n’GO nr 35

Page 1

ON T W I K K E L I NG S S A M E N W E R K I NG E N M E N SE L I J K E R E L AT I E S

“Het is een grove leugen dat hulp ooit een regio heeft ontwikkeld.”

Reginald Moreels Volon­tourism geen synoniem van goed doen

Vechten tegen vooroordelen via spel op school

Aicha Adahman feministe met hoofddoek, een derde weg

Nr35 juni 2017


N 35 r

n’GO juni 2017

2

| vooraf Miguel de Clerck

radar P.3 blog-notes P.33 Aminata Traoré

Directeur Echos Communication

Passerelles Aicha Adahman

P.15

Reginald Moreels leugen

instrument P.21

Vechten tegen vooroordelen via spel op school

“Het is een grove dat hulp ooit een regio heeft ontwikkeld.”

interview P.7

COVER : © ALEXTYPE - FOTOLIA

backstage P.37 Dichtbij jullie

Aan de hand van drie getuigenissen beschrijft dit nummer drie lange bevrijdingsprocessen uit beklemmende vakjes: paradigma’s, vooroordelen en denkbeelden. Reginald Moreels uit enkele bedenkingen om los te komen van het ontwikkelingsparadigma: “Niet helpen om te ontwikkelen, maar het samenwerken ontwikkelen.” Aicha Adahman vertelt ons aan de hand van haar migratieparcours in België hoe ze een bijdrage levert aan haar gastland door de pseudo-gelijkheid man-vrouw in vraag te stellen. Animata Traoré draait enkele denkbeelden op hun kop: “Europa moet weten dat Afrika hén aan het helpen is.” In geen enkele van deze analyses is er sprake van overdracht (van kennis, systemen of technologie): er moet opnieuw in de menselijke factor geïnvesteerd worden, in de relatie, in zelfrespect en -vertrouwen. Op het interpersoonlijke vlak, maar evengoed met betrekking tot de regels die de relaties tussen continenten bepalen. Stof voor reflectie. n’GO kruipt in een nieuw vel: in september zal u uw geliefde lectuur onder een ander vorm terugvinden, toegankelijker en inhoudelijk nog gerichter. Intussen wenst het volledige team u een verkwikkende en rustgevende zomer.

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


n’GO juni 2017

Black, queer and free! Foto van de maand

Ontdek deze prachtige reeks

© MIKAEL OWUNNA

De Nigeriaans-Amerikaanse fotograaf Mikael Owunna legt in zijn project Limit(less) in beeld en tekst de ervaringen vast van homoseksuele, lesbische, biseksuele en transgender (LGTBQ) Afrikanen in de Amerikaanse en Europese diapora. Net als vele lotgenoten groeide Owunna op met de idee dat zijn bestaan een inherente contradictie was door zijn seksuele geaardheid. Dat LGTBQ zijn on-Afrikaans is, een ziekte van blanken. “Dit is een nefaste koloniale erfenis”, zegt Owunna. “De blanken zagen de zwarten als één homogene massa en de Afrikanen gingen dit vervolgens zelf internaliseren. Terwijl Afrikaan-zijn altijd vervlochten was met overvloed, rijkdom, mogelijkheden! Ik draag dit werk op aan alle queer Africans die zich niet mogen outen. Iedereen heeft het recht te zijn wie hij of zij is, zonder elementaire kanten van zichzelf te moeten verbergen.”


een andere kijk

4

© LYDIE - FOTOLIA

n’GO juni 2017

Debug je taal! Mawuna Koutonin, schrijver en sociale activist, ziet in de werking van computersoftware een inspirerend model om ook onze sociale omgang met elkaar te polijsten. In elke software zitten bugs die de app doen haperen, aldus Koutonin. Daarom neemt

debuggen zoveel plaats in bij de ontwikkeling van software. In de samenleving is het niet anders. Mensen gebruiken taal, maar de sociale app om onze familie of carrière te managen heeft bugs. Altijd zal wel iemand iets stoms of kwetsends zeggen. Net zoals bij software moet de mens zijn zinsbouw, logica en woordenschat debuggen om zijn interactie te verbeteren. Succes in het leven hangt in

grote mate af van de handigheid waarmee we gebruik maken van onze taal. Ouders moeten hun kinderen helpen om hun sociale taal te debuggen, maar ook volwassenen moeten actief op zoek gaan naar ‘peer reviewers’ om hun taalpatronen te debuggen.

http://siliconafrica.com/ debug-your-language/


n’GO juni 2017

© .WIKIMEDIA

een andere kijk

u 360° Voor gelezen Het algemeen basisinkomen, origineel? Hoegenaamd niet! De 16de eeuwse humanist Thomas More droomde er al van en talrijke straffe koppen volgden. Utopisch en maagdelijk ongerept? Evenmin, want overal ter wereld – van Brazilië over Oeganda en Finland tot India – hebben gemeenschappen zich nat gemaakt. In een sterk artikel, intussen 4 jaar oud, brengt Rutger Bregman een wervend pleidooi voor het algemeen basisinkomen als instrument voor ontwikkeling. Is het een pervers, geldverslindend systeem? Wat dan gezegd van de sociale zekerheid, die ontaardde in een bedorven stelsel van sociale controle? En wat te denken van de dure blanke mensen in SUV’s die we naar het Zuiden sturen, of corrupte ambtenaren aan wiens strijkstok geld blijft hangen? “Een basisinkomen legt de keuze in de handen van armen omdat wij zelf geen idee hebben van wat armen nodig hebben”, formuleert een hulpverlener het. Gratis geld helpt. Echt. Een must read.

Gratis geld helpt https://decorrespondent.nl/10/waaromwe-iedereen-gratis-geld-moetengeven/384450-0b1c02bd

5


een andere kijk

6 © YOUTUBE

n’GO juni 2017

| Video van de maand

Manitoumani, een schreeuw uit het hart Een song, een clip… Er zijn er duizenden. En toch. De nieuwste creatie van de Franse zanger Matthieu Chedid (M) en de Malinese koraspeler Toumani raakt een bijzondere snaar. Weinigen vertolken zo sterk

de schoonheid van authentieke menselijke ontmoeting, van menselijke waardigheid. Beeld, tekst en muziek versterken elkaar zodanig dat een mens er even echt gelukkig van wordt. Een geslaagd huwelijk tussen

twee werelden; een boodschap van schoonheid, vreugde, waardigheid en gelijkwaardigheid. Zet luidsprekers en scherm in aanslag, en geniet! Bekijk de video


© MSF/AZG

interview

n’GO juni 2017

7

Reginald Moreels Ex-minister, oorlogs­ chirurg en -getuige

“Het is een grove leugen dat hulp ooit een regio heeft ontwikkeld.”


interview

n’GO juni 2017

1949

| bio

Geboren in Gent

1974

Doctor in de geneeskunde (UGent)

© FOTOSAGA - FOTOLIA

Reginald Moreels. Een naam die klinkt als ‘geëngageerd idealisme’, niet zelden tegen de stroom in. Als minister van Ontwikkelingssamenwerking in de jaren 90 en vandaag als oorlogschirurg in het Midden-Oosten spaart Reginald Moreels de heilige huisjes niet. “Ontwikkelingssamenwerking in haar huidige vorm lenigt enkel een paar noden. Ze heeft nog nooit een land ontwikkeld.”

1980-2006 Sinds 82 Specialisaties algemene chirurgie, spoed- en rampgeneeskunde (VUB, KU Leuven, UZG)

8

Artsen zonder­ Grenzen: mede­ oprichter Belg. afdeling; voorzitter (’86-94); arts/ oorlogs­chirurg in Afrika en MiddenOosten

1994

Master in Inter­ national Relations (ULB)

1995-99

Staatssecretaris/minister voor Ontwikkelingssamenwerking

2001-03

Humanitair gezant Grote Meren (Belgisch ministerie van Buitenlandse Zaken)


interview

n’GO juni 2017

9

“Ik geloof dat de mens slecht geboren wordt en die natuur langzaam overstijgt door contacten met anderen. Dat is in se een positieve kijk: de mens is in staat zich te verbeteren.”

© MSF/AZG

R

eginald Moreels schuwt dezer dagen de mediascène niet. Televisie en kranten lopen elkaar voor de voeten om de chirurg, die net terug is uit Mosul en wiens koffers klaarstaan voor Jemen, te polsen over zijn wedervaren in Irak en Syrië. “Ik móét getuigen”, zegt hij, “dat is mijn rol. Ik ben in de eerste plaats oorlogschirurg, maar ik denk verder dan het puur humanitaire, over hoe het verder moet met mens en wereld.” Moreels is diep geraakt door de apocalyptische taferelen die hij heeft gezien. Men komt er niet ongedeerd uit, maar zo hoort het ook, vindt hij. “Men mag nooit onverschillig worden. Nooit afstand nemen van wat een ander meemaakt.”


interview

n’GO juni 2017

10

n’GO   Bent u een idealist? “Wellicht, maar dan in een welbepaalde vorm. Idealisme als het nastreven van een ‘gevaarlijk ideaal’, waarbij mensen zichzelf een droom voorhouden en die met geweld najagen, daar sta ik mijlenver van. Ik pleit voor het ideaal als de eenvoudige mogelijkheid om dingen te verbeteren. Ondanks de intrinsiek slechte aard van de mens – althans, dat geloof ik – kunnen sommigen die natuur overstijgen en solidair zijn.” n’GO   Gelooft u dat werkelijk, dat de mens intrinsiek slecht is?

“Die vraag houdt mij wakker, ja. De algemene gedachtegang is dat de mens zowel goed als kwaad in zich draagt, maar die visie bevredigt mij niet. Ik wil weten wat de mens in oorsprong is: is hij goed en wordt hij gecorrumpeerd door ervaringen en opvoeding, of wordt hij slecht geboren en overstijgt hij die natuur langzaam door

© ANATOLIYCHERKAS - FOTOLIA

Respect is dé sleutel voor elk samenleven in verschil. Respect en Verantwoordelijkheid komen altijd vóór Vrijheid.

contacten met anderen? Ik werk momenteel aan een essay waarin ik die vraag vanuit alle mogelijke invalshoeken belicht: neurologisch, psychologisch, filosofisch, religieus enzovoort. Ik heb zoveel gezien en meegemaakt dat ik geneigd ben de tweede optie te geloven. Maar dat is in se een positieve kijk: de mens is in staat zich te verbeteren. Voor mensen die hun slechte aard op de achtergrond weten te drukken, heb ik enorm veel bewondering. Gelukkig kent iedereen zulke mensen in zijn omgeving.”

n’GO   Waarom engageert u zich steeds weer? Loont idealisme?

“Ik ben geëngageerd, maar ik beschouw mezelf niet als een zuivere altruïst. Enkel heiligen doen goed zonder enige verwachting van wederkerigheid. Ik ontvang compensatie in de vorm van dankbaarheid, bewondering, media-aandacht. Maar die hang naar reciprociteit neemt af met de jaren. Het doet er steeds minder toe of mensen goedkeuren wat ik doe. Je kan je verhalen en diepste ervaringen toch nooit


interview

n’GO juni 2017

Het Westen beleeft een historische periode van ethisch verval. We zijn een uiterst ongastvrij continent geworden en hebben door gebrek aan overlevingsstrijd geen veerkracht meer.

helemaal kwijt, zelfs niet bij je dichtste geliefden. Ach, elk engagement behoudt een stuk mysterie dat men nooit kan uitdrukken. En dat is goed. Mijn grootste drijfveer is Curiosité, mét hoofdletter: een enorme nieuwsgierigheid naar iedereen die anders denkt en leeft. Ik heb onlangs zeven weken samengeleefd met moslims in Irak. Zij drinken geen alcohol, beleven hun geloof in dagelijkse rituelen, hebben specifieke culturele omgangsvormen, maar die verschillen ervaar ik op geen enkel moment als een obstakel. Respect is dé sleutel voor elk samenleven in verschil. Respect en Verantwoordelijkheid vormen een eenheid en komen altijd vóór Vrijheid. Vrijheid is immers een relatief begrip: mijn vrijheid stopt waar de uwe begint. Verantwoordelijkheid daarentegen is absoluut. Er bestaat geen ik zonder de blik, het gelaat van de andere. De andere maakt mij, definieert mij. Dat is de filosofie van het personalisme, die denkers als Paul Ricoeur

en Emmanuel Levinas uitdroegen. Ook de Franse president Macron is sterk geïnspireerd door het personalisme van zijn leermeester Ricoeur.” n’GO   Die omgang met wie fundamenteel anders is, dat maken we nu van heel dichtbij mee met de vluchtelingencrisis.

“Absoluut. Wij moeten de wereld blijven intrekken en vluchtelingen moeten naar hier blijven komen. Enkel migratie zal onze wereld verdraagzamer maken. Verdraagzaamheid is immers gebaseerd op de kennis van en ontmoeting met elkaar. Als we vreedzaam willen samenleven, zullen we een inspanning moeten leveren. Tijdens mijn ministerschap heb ik me met acht Afrikaanse denkers teruggetrokken in de abdij van Orval om samen na te denken over een nieuw paradigma voor ontwikkelingssamenwerking: samenwerken in al zijn dimensies: economisch, cultureel,

11

De praktijktoets van de theorie: private for non-profit Reginald Moreels ziet vooral heil in een ontwikkelingsvorm die aan humanitaire projecten ook een economische of commerciële factor koppelt. Dat die visie de proef van de praktijk kan doorstaan wil hij aantonen met een private for non-profit-project, dat hij in samenwerking aan het opstarten is in Beni, Noord-Kivu. Het project voorziet een kwaliteitsvolle chirurgische dienst, verbonden met een lokaal bedrijf van medisch materiaal. Er wordt een juridische structuur opgezet, een holding met een vzw en een bvba, die samen een conventie tekenen. Aandeelhouders ontvangen een dividend, maar 25 à 30% wordt opnieuw geïnvesteerd in de vzw, zodat armen een even goede dienstverlening kunnen ontvangen als rijken. De vzw moet op haar beurt zorgen voor een gezond kosten-batenevenwicht. “Investeren in Beni houdt enkele risico’s in, maar de garantie dat alles geïnvesteerd wordt in mensen is een overtuigende factor. Eerlijkheid is mijn handelsmerk”, aldus Moreels.


interview

© SOLIDMAKS - FOTOLIA

n’GO juni 2017

sociaal, menselijk..…1 We moeten absoluut af van het intellectueel enge Westerse superioriteitsdenken. Let op, ik ben geen altermondialist: ik schaam me niet voor mijn eigen beschaving en doe niet aan zelfkastijding. Ik erken de fouten die werden gemaakt, maar mijn blik is vooruit gericht. Anderzijds geloof ik dat het Westen vandaag een historische periode van ethisch verval doormaakt, zoals alle grote rijken   De denkoefening mondde uit in een boek: R. Moreels, J.M. Ela, A. Traoré, M.A. Savané, A. Tévoedjré, E. Wamba dia Wamba, E. Ki-Zerbo, J. Kane-Sy, A. Ould Abdallah, M. Cissokho, T. Verhelst, M. Colpaert, L. de la Rive Box: De mens, een remedie voor de mens. ontwikkeling ontcijferd. Een politiek manifest voor menswaardigheid en interculturele dialoog 1

bloei en verval aaneenrijgden. We zijn een uiterst ongastvrij continent geworden, dat zijn welvaart en levensstijl krampachtig afschermt voor anderen. Nochtans is die zogenaamd fantastische democratie verweven met heel wat hypocrisie in onze internationale politiek. Denk maar aan de wapenhandel, die steeds weer in illegale handen valt. Ons superioriteitsdenken versterkt het anti-Westerse gevoel in de rest van de wereld. We mogen best fier zijn op onze beschaving, maar moeten ver weg blijven van elke vorm van dominantie en missioneringsdrang. Onze redding uit het verval ligt in wat we van het Zuiden kunnen leren: gastvrijheid, menselijke warmte en bovenal veerkracht. Omdat we al zovele jaren in vrede en welvaart leven, zijn we het gevecht om te overleven verleerd. We zijn gevoelsmatig lui geworden. Wie moet vech-

ten om te overleven, ontwikkelt veerkracht. Net omdat we de strijd ontberen, zijn we in verval geraakt.” n’GO   U bent moeilijk in een vakje te plaatsen: idealist, maar geen altruïst; criticus, maar geen altermondialist.

“Ik voeg er nog eentje aan toe: geweldloze activist, maar geen pacifist. De opmars van geweld is een van de meest verontrustende evoluties in het wereldgebeuren, wat statistieken ook mogen beweren. Ik zie in Mosul, in de Centraal-Afrikaanse Republiek, in Kasai, ware humanitaire verschrikkingen. Het geweld is van een ongeziene, ontmenselijkende wreedheid. Toch ben ik geen pacifist pur sang. Ik volg Mandela in zijn uitspraak ‘where choice is set between cowardice and violence, I would advise vi-

12


interview © ALISTAIR COTTON - FOTOLIA

n’GO juni 2017

olence’. Dit geldt echter alleen onder zeer strikte condities: geweld kan enkel ingezet worden om een uit de hand lopend onrecht te stoppen, zoals genocide, of bij massale mensenrechtenschending. Ik heb zoveel gruwel gezien ten gevolge van geweld, maar ik blijf beducht voor moraliseren. Geweld maakt mensen op hun beurt gewelddadig. Het ontmenselijkt hen. Een vredevol hart kan plots in agressiviteit verzanden als hij zijn geliefden voor zijn ogen kapotgeschoten ziet. Je moet al een superheld zijn om dit te kunnen vergeven. Plaats jezelf in de plaats van hen die geweld plegen, ook al zijn ze niet mooi om aan te zien. Hoe extreem gewelddadig ik de wereld ook ervaar, toch spreek ik niet van een verloren generatie. Ik plaats mijn hoop in een toekomst waarin transhumane technologie – neen, niet de natuurlijk menselijke evolutie – een andere mens zal doen opstaan, die hopelijk een stuk minder destructief zal zijn.”

13

Landen als Congo, Benin en Burkina Faso zouden wel varen met een politiek geschoolde ondernemer aan het roer. Enkel met ngo’s kan je die landen niet ontwikkelen.

n’GO   Kan ontwikkelingssamenwerking nog een rol spelen in dat internationale woelwater?

“Ja, maar niet in de vorm waarin ze nu al 70-80 jaar grossiert. Het paradigma van de gevende en ontvangende hand blijft een hardnekkig model. Natuurlijk moet de gevende hand in noodsituaties blijven bestaan. Dat is onze ethische, onaantastbare plicht. Maar het is een grove leugen dat hulp ooit een regio heeft ontwikkeld. Ontwikkelingssamenwerking lenigt enkel een paar noden. Alleen economische en culturele uitwisseling zijn in staat ontwikkeling te brengen. Het paradigma moet omgedraaid worden: niet helpen om te ontwikkelen, maar het samenwerken ontwikkelen. In die samenwerking op voet van gelijkheid moet aan humanitaire projecten ook een commerciële of economische factor gekoppeld worden. Ik ben zelf zo’n private for nonprofit-project aan het opstarten (zie p11).

Als minister van Ontwikkelingssamenwerking pleitte ik reeds voor deze aanpak en ik ben blij dat die zienswijze ook het beleid van minister De Croo tekent. We moeten de domme en intellectueel arme tegenstelling witte raven (ngo’s) versus zwarte gieren (ondernemers) opheffen. Ze is fundamenteel onjuist en brengt geen zoden aan de dijk. Ik ben zelf geëvolueerd in mijn denken door het contact met de commerciële activiteiten van mijn zoon, en hij heeft steeds meer oor naar mijn sociale insteek. Die interactie versterkt het ethisch-sociale ondernemen en maakt het sociale duurzamer.” n’GO   Vele ontwikkelingsactoren staan open voor verandering. Waar knelt het schoentje?

“Wat mij stoort in de ontwikkelingswereld is het schrijnende gebrek aan samenwerking. Ngo’s worden nu wel verplicht om synergieën op te zetten, maar veel meer dan


interview

n’GO juni 2017

“Enkel migratie zal onze wereld verdraagzamer maken.” een financiële impact hebben die niet. Er is geen geest van (h)echte samenwerking. Velen denken wel in die richting, maar de structuren volgen niet. Heel wat raden van bestuur van ngo’s zijn bevolkt met ‘oude ratten’ uit ontwikkelingssamenwerking, terwijl de meeste ondernemingsraden een veel flexibelere structuur kennen. En dan hebben we het nog niet gehad over de ondraaglijke bureaucratie waarmee de ontwikkelingssector kampt: dat mensen zes maanden moeten werken aan een plan voor overheidssubsidies, is toch niet te geloven!” n’GO   Hoe kunnen Afrikaan-

se landen zelf die economische insteek privilegiëren?

“Ik ben erg optimistisch over Afrika. Als Kabilla in Congo plaats ruimt voor de oppositiekandidaat en zakenman Katumbi, kan het land binnen 10 à 15 jaar echt van de grond komen. Grondstoffen als metalen, water en zon zijn er massaal aanwezig; het kan een paradijs voor ondernemerschap en alternatieve energie worden. Ook landen als Benin en Burkina Faso zouden wel varen

met een politiek geschoolde ondernemer aan het roer. Zo’n zakenman heeft zelf fortuin gemaakt en hoeft de staatskas niet te plunderen. Enkel met ngo’s kan je die landen niet ontwikkelen. De Afrikanen zullen het zelf moeten doen. Dat we moeten blijven samenwerken is evident. Zoals ik eerder zei: internationale en interculturele uitwisseling zijn de sleutel tot een betere wereld.” n’GO   U bent zelf vooral actief in humanitair werk. Gelden daar andere regels?

“Humanitair werk en ontwikkelingssamenwerking hebben eigen doelstellingen, maar zijn geen gescheiden werelden. Ik tracht hen te verbinden en de tweespalt tussen dringende hulp en duurzame hulp op te heffen (zie kader p.11). Dringende hulp is onze ethische, onaantastbare plicht, waaraan we nooit mogen verzaken. Duurzame hulp moet trachten om mensen geleidelijk aan uit het slop te trekken door hun bij stopzetting van de dringende hulp een soort startfonds aan te reiken. Daarmee kunnen ze ondernemingen opzetten die

beantwoorden aan hun eigen culturele context. Dat laatste is erg belangrijk. Neem nu het onderwerp stiptheid, wat in Afrika een relatiever begrip is dan hier. Dat moeten we in de juiste context begrijpen. De zogenaamde Afrikaanse ‘luiheid’ is een absolute mythe. Het klimaat maakt het onmogelijk om aan een hels tempo te werken; dat zou niemand van ons kunnen. Een tikklok is dan ook niet het juiste, cultuur aangepaste instrument. Maar een werknemer aanzetten om wat langer te werken als de grootste hitte is gaan liggen, dat lukt wel. Daarnaast maken de torenhoge werkloosheid en regimes die enkel voor zichzelf werken de mensen kapot. Ze drijven hen ongewild in niet-ethische jobs.” SYLVIE WALRAEVENS

14


© ECHOS COMMUNICATION

passerelles

Aicha Adahman

Feministe met hoofddoek, op zoek naar een derde weg

n'GO juni 2017

15


passerelles Aicha Adahman

n'GO juni 2017

16

Passerelles : Deze nieuwe rubriek geeft het woord aan personen met een migratieachtergrond. We laten hen hun manier van leven vertellen, hoe ze uitwisselen en samenleven in en met hun gastland. Hoe leggen ze contact? Hoe overstijgen ze dagelijkse vooroordelen en discriminatie? Hoe creëren ze passerelles tussen hun thuisland en hun gastland? Hoe engageren ze zich opnieuw, dragen ze bij en interpelleren ze?

© ECHOS COMMUNICATION

In onze samenleving maken vooroordelen en discriminatie sociale banden kapot en ze verwijderen gemeenschappen van elkaar. Wij vinden het belangrijk om mannen en vrouwen naar voren te schuiven die in het dagelijkse leven passerelles bouwen tussen hun hier en hun daar en zo de vaardigheden ontwikkelen om culturen, verhalen, plaatsen en talen in dialoog te laten treden.

“Er is altijd een derde weg, één tussen de angst voor de andere en het terugplooien op zichzelf.”

A

icha Adahman werd in de jaren 70 geboren in Marokko en was 14 toen ze in België bij haar vader kwam wonen. Als jonge vrouw droomde ze van een mooie toekomst, maar het vertrek uit haar geboorteland was erg ingrijpend. Vandaag staat ze stevig in haar schoenen. Ze houdt zowel in de Belgische maatschappij als in de Maghrebijnse gemeenschap een stevige voet aan de grond en kan daardoor de denkbeelden van beide in vraag stellen. Voor ons schetst ze enkele belangrijke elementen uit haar parcours die ertoe geleid hebben dat ze de vereniging Génération Espoir oprichtte en zo haar duit in het zakje deed.


passerelles Aicha Adahman

n'GO juni 2017

17

gesproken en over zijn anders-zijn. Dat bewustzijn over samenleven met anderen in mijn vaderland heeft me geholpen bij mijn aankomst in België.

Een intuïtie van man-vrouwgelijkheid © ROBYPANGY - FOTOLIA

Een markant element uit mijn kindertijd is dat het traditionele discours over de ongelijkheid tussen man en vrouw, dat ik rondom mij hoorde, mij al heel vroeg niet overtuigde. Als ik zag dat de jongens een deel van de speelplaats als hun territorium gingen zien, haastte ik mij om die plek met mijn vriendinnen in te nemen. Een rechtvaardige en op gelijkheid gabaseerde kijk op de dingen, die had ik al heel vroeg.

Breuk en continuïteit De school als voorrecht

Wanneer ik terugdenk aan mijn kindertijd in Marokko zijn het mijn eerste stappen naar kennis die mij het eerst voor de geest komen. Ik groeide op in een klein dorpje in het noorden. De school was ver en moeilijk te bereiken. Alleen enkele jongens uit de buurt gingen erheen. Mijn grootvader leerde ons daarom thuis het alfabet en de soera’s van de koran. Toen ik acht was, besloot mijn vader om naar de stad te verhuizen, zodat wij naar school konden gaan. Dat was een zegen voor ons, omdat er toen nog geen schoolplicht was. Ik was ouder dan de rest van mijn klas. Ik werd daarom gerespecteerd en men vond mij wijs. Ik werd de vertrou-

wenspersoon van de meisjes, op mij konden ze rekenen in alle situaties.

Het eerste besef van verschil

Daarnaast herinner ik me de wijk waarin we woonden en de verschillen waarmee ik dagelijks geconfronteerd werd. Er was die Spaanse priester, die we Padre noemden en die liep te ijsberen over het trottoir met zijn bijbel in de hand. Samen met de zusters hield hij een kleuterschool open, terwijl ons systeem pas vanaf de lagere school begon. Ik keek vol bewondering naar die kleintjes met hun schortjes. Een beetje verderop was er een jood, die een heel speciale winkel had. Ik ging er soms snoep kopen. In de wijk werd er over hem

Mijn vader werkte in België sinds 1964. Toen ik 14 was, besliste hij om ons mee te nemen. Ik heb alleen vage herinneringen aan die periode. Alles ging zo snel. Ik denk zelfs niet dat we de school hebben verwittigd. Ik was blij om te kunnen vertrekken naar Europa, maar ik had ook stress. Mijn middelbare school zou mijn toekomst vormen. Ik wilde iemand worden! Het vertrek naar het onbekende verontrustte me. Wat zou ik worden als ik eenmaal daar was? In het begin woonden we in een huis van de parochie. De zusters ontvingen ons en gaven ons alles wat we nodig hadden voor onze start in België. In tegenstelling tot de Marokkaanse huizen met dakterrassen had dit huis een gesloten dak. Ik voelde me net in een gevangenis.


passerelles Aicha Adahman

n'GO juni 2017

18

© KAJZRPHOTOGRAPHY.COM - FOTOLIA

“In tegenstelling tot de Marokkaanse huizen met dakterrassen had dit huis een gesloten dak. Ik voelde me gevangen.” Ook op familiaal vlak moest ik een nieuwe houvast vinden. In Marokko hadden we de gewoonte om alles te vragen aan onze moeder, omdat vader er enkel tijdens de vakanties was. Ineens was zij het niet langer die de regels bepaalde. Omdat ze deze nieuwe maatschappij met haar andere gewoontes niet wist te ontcijferen, stuurde ze ons door naar vader. Heel verwarrend! De eerste schooldag vroeg ik aan de zusters om mee te gaan met mij en mijn broer, omdat ik niet wist hoe ik mij moest gedragen. Er was geen specifieke begeleiding voor kinderen die geen Frans kenden. Sommige leerkrachten hadden wel aandacht voor ons, maar ik durfde het toch niet te zeggen als ik dingen niet begreep. Ik had ook moeite met mijn agenda en mijn huiswerk. De theoretische lessen leerde ik gewoon vanbuiten.

Ik maakte wel gemakkelijk vriendinnen en al snel vond ik mijn rol als vertrouwenspersoon van in Marokko terug. Ik verzette me ook nog altijd even hevig tegen onrecht en daarom kon ik het goed vinden met een jongen op school. Ik weet nog altijd niet hoe ik dat klaarspeelde in mijn gebrekkig Frans en met zo weinig kennis van die nieuwe maatschappij.

Mijn verschil bevestigen

Ik veranderde van school om meer bij leerlingen van mijn af komst te zitten, maar raar genoeg spendeerde ik meer tijd met meisjes die niet van Marokkaanse afkomst waren. Toch voelde ik mij heel anders. Ik had mijn eigen waarden en manier van doen en uit loyaliteit voor mijn cultuur en mijn religie wilde ik die codes niet overtreden.


n'GO juni 2017

19 © ECHOS COMMUNICATION

passerelles Aicha Adahman

Als ik mijn vriendinnen vriendjes zag hebben, dacht ik: Het is hun cultuur en ik heb de mijne. Ik vond het wel moeilijk om me anders te moeten gedragen. Soms verweet ik mijn ouders dit. Waarom hadden ze ons zo opgevoed? Die verwijten werden zachter toen ik me begon te realiseren dat sommige meisjes nog veel strengere ouders hadden dan ik, dat ik me ergens in het midden bevond.

Bewustzijn van discriminatie en pogingen tot antwoord

Af en toe kreeg ik van bepaalde leraars opmerkingen die denigrerend waren. Als ik stage liep in het middelbaar, kreeg ik niet dezelfde taken als mijn blanke klasgenoten. Ik was me bewust van discriminatie, maar had nooit gedacht dat dit zich zou uiten in een andere behandeling, uitsluiting of afwijzing.

Ik keek graag naar televisiedebatten en luisterde naar de argumenten. Als ik hoorde hoe ze over moslims spraken, werd ik kwaad, maar ik probeerde te begrijpen wat de mensen ertoe bracht om zo te denken. Ik probeerde hun analyse te snappen om er daarna op te kunnen antwoorden. Ik begon me ook af te vragen waar mijn leven naartoe zou leiden, welke weg ik wilde kiezen. Ik ergerde me nog steeds aan het discours thuis over het statuut van de vrouw en besloot om mijn geloof te leren kennen om zelf antwoorden te vinden. In een opleiding islamitische wetenschappen vond ik die. Mannen praten op die manier over vrouwen om hen te domineren en in hun plaats te beslissen. Het was een heuse bewustwording en ik wilde voortaan bijdragen tot een mentaliteitsverandering. Op dat moment besloot ik om een hoofddoek te dragen. Het lijkt misschien para-

“Bij de keuze van mijn team discrimineer ik positief. Ik probeer de krachten te bundelen van mensen die niet op mij lijken.”


passerelles Aicha Adahman

n'GO juni 2017

doxaal, maar in mijn ogen was dat geen daad van onderwerping, maar een geloofsdaad. Ik ben feministe mét een hoofddoek.

© CHICCODODIFC - FOTOLIA

Bijdragen

In 1999 richtten we de vzw Génération Espoir op om studiehulp aan te bieden voor jongeren met problemen en om activiteiten te organiseren voor vrouwen van NoordAfrikaanse origine. De vereniging moest enkele etappes doorlopen om uiteindelijk officieel erkend te worden om een integratieparcours te mogen organiseren. Bij de keuze van mijn team paste ik positieve discriminatie toe. Ik probeerde de krachten te bundelen van mensen die niet op mij lijken. Ik ben ervan overtuigd dat een team aan rijkdom wint naarmate het diverser is samengesteld, want we denken niet allemaal op dezelfde manier. We hebben allemaal een ander traject doorlopen en met die persoonlijke insteek willen we samen projecten opstarten. Ik wil vooral hoop geven aan jongeren: hun laten zien dat ze in de samenleving geaccepteerd kunnen worden voor wie ze zijn en dat ze vertrouwen kunnen hebben in hun gastland. Ik wil hun ruimte geven

20

om zich uit te drukken en verantwoordelijkheid te dragen. Als sommigen klagen dat de hoofddoek nog altijd niet aanvaard is, dan reageer ik met: Wat ga jij daar dan aan doen? Wij zijn geen passieve consumenten. De toekomst van onze kinderen hangt ervan af. Als je iemand verwerpt voor zijn anders-zijn, in welke richting stuur je hem dan? Als je daarentegen iemand aanvaardt, kan hij misschien iets opbouwen. Geborgenheid bieden is erg belangrijk, maar nog essentiëler is onderwijs. Onze jongeren voelen zich verdwaald en ze hebben geen plaats om zich veilig te voelen, zich te ontspannen, te leren. Er is altijd een derde weg, één tussen de angst voor de andere en het terugplooien op zichzelf… één die alles verzoent. AICHA ADAHMAN, TEKST OPGETEKEND DOOR WIVINE HYNDERICK


© EVE MAROC

instrument école du vivre ensemble

n’GO juni 2017

Pierre Biélande geeft vormingen en is net terug uit Marokko, waar het programma Ecole du Vivre Ensemble van Echos Communication loopt. Hij leert er Marokkaanse spelleiders om activiteiten voor lagereschoolkinderen op te zetten. In een volgende fase begeleiden die spelleiders dan de pedagogische teams van een dertigtal scholen, zodat ook zij ermee overweg kunnen.

Vechten tegen vooroordelen

van luchtige spelletjes tot innerlijke bevrijding

21


© EVE MAROC

instrument école du vivre ensemble

Door de kwaliteitsvolle begeleiding kon de veilige dialoogruimte zich omvormen tot een plaats van innerlijke bevrijding.

n’GO juni 2017

22

Het project wil kinderen aan de hand van een reeks oefeningen leren openstaan voor diversiteit. Integratie van Sub-Saharaanse migrantenkinderen op de scholen is immers een grote uitdaging. Pierre deelt zijn bevindingen op het terrein.

“O

ntroering, verrassing en bewustwording. Die woorden beschrijven nog het best hoe ik me voel na mijn verblijf in Marokko. Ik ben ernaartoe gegaan om te luisteren naar de ervaring van een vijftiental spelleiders die activiteiten opzetten rond ‘samen-leven’ en vooroordelen. De jongste onder hen is een prille twintiger en de oudste zijn bijna zes-

tig, maar over één ding zijn ze het roerend eens: “Dit soort projecten moet blijvend ondersteund worden in de regio Oriental”, de armste streek van Marokko. Ik heb het voorrecht gehad om die mensen te leren kennen en hen op te leiden. Wat me het meest getroffen heeft is de manier waarop zij zelf veranderd zijn. Een paar maanden geleden nog vonden ze de activiteiten niet meer dan ‘leuke spelletjes’, maar toen ze – in overleg met de leerkrachten – met kin-


“Er was niet veel nodig: externe spelleiders die goed aanvoelen wat er in een groep leeft, deelname van de leerkrachten, en enkele eenvoudige, ‘vermarokkaanste’ spelletjes.”

deren zijn beginnen werken, kwam de diepere betekenis ervan naar boven. Ze waren enorm onder de indruk van wat kinderen meemaken. En terecht: er werd heel wat afgelachen, maar er waren ook heel emotionele en ernstige momenten, momenten van wijsheid. Soms voelden de volwassenen zich opstandig bij het horen van wat sommige kinderen te verduren krijgen. Uit de getuigenissen blijkt nog te vaak fysiek en seksueel geweld1, dikwijls binnen gezinnen. Heel wat leerkrachten hadden geen idee van de omvang van de problemen en waren erg aangeslagen.   Die verhalen worden gestaafd door het onderzoek van UNICEF in Marokko: « La violence éducative ordinaire : définir, repérer et prévenir dans un contexte de respect de la diversité. » 2016. UNICEF 1

Buitengewoon vruchtbare dialoogruimte

Die verhalen kunnen naar boven komen door de manier waarop de dialoog begeleid wordt. Door die aanpak vormt de veilige dialoogruimte zich om tot een plaats van innerlijke bevrijding. Daar was niet veel voor nodig: externe spelleiders die goed aanvoelen wat er in een groep leeft, deelname van de leerkrachten of zelfs de schooldirectie, en wat spelletjes (zie p. 33). De eenvoudige, ‘vermarokkaanste’ oefeningen volstonden om een buitengewoon vruchtbare dialoogruimte te scheppen, die soms schokkende verhalen opleverde, maar ook veel wijsheid. Dat was ook zo bij de oefeningen in België, maar wat de situatie anders maakte in de publieke scholen van Oriental was dat deze soort activiteiten er blijkbaar nog nooit had plaatsgevonden, waardoor ze des te meer

n’GO juni 2017

23

© EVE MAROC

instrument école du vivre ensemble


instrument école du vivre ensemble

n’GO juni 2017

24

© EVE MAROC

“Heel wat leerkrachten waren erg aangeslagen door wat sommige kinderen te verduren krijgen.” impact hadden. Het aantal voorbeelden van geslaagde integratie is intussen niet meer bij te houden. Er is dat kind met een handicap, dat nu kan zeggen dat het eindelijk vrienden heeft en zich beter geïntegreerd voelt. Of die kinderen van Sub-Saharaanse migranten, die vandaag echt een plaats in de groep hebben. Treffend was het getuigenis van een animator, die vertelde over een gedragsverandering die hem echt plezier deed. Bij zijn eerste activiteit had hij gemerkt dat meisjes en jongens niet bij elkaar in de rij stonden. De meisjes bleven aan een kant, de jongens aan de andere. Bij een tweede bezoek, waarbij hij dominostenen gebruikte, zag hij dat meisjes en jongens

zich vrolijk door elkaar mengden. Dat leverde heel wat stof tot gesprek, verandering van gedrag, en nieuwe denkbeelden van jongens en meisjes over elkaar. De impact van de oefeningen is groot. Maar de af te leggen weg is nog lang. Als we morgen de actie stopzetten, kan al wat we bereikt hebben verdwijnen als sneeuw voor de zon. PIERRE BIÉLANDE

Pierre Biélande is projectverantwoordelijke voor de ngo Echos Communication. Hij organiseert opleidingen over het bestrijden van vooroordelen en is projectleider van l’Ecole du Vivre Ensemble in België en Marokko.


instrument école du vivre ensemble

n’GO juni 2017

25

Vier basisspelletjes om zelf te spelen De doosjes Neem twee kleine doosjes. Plak op het eerste het etiket ‘Europa’, en op het tweede ‘Marokko’. Maak er een opening in. Neem een woordpaar (vrede-oorlog, verdraagzaamheidrespect, rijkdom-armoede enzovoort), geef het aan de kinderen en vraag hen om het eerste woord in een doosje van hun keuze te stoppen (vb. rijkdom in het doosje ‘Marokko’). Laat hen het andere woord van het paar in het andere doosje stoppen (vb. armoede in het doosje ‘Europa’). Laat hen dan hun keuze uitleggen.

© ECHOS COMMUNICATION

Wie ben ik? Over jezelf praten is nooit gemakkelijk, maar op een andere manier over jezelf praten is een hele kunst. Vraag de kinderen om drie foto’s te kiezen die iets over hen zeggen en nodig hen uit hun verhaal te vertellen. Effect gegarandeerd.

Genderdomino Vorm koppels van telkens een jongen en een meisje. Vraag hun om aan te geven waarin ze fysiek op elkaar

lijken (los van het feit dat ze uiteraard allebei twee ogen en twee oren hebben). Vraag hun dan om hetzelfde te doen voor gemeenschappelijke passies, dingen die ze meegemaakt hebben, waar ze van houden (lievelingseten en -muziek, wat ze graag doen, welk spel ze leuk vinden …). Maak er een wedstrijd van, voor een recordaantal gemeenschappelijke punten. Laat de kinderen met elkaar praten en dan hun relaas met de grote groep delen. Verbazingwekkend.

Millepotes Neem tweehonderd kaarten en schrijf op elk van hen een zinnetje in de trant van “Anderen respecteren”, “Het standpunt van anderen aanvaarden”, “Vreedzaam samenleven”, “Je eigen standpunt niet opdringen” enzovoort. Neem een spelbord met vijf vakjes en vraag de kinderen om samen te overleggen wat de belangrijkste kaarten zijn om te kunnen samenleven. Speel zelf de spelleider die de vragen stelt en luister naar de kinderen. Heel opbouwend. Het spel bestaat in het Frans en in het Arabisch.


n’GO juni 2017

© AVATAR_023 - FOTOLIA

spotlight

Voluntourism, geen synoniem van goed doen. Bedenkingen bij buitenlandse stages in het Hoger Onderwijs

Televisiekijkers houden ervan: jonge idealisten die op precaire plaatsen in de wereld al hun kennen en kunnen in de strijd gooien tegen armoede en ellende. Pure feel good. De academische wereld is een al even grote fan, met talloze oproepen tot internationale ervaring. Is dit zonder meer een positieve evolutie, of zitten er ook angels aan dergelijke Zuidervaringen? Zoekt wie vraagtekens plaatst spijkers op laag water (wie kan iets hebben tegen goed doen?) of is een grondig debat op zijn plaats?

26


spotlight

27

© AUREMAR - FOTOLIA

n’GO juni 2017

Als een arts hier nog geen toegang heeft tot de arbeidsmarkt wegens ge­ brek aan ervaring, dan kan hij ook niet ontwikkelingsrelevant zijn in het Zuiden.

V

rijwilligerswerk boomt. Globalisering, een groeiend mondiaal bewustzijn en de mediatisering van talrijke humanitaire crisissen wekt bij vele jongeren en studenten de zin om ‘iets nuttigs te doen’, hun rijkdom en kennis te delen. Ze gaan dan ook gretig in op het aanbod buitenlandse stages in het kader van hun opleiding. Sinds meerdere jaren bieden Ucos en Usos, de ontwikkelingsorganisaties van respectievelijk de Vrije Universiteit Brussel (VUB ) en de Universiteit Antwerpen (UA), aan al wie vertrekt een rijk vormingstraject aan. Het pakket omvat een kritische reflectie over de rol van de stagiair, inleidingen tot wereldburgerschapscompetenties en omgang met armoede en extreme ongelijk-

heid. Ze leggen bijzonder veel nadruk op het belang van de attitude van de stagiair voor het welslagen van de buitenlandervaring.

Commerciële kapers

Door de groeiende vraag voelen universiteiten en hogescholen echter de hete adem van commerciële reisactoren in hun nek. Naast de begeleidingstrajecten door de instellingen zelf heeft zich immers een ware professionele industrie op gang getrokken, die vrijwilligerswerk en stageplaatsen aanbiedt als deel van een toeristisch programma. Voluntourism is een markt waar veel winst te boeken valt. De commerciële aanbieders leggen sterk de nadruk op de praktische begeleiding en de beperking van


spotlight

n’GO juni 2017

28

Meer weten Lees de uitgebreide discussienota van het seminarie “Voluntourism in het Vlaams Hoger Onderwijs. Effectief en verantwoord?” (door Janus Verrelst, USOS, en Sebastian Van Hoeck, UCOS) https://www.uantwerpen.be/images/uantwerpen/ container2009/files/Voluntourism%20Final%20version_ MDR%20(002).pdf

Lees het eerlijke getuigenis van Daisy Scholte “Waarom ik spijt heb van mijn vrijwilligerswerk in India” http://www.alldayeverydaisy.com/persoonlijk/waarom-ikspijt-heb-van-mijn-vrijwilligerswerk-in-India/

Stage: een verantwoord middel?

De meest prangende vraag is of een buitenlandstage van bijvoorbeeld een student Vroedkunde ontwikkelingsrelevantie heeft. Met andere woorden: heeft het werk dat studenten in het Zuiden verrichten een aantoonbare positieve impact op de situatie ter plaatse? De meningen zijn verdeeld. De meest kritische stemmen dringen erop aan bijzonder veel voorzichtigheid aan de dag leggen om studenten in kwetsbare situaties aan het werk te zetten. Heel wat (medische) studenten willen vooral praktijkoefening opdoen en hun interesse om de lokale context te leren kennen is eerder beperkt. Maar als een arts hier in België nog geen toegang heeft tot de arbeidsmarkt wegens gebrek aan ervaring, dan kan hij ook niet ontwikkelingsrelevant zijn in het Zuiden. Soms loopt een persoon zonder

© PAFFY - FOTOLIA

de veiligheidsrisico’s. Niet zelden bespelen ze een emotionele snaar. Ze hebben nauwelijks kennis van de mensen die ze naar het Zuiden sturen en verwachten ook zeer weinig van hen met betrekking tot competentie en ingesteldheid. Die insteek staat in fel contrast met de kernwaarden van opleidingsinstellingen, die de impact van het verblijf van de student centraal stellen en studenten een goed gestoffeerd voorbereidingstraject aanbieden. Maar laat nu ook daar weer het schoentje wringen. Want ook wie studenten bona fide naar het Zuiden stuurt, kan niet om de vraag heen of het allemaal wel zin heeft... Op 18 mei verzamelden talrijke bekommerde actoren uit de Vlaamse onderwijswereld op een seminarie rond de vraag of Voluntourism effectief en verantwoord is in een onderwijscontext, wat door USOS en UCOS sterk betwijfeld wordt.


spotlight

n’GO juni 2017

29

enige terreinervaring gewoon in de weg of ontneemt lokale studenten stagemogelijkheden. Daarom zijn velen geneigd om ontwikkelingsrelevantie niet als hoofdmotivatie voor een buitenlandse stage naar voren te schuiven. Zij zetten eerder in op de opleidingsrelevantie voor de student: het verwerven van interculturele competenties, die ook nuttig zijn bij de omgang met allochtone patiënten of klanten hier vanuit de kennis van hun context.

Theorie in ruil voor context

Johan Bastiaensen, hoogleraar IOB, kan terugblikken op een jarenlange ervaring in Nicaragua. Hij stelde vast dat velen de westerse stages als koloniaal beledigend ervaren. Toch wil hij ze niet volledig afschrijven. “Als we ze maar niet omschrijven als ontwikkeling brengen”, zegt hij. “Zelf leren

komt op de eerste plaats en de juiste attitude – samenwerken vanuit een respectvolle aanwezigheid en op basis van gelijkwaardigheid – is de belangrijkste sleutel tot succes. In ruil voor theoretische kennis kunnen de stagiairs contextkennis vergaren. Uiteindelijk investeert het Zuiden vooral in ons en niet omgekeerd. Om die samenwerking in gelijkwaardigheid een ernstige kans te geven is een voorbereidingstraject zoals Ucos en Usos aanbieden van onschatbare waarde en zelfs een must. En daar knelt veelal het schoentje bij commerciële aanbieders van toeristisch vrijwilligerswerk.”

Ontwikkeling anders

Niet iedereen wil echter ontwikkelingsrelevantie zomaar van de baan schuiven. Voor Frank Verstraeten, coördinator van Ucos, moeten we het kind niet met het badwa-

© IMAGEXPHOTO - ISTOCK

“Uiteindelijk investeert het Zuiden vooral in ons en niet omgekeerd.”


spotlight

30

© IMAGEXPHOTO - ISTOCK

n’GO juni 2017

Wie geïsoleerd en zon­ der een langetermijn­ samenwerking studenten naar het Zuiden stuurt, ver­ valt in een karikatuur van fly in, fly out development en heeft nauwelijks impact.

ter weggooien, maar wel de term ontwikkeling herdefiniëren, dit om te vermijden dat we stageplaatsen enkel als oefenschool gebruiken. “Wanneer het onderwerp van ontwikkeling niet het Zuiden is, maar de wereld, heeft een stage wel degelijk ontwikkelingsrelevantie. Deze hoeft zich niet te beperken tot onmiddellijke impact van studenten ter plekke. De Zuidpartner is vaak geïnteresseerd in theoretische kennis, maar vooral in de kans tot netwerking. Hij wil deel uitmaken van een groter geheel en de student wordt daartoe een middel. Vanuit een ruime definitie van ontwikkeling kan dan toch nog sprake zijn van ontwikkelingsrelevantie”, aldus Verstraeten. Verder stelt hij vragen bij een onderwijs dat mee stapt in de commercialisering van één van

haar kerntaken: opleiding en globaal engagement verbinden. De kernwaarde van een commercieel bedrijf is nu eenmaal winst maken en onderzoek toont aan dat er weinig ruimte is om van impact op het Zuiden of wederzijdse verantwoordelijkheid een aandachtspunt te maken.

Volunteer hubs

Hoe rijmen we dit kritische denken met de groeiende Europese vraag naar internationalisering? Zijn de stagekandidaten te talrijk om hun allemaal een zinvolle ervaring en bijdrage te garanderen? ‘Genoeg plaatsen in de wereld waar werk aan de winkel is’, kan men denken, maar deze redenering vraagt enige bijstelling. Projecten die te geïsoleerd zijn en niet deel uitmaken


© BLUEORANGE STUDIO - FOTOLIA

spotlight

n’GO juni 2017

31

Stel jezelf 4 vragen voor vertrek

van een langetermijnsamenwerking in eerlijk partnerschap hebben geen of nauwelijks impact. Wie niet heel precies weet met wie en hoe wordt samengewerkt, vervalt in een karikatuur van hit and run of fly in, fly out development. Maar ook die sterk omkaderde samenwerking is niet zonder gevaren. Vele jongeren bevinden zich bij hun buitenlands vrijwilligerswerk in ware volunteer hubs: aantrekkelijke plaatsen met toegankelijke projecten waar het onophoudelijk wemelt van de buitenlanders en waar vrijwilligers ‘de tijd van hun leven’ samen beleven, maar niet per se met de lokale bevolking. Het hoeft geen betoog hoe nefaste mechanismen daar vrij spel krijgen.

Helden en sukkelaars

Of de zin van een buitenlandse stage eerder in ontwikkeling dan wel in het leren zit, blijft stof voor debat. Maar een derde opdracht mag evenmin uit het oog verloren worden. Wanneer stagiairs terugkeren van hun stage, hebben zij ook de verantwoordelijkheid om zich hier in te zetten voor de beeldvorming bij het grote publiek. Via blogs, fototentoonstellingen, sociale media of reisverhalen kunnen zij bijdragen tot een juistere en genuanceerde kijk op het Zuiden. Televisieformats met jonge dokters die zich als helden gedragen bij een problematische bevalling in een Afrikaans dorp, of professionals die hun beroepsgenoten in

Sian Ferguson, een Zuid-Afrikaanse schrijfster, zet ernstige vraagtekens bij het fenomeen voluntourism. Het kan de lokale economie schade toebrengen, kwetsbare kinderen tot koopwaar herleiden en perverse neokoloniale stereotypen bestendigen, aldus Ferguson. Maar voor wie toch vertrekt met een commercieel agentschap, geeft ze vier vragen mee. 1. Zou je dit vrijwilligerswerk ook doen zonder camera bij de hand? 2. Deel je met het agentschap waarmee je vertrekt dezelfde waarden? 3. Gaat jouw inbreng meer kwaad dan goed bijbrengen? 4. Zou je jezelf voldoende vertrouwen voor dezelfde job in je eigen land?

Een must-read voor wie zijn vertrek ernstig wil voorbereiden!

https://matadornetwork.com/life/dear-volunteers-africa-please-dont-come-help-youve-asked-four-questions


© MANGOSTOCK - ISTOCK

“ het Zuiden gaan opzoeken en ter plaatse van de ene onthutsing in de andere vallen, leveren benijdenswaardige kijkcijfers op, maar versterken het onterechte beeld van een hulpeloos Zuiden tegenover een alwetend en ontwikkeld Noorden, wat het fenomeen van voluntourism in de hand werkt. Daaraan moet absoluut een einde komen. Dat die opdracht moeilijk is, spreekt voor zich, want de realiteit die velen hebben meegemaakt is vaak van een dergelijke complexiteit dat het zoeken is naar de juiste woorden en standpunten. Manon Pigolet, arts aan het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, merkt evenwel terecht op dat we

wel veel verwachten van studenten die even hun neus aan het venster steken. De knuppel ligt in het hoenderhok. Het debat is open. Laten we het vooral voeden en doen evolueren, om uiteindelijk de meest verantwoordelijke vorm van interculturele ontmoeting te laten zegevieren. SYLVIE WALRAEVENS

Vele jonge vrijwilligers be­ vinden zich in ware volunteer hubs: aan­ trekkelijke plaatsen met toegankelijke projecten waar het wemelt van de bui­ tenlanders en waar ze ‘de tijd van hun leven’ samen bele­ ven, maar niet per se met de lokale bevolking.


© ARS ELECTRONICA 2005, PHOTO: RUBRA

blog-notes

n’GO juni 2017

| stem van de expert

Aminata Traoré

Aminata Dramane Traoré, geboren in 1947, is een Malinese schrijfster, politica en activiste. Van 1997 tot 2000 was ze minister van Cultuur en Toerisme van Mali. Ze was ook coördinator van het United Nations Development Programme. Vandaag leidt ze het Forum pour l’autre Mali en is ze Associate Coordinator van het International Network for Cultural Diversity. In 2005 werd ze gekozen in het bestuur van het International Press Service. Aminata Traoré is ook lid van het wetenschappelijk comité van de Fundacion IDEAS, de denktank van de Spaanse Socialistische Partij.

Ontwikkelingshulp, tijd voor een ander discours

H

et Westen gebruikt vaak de woorden ‘beschaving’, ‘ontwikkeling’, ‘liberalisering’ om de noordzuidrelatie te beschrijven. Nochtanns, als je de balans opmaakt van die noord-zuidrelatie, als je ziet waar ze toe geleid heeft, dan besef je dat het vandaag heel belangrijk is om de geesten te zuiveren en het gangbare discours drastisch om te gooien.

33


blog-notes

n’GO juni 2017

34

“Hoewel het Westen in een complete impasse is beland, blijft het rotsvast geloven in de superioriteit van zijn waarden en instellingen, en blijft het de planeet leegroven om antwoorden te vinden op zijn vragen.”

Het Europese model: ‘een niet in te halen superioriteit’

Hoewel het Westen in een complete impasse beland is, blijft het rotsvast geloven in de superioriteit van zijn waarden en instellingen, en blijft het de planeet leegroven om antwoorden te vinden op zijn vragen. Dat is eigenlijk waar het debat tegenwoordig over zou moeten gaan. We zijn hervallen in een vorm van afhankelijkheid, van dienstbaarheid, die des te gemakkelijker aanvaard wordt omdat ze verpakt wordt als ‘globalisering’, een trend waarvan men zei dat iedereen er beter van ging worden. Ons ongeluk in West-Afrika is dat ook wij dat eenzijdige Westerse discours hebben overgenomen.

We zijn het slachtoffer geworden van het beeld dat we onszelf voorspiegelen. Dat moet veranderen.

Een ander perspectief om zekerheden in vraag te stellen

Ik weiger om nog langer aan zelfkastijding te doen en vol te houden dat Afrika de trein naar ontwikkeling gemist heeft omdat dat continent niet in staat zou zijn om zich te ontwikkelen. Wat mij vooral zorgen baart, is het ontwikkelingsmodel dat ons opgedrongen wordt: een extravert proces, dat ongelijkheid en oorlogen in de hand werkt, en bovendien racistisch is. Mensen worden vernederd zodat hun bezit gemakkelijker kan worden ingepikt.


blog-notes

n’GO juni 2017

De enige uitweg uit die zelfkastijding en die bewondering van de andere is mensen de kans geven om hun perspectief bij te stellen. Afrikanen moeten zo stilaan beseffen dat de oplossing niet uit Europa zal komen, en Europa moet weten dat Afrika hén hulp biedt. Europa heeft Afrika nodig, meer dan omgekeerd.

Afhankelijkheid doorbreken

We moeten absoluut een einde maken aan onze afhankelijkheid. Vooral in het geval van Mali. We zijn een ingesloten

land in de Sahel zonder oliebronnen, en we kunnen niet eens zelf de prijs van ons katoen en goud bepalen. Iedereen weet wat de oplossing is: (een deel van) onze grondstoffen zelf omzetten en de uitbouw van een echte autonome Afrikaanse economie. Maar de regels van de WHO verhinderen dat we onszelf beschermen. Mali produceert hoogstaand katoen, maar 93% daarvan wordt geëxporteerd. Zelfs T-shirts worden niet ter plaatse gemaakt, omdat de markt verzadigd is. Alles wat de consument in het Noorden niet koopt, wordt doorgestuurd naar het Zui-

© HEATRAY - FOTOLIA

“Afrikanen moeten bouwen aan goed functionerende lokale economieën en ze moeten die zelf draaiende houden. Elke aankoop is een politieke daad.”

35

den. Wij kunnen dus wel prachtige stoffen maken, maar we kunnen ze niet verkopen, omdat we moeten opboksen tegen goedkope producten van minderwaardige kwaliteit. En als we de strijd aanbinden met die minderwaardige producten, dan hebben mensen zonder koopkracht geen geld meer voor kleren. Ik wacht vol ongeduld op de dag waarop jongeren die hier wegtrekken en onderweg omkomen, die problematiek van economische afhankelijkheid zullen begrijpen, en zullen inzien dat het hoog tijd is om anders naar onszelf te kijken. Ik hoop dat ze anders zullen


blog-notes

36

“Mensen zijn de enige vorm van rijkdom. Elk land zou nostalgisch worden zonder mensen.” gaan consumeren, meer producten uit Mali en uit Afrika in het algemeen zullen kopen en er zo voor zullen zorgen dat er economische uitwisseling tussen Afrikaanse landen op gang komt. We moeten bouwen aan lokale economieën die goed functioneren en we moeten die economieën zelf draaiende houden. We moeten mensen doen inzien dat in de huidige omstandigheden elke aankoop in feite een politieke daad is. We kunnen werkgelegenheid creëren. We kunnen wanhoop van antwoord dienen. Onze toekomst kan er weer rooskleurig gaan

uitzien, als we onze politieke, artistieke en sociale creativiteit inzetten. We moeten opnieuw investeren in mensen. In Mali zeggen ze: “Mensen zijn de enige vorm van rijkdom, en elk land zou nostaligisch worden zonder mensen.”

Tekst op basis van de video “Aminata Traoré - L’aide au développement, un discours à déconstruire”, een productie van Quinoa. Quinoa brengt de videoreeks ‘Alternatives’ uit om mensen bewust te maken van de ongelijkheid tussen Noord en Zuid en van de impasse waarin ons ontwikkelingsmodel zich bevindt. Dit doen ze door alternatieve pistes voor burger- of politiek engagement uit onze directe sociale omgeving aan te reiken. Bekijk de filmpjes (Frans)

n’GO juni 2017

Tweemaandelijks e-zine uitgegeven door Ec hos Communication Verte Voie, 20 1348 Louvain-la-Neuve - België +32(0)2 387 53 55 Verantwoordelijke uitgever Miguel de Clerck Hoofdredacteur Sylvie Walraevens Redactie Wivine Hynderick Pierre Biélande Sylvie Walraevens Vormgeving Bertrand Grousset Lay-out Thierry Fafchamps Vertaling Arno Thijs, Seppe Van Hulle Taalcorrectie Naomi Leclercq Met de steun van :

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


backstage

n’GO juni 2017

37

ent, n ig jo e r e s s e raigné ’a d s e il o t s e d phant.” lé é n u “Quand r e n n o n empris t n e v verbe zambie u ro e P p s e ll e Gilles tif de Sainta ci o Morocco ss a u ss women from y b e Appui au ti d a tr ons ir nous développ andmade fa collaboration, uits En od e. pr ur femimain, H de le e in omie sociale contempora

n avec e collaboratio “Grâce à notr n. C’es so ai m la us à on ne reste pl is qu’o fo la première nous toutes, mais n ja on i io éc ra ct d’ et ur lle et té po co oj ui e ne pr un un souci d’éq k visant un ai travail ! Je ns rie vr on da femimain est ab m n, of ai de lan é m Pi Be la l. cid a dé l’a.s.b. faits à uits vendus en omoment où on e. On a vécu d créé au sein de ciale et écon lité. Les prod bi so em ra n s io du iv de sit r at de po ér ée ainsi de cr propre coop la à renforcer la oc. Nous assis e permettent pense que ce de milieux mmes au Mar iciles mais je s et des giqu onnes issues ff e rs di ive nt mique des fe at pe ai s ér m de op a s ur co n river. O plois po ons des e de Saint-Gille aidé pour y ar tons et souten trop leurs premiers . La commun is riés su de nt ris je rs co lo vo e, iv fa es en at m dé et m oj propre coopér ateliers de fe soutien au pr reprise. Des d’un Leila A a marqué son onde de l’ent à la création qui t s en le m el pas dans le m re d’ s ciè re de an sû fin es et opéra t m es co an m m la fe bu s no de de to ation pour femmes au et la mobirm ce fo an de nd re pe nt ce l’indé aga. ain.com recherchent sentielles à rurale de Regr www.femim la commune mme cartes es lei m e vi lité sociale co e un ur lutte pour jouer dans le

de Putte

Expo 10 jaar Noord-Zuid­ samenwerking in Sint-Gillis

Deze zomer viert de Brusselse gemeente Sint-Gillis 10 jaar samenwerking met het Zuiden. De gemeente grijpt deze gelegenheid aan om haar partnerschappen met de steden Berkane in Marokko en Likasi in Congo onder de aandacht te brengen. Aan de hand van een tentoonstelling wil Sint-Gillis de burgers inzicht geven in wat de lokale politiek doet inzake ontwikkeling en internationale solidariteit. Het belang van die samenwerking met het Zuiden zit vooral in de waardering van de menselijke © Kobe Van

Juli-september 2017 - Brussel

relatie, de uitwisseling van ervaring, de ontmoeting van gelijke tot gelijke tussen verkozenen, ambtenaren en administratief personeel uit Noord en Zuid. De tentoonstelling maakt deel uit van een tijdelijke herinrichting van het Betlehemplein. Î ÎWaar: Bethlehemplein, 1060 Sint-Gillis (Brussel). Î ÎWanneer: 7 juli-september 2017


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.