n’GO nr 31

Page 1

ON T W I K K E L I NG S S A M E N W E R K I NG E N M E N SE L I J K E R E L AT I E S

Gezondheid en milieu: ĂŠĂŠn strijd? Frank KruispuntFanny Verstraeten denken Matheusen Een overtrokken Het doelgroeLeven, het beeld van hulp penbeleid voorbij meervoud van lef

Nr31

oktober 2016


N 31 r

n’GO oktober 2016

| vooraf

radar P.3 portret P.7 Frank Verstraeten zuiderse wijsheid P.24 Assane Awe

Miguel de Clerck

Directeur Echos Communication

Spotlight

Actualiteit anders bekeken P.30

Kruispuntdenken Het doelgroepenbeleid voorbij

Gezondheid en milieu: één strijd?

dossier P.14

COVER: © ENOLABRAIN - FOTOLIA

blog-notes P.43 Fanny Matheusen

instrument P.37

2

Als je dit nummer in zijn geheel leest – doen dus! – vind je er een mooi contrast in terug: Er is aan de ene kant de institutionele logica van de ngo’s, die stelling willen nemen tegenover een thema (gezondheid of milieu bijvoorbeeld). De trots waarmee ze dat doen kan een obstakel vormen voor complementariteit met andere ngo’s. Aan de andere kant is er de individuele logica van Assane Awe, die van kennis de uiting bij uitstek maakt van uitwisseling en nederigheid. Dit roept twee bedenkingen op. 1) Geen van beide logica’s, institutioneel of individueel, kan winst boeken zonder negatieve effecten op de andere. Het is dus geen kwestie van kiezen, maar van samenvoegen: “De wetenschap van het associëren is de moeder van alle wetenschappen”, zou Alexis de Tocqueville zeggen. En 2) Omdat de werkelijkheid uit mensen bestaat met verschillende visies et omdat de uitdagingen stilaan planetair worden, kan je haar niet in één of twee thema’s vatten. Laat ons de tussenschotten afbreken en, bijvoorbeeld, kruispuntdenken toepassen (lees het Instrument) of een kritische kijk hanteren, zoals Frank Verstraeten doet. Veel leesplezier!

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


n’GO oktober 2016

Chukudu

Primitief, denkt u? Voorhistorisch? Toe aan een upgrade? U vergist zich: de chukudu is een traditioneel Congolees voertuig dat zoveel voordelen heeft dat een moderne bestelwagen er niet tegenop kan. Hij is beresterk, goedkoop in onderhoud, brandstofvrij en handig op- en neerwaarts te besturen. Fotograaf Teun Voeten schoot dit beeld en schreef: “Toen de burgemeester van Goma de chukudu’s uit het stadscentrum wou bannen, werd dit op protest onthaald. Het plan werd opgeborgen. VNblauwhelmen die het belang van dit voertuig inzagen, organiseerden een chukudu-race. De eerste prijs was een splinternieuwe, op maat gemaakte chukudu. Nu erkennen ook de lokale autoriteiten het belang van de chukudu en hun waarde binnen de lokale cultuur en identiteit.” Of hoe lokale savoir-faire zich de meerdere toont van het westerse alternatief.

© TEUN VOETEN

Foto van de maand


een andere kijk

4

© MARIESACHA - FOTOLIA

n’GO oktober 2016

Een straat, een signaal Berlijn versterkt haar reputatie van open en vooruitstrevende stad nogmaals met een bijzonder statement. In de ‘Afrikaanse’ wijk Wedding, zo genoemd omwille van de straatnamen die refereren aan het koloniale verleden van het land, zullen alle stra-

ten die genoemd zijn naar oud-kolonialen vanaf 2017 de naam dragen van Afrikaanse verzetsstrijders die gestreden hebben tegen kolonialisme en racisme. Ook in het Franse Bordeaux, Le Havre, La Rochelle, Marseille, Nantes én in Brussel gaan al jaren stemmen op om de vrijheidsstrijd van de oude kolonies via straatnamen erkenning te geven. In de Brusselse wijk Matonge werd nog deze zomer de jarenlange ijver van lokale verenigingen definitief verworpen om een naam-

loos pleintje tot Patrice Lumumbaplein om te dopen. “Omdat de Congolezen er niet de enige en zeker niet de grootste bevolkingsgroep van vreemde origine zijn”, zo luidt de verdediging. Is dat werkelijk een doorslaggevend criterium? België had maar één kolonie en een halve eeuw na de onafhankelijkheid maken we daarvan een voetnoot, zelfs geen straatnaam waard?


een andere kijk

5

© BOZAR

n’GO oktober 2016

u 360° Voor gezien

Congolese cultuur op doek Meer informatie

Een samenleving ontdekken via folklore is zonder twijfel de meest directe en meest gevraagde (want gemakkelijke) toegang tot een vreemde wereld. Die aanpak vervalt al snel in simpele en automatische associaties. Zo komen ons bij ‘Congolese cultuur’ meteen muziek en dans voor ogen en we noemen die kunstvormen zonder aarzelen ‘typisch’. Een tentoonstelling met een heel andere aanpak, verrassend en voorbij de triviale notie van folklore, neemt ons mee door het dagelijkse Congolese leven. Met schilderkunst. De organistoren verwoorden het zo: “De wereld van de schilderkunst is een afdruk van het collectieve geheugen. Dat zie je goed in deze tentoonstelling, die schilderijen toont uit 1968-2012. Portretten, landschappen en allegorische schilderijen wisselen af met stedelijke taferelen, historische figuren en kritische reflecties op religie, politiek en maatschappelijke problemen. Humor is daarbij nooit ver weg.” Een andere kijk op Congo, door Congolezen. Niet te missen!


een andere kijk

6 © YOUTUBE

n’GO oktober 2016

| Video van de maand

Who Wants To Be A Volunteer? Bij de haren getrokken, karikaturaal en grof: een terechte omschrijving van dit provocatieve filmpje. Maar als we door alle overdrijving heen de boodschap proberen vatten en onszelf durven

bevragen, dan blijft nog steeds dit overeind: hoe kijken we naar Afrika? Eerlijk? Welk gevoel roepen hulp en weldoen bij ons op? Deze video is geen aanklacht tegen vrijwilligerswerk, maar

een oproep om stil te staan bij onze diepste drijfveren en denkbeelden. Niets mis mee. bekijk de video


n’GO oktober 2016

7

© UCOS - NOEMI MONU

portret

Frank Verstraeten Coördinator UCOS

“We propageren een overtrokken beeld van hulp.”


portret

n’GO oktober 2016

1957

| bio

Geboren in Wilrijk, opgegroeid in Hoboken

1980

Afgestudeerd als pedagoog, KU Leuven

1981-83

Pedagoog in lerarenopleiding lager onderwijs, DR Congo

© COLOURES-PIC - FOTOLIA

In het lexicon van Frank Verstraeten staat bedachtzaamheid broederlijk naast creativiteit en authenticiteit. Hij heeft een broertje dood aan radicale, overhaaste ingrepen, maar is wel een groot verdediger van de kritisch-creatieve actie eens de geesten rijp zijn. “Ja, ik heb een paar stokpaardjes”, bekent de pedagoog.

8

1983-85

Speciale opdrachthouder stages hoger onderwijs, VKHO, Brussel

1985-1991 In GuinéeConakry: coördinator ‘CREA’ Kissidougou (plattelandsontwikkeling); stafmedewerker BEA Conakry

1991-2010 Educatief medewerker en coördinator bij diverse ngo’s

2010

Coördinator van Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (UCOS)


n’GO oktober 2016

9 © UCOS - NOEMI MONU

portret

D

at vragen mogen, maar geen noodzaak zijn, zo klinkt het aan de telefoon. Dat het niet aan gedachten zal ontbreken. In volle planningstijd neemt Frank Verstraeten ruim de tijd om van gedachten te wisselen over de wereld, over ontwikkelingswerk, over omgaan met elkaar. Verstraeten bespeelt reeds 25 jaar de interculturele trom en kan na langdurige verblijven in Afrika en een uitgebreid bad in de Belgische ngo-wereld met recul de vinger leggen op een aantal knooppunten.

Verlichte geesten

“Als student werd ik sterk aangesproken door de bevrijdingspedagogie van Paulo Freire”, begint hij. “Na vele jaren terrei-

“Je kan niet zomaar met een verlichte geest inpraten op mensen. Geforceerde deuren worden met een klap weer dichtgegooid.”


portret

n’GO oktober 2016

nervaring ben ik nog sterker overtuigd van zijn gelijk. Freires uitgangspunt is dat we de onderdrukte niet moeten bevrijden door zijn onderdrukker te verslaan, maar door hem inzicht in zijn situatie bij te brengen, waardoor hij zelf tot actie overgaat. Vele onderdrukten aanvaarden hun lot omdat ze het als normaal zijn gaan beschouwen. Dit fundamentele inzicht wordt in ontwikkelingswerk te veel met de voeten getreden. Daarom is men vaak ontgoocheld in de trage voortgang van zaken, zoals vrouwenemancipatie. Toen ik in Congo werkte, probeerde een collega de meisjes te overtuigen dat ze zich moesten verzetten tegen de onderdrukkende mannen. Op een dag hadden ze zich uitgekleed en als lustobject aan de jongens aangeboden, terwijl die errond stonden te joelen. Hun boodschap aan mijn collega was: wij moeten jouw ideeën niet. Op dat moment werd het mij pijnlijk duidelijk dat je niet zomaar met een ‘verlichte’ geest kan inpraten op mensen. Het

© RENATE WEFERS - FOTOLIA

Ontwikkelingssamenwerking is het OCMW van de wereld. We moeten ondersteunen waar nodig omwille van het recht op hulp, maar we moeten beseffen dat we de grond van het probleem niet zomaar oplossen.

is complexer dan we denken en geforceerde deuren worden met een klap weer dichtgegooid. Natuurlijk is verandering het ultieme doel, maar tijd is een sleutelbegrip. Als het moment rijp is, hoef je maar te knippen. De geschiedenis bewijst het. De Tsjechische dissident en latere president Vaclav Havel gebruikte geen geweld en wachtte zijn tijd af. Had hij 20 jaar eerder actie ondernomen, waren er veel doden gevallen. Ook Nelson Mandela heeft er nooit op aangedrongen de blanken te vernietigen, hij zinde nooit op

wraak, maar bleef steeds op dezelfde nagel kloppen, tot de tijd rijp was. Hoe anders verging het Pol Pot, Mao Zedong, Sekou Touré in Guinee… Hun radicale revoluties, hoewel door grote idealen gestut, waren een ware verschrikking. Radicale omwentelingen zorgen altijd voor tegenreactie en veel slachtoffers. Hun verhaal is te simpel. Kijk ook naar de zwartepietdiscussie. Langzaam wordt het debat gevoed en zien mensen in dat er misschien toch iets van aan is. Of het woord ‘gehandicapt’, dat we steeds va-

10


portret

n’GO oktober 2016

11

Ontwikkelingssamenwerking wordt vaak als een saai thema gezien, maar een vertaling in dilemma’s trekt een nieuw register open.

Kritisch-creatieve actie

Wachten tot de tijd rijp is en bedachtzaam omgaan met verandering houdt de deur evenwel wagenwijd open voor doelgerichte actie. Van lijdzaam toekijken wil Verstraeten niet weten. “We moeten vertrekken van wat er is en daarmee verdergaan op een kritisch-creatieve manier. Het volstaat niet om een oordeel te vellen, men moet ook haalbare oplossingen aanbrengen. Ik denk aan een aantal televisieformats die het Zuiden onrespectvol belichten. Ons antwoord hierop mag zich niet tot kritiek beperken; we moeten een alternatief aanbieden. Dat is wat de Noorse makers van de Radiator Awardspotjes zo meesterlijk doen.”

Luisteren naar de wereld

“Kritisch en creatief omgaan met wat er is, dat is burgerschap”, zegt Verstraeten. “Maar het valt me op hoe eurocentrisch we daarin zijn. We menen nog steeds dat Europa de wereld moet redden. Matuur wereldburgerschap is een uitwisseling met totaal andere contexten, waarbij elke gesprekspartner zijn verantwoordelijkheid overweegt. Hoe zien jullie als Japanners, als Indiërs het? Als Afrikaans land? Als arme, als rijke? Wat is jullie bijdrage tot de wereld, los van de problemen in uw eigen land of dorp? Deze bedenkingen zijn veel emancipatorischer.” Om dit te illustreren herinnert Frank Verstraeten zich een panelgesprek waarin een Chinese professor maar moeilijk aansluiting vond bij het publiek omdat hij erg beleefd, maar voor velen naast de kwestie antwoordde op vragen rond ontwikkeling, mensenrechten en vluchtelingen. “Een sterk staaltje van onze eurocentrische kijk. De man was niet ongevoelig voor de kwesties,

© ANDREY BURMAKIN - FOTOLIA

ker door ‘met een beperking’ vervangen, waardoor de andere niet samenvalt met zijn handicap. Taal beïnvloedt ons denken en kijken. Ben Okri heeft dit prachtig verwoord in een essay over het verband tussen taal en global citizenship.”


portret

© VYSTEK-PHOTOGRAPHIE - ISTOCK

n’GO oktober 2016

maar uit zijn antwoord bleek een heel eigen visie op ontwikkeling: de Chinezen willen geen botsende ideeën, ze behouden liever controle over het proces. Zijn signaal was: ‘We horen jullie kritiek, maar geef ons tijd.’ China etaleert een in onze ogen ‘koude’ want economische berekening van ontwikkeling. Nu die aanpak meer welvaart brengt, worden hospitalen, scholen en wegen aangelegd om de grote massa vooruit te laten gaan. Deel ik die kijk op de wereld? Neen. Maar ik geloof wel dat zij het even goed menen als wij. We moeten het gesprek blijven aangaan en veel luisteren.”

Het OCMW van de wereld

Frank Verstraeten is een uitgesproken realist, die pleit voor tijd en flexibele toepassing van theorieën. In diezelfde geest stoort hij zich mateloos aan de communicatie in

12

Ontmoeting belangrijker dan actie

ontwikkelingssamenwerking. “De sector huurt communicatie- en marketingexperten in om de boodschap aantrekkelijk te verpakken en het effect ervan bij de bevolking te optimaliseren. Ik vind het erg frustrerend dat men nog steeds doet alsof ontwikkelingswerk zomaar ontwikkeling brengt. Ontwikkelingshulp blijft altijd artificieel: een impuls van buitenaf. We scharen ons achter vlaggen als duurzame ontwikkeling, maar we propageren daarmee een overtrokken beeld van wat hulp kan doen. Ik weet dat het controversieel klinkt, maar ontwikkelingssamenwerking is het OCMW van de wereld. We moeten ondersteunen waar nodig omwille van het recht op hulp, maar tegelijk beseffen dat we de grond van het probleem niet zomaar oplossen. Niemand wil het OCMW afschaffen. Als het leefloon van mensen wordt ingetrokken,

Het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (UCOS) is een educatieve ngo die wereldburgerschapscompetenties bij studenten in het hoger onderwijs wil versterken. UCOS stimuleert de ontwikkeling van een kritische visie en omkadert de Zuidmobiliteit van studenten. Aan hen die naar het buitenland trekken geeft UCOS een boodschap van eerlijkheid en bescheidenheid mee. Frank Verstraeten: “Interculturele competenties verwerven is zo veel belangrijker dan de concrete acties ter plaatse. We stimuleren de studenten om samen met hun zuiderse partners naar oplossingen te zoeken en te discussiëren. Onze boodschap: beschouw de andere als een collega, een gelijke. Je kan wel degelijk het verschil maken, maar op een ander vlak dan je denkt. Ook als je kennis van de lokale taal beperkt is, kan een sterke band ontstaan door samen te werken, je samen te amuseren. De culturele verschillen zullen blijven, daar moeten we niet flauw over doen, maar het is een fantastische ervaring om met tegenpolen een verbondenheid te voelen. In een Zuidervaring gaat het om de ontmoeting: jezelf leren kennen en je laten verrijken door verschillen.”


portret

13

© EXQUISINE - FOTOLIA

n’GO oktober 2016

wil de mensen geen illusies voorspiegelen. Ze zijn niet dom. Hoe kan het dat er na 50 jaar succesverhalen nog steeds geld nodig is? Eerlijke communicatie legt uit dat onze impact beperkt is. Ontwikkeling moet grotendeels van de mensen zelf komen. Wij kunnen enkel voorbereidend werk doen, vervolgens zal de lokale dynamiek het resultaat bepalen.”

zijn ze verloren. Bovendien maken we hen sterker met VDAB-cursussen. Voor ontwikkelingssamenwerking geldt net hetzelfde. Het is de verdomde plicht van de internationale gemeenschap om noodlijdenden overal ter wereld te steunen. In een geglobaliseerde wereld meer dan ooit.”

Dilemma’s als smaakmaker

Natuurlijk plaatst eerlijke communicatie ons voor een ernstig dilemma, beseft Frank Verstraeten. Want hoe kan men fondsen

werven bij een bevolking die in een foute geest is opgevoed en dit binnen een kader van opbod tussen organisaties over de bereikte resultaten? Veel fondsenwervers breken er zich het hoofd over. Maar net die dilemma’s vormen voor Verstraeten de sleutel tot een juiste communicatiestijl. “Ontwikkelingssamenwerking wordt vaak als een saai thema gezien, maar een vertaling in dilemma’s trekt een nieuw en boeiend register open. Ontwikkelingssamenwerking zit tjokvol dilemma’s waarin we naar evenwichten moeten zoeken. Ik

Die eerlijkheid en bescheidenheid houdt ook in dat ontwikkelingsactoren elkaar meer moeten respecteren, vindt Verstraeten. “Niemand heeft het perfecte model. Daarom vind ik het volkomen misplaatst als ngo’s neerkijken op vierdepijlerinitiatieven. In een pot vol grote keien kunnen de kleintjes de gaten vullen. Dat ontslaat echter niemand van zijn opdracht om goed na te denken over de impact van wat hij doet.” SYLVIE WALRAEVENS


Het verband tussen gezondheid en milieu staat centraal in veel debatten, in die mate zelfs dat sommigen spreken van eenzelfde strijd, die dringend gevoerd moet worden met vereende krachten, voor het welzijn van ons allemaal. Maar is die bundeling van krachten vanzelfsprekend of gaat het hier eerder om een verstandshuwelijk? De meningen lijken erg verdeeld.

Gezondheid en milieu, één strijd?

n’GO oktober 2016

14 © ROBERTONENCINI - ISTOCK

dossier


dossier

Hoe verder een oorzaak van het gevolg staat, hoe meer aandacht er gaat naar de politieke opties en mogelijke interpretaties, en hoe minder rekening er wordt gehouden met de vaststelling dat sommige zaken rechtstreekse gevolgen hebben.

I

n 2007 publiceerde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een rapport waaruit bleek dat “24% van de wereldwijde morbiditeitslast en 23% van de overlijdens gelinkt kan worden aan milieufactoren”1. De verandering van het klimaat lijkt de impact van het milieu op onze gezondheid nog duidelijker te maken, zoals een rapport van het Intergouvernementeel Panel inzake Klimaatsverandering (IPCC) uit 2014 benadrukt: “Toename van de mate van ondervoeding in Afrika, toename van de oorzaken van kwetsbaarheid voor arme bevolkingsgroepen, toename van het aantal klimaatgerelateerde rampen en dus van het aantal kwetsuren, ziektes of overlijdens die door die rampen veroorzaakt 1 Anne-Laure Bouchet, Note synthétique. Lien santé-environnement, Médecins du Monde, Brussel, januari 2016, p. 12.

15 © DOCTISSIMO.FR

n’GO oktober 2016

Antoine Lebrun haalt een veelzeggend voorbeeld aan van wat er kan gebeuren wanneer een ngo zich op zijn eigen sector terugplooit:

Muggen: een milieuof gezondheidskwestie? Bepaalde ngo’s, zoals Unicef, delen muggennetten uit om de lokale bevolking te beschermen tegen malaria. In veel landen in Afrika gebruiken de mensen die netten om te vissen. Maar de mazen van muggennetten zijn zo fijn dat ze heel snel de zoetwater-ecosystemen van vissen volledig uitputten. Uiteraard heeft dat gevolgen voor onder andere het milieu, maar daar blijft het niet bij. Als we niet opletten, kan de lokale bevolking er soms erger aan toe zijn dan

wanneer de muggennetten nooit waren uitgedeeld. Daarom zou het goed zijn om intersectoraal te overleggen. Als de muggennetten, die bedoeld zijn als bescherming tegen malaria, verkeerd gebruikt worden en er daardoor geen vissen meer zijn, is er dus geen voedsel meer en krijg je een golf van milieuvluchtelingen. Dan kunnen Unicef, AZG en WWF wel in actie schieten, maar eigenlijk wordt niemand daar beter van.


dossier

16 © EWG3D - ISTOCK

n’GO oktober 2016

worden.” Dat is het weinig fraaie beeld dat wetenschappers ophangen die zich Christophe Buffet in de kwestie verdiepen2. De hoogdringende nood aan actie zou dus het raakvlak kunnen vormen van twee werelden die voorlopig koppig hun eigen koers blijven varen: medische ngo’s enerzijds en milieuorganisaties anderzijds. Sommigen maken, net zoals Boris Martin van Revue humanitaire, gewag van een ‘paradoxale afstand’ en stellen vast dat “alles gebeurt alsof die twee non-profitfamilies op hun eigen schaal het eeuwige onderscheid tussen de mens en de natuur hebben overgenomen”.3

Milieuorganisaties: een straatlengte voorsprong

Nochtans zijn milieuorganisaties al een aantal jaren bezig om die afstand te verkleinen, stelt Christophe Buffet, consultant en 2

http://humanitaire.revues.org/2941

3

http://humanitaire.revues.org/2944

onderzoeker naar de aanpassing aan de klimaatverandering: “Milieuorganisaties hebben lange tijd het verwijt gekregen dat ze ‘steriele’ ruimtes creëerden, zonder mensen, en dat ze lokale bevolkingsgroepen soms in stropers veranderden door zones te creëren waar niet aan geraakt mocht worden. Op die manier werden lokale bevolkingsgroepen uitgesloten. Uiteindelijk hebben die ngo’s ontwikkelingsvraagstukken op een pragmatische manier in hun projecten opgenomen omdat ze beseften dat hun acties spanningen veroorzaakten bij de lokale bevolking.” Dat beaamt ook Juliette Boulet, projectleidster hernieuwbare energie bij Greenpeace: “Een van de dingen waar onze stichters tegen ten strijde trokken, was de walvisjacht. Vrij snel begrepen ze dat het niet productief zou zijn om hun pijlen te richten tegen vissers die hun werk goed deden, met respect voor de biodiversiteitscyclus, en dat ze juist toenadering moesten zoeken tot mensen die goed werk leveren tegen de Japanse visindustrie, bijvoorbeeld.” Antoine Lebrun, directeur van WWF België, verklaart op een gelijkaardige manier hoe het komt dat milieuorganisaties zich in de mens zijn gaan interesseren


dossier

© RAWPIXEL.COM - FOTOLIA

n’GO oktober 2016

Een Westerse opdeling Volgens Christophe Buffet is het onderscheid tussen de mens en de natuur typisch westers: “Ngo’s zijn op een gelijkaardige manier ontstaan in de westerse wereld, die traditioneel een onderscheid maakt tussen datgene wat uit de natuur voortkomt en dat wat uit de mens voortkomt. Die tweedeling tussen natuur en cultuur is een overblijfsel van de Verlichting. Je vindt die opdeling veel minder bij ngo’s uit het Zuiden, die vaak zonder moeite beide aspecten met elkaar verenigen, behalve wan-

neer ze onderdeel zijn van internationale ngo’s.” Een mooi voorbeeld daarvan is Réseau Climat & Développement, een netwerk van 80 Franstalige Afrikaanse organisaties. Zij leggen de link tussen klimaat en ontwikkeling en leggen zich tegenwoordig vooral toe op het ‘aanpassen’ van landen in Afrika aan de nieuwe uitdagingen die op hen afkomen, doordat er tegelijk een klimaat- én energiecrisis is. Alix Mazounie, voormalig verantwoordelijke internationale politiek van Réseau

Action Climat France legt uit: “Doordat er tegelijkertijd een klimaat- en energiecrisis is, is de kans groter dat mensen in armoede terechtkomen, in die mate zelfs dat de opkomende middenklasse in ontwikkelingslanden opnieuw dreigt te verarmen, door de klimaatverandering.”1 Het is dus moeilijk om het over klimaat te hebben zonder ontwikkeling erbij te nemen en omgekeerd. 1 http://humanitaire.revues. org/2951

17

nog voordat ngo’s die met mensen werken ook oog gingen hebben voor de natuur: “Een gezondheidsorganisatie ondervindt geen rechtstreekse ge- Juliette Boulet volgen van het feit dat haar activiteit voor afval zorgt (in de vorm van voertuigen, verzorgingsmateriaal enz.), waardoor de natuur in de omgeving uit evenwicht raakt. Maar als wij bij ons werk geen rekening houden met de menselijke kant, dan zal dat onmiddellijk een weerslag hebben op de kwaliteit van onze acties. Ik denk eigenlijk dat voor ngo’s die met mensen of in de gezondheidssector werken het moeilijker is om zich bewust te worden van het verband tussen gezondheid en omgeving, omdat die relatie complexer is.”

Hoe erg is dat?

Voor Stéphane Heymans, directeur operaties van Dokters van de Wereld, is het inderdaad niet zo eenvoudig om de link te leggen tussen gezondheid en omgeving: “Over het algemeen is de impact van de omgeving op gezondheid een van de sociale determinanten van gezondheid. Maar in heel wat gevallen is het gewaagd om een direct oorzakelijk verband aan te duiden, omdat een hele reeks andere factoren ook een invloed kan hebben op iemands gezondheid.” Ronny


© BEERPHOTOGRAPHER - FOTOLIA

dossier

Brauman, voormalig voorzitter van Artsen Zonder Grenzen Frankrijk (1982-1994) en op dit ogenblik directeur onderzoek bij de Fondation MSF, gaat nog een stap verder en ziet daarin net een reden om dingen niet met elkaar te verwarren: “Die discussie tussen ngo’s sleept al jaren aan. Ik heb heel wat – vaak hevige – discussies gehad met mensen die zich naar eigen zeggen bezighouden met ontwikkelingssamenwerking en die vinden dat ze de echte oorzaken van de problemen van de mensen aanpakken. Wie zich alleen maar met de gevolgen van die problemen bezighoudt, gooit volgens hen de handdoek in de ring. Maar je zou medische hulporganisaties net zo goed kunnen verwijten dat ze onvoldoende gekeken hebben naar het verband tussen kapitalisme en ziektes. Ik denk dan in het bijzonder aan Norman Bethune, een beroemde Canadese arts uit de jaren

We zouden moeten 18 functioneren zoals een ecosysteem: in geen enkel ecosysteem vervult één organisme alle functies. De rolverdeling is er heel scherp en dat werkt wonderlijk goed. Natuurlijk is het belangrijk dat alle spelers erover waken dat het geheel goed blijft functioneren.

1930, die zei dat hij communist was omdat volgens hem de uitroeiing van het kapitalisme de enige manier was om tuberculose de wereld uit te helpen. Het verband tussen een leven in armoede en tbc was vrij duidelijk. Het verband tussen een leven in armoede en de kapitalistische uitbuitingsmaatschappij is niet minder duidelijk. En toch is het niet zo gemakkelijk om de link te leggen tussen tbc en het kapitalisme. Hoe verder een oorzaak van het gevolg staat, hoe meer aandacht er gaat naar de politieke opties en mogelijke interpretaties, en hoe minder rekening er wordt gehouden met de vaststelling dat sommige zaken rechtstreekse gevolgen hebben. Er is bijvoorbeeld een direct oorzakelijk verband tussen het ontginnen van steenkooladers en het oplopen van silicose. In dat geval hebben dokters een belangrijke rol te spelen door te wijzen op dat verband.

n’GO oktober 2016

De bewijsvoering voor het feit dat de ziekte bij een grote groep mensen voorkomt, is doorslaggevend. Bij dat soort heel precies aangetoonde oorzakelijke verbanden moeten dokters hun stem laten horen. Maar voor een heel brede en politieke kwestie, zoals de impact van het milieu op de volksgezondheid, denk ik niet dat het legitiem is dat we tussenkomen.”

Samenwerken zoals een ecosysteem

Sommige spelers omzeilen dat legitimiteitsvraagstuk en stellen een ecosysteemaanpak voor. Dat is het geval voor Stéphane Heymans en Antoine Lebrun. Antoine Lebrun: “Ik denk dat we de handen in elkaar moeten slaan met andere ngo’s, maar iedereen moet wel binnen zijn expertisedomein blijven en zich uitspreken over de kwesties waarvoor

Stéphane Heymans


dossier

19

© BORGOGNIELS - ISTOCK

n’GO oktober 2016

dat legitiem is. We zouden moeten functioneren zoals een ecosysteem: in geen enkel ecosysteem vervult één organisme alle functies. De rolverdeling is er heel scherp en dat werkt wonderlijk goed. Natuurlijk is het wel belangrijk dat alle spelers erover waken dat het geheel goed blijft functioneren.” Er zijn verschillende samenwerkingsvormen mogelijk en één daarvan wordt al toegepast en draait rond de grote vraagstukken die als gemeenschappelijke problemen beschouwd worden. Er wordt dan samengewerkt rond welbepaalde gebeurtenissen die veel mediaaandacht trekken. Dat is met name het geval tijdens klimaatconferenties en recent ook bij de betogingen tegen het TTIP. Verder wordt er sinds een paar jaar een groot nationaal themaplatform georganiseerd, de klimaatcoalitie die op dit ogenblik 65 organisaties uit verschillende domeinen verenigt. Op die manier voeren ngo’s collectieve communicatiecampagnes in naam van het grote publiek, waar we allemaal deel van uitmaken. Maar wanneer ze in hun eigen campagnes oproepen tot intersectorale acties zijn diezelfde ngo’s meer verdeeld. Stéphane Heymans vindt dat Dokters van de Wereld proactiever zal moeten zijn en in zijn communicatie, waar mogelijk, op het verband met de milieuproblematiek moet wijzen. Wanneer Dokters van de Wereld bijvoorbeeld optreedt na een natuurramp, dan zal het

in zijn communicatie met het publiek de opwarming van de aarde moeten vermelden, aldus Heymans: “Het publiek is daar klaar voor. Mensen hebben Rony Brauman de klimaatproblematiek al opgepikt en staan open voor dat soort boodschap. We moeten mee met die evolutie.” Juliette Boulet zit op dezelfde lijn: “Voor elke campagne is er nu al intersectoraal overleg. Het beste voorbeeld is onze Food For Life-campagne, waarbij we sensibiliseren tegen het gebruik van pesticiden en aandacht vragen voor de ontwikkeling van biologische en agro-ecologische landbouw. In het eerste luik van de campagne ligt de nadruk uiteraard op de impact van onkruidverdelgers op onze gezondheid. Dat is ook de boodschap die mensen het meest aanspreekt.” Antoine Lebrun daarentegen heeft zo zijn bedenkingen bij globale acties. Hij stelt de deelname van het WWF aan intersectorale acties niet in vraag, maar denkt wel dat een globale aanpak de eigen campagnes van het WWF verzwakt: “We zouden minder mensen bereiken als we onze problematiek als globaal zouden voorstellen. Het is efficiënter als elke speler een eigen specifiek discours heeft. Als je mensen op straat aanspreekt, heb je twintig seconden om hen te overtui-


dossier

20

© LMDHARA - FOTOLIA

n’GO oktober 2016

gen. Je moet de zaken heel doelgericht benoemen.” Dat is een van de redenen waarom Artsen Zonder Grenzen weigert zich te engageren voor de klimaatconferenties en voor intersectoraal overleg, waar andere ngo’s die ook niet per sé heel erg openstaan voor een brede aanpak nochtans wel aan deelnemen. Rony Brauman verklaart dat isolement door terug te komen op het legitimiteitsvraagstuk: “Als je je nek uitsteekt, moet je dat met een minimum aan sérieux doen. Als je niet écht iets kan bijdragen aan het debat, dan doe je dat beter niet. Ik pleit er al lang voor dat Artsen Zonder Grenzen zijn woorden wikt en kijkt wanneer het passend is zijn stem te laten horen. Als je minder vaak het woord neemt, kan dat des te krachtiger zijn, vooral als je je concentreert op domeinen waarin mensen je legitimiteit erkennen. Een medische hulporganisatie die zich met milieu gaat bemoeien is in mijn ogen enigszins opportunistisch. De laatste jaren wordt er veel over het klimaat gesproken, en terecht, maar voor een medische ngo kan het verleidelijk zijn om die kans te grijpen om in de media te komen.”

Territorialiseer de samenwerking

Voor Rony Brauman zou het meer zin hebben om ad hoc samen te werken, op lokaal niveau: “Ik denk dat het, voor welbepaalde concrete acties, nuttig is om op terreinen die duidelijk in elkaars verlengde liggen sa-

Michèle Deworme is directrice middenveld bij de DGD. Ze trekt het debat open om het te hebben over de bredere problematiek van de samenwerking tussen ngo’s, ongeacht de sector waarin ze actief zijn:

Doelstellingen voor een duurzame ontwikkeling Volgens mij moeten we verder kijken dan het onderscheid tussen medische hulporganisaties en milieuorganisaties alleen. Er is net zo goed een kloof tussen milieuorganisaties en organisaties die werken rond landbouw of water. Voor mij is er een overduidelijk verband tussen gezondheid en milieu, maar het verband tussen landbouw en gezondheid of water en gezondheid is daarom niet minder duidelijk. Ik denk dat het belangrijker is om dingen op een geografische manier te analyseren. De meerwaarde van samenwerking tussen ngo’s per regio lijkt me groter dan per thema. De voornaamste drempel voor meer intersectorale samenwerking tussen ngo’s die we moeten wegwerken is

trouwens individualisme. Dat zien we ook spelen tussen ngo’s uit eenzelfde sector. Zo werken bijvoorbeeld weinig medische hulporganisaties samen hoewel ze toch een logisch geheel vormen. Elke ngo is overtuigd van zijn eigen gelijk en wie met gezondheidszones bezig is, vindt het misschien niet zo nuttig om zich met grote ziekenhuizen of het gezondheidsbeleid van een land bezig te houden. Dat samenwerking nog te weinig resultaten oplevert, komt voor een deel doordat wat de ene opbouwt door de andere weer teniet wordt gedaan. Er is meer samenwerking nodig. Dat is een van de doelen van duurzame ontwikkeling: doelen vooropstellen die niet los van elkaar gezien kunnen worden.


© USO - ISTOCK

dossier

De consumptie van vlees uit de jungle (hier gerookte aap) ligt wellicht mee aan de basis van de verspreiding van het Ebolavirus. Door te communiceren over dit risico kaart men de uitsterving van diersoorten aan en pakt men tegelijk een ernstige gezondheidskwestie aan. Een gedeelde actie kan op verschillende fronten vruchten afwerpen.

n’GO oktober 2016

21

De oorzaken van de kwetsbaarheid van een bevolkingsgroep kan men aanpakken door tegelijk te kijken naar de voorbereiding op een ramp, het beperken van de impact ervan en het inzetten op preventie. Al die elementen maken deel uit van een totaalpakket waarin de verschillende ngo’s zich kunnen vinden.

men te werken met milieuorganisaties. In de Nigerdelta, bijvoorbeeld, zouden we een gemeenschappelijke actie kunnen opzetten met milieuorganisaties, medische hulporganisaties en lokale ngo’s die vechten tegen olievervuiling en de catastrofale gevolgen daarvan op het vlak van milieu en gezondheid. Binnen zo’n samenwerking zou ieder zijn legitimiteit hebben binnen zijn domein en zouden de verschillende partners er met een kritisch oog over waken dat ze zich niet uitspreken over een domein dat het hunne niet is.” Antoine Lebrun pleit ook voor regionale samenwerkingen: “Ik denk dat het interessant zou zijn om regelmatig rond de tafel te gaan zitten met alle Belgische ngo’s die actief zijn in welbepaalde regio’s. Neem bijvoorbeeld de kwestie van de gorilla’s uit de vlaktes van Oost-Kivu, die onlangs uitgebreid in de media zijn geweest en die met uitsterven bedreigd zijn: de grootste bedreiging is daar het stropen. En de grootste oor-

zaak voor het stropen is het gebrek aan een efficiënt lokaal bestuur in die regio. Er zijn vast en zeker ngo’s in België die zich met die zaak bezighouden. We zouden meer met elkaar moeten praten. Maar als we komen tot een regionale aanpak, heeft het dan zin om het daarover te hebben in België of net ter plaatse, in Congo? Het feit dat er geen debat lijkt te bestaan in België betekent nog niet dat er ter plaatse niet gesproken wordt, er zijn heel wat overlegorganen in het Zuiden.”

Is DRR dan de oplossing?

Voor Stéphane Heymans is ook het concept van beperking van risico op rampen (of Disaster Risk Reduction, DRR) een manier om bruggen te slaan tussen ngo’s. De oorzaken van de kwetsbaarheid van een bevolkingsgroep worden aangepakt door tegelijk te kijken naar de voorbereiding op een ramp, het beperken van de impact ervan en het inzetten op preventie. Al die ele-


dossier

n’GO oktober 2016

22

menten maken deel uit van een totaalpakket waarin de verschillende ngo’s zich kunnen vinden. Stéphane vat het als volgt samen: “Het concept DRR is vanuit verschillende standpunten interessant. Het steunt onder andere op veerkracht, het legt de link tussen de behoefte aan noodhulp én ontwikkeling, en het bereidt groepen mensen voor om de schok beter op te vangen en er een antwoord op te bieden.” Tot slot wijst hij erop dat Dokters van de Wereld België de komende jaren een of twee projecten wil opzetten vanuit de bezorgdheid om de milieuproblematiek. Christophe Buffet ziet daarin een kleine revolutie in de ngo-wereld: “Als noodhulporganisatie had Dokters van de Wereld de neiging om pas na een ramp in te grijpen. Het preventieve luik is dus nieuw. Dokters van de Wereld Frankrijk is in 2008 begonnen met preventie, toen de ngo in Madagaskar een project opzette voor het voorkomen van natuurrampen die verband houden met de klimaatverandering. Dat extra element in hun manier van werken is onderdeel van een belangrijke verschuiving in de humanitaire sector (waarvoor preventie een eerder

grijze zone is), die zowel noodhulporganisaties als ontwikkelingsorganisaties kunnen invullen, maar die ook een link kan leggen met milieuorganisaties. Zo worden er heel wat inspanningen geleverd rond bossen: in sommige regio’s kan herbebossing helpen om risico’s op rampen die aan droogte gelinkt zijn in te dijken, de impact van wind en stormen beperken en een bron van economische activiteit voor de plaatselijke bevolking zijn. Dat is bijvoorbeeld de idee achter het Careprogramma in Madagaskar en de activiteiten van het Rode Kruis in Kenia.” Ook het WWF is al mee op de kar gesprongen, legt Antoine Lebrun uit: “Wij hebben er in die mate over nagedacht dat we bij ons belangrijkste project, in Noord-Kivu, niet rond natuur werken. Daar werken we alleen maar rond de menselijke kant van de zaak. Het gaat om een agrobosbouwproject waarbij we de boeren helpen om te beginnen met eucalyptusaanplantingen om een inkomen op te bouwen en te zorgen voor brandhout, zodat ze daarvoor niet meer afhangen van het natuurpark. Maar we werken niet in het beschermd reservaat, alleen daarbuiten. We

© CLAUDE BIRON - ISTOCK

Dat samenwerking nog te weinig resultaten oplevert, komt voor een deel doordat wat de ene opbouwt door de andere weer teniet wordt gedaan. Er is meer samenwerking nodig. Dat is een van de doelen van duurzame ontwikkeling: doelen vooropstellen die niet los van elkaar gezien kunnen worden.


dossier © MBRIDGER68 - FOTOLIA

zitten bijna over de grens van onze missie, want we werken dus niet aan het beschermen van soorten in een beschermde omgeving. We richten ons op een bedreiging die van buiten het park komt en werken met de lokale bevolking.” Ten slotte kan DRR het knooppunt vormen voor ngo’s uit alle domeinen die de ambitie hebben om de – voor sommigen – belangrijkste uitdaging van de komende jaren aan te pakken, namelijk de klimaatvluchtelingen. Antoine Lebrun: “In de vluchtelingencrisis zou het meer kunnen gaan over de rol van de klimaatverandering. Dat zijn dossiers waarbij humanitaire en milieuorganisaties misschien geen gezamenlijke operaties op het terrein kunnen ontwikkelen, maar wel samen strategisch kunnen nadenken over de manier waarop ze die problematiek op lange termijn kunnen aanpakken. Ze zouden samen kunnen nadenken over hoe ze meer

n’GO oktober 2016

23

We zitten bijna over de grens van onze missie, want we werken dus niet aan het beschermen van soorten in een beschermde omgeving. We richten ons op een bedreiging die van buiten het park komt en werken met de lokale bevolking.

veerkracht kunnen opbouwen ten opzichte van de impact van het veranderende klimaat op ecosystemen en dus op de maatschappij en mensen die daarvan afhangen. Op die manier zouden twee programma’s hetzelfde doel kunnen ondersteunen.” Voor Stéphane Heymans wordt dat in de nabije toekomst een van de prioriteiten voor Dokters van de Wereld België: “Het vraagstuk van de klimaatvluchtelingen komt in de media nog niet op de voorgrond omdat het voorlopig om relatief weinig mensen gaat. Maar wij maken ons er wel al zorgen over, omdat het probleem alleen maar groter zal worden als we er nu niets aan doen. Mensen gaan pas in beweging komen als eilanden beginnen te verdwijnen. En de manier waarop Europa de voorbije maanden de deur op slot heeft gedaan, is een weinig hoopgevende context om met die nieuwe groep vluchtelingen om te gaan.”

Op dit ogenblik zijn de opties voor samenwerking tussen ngo’s dus even vaag als oneindig: ad hoc samenwerkingen, structurele of regionale samenwerking, samenwerking die zich beperkt tot globale campagnes of die net tot in de kern van elke organisatie reikt… Ngo’s lijken voorlopig niet goed te weten welke kant ze opgaan. En toch tekent zich in de nevelen aan de horizon een steeds scherper beeld af, dat van een wereld in beweging die klaar is om samen aan een toekomstproject te bouwen. CÉLINE PRÉAUX

Kom op 24 november 2016 debatteren over dit actuele onderwerp! Een uitnodiging volgt.


© PAKHNYUSHCHYY - FOTOLIA

zuiderse wijsheid

Assane Awe

Wat ik weet, is dat ik niets weet

n'GO oktober 2016

24


zuiderse wijsheid wat ik weet, is dat ik niets weet

25

© FRÉDÉRIC REMOUCHAMPS

n'GO oktober 2016

E “De jihad moet men met zichzelf voeren. Hij moet de perfectie in de mens naar buiten brengen, ons verlossen van alle obstakels die dat beletten én ons ertoe bewegen om de andere te aanvaarden en te tolereren wat hij gelooft.”

erst onderwijzer, dan wiskundeleraar, vervolgens leraar plastische opvoeding en nu ook met een MBA in projectmanagement op zak. Assana Awe loopt een atypisch parcours en hij is niet van plan om het leren op te geven. Volgens Assane Awe is nieuwe kennis verwerven de sleutel tot vrijheid. Kennis is de vrucht van menselijke interactie die door nederigheid en uitwisseling verworven wordt, met het oog op een beter samen-leven. Het is een emancipatie-instrument, een bron van optimisme, die jonge, ambitieuze Afrikanen ooit zal doen dromen van een Afrikaans Eldorado.

Homo sapiens

Voor mij is de zoektocht naar kennis de basis van de menselijke evolutie. Ze onderscheidt ons van de dieren. Ik geloof steevast dat we heel ons leven moeten blijven zoeken naar kennis. Dat is ook een van


© QUICKSHOOTING - FOTOLIA

zuiderse wijsheid wat ik weet, is dat ik niets weet

de belangrijkste geboden in mijn religie, de islam: dat de mens altijd op zoek moet gaan naar kennis om meer mens te worden. Het eerste wat de engel Gabriël (Jibril) aan Mahomet zei in de grot van Hira was: “Lees! Lees in de naam van de Schepper die de mens schiep naar zijn evenbeeld.” Later zou de Profeet de opdracht geven aan zijn volgelingen: “Ga kennis vergaren tot in China.” China lag ver van Arabië. Hij gaf de opdracht om kennis te zoeken waar die te vinden was, zelfs tot in China als dat moest.

Vredevolle jihad

Kennis werd dus gezien als een wapen voor vredestichting: het was een middel om jezelf en de andere beter te begrijpen. Kennis moet de jihad dienen, die in de islam eigenlijk een innerlijke strijd is: de jihad moet men met zichzelf voeren. Hij moet de perfectie in de mens naar buiten brengen, ons verlossen van alle obstakels die dat beletten én ons ertoe bewegen om de andere te aanvaarden en te tolereren wat hij gelooft. Maar daarvoor moet men nieuwsgierig blijven en de moeite blijven

n'GO oktober 2016

26

doen om de andere te ontmoeten en te leren kennen. In dat opzicht denk ik dat kennis van fundamenteel belang is om samen te leven. Mensen die op een gewelddadige manier reageren, doen dit uit onwetendheid. Als je leert omgaan met de andere, leert dialogeren, kan je niet gewelddadig zijn. De etymologie van het werkwoord 'kennen' is interessant: kennis betekent bezoeken, omgaan met. Kennis is dus een relationeel begrip, dat tot stand komt door interactie tussen individuen. Het is een voortdurend over en weer gaan tussen verschillende breinen.

Bescheidenheid en uitwisseling

Als je uitgangspunt is dat kennis nooit zomaar ontstaat, maar alleen door menselijke interactie tot stand komt, dan kan je alleen weten via de andere, door informatie te delen. Daarvoor heb je een flinke dosis bescheidenheid nodig. Ik probeer mij


zuiderse wijsheid wat ik weet, is dat ik niets weet

n'GO oktober 2016

27

© PHOTOPLUS07 - FOTOLIA

“Als je uitgangspunt is dat kennis nooit zomaar ontstaat, maar alleen door menselijke interactie tot stand komt, dan kan je alleen weten via de andere, door informatie te delen.”

dagelijks door die gedachte te laten leiden door me open te stellen voor anderen. Ik stap op de mensen af, ik deel mijn gedachten zodat ze me kunnen helpen om mij te verbeteren. Deze daad moet wel puur en authentiek zijn: ze moet de hele wereld omvatten, van de oudste tot de jongste, zonder te discrimineren. Want vaak vindt men wijsheid bij mensen van wie men het helemaal niet verwacht. Daarom moet je je nederig opstellen in de relatie met anderen. Maar deze denkwijze is jammer genoeg geen gemeengoed. Meestal hebben mensen de neiging om een hoge borst op te zetten. Ze willen tonen dat ze meer weten dan de andere. Vooral in de patriarchaal georganiseerde gemeenschappen in Afrika, waar kennis altijd van vader op zoon werd doorgegeven. Kennis werd gezien als iets

kostbaars en zeldzaams: alleen de patriarch mocht beslissen wie het verdiende om de kennis van de voorouders te erven. Heel wat mensen werden dus uitgesloten van die kenniskringen. Daardoor wordt onderwijs vandaag nog gezien als een privilege, een bron van fierheid, superioriteit. Zo zijn mensen minder snel geneigd om hun kennis door te geven en houden ze alles voor zich. Maar zodra je denkt meer te weten dan de anderen, verzwak je en verlies je.

Optimisme en creativiteit

Ik geloof dat dat laatste nu wel aan het veranderen is. Dankzij televisie en internet heb je nog weinig middelen nodig om de wereld te ontdekken. Onderwijs wordt gedemocratiseerd en wordt voor velen toegankelijk. Dat zal voor een nieuwe dyna-


n'GO oktober 2016

28 © PAULMZ - FOTOLIA

zuiderse wijsheid wat ik weet, is dat ik niets weet

miek zorgen in onze samenleving. Ik ben ervan overtuigd dat kennis over de wereld rondom ons, ons meer vertrouwen kan geven en ons optimisme kan aanwakkeren. Want ze opent onze ogen voor de ontelbare mogelijkheden die er zijn. Optimisme en vertrouwen zijn essentiële kwaliteiten die aan de basis liggen van creativiteit en uitwisseling. Ze zijn een bron van motivatie. Ik zie dit heel concreet in de wijk Arafat waar ik ben opgegroeid, een achtergestelde buurt van Dakar. Toen ik mijn stichting oprichtte – Centre de Développement Communautaire Arafat Exellence (Arafex) – was er nog geen enkele omkadering voor kinderen. Als er niets gebeurde zou de wijk nog verder in armoede wegzakken en zouden de kinderen enkel armoede erven. Die cirkel wilde ik doorbreken door in te

zetten op onderwijs. Daarom richtte ik in 2002 samen met buurtbewoners de organisatie Arafex, door henzelf gemanaged en gefinancierd. Een ongelooflijk instrument voor empowerment. Voor de ouders zijn er opleidingen om vaardigheden te verwerven waarmee ze hun families beter kunnen onderhouden. Er is ook kinderopvang en een alfabetiseringscursus. Daarnaast is er onderricht voor jongeren, dat in samenwerking met onderwijsinstellingen wordt aangeboden.

Afrika door haar kinderen gebouwd

Er zijn al veel jongeren uit ons centrum die nu zelfstandige of ondernemer zijn geworden. De begeleiding heeft hen zelfvertrouwen geschonken. De toegang tot


zuiderse wijsheid wat ik weet, is dat ik niets weet

n'GO oktober 2016

29

© VLADYSLAV DANILIN - FOTOLIA

“Kennis over de wereld rondom ons kan ons meer vertrouwen geven en kan ons optimisme aanwakkeren, want ze opent onze ogen voor de ontelbare mogelijkheden die er zijn.” kennis maakt hen optimistisch en geeft hen vertrouwen in de toekomst. Ze hebben begrepen dat ze niet weg moeten trekken uit Senegal om het geluk elders te zoeken. Ze zijn tegen emigratie en proberen de jongeren te overhalen om niet uit hun land weg te trekken. Voor hen is het belangrijk om te kunnen blijven en succes te oogsten in de eigen omgeving. Net als zij ben ik ervan overtuigd dat Afrika alleen kan opgebouwd worden door haar eigen kinderen. Ze heeft alle Afrikanen nodig. Ik wilde niet het vluchtende voorbeeld zijn voor mijn kinderen. Ik had de mogelijkheid om te vertrekken, maar wat had ik dan in de plaats moeten geven om het verlies van mijn vertrek goed te maken? Ik kan me

hier veel nuttiger maken. Ik heb het gevoel mijn missie te volbrengen. Wat voor een voorbeeld geven we aan onze kinderen wanneer we het land verlaten? Het is waar dat de situatie in Afrika vaak moeilijk is. Ik begrijp ook waarom sommigen denken dat ze moeten vertrekken om te overleven. Maar we moeten blijven en ervoor vechten dat de dingen veranderen.” ASSANE AWE, GESPREK OPGETEKEND DOOR CÉLINE PRÉAUX


n’GO oktober 2016

30 © STUDIO ROMANTIC - FOTOLIA

spotlight

Heldendom, vooroordelen en ontwikkelingswerk

Is er een link tussen heldendom, vooroordelen en ontwikkelingswerk? Als we de idee even laten sudderen, trekt de mist al snel op. De link is er, en nog wel bijzonder sterk.


spotlight

31

© ANDREY KISELEV - FOTOLIA

n’GO oktober 2016

Heldendom wijst op onversaagde moed en een buitengewone grootsheid. Zelf verkies ik de definitie van held als het reële of fictieve historische of mythologische personage dat blijft voortleven in oude gezangen.

M

ensen hadden nood aan zo’n vedette. De nood van de held om te bestaan in de ogen van anderen komt in deze definitie sterker tot uiting. De bescheiden held, die zijn daden verborgen houdt, bestaat natuurlijk ook, maar daar gaan we het nu niet over hebben. Vandaag gaat het over de bewierookte weldoeners

die een dwingende nood aan erkenning hebben. In de wereld van het ontwikkelingswerk komt hij nogal vaak voor. Hij heeft nog een andere, nagenoeg onlosmakelijke karakteristiek: het onrecht in de wereld willen bestrijden en daardoor als de grote redder worden gezien. Gemakshalve noem ik dit het sint-bernardcomplex. De held van de bergen die stormen trotseert om de verloren klimmers te redden.

Ubuntu als horizon

Ik wil hier voor alle duidelijkheid geen kritiek uiten op de onmisbare deugd van hulp en steun bieden aan zwak-

keren. Het is een van de belangrijkste menselijke deugden. Kwetsbaren beschermen en rijkdom verdelen zijn grondstenen van onze maatschappij. Zonder deze zou ieder voor zich leven. De valkuil schuilt echter in de manier waarop deze deugd zich uit. Mijn interesse over dit onderwerp werd geprikkeld toen ik enkele jaren geleden het begrip Ubuntu leerde kennen: een term die vooral gekend is in het Grote Merengebied in Afrika en ‘ik ben wie ik ben omdat wij allen zijn’ betekent. Naast het feit dat we mens zijn, wijst hij ook op wijsheid en vrijgevigheid, twee andere menselijke kwaliteiten. Ubuntu is de horizon waar de mens


spotlight © DURANTELALLERA - FOTOLIA

n’GO oktober 2016

naartoe wandelt, in gezelschap en met wederzijdse verrijking. Door het beeld van Ubuntu begon ik beter te begrijpen wat helpen echt kan betekenen. Als eenrichtingsverkeer werkt hulp al snel vervreemdend. Ze verstart de houding van de twee posities tot een mechanisme van redder en hulpbehoevende. Hulp is alleen bevorderlijk als de geholpene ooit ook iemand anders kan helpen. Wederkerigheid is de voorwaarde voor zinvolle hulp. De grote moeilijkheid is accepteren dat de geholpene ooit de helper wordt en omgekeerd.

Redder en slachtoffer voor elkaar gemaakt

Hier komt het verhaal van de held weer op de voorgrond. Is de held, of in onze tijd de superheld, feilbaar? Heeft hij ooit hulp nodig? Haast ondenkbaar. Dit alles wordt bij ons, westerlingen, nog versterkt door onze vooroordelen tegenover het Zuiden. Het Westen kijkt op het Zuiden, meer bepaald Afrika, neer vanuit een positie van

32


spotlight

n’GO oktober 2016

33

“Het Westen kijkt op het Zuiden neer, meer bepaald op Afrika, vanuit een positie van geslaagde.” niet meer nodig heeft. Hij zou er een belangrijk deel van zijn identiteit bij verliezen. Van zijn kant zal ook het slachtoffer zijn noodlijdende positie cultiveren om hulp te blijven krijgen. Zo gaan er miljoenen dollars en euro’s verloren in ontwikkelingswerk, die eigenlijk bestemd waren om de zuidelijke landen echt uit hun ontwikkelingsprobleem te helpen. Het duo held-slachtoffer zet de ontwikkeling op het spel.

Wederzijds onbegrip

Dit probleem is gekend in ontwikkelingswerk, maar blijft niettemin onbewust aanwezig in het gedrag. Het is gekend, want de technische en financiële middelen, de kennis en technologie zijn in handen van de westerse landen. Armoede is als

© INSTUDIO68 - FOTOLIA

‘geslaagde’. We gaan prat op onze economische rijkdom, onze militaire macht, ons democratisch systeem, ons sociaal systeem. We zijn trots op onze eeuwenoude culturele rijkdom. Snel wordt duidelijk hoe deze ondeugd zich gemakkelijk nestelt in ontwikkelingswerk waar de vooroordelen over de ‘armen’ in het Zuiden zich mengen met de wil om mensen te helpen. De transactionele analyse is gebaseerd op deze duale logica waarin de redder een slachtoffer nodig heeft om te kunnen bestaan. De redder biedt zijn hulp aan het slachtoffer aan en deze accepteert. Beiden worden ze handlangers in een mooie wederkerigheid. Het probleem is dat een dergelijke relatie blijft voorduren als ze eenmaal gevestigd is. De redder heeft een slachtoffer nodig om zijn capaciteit als helper uit te drukken. Hij heeft er à la limite geen baat bij dat het slachtoffer zijn hulp


spotlight

34

© ANDREY BURMAKIN - ISTOCK

n’GO oktober 2016

Westerlingen zien te weinig de wederzijdse verrijkingsmogelijkheden, dat ze duizend en één dingen kunnen leren van hun cultuur.

een antwoord daarop van de andere kant. Zowel veldwerkers als mensen achter de schermen proberen de situatie te objectiveren, maar het probleem wordt alleen duidelijk als het gedrag van de ‘redder’ expliciet wordt. Mensen in het Zuiden spreken over ontwikkelingswerkers die zich neerbuigend tegenover hen gedragen, alsof ze alwetend zijn en niets meer kunnen bijleren. Ze bekritiseren processen als als het logisch kader die de emanatie zijn van een cultuur die alleen op efficiëntie en resultaat focust. Er wordt te weinig tijd uitgetrokken om zich aan te passen, elkaar te leren kennen. Ze wijzen er ook op dat westerlingen te weinig de wederzijdse verrijkingsmogelijkheden

zien, dat ze duizend en één dingen kunnen leren van hun cultuur. Daardoor zouden heel wat problemen van bij het begin vermeden kunnen worden. Ze hebben de grootste moeite met de patriarchale houding van iemand die weet wat goed voor hen is. Westerlingen van hun kant klagen over het feit dat de mensen in het Zuiden niet genoeg moeite doen om hun leven in handen te nemen, niet autonoom genoeg zijn, niet genoeg leadership vertonen, geen zin hebben om te leren, betaald willen worden om aan vormingen deel te nemen… Het onbegrip komt dus van beide kanten. Dit is natuurlijk een fikse veralgemening. Niet alle ontwikkelingswerkers gedragen


spotlight

© RICCARDO LENNART NIELS MAYER - ISTOCK

n’GO oktober 2016

zich als reddende helden, die te zelfzeker zijn over hun eigen wereld en de degelijkheid van hun actie, die een infantiliserende houding aannemen. Maar er zijn er nog te veel en ze beseffen niet welke boodschap ze uitsturen in de relatie tot de andere. Het behoeft geen uitleg wat dit gedrag kan betekenen op het niveau van staten, waar de machtsverhoudingen en de economische marktdynamieken de relaties bepalen.

Geen uitvoerder maar actor

Zowel op individueel als op systemisch vlak is er al veel schade aangericht. Als de partners in het Zuiden niet in een positie

worden geplaatst waarin ze ‘neen’ kunnen zeggen, hun advies kwijt kunnen, hun dromen waarmaken, hun toekomst zelf kunnen bepalen, dan worden ze enkel en alleen uitvoerder van een extern project. Een project dat maar aan één eis voldoet, namelijk een inkomen genereren. Maar het zal nooit zijn project zijn. De wil om iets te veranderen zal er misschien wel zijn, maar de energie van de verandering zal buiten hem om blijven. Als de externe factor dan wegvalt, blijven er enkel resten over van een onafgewerkt, vervallen gebouw, een braakliggend stuk grond, een roestige oude tractor in een stoffige schuur. Die tekenen van het einde van een tijdperk zijn te vaak zicht-

35

Als de partners in het Zuiden niet in een positie worden geplaatst waarin ze ‘neen’ kunnen zeggen, hun advies kwijt kunnen, hun toekomst zelf kunnen bepalen, dan worden ze enkel en alleen uitvoerder van een extern project.

baar in ontwikkelingslanden en ze worden te weinig aan het licht gebracht. De oorzaak wordt vaak gelegd bij de afwezigheid van een duurzaam economisch model of zoveel andere factoren. Maar wat er eigenlijk ontbreekt is dat ervoor gezorgd wordt dat de energie voor verandering komt van zij die


van Fucid bij Presses Universitaires de Namur.

n’GO oktober 2016

36 © CRISTI_M - ISTOCK

Dit artikel zal gepubliceerd worden in een boek over heldendom

© ANDREW RICH - ISTOCK

spotlight

Wat eigenlijk ontbreekt is dat ervoor gezorgd wordt dat de energie voor verandering komt van zij die het nodig hebben. het nodig hebben. Aan beide kanten. In een dergelijk systeem komt het slachtoffer op een dag in opstand en dat is wat we vandaag zien gebeuren. De gehoorzaamheid van het Zuiden tegenover het Westen neemt gestaag af. Het Zuiden geeft ons talrijke signalen van een progressieve bevrijding. Het zich afzetten tegen de historische, koloniale verhoudingen gebeurt niet zonder slag of stoot, en het wordt nog in de hand gewerkt door de komst van nieuwe spelers op de internationale scène: de opkomende economieën, en China in het bijzonder. Of ze nu goed of slecht zijn, het zijn nieuwe

modellen die de capaciteit van het Zuiden om haar eigen kracht uit te spelen tonen zonder hulpeloos naar de helpende hand te grijpen. Ook in het Westen zien talrijke actoren stilaan in dat ze van de paternalistische houding moeten afstappen en dat vooroordelen en een superieure houding de grootste vijanden van het ontwikkelingswerk zijn. Alleen al de bewustwording kan gezondere relaties tot stand brengen waarin iedereen zijn plaats vindt. Een dynamische, constructieve relatie met bijdragen van twee kanten. Maar daarvoor moeten we datgene wat impliciet en onbewust aan-

wezig is expliciet maken. Bij onszelf, bij de andere en in het systeem dat ons verbindt. PIERRE BIÉLANDE

Pierre Biélande is projectverantwoordelijke voor de ngo Echos Communication. Hij organiseert opleidingen over het bestrijden van vooroordelen en is projectleider van l’Ecole du Vivre Ensemble in België en Marokko.


© DMITRY NIKOLAEV - FOTOLIA

instrument kruispuntdenken

Kruispuntdenken

n’GO oktober 2016

37

Waarom brengt jarenlang doelgroepenbeleid zo weinig zoden aan de dijk? Waarom vallen nog steeds zo veel mensen uit de boot? Er bestaat een vangnet, fijnmazig en onderbouwd… dat toch geen gemeengoed is in de hulpverlening. Omdat het een nieuwe bril vergt.

De echte knoop zit elders


© ULIA KOLTYRINA - FOTOLIA

instrument kruispuntdenken

Wie van sociale of economische achterstelling zijn levenswerk maakt, hier of in het Zuiden, gaat vaak bijzonder gemotiveerd en doelgericht aan de slag. Hij brengt zijn doelgroep minutieus in kaart en stippelt een overzichtelijk beleid uit, dat… helaas vaak een tantaluskwelling blijkt te zijn.

D

e knoop zit in het doelgroepdenken zelf: de focus van het hokjesdenken sluit mensen uit die niet met de doelgroepnorm samenvallen, zij die hun stem niet laten horen. Omdat ze zich nauwelijks in het verhaal herkennen.

n’GO oktober 2016

38

Het kruispuntdenken belicht niet enkel de achterstelling, maar ook de andere kant van de medaille: de privileges van anderen, die de ongelijkheid bevorderen.

| oefening 1: de andere vraag stellen Een oefening in het kruispuntdenken is ‘de andere vraag stellen’. Heel vaak trekken we conclusies op basis van stereotypen. Een voorbeeld: een schooldirecteur roept ouders ter verantwoording omdat hun moslimdochter niet mag deelnemen aan de zwemles. De directeur verbindt het zwemverbod automatisch met religie en cultuur. Het kruispuntdenken raadt aan om even een pauze in te lassen en te overwegen of men de situatie wel voldoende kent; of gender en sociale klasse ook een rol kunnen spelen. Kruispuntdenken is bewust traag werken om de vinger te leggen op wat er écht aan

de hand is. Wars van te eenzijdige stereotiepe verklaringen en oplossingen. De methodologie van onze bevraging moet grondig in vraag gesteld worden. Kijk naar het pro-holebibeleid, dat vaak ongewild maar uitgesproken racistisch is. We bestrijden homofobie bij moslims, maar de tegengroep, zoals creationistische christenen, wordt nooit bevraagd. Er zijn zo veel assen van achterstelling. Op het kruispunt van die assen wordt je identiteit gevormd. Zo heeft gender ook altijd een etnisch aspect.


instrument kruispuntdenken

n’GO oktober 2016

Sarah Scheepers, coördinator van Ella, het kenniscentrum gender en etniciteit, ziet met lede ogen aan hoe veel goed bedoelde initiatieven de bal misslaan omdat hun bril multifocale glazen mist. “Reeds in de jaren 70 benoemde een Amerikaanse juriste de ervaring van een zwarte vrouw die geen plek vond in de maatschappij, niet in de vrouwenbeweging, waarin blanke vrouwen voor stemrecht ijverden, noch in de burgerrechtenbeweging, die vooral mannelijk was. Academisch onderzoek verfijnde vervolgens het inzicht dat juridische systemen niet in staat blijken om de discriminatie van zwarte vrouwen als zwarte

vrouwen aan te pakken. Wie een klacht heeft, moet kiezen: een racistische of een seksistische case. Om de complexiteit van de meeste gevallen van achterstelling te vatten, werd het kruispunt- of intersectioneel denken ontwikkeld. Kruispuntdenken maakt geen optelsom van twee realiteiten (in dit geval rassendiscriminatie en seksisme), maar zet een heel andere bril op, die andere resultaten oplevert. Geen geel plus rood, maar oranje.”

Meervoudig denken

De kunst is om oog te hebben voor de mechanismen van achterstelling die elkaar

© IMAGEWELL10 - FOTOLIA

Het grote deficit van ons diversiteits- of gelijkekansenbeleid is dat we strijden voor een afgelijnde doelgroep, waarbij we ons beperken tot de norm van die groep. Omdat de politiek zich volledig inschrijft in dit kansenbeleid, verandert er niets. We raken niet aan de fundamenten.

39

beïnvloeden, diverse assen die elkaar kruisen. Daar situeert Sarah Scheepers het grote deficit van ons diversiteits- of gelijkekansenbeleid. “In onze strijd voor een afgelijnde doelgroep (holebi’s, armen, allochtonen, …) beperken we ons op den duur tot de norm van die groep. Zo is de holebibeweging essentieel blank. Kruispuntdenken tast de grenzen af van dat hokjesdenken. De focus wordt gespreid: er zijn vele assen, we hebben oog voor meervoudige achterstand. We gaan op zoek naar de stemmen die we niet horen, naar hen die we niet bereiken. Want al te vaak worden macht en ongelijkheid over het hoofd gezien.”


instrument kruispuntdenken

n’GO oktober 2016

40

“Wie het doorheeft, kan die bril niet meer afzetten. Eens verlicht, moet men ook bereid zijn een ander beleid te voeren. Men kan niets bereiken door alles bij het oude te laten.” Eén medaille, twee kanten

| oefening 2: toegangspoorten blootleggen

© EMBEKI - FOTOLIA

“Heel concreet betekent dat dat we niet langer ‘dingen doen’ voor een bepaalde groep, maar ons afvragen welke processen een effect hebben op ongelijkheid, tot welke situaties van ongelijkheid wij zelf bijdragen. De vraag is dan niet langer waarom Marokkaanse vrouwen er maar niet in slagen een plaats in te nemen op de arbeidsmarkt, maar wel waar wij de achterstelling in de hand werken. Het kruispuntdenken belicht niet enkel de achterstelling, maar ook de andere kant van de medaille: de privileges van anderen, die de ongelijkheid bevorderen. Deze aanpak is confronterend omdat we in sommige gevallen aan die privileges moeten morrelen. Ze leidt tot heel andere oplossingen. Mensen vragen niet om interculturele lunches, maar om toegang tot de arbeidsmarkt. Vaak koesteren wij de illusie dat wie er wel geraakt, dit op zijn eigen conto mag schrijven, terwijl kansen veel vaker in de schoot geworpen zijn. Achterblijvers bevinden zich niet in hun penibele situatie omdat ze hun kansen niet hebben gegrepen.” Of in ontwikkelingstermen: arme landen heb-

Wie echt tot de kern van een probleem wil doordringen, moet de eigen toegangspoorten, de eigen kansen ‘om iets te zeggen te hebben’ blootleggen. Welke situaties van ongelijkheid werk ik zelf in de hand? Welk probleem probeer ik precies op te lossen? Toegangs- en uitsluitingsmechanismen zijn universeel en toepasbaar bij kleine en grote beslissingsprocessen. Wat wordt als relevant beschouwd in de interne nieuwsbrief van een organisatie? Vermelden we enkel communiefeesten of ook suikerfeest en bar mitswa? Vindt ook de poetsvrouw haar gading in de nieuwsbrief? Wat gezegd van een sociale demografie om het eigen personeel in kaart te brengen?


instrument kruispuntdenken

n’GO oktober 2016

41

Kruispuntdenken is een aanpak van lange adem, waarbij de effecten moeilijk meetbaar zijn. Dat wringt.

ben hun situatie niet enkel te danken aan hun eigen corrupte systemen.

© THEMANWHOPHOTO - FOTOLIA

Falend beleid

Kruispuntdenken vertrekt vanuit deze dubbele insteek: zich bewust worden van de meervoudige mechanismen van uitsluiting en van macht en vervolgens de eigen toegangspoorten in vraag stellen. Dat ontslaat niemand van zijn verantwoordelijkheid, benadrukt Scheepers, maar ze wordt eerlijker verdeeld. “Kansengroepwerking legt het hele probleem op de schouders van de doelgroep. Omdat de politiek zich volledig inschrijft in dit kansenbeleid, verandert er niets. We raken niet aan de fundamenten.”

Lange adem, weinig cijfers

Hoewel het kruispuntdenken grondig onderbouwd is, vindt het voorlopig enkel

zijn toepassing in kleine organisaties (zie p. 42). Deze beperkte toepassing heeft te maken met de verwachte effecten, aldus Scheepers. “Kruispuntdenken is een aanpak van lange adem, waarbij de effecten moeilijk meetbaar zijn. Dat wringt. Projectbeleid meet zijn succes af aan het aantal vormingsessies, het aantal bereikte jongeren enzovoort. Bij kruispuntdenken is het effect eerder zichtbaar als een inktvlek die zich verspreidt, een groeiend netwerk van mensen die de dingen anders gaan zien. Je komt ze steeds meer tegen in het middenveld. Ons werk moet niet beleidsrelevant zijn. Dat is niet onze functie, daarvoor zijn er ambtenaren. Kruispuntdenkers vormen een tegenstem tegen het neoliberale, individualiserende discours. Het anders-doen geeft veel meer zin. Je ziet meer effect op individuele levens dan statistieken.”


instrument kruispuntdenken

42

© LPICTURES - FOTOLIA

n’GO oktober 2016

| aan de slag! Kruispuntdenken is geen echt model, geen stappenplan. Men kan zich wel vormen en aanbevelingen verzamelen om in de eigen omgeving aan de slag te gaan. Vzw Ella schreef een handleiding voor professionelen die intersectionaliteit of kruispuntdenken in de eigen organisatie willen toepassen. U kan ze vrij downloaden.

Een nieuwe bril

Sarah Scheepers

De finesse van kruispuntdenken krijgt men in de vingers door oefening (zie p 38 en 40). Wie het doorheeft, kan die bril niet meer afzetten. Eens ‘verlicht’, moet men ook bereid zijn een ander beleid te voeren. Men kan niets bereiken door alles bij het oude te laten. Sarah Scheepers: “Een kruispuntdenker reflecteert grondig over zijn eigen rol en positie, die bepaalt wat voor hem ‘normaal’ is. Dit leidt tot het bewustzijn dat men zelf niet de maatstaf is. Daarom is het zo belangrijk om niet over, maar mét

de mensen een beleid te voeren. Ook samenwerking met partnerorganisaties die een andere insteek hebben, zullen de gekozen paden verfijnen.” SYLVIE WALRAEVENS

Ella organiseert ook vormingen om organisaties op weg te helpen naar een werking die zo inclusief mogelijk is. Info (data bespreekbaar)

Inspiratie vindt men alvast bij volgende organisaties: Ella : kenniscentrum dat werkt rond gender, etniciteit en sociale klasse Merhaba : een kleine speler in het holebilandschap, die werkt rond seksuele diversiteit en etniciteit

U kent een interessant werkinstrument dat waardevol is in een context van ontwikkelingssamenwerking? Laat het ons weten!

Flora : werking rond gender en armoede


blog-notes

n’GO oktober 2016

| stem van de expert

Fanny Matheusen

Fanny Matheusen is sinds vele jaren verbonden aan CIMIC, expertisecentrum Intercultureel Management. Aanvankelijk werkte ze er als module- en procesbegeleider, en vervolgens als onderzoeker (praktijkgericht onderzoek naar interculturele competentie, evaluatieonderzoeken bij ngo's en overheidsdiensten, projectmatig onderzoek naar de gezondheidsbeleving bij etnisch-culturele minderheden in Mechelen). Vandaag is Fanny Matheusen organisator en docent van het Postgraduaat Interculturele Hulpverlening en Bemiddeling van CIMIC. Ze is eveneens als docent verbonden aan Thomas More Antwerpen, opleiding Toegepaste Psychologie.

© B201735 - FOTOLIA

Leven is het meervoud van Lef

E

uropa – maar laat ons niet vergeten: nog veel meer andere plaatsen in de wereld – worden opgeschrikt door aanslagen, brutaal geweld op weerloze slachtoffers. Zijn we in oorlog? Is dit dan die Derde Wereldoorlog waarover gesproken wordt? En moeten we ons daarnaar gedragen met een Patriot Act, afkondiging van dreigingsniveaus, afsluiten van grenzen en afkondigen van de noodtoestand. Dus vooral inzetten op het creëren van een gevoel

43


blog-notes

n’GO oktober 2016

44

© DMITRIMARUTA - FOTOLIA

“In een oorlog is er steeds wij en zij, de goeden en de slechten, de daders en de slachtoffers, waarden die het winnen van barbarij.” van veiligheid, dat tegelijkertijd de angst voedt en vijandsbeelden levend houdt. Want in een oorlog is er steeds wij en zij, de goeden en de slechten, de daders en de slachtoffers, waarden die het winnen van barbarij. Ik hoor ook een andere stem, een stem die spreekt over de duiding van de daden van de geweldplegers. Een duiding die uiteenloopt van ‘het zijn psychisch gestoorde lone wolves’ over ‘het zijn goed betaalde criminelen’ tot ‘het zijn vertolkers van een malaise in deze samenleving’. Deze duidingen roepen alleszins op tot andere gevoelens dan louter angst: ze willen ook empathie oproepen en nodigen uit tot zelfkritiek. Want als het psychisch gestoorde mensen zijn die dit doen, investeren we dan misschien niet genoeg in traumatherapie en in een gepast onthaal en

opvang voor wie zijn land ontvlucht? Als het criminelen zijn, is er dan geen legaal werk voor hen te vinden, is er misschien sprake van discriminatie op onze arbeidsmarkt? Als het wanhoopskreten zijn, hoe kunnen we dan werken aan het erbij horen in deze samenleving, de Vlaamse, Belgische, Brusselse of wereldsamenleving? Deze vragen nodigen in elk geval uit tot meervoudig kijken. Maar daar heb je wat lef voor nodig. Lef komt van het Hebreeuwse woord ‘lev’, wat hart betekent. Als je met je hart kijkt naar wat er gebeurt in deze wereld, stel je andere vragen en kom je met andere ideeën en oplossingen, die misschien niet zo populair zijn, niet op korte termijn oplosbaar en die je niet eenzijdig kan nemen. En ik roep iedereen op, maar zeker ook onze politici, om deze dagen wat meer lef te hebben. Ik las in het boek


Kairos over het verschil tussen oikos en polis bij de Grieken. Maatregelen in het samenleven op vlak van ‘oikos’, waar ons woord economie van is afgeleid, betreffen het dagelijkse kortetermijndenken, het afmeten en berekenen van wat hier en nu nodig is. Polis, en daar komt het woord politiek van, gaat over de grote dromen, de grandioze ideeën, de utopieën. In het beleid dat nu gevoerd wordt, merk ik weinig polis en veel oikos. In functie van nakende verkiezingen, in de waan van de dag worden maatregelen genomen die soms niet eens nieuwe maatregelen zijn maar een bevestiging van de bestaande orde, van het lopende huishouden. Vraagt deze tijd niet net om verder te durven denken dan dat en te kijken wat er op de lange termijn nodig is, te durven stilstaan bij een droom van een samenleving waar we naartoe willen. Dat vraagt

n’GO oktober 2016

Lef, van een politicus, van een dienstverlener, van een leerkracht, van ieder van ons. In de woorden die je spreekt, in je handelen steeds die droom voor ogen houden van een ecorechtvaardige samenleving. Dat kan je alleen doen als je daarin de verschillende stemmen durft beluisteren, vanuit empathie meervoudig leert kijken en wars van conventies doet wat juist en goed is. Met Lef creëer je samen-Leven. Een samenleven dat volgens Hannah Arendt, die zelf in een totalitaire samenleving leefde, fundamenteel getekend is door pluraliteit, door het recht om van elkaar te mogen verschillen. Wat voorbeelden uit de actualiteit die voor mij getuigen van Lef: – Angela Merkel blijft zeggen ‘wir schaffen das’ en jaagt zo een hele bende collega-natieleiders tegen zich in het harnas, verliest ook in eigen land steun,

45

© GINA SANDERS - FOTOLIA

blog-notes


blog-notes

46

“Lef komt van het Hebreeuwse ‘lev’ of hart. Als je met je hart naar de wereld kijkt, stel je andere vragen en vind je andere oplossingen, die je niet op korte termijn of eenzijdig kan nemen.” maar oogst lof op mensenrechtenfora, internationaal, bij haar eigen bevolking. – In de moslimkrant staat een opinie van Marlijn De Jager, lid van een Joodse organisatie die sympathiseert met de als radicaal bestempelde moslim Abou JahJah. Wars van wij-zijdenken beaamt zij wat ze waar en juist vindt in zijn woorden. Los van wij-zijdenken publiceert de moslimkrant deze opinie. – Adil Marrakchi, 34 jaar, spreekt zich uit in de campagne “Ik ben Vlaming, Mag ik ook fier zijn?” van het Minderhedenforum: “De reacties op het ongeval van die jongen uit Genk hebben diepe wonden geslagen. Te veel mensen denken nog steeds in termen van wij en zij, maar wij zijn allemaal Vlamingen, of we dat nu willen of niet. We leven in een

nieuwe tijd, en we kunnen pas vooruit als we erin slagen samen uit dat wij-enzijdenken te stappen.” – Vrouwen verbrandden de boerka’s die Daesch hen dwong te dragen na de bevrijding van hun woonplaats Al-Kaleji (bekijk de video). – Boodschappen van liefde en hoop na de aanslagen in Duitsland (bekijk de video). Ik nodig je uit om ook met Lef in het leven te staan. Wil je er meer over lezen? In mijn boek "Mijn held is een hulpverlener" schrijf ik over Lef, met een L, de eerste letter van LOVE.

n’GO oktober 2016

Tweemaandelijks e-zine uitgegeven door Ec hos Communication Rue Coleau, 30 - 1410 Waterloo - België +32(0)2 387 53 55 Verantwoordelijke uitgever Miguel de Clerck Hoofdredacteur Sylvie Walraevens Redactie Pierre Biélande Céline Préaux Sylvie Walraevens Vormgeving Bertrand Grousset Lay-out Thierry Fafchamps Vertaling Seppe Van Hulle, Arno Thijs Taalcorrectie Naomi Leclercq Met de steun van:

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier! Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org


backstage

n’GO oktober 2016

47

© ELENABSL - FOTOLIA

Middagdebat Gezondheid en milieu: één kwestie, aparte ngo’s

17 december 2016 Ons festival zet inspirerende voorbeelden van burgerschap in de kijker. We belichten engagementen in Noord en Zuid van gewone vrouwen en mannen, die ongewone dingen doen en op hun niveau de toekomstige maatschappij uittekenen. Een ludiek en feestelijk gebeuren om je te laten inspireren, te herbronnen en je eigen steentje bij te dragen. Uw voorstellen voor bijdragen zijn welkom! Î Organisator: Echos Communication ONG Î Date: zaterdag 17 december 2016, 16u burgerforum - 20u aperitief & concert Î Plaats: Ferme du Biereau, Louvain-la-Neuve : http://fermedubiereau.be/accueil Î Inschrijvingen en info: Contacteer wivine.hynderick@echoscommunication.org

Kom debatteren met ons panel van experten over een thema dat de sector stevig bezighoudt. Î Datum: 24 november 2016, 12u-14u Î Lieu : Dokters van de Wereld, Kruidtuinstraat 75, 1210 Sint-Joost-ten-Node Î Taal: Frans Î Inschrijvingen en info: contacteer sylvie.walraevens@ echoscommunication.org © DENIS VORONIN - FOTOLIA

Save the date! Festival Youmanity

Het verband tussen gezondheid en milieu staat centraal in veel debatten, in die mate zelfs dat sommigen spreken van eenzelfde strijd, die dringend gevoerd moet worden met vereende krachten, voor het welzijn van ons allemaal. Zijn gezondheids- en milieu-ngo’s bereid om samen te werken om aan die gemeenschappelijke uitdaging het hoofd te bieden? Welke aanpak is nodig? Is die bundeling van krachten vanzelfsprekend of zouden dit enkel opportunistische allianties zijn en daarom fout?


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.