3 minute read

KOMEN EN GAAN ANJA VAN DEN AKKER

In het tegenwoordige Rosmalen is het een komen en gaan van inwoners. De meesten keren ’s avonds terug naar het forensendorp, maar er zijn ook dorpsgenoten die voor langere tijd - of zelfs voor altijd - zijn vertrokken. In deze rubriek leggen we contact met Rosmalenaren die elders zijn gaan wonen, maar zich nog steeds verbonden voelen met hun roots.

door Mark van der Donk

Sinds vier jaar woont Anja van den Akker met haar man Peter in Altea, een Spaans stadje vlakbij Benidorm. Hoewel ze Rosmalen is ‘ontvlucht’, blijft het haar dorp en komt ze er nog heel graag. “Een week of acht per jaar”, schat ze. “Voor de verjaardagen van mijn kleinkinderen Lola (7) en Jimmy (6) en rond de feestdagen. Laatst heb ik gevlogen, maar vaak komen we op en neer met de auto. Dat is 2100 kilometer rijden, maar we doen het met een overnachting, op het gemakske. In Nederland is ons chalet in Lith onze vaste verblijfplaats. In de tijd dat we terug zijn, zitten we meestal ramvol.” Hoe anders is het in Spanje, waar de 60-jarige Rosmalense voor een buitenstaander misschien wel het leven van een prinses leeft. “Ons huis is een half kasteel”, lacht ze. “Na het opstaan is het eerst even koffie zetten en het nieuws kijken, maar daarna zijn we de hele dag buiten. Het kan ook best fris zijn, hoor. Zeker als er een koude wind van zee komt. Maar een paar weken terug was het al 32 graden en in de zomer is het soms zó warm dat ik de hele dag binnen zit te Netflixen. Je kunt goed merken dat het klimaat aan het veranderen is, vooral door die extreme overgangen.”

Druk met sporten

Op tweede kerstdag 1962 kwam Anja ter wereld aan de Venstraat op nummer 52, het huis waar haar broer Tonnie nog altijd woont en waar ze zelf haar hele jeugd vertoefde. “Ik ben er eentje van Jo van den Akker. Mijn ooms Gerrit, Tonnie en Peter hadden een stratenmakerbedrijf. Ik ging naar de Mariaschool en op een gegeven moment, toen jongens en meiden gemengd werden, mochten we met zes meiden uit de buurt naar de Sint Jozefschool.” De Bron, de huishoudschool, volgde en Anja was in die tijd vooral druk met sporten. “Turnen bij OJC, in de sportzaal tegenover bakkerij Verbiesen. We gingen ook elke week dansen, met onze ouders mee. Hele gezellige tijd.”

Toen haar moeder stierf, toen Anja pas vijftien was, veranderde er veel. “Ik wilde naar de sportlerarenschool, maar die was er alleen in Utrecht en Maastricht. Daar steeds met de trein naartoe, dat zag ik niet zitten. Ik kon het ook niet over m’n hart verkrijgen om ons pap alleen te laten.” Via zus Bep kwam Anja bij de Verkadefabriek terecht. “Zeven jaar met veel plezier gewerkt. Toen Michelle werd geboren stopte ik, maar ik hield wel contact met mijn oud-collega’s. Jaren later kwam ik, toen ik met die meiden op stap was, Peter tegen. Toen sloeg de vonk over.”

Vaatwasser en overval

Anja trok in aan de Graafsebaan, in Peters luxe verblijf in de bossen achter Mariaoord. “Met zwembad en meerdere gebouwen. Allemaal prachtig, maar met de vaatwasser was ik het aller gelukkigst.” Dochter Esmee, inmiddels 21, werd geboren en het leven lachte het gezin lange tijd toe. Tot eind maart 2018 iets verschrikkelijks plaatsvond. “We werden overvallen, anderhalf uur gegijzeld en wilden daar niet meer wonen. We hebben het verhuurd en trokken naar ons huis in Spanje, dat we al twintig jaar hadden. Hier zijn we veel op de veranda te vinden en iedere vrijdagmiddag in bar ‘Playa Altea’, met vrienden en bekenden. We missen natuurlijk vooral onze kinderen, kleinkinderen en familie, videobellen wel, maar dat is toch anders. Ze kunnen nou eenmaal niet meer even langskomen voor een bak koffie.”

Een hapje eten bij de Likkepot of een feestje in de Villa (“Esmee vierde daar haar 16e verjaardag nog”) mist Anja wel, maar ze geniet ook van het leven in Spanje: “We hebben in Nederland natuurlijk niks te klagen over alle voorzieningen, maar we lijken wel mollen, zoveel zitten we binnen. Soms is de zomer na drie weken alweer voorbij. In Spanje springen we, als het warm is, lekker in het zwembad. Maar we gaan ons huis wel te koop zetten, het wordt te groot voor ons. Van mij hoeven die grote tuin en al die werkers niet meer. We gaan een ander deel van ons leven in, op zoek naar een mooi penthouse of appartement. En we willen met een camper gaan rondtrekken door Spanje en Portugal. Er is nog zoveel moois te zien.”

This article is from: