het een beschutte, geventileerde ruimte boven het zwembad en als de zon zich verplaatst kunnen de schermen meedraaien. Doordat Koenigs gebouwen vaak empirisch van aard waren, werden ze nooit commercieel aantrekkelijk. Toen hem in 1971 werd gevraagd waarom de fabrieksmatig gemaakte huizen zoals Konrad Wachsman en hij ze promootten, niet door de ondernemers werden geaccepteerd, antwoordde hij: ‘Vooroordeel en traditie [...]. De vrouw des huizes is opgevoed met een beeld over hoe een droomhuis eruit moet zien. De ontwikkelaar speelt in op deze diepe emotionele drang. Hij maakt reclame voor de verkooppunten, de stijl, het oppervlak.’ Aan het eind van de jaren 60, begin jaren 70 kwam er zo weinig voltooid werk zijn kantoor uit dat hij de meeste tijd wel aan lesgeven moest besteden. Dit werd vooral duidelijk tussen 1986 en 1993, toen het postmodernisme in de architectuur weer in de mode raakte en Koenig buitenspel zette. Maar de mode verandert, en in de laatste jaren van zijn leven had hij het drukker dan ooit. Toen Bill Rose bij hem aandrong op een snel antwoord omtrent de restauratie van het Gantert-huis in 2003, antwoordde Koenig: ‘Sorry dat het zo lang duurde voor ik je e-mail beantwoordde. Vertel je partners dat ze de tekeningen 1. snel, 2. goed of 3. goedkoop kunnen krijgen. Een combinatie van twee hiervan is mogelijk, van drie niet.’

8|20

Met uitzondering van een of twee rustige periodes ontving Koenig gedurende zijn professionele leven een constante stroom bouwkundige prijzen. In 1957, het jaar waarin hij bevoegd werd een architectenbureau te voeren, ontving hij de Sao Paolo Biennale Exhibition Award, een prijs van het tijdschrift AIA-House and Home, en de Architectural League of New York Award. Het jaar daarna, vlak na zijn drieëendertigste verjaardag, voltooide hij zijn eerste casestudiehuis, waarmee hij in 1959 nog twee prijzen won, en na de restauratie in 2000 zelfs nog twee. Tegen die tijd waren dat huis en casestudiehuis nr. 22 door het Los Angeles Conservancy benoemd tot cultuurhistorisch monument. In 1967 werd het Oberman-huis door de Zuid-Californische afdeling van het American institute of Architects (AIA) benoemd tot een van de 36 beste huizen die sinds 1947 waren gebouwd, een erkenning die hem het jaar daarop ongetwijfeld hielp om een vaste aanstelling bij de Universiteit van Zuid-Californië te krijgen. In 1971, toen hij nog maar 45 jaar oud was, werd hij toegelaten tot het College of Fellows van de AIA, tijdens een installatieceremonie in het Detroit Institute of Arts. Maar pas toen hij al in de zestig was, een leeftijd waarop de meeste mensen aan hun pensioen beginnen te denken, kwamen de meer hyperbolische prijzen. Hij kreeg de Olympic Architect Award van de AIA in 1984, de Los Angeles Department of Cultural Affairs Award in 1989, de California Council 25 Year Award van de AIA en de Maybeck Award for Lifetime Achievement, beide in 1996, en de Los Angeles Chapter Gold Medal, maar ook de Pacific Design Center Star of Design for Lifetime Achievement in Architecture in 1999. Ondanks al deze glamour had Koenig sinds 1957 echter nog nooit een buitenlandse prijs gekregen, tot hij in 2000 door het Royal Institute of British Architects (nadat de voorwarden voor kwalificatie waren veranderd) werd benoemd tot erelid. De Ceemonie werd in het Inigo Jones’ Banqueting-huis in Whitehall, Londen, gehouden. Jammer genoeg kon Koenig zelf niet aanwezig zijn.


Pagina

Bekendheid De aanzienlijke reputatie van Koenig werd bevestigd door de overlijdensberichten die over de hele wereld verschenen. In de Verenigde Staten werden zijn huizen door de Los Angeles Times omschreven als ‘progressieve symbolen van het naoorlogse suburbia’ en werd hij erkend als ‘een sleutelfiguur van een generatie die hielp om van Los Angeles een van de grote laboratoria van 20e-eeuwse architectuur te maken. Van deze visionairs leek Koenig de hoop en het verlangen van de snelgroeiende Californische middenklasse het best te kunnen vastleggen.’ Sylvia Lavin, voorzitter van het Department of Architecture and Urban Planning aan de Universiteit van Californië, Los Angeles, mertke op dat deze architecten probeerden een levensstijl te creëren waar ze in geloofden. ‘Het was echt een roeping,’ zei ze. ‘Koenig bewees dat door op koers te blijven, zelfs toen die koers niet meer in de mode was.’ Maar Koenig bleef alleen op deze koers omdat hij ook nog iets anders dan stijl noodzakelijk vond, zoals de behoefte aan industrialisatie en systeembouw en het belang van duurzaamheid. Op beide gebieden was hij zijn tijd ver vooruit. Industrialisatie en systeembouw zijn voor veel architecten nog steeds een droom - en een nachtmerrie voor de woningbouw. Duurzaamheid, gekarakteriseerd door Koenigs hardnekkige gebruik van natuurlijke ventilatie, wordt tegenwoordig door veel personen en overheden veel serieuzer genomen. Maar toch hield hij een scheve kijk op de zaak: ‘In die tijd leek niemand erin geïnteresseerd, en tegenwoordig ook nog niet.’ Het probleem lag veelal bij de maatschappij die hij diende, want de kortstondigheid van Los Angeles vormt zowel haar aantrekkingskracht als haar ongeluk. Alleen hier kon casestudiehuis nr. 22 bij de meeste mensen beter bekend worden door de opname van Julius Shulman dan door de bouwkunst van Koenig.

9|20


Pagina

1950 Koenig-huis nr. 1 Koenig bouwde dit 305 vierkante meter grote huis voor zichzelf in zijn voorlaatste jaar op de Universiteit van Californië. Zijn interesse in staal als materiaal voor huizenbouw was in de ontwerpstudio opgekomen, ondanks de bezwaren van zijn docenten. Zij waren sceptisch omdat ze staal zagen als industrieel materiaal, dat voor de huizenbouw minder geschikt was dan hout. Koenig koos voor staal en dus verrichtte hij, net als Paphael Soriano en Charles en Ray Eames, pionierswerk en verplaatste hij de technologie van de fabriek naar de huizenbouw. ‘Ik was toen nog te onschuldig,’ vertelde hij Esther McCoy later, die toen voor het Los Angeles Times Home Magazine schreef, ‘om te zien dat het iets anders was. Maar dat heeft ook z’n voordelen. Als je te jong bent om onderscheid te maken tussen wat mogelijk of onmogelijk is, bereik je vaak meer.’ Het oorspronkelijke ontwerp was zowel naïef als verkwistend. Maar na de discussies met vertegenwoordigers slaagde hij erin het ontwerp te rationaliseren en de kosten van de geschatte 12.000,- dollar terug te brengen naar het budget van 5.000,- dollar zodat hij het kon gaan bouwen.t Het succes van het huis kan worden afgemeten aan de bereidwilligheid waarmee de staalindustrie het als advertentiemodel ging gebruiken. In 1956 toonde de National Steel Corporation in Pitssburgh het huis op een twee pagina grote advertentie in Time en Newsweek: ‘Het huis is licht en ruim,’ werd Koenig geciteerd, en: ‘met alle sterkte, duurzaamheid, warmte, schoonheid en zuinigheid die voor het moderne wonen nodig is. En staal maakt dit mogelijk.’ Met de kop ‘ik bouwde dit stalen huis om vele redenen...’ erboven leek het meer een manifest dan een advertentie.

10|20


Pagina

1950 Koenig-huis nr. 1 Hij was zich nu bewust van de behoefte aan modulaire planning en het gebruik van standaardmaterialen, en ontierp het huis op een stramien van ruim 3 vierkante meter. Het woongedeelte werd gepland als een omheinde rechthoek van ongeveer 12 bij 6 meter met de open carport van 3 bij 6 meter eraan vast, zodat een L-vorm ontstond. Het skelet was gemaakt van met beton gevulde, ronde stalen kolommen van 9 centimeter (zogenaamde lally columns), C-profielen als randbalken en een I-profiel als middenbalk. Parallel aan de oostkant van het huis en de aangrenzende carport bouwde Koenig een keermuur van betonblokken die het skelet zijwaartse steun gaf, was geĂŻsoleerd met kurk en aan de binnenkant afgewerkt met beukentriplex. De lange zijmuren werden ingevuld met 1,20 meter brede units met fabrieksschuiframen en een enkele, 6 meter lange, glazen schuifdeur die aan de achterkant op de patio op het zuiden uitkwam. Het hele huis was doordrongen van dit gevoel van openheid, van de carport en de hal tot de kombuisachtige keuken en de schuiframen die het slaapgedeelte afschermden van het woongedeelte. Het grijs geschilderde stalen terrasdak vormde van het ene eind van het huis naar het andere een doorlopend plafond zonder scheidingsmuren. Binnen deze schijnbaar enkele ruimte bakende een regelmatig stramien van kolommen de ingang, de keuken, het slaapgedeelte en de badkamer af, terwijl Koenig in het woongedeelte een ruimte van 6 bij 6 meter creĂŤerde. De centrale I-balk kwam bloot te liggen, maar in plaats van de kamer op een vreemde manier onder te verdelen suggereerde dit een scheiding tussen het zitgedeelte en de royale loopruimte tussen de keuken en de ingang, waar oenig zijn tekentafel had neergezet.

11|20


Pagina

1956-1958 Bailey-huis Koenig was voor het eerst betrokken geraakt bij het casestudiehuis-programma van Arts & Architecture toen hij voor Raphael Soriano werkte en perspectieftekeningen maakte van het casestudiehuis voor 1950. Zijn eigen huis in Glendale werd drie jaar later door het tijdschrift gepubliceerd. Hij zei over Soriano dat ze elkaar iets te bieden hadden, en dat gevoel was er waarschijnlijk nog toen hij in 1956 voor korte tijd een baan aannam bij Archibald Quincy Jones – in dezelfde tijd waarin Jones en Emmons een stalen huis in San Mateo, Californië, bouwden voor de verniewende projectontwikkelaar Joseph Eichler. Eichler en John Entanza, de redacteur van Arts & Architecture, promootten goede, moderne ontwerpen voor normale huizen en waren in dezelfde mate geboeid door de mogelijkheden die de lichtgewicht stalen huisconstructies boden. Soriano had het jaar daarvoor zelfs een stalen huis voor Eichler gebouwd in Palo Alto, Californië. Tegen die tijd waren de glazen muren, daken van geprofileerd staal en het stalen skelet in het zicht de basis van Koenigs palet. Het was slechts een kwestie van tijd voor hij de goede klant vond, zodat Entenza hem voor het programma kon uitnodigen. Op een gegeven ogenblik vond hij ze: psycholoog Walter Bailey en zijn vrouw Mary. De Baileys hadden geen kinderen en dus had Koenig de mogelijkheid om een open ontwerp te ontwikkelen dat maximaal profiteerde van de grote overspanning die het stalen skelet kon leveren.

Casestudiehuis nr. 21

12|20


Pagina

1956-1958 Bailey-huis Voor veel architecten en critici is het Bailey-huis niet alleen het hoogtepunt van het casestudiehuis-programma, maar ook Koenigs beste bouwwerk. In 1959 kreeg het de Sunset Magazine Honor Award, en het jaar daarna een prijs van verdienste van de AIA in samenwerking met de tijdschriften House and Home en Life. Dit was de Homes for Better Living Award van de AIA, die werd uitgereikt op de AIA-converentie van 1960, die op 21 april van dat jaar in het Mark Hopkins Hotel in San Francisco werd gehouden. Koenig ging naar San Francisco om de prijs te accepteren, en de plechtigheid wordt in zijn programma aangegeven. In 2001 loofde de AIA nog een prijs uit, de AIA California Council 25 Year Award ‘voor het uitmuntende ontwerp van casestudiehuis nr. 21 (Bailey-huis)’. ‘Het Baileyhuis vertegenwoordigt de maximale verfijning van een ideaal dat door Koenig in zijn vroege huizen is ontwikkeld, en met gebruikmaking van de ervaring die hij bij Soriano en Quincy Jones heeft opgedaan. Het was de eenvoudigste oplossing die schijnbaar moeiteloos was bereikt, en het was een opmerkelijke presentatie voor z’n jonge man.

13|20


Pagina

1960 Stahl-huis De hoge balken en het brede terrasdak die de minimale constructie van het Seidel-huis vergemakkelijkten, karakteriseerden het nieuwe huis dat Koenig in 19*60 voor de familie Stahl bouwde. John Entenza benoemde het huis tot casestudiehuis nr. 22. Het werd het beroemdste huis van het programma en werd zelfs herbouwd in het tijdelijke gebouw van het Museum of Contemporary Art in Los Angeles, als onderdeel van de tentoonstelling ‘Blueprints for Modern Living, History and Lecagy of the Case Study House Program’ in 1989. Het is dus het enige casestudiehuis dat twee keer is gebouwd. Koenig omschreef de ligging van het huis, hoog boven Sunset Boulevard, als ‘op de locatie van een adelaarsnest in de heuvels van Hollywood’. Carlotta en Buck Stahl hadden het perceel gezien toen ze een weekend in een appartement op een tegenoverliggende heubel logeerden. De eigenaar was er toevallig en de koop was binnen tweeënhalf uur gesloten. Buck Stahl, zo herinnerde Koenig zich, had zo zijn Ideeën over hoe het eruit moest zien: ‘De eigenaar wilde een open en onbelemmerd uitzicht van 270 graden en de manier waarop ik het gemaakt had, was de enige manier waarop dit mogelijk was. Het is allemaal glas,’ legde hij uit, ‘helemaal in het rond, behalve de voorkant, die dicht is […]. Maar de achterkant bestaat uit glas, 270 graden breed. Het uitzicht is prachtig. Het is een neutraal statement. Het uitzicht is belangrijk. Het huis moet in de omgeving opgaan en ermee gerelateerd zijn. Je ziet het huis niet als je binnen bent, en dus zie je het uitzicht en leef je met de omgeving, de buitenkant […]. Zo is het casestudiehuis nr. 22 ontworpen en dat is de reden waarom het is ontworpen.’ In tegenstelling tot zijn voorganger werd bij casestudiehuis nr. 22 minder rekening gehouden met de mogelijkheden van prefab en het gebruik van standaardcomponenten, en meer met de mogelijkheden van de materialen. De portaalspanten in het vorige casestudiehuis waren op een stramienmaat van 3 meter geplaatst, maar hier werd een 6 meter breed stramien gebruikt, waardoor de overspanning werd verdubbeld; toch werd het niet zover uitgebouwd als het Seidel-huis. Net als bij het Seidelhuis werden I-profielen van 25 centimeter gebruikt, maar deze keer werd het terrasdak maar ongeveer 12,5 centimeter diep. De bekende kolommen van 10 centimeter brede H-profielen werden ook hier gebruikt.

Casestudiehuis nr. 22

14|20


Pagina

1960 Stahl-huis Terwijl het casestudiehuis nr. 21 en het Seidel-huis meer gesloten waren omdat het staalskelet dichte rechthoeken vormde, staken de balken van het nieuwe casestudiehuis ver uit, ondersteunden ze de grote overstek van het terrasdak en gaven ze het gebouw op de klif het aanzien van een vogel die op het punt staat om op te vliegen. En zo bleef de adelaarsmetafoor gehandhaafd. Het gevoel van uitgestrektheid dat het gebouw gaf, was geen illusie. Koenig legde uit: ‘Op het goede land plaatsen we een zwembad en een carport; het huis hangt eigenlijk in de

ruimte[…]. Het is op pijlers en kraagliggers geplaatst en heeft grote overstekken. Een iets andere benadering voor mij.’En dus werd het skelet ondersteund door betonnen caissons van 10 meter in de helling, en werd de betonnen vloer met de kraagliggers omhooggehouden door versterkte betonnen kraagliggers van ongeveer 75 centimeter lang. Het huis werd in een L-vorm opgesteld. Het slaapgedeelte in de ene arm en de woonkamer, die de ruimte leek in te gaan, in de andere. De badkamers lagen hier tussenin.

15|20


Pagina

1985 Koenig-huis nr. 2 Veel architecten krijgen nooit de kans een huis voor zichtzelf te bouwen, en leven daarom in plaats daarvan hun fantasie uit over de hoofden van hun, soms langdurig lijdende, klanten. Koenig was zijn carière daarentegen juist begonnen met het bouwen van een huis voor zichzelf, het huis in Glendale. In 1985 werd hij weer zijn eigen klant, en bouwde hij op Dorothy Street in Brentwood een nieuw huis met studio voor zichzelf en zijn vrouw Gloria. Hij was inmiddels al ruim dertig jaar aan het werk, en hij had een internationaal vermaarde staat van dienst opgebouwd. Waar het huis in Glendale een intentieverklaring was geweest, was het huis in Brentwood zeker een manifest. Het huis is voor voetgangers vanaf het trottoir aan de voorkant bereikbaar, en voor automobilisten vanaf de steeg aan de achterkant. Een lage studio van één verdieping vormt de afscheiding tussen het huis en de straat. Tussen de twee gebouwen bevindt zich een kleine, groene binnenplaats die als buffer dient. Dan doemt het huis op, eerst één, dan twee en ten slotte drie verdiepingen van een stalen skelet met glas. Daarachter gaat het vrij abrupt weer omlaag naar een kleine achtertuin, met daarachter de carport. Omeen gevoel van afscheiding te creëren hij aan één kant een toegangsweg van de entree aan de straatkant naar de carport achteren, en hield hij aan de andere kant ruimte vrij voor zijn ventilatiedeur, die essentieel was in het ontwerp. De andere belangrijke circulatieroute bevond zich binnen; deze liep van de carport en de achtertuin langs de bar en door de woonkamer, en eindigde in het kantoorarchief. dat langs de groene binnenplaats achter de studio buiten stond. Op de overige plekken vloeiden de ruimtes in elkaar over en werden ze slechts gescheiden door lage balies en matglazen panelen, en ze werden gemarkeerd door veranderingen in de hoogte van het plafond, of door de inpandige brug en de trap.

16|20


Pagina

1985 Koenig-huis nr. 2 Het huis aan Dorothy Street was voor Koenig in veel opzichten zowel een nieuw begin als een experiment. In plaats van een uitdagend of ‘onbebouwbaar’ terrein om iets mee te doen, werkte hij nu op een doorsnee stuk grond in de stad, wat voor hem alleen maar een grotere uitdaging vormde. Hij legde dit uit in een interview: ‘Waar veel grond was, hebben we de horizontale benadering van wonen gebruikt, en nu tarten we dat en gaan we omhoog.’ De oplossing was dit keer niet een laag paviljoen of een vrijhangende doos, maar een driedimensionale montage van ruimtes. De vernieuwering hierbij, zoals de ventilatiedeur en de doordachte akoestiek in het atrium bleken verrassend succesvol. ‘Ik ben eigenlijk zó conservatief,’ vervolgde hij, ‘dat veel dingen, waarvan ik me afvroeg of ze zouden werken, zó goed werkten, dat eigenlijk helemaal niet zo moeilijk had hoeven doen om het probleem op te lossen [...]. Ik heb een andere manier van bouwen gerealiseerd. En misschien ziet het er voor veel mensen niet zo anders uit, maar in de loop van de tijd zullen de veranderingen behoorlijk groot blijken te zijn.’

17|20


Pagina

Leven en Werk 1925

17 Oktober: Pierre Frances Koenig wordt geboren in San Francisco, Californië.

1939

Verhuist met Californië.

1943 1943-1946

Militair in het Ameriakaanse Leger.

1946-1948

Architectuurstudie aan de Universiteit van ZuidCalifornië.

1950

Werkt voor Raphael Soriano. [Koenig-huis nr. 1, Glendale, Californië.]

1952

Studeert op 2 augustus af als Bachelor of Architecture aan de Universiteit van ZuidCalifornië, Los Angeles, Californië. Zet eigen architectenbureau op.

1953

Huwelijk Merry Thompson; één kind, Randall Francis Koenig, in 1954. Lamel huis, Glendale, Californië. Squire-huis, La Canada, Californië. Scott-huis, Tujunga, Californië.

1956 1957

Werkt voor Jones and Emmons.

1958

1959

gezin

naar

Los

1960

Award tijdschrift AIA-huis and Home. Huwelijk Gaile Carson; één kind, Jean Pierre Koenig, in 1961. Stahl-huis (casestudiehuis nr. 22), Los Angeles, Californië. Seidel-huis, Los Angeles, Californië.

1661

Treedt toe tot de faculteit Architectuur van de Universiteit van Zuid-Californië, Los Angeles, Californië. Seidel Beach-huis, Malibu, Californië. Willheim-huis, Los Angeles, Californië. Prefabricated-huis St Jean, Quebec, Canada.

1961-1962 1962

Award tijdschrift AIA-Sunset.

1963

Award Tijdschirft AIA-House and Home. Award American Institute of Iron and Steel. Iwata-huis, Monterey Park, Californië. Moskee (project), Los Angeles, Californië. Beagles-huis, Los Angeles, Californië.

1964

Benoemd tot assistent aan de faculteit Architectuur van de Universiteit van ZuidCalifornië, Los Angeles, Californië. Award Best Exhibition Building, Portland, Oregon.

1966

Electronic Enclosures Incorporated Factory and Showroom, El Segundo, Californië.

1967

Archittectural Grand Prix AIA Southern California Chapter voor 36 beste gebouwen in Los Angeles sinds 1947.

1968

Benoemd tot hoogleraar, met vaste benoeming, aan de faculteit Architectuur van de Universiteit van Zuid-Californië, Los Angeles, Californië.

1970 1971 1971-1976

West-huis, Vallejo, Californië.

Angeles,

Studeert aan Pasadena City College, Pasadena, Californië.

Slaagt voor examen California State Board of Examiners Licensing Exams in Architecture. Wordt op 23 december verkozen tot lid van het American Institute of Architects (AIA). Exhebition Award São Paolo Biennale IV (eerste prijs) in São Paolo, Brazilië. Award tijdschrift AIA-House and Home. Award Architectural League of New York. Burwash-huis, Tujinga, Californië. Wordt op 11 februari verkozen tot lid van de AIA Southern California Chapter. Echtscheiding Merry Thompson. Radio Station KYOR, Blythe, Californië. Metcalf-huis, Los Angeles, Californië. Bailey-huis (casestudiehuis nr. 21), Los Angeles, Californië. Honor Award tijdschrift AIA-Sunset. Honor Award tijdschrift Western Construction.

Award tijdschrift AIA-House and Home. Johnson-huis, Carmel Valley, Californië. Oberman-huis, Palos Verdes, Californië. Betlehem Steel Company Reizend Expositiepaviljoen.

Verkozen in College of Fellows van de AIA. Chemehuevi Prefabricated Housing Tract, Lake Havasu, Californië.

18|20


Pagina

Leven en Werk 1973

Franklyn Medical Building, West Hollywood, Californië.

1975

Echtscheiding Gaile Carson.

1979 1981

Burton Pole-House, Malibu, Californië.

1983

Award AIA 200/2000. Gantert-huis, Los Angeles, Californië.

1984

Award AIA Olympic Architect. Rollé uitbreiding nr. 1 (Seidel-huis), Los Angeles, Californië. Stuermer-huis, Oahu, Hawaï.

1985

Huwelijk Gloria Kaufman; twee stiefzoons, Thomas en Barry Kaufman. Koenig-huis nr. 2, Los Angeles, Californië.

1999

2000

Zapata Restaurant & Disco (Franklyn Dinner Club), Thousand Oaks, Californië.

1989

Award Los Angeles Department of Cultural Affairs.

1989-1990

Casestudiehis nr. 22 op MOCA-tentoonstelling, Los Angeles, Californië.

1994

Rollé uitbreiding nr. 2 (Seidel-huis), Los Angeles, Californië.

1995

Riebe restauratie en uitbreiding (Johnson-huis), Carmel Valley, Californië.

1996

25 Year Award AIA California Council. Award for Lifetime Achievement AIA California Council Maybeck. Benoemd tot professor, faculteit Architectuur van de Universiteit van Zuid-Californië, Los Angeles, Californië. Schwartz-huis, Santa Monica, Californië.

1998

Distinguished Alumni Award, faculteit Architectuur van de Universiteit van ZuidCalifornië, Los Angeles, Californië.

Gold Medal Star of Design AIA Los Angeles Chapter, Pacific Design Center, Los Angeles, Californië. Buitengewoon hoogleraar Architectuur, Universiteit van Zuid-Californië, Los Angeles, Californië. Verkozen tot buitengewoon lid van het Roayl Institute of Britisch Architects. Award of Excellence City of Los Angeles Historic Preservation 2000. Distinguished Alumni Award Pasadena City College. Gold Medal Lifetime Achievement Award, Tau Sigma Delta Society of Architects and Ladscape Architects.

2001

National Design Award, Architecture Design Finalist, Smithsonian/Cooper-Hewitt National Design Museum. 25 Year Award AIA California Council. Ressner modulaire uitbreiding, Brendwood, Californië.

2002

Koppany Pool-hui, Los Angeles, Californië.

2003 2004

LaFetra-huis, Malibu, Californië. Tarassoly & Mehran-huis, Malibu, Californië. Winters-huis, Dallas, Texas. Overlijdt op 4 april thuis in Los Angeles, Californië.

19|20


Pagina

Bronnenlijst Internet: http://www.trianglemodernisthouses.com/koenig.htm (datum: 18-05-2011) http://www.usc.edu/dept/architecture/slide/koenig/ http://www.answers.com/topic/pierre-koenig http://www.cultuurarchief.nl/kunstenaars/koenigpierre1925.htm http://www.jetsetmodern.com/koenigarticle.htm Boek: PIERRE KOENIG STEELE, J. Uitgever: PHAIDON PRESS LTD Genre: Kunst en media, Kunst Uitvoering: paperback vri, 01/01/1999 ISBN-nummer: 9780714840963 Pierre Koenig, 1925-2004 : living with steel Auteur: N Jackson; Peter Gössel Uitgever: Hong Kong ; Los Angeles : Taschen, ©2007. American architect Pierre Kcenig (1925-2004) is one of the leading figures of the Modern movement in America. Part of the “Basic Architecture” series, this book features introductory essays exploring his life and work; the important works presented in chronological order; and, an appendix including a list of works, biography, and more.

20|20


Pagina

21|20


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.