3 minute read

Ik woon hier al een tijdje

Next Article
Reelands Groen

Reelands Groen

Tekst en foto 1 Ans van der Westen

Aap boom noot roos

Advertisement

Er was een tijd dat ik niet kon lezen. Dat had ik nog niet geleerd. Voor mijn behoefte om te vernemen hoe het verder ging met Pinkeltje of Wipneus en Pim was ik compleet afhankelijk van de inzet van mijn ouders.

Mijn moeder las gedegen en tekstvast voor. Mijn vader nam het niet zo nauw, die gaf er zijn eigen draai aan. Omdat ik een groot deel van de kinderboeken die we aan boord hadden uit mijn hoofd kende, betrapte ik hem op iedere fantasierijke afwijking van de gedrukte woorden. Hij moest erom lachen als ik hem verbeterde.

Leren

Toen ik zes jaar oud was ging ik naar een internaat voor schipperskinderen. Daar leerde ik lezen én schrijven! Dat had voor mij een groot praktisch belang, dat moest ik kunnen om zelf een kaart aan mijn ouders te sturen. De eerste maanden op het internaat kocht ik iedere zaterdag een kaart in het winkeltje. Een oudere leerling schreef mijn tekst op: “wat wil je zeggen tegen je vader en moeder?” vroeg ze. Na een half jaar was ik zo ver dat ik mijn post zelf mocht schrijven.

Foto Mieke Kroon

Hoe leerde ik lezen en schrijven? Dat was met de methode boom-roos-vis. Dat bleek heel modern te zijn. Dat wist ik natuurlijk niet. Daar kwam ik een paar jaar geleden pas achter, in het onderwijsmuseum, hier in Dordrecht. Mijn leeftijdgenoten vertelden me dat zij hebben leren lezen met aap-noot-mies, die van het leesplankje. De boom-roos-vis-methode is halverwege de jaren vijftig in het onderwijs geïntroduceerd. En die wordt nog steeds gebruikt: ‘Veilig leren lezen’, zo heet die.

Bezoek

Een paar weken terug was ik met onze dochter in het Onderwijsmuseum. We bezochten de tentoonstelling boom-roos-vis. Daar zaten we samen in een schoollokaal uit mijn tijd. “Hadden jullie een inktpot in je tafel? “vroeg ze. Jazeker, we schreven met een kroontjespen en depten de bladzijde droog met vloeipapier. Daarna liepen we door naar haar tijd en schoven aan in een jaren negentig-klaslokaal. We keken “ik-mik-loreland” op de School TV Ze zong het liedje mee: “Lettergek in Loria”. We lazen in de expositie hoe de leesvader van Nederland, frater Caesarius Mommers de methode van boom-roos-vis ontwikkeld heeft. Toen we al die kennis tot ons genomen hadden gingen we lunchen in het restaurant. Daar zaten we met ons tweeën aan een tafeltje en toch eigenlijk ook al met drie. Zou die derde, dat kleintje, ook van lezen gaan houden? Laten we gewoon beginnen met haar voor te lezen.

This article is from: