Feniks leerboek 1 havo/vwo - preview

Page 1

Leerboek 1 HAVO / VWO Naam Klas

Ontdek het verleden, begrijp het heden.


Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficienter wordt. Samen leren vernieuwen.

Inhoud

Zo werk je met Feniks  4

0 De tijd indelen  6 TIJD VAN JAGERS EN BOEREN

www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 86010 8 3e druk, 1e oplage, 2019

1 Jagers worden boeren  8

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2019 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieen, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieen in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

3000 v. Chr.

1.1 Oriëntatie: Een volgeschreven tablet  8 1.2 Sporen van de eerste mensen  10 1.3 Van kamp naar kamp  14 1.4 De landbouwrevolutie  16 1.5 Machtige staten  19 1.6 Priesters en mummies  21 1.7 Machtige steden tussen rivieren  24 1.8 Afsluiting 28 1.9 Keuzestof 30 TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN

2 De Griekse wereld  32

2.1 Oriëntatie De eerste Olympische Spelen  32 2.2 De Griekse stadstaten en hun koloniën   34 2.3 Democratie en andere vormen van bestuur  36 2.4 Van mythe naar wetenschap  39 2.5 Oorlogen om vrijheid en macht  42 2.6 Alexander de Grote en het hellenisme  45 2.7 Strijd en orde in het oude China   47 2.8 Afsluiting 50 2.9 Keuzestof   52

voor Christus

1

Christus


TIJD VAN STEDEN EN STATEN

TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN

3 Imperium Romanum  54

5 Koningen, kastelen en kruistochten  102

5.1 Oriëntatie Een burcht in Turkije  102 5.2 Normandiërs veroveren Engeland  104 5.3 God wil het!  106 5.4 De kruistochten  109 5.5 De Honderdjarige Oorlog  112 5.6 Centralisatie in Frankrijk  114 5.7 Het Mongoolse Rijk  117 5.8 Afsluiting 120 5.9 Keuzestof 122

3.1 Oriëntatie: Vechten en verleiden  54 3.2 Geboren om te heersen  56 3.3 Leven aan de noordgrens  59 3.4 Koningstijd, republiek, keizertijd  62 3.5 Een rijk, twee keizers  65 3.6 Romeinen, joden en christenen  68 3.7 De zijderoute  70 3.8 Afsluiting 73 3.9 Keuzestof 76

TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS

TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS

4  Geloof en geweld  80

TIJD VAN STEDEN EN STATEN

4.1 Oriëntatie Een gelovige krijgsheer  80 4.2 Het Rijk van de Franken  82 4.3 Een agrarische samenleving  85 4.4 De verspreiding van het christendom over Europa  87 4.5 De islam: een nieuw, snel groeiend geloof  90 4.6 Het rijk van de Karolingen valt uiteen  93 4.7 Het Rijk van de Rus  96 4.8 Afsluiting 99 4.9 Keuzestof 101

6 Utrecht als middeleeuwse stad  124

6.1 Oriëntatie Bisschop, burgers en bedrijvigheid  124 6.2 Van nederzetting tot bisschopsstad  126 6.3 Geloven in de middeleeuwse stad  128 6.4 Strijd om de macht  130 6.5 De stad bloeit op  132 6.6 De stad als ‘menseneter’  134 6.7 Tulum, exporthaven van de Maya’s  137 6.8 Afsluiting  139 6.9 Keuzestof  141

Vaardigheden  144 Begrippen  146 Illustratieverantwoording  150

500

1000

1500

1600

1700

1800

1900

2000


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.1 Oriëntatie Een burcht in Turkije

5 Koningen, kastelen en kruistochten 5.1 Oriëntatie Een burcht in Turkije • Hoe ontwikkelden Frankrijk en Engeland zich tot nationale staten? • Wat waren de oorzaken en gevolgen van de kruistochten?

Bron 1

Kasteel van Mamure aan de Turkse kust. In de Middeleeuwen gebruikt door de Byzantijnen, de kruisvaarders en de Seldjoeken.

Pierre vertelt Eindelijk doemt in de verte de burcht Mamure op. Het is mistig en de zee doet ons schip overhellen. Als ik mijn ogen dichtknijp, kan ik de kruisvaardersvlag zien wapperen. Gelukkig, de burcht is nog steeds van ons. Schietgaten en kantelen houden de vijand op afstand, maar voor ons gaat de poort open. Nog een laatste tussenstop hier en dan ga ik samen met de Franse koning op weg naar huis. Ik kan niet wachten tot mijn voeten weer op Franse bodem staan!

Waar gaat dit hoofdstuk over? Vanuit kasteel Mamure voer Pierre in het gevolg van koning Filips II terug naar Frankrijk. Dat was in 1191. Frankrijk was toen nog niet het land dat we nu kennen. Europa bestond toen uit verschillende politieke eenheden, die bestuurd werden door koningen en edellieden. Langzaamaan ontwikkelden zich grote koninkrijken in de gebieden die nu Frankrijk en Engeland heten. De koningen, die aan het hoofd van deze gebieden stonden, probeerden hun rijk te vergroten door oorlogen te voeren en land van anderen te veroveren. Zo vochten de Fransen en Engelsen lange tijd tegen elkaar. Die strijd noemen we de Honderdjarige Oorlog. 3000 v. Chr.

voor Christus

102

1

na Christus


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.1 Oriëntatie Een burcht in Turkije

Bron 2

De Engelse koning Edward I en zijn parlement in 1278 (miniatuur, 16e eeuw).

Bron 3

Het Engelse parlement in Londen (2010).

Ook binnen hun rijk trokken koningen de macht naar zich toe. Dat ging vaak ten koste van de kerk en de adel. Regelmatig ontstond hierdoor ruzie met machtige edelen en geestelijken. Toen koningen bisschoppen gingen benoemen en rechtbanken gingen instellen, grepen de paus en andere hoge geestelijken in. Dat was het recht van de kerk, vonden zij. In het jaar 1095 riep de paus alle koningen en ridders voor het eerst op om op kruistocht te gaan. Hij wilde dat zij Jeruzalem zouden ‘bevrijden’ van de moslims. Velen gaven aan zijn oproep gehoor. Koningen en ridders trokken naar het Midden-Oosten, veroverden Jeruzalem en stichtten er kleine staatjes. Daar maakten ze kennis met een verfijnde cultuur. Op deze eerste kruistocht zouden nog velen volgen.

Waarom is de geschiedenis van koninkrijken en kruistochten belangrijk? Alle Europese landen hebben een eigen regering, eigen wetten, grenzen, een hoofdstad en een volkslied. Ook Engeland en Frankrijk hebben dat. Daarom voelen de meeste Engelsen zich Engels en de meeste Fransen zich Frans. Het lijkt dus vanzelfsprekend dat Engeland en Frankrijk bestaan. Maar het is het gevolg van een lange ontwikkeling. Die ontwikkeling begon in de Tijd van steden en staten. Het is daarom belangrijk om het begin van de staatsvorming in deze periode te bestuderen en te begrijpen. De kruistochten waren militair-religieuze tochten vanuit Europa naar het Midden-Oosten. Ze hebben veel schade aangericht, maar ook positieve gevolgen gehad. Aan de ene kant leidden de kruistochten tot handel en culturele uitwisseling. Aan de andere kant zijn de kruistochten met hun geweld tussen moslims en christenen een symbool voor de gespannen verhouding tussen Europa en het Midden-Oosten. Veel mensen denken dat het wantrouwen tussen Oost en West is ontstaan in de tijd van de kruistochten. TIJD VAN STEDEN EN STATEN (1000 - 1500)

500

1000

1500

103

1600

1700

1800

1900

2000


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.2 Normandiërs veroveren Engeland

5.2 Normandiërs veroveren Engeland • Hoe veroverden de Normandiërs Engeland? • Wat waren de gevolgen van de verovering van Engeland?

Bron 4

Bisschop Odo, een halfbroer van Willem, gaf na de verovering van Engeland een aantal nonnen de opdracht om een groot borduurwerk te maken. Het staat bekend als het tapijt van Bayeux. Op dit stukje zie je hertog Willem (Willelm Dux) en zijn ruiters.

Ridder Robert wint een veldslag Voor het eerst van zijn leven staat de jonge ridder Robert op het slagveld. Met het leger van Willem van Normandië heeft hij net de oversteek naar Engeland gemaakt om te vechten tegen de Engelse koning Harold. Dit gebeurt in het jaar 1066, niet ver van de kust, bij de plaats Hastings. En wat een veldslag is het! De toekomst van Engeland staat op het spel. Robert valt dapper aan en behaalt succes na succes. ‘Zijn daden zijn het waard om voor eeuwig herinnerd te worden’, schrijft een geschiedschrijver. Het leger van Willem wint. Na afloop wordt Roberts dapperheid beloond: hij krijgt van de nieuwe koning Willem de titel Graaf van Leicester. Hij mag het gezag uitoefenen over wel 91 stukken land. Niet alleen de toekomst van Engeland, maar ook die van Robert ziet er anders uit.

De slag bij Hastings Het jaar 1066 is een belangrijk jaar in de geschiedenis van Engeland. In dat jaar stierf de Engelse koning Edward kinderloos. Harold, de belangrijkste graaf van Engeland, volgde hem op. In Frankrijk was er echter de Normandische hertog Willem die vond dat hij ook recht had op de Engelse troon. Hij was tenslotte een neef van Edward en bovendien, zei Willem, had Harold hem eerder een eed van trouw gezworen. Dat betekende dat Harold hem als koning had erkend en dus moest hij toch koning worden? Harold vond van niet. Hertog Willem liet het er niet bij zitten. Hij stak in de herfst van 1066 met zoveel mogelijk ruiters en soldaten over naar Engeland. Ook Harold maakte zich op voor de strijd. Bij de slag bij Hastings

1000

1066

Thomas Becket vermoord

1100

1215

1170

1200

104

ondertekening Magna Carta

1300


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.2 Normandiërs veroveren Engeland

plaats Hastings ontmoetten de legers elkaar. Al gauw bleken de Franse ruiters van Willem sterker dan de Engelse voetsoldaten. Harold kreeg een pijl in zijn oog en sneuvelde. Dat was het einde van de slag bij Hastings. De Normandiërs hadden de Engelsen in één dag verpletterend verslagen. Willem kon de macht overnemen. Op 25 december 1066 werd hij de nieuwe koning van Engeland.

Willem en zijn leenmannen Na de verovering van Engeland beloonde Willem de Normandische strijders die hem hadden geholpen met land. Dit land nam hij af van de Engelse adel. Natuurlijk gaf hij niet al het land weg, hij hield het beste deel voor zichzelf, ongeveer twintig procent. Dat was het domein van de koning. De Normandiërs die een stuk land in Engeland kregen, werden zijn leenmannen. Zij moesten met een eed trouw zweren aan de koning. Op hun landerijen bouwden zij kastelen. Op deze manier kwam Engeland in handen van een kleine, Frans sprekende elite. Niet iedereen was daar blij mee. Bron 5

Bron 6

Klaar voor de strijd? De moedige aanvoerders bereidden zich voor op de slag, ieder volgens de gewoonte van zijn land. De Engelsen, zo hebben we gehoord, sliepen de hele nacht niet maar dronken en zongen. In de ochtend bewogen ze zich meteen in de richting van de vijand. De Norman­diërs, aan de andere kant, besteedden de nacht aan het opbiechten van hun zonden. ’s Ochtends ontvingen ze de Heilige Communie. Hertog Willem zei met een kalm gezicht dat God zijn mensen zou steunen omdat ze aan de goede kant stonden. Hij vroeg om zijn wapens. Toen hij door de haast van zijn dienaren zijn maliën­kolder achterstevoren had aangetrokken, verbeterde hij zijn vergissing lachend en zei: ‘Mijn hertogdom zal een koninkrijk worden.’

Kastelen bouwen en belasting heffen Willem beloofde dat hij over heel het volk zou heersen, zo goed als de beste koningen vóór hem. Maar toch legde hij de mensen zware heffingen op. Hij bouwde kastelen in heel het land, kwelde het arme volk en maakte het alsmaar erger. Dat het goed moge aflopen, met Gods wil. Naar: Anglo-Saxon Chronicle (12e eeuw).

Naar: William van Malmesbury, Gesta Regum (12e eeuw).

Bron 7

De ruïne van Corfe Castle torent uit boven de heuvels van Dorset. Het kasteel werd in 1086 gebouwd door Willem van Normandië.

105


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.3 God wil het!

Centraal bestuur De koningen die Willem opvolgden, onderhielden net als Willem een sterke band met het vasteland. Ze bezaten nog steeds land in Frankrijk en verbleven daar af en toe. Als ze in Frankrijk waren, moesten anderen ervoor zorgen dat Engeland geregeerd werd. Een goede organisatie van het bestuur was daarom heel belangrijk. Hierin liep Engeland voor op de rest van Europa. Er was bijvoorbeeld een centrale rekenkamer waar alle koninklijke belastingen werden geregeld. Soms leidde deze centralisatie van het bestuur tot een strijd om de macht. De Engelse adel had bijvoorbeeld moeite met de grote macht van de koning. Ruzie over de rechten en plichten van de adel en de koning leidde in de 13e eeuw tot het opstellen van een belangrijk document, de Magna Carta. Daarin stond onder andere dat ook de koning zich aan de wet moest houden. Toen was dat nieuw, want de koning bepaalde de wet. Hij trok zich echter niets aan van die wet als hem dat goed uitkwam.

Moord op bisschop Becket Toen koning Hendrik II in de 12e eeuw rechtbanken instelde waar alle vrije mannen onder vielen, protesteerde de kerk. De geestelijken in Engeland vonden dat ook zij konden rechtspreken en dat niet alleen de koning en zijn ambtenaren het voor het zeggen mochten hebben. Er waren namelijk al geestelijke rechtbanken en die verloren nu macht en inkomsten. Aartsbisschop Thomas Becket ging klagen bij de koning, maar die hield voet bij stuk. Uiteindelijk liep de ruzie zo hoog op dat Thomas werd vermoord. De centralisatie leidde zo tot een behoorlijke botsing tussen kerk en staat.

Bron 8

Kistje met een afbeelding van de moord op Thomas Becket (ca. 1200).

5.3 God wil het! • Wat waren de oorzaak en het verloop van de eerste kruistocht?

Jeruzalem, een heilige stad Lange tijd bezochten christelijke pelgrims uit Europa de stad Jeruzalem. Daar leefden moslims, joden en christenen vreedzaam samen. Rond het jaar 1000 hoorde de stad bij het grote Islamitische rijk van de Fatimiden. Op een gegeven moment kwam daar kalief al-Hakim aan de macht. Hij was niet zo tolerant tegenover christenen. Pelgrims waren niet meer welkom. In 1009 liet hij in Jeruzalem de Heilig Grafkerk verwoesten, die was gebouwd boven het graf van Jezus. Alle inwoners van Jeruzalem reageerden geschokt. Voor christelijke pelgrims werd het steeds gevaarlijker om naar Jeruzalem te reizen.

Paus Urbanus roept op tot een kruistocht

1050

1095

1099

1100

106

verovering van Jeruzalem door de kruisvaarders

1150


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.3 God wil het!

Bron 9

Jeruzalem was voor christenen de belangrijkste stad op aarde. Engelse wereldkaart (1225).

Een brief aan de paus In de 11e eeuw werden grote delen van het Midden-Oosten, waaronder Jeruzalem, veroverd door een Turks-Islamitisch volk, de Seldjoeken. Ook deze nieuwe heersers waren niet altijd even vriendelijk tegenover de christelijke pelgrims uit Europa. Zij bedreigden steeds meer het christelijke Byzantijnse Rijk. De keizer van dit rijk begon in paniek te raken. Hij had meer soldaten nodig om de Seldjoeken te kunnen weerstaan. Daarom besloot hij hulp te vragen aan West-Europa. De Byzantijnse keizer wachtte het juiste moment af. In het jaar 1094 stierven verschillende islamitische heersers. Zowel de Seldjoeken als de Fatimiden hadden geen sterke leider meer. Daardoor verzwakte de positie van de moslims in het MiddenOosten. Een jaar later stuurde de Byzantijnse keizer een brief aan paus Urbanus II. Hij vroeg de paus om de Europese ridders aan te sporen hem te helpen met zijn strijd tegen de Seldjoeken.

107


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.3 God wil het!

Bron 10

Bron 11

Beloning Een goddeloos volk is het Heilige Land van de christenen binnengevallen. Ze doden christenen en vernielen de kerken. Als u deze ongelovigen niet tegenhoudt, zal Jeruzalem verloren gaan. Daarom smeek ik u, rijk en arm, ga naar het Heilige land. U hoort mijn stem, maar het is Jezus die spreekt. Wie onderweg of in de strijd met de ongelovigen sterft, zal als beloning in de hemel komen. Uw familie hoeft geen belasting te betalen.

Doop of dood Toen de kruisvaarders langs plaatsen reisden waar joden woonden, zeiden ze tegen elkaar: ‘Kijk eens, we gaan ons op de moslims wreken, terwijl hier de joden zijn die Jezus vermoord en gekruisigd hebben. Laten we hen uitroeien, zodat de naam Israël vergeten wordt, of laten ze ons geloof aannemen.’ Naar: Rabbi Eliëzer (12e eeuw).

Paus Urbanus II, 1095.

Op kruistocht Inderdaad deed paus Urbanus II in 1095 een oproep aan de Europese christenen. Maar hij vroeg ze niet om de Byzantijnse keizer te helpen. Hij wilde dat ze een gewapende pelgrimstocht naar Jeruzalem gingen maken om de stad te ‘bevrijden’ van de moslims. Als ze dat deden, zouden ze in de hemel komen. ‘God wil het!’ riep hij. Velen voelden zich aangesproken door de woorden van de paus. Ze speldden rode kruizen op hun kleding en vertrokken op kruistocht. Hun eerste slachtoffers waren niet moslims maar Europese joden. Uiteindelijk, na een vreselijke tocht van enkele jaren stonden de kruisvaarders in 1099 aan de poorten van Jeruzalem. Van het grote leger was weinig meer over, maar toch wisten ze de stad te veroveren. De eerste kruistocht was een feit. 0

Bouillon

500

1.000 km

Mainz

Regensburg

Sofia Constantinopel

Ankara Aleppo Damascus

Jeruzalem

Amman

Fatimieden Duitse Rijk

Engeland

Seldjoeken

Frankrijk

Palestina

Byzantijnse Rijk

Bron 13

Bron 12

Vrouwen en kinderen helpen bij de verovering van Jeruzalem. Miniatuur uit de 15e eeuw.

108

1e kruistocht, 1096 - 1099

Europa en het Midden-Oosten ten tijde van de eerste kruistocht.


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.4 De kruistochten

BRUIKBARE BRONNEN

Bron 14

Bij geschiedenisonderzoek begin je met het stellen van een vraag. Bijvoorbeeld: waarom vertrokken veel middeleeuwse Europeanen op een dure en gevaarlijke kruistocht? Om hier een antwoord op te vinden moet je bronnenonderzoek doen. Hiervoor verzamel je bronnen die iets kunnen vertellen over de eerste kruistocht. Dat kunnen geschreven bronnen zijn, zoals documenten en kronieken, of ongeschreven bronnen, bijvoorbeeld afbeeldingen en voorwerpen. Je bekijkt of leest de bronnen kritisch. Bij elke bron vraag je je af: kan deze bron helpen bij het beantwoorden van de vraag? Welke informatie uit deze bron is nuttig om de vraag te beantwoorden? Bevat een bron informatie die je vraag helemaal of gedeeltelijk beantwoordt, dan is het een bruikbare bron. Daarnaast heeft de betrouwbaarheid van een bron invloed op de bruikbaarheid. Des te betrouwbaarder de bron, des te bruikbaarder. Geeft een bron veel informatie over je onderwerp, maar is hij zeer onbetrouwbaar? Dan is de bron toch nutteloos, onbruikbaar.

Kruisvaarder Hugo I van Vaudemont wordt bij thuiskomst begroet door zijn vrouw. Beeld uit de 12e eeuw, Nancy, Frankrijk.

5.4 De kruistochten • Wat waren de gevolgen van de kruistochten?

Kruisvaarderskastelen De eerste kruistocht eindigde met de verovering van Jeruzalem door de kruisvaarders. De missie van de Europese ridders was dus geslaagd. Maar wat gebeurde er na afloop? Sommige ridders stichtten in het door hen veroverde gebied meteen nieuwe staatjes, bijvoorbeeld het graafschap van Edessa, het vorstendom van Antiochië en het koninkrijk van Jeruzalem. Deze staatjes werden ingericht volgens het Europese leenstelsel, zoals de kruisvaarders van huis uit gewend waren. En net als in Europa beschermden de edelmannen hun domeinen met strategisch gelegen burchten en kastelen. Het stichten van kruisvaardersstaten bleek ook goed voor Europese handelaren in exotische luxegoederen, zoals zijde en specerijen. Door de bescherming van de kruisvaarders en voordelige tol- en belastingtarieven konden deze handelaren nu profiteren van de rijkdommen uit het Oosten.

Jeruzalem veroverd door Saladin

1150

1291

1187

1200

1250

109

val van de laatste kruisvaardersstaat

1300


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.4 De kruistochten

Bron 15

Een moslimleger strijdt tegen de kruisvaarders. Fragment van een tekening uit Egypte, 12e of 13e eeuw.

Bron 16

Een moslim en een christen spelen een spelletje schaak in een tent. Miniatuur uit 1282.

Saladin slaat terug De eerste kruistocht maakte een diepe indruk op de moslims. Er kwamen een paar sterke legerleiders aan de macht die de Europese ridders gingen bestrijden. Eerst moesten die de onderlinge verdeeldheid onder de moslims oplossen. Daarna rukten de moslimlegers snel weer op en in 1187 werd Jeruzalem door de beroemde generaal Saladin heroverd. Weer namen Europese ridders de wapens op om te gaan vechten in het Heilige Land. Koningen en hoge edelen waren hun aanvoerders. De nieuwe kruisvaarders hoopten de herovering van Jeruzalem ongedaan te maken. Hun inspiratie haalden ze uit het succes van de eerste kruistocht. Met dit ideaal voor ogen hielden de Europeanen in de 12e en 13e eeuw verschillende kruistochten.

Hoogstaande cultuur De kruisvaarders die langere tijd in het Midden-Oosten verbleven, leerden de vijand op een andere manier kennen. De cultuur in het Midden-Oosten was verfijnd en ontwikkeld. Dat kwam onder andere doordat de kennis uit de Oudheid hier goed bewaard was gebleven. Er waren exotische etenswaren zoals abrikozen en meloenen, luxe stoffen zoals zijde en katoen en handige uitvindingen, zoals een waterklok en het juk voor paarden. Ook was er meer kennis op het gebied van wiskunde, sterrenkunde, aardrijkskunde, filosofie en geneeskunde. Men kende zelfs al oogoperaties. Veel Europeanen raakten onder de indruk van deze hoogstaande cultuur. Geen wonder dat Usama Ibn Munqidh in de 12e eeuw opmerkte: ‘Iedere verse emigrant uit de Frankische landen is ruwer van karakter dan zij die zich hebben aangepast en al langere tijd omgaan met moslims.’

De vierde kruistocht Nadat Saladin Jeruzalem heroverd had, vond een derde kruistocht plaats. Het lukte de kruisvaarders niet om Jeruzalem in te nemen, maar enkele veroveringen maakten ze wel. De kruisvaarders hadden nu zo ongeveer met iedereen ruzie. Ook de keizer van het Byzantijnse Rijk zag ze liever vertrekken. Rond 1200 werd er een vierde kruistocht naar Jeruzalem georganiseerd. De kruisvaarders besloten dit keer eerst het rijke Constantinopel te belegeren, de hoofdstad van het Byzantijnse Rijk. Vooral de handelaren uit Venetië, die de kruistocht financierden, hadden belang bij een inname van deze grote stad. In 1204 viel Constantinopel. De Byzantijnse keizer trok zich terug en

110


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.4 De kruistochten

Bron 17

Binnenplaats van het Bimaristan Arghun Al-Kamili, een psychiatrisch ziekenhuis uit 1354, Aleppo, Syrië.

de kruisvaarders stichtten er een nieuw staatje. Maar eerst werd de stad flink geplunderd: er waren zoveel rijkdommen in Constantinopel, dat de meeste kruisvaarders niet meer naar Jeruzalem wilden doorreizen.

Gevolgen De vierde kruistocht had grote gevolgen. Het Byzantijnse Rijk, dat altijd een sterke christelijke staat in het Midden-Oosten was geweest, bleek hevig verzwakt. De Byzantijnse herovering van Constantinopel in 1261 veranderde daar weinig aan. Ook de kruisvaarders profiteerden uiteindelijk niet van de vierde kruistocht. Zonder hun Byzantijnse bondgenoot was de positie van de kruisvaarders in het MiddenOosten zwak. De moslims maakten in 1291 een einde aan het bestaan van de laatste kruisvaarderstaten en wonnen steeds meer terrein. Er kwamen nog enkele kruistochten, maar het succes van de eerste kruistocht werd nooit meer behaald. Het Byzantijnse Rijk bleef ondertussen bestaan totdat Constantinopel in 1453 belegerd werd door de Turken en de stad voor de tweede keer viel. Het Byzantijnse Rijk verdween voorgoed, een nieuwe tijd brak aan.

Bron 18

111

Een kostbaar Byzantijns boek, na 1204 uit Constantinopel meegenomen naar Venetië.


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.5 De Honderdjarige Oorlog

5.5 De Honderdjarige Oorlog • Wat waren de oorzaken en gevolgen van de Honderdjarige Oorlog?

Oorzaken van de Honderdjarige Oorlog De Engelse koning Edward III bezat een flink stuk land in het zuidwesten van Frankrijk. Dit gebied heette Aquitanië. Eigenlijk had hij het in leen van de Franse koning, zoals in een verdrag was afgesproken. Maar toen de koning van Frankrijk in 1337 een deel van Aquitanië in beslag had genomen, besloot Edward het gebied terug te veroveren. Ook vond hij dat hij recht had om koning van Frankrijk te worden. Hij was namelijk de kleinzoon van de vroegere koning van Frankrijk. Een stevige ruzie tussen Engeland en Frankrijk begon zich te ontwikkelen. Edward was ook bezorgd om het voortbestaan Bron 19 De slag bij Crécy. Miniatuur uit de 15e eeuw. van de handel. De Engelsen handelden in wol en laken met Vlaanderen en in wijn met Aquitanië. Het verlies van invloed in deze gebieden zou Edward veel geld gaan kosten. Ten slotte stoorde Edward zich ook aan de steun die de Franse koning gaf aan de Schotten, een volk waar de Engelsen tegen vochten. Meer dan genoeg redenen om de wapens op te nemen: Edward verklaarde Frankrijk de oorlog.

Vechten in Frankrijk In 1346 stonden het Franse en Engelse leger tegenover elkaar bij de plaats Crécy. Het Franse leger was veel groter, maar daardoor waren ze nog niet zeker van hun overwinning. Het Engelse leger beschikte namelijk over boogschutters uit Wales, die heel snel hun pijlen konden opspannen. Na de eerste aanval van de Fransen stapten de Engelse boogschutters naar voren en lieten hun pijlen in één keer los. ‘Het waren er zoveel tegelijk dat het wel leek te sneeuwen’, schreef een kroniekschrijver in zijn verslag. Tijdens deze slag bij Crécy leden de Fransen een zware nederlaag. Zij leerden echter niet van hun verlies. Met zwaar bewapende ridders bleven zij vechten, terwijl de Engelsen veel licht bewapende maar goed betaalde huurlingen inzetten. Elke keer weer verloren de Fransen de veldslagen van de Engelsen. Daardoor verminderde het grondgebied van de Fransen en wonnen de Engelsen er steeds meer land én geld bij.

Jeanne d’Arc Aan het begin van de 15e eeuw was er bijna niets meer over van het koninkrijk Frankrijk. Normandië, Noord-Frankrijk en Parijs waren in handen van de Engelsen gevallen en de Engelse koning was nu ook koning van Frankrijk. Alleen in enkele gebieden ten zuiden van de rivier de Loire was de Franse koning Karel VII nog de baas. 1337

1300

1453

begin Honderdjarige Oorlog

1350

1400

112

1450

einde Honderdjarige Oorlog

1500


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.5 De Honderdjarige Oorlog

Toen gebeurde er iets bijzonders. Een eenvoudig meisje beweerde dat zij goddelijke stemmen hoorde die haar vertelden dat zij Frankrijk kon redden. Het meisje heette Jeanne d’Arc. Ze won het vertrouwen van de koning en de hoge edellieden en kreeg de leiding over de Franse troepen. In 1429 nam ze de stad Orléans in. De Fransen kregen meer zelfvertrouwen en heroverden snel meer gebieden. Voor de Engelsen zag het er slecht uit. Toen de hertog van Bourgondië in 1435 een verdrag sloot met de Franse koning, waren de Engelsen ook nog hun belangrijkste bondgenoot kwijt. Binnen twintig jaar werden ze door de Fransen uit het land verdreven. De Honderdjarige Oorlog was eindelijk afgelopen. Bron 20

Sterk en vastberaden Een meisje van zestien (is dat niet bovennatuurlijk?), dat niet eens het gewicht van de wapenuitrusting voelt die ze draagt, zo sterk en vastberaden is ze! Haar vijanden vluchten voor haar, niet één kan tegen haar op. Ze drijft haar vijanden Frankrijk uit, terwijl ze kastelen en steden inneemt. Nooit heeft iemand grotere kracht gezien, zelfs niet in honderdduizend mannen bij elkaar! Naar: Christine de Pizan, Le ditié de Jehanne d’Arc (1429).

Bron 21

Jeanne d’Arc bezoekt koning Karel VII in het kasteel van Chinon. Tapijt uit de 15e eeuw.

Gevolgen van de oorlog Toen Edward III in 1337 de oorlog verklaarde aan de Franse koning, was het zijn doel om zelf koning van Frankrijk te worden. Na meer dan honderd jaar strijd – onderbroken door perioden van vrede – was het resultaat heel anders. De Engelse koning raakte zijn gebied in Frankrijk kwijt, terwijl de Franse koning zijn grondgebied en zijn macht vergrootte. Maar dat waren niet de enige gevolgen van de Honderdjarige Oorlog. In beide landen versterkte de oorlog het nationale gevoel: het werd steeds duidelijker wat Frans was en wat Engels. De strijd putte de economie van Engeland en Frankrijk uit, maar van Frankrijk natuurlijk meer omdat daar de gevechten plaatsvonden. Op politiek gebied bleken Frankrijk en Engeland zich na de oorlog anders te ontwikkelen.

113


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.6 Centralisatie in Frankrijk

Standensamenleving In de 11e en 12e eeuw waren politieke denkers de samenleving gaan indelen in drie standen: de geestelijkheid, de adel en het werkende volk. Zo ontstond het idee van een driestandenmaatschappij. Soms vonden koningen dat ze vertegenwoordigers van alle drie de standen om advies moesten vragen – of ze voelden zich onder druk gezet om dat te doen. In veel Europese koninkrijken ontstonden standenvergaderingen, zoals de StatenGeneraal in Frankrijk. Na afloop van de Honderdjarige Oorlog bleek het overleg tussen de koning en zijn onderdanen niet overal in Europa een blijvend succes. Terwijl de Engelse adel steeds meer invloed kreeg en het Engelse parlement steeds belangrijker werd, gebeurde in Frankrijk het omgekeerde. De koning breidde zijn grondgebied uit ten koste van de hoge adel. En de Staten-Generaal werd nauwelijks meer bijeengeroepen.

Bron 22

‘Zij die bidden, zij die vechten en zij die werken’. 13e eeuwse miniatuur uit Frankrijk.

5.6 Centralisatie in Frankrijk • Hoe trok Lodewijk XI de macht naar zich toe?

Centralisatie Na het winnen van de Honderdjarige Oorlog was het gebied van de Franse koning Karel VII groter geworden. Toch was hij niet de enige machtige man in Frankrijk. Naast Karel waren er rijke hertogen, die bijna net zulke grote gebieden bezaten als hij. De machtigste was de hertog van Bourgondië. De koning wilde van Frankrijk een eenheid maken; deze hertogen moesten zijn onderdanen worden. Daarom nam hij een aantal maatregelen. Ten eerste reorganiseerde hij zijn koninklijke adviesraad. Vanaf dat moment mochten niet alleen maar hoge edellieden lid zijn van die raad, maar ook ambtenaren met een universitaire opleiding. Ten tweede stelde hij een staand leger in, een leger waarover hij altijd kon beschikken. Ten derde ging hij nieuwe belastingen heffen, op zout en op land, zodat hij meer inkomsten kreeg om zijn ambtenaren en soldaten te kunnen betalen. Tot slot bepaalde hij dat hij bisschoppen moest kunnen benoemen. Ook hij kwam daardoor in botsing met de kerk.

1453 einde 1461 Honderdjarige Oorlog

1450

1460

Lodewijk XI wordt koning van Frankrijk

1470

114

1477

Koning Lodewijk neemt Bourgondië in

1480

1490


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.6 Centralisatie in Frankrijk

Frankrijk ten tijde van Lodewijk XI (1461 - 1483) koninklijk domein in 1461

Noordzee

gebied veroverd door Lodewijk XI domeinen van de hertog van Bourgondie in 1461 domein van de hertog van Anjou in 1461 ENGELAND

domein van de hertog van Bourbon in 1461

Utrecht

domeinen van andere hertogen in 1461 Londen Gent

Calais

Antwerpen

VLAANDEREN

Luik

ARTOIS

l Het Kanaa

LUXEMBURG PICARDIË

Sei ne

NORMANDIË

LOTHARINGEN

Parijs CHAMPAGNE

BRETAGNE ANJOU

Orléans Loire

Dijon BOURGONDIË

Poitiers

FRANCHECOMTÉ

ceaan

POITOU

Atlan tische O

SAVOIE Lyon

AUVERGNE

Bordeaux

DAUPHINÉ

Rhône

Dordogne

Gar on ne

Toulouse

LANGUEDOC

Avignon PROVENCE Marseille

KONINKRIJK CASTILIË 0

Bron 23

100

GASCOGNE NAVARRA

Middellan dse Zee

200 km

ARAGON

Frankrijk ten tijde van de troonsbestijging van Lodewijk XI (1461).

Steden steunen De zoon van Karel VII, Lodewijk XI, ging verder op de weg die zijn vader had ingeslagen. Maar hij deed nog meer. Hij bevorderde de handel en ambachten in de steden. Zo zorgde hij ervoor dat de rijke burgers in de steden op zijn hand waren. Daarnaast kon hij ook steeds meer belasting eisen. Als de steden in opstand kwamen tegen de machtige hertogen, dan gaf koning Lodewijk geld aan de opstandige burgers. Zo kon hij de macht van de adel terugdringen. Maar steden mochten natuurlijk ook weer niet te zelfstandig worden. In dat geval was Lodewijk ook bereid om zijn leger tegen de steden in te zetten. Slimme politiek dus, van deze koning.

115


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.6 Centralisatie in Frankrijk

Bron 25

Bezoek aan een stad Toen stegen de vier raadsleden van hun paard af. Te voet tilden zij een prachtig baldakijn boven het hoofd van de koning – een baldakijn van blauwgroen fluweel, rijk bestikt met gouden lelies en aan de binnenkant gevoerd met wit en rood brokaat. En zo trok de koning door de stad. Bij zijn tocht werd hij voorafgegaan door twee rijen fakkeldragers met in hun kielzog de kruisboogschutters, de gewone boogschutters en de kanonniers, allemaal keurig in het gelid. Achter hen liepen driehonderd raadsleden en notabelen van de stad en de gemeenteambtenaren. Achter hen liepen de leden van de Koninklijke garde. Achter de koning liepen de prinsen en de heren die met hem meegekomen waren – en dat waren er veel… Bron 24

De stad Luik wordt belegerd door Lodewijk XI. Franse miniatuur uit de 15e eeuw.

Anoniem verslag van een intocht van Lodewijk XI (15e eeuw).

Bron 26

Carrière aan het hof

Wrede gevangenissen Het is waar dat de koning wrede gevange­nissen had laten bouwen, bijvoorbeeld een soort kooien, sommigen van ijzer, anderen van hout, allemaal met enorme sloten. De bedenker ervan was de bisschop van Verdun. Hij was tegelijk de eerste die er gevangen werd gezet. Velen hebben hem om zijn uitvinding vervloekt, waaronder ikzelf. De koning bestelde ook zware ketenen in Duitsland en enkelringen die moeilijk te openen waren. Aan iedere enkelring zat een dikke ketting en daaraan een belachelijk zware ijzeren bal. Deze ketenen heb ik aan de voeten van veel hooggeplaatste personen zien zitten.

Lodewijk werd gesteund door mensen die carrière wilden maken. Hij had een kleine kring met raadgevers, die hij goed beloonde. Ze kregen bijvoorbeeld geschenken, een stuk land, een adellijke titel of een goed pensioen. In het jaar 1472 werd Philippe de Commynes een van die raadgevers. Dat was een slimme zet van de koning. Philippe kwam namelijk uit het kamp van de hertog van Bourgondië, Lodewijks grootste vijand. Lodewijk zorgde er natuurlijk voor dat Philippe veel geschenken kreeg nadat hij was overgelopen. Philippe schreef later zijn herinneringen aan Lodewijk op. Hij vond Lodewijk een briljante koning, maar met nare trekjes.

Naar: Phillipe de Commynes, Memoires (1498).

Als een spin in het web Door zijn vijanden werd Lodewijk ‘de spin’ genoemd. Hij spon als het ware een web over Frankrijk. Vanuit het midden van het web hield hij alles in de gaten en sloeg op het juiste moment toe. Dat gebeurde bijvoorbeeld in 1477, toen de hertog van Bourgondië op het slagveld stierf. Lodewijk profiteerde van het moment en nam een deel van Bourgondië in. Eindelijk kreeg Lodewijk wat hij wilde. Al jaren had hij de hertog van Bourgondië dwarsgezeten, bijvoorbeeld door opstandige steden in Bourgondië te steunen en oorlog tegen hem te voeren. Nu kon hij eindelijk zijn land in beslag nemen. Veel hertogen voegden zich daarna vrijwillig onder de Franse kroon. Lodewijk wist heel goed dat hij door veel van zijn onderdanen gehaat werd. Daarom vertrouwde hij maar weinig mensen. Aan het eind van zijn leven was hij zo achterdochtig, dat hij zijn kasteel heel zwaar liet bewaken. Net een gevangenis.

116


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.7 Het Mongoolse Rijk

STAATSINRICHTING  HET ONTSTAAN VAN NATIONALE STATEN Langzamerhand was Frankrijk een nationale staat aan het worden onder leiding van streng regerende koningen. Er begon een gevoel van saamhorigheid te ontstaan: wij Fransen tegenover de Engelsen, de Duitsers, de Spanjaarden, enzovoort. Ook andere landen in Europa ontwikkelden zich steeds meer tot nationale staten, de een meer dan de ander.

Deze nationale staten voerden regelmatig oorlog tegen elkaar, met steeds grotere legers. Hierdoor werd de nationale eenheid binnen een staat vaak nog meer versterkt. Deze toenemende centralisatie binnen koninkrijken en de groeiende concurrentie met andere politieke eenheden stonden aan het begin van staatsvorming in Europa.

5.7 Het Mongoolse Rijk W E R E L D GESC H I ED EN IS • Hoe veroverden en regeerden de Mongoolse khans hun wereldrijk?

Hoelun spreekt haar zoon toe In de tijd voordat jij werd geboren, Tenmoedjin, schoten de sterren langs de hemel. Iedereen was met elkaar in gevecht. Niet in staat om in zijn eigen tent tot rust te komen, trok je vader eropuit om te strijden. Toen ik je op een nacht alleen ter wereld bracht, zag ik dat je een bloedprop in je vuist gekneld hield. Een voorteken! Niet lang daarna heeft onze vijand als een laffe slang je vader vergiftigd. Daarom houden we ons schuil en moeten we jagen en wortels zoeken om in leven te blijven. En nu, zoals de tijger niet nadenkt voor hij zijn prooi aanvalt, heb je je halfbroer gedood! Wat moet er van ons worden?

Dzjengis Khan Rond 1160 werd bij de rivier Onon, in het huidige Mongolië, een zekere Tenmoedjin geboren. Tenmoedjin was al jong de leider van zijn nomadenstam. Hij maakte, gehard door zijn jeugd, snel korte metten met zijn vijanden. Veel Mongoolse strijders volgden hem, ook al behoorden ze niet tot zijn clan. Wie hem trouw was en goed kon vechten, werd met oorlogsbuit en een hoge status beloond. Zo werd Tenmoedjin de belangrijkste heerser van de Mongoolse steppe. In 1206, tijdens een vergadering in zijn hoofdstad Karakoroem, stelde Tenmoedjin nieuwe wetten in en organiseerde hij het leger. Ook nam hij de titel Dzjengis Khan aan, wat ‘opperste leider’ betekent. Maar heersen over Mongolië was niet genoeg voor Dzjengis Khan en zijn getrouwen. Eerst onderwierp hij de naburige Oeigoeren. Daarna liet hij zijn oog vallen op het Chinese rijk in het zuidoosten en op Centraal-Azië in het westen. Het Mongoolse rijk begon zich uit te breiden.

1227

geboorte Tenmoedjin (later Dzjengis Khan)

1000

1100

1200

dood Dzjengis Khan

117

1294

1300

dood laatste grootkhan, Mongoolse rijk valt uiteen

1400

1500


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.7 Het Mongoolse Rijk

Bron 27

Paarden, gers (tenten) en een uitgestrekt landschap maken al eeuwenlang deel uit van het leven van de Mongolen.

Bron 28

Niet plassen in de rivier Het leger moet worden georganiseerd in eenheden van 10, 100 en 1000. Het is verboden om vrede te sluiten met een volk dat zich niet heeft onderworpen. Reizigers moeten altijd worden welkom geheten en worden voorzien van voedsel. Kleren mogen niet worden gewassen tot ze afgedragen zijn. Alle mannen moeten in het leger, behalve in uitzonderlijke gevallen. Soldaten die hun legeronderdeel verlaten, moeten worden geëxecuteerd. Het is verboden te plassen in water of as op straffe van de dood. Fragmenten uit de yasak, de nomadenwet van Dzjengis Khan (13e eeuw).

Van Korea tot de Zwarte Zee Met goed georganiseerde veldtochten trok het Mongoolse leger China binnen. Hiervoor ging Dzjengis Khan niet over, maar om de Chinese muur heen. Een langdurige oorlog met de Chinese troepen begon. In Centraal-Azië en Perzië waren de wendbare Mongoolse ruiterlegers sneller succesvol. Zonder genade vernietigden en plunderden ze alles wat weerstand bood. Maar als een plaats zich meteen overgaf en de Mongolen als heersers erkende, werd deze met rust gelaten. Het Mongoolse Rijk breidde zich razendsnel uit. Na de dood van Dzjengis Khan in 1227 werd al het land verdeeld onder zijn zonen, die de veroveringstochten voortzetten. Zijn meest bekwame tweede zoon benoemde hij tot leider, grootkhan. Uiteindelijk heersten de Mongolen over een gigantisch gebied, van Korea tot de Zwarte Zee.

118


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.7 Het Mongoolse Rijk

Bron 29

Chinese gezanten schenken zijde aan Dzjengis Khan. Perzische miniatuur (15e eeuw).

Bron 30

Een paiza, een paspoort voor een Mongoolse rijksinspecteur, met een inscriptie in Perzisch, Mongools en Oeigoers (13e eeuw).

Bij de Mongolen Leven onder de Mongoolse heersers betekende vrede, heropbouw van veroverde steden en religieuze tolerantie. Lokale leiders mochten aan de macht blijven als ze trouw zwoeren aan de grootkhan, voldoende legers leverden en belasting betaalden. De Mongolen namen de beste mensen in dienst uit de culturen die ze veroverden. Aan het hof van de grootkhan waren bijvoorbeeld Chinese en Arabische artsen, klerken en geleerden, vaklieden uit allerlei windstreken en geestelijken van verschillende geloven. Mensen met deze beroepen hoefden geen belasting te betalen. Ook handelaren kregen bescherming in het Mongoolse Rijk. Hierdoor bloeide handel langs de zijderoute, een handelsroute van China tot de Middellandse Zee. De periode van veiligheid onder de Mongolen noemen we de Pax Mongolica.

De Zwarte Dood Rond 1260 stierf grootkhan Möngke en leden de Mongolen hun eerste grote verlies tijdens een veldtocht in Palestina. Na een broederstrijd kwam Koeblai Khan aan de macht. Hij verplaatste de hoofdstad van het rijk naar Peking en probeerde tevergeefs Japan te veroveren. De cultuur bloeide aan het hof van Koeblai Khan. Hij zette zich in voor de wetenschap en introduceerde zelfs papiergeld. Na zijn dood in 1294 viel het rijk defititief in vier stukken uiteen. Afstammelingen van Dzjengis Khan bleven er nog lang aan de macht, maar Koeblai Khan was de laatste grootkhan. Terwijl de omringende heersers bang bleven voor de invallen van Mongoolse legers, verborg de steppe nog iets veel dodelijkers. Vanaf ongeveer 1340 verspreidde de Zwarte Dood zich langs de zijderoute over de wereld. Deze afschuwelijke ziekte, ook wel bekend als de builenpest, doodde in korte tijd wel 100 miljoen mensen. Niet het Mongoolse zwaard, maar een bacterie uit de steppe veranderde de wereldgeschiedenis.

119


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.8 Afsluiting

5.8 Afsluiting KENMERKENDE ASPECTEN

1000

1 Het begin van staatsvorming en centralisatie. In de periode 1000-1500 ontwikkelden koninkrijken in Europa zich langzaam tot centraal geregeerde staten. Koningen trokken de macht naar zich toe en voerden regelmatig oorlog tegen elkaar. Hierdoor werd de eenheid binnen een koninkrijk groter. 2 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. In de Tijd van steden en staten maakten koningen ruzie met de paus of bisschoppen, over wie bisschoppen mocht benoemen of recht mocht spreken. 3 De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten. Veel Europese christenen gingen in de Tijd van steden en staten op een gewelddadige tocht naar Jeruzalem. Door deze kruistochten waren er oorlogen en veroveringen in het Midden-Oosten, maar ook meer handelscontacten.

1100

1066

slag bij Hastings, verovering van Engeland

1095

Paus Urbanus II roept op tot een kruistocht

1099

verovering Jeruzalem door de kruisvaarders

1187

Saladin neemt Jeruzalem in

1200

LEERDOELEN

1000 - 1500

1 Je begrijpt hoe Engeland en Frankrijk zich ontwikkelden tot nationale staten. 2 Je weet hoe de Normandiërs Engeland veroverden, wat de gevolgen waren van deze gebeurtenis en hoe het koninkrijk Engeland zich vervolgens ontwikkelde. 3 Je kunt uitleggen wat de oorzaak van de eerste kruistocht was en hoe deze verliep. 4 Je kunt uitleggen welke gevolgen de kruistochten hadden voor Europa en het Midden-Oosten. 5 Je begrijpt wat de oorzaken en gevolgen van de Honderdjarige Oorlog waren. 6 Je kunt uitleggen hoe koning Lodewijk XI de macht naar zich toetrok en hoe het koninkrijk Frankrijk centraliseerde. 7 Je kunt beoordelen of een bron bruikbaar is voor het beantwoorden van een vraag en je kunt bruikbare informatie voor het beantwoorden van een vraag uit een bron halen.

Tijd van steden en staten

1291

val van de laatste kruisvaarderstaat

1337

begin Honderdjarige Oorlog

1453

einde Honderdjarige Oorlog, val van Constantinopel

1300

1400

1500

120


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.8 Afsluiting

NOORWEGEN

ZWEDEN

1e Kruistocht, 1096 - 1099 ESTLAND

2e Kruistocht, 1147 - 1149

SCHOTLAND

Oc eaa n

IERLAND

dzee Noor

DENEMARKEN

DU IT S

3e Kruistocht, 1189 - 1192

E

R O

4e Kruistocht, 1202 - 1204

DE

5e Kruistocht, 1228 - 1229 6e Kruistocht, 1248 - 1254

LITOUWEN

7e Kruistocht, 1270

ENGELAND

la At

Normandië

moslimse rijken

RUSSISCHE VORSTENDOMMEN

POLEN

nt

isc he

Londen Hastings DUITSE RIJK

KANAAT VAN DE GOUDEN HORDE

Parijs

Orléans FRANKRIJK AQUITANIË

PORTUGAL

NAVARRA ARAGÓN

LEÓN EN KASTILIË

HONGARIJE ANJOU KERKELIJKE STAAT

Zee Zwarte BULGARIJE

SERVIË

Constantinopel NAPELS

ALBANIË

GRANADA

BYZANTIJNSE RIJK

Seldjoeken

EPIROS ARMENIË

Mi dd

0

250

Bron 31

CYPRUS

ella nds e

Zee

Jeruzalem

500 km

De kruistochten.

Begrippen Adviesraad  Groep raadgevers die de koning helpt beslissingen te nemen. Centrale rekenkamer  Groep mensen die de inkomsten en uitgaven van de koning controleert. Centralisatie  Streven van een koning of regering om vanuit een hoofdstad het grondgebied centraal te regeren. Drie-standenmaatschappij  Ver­deling van de samenleving in drie standen: de geestelijkheid, de adel en het werkende volk. Deze opvatting ontwikkelde zich vanaf de 11e eeuw. Heilige Land  Palestina, het land dat volgens de Bijbel God aan het volk Israël beloofde. Huurling  Soldaat (soms buiten­ lands) die in betaalde dienst is van een leger.

Kroon  Macht die door de koning en zijn ambtenaren wordt uitgeoefend. Kruistocht  Gewapende tocht van Europese christenen om het Heilige Land te veroveren op de moslims. Kruisvaarder  Iemand die deelnam aan een kruistocht. Kruisvaardersstaten  Door de kruisvaarders gestichte staten in het Midden-Oosten en het oostelijk Middellandse Zeegebied. Magna Carta  Document uit 1215 waarin de Engelse adel en de koning regels vastlegden over bijvoorbeeld belastingen en straffen. Nationale staat  Staat waarin de mensen het gevoel hebben dat ze een eenheid vormen (dezelfde taal, dezelfde cultuur, soms ook dezelfde godsdienst).

121

Parlement  In de Middeleeuwen in Engeland: een adviesraad van de koning waar de belangrijkste edelen en geestelijken in zaten. Tegenwoordig: de volks­ vertegenwoordiging van een staat. Paus  Hoofd van de Roomskatholieke kerk. In de Middeleeuwen aan het hoofd van alle christenen in Europa. Staand leger  Permanent bestaand leger van huursoldaten waar de koning altijd over kon beschikken. Staten-Generaal  Vergadering van vertegenwoordigers van de drie standen die door de Franse koning bij elkaar kon worden geroepen.


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.9 Keuzestof

5.9 Keuzestof Keuzestof A: Moordmysterie • Door wie is aartsbisschop Thomas Beckett vermoord?

Hendrik II en Thomas Becket In de paragraaf Normandiers veroveren Engeland heb je geleerd dat de Engelse koning Hendrik II rechtbanken instelde en daardoor ruzie kreeg met de geestelijkheid. Zijn voornaamste tegenstander was aartsbisschop Thomas Becket. Hendrik vond dat criminele geestelijken in zijn eigen rechtbanken berecht moesten worden, maar de aartsbisschop was het daar niet mee eens. Hij deed alle bisschoppen die het besluit van de koning steunden in de ban. Daarmee hoorden ze niet langer bij de kerk. De koning vond Thomas Becket maar een lastige vijand. In het jaar 1070, op de avond van 29 december, werd de aartsbisschop in zijn kathedraal in Canterbury aangevallen. ‘Waar is Thomas Becket, de verrader van de koning en het koninkrijk?’ galmde het door de kerk. Daarop werd de aartsbisschop voor het altaar vermoord. Wie zou de moord hebben gepleegd en waarom? Dat ga je uitzoeken.

Bron 32   De moord op aartsbisschop Thomas Becket. Miniatuur uit Engeland (ca. 1250).

Bron 33

Bron 35

Nou, erg vroom vond ik hem niet. Voordat hij aartsbisschop was, zette hij altijd de bloemetjes buiten. En als geestelijke dronk hij nog altijd graag een glaasje. Ik heb goed aan hem verdiend.

We zijn niet zo lang geleden tot ridder geslagen en zien het als onze taak om de koning te dienen. Wat hij beveelt, voeren wij uit. Onze leraren waren natuurlijk geestelijken, maar dat waren niet zulke lastige types als deze aartsbisschop. Goed dat de koning dat zelf ook heeft ingezien.

Wijnhandelaar Edward

Bron 34

Vier ridders

Het is schandalig dat koning Hendrik onze bisschop het leven zo zuur maakte. Deze dood verdiende hij niet. Alle monniken in Canterbury zijn er kapot van. Maar we zijn ook blij dat onze bisschop de marteldood is gestorven. Nu hebben we een echte heilige in ons midden.

Bron 36

Tja, ik ben geestelijke én kroniekschrijver van de koning. Maar als ik uiteindelijk zou moeten kiezen, dan kies ik de kant van de geestelijke macht. Thomas Becket was misschien een moeilijk mens, hij vocht tenminste met woorden en niet met wapens in zijn strijd met de koning.

Monnik Anselmus

Gerald van Wales

122


5  Koningen, kastelen en kruistochten stad – 5.9 Keuzestof

Bron 37

Bron 39

Wat een rotzak was die zogenaamde aartsbisschop van ons, hij gaf me nooit een aalmoes. Van politiek weet ik niks. Het enige dat ik weet, is dat ik de aarts­ bisschop niet kon uitstaan. Als ik niet kreupel was geweest, had ik hem zelf misschien iets aangedaan.

Wij zijn intens bedroefd. De aartsbisschop was ons grote voorbeeld. Wij hopen dat de koning onze aartsbisschop de laatste eer komt bewijzen. Dat is het minste wat hij kan doen. Drie priesters

Bedelaar Baldrik

Bron 40 Bron 38

Die woede-uitbarstingen van de koning zijn wij wel gewend. We nemen hem op zo’n moment niet echt serieus. Maar toch, in die hele kwestie waren wij het in principe met de koning eens. Die vervelende geeste­ lijken ook altijd… Maar ja, je moet ze te vriend houden.

Niet alleen mijn grootste vijand, maar ook een van mijn beste raadgevers is vermoord. Toen ik tijdens een van mijn woedeaanvallen riep ‘ik wou dat iemand mij van die lastige geestelijke verloste’, bedoelde ik dat natuurlijk niet letterlijk. Jammer dat dat wel zo is opgevat.

Twee hertogen

Koning Hendrik II

Keuzestof B – Richard Leeuwenhart en Saladin • Welke rol speelden Richard Leeuwenhart en Saladin in de derde kruistocht?

Hoofdrolspelers in de derde kruistocht Tijdens de derde kruistocht speelden twee beroemde mannen de hoofdrol. Het waren Richard Leeuwenhart, de onverschrokken koning van Engeland en Saladin, de slimme generaal. Het verloop van de derde kruistocht is mede bepaald door de daden en gedachten van Richard en Saladin. Je gaat je daarom inleven in de spannende levens van deze vechtersbazen. Bron 41

Bron 42

Sultan Saladin Wat dapperheid en onverschrokkenheid betreft kan Saladin niet vergeleken worden met andere sultans. Als hij je eenmaal een keer verslagen heeft, dan kun je jezelf niet meer herstellen. We kunnen niet anders doen dan afwachten en geduldig zijn. Sterker nog, we kunnen hem beter niet tegenwerken, maar moeten zijn voorwaarden accepteren.

Koning Richard Wat deugdzaam karakter en fysieke kracht betreft overtrof Richard anderen ruimschoots. Hij was vooral gedenkwaardig omwille van zijn militaire vaardigheden; zijn grootse daden overschaduwden alle anderen, hoe glorieus die ook waren. Itinerarium Peregrinorum et Gesta Regis Ricardi, 13e eeuw.

Uitspraak van Raymond III, graaf van Tiberias, volgens kroniekschrijver Imad al-Din Al-Isfahani, 12e eeuw.

Bron 43

Ruiterbeeld van Richard Leeuwenhart voor het parlement in Londen, Engeland.

Bron 44 Ruiterbeeld van Saladin voor de burcht van ­Damascus, Syrië.

123


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.